Brandt WFH1276D de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

MANUEL D’INSTALLATION,
D’UTILISATION
ET D’ENTRETIEN ........................Page 2
HANDLEIDING VOOR
INSTALLATIE, GEBRUIK EN
ONDERHOUD ......................Bladzijde 22
INSTALLATIONS-
GEBRAUCHS- UND
PFLEGEANLEITUNG
................Seite 42
D
NL
F
LAVE-LINGE
WASAUTOMAAT
WASCHMASCHINE
22
NL
In deze handleiding zult u de onderstaande symbolen tegenkomen, zij betekenen het volgende :
Veiligheidsvoorschriften die u absoluut in acht moet nemen (voor uzelf, de machine
of het wasgoed).
Elektrische gevaar
Belangrijke tips en inlichtingen
INHOUDSOPGAVE
Bladzijde
• Veiligheidsvoorschriften .................................................................................................. 23
• Milieu en energiebesparingen ........................................................................................ 23
• Beschrijving van het apparaat ........................................................................................ 24
1 - Bij de eerste installatie van het apparaat
• Verwijderen van de transportbeveiliging ...................................................................... 25
• Voorbereiden en plaatsen van het apparaat ................................................................ 26
• Installatie onder aanrecht of ander blad........................................................................ 26
• Aansluiting op de watertoevoer...................................................................................... 27
• Aansluiting op de waterafvoer ...................................................................................... 28
•Aansluiting op het stroomnet .......................................................................................... 28
2 - Gebruik van het apparaat
• Wasvoorbereidingen (sorteren, kleurtest, hoeveelheid en controle)........................ 29
• Laden van het wasgoed in de machine ........................................................................ 30
• Toevoegen van wasmiddelen.......................................................................................... 30
• Programmeren / annuleren programma........................................................................31 tot 34
• Details van de functies ....................................................................................................35 en 36
• Wijzigen van een wasprogramma .................................................................................. 36
• Automatische veiligheidsinrichtingen............................................................................ 37
3 - Normaal onderhoud van de machine
• Schoonmaken van de machine en de inwendige onderdelen .................................. 38
• Vorstgevaar........................................................................................................................ 38
• Controleren en vervangen van de slangen .................................................................. 38
• Schoonmaken van de wasmiddellade .......................................................................... 38
• Schoonmaken van de filters............................................................................................ 39
4 -Storingen die kunnen optreden
• De wascyclus start niet op .............................................................................................. 40
• Harde trillingen tijdens het centrifugeren...................................................................... 40
• Het wasgoed is niet of onvoldoende gecentrifugeerd ................................................ 40
• Een plas water staat onder de machine ........................................................................ 40
• De machine loopt niet leeg.............................................................................................. 40
• De vuldeur gaat niet open................................................................................................ 40
• De machine wil een programma niet uitvoeren............................................................ 40
5. Bijzondere meldingen die op de controlelampjes of de display verschijnen :
•Storingen die u zelf kunt oplossen.................................................................................. 41
•Storingen waarvoor u de hulp van een vakman moet inroepen ................................ 41
Alvorens het apparaat in werking te stellen verzoeken wij u deze handleiding aandachtig
te lezen om snel vertrouwd te raken met de werking en de mogelijkheden.
23
NL
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Het apparaat moet worden gebruikt
overeenkomstig de gebruiksaanwijzing om
schade aan het wasgoed en het apparaat
te voorkomen. Gebruik alleen erkende
wasmiddelen en onderhoudsproducten
voor apparaten bestemd voor gebruik thuis.
Indien u vóór de wascyclus het wasgoed
behandelt met een ontvlekkingsmiddel, een
oplosmiddel of een ontvlambaar of
ontplofbaar product, mag u het wasgoed
niet rechtstreeks in de machine doen (zie
hoofdstuk "BEHANDELEN VAN LASTIGE
VLEKKEN").
Het is ook ten sterkste aan te raden geen
oplosmiddelen of spraybussen te gebruiken
in de nabijheid van de wasautomaat en van
elektrische apparaten in het algemeen in
een vertrek met onvoldoende ventilatie
(brand- en ontploffingsgevaar).
Indien er storingen optreden die u zelf niet
kunt oplossen aan de hand van de door
ons gegeven oplossingen (zie hoofdstuk
"STORINGEN DIE KUNNEN
OPTREDEN"),
dient u een beroep doen op een vakman
of op Brandt Nederland BV.
Als u het apparaat opnieuw installeert, moet
het aangesloten worden op de waterleiding
met een nieuwe slang, de oude slang mag
dan niet opnieuw gebruikt worden.
Controleer regelmatig de toevoer- en
afvoerslangen om mogelijke waterschade
te voorkomen.
Laat nooit kinderen met het apparaat
spelen en houd huisdieren uit de buurt.
Versleten apparaten moeten onmiddellijk
buiten gebruik gesteld worden. Verwijder
de voedingskabel en snijd hem vlak achter
het apparaat af. Doe de toevoerkraan dicht
en verwijder de slang. Zorg ervoor dat de
deur niet meer gesloten kan worden.
De hierna volgende voorschriften absoluut in acht nemen! Wij wijzen iedere aansprakelijkheid
en garantie inzake materiële schade en/ of lichamelijk letsel van de hand in het geval deze
aanbevelingen niet in acht zijn genomen.
Dit apparaat is uitsluitend en alleen bestemd voor gebruik thuis en is ontworpen om in
een wasautomaat wasbare textielwaren te wassen, te spoelen en te centrifugeren.
MILIEU EN ENERGIEBESPARINGEN
Stel alleen een voorwasprogramma in als dit
absoluut noodzakelijk is : bijvoorbeeld voor
zeer vuile sport- of werkkleren, babykleding
enz..
Voor wasgoed dat niet echt of bijna niet vuil
is, is een programma met lage temperatuur
toereikend voor het verkrijgen van optimale
wasresultaten.
Kies voor wasgoed dat niet echt vuil is een
korte wascyclus ("Snel", "Expres" of "Flash"
alnaar gelang de uitvoering van uw
wasautomaat).
Doseer het wasmiddel naar gelang de
hardheidsgraad van het water, de graad van
vervuiling van het wasgoed en de hoeveelheid
wasgoed en neem de aanbevelingen vermeld
op de verpakking van het wasmiddel in acht.
De verpakking en de onderdelen van uw
wasautomaat zijn recyclebaar. Houd hiermee
rekening bij het afvoeren. Informeer bij de
verkoper van het apparaat of de technische
dienst van uw stad naar de mogelijkheden
om dit soort onderdelen op de juiste manier
af te voeren met het oog op de bescherming
van het milieu.
24
NL
Drukknop om de vuldeur te openen
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
Wasmiddellade
Luikje om bij de afvoerpomp te komen
Drukknop om het toegangsluik tot de
pomp te openen
Vuldeur
Aansluiting voor de watertoevoer
Transportbeveiliging
Stroomkabel
Bovenblad apparaat
Bevestigingsschroeven bovenblad apparaat
Verstelbare poten
Afvoerslang
25
NL
C
C
C
C
C
ALVORENS DE MACHINE IN GEBRUIK TE NEMEN, MOET U DE HIERNA
BESCHREVEN HANDELINGEN UITVOEREN.
