NEDERLANDS
44 nl - 2
Veiligheidsinstructies
Neem bij het gebruik van elektrische machines altijd de plaatselijk
geldende veiligheidsvoorschriften in acht in verband met
brandgevaar, gevaar voor elektrische schokken en lichamelijk letsel.
Lees ook onderstaande instructies aandachtig door voordat u met de
machine gaat werken. Bewaar deze instructies zorgvuldig!
Algemeen
1 Zorg voor een opgeruimde werkomgeving
Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken.
2 Houd rekening met omgevingsinvloeden
Stel elektrische machines niet bloot aan vocht.
Zorg dat de werkomgeving goed is verlicht. Gebruik elektrische
machines niet in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen.
3 Voorkom een elektrisch schok
Vermijd lichamelijk contact met geaarde voorwerpen (bijv. buizen,
radiatoren, fornuizen en koelkasten). Onder extreme werkomstandigheden
(bijv. hoge vochtigheid, ontwikkeling van metaalstof, enz.) kan de
elektrische veiligheid door een scheidingstransformator of een
aardlek-(FI)-schakelaar voor te schakelen, verhoogd worden.
4 Houd kinderen uit de buurt
Laat andere personen niet aan de machine of het verlengsnoer komen.
Onder 16 jaar is supervisie verplicht.
5 Verlengsnoeren voor gebruik buitenshuis
Gebruik buitenshuis uitsluitend voor dit doel goedgekeurde en als
zodanig gemerkte verlengsnoeren.
6 Berg de machine veilig op
Berg niet in gebruik zijnde elektrische machines op in een droge,
afgesloten ruimte, buiten het bereik van kinderen.
7 Draag geschikte werkkleding
Draag geen wijde kleding of loshangende sieraden. Deze kunnen door
de bewegende delen worden gegrepen. Draag bij het werken
buitenshuis bij voorkeur rubber werkhandschoenen en schoenen met
profielzolen. Houd lang haar bijeen.
8 Draag een veiligheidsbril
Gebruik ook een gezichts- of stofmasker bij werkzaamheden waarbij
stofdeeltjes of spanen vrijkomen.
9 Let op de maximum geluidsdruk
Neem voorzorgsmaatregelen voor gehoorbescherming wanneer de
geluidsdruk het niveau van 85 dB(A) overschrijdt.
10 Klem het werkstuk goed vast
Gebruik klemmen of een bankschroef om het werkstuk te fixeren.
Dit is veiliger, bovendien kan de machine dan met beide handen
worden bediend.
11 Zorg voor een veilige houding
Zorg altijd voor een juiste stabiele houding.
12 Voorkom onbedoeld inschakelen
Draag een op het net aangesloten machine niet met de vinger aan de
schakelaar. Laat de schakelaar los wanneer u de stekker in het
stopcontact steekt.
13 Blijf voortdurend opletten
Houd uw aandacht bij uw werk. Ga met verstand te werk.
Gebruik de machine niet als u niet geconcentreerd bent.
14 Trek de stekker uit het stopcontact
Schakel de stroom uit en wacht totdat de machine volledig stil staat
voordat u deze achterlaat. Trek de stekker uit het stopcontact wanneer
u de machine niet gebruikt, tijdens onderhoud of bij het vervangen van
accessoires.
15 Verwijder sleutels of hulpgereedschappen
Controleer vóór het inschakelen altijd of de sleutels en andere
hulpgereedschappen zijn verwijderd.
16 Gebruik de juiste machine
Het gebruik volgens bestemming is beschreven in deze handleiding.
Gebruik geen lichte machine of hulpstukken voor het werk van zware
machines. De machine werkt beter en veiliger indien u deze gebruikt
voor het beoogde doel.
Waarschuwing! Gebruik ter voorkoming van lichamelijk letsel
uitsluitend de in deze gebruiksaanwijzing aanbevolen accessoires en
hulpstukken. Gebruik de machine uitsluitend voor het beoogde doel.
17 Gebruik het snoer niet verkeerd
Draag de machine nooit aan het snoer. Trek niet aan het snoer om de
stekker uit het stopcontact te verwijderen. Houd het snoer uit de buurt
van warmtebronnen, olie en scherpe randen.
18 Onderhoud de machine met zorg
Houd de machine schoon om beter en veiliger te kunnen werken.
Houdt u aan de instructies met betrekking tot het onderhoud en het
vervangen van accessoires.
Controleer regelmatig het snoer en laat dit bij beschadigingen door een
erkend DEWalt Service-center repareren. Controleer het verlengsnoer
regelmatig en vervang het in geval van beschadiging.
Houd de bedieningsorganen droog en vrij van olie en vet.
19 Controleer de machine op beschadigingen
Controleer de machine vóór gebruik zorgvuldig op beschadigingen om
er zeker van te zijn dat deze naar behoren zal functioneren.
Controleer of de bewegende delen niet klemmen, verdraaid of
gebroken zijn. Ga na of de accessoires en hulpstukken correct zijn
gemonteerd en of aan alle andere voorwaarden voor een juiste werking
is voldaan. Ga bij vervanging of reparatie van beschadigde
veiligheidsinrichtingen of defecte onderdelen te werk zoals aangegeven.
Gebruik geen machine waarvan de schakelaar defect is. Laat de
schakelaar vervangen door een erkend DEWALT Service-center.
20 Wendt u voor reparaties tot een erkend DEWALT Service-center
Deze elektrische machine voldoet aan alle geldende
veiligheidsvoorschriften. Ter voorkoming van ongevallen mogen reparaties
uitsluitend door daartoe bevoegde technici worden uitgevoerd.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor verstekzagen.
• Let erop dat het zaagblad in de juiste richting draait. Houd de
zaagbladen scherp. Gebruik geen zaagblad met een grotere of kleinere
diameter dan is voorgeschreven. Voor de juiste specificaties van het
zaagblad, zie technische gegevens.
• Let erop dat alle vergrendelknoppen en klemmen vergrendeld zijn
alvorens de machine in werking te stellen.
• Controleer regelmatig of de luchtsleuven van de motor schoon en
stofvrij zijn.
• Haal de stekker uit het stopcontact alvorens onderhoud aan de
machine te plegen of een zaagblad te verwisselen.
• Lees altijd eerst de handleiding voordat u een accessoire gebruikt.
Onjuist gebruik van een accessoire kan schade veroorzaken.
• Laat de motor eerst op volle snelheid komen, voordat u met zagen begint.
• Licht het zaagblad uit de zaagsnede in de werkstukopening, voordat
de bedieningschakelaar wordt losgelaten.
• Zet geen wig tegen de ventilator om op die manier de motoras tegen te
houden.
• Blijf met uw handen uit de buurt van het zaagblad als de machine op
het net is aangesloten.
• Probeer geen te kleine werkstukken te zagen.
• Probeer nooit om een draaiende machine te stoppen door het zaagblad te
blokkeren; op deze manier kunnen de ernstigste ongelukken gebeuren.
• Gebruik nooit gescheurde of beschadigde zaagbladen.
• Gebruik geen slijpschijven.
• Zaag geen ijzerhoudende metalen (metalen met een ijzer- of
staalbestanddelen) of metselwerk.
Aanvullende veiligheidsvoorschriften voor tafelzaagmachines
• Controleer of het zaagblad in de juiste richting draait en of de
zaagtanden naar voren gericht zijn.
• Controleer of het spouwmes zich op de juiste afstand van het zaagblad
bevindt - max. 5 mm.