•
Let op dat als u aan boord van een vliegtuig of boot gaat (of een ander niet-landvoertuig),
het apparaat wellicht niet automatisch wordt vergrendeld. Indien nodig vergrendelt u het
apparaat handmatig.
•
Als u het apparaat weer oppakt of uit het voertuig stapt, ontgrendelt u het apparaat en
vervolgens blijft het ontgrendeld zolang u het bij u draagt.
De functie Lichaamsdetectie kan niet onderscheiden wie het apparaat heeft opgepakt. Als u
uw apparaat aan iemand anders geeft terwijl het is ontgrendeld met Lichaamsdetectie, blijft het
apparaat bij de andere gebruiker ontgrendeld. Vergeet niet dat Lichaamsdetectie als
beveiligingsfunctie minder veilig is dan een patroon, pincode of wachtwoord.
Lichaamdetectie in- of uitschakelen
1
Tik in het Startscherm op .
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock >
Lichaamsdetectie.
3
Tik op de schuifregelaar om de functie in te schakelen en tik vervolgens op
DOORGAAN. Tik op de schuifregelaar naast Aan om de functie uit te schakelen.
Verbinding maken met vertrouwde apparaten
U kunt een verbonden apparaat aanmerken als een vertrouwd apparaat. Uw Xperia™-
apparaat blijft dan ontgrendeld terwijl het met het andere apparaat is verbonden. Als u
regelmatig verbinding maakt met bepaald Bluetooth®- of NFC-apparaat, bijvoorbeeld
met een thuisbioscoop of fitnesstracker, kunt u dit apparaat toevoegen als een vertrouwd
apparaat en de extra beveiliging van het vergrendelingsscherm omzeilen om tijd te
sparen. Deze functie is met name handig als u deze apparaten normaal gesproken op
een relatief veilige plek gebruikt. In bepaalde gevallen moet u het apparaat toch
handmatig ontgrendelen voordat een vertrouwd apparaat kan worden aangesloten.
Het wordt niet aanbevolen apparaten die onafgebroken verbonden
zijn met het apparaat, zoals
Bluetooth®-toetsenborden of -hoezen, aan te merken als vertrouwde apparaten.
Zodra een vertrouwd apparaat wordt uitgeschakeld of buiten bereik raakt, wordt het scherm
vergrendeld en dient u een pincode, patroon of wachtwoord in te voeren om het te
ontgrendelen.
Een vertrouwd Bluetooth®-apparaat toevoegen of verwijderen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat
dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik in het
Startscherm
op .
3
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock.
4
Tik in het menu Smart Lock op
Vertrouwde apparaten
>
VERTROUWD
APPARAAT TOEVOEGENBluetooth
5
Tik op een apparaatnaam om dit apparaat uit de lijst met verbonden en
gekoppelde apparaten te selecteren en tik vervolgens op JA, TOEVOEGEN.
6
Verwijder een gekoppeld apparaat door het in de lijst te selecteren en op
VERTROUWD APPARAAT VERWIJDEREN te tikken.
Een vertrouwd NFC-apparaat toevoegen of verwijderen
1
Zorg dat het apparaat is gekoppeld en verbonden met het Bluetooth®-apparaat
dat u wilt toevoegen als vertrouwd apparaat.
2
Tik op Instellingen > Vergrendelingsscherm & beveiliging > Smart Lock.
3
Tik op Vertrouwde apparaten > VERTROUWD APPARAAT TOEVOEGEN >
NFC.
4
Volg de instructies op het scherm.
5
Verwijder een gekoppeld apparaat door het in de lijst te selecteren en op
VERTROUWD APPARAAT VERWIJDEREN te tikken.
Zorgen dat u veilig bent bij het gebruik van vertrouwde apparaten
Verschillende Bluetooth®-apparaten ondersteunen verschillende Bluetooth®-
standaarden en beveiligingsmogelijkheden. De mogelijkheid bestaat dat iemand uw
13
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.