Deze handelingen bestaan eruit alle onderdelen te verwijderen die de belangrijke inwendige
onderdelen van het apparaat op zijn plaats houden tijdens het vervoer.
Deze handelingen ook wel genoemd "het verwijderen van de transportbeveiliging" zijn
nodig voor de goede werking van het apparaat en de inachtneming van de
veiligheidsnormen.
Als deze handelingen niet in hun geheel worden uitgevoerd, kan dit ernstige schade ten
gevolge hebben voor de werking van het apparaat.
VERWIJDEREN VAN DE TRANSPORTBEVEILIGING
1 -Verwijder de transportbeveiligingen
alvorens de machine in werking te stellen.
Het betreft de schroeven aangegeven
met een "C" (tekening 1).
2 - Draai de schroeven "C" tegen de klok in
los met behulp van een sleutel (tekening
2) totdat u ze met de hand kunt
verwijderen.
3 - Haal de schroeven "C" er helemaal uit
inclusief de ringen door ze naar u toe te
trekken (tekening 3).
Voor het gemak van deze handeling,
kunt u op de schroeven een druppeltje
vaatwasmiddel doen en ze met kleine
bewegingen van boven naar beneden
los halen
4 -
De gaten die bloot komen door het
verwijderen van de schroeven "C"
dienen gedicht te worden met behulp
van de kleine meegeleverde afdekplaatjes
(deze bevinden zich in het zakje met de
toebehoren).
Alvorens de fabriek te verlaten is de
wasautomaat zorgvuldig nagekeken én
getest; het is dus mogelijk dat er een beetje
water in de wastrommel staat of in de
wasmiddellade.
Wij raden u aan de transportbeveiligingen
te bewaren zodat zij opnieuw gemonteerd
kunnen worden indien u later de machine
wenst te verplaatsen.
Tekening 2
Tekening 3
Tekening 1
26
NL
Omgeving van het apparaat :
Als u de machine naast een ander
apparaat of meubelstuk zet, raden wij u
aan tussen beide een ruimte open te laten
van 1-3 cm ten behoeve van de
luchtstroom.
Anderzijds raden wij u ten zeerste af :
- Het apparaat in een vochtig en niet
naar behoren geventileerd vertrek te
installeren.
- Het apparaat te installeren op een
plaats waar het kan worden
blootgesteld aan waterspetters.
- Het apparaat te installeren op
vloerbedekking.
Mocht dit niet mogelijk zijn, dient u alle
nodige voorzorgsmaatregelen te
treffen om de luchtcirculatie om het
voetstuk heen te garanderen met het
oog op een goede ventilatie van de
inwendige componenten.
Waterpas zetten :
Controleer met behulp van een waterpas of
de vloer horizontaal is : hoogteverschil max.
2° zijnde een verschil van ongeveer 1 cm
opgemeten over de breedte en van 1.5 cm
opgemeten over de diepte van de machine.
Afstellen van poten :
Voor een veilige en geruisloze werking dient
het apparaat 'horizontaal' op zijn poten te
worden geïnstalleerd. De machine wordt
geleverd met 2 verstelbare poten.
Als de machine niet stabiel staat :
-de contramoer van wit plastic losdraaien,
-de instelbare poot aan- of losdraaien totdat
het apparaat perfect stabiel staat,
-als de poten naar behoren zijn ingesteld, de
contramoer aandraaien om ze te borgen.
VOORBEREIDEN EN PLAATSEN VAN HET APPARAAT
Installeren onder een aanrecht of een ander werkblad
Tekening 4
Tekening 5
Als u uw machine onder een aanrecht wenst
te installeren, dient u het bovenblad van de
machine te verwijderen (tekening 5).
Controleren of het apparaat niet op het
stroomnet is aangesloten.
De 2 schroeven die het bovenblad vasthouden
aan de achterzijde van het apparaat losdraaien
en verwijderen.
Het bovenblad voorzichtig naar u toe trekken
om het vrij te maken, het dan optillen en
verwijderen.
27
NL
AANSLUITEN VAN HET APPARAAT
Aansluiting van de koud water
toevoer
De toevoerslang aansluiten (tekening 6)
- enerzijds door de zijde met het gebogen
uiteinde te schroeven op het koppelstuk
aan de achterzijde van de machine
- anderzijds door de andere zijde vast te
schroeven aan een waterkraan (met een
van schroefdraad voorzien opzetstuk met
een diameter van 20 x 27) (3/4 BSP).
Om waterlekkage te voorkomen niet
vergeten de ringen op beide uiteinden
aan te brengen en de aansluitingen
stevig aan te draaien. De rubberringen
bevinden zich in het zakje toebehoren
of zijn al aangebracht op de slang .
Watertoevoer :
· minimale waterdruk : 0,01 Mpa of 1 bar
· maximale waterdruk : 1 Mpa of 10 bar
Tekening 6
28
NL
AANSLUITEN VAN HET APPARAAT
Tekening 7
Tekening 8
Afvoer afvalwater
De afvoerslang aansluiten (tekening 7)
•ofwel als tijdelijke oplossing, op een
gootsteen of badkuip,
•ofwel, permanent, op een geventileerde
afvoerbuis. Indien u over een afvoerbuis
beschikt, moet u ervoor zorgen dat de
aansluiting niet hermetisch is. Om
teruglopen van afvalwater in de machine te
voorkomen is het ten zeerste aangeraden
ervoor te zorgen dat de lucht vrijelijk kan
stromen tussen de afvoerslang van de
machine en de afvoerbuis.
De slang mag niet gebogen of geknikt worden
en moet op zijn plaats worden gehouden door
de aftaphaak. Dit om te voorkomen dat hij op
de grond valt (tekening 8).
De aftaphaak moet worden
aangebracht
op een hoogte gelegen tussen 40 en
100 cm ten opzichte van het voetstuk
van de machine. De afvoerslang met
een touwtje vastbinden om te
voorkomen dat hij losschiet tijdens het
afpompen.
Elektrische aansluiting
Voor uw veiligheid moeten de hieronder
staande instructies in acht genomen
worden.
De elektrische aansluiting moet voldoen aan
de norm NF C 15-100 met name wat betreft
de aardaansluiting.
Lijn 3 x 2.5 mm² enkel fase 230 V aangesloten
op :
- een meter 20A enkel fase 230 V - 50 Hz
- een differentiaal stroomonderbreker en een
aparte zekering (10 of 16 A naar gelang het
model)
- een contactdoos 10 /16A 2 polen + aarde
Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden
voor incidenten veroorzaakt door een
onjuiste elektrische installatie.
Tips voor de elektrische installatie van uw
apparaat :
Gebruik geen verlengsnoer, adapter of
meervoudige contactdoos
Stel nooit de aardaansluiting buiten werking
De contactdoos moet makkelijk toegankelijk
zijn maar buiten bereik van kinderen.
In geval van twijfel contact opnemen met
uw leverancier of Brandt Nederland BV.
Dit apparaat voldoet aan de Europese
richtlijnen CEE/73/23 (richtlijn lage spanning)
en CEE/89/336 (elektromagnetische
compatibiliteit) gewijzigd door de richtlijn
CEE/93/68.
29
NL
Sorteren van het wasgoed
Controleren of al het wasgoed in de machine gewassen kan worden.
Kies het programma dat overeenkomt met de indicaties vermeld op de etiketten van het
wasgoed . In het geval van een gemengde was, moet u het programma uitkiezen dat geschikt
is voor de meest fijne textielwaren van het betreffende wasgoed. Wat betreft nieuwe
textielwaren, is het aan te raden van te voren te controleren of ze kleurvast zijn: zie de
onderstaande "kleurtest".
WASVOORBEREIDINGEN
GEMIDDELD GEWICHT VAN ENKELE DROGE "ZWAARDERE" WASGOEDEREN :
Gemiddeld gewicht van enkele droge "niet zware" wasgoederen :
Eenpersoonslaken ............................400 tot 500 g
Tweepersoonslaken ......................................800 g
Kussensloop....................................................200 g
Licht nachthemd ............................................150 g
Linnen kinderbroek ........................................120 g
Linnen broek volwassene..............................500 g
Herenoverhemd katoen / polyester ............200 g
T-shirt katoen ................................................150 g
Theedoek ........................................................100 g
Tafellaken ........................................................250 g
Fijne lingerie ......................................................50 g
Synthetische wollen kinderkleding ................50 g
Sok......................................................................20 g
Pyjama linnen volwassene ............................250 g
Spijkerbroek volwassene....................800 g à 1 kg
Grote badhanddoek ......................................700 g
Kleine badhanddoek ......................................300 g
Sportbroek volwassene ................................350 g
Pyjama badstof kind ......................................100 g
Badjas ..........................................................1200 g
Sweatshirt........................................................250 g
Dekbedovertrek ............................................1500 g
Controleren van het wasgoed
Het niet inachtnemen van de volgende
tips kan ernstige en zelfs onherstelbare
schade berokkenen (beschadigde
trommel, gescheurde was enz..) en
brengt de annulering van de garantie
met zich mee.
- Controleer én haal de zakken leeg
- Sluit de ritsen en drukknopen
- Haal de haakjes uit gordijnen of doe ze in
een wasnet
- Verwijder slecht vastgenaaide knopen,
veiligheidsspelden, nietjes, etc.
- Doe de kleine stukken (linten, zakjes,
lingerie, panty's enz..) in een apart wasnet
- Keer textielwaren met meerdere lagen
binnenste buiten (slaapzak, etc.. )
- Keer gebreide kledingstukken, textielwaren
met decoraties en broeken binnenste
buiten.
Kleurtest
Bij de eerste wasbeurt geeft gekleurde was vaak
af, behalve als hij gegarandeerd kleurvast is.
Alvorens hem bij het overige wasgoed te doen,
is het handig de volgende test uit te voeren :
- Neem een niet gekleurd stuk van het
wasgoed
- Maak het nat met warm water
- Wring het uit in een stuk witte stof
Als het wasgoed niet afgeeft kunt u het met
de overige was meewassen in de machine
Als het wasgoed afgeeft, dient u het apart
in de machine of op de hand te wassen.
De hieronder vermelde maximale belasting nooit te boven gaan :
KATOEN / KLEUR / GEMENGDE VEZELS 6 kg
SYNTHETISCHE VEZELS 3 kg
FIJNE WAS 2 kg
WOL 1.5 kg
HANDWAS 1 kg
30
NL
Bakje voor de hoofdwas (poeder
of vloeibaar)
Bakje voor de voorwas (poeder)
Wasverzachter
HHeevveellppiijjppjjee
LADEN VAN HET WASGOED
De handelingen in de hierna gegeven
volgorde uitvoeren :
De wasautomaat openen
• Om bij de trommel van het apparaat te komen,
dient u op de drukknop "Vuldeur" te drukken.
Deze is boven de vuldeur aangebracht.
Wasgoed in de machine doen
Voor een optimaal wasresultaat dient u het
wasgoed dat u van te voren heeft gesorteerd en
uitgevouwd, in de trommel te doen zonder het aan
te drukken. Verdeel het bovendien gelijkmatig door
de trommel. Doe de grote en kleine stukken door
elkaar heen voor een optimaal droogresultaat
Dicht doen van de machine
•Controleer of er geen wasgoed klem zit
tussen de vuldeur en de vulopening.
•Sluit de vuldeur door er zachtjes tegen te
drukken.
•Controleer of de vuldeur naar behoren is
gesloten. Als deze niet goed gesloten is, zorgt
een beveiliging ervoor dat het apparaat niet
zal starten.
Voor uw veiligheid blijft de vuldeur
vergrendeld voor de volledige duur van
de wascyclus.
Doseren van het wasmiddel
De hoeveelheid wasmiddel die gebruikt moet
worden, hangt af van de hardheidsgraad van het
water, van de vervuilingsgraad van het wasgoed
én van de hoeveelheid te wassen wasgoed.
Neem altijd de doseringsvoorschriften in acht die
staan vermeld op de verpakking van uw
wasmiddel.
Let op: de aanbevelingen van de fabrikanten
komen in het algemeen overeen met een maximale
lading in de trommel. Pas de hoeveelheid
wasmiddel aan, aan het gewicht van het wasgoed
dat u in de machine doet.
Deze aanbevelingen hebben ten doel een te hoge
dosering te voorkomen die het vormen van schuim
zou kunnen veroorzaken. Te veel schuim kan het
prestatievermogen van uw machine nadelig
beïnvloeden en de tijdsduur van de wascyclus
verhogen evenals de hoeveelheid benodigd water.
Wasmiddelen voor wol en fijne was
Voor het wassen van deze textielwaren is het aan
te raden een speciaal wasmiddel te gebruiken (niet
rechtstreeks in de trommel doen aangezien
sommige van deze producten het metaal zouden
kunnen aantasten).
VULLEN MET WASMIDDELEN
De "WASMIDDEL" bakjes zijn geschikt
voor poeder en vloeibare wasmiddelen, u
mag echter geen vloeibaar wasmiddel
gebruiken voor de programma's MET
voorwassen en/of MET "uitgestelde
starttijd" (naar gelang model).
Geconcentreerde wasverzachters dienen
verdund te worden met warm water.
Om de bakjes op de juiste manier te vullen,
moet u ze in de maximale open stand
zetten.
Nooit boven het MAX niveau vullen.
➀➁
Tekening 9
31
NL
Programmeren
Centrifugeersnelheid , Uitdruipen , Spoelstop
100
Uitgestelde start,
Eindtijdinstelling,
Resttijdindicatie
Programmaverloopweergave
Display
33 AARR
55CC44
22
BB
Alle toetsen zijn tiptoetsen: ze blijven dus niet ingedrukt. Wij raden u aan er kort op te drukken. Altijd kort
drukken op de toets "Opstarten / Pauze" behalve indien u een programma wenst te annuleren*. In dit
geval moet u lang op deze toets drukken.
(*) Verdere details over deze functie worden gegeven in de volgende bladzijden.
Als de machine onder spanning wordt gezet dient u, indien één van de controlelampjes van het
programmaverloop van de wascyclus B brandt, eerst te annuleren alvorens een ander programma in
te stellen.
Let op ! Teruggaan naar de stand "Stop" houdt in géén geval het annuleren van een programma in.
Instellen van de dagtijd
Ga naar de functie dagtijdinstelling door gelijktijdig 3 seconden te drukken op de
toetsen
en 'extra spoelen'. Stel vervolgens de dagtijd in met behulp van knop
, (de gekozen dagtijd wordt vervolgens automatisch door het apparaat opgeslagen):
- als u de knop langzaam draait kunt u de tijd per minuut instellen,
- als u de knop snel draait kunt u de minuten in stappen van 5 minuten instellen. U kunt
de knop overigens in beide richtingen draaien.
RR
Opstarten / Pauze : kort drukken
Annuleren : lang drukken
Voor meer inlichtingen met betrekking tot de verschillende functies, verwijzen wij u naar het hoofdstuk
"DETAILS VAN DE FUNCTIES".
Belangrijk : Als u de machine hebt gestopt tijdens een wascyclus door de stand "Stop" te
selecteren, of na een stroomonderbreking, zal de wascyclus verder gaan daar waar hij was
onderbroken zodra de machine opnieuw onder spanning wordt gezet of komt te staan.
Stop : Programma en temperatuurkeuze
Opties : Voorwassen, Intensief wassen, Extra spoelen. Surfliss
11
Weergave van de waarschuwing-LED's : Toevoerkraan dicht. Schuimvorming. Kinderbeveiliging
Selecteer : Kinderbeveiliging, Tijdinstelling
32
NL
Kies een programma uit met behulp van de knop 1 (*)
• Kies met behulp van de toets :
- een andere dan de voorgestelde centrifugeersnelheid
- de functie Uitdruipen , aan het eind van de wascyclus wordt
de machine geleegd maar wordt het wasgoed niet gecentrifugeerd.
- De functie Spoelstop ,
De machine stopt met volle trommel vóór het uiteindelijke centrifugeren.
Kies onmiddellijk opstarten door kort te drukken op de toets "Opstarten
/ Pauze" .
Tijdens de wascyclus geeft het controlelampje dat in brandt constant
de programmaverloop van de wascyclus van de machine aan.
Als het controlelampje "Stop" gaat branden in
is de wascyclus
beëindigd. **
BB
BB
55
100
22
Programmeren
Programmeren van een wascyclus zonder extra opties
Compleet programmeren van een wascyclus :
Controlelampjes en/of display
• Kies een programma uit met behulp van de knop
(*)
.
• Kies met behulp van de toets :
- een andere dan de voorgestelde centrifugeersnelheid
- de functie Uitdruipen ,aan het eind van de wascyclus wordt de
machine geleegd maar wordt het wasgoed niet gecentrifugeerd.
- De functie Spoelstop ,De machine stopt met volle trommel vóór
het uiteindelijke centrifugeren..
Kies eventueel de opties "Voorwas", "Intensief wassen" , "Extra Spoelen",
"Surfliss" met behulp van toets :
Kies onmiddellijk opstarten door kort te drukken op de toets "Opstarten
/ Pauze" .
• Of kies een eindtijd uit voor "Eindtijdinstelling" :
- stel de eindtijd van de "Eindtijdinstelling" kwartier per kwartier in
met de knop , U kunt de eindtijd maximaal 24 uur uitstellen.
- Kort drukken op "Opstarten / Pauze" .(na 5 seconden zal de
eindtijdinstelling automatische in werking treden.)
Tijdens de wascyclus geeft het controlelampje dat in brandt constant
de programmaverloop van de wascyclus van de machine aan.
Als het controlelampje "Stop" gaat branden in s’allume, is de
wascyclus beëindigd. **
BB
BB
55
RR
55
33
100
22
11
Op de display
verschijnt het tijdstip
waarop de wascyclus afloopt + op
de
maximale centrifugeersnelheid . die voor
het betreffende wasgoed kan worden ingesteld.
Controlelampje
centrifugeersnelheid of
controlelampje "Uitdruipen"
of controlelampje "Spoelstop".
+ controlelampjes van de
gekozen opties
+ Het controlelampje "Wassen" .
va het verloopvan de wascyclus in
.
+ het controlelampje "Wassen"
van het verloop van de wascyclus in
Op het display
verschijnt het tijdstip
van de "Eindtijdinstelling" van de
wascyclus.
Controlelampje van het programmaverloop
van de betreffende wascyclus in
Controlelampje "Stop" ,op de
display staat de dagtijd
AA
BB
BB
AA
BB
BB
100
22
AA
Controlelampjes en/of display
Op het display
verschijnt het tijdstip
waarop de wascyclus afloopt + op de
maximale centrifugeersnelheid
die voor het
betreffende wasgoed kan worden ingesteld.
Controlelampje centrifugeersnelheid
of controlelampje
"Uitdruipen"
of controlelampje "Spoelstop"
+ het controlelampje "Wassen"
van het verloop van de wascyclus in
Controlelampje van het programmaverloop
van de betreffende wascyclus in
Controlelampje "Stop" in , op
de display staat de dagtijd
AA
BB
BB
BB
100
22
AA
(*) - Alvorens de machine in werking te stellen, moet u controleren of de stroomkabel op het stroomnet is aangesloten
en of de waterkraan open staat. Controleer tevens of de vuldeur van de machine naar behoren is gesloten.
(**) - Als de wascyclus klaar is en het controlelampje "Stop" in B brandt, kunt u de machine opnieuw programmeren.
Als u drukt op de toets "Opstarten / Pauze" 5, zal de machine automatisch de laatst geprogrammeerde wascyclus
uitvoeren, inclusief de gekozen opties.
- Veiligheidshalve is het aan te raden bij afloop van een complete wascyclus de stekker van de stroomkabel uit
de contactdoos te halen en de waterkraan dicht te draaien.
33
NL
Programmeren
Kort drukken op de toets "Opstarten / Pauze" om de
wascyclus te onderbreken.
•De betreffende stuk(ken) wasgoed erbij doen of eruit halen.
•Kort drukken op de toets "Opstarten / Pauze"
om de
wascyclus opnieuw te starten.
(*) De tijdsduur benodigd voor het ontgrendelen van de vuldeur
kan 1 tot 2 minuten duren!
Indien u een "Eindtijd" heeft geprogrammeerd, kunt u op ieder willekeurig moment
bij de trommel komen in de fase die voorafgaat aan het opstarten van de
wascyclus zonder de wascyclus te onderbreken en opnieuw aan te zetten.
55
55
Controlelampje "Pauze"
brandt.
Het controlelampje dat
brandde voor de pauze gaat
opnieuw aan.
BB
BB
Een stuk wasgoed in de machine doen of eruit halen tijdens de
wascyclus (niet mogelijk tijdens het centrifugeren)
Annuleren tijdens de programmering van een wascyclus of tijdens
een pauze
• Druk op zijn minst 3 seconden op de toets "Opstarten / Pauze"
Deze handeling kan op ieder willekeurig moment worden uitgevoerd tijdens
de periode die voorafgaat aan de wascyclus, tijdens de wascyclus zelf
en tijdens het programmeren en zelfs tijdens een pauze
.
Indien u een tijdstip voor "Eindtijd" heeft geprogrammeerd en als u een
annulering heeft ingevoerd in de periode die voorafgaat aan het werkelijke
opstarten van de wascyclus, dan wordt de gemaakte programmering in
zijn geheel geannuleerd. Indien u alleen de "Eindtijd" wenst te annuleren,
moet u de knop naar links draaien tot aan het tijdstip dat u hebt
geselecteerd voor het beëindigen van de wascyclus.
RR
55
Terug naar de oorspronkelijke
display
Tijdstip van einde + display van
het geselecteerde programma
Voor meer inlichtingen met betrekking tot de verschillende functies, verwijzen wij u naar het hoofdstuk
"DETAILS VAN DE FUNCTIES"
I Belangrijk : Als u de machine hebt gestopt tijdens een wascyclus door de stand "Stop" te
selecteren, of na een stroomonderbreking, zal de wascyclus verder gaan daar waar hij was
onderbroken zodra de machine opnieuw onder spanning wordt gezet of komt te staan.
Kinderbeveiliging
Controlelampjes en/of display
• Als u de programmering wenst te beveiligen, kunt u de "Kinderbeveiliging"
activeren door gelijktijdig 3 seconden te drukken op de volgende
toetsen "Voorwas" en "Intensief wassen".
Het is vervolgens niet nodig opnieuw te drukken op de toets "Opstarten
/ Pauze"
:Als u de "Kinderbeveiliging" , heeft geselecteerd, is het
bedieningspaneel en de vuldeur geblokkeerd.
• Om de programmering te wijzigen moet u eerst de "Kinderbeveiliging"
, uitschakelen. Op dezelfde manier te werk gaan : gelijktijdig 3 seconden
drukken op de volgende toetsen : "Voorwas" en "Intensief wassen".
U kunt de "Kinderbeveiliging" op ieder gewenst moment activeren of
uitschakelen.
33
33
+ het controlelampje gaat
branden tijdens de wascyclus
en bij het stoppen.
Het controlelampje
gaat uit.
34
NL
Katoen :
Wasgoed van wit of kleurvast KATOEN.
Bij het wassen van gekleurd katoen, nooit
een hogere temperatuur dan 60°C instellen.
Tijdens de eerste minuten van dit programma zal
de wasautomaat automatisch en dankzij de
inrichting het water- en
energieverbruik instellen voor een optimaal
resultaat.
SYNTHETISCH
Wasgoed samengesteld FIJNE WAS,
BESTENDIGE SYNTHETISCHE VEZELS of
GEMENGDE VEZELS.
Fijne was
Wasgoed samengesteld uit DUNNE STOFFEN,
FIJNE TEXTIELWAREN.
Wol
Wasgoed samengesteld uit "IN DE MACHINE
WASBARE" WOLLEN STOFFEN.
Handwasbare textielwaren
Wasgoed samengesteld uit ZIJDE of
BIJZONDER FIJNE TEXTIELWAREN.
Flash 30'
Met dit programma kunt u een lading wasgoed van 3
kg samengesteld uit KATOEN, WIT, KLEURWAS of
BESTENDIGE SYNTHETISCHE VEZELS dat niet echt
vuil is opfrissen. De wascyclus duurt 30 minuten. In dit
programma wordt de wastemperatuur automatisch
op 40° C ingesteld.
Bij dit programma moet u de dosis wasmiddel met
de helft verminderen.
Temperatuur(°C)
Maximale
belasting (kg)
Voorwassen
Extra Spoelen
Intensief
Uitdruipen
Stoppen volle
trommel
Tabel van programma's
1,5
1,0
30°
Aard textielwaar
Naar gelang
textielwaren
Katoen
30
- 90°
Koud
- 40°
30° 3,0
6,0
●●
Flash 30’
2,0
Koud
- 40°
Koud
- 60°
3,0Synthetische vezels
Fijne was
Wol
Handwasbare textielwaren
Alleen Spoelen
Alleen Centrifugeren, Afpompen
: deze opties zijn mogelijk met de maximale belasting naar gelang de betreffende textielwaren
:
deze functies kunnen apart of met elkaar gebruikt worden : niet logische combinaties zijn echter niet
mogelijk.
Bijzondere programma's
Speciale programma's
Om het programma te selecteren dat het beste overeen komt met het soort wasgoed, dient u de
indicaties, vermeld op de etiketten die op de meeste textielwaren zijn aangebracht, in acht te nemen.
Programmeren
110000
Details van de functies
35
NL
Details van de functies
Alleen spoelen
“”
Apart spoelen met, naar keuze :
- centrifugeren met afpompen
- afpompen alleen (optie "uitdruipen")
- stoppen met volle trommel (spoelstop)
Alleen centrifugeren
“”
Apart centrifugeren met afpompen
In geval van "alleen spoelen" gevolgd door
centrifugeren of "alleen centrifugeren" dient
u erop te letten dat u een centrifugeersnelheid
instelt die overeenkomt met het soort
wasgoed.
Opties
Voorwas
Speciaal voor bijzonder vuile was (modder,
babykleding ..)
De wasfase wordt voorafgegaan door een
specifieke koude mengfase. Tijdens deze
koude mengfase worden de vuildeeltjes uit het
wasgoed alvast geweekt.
Bij deze optie is het nodig een wasmiddel in het
bakje "I" van de wasmiddellade te doen.
Intensief wassen
Deze functie verlengt de hoofdwas. Het
wasmiddel kan intensiever inweken waardoor
u op een lagere temperatuur kunt wassen. Zo
kunt u tot wel 35% aan energie besparen.
De optie
"Intensief" kan alleen worden gebruikt bij
programma's met een wastemperatuur gelijk aan
of hoger dan 40°C.
Extra spoelen
"Speciaal voor de gevoelige en allergische huid":
voegt een extra spoelbeurt toe aan de wascyclus.
Surfliss
Deze functie voorkomt grote
temperatuurschokken waaraan het wasgoed
blootgesteld kan worden. Aangezien het
wasgoed tevens voorzichtiger en behoedzamer
gewassen wordt, hoeft u het 'resultaat' vrijwel
niet meer te strijken en wordt krimpen
tegengegaan.
Spoelstop
Deze functie kunt u gebruiken voor textielwaren die
u niet wilt centrifugeren. Als deze functie is
geselecteerd, zal de wascyclus worden onderbroken
vóór de laatste centrifugeerfase: het wasgoed blijft
dus in water staan om kreuken te voorkomen.
Als de machine tot stilstand is gekomen
met de trommel vol water, gaat het
controlelampje "Spoelstop"
knipperen en gaat het controlelampje
"Pauze" van het programmaverloop
branden totdat u een einde van de
wascyclus programmeert.
Vervolgens :
- kunt u de machine leeg laten lopen met een
centrifugeerfase
-u moet de knop op "Centrifugeren"
zetten en met behulp van de toets , een
centrifugeersnelheid selecteren die
overeenkomt met het soort wasgoed. Dan
drukt u op de toets "Opstarten / Pauze"
, het controlelampje "Pauze" in gaat uit, het
controlelampje "Centrifugeren" in gaat
branden en het programma loopt automatisch af.
-u wilt alleen de machine leeg laten lopen ·
Druk op de toets "Opstarten / Pauze"
het controlelampje "Pauze" in gaat uit, het
controlelampje "Centrifugeren" in gaat
branden en het programma loopt automatisch af.
Eindtijdinstelling
Meteen bij het instellen van de programmering
geeft het display u de "Eindtijd" van het
gekozen wasprogramma aan.
De aangegeven eindtijd op het display kan
veranderen tijdens het verloop van de
wascyclus :
- Als u de wastemperatuur wijzigt (zelfs tijdens
het centrifugeren) of als u opties annuleert of
toevoegt. De eindtijd zal dan opnieuw worden
berekend en op het display worden bijgesteld.
- Bepaalde storingen tijdens de werking
(bijvoorbeeld detectie van onbalans,
schuimvorming …) kunnen de tijdsduur van de
wascyclus beïnvloeden en de eindtijd
vervroegen of verlaten.
- Bij een stroomonderbreking tijdens de wasfase
kan, als de stroom terugkomt, de dagtijd die
op het display staat vroeger zijn dan de
ingestelde eindtijd. De eindtijd zal in dit geval
worden bijgesteld bij de aanvang van de
spoelfase.
"Onbalans" : als u weinig wasgoed wast,
kan het gebeuren dat het wasgoed in elkaar
gaat zitten in de trommel. Dit is niet goed
voor de optimale werking van uw machine.
BB
BB
55
BB
BB
55
22
11
BB
22
36
NL
Wijzigen van een wasprogramma
Tijdens het programmeren
Voordat u op de toets "Opstarten / Pauze"
, drukt, zijn alle gewenste wijzigingen
mogelijk.
de "Uitgestelde start"
van de wascyclus zal
worden bijgesteld naar gelang de gemaakte
wijzigingen.
Bij het selecteren van een "Eindtijd" , blijft het
uur van het aflopen van de wascyclus staan
behalve indien de nieuwe programmering het
uur van "Eindtijd" .overschrijdt. In dit geval zal
de optie "Eindtijd" worden geannuleerd en de
eindtijd van de wascyclus worden gecorrigeerd.
Voor het opstarten van de wascyclus
•·U kunt het type textielwaren niet wijzigen
(bijvoorbeeld "KATOEN" wijzigen in
"SYNTHETISCHE VEZELS" of "SYNTHETISCHE
VEZELS" in "FIJNE WAS" enz..).
Om het soort wasgoed te wijzigen tijdens een
wascyclus moet u het programma annuleren
en een nieuw wasprogramma kiezen.
• U kunt desgewenst de temperatuur wijzigen
bij de aanvang van de wasfase. Dit wel nadat
de machine in de "Pauze" modus is gezet.
De eindtijd die op het display staat zal
dientengevolge worden gewijzigd.
• U kunt de centrifugeersnelheid wijzigen tijdens
de wascyclus die voorafgaat aan het
centrifugeren.
• U kunt "uitdruipen" 100 en een "spoelstop"
selecteren tot aan het eind van de spoelfase
(totdat het controlelampje van het verloop van
de wascyclus "Spoelen"
uit gaat).
U kunt de eindtijd van de functie
"Eindtijdinstelling" wijzigen tijdens de
periode die voorafgaat aan het werkelijke
opstarten van de wascyclus.
Indien u tijdens deze periode de eindtijd
"Eindtijdinstelling" wenst te annuleren, moet
u de knop tegen de klok indraaien totdat de
eindtijd dat op het display verschijnt niet meer
verder kan. De dagtijd die dan op het display
staat, komt overeen
met het einde van uw
programma.Vervolgens kort drukken op toets
.De wascyclus zal dan onmiddellijk van
start gaan.
•·Indien u een "Eindtijd" heeft geselecteerd, kunt
u de opties "Voorwas" en "
”(kreukherstellend) alleen activeren tijdens de
periode die voorafgaat aan het werkelijke
opstarten van de wascyclus.
•·U kunt de optie "Extra Spoelen" activeren tot
de aanvang van de spoelfase (totdat het
controlelampje van het programmaverloop "
gaat branden).
•U kunt alle opties uitschakelen tijdens de
volledige tijdsduur van de wascyclus indien
zij nog niet in werking zijn getreden.
Aan het eind van de wascyclus
Als het controlelampje "Stop" brandt :
-
Kunt u een nieuw wasprogramma kiezen
zonder terug te gaan naar de stand "Stop" van
knop . U hoeft dan alleen maar te drukken
op één van de toetsen , , of , of de knop
of . La machine est alors prête pour une
nouvelle programmation.
- Indien u na afloop van een wascyclus direct
drukt op de toets "Opstarten / Pauze" ,
zal de machine de laatst geprogrammeerde
wascyclus inclusief de gekozen opties opnieuw
opstarten.
55
RR
11
4433
22
11
BB
55
AA
55
Details van de functies
Uitgestelde start
U kunt de aanvang van het wasprogramma 1
tot 24 uur uitstellen om zodoende de wascyclus
te laten draaien tijdens de goedkopere
nachtstroomuren.
Met behulp van knop kunt u het gewenste
aantal uren instellen voor de "Uitgestelde start".
Tijdens de volledige tijdsduur die voorafgaat
aan het geselecteerde "Uitgestelde Start"
blijft de display
op de gekozen
startuitstel staan en zal de LED "Uitgestelde
Start" blijven knipperen tot aan het
opstarten van de wascyclus.
AA
RR
37
NL
Vergrendeling van de vuldeur
Zodra de wascyclus van start is gegaan,
wordt de vuldeur vergrendeld.
Als de wascyclus is afgelopen of als de
machine tot stilstand is gekomen met volle
trommel, wordt de vuldeur na een vertraging
van 1 a 2 minuten ontgrendeld.
Als u een "Eindtijd" , heeft geprogrammeerd,
is de vuldeur niet vergrendeld tijdens de
periode die voorafgaat aan het werkelijke
opstarten van de wascyclus.
Indien u de vuldeur tijdens een wascyclus
moet openen, moet u kort drukken op de
toets en op zijn minst 1 tot 2 minuten
wachten tot de beveiliging van de vuldeur
wordt uitgeschakeld.
Naar gelang het onderdeel van het
programmaverloop waarop u de vuldeur
wenst te openen, kan de wachttijd langer
zijn aangezien de machine eerst moet
afkoelen. De beveiliging van de vuldeur zal
pas kunnen ontgrendelen als de
temperatuur in de machine lager dan 60°C
is, dit om brandwonden te voorkomen.
Waterbeveiliging :
Tijdens de werking zorgt de permanente
waterniveaubeveiliging ervoor dat de machine
niet zal overlopen.
Centrifugeerbeveiliging :
De wasautomaat is voorzien van een
beveiliging die het centrifugeren kan beperken
als de lading niet goed is verdeeld (een slechte
verdeling wordt ook wel "onbalans" genoemd).
In dit geval kan het wasgoed onvoldoende
gecentrifugeerd uit de machine komen. U dient
dan het wasgoed alsnog goed te verdelen een
nieuwe centrifugeercyclus in te stellen.
Schuimbeveiliging :
De wasautomaat spoort een te hoge
hoeveelheid schuim automatisch op. In dat
geval gaat het controlelampje branden
tijdens het centrifugeren.
Het centrifugeren stopt vervolgens en de
machine wordt leeg gepompt.
De wascyclus gaat vervolgens verder waar hij
was gestopt en past de centrifugeersnelheid
aan en voegt zonodig een extra spoelcyclus
aan het programma toe. De eindtijd van het
programma wordt gewijzigd. U dient bij de
volgende was de hoeveelheid wasmiddel te
verminderen!
Toevoerkraan dicht
Als het controlelampje "Toevoerkraan dicht"
brandt, wil dat zeggen dat er een blokkering
is van de watertoevoer van de machine.
-Controleren of de waterkraan wel open staat.
-Controleren of de watertoevoerslang niet
gebogen of geknikt is.
55
Automatische veiligheidsuitrustingen
PROGRAMMA VOOR VERGELIJKENDE EN GENORMALISEERDE TESTS
Programma ..................................................................................................................KATOEN
Temperatuur........................................................................................................................60°C
Lading ....................................................................................................................................6 kg
Tijdsduur ................................................................................................................1 uur 55 min.
Energieverbruik......................................................................................................1.02 kW/uur
Waterverbruik ........................................................................................................................45 l
Wat betreft de vermelding op het etiket zijn de tests uitgevoerd overeenkomstig de Europese richtlijn 92/75/CEE met nominale
capaciteit en met controle van het volledige gebruik van het CEI reinigingsproduct vanaf de aanvang van de wasfase.
Schoonmaken van de wasmiddellade
Om de wasmiddellade schoon te maken, dient
u deze naar u toe te trekken en uit zijn vak te
halen door te drukken op de aangegeven plaats
op het hevelpijpje (gekleurd onderdeel). De lade
vervolgens in water uitspoelen en eveneens de
houder schoonmaken alvorens de lade weer in
de houder te schuiven.
Schoonmaken van het hevelpijpje
Het hevelpijpje (het gekleurde onderdeel in de
wasmiddellade) om de 30 tot 40 wascycli
schoonmaken. Hem eruit halen door hem aan
de rand beet te pakken. Om te voorkomen dat
het hevelpijpje verstopt raakt, de residu's van
wasverzachter er zorgvuldig uit wegspoelen
en controleren dat hij naar behoren op zijn
plaats wordt teruggezet alvorens de machine
aan te zetten
38
NL
Tekening 10
Tekening 11
Normaal onderhoud
Schoonmaken van het apparaat
Gebruik voor de behuizing, het
bedieningspaneel en in het algemeen
alle plastic onderdelen, een vochtige
spons of doek met water en vloeibare
zeep.
Het is in alle gevallen verboden :
schuurpoeder te gebruiken
metalen of plastic sponsjes te gebruiken
producten op basis van alcohol te gebruiken
(alcohol, verdunningsmiddel…).
Onderhoud van de inwendige
onderdelen
Om de hygiëne veilig te stellen, raden wij u aan :
De vuldeur enige tijd na het wassen open te laten
staan (ervoor zorgen dat uw kinderen en huisdieren
niet in de machine kunnen klimmen).
De plastic onderdelen en het rubber op de trommel
ongeveer 1 keer per maand schoon te maken met
een iets chloorhoudend product. Om de residu's
van dit product te verwijderen, een spoelcyclus
uitvoeren.
Op zijn minst 1 keer per maand een wascyclus op
90°C uitvoeren.
Vorstgevaar
Als er gevaar voor vorst bestaat, de
watertoevoerslang loshalen en het water dat in
de slang is achtergebleven legen door hem
zo laag mogelijk in een teiltje of afvoer leeg te
laten lopen.
Periodieke controle
Wij raden u aan de staat van de slangen van de
toevoer en de afvoer van het water regelmatig
te controleren. Indien u een scheurtje opmerkt,
moet u de slang onmiddellijk vervangen door
een identieke slang. Deze is beschikbaar bij uw
leverancier of Brandt Nederland BV.
Vervangen van de watertoevoerslang
Bij het vervangen van deze slang zorgvuldig
controleren of hij naar behoren wordt
aangesloten en vastgezet en of de rubberringen
op beide uiteinden zijn aangebracht
Vervangen van de stroomkabel
Veiligheidshalve moet deze handeling uitgevoerd
worden door de servicedienst van Brandt
Nederland BV of een erkende vakman.
39
NL
Schoonmaken van de pompfilter
In deze filter komen alle kleine voorwerpen
terecht die per ongeluk in de kleren en het
wasgoed zijn blijven zitten. De filter is
aangebracht om te voorkomen dat zij de
goede werking van de pomp verhinderen.
Om deze filter schoon te maken, svp als volgt
te werk gaan :
Als de trommel vol water staat
(bijvoorbeeld in het geval van een
stroomonderbreking), kan er tot wel 15
liter water uit de machine komen, u
moet dan ook een voldoende grote teil
of bak bij de hand hebben.
- Haal de stekker van het apparaat uit de
contactdoos.
- Doe het luikje open door te drukken op de
knop (tekening 12).
- Zet het gootje voor de filter in de teil of bak.
- Om de stroom water die naar buiten zal
stromen beter onder controle te houden,
moet u de filter iets losdraaien tegen de
klok in.
- Als de bak of teil vol is voordat de machine
is leeggelopen, moet u de filter dichtdraaien,
de bak legen en opnieuw beginnen totdat
al het water uit de machine is gestroomd.
- Dan de filter openen door hem tegen de
klok in te draaien en in het dekseltje van de
filter de kleine overgebleven hoeveelheid
water (ongeveer 30 ml) gieten.
- De voorwerpen of pluisjes die in het vakje
van de filter terecht zijn gekomen
verwijderen.
- De filter schoonmaken onder de kraan.
- De filter weer in zijn vakje plaatsen door
hem met de klok mee te draaien.
- Het luikje sluiten.
Controleren of de filter naar behoren
op zijn plaats is aangebracht om
waterlekkage te voorkomen.
Schoonmaken van de filters
Schoonmaken van de filters van
de watertoevoer
De filters die zijn aangebracht op de plaats
waar de watertoevoerslang op de machine
en op de kraan wordt aangesloten, zorgen
ervoor dat er geen vuiltjes of kleine
voorwerpen in de machine kunnen komen.
Wij raden u aan deze filters van tijd tot tijd
schoon te maken.
Hiertoe als volgt te werk gaan:
- Doe eerst de toevoerkraan dicht.
- chroef het deel van de slang dat op de
achterkant van het apparaat is aangesloten los.
- Verwijder de filter aan de achterzijde van
het apparaat met behulp van een tang en
maak hem onder de kraan schoon.
- Breng de filter en de slang weer op hun
plaats.
- Schroef de slang die op de kraan is
aangesloten los.
- Verwijder de filter met de hand en maak
hem onder de kraan schoon.
- Breng de filter en de slang weer op hun
plaats.
Tekening 12
40
NL
Storingen
Storingen
De wascyclus start niet
Harde trillingen tijdens het
centrifugeren
Het wasgoed is niet of
onvoldoende gecentrifugeerd
Er staat een plas water
onder de machine
De machine loopt niet leeg
De vuldeur gaat niet open
De machine wil een
programma niet uitvoeren
Mogelijke oorzaak / oplossing
•·U heeft vergeten op de toets "Opstarten/Pauze" te drukken.
•·Er staat geen stroom op het apparaat
-controleren of de stekker naar behoren in de contactdoos is aangebracht
-De aardlekschakelaar en de zekeringen nakijken.
•De toevoerkraan is dicht
•De vuldeur van het apparaat is niet naar behoren gesloten
•De transportbeveiligingen zijn niet allemaal uit het apparaat
verwijderd : (zie hoofdstuk "demonteren van de
transportbeveiligingen van het apparaat").
•De ondergrond is niet horizontaal
•De poten zijn niet goed afgesteld of hun moeren zitten los.
•U heeft een programma geselecteerd zonder centrifugeren,
bijvoorbeeld "uitdruipen"
•De centrifugeerbeveiliging heeft een slechte verdeling van het
wasgoed in de trommel opgespoord :
- haal het wasgoed uit elkaar en programmeer een nieuwe centrifugeercyclus
Onmiddellijk de stekker uit de contactdoos halen of de zekering
van de machine uitschakelen en de waterkraan dicht doen.
Tijdens de werking van het apparaat zorgt de permanente waterpeil
controle ervoor dat er geen water uit de machine kan stromen.
Als er toch water uit de machine komt is het mogelijk :
•dat de afvoerslang niet goed is gepositioneerd in de afvoerleiding.
•Dat de aansluiting van de watertoevoerslang op de machine en
op de kraan niet waterdicht is :
- controleer of de rubberringen op hun plaats zitten en of de
aansluitstukken naar behoren zijn aangedraaid.
U heeft een "Spoelstop" geprogrammeerd.
De filter van de pomp is verstopt :
- filter schoonmaken (zie hoofdstuk "SCHOONMAKEN VAN
DE FILTERS")·
De afvoerslang is geplet of heeft een knik.
•Het programma is nog niet afgelopen. De vuldeur blijft
vergrendeld tijdens de volledig duur van het programma.
Mochten er tijdens, voor of na het wassen storingen optreden aan uw wasautomaat, raadpleeg
dan svp de onderstaande tabel voor meer informatie omtrent de zich voordoende storing:
In het algemeen en ongeacht de storing die optreedt, dient u de machine uit te zetten,
de stekker uit de contactdoos te halen en de waterkraan dicht doen.
•De "kinderbeveiliging" is in werking getreden (zie hoofdstuk
"PROGRAMMEREN")
•U heeft een wascyclus tijdens de werking onderbroken,
annuleer het programma (zie hoofdstuk "PROGRAMMEREN").
Alle reparaties die aan uw machine nodig zijn moeten verricht worden door Brandt Nederland
BV of door een andere gekwalificeerd en door Brandt erkende vakman.
Bij het aangeven van het euvel dient u de volledige referentie van uw apparaat te vermelden
(model, type en serienummer). Deze inlichtingen staan vermeld op het typeplaatje.
De Brandt Servicedienst kunt u tijdens kantooruren bereiken op 0900-27263865. Ook kunt u een
service-aanvraag via onze website www.brandt.nl indienen.
41
NL
In dit hoofdstuk leggen wij u uit hoe u zelf heel eenvoudig enkele storingen kunt opheffen.
Het apparaat spoort zelf bepaalde storingen op en geeft ze u aan middels rode alarmlampjes
en speciale meldingen die op de display verschijnen.
Storingen die u zelf kunt oplossen
Melding
Storingen die de hulp van een vakman benodigen
Oorzaak / Oplossing
De filter van de pomp is verstopt . De filter van de pomp schoonmaken (zie
hoe in het hoofdstuk "SCHOONMAKEN VAN DE FILTER VAN DE POMP"), dan
opnieuw drukken op de toets "Opstarten / Pauze" om de wascyclus weer
aan te zetten. Controleer eveneens de afvoerslang in het afvoercircuit : de
aansluiting mag niet hermetisch zijn (zie hoofdstuk "AANSLUITEN VAN HET
APPARAAT : afvoer van afvalwater").
Toevoerkraan dicht .Controleer of de watertoevoerkraan open staat, druk dan
opnieuw op de toets "Opstarten / Pauze" om de wascyclus weer aan te
zetten. Deze storing kan ook worden veroorzaakt door een onjuiste aansluiting
van de afvoerslang (zie hoofdstuk "AANSLUITEN VAN HET APPARAAT : afvoer
van afvalwater").
Te veel wasmiddel. De machine stelt automatisch een extra spoelcyclus in. Let
op de dosering van het wasmiddel bij de volgende wascyclus.
Vuldeur is niet goed gesloten.Controleer of de vuldeur naar behoren is gesloten,
druk dan opnieuw op de toets "Opstarten / Pauze om de wascyclus weer
aan te zetten.
Controlelampje kraan
dicht brandt
Controlelampje
schuimvorming brandt
Kijk goed of de melding die op de display verschijnt niet overeenkomt met een storing
die u zelf kunt verhelpen (zie hierboven).
De machine spoort ook bepaalde storingen op die de tussenkomst van een vakman benodigen
en geeft u dit aan middels andere meldingen waarvan wij u hieronder enkele voorbeelden geven.
Als één van deze meldingen verschijnt, moet u niet vergeten het nummer ervan te noteren om het
aan de vakman door te geven, dit zal hem helpen bij het verhelpen van de storing.
Meldingen
enz..
Servicedienst
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21

Brandt WFH1276D de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor