Ignis AWV 092 de handleiding

Type
de handleiding
INHOUD
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK
NEEMT
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
VLOEIBAAR BLEEKMIDDEL
(HYPOCHLORIET)
VERVEN
WASPROGRAMMA
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
AFVOEREN VAN RESTWATER
ONDERHOUD EN REINIGING
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
KLANTENSERVICE
TRANSPORT EN BEHANDELING
INSTALLATIE
5nl10028.fm5 Page 48 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
49
VOORDAT U DE WASMACHINE IN GEBRUIK
NEEMT
1.
Verwijderen van de verpakking en
controle
Controleer na het uitpakken of de wasmachine
niet beschadigd is. Gebruik de wasmachine in
geval van twijfel niet. Neem contact op met de
klantenservice of uw plaatselijke leverancier.
Houd het verpakkingsmateriaal (plastic zakken,
stukken polystyreen enz.) buiten bereik van
kinderen, omdat deze een bron van gevaar
kunnen vormen.
2.Verwijder de veiligheidsbeugels
De wasmachine is voorzien van
veiligheidsschroeven om te voorkomen dat de
interne onderdelen van het apparaat beschadigen
tijdens transport.
Voordat u de wasmachine in
gebruik neemt, moet u de
transportschroeven verwijderen
(zie
“Installatie/Verwijderen van de
transportschroeven”).
3.Installeren van de wasmachine
Verplaats de machine zonder deze aan het
bovenblad vast te pakken.
Plaats de wasmachine op een stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in de hoek van een vertrek.
Stel de pootjes bij zodat de machine stabiel en
vlak staat (zie “Installatie / Afstellen van de
pootjes”).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang aan volgens de
voorschriften van het Waterleidingbedrijf (zie
“Installatie/Aansluiten van de toevoerslang”).
Watertoevoer: uitsluitend koud water
Kraan: 3/4” schroefdraadaansluiting
voor slang
Druk: 100-1000 kPa (1-10 bar).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met
het elleboogstuk over de rand van een wasbak (zie
“Installatie/Aansluiten van de afvoerslang”).
Als de wasmachine op een ingebouwd
afpompsysteem is aangesloten, dient u zich ervan te
verzekeren dat dit systeem is uitgerust met een
ventiel, zodat er niet tegelijkertijd water aan- en
afgevoerd kan worden (sifoneffect).
6.Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten tot stand
worden gebracht door een bevoegd technicus en
in overeenstemming met de instructies van de
fabrikant en actuele
standaardveiligheidsvoorschriften.
De gegevens met betrekking tot de spanning, het
opgenomen vermogen en de benodigde
beveiliging staan op de binnenkant van de deur
van het apparaat.
Het apparaat mag uitsluitend op het
elektriciteitsnet worden aangesloten door
middel van een stopcontact dat overeenkomstig
de geldende verordeningen geaard is. Het is
wettelijk verplicht de apparatuur te aarden. De
fabrikant aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor schade aan voorwerpen
of voor letsel aan personen of dieren die/dat
direct of indirect veroorzaakt is door het niet in
acht nemen van deze voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het stopcontact of
koppel het apparaat van het elektriciteitsnet
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden uitvoert.
Na de installatie moeten de stekker of de
afkoppeling van het elektriciteitsnet via een
tweepolige schakelaar altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet als deze tijdens
transport is beschadigd. Stel de Klantenservice
op de hoogte.
Het netsnoer mag alleen door de Klantenservice
worden vervangen.
De wasmachine mag alleen voor de beschreven
toepassingen in het huishouden worden gebruikt.
Minimale afmetingen behuizing:
Breedte: 600 mm
Hoogte: 850 mm
Diepte: 600 mm
5nl10028.fm5 Page 49 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
50
EERSTE WASPROGRAMMA
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN
ADVIEZEN
1.Verpakking
De verpakking is 100% recyclebaar, zoals
aangegeven door het kringloopsymbool.
Voor de verwerking dienen de plaatselijke
voorschriften te worden nageleefd.
2.Tips voor het besparen van energie
Gebruik energie, water, wasmiddel en tijd op de
beste manier, door de trommel altijd zo veel
mogelijk te laden.
Overschrijd de op de verpakking door de
fabrikant aangegeven dosering wasmiddel niet.
De ecobal - een speciaal systeem in de afvoer -
voorkomt dat er wasmiddel uit de trommel
verloren gaat, om verspreiding van wasmiddel in
het milieu te vermijden (afhankelijk van het model).
Gebruik de “Voorwas” alleen voor sterk
vervuilde was! Bespaar wasmiddel, tijd, water en
energieverbruik door “Voorwas” niet te
selecteren voor normaal vervuilde was.
Behandel vlekken eerst met een vlekkenmiddel
of laat ingedroogde vlekken weken voor het
wassen, om niet op hoge temperatuur te hoeven
wassen.
Bespaar energie door op 60° C te wassen in plaats
van 90° C, of op 40° C in plaats van 60° C.
Bespaar energie en tijd door een hoge
centrifugeersnelheid in te stellen, zodat het
watergehalte in de was wordt teruggebracht,
voordat u een droogprogramma gaat gebruiken
(voor wasmachines met een instelbare
centrifugeersnelheid).
3.De verpakking en oude apparaten als
afval verwerken
De wasmachine is gemaakt met herbruikbare
materialen. De wasmachine moet worden
verwerkt in overeenstemming met plaatselijke
afvalvoorschriften.
Snijd de voedingskabel van het apparaat door
voordat u dit afdankt, zodat de wasmachine niet
meer bruikbaar is.
Verwijder wasmiddel uit het bakje, als u het
apparaat wilt afdanken.
4.Kinderbeveiliging
Laat kinderen niet met de wasmachine spelen.
5.Algemene adviezen
Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact en draai de kraan dicht wanneer de
machine niet in gebruik is.
Zet de wasmachine altijd uit en haal altijd de
stekker uit het stopcontact of koppel het
apparaat van de elektriciteit voordat u
onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Gebruik een neutraal schoonmaakmiddel en een
vochtige doek om de buitenkant van de
wasmachine schoon te maken.
Gebruik geen schuurmiddelen.
Forceer de deur niet bij het openen.
Indien nodig kan het netsnoer vervangen worden
door een identiek snoer dat verkrijgbaar is via de
Klantenservice. Het netsnoer mag alleen worden
vervangen door een bevoegd technicus.
6.EG-Verklaring van overeenstemming
Deze wasmachine is ontworpen, gemaakt en
gedistribueerd in overeenstemming met de
veiligheidseisen van de volgende EC Richtlijnen:
73/23/EEG Laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG EMC-richtlijn
93/68/EEG Richtlijn inzake CE-markering
Het wordt aanbevolen om het eerste wasprogramma zonder wasgoed uit te voeren.
Zo wordt eventueel overblijvend water dat is gebruikt om de machine te testen, verwijderd.
1.
Draai de kraan open.
2.
Sluit de deur van de wasmachine.
3.
Doe een beetje wasmiddel (ongeveer 30 ml) in het doseerbakje voor wasmiddel .
4.
Een kort programma kiezen (zie de programmatabel).
5.
Druk op de
“Aan/Uit”
-knop.
5nl10028.fm5 Page 50 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
51
BESCHRIJVING VAN DE WASMACHINE
VOORBEREIDING VAN HET WASSEN
Het wasgoed sorteren
1.
Het wasgoed sorteren naar...
Textielsoort/symbool op het etiket
Katoen, gemengde weefsels, easy care/
synthetische weefsels, wol, textiel dat met de
hand gewassen moet worden.
Kleur
Witte en bonte was scheiden. Was nieuw,
gekleurd wasgoed de eerste keer apart.
Afmeting
Was stukken van verschillende afmetingen samen
voor betere wasresultaten en een optimale
verdeling van de belading in de trommel.
Tere weefsels
Teer wasgoed apart wassen: gebruik een speciaal
programma voor zuiver scheerwol , gordijnen en
andere tere weefsels. Haal de ringen van de gordijnen
of doe de gordijnen met ringen in een katoenen zak.
Gebruik het speciale programma voor de handwas.
Was kleine stukken zoals kousen, riemen of stukken
met haakjes (bijvoorbeeld. bh’s) in speciale katoenen
waszakken of in kussenslopen met ritssluiting.
2.Maak de zakken leeg
Muntstukken, veiligheidsspelden en dergelijke
kunnen het wasgoed, de trommel en het
waterreservoir beschadigen.
3.Sluitingen
Doe ritssluitingen, knopen of haken dicht; knoop
de uiteinden van ceintuurs bijeen.
Behandeling van vlekken
Vlekken van bloed, melk, eieren en andere
organische stoffen worden normaal gesproken
tijdens de enzymenfase van het wasprogramma
verwijderd.
Voeg voor wijn-, koffie-, thee-, gras-, fruitvlekken
enz. voeg een vlekkenmiddel toe in het
wasmiddelbakje van de lade of een bleekmiddel
in de lade (afhankelijk van het model).
Bij hardnekkige vlekken het wasgoed vooraf
behandelen.
Wasgoed in de machine doen
1.
Open de deur.
2.
Vouw het wasgoed uit en doe het losjes in de
trommel. Volg de aanwijzingen voor beladingen
op de programmakaart: Als de trommel te vol is,
wordt het wasgoed minder goed gewassen en
kreukt het meer.
3.
Sluit de deur.
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Serviceplaatje
(op de achterkant van de deur)
5.
Deur
6.
Handgreep voor het openen van
de deur
Druk op de knop aan de
binnenkant van de handgreep
en trek eraan, om de deur te
openen
Sluit de deur door hem stevig
dicht te duwen (totdat u een
klik hoort)
7.
Filter (achter deksel)
8. Verstelbare pootjes
5nl10028.fm5 Page 51 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
52
WASMIDDEL EN
NABEHANDELINGSPRODUCTEN
Keuze van het juiste wasmiddel en
nabehandelingsproducten
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy care/synthetisch,
tere weefsels, wol).
Opmerking:
gebruik voor wol uitsluitend
speciale wasmiddelen.
de kleur;
de temperatuur van het wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerkingen:
Witte resten op donkere weefsels zijn het gevolg
van onoplosbare waterontharders in moderne
fosfaatvrije waspoeders.
Als u deze resten ziet, de stukken schudden of
borstelen of een vloeibaar wasmiddel gebruiken.
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten
op een droge plaats, buiten het bereik van
kinderen.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
apparaten voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat ontkalkingsmiddelen, textielverf en
bleekmiddelen, als u ze gebruikt, geschikt zijn voor
de wasmachine. Ontkalkingsmiddelen kunnen
componenten bevatten die onderdelen van uw
wasmachine kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen (bijvoorbeeld
terpentine of wasbenzine).
Was geen stoffen in de wasmachine die behandeld
zijn met oplosmiddelen of ontvlambare
vloeistoffen.
Dosering
Volg de aanwijzingen op de verpakking met
betrekking tot:
het soort vuil;
de belading:
volledig beladen trommel: volg de
aanwijzingen van de fabrikant op;
halve belading: 3/4 van de hoeveelheid voor
een volledige belading;
kleine belading (ca. 1 kg): de helft van de
hoeveelheid voor een volledige belading;
de waterhardheid bij u in de buurt (vraag
hieromtrent informatie bij het
waterleidingbedrijf): bij zacht water heeft u
minder wasmiddel nodig dan bij hard water.
Opmerkingen:
Een te hoge dosering wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het wasgoed wordt
hierdoor minder goed gewassen. Indien er zich te
veel schuim heeft gevormd, kan dit ertoe leiden dat
de wasmachine niet centrifugeert.
Onvoldoende wasmiddel kan leiden tot: grauw
wasgoed, aanslag op de trommel, het
waterreservoir en het verwarmingselement.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de
“Voorwas” voor programma’s die deze extra
functie hebben. In dat geval alleen een waspoeder
in de lade voor de hoofdwas gebruiken .
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt,
voeg dan water toe in de wasmiddellade tot aan het
teken
“MAX”
.
Om bij het gebruik van geconcentreerde
waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen
bij de verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het
wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en
plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
Waterhardheid:
bij zacht water heeft u minder wasmiddel nodig
Waterhardheid
gebied
Technische
gegevens
Graden
Duitse
hardheid °dH
Graden
Franse
hardheid °fH
Clarke-schaal
°eH
1
2
3
4
zacht
gemiddeld
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
5nl10028.fm5 Page 52 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
53
Stijven
Los het stijfsel op (poeder) of verdun het (vloeistof)
in ongeveer één liter water in een bakje. Vul en sluit
de machine, selecteer het programma “Spoelen en
centrifugeren” en start de machine. Giet het
opgeloste stijfsel in het wasmiddelbakje zodra de
machine begonnen is met vullen . Spoel het
bakje meteen met ca. een halve liter water
VLOEIBAAR BLEEKMIDDEL (HYPOCHLORIET)
Er zijn twee manieren om vloeibaar bleekmiddel
(hypochloriet) te gebruiken.
BELANGRIJK:
In een wasmachine zonder een speciaal bakje voor
bleekmiddel kan alleen de voor-
bleekmethode worden gebruikt (zie punt 2).
1.Traditionele manier:
Doe het bleekmiddel in het daarvoor bestemde
bakje .
Doe wasmiddel in het daarvoor bestemde bakje .
Selecteer een programma en een temperatuur
en start de wasmachine.
De wasmachine voegt beide producten
automatisch op de juiste tijd aan het wasgoed
toe. Het wasmiddel wordt toegevoegd tijdens de
hoofdwas, het bleekmiddel tijdens de tweede
koude spoelcyclus.
Vullen met wasmiddelen en
nabehandelingsproducten
1.
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot hij niet verder
kan.
De lade heeft, afhankelijk van het model, drie of vier bakjes.
2.
Vullen met wasmiddel:
Programma met voor- en hoofdwas
Hoofdwasprogramma zonder voorwas
Wanneer u een vloeibaar wasmiddel gebruikt,
verwijder dan het gekleurde inzetstuk (indien
aanwezig,
“C”
) en plaats het in het bakje.
De schaalverdeling op het inzetstuk
vergemakkelijkt het doseren.
Wasverzachter en conditioners, niet meer dan
het merkteken
“MAX”
(model met drie
bakjes
“B”
).
Chloorbleekmiddel, niet meer dan het
merkteken
“MAX”
(model met vier bakjes
“A”
,
“C”
).
Vlekkenmiddelen
Waterontharders (waterhardheid 4)
Stijfsel (in water opgelost)
3.
Sluit de wasmiddellade helemaal.
Vloeibaar wasmiddel kan alleen worden gebruikt voor de
hoofdwas in programma's zonder voorwas.
A
B
C
5nl10028.fm5 Page 53 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
54
2. Voor-bleekmethode:
Wasgoed met hardnekkige vlekken kan
VOORGEBLEEKT worden in de machine voordat u
een normaal wasprogramma uitvoert. Verdun
hiertoe het bleekmiddel met ca. 1 liter water in een
bakje buiten de wasmachine.
Voor machines met een
temperatuurknop:
Draai de programmakeuzeknop op
programma 4.
Draai de temperatuurknop op Min.
Waarschuwing: bleken is alleen mogelijk bij een
koude was, anders kunnen uw wasgoed en uw
machine beschadigd raken.
Voor machines zonder temperatuurknop:
Draai de programmakeuzeknop op
programma 5.
Druk op de speciale functieknop “Koud wassen”
(indien aanwezig).
Waarschuwing: bleken is alleen mogelijk bij een
koude was, anders kunnen uw wasgoed en uw
machine beschadigd raken.
Giet het verdunde bleekmiddel in het bakje en
start de machine.
Draai na het voorbleken een normale was, waarin
ook wasgoed toegevoegd kan worden dat niet
gebleekt hoeft te worden. Doe wasmiddel in het
bakje en start een wasprogramma. Voor deze
wasbeurt is een wasprogramma op een lagere
temperatuur (bijvoorbeeld 40° C) meestal
voldoende, vanwege het voor-bleken. Op die
manier kunt u energie besparen.
Opmerking:
Bleekmiddel mag alleen gebruikt worden voor weefsels
die daarvoor geschikt zijn.
VERVEN
De in de handel verkrijgbare producten bestaan
gewoonlijk uit een kleurstof, een fixeermiddel en
zout.
Doe de kleurstof, het fixeermiddel en het zout
rechtstreeks in de lege trommel. Vul pas daarna de
machine met wasgoed.
Gebruik alleen producten die geschikt zijn voor
wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de fabrikant.
Na het verven kunnen de kunststof en rubberen
onderdelen van de wasmachine gevlekt zijn.
5nl10028.fm5 Page 54 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
55
WASPROGRAMMA
Een programma kiezen:
1.
Steek de stekker in het stopcontact.
2.
Draai de waterkraan open.
3.
Zet de
programmakeuzeknop
op het gewenste programma.
4.
Stel de
temperatuurknop
, afhankelijk van het model, in op de gewenste temperatuur.
5.
Stel de
centrifugeersnelheidknop
, afhankelijk van het model, in op de gewenste centrifugeersnelheid.
6.
Stel de extra
functies
in, indien gewenst, door de corresponderende knop in te drukken.
Door nogmaals
op de knop te drukken
kan de extra functie weer uitgeschakeld worden.
7.
Controleer of de deur goed gesloten is. Druk op de
“Aan/Uit”
-knop.
Het indicatielampje gaat aan (indien aanwezig - afhankelijk van het model)
Deurvergrendeling
Nadat het programma gestart is, wordt de deur automatisch geblokkeerd tot aan het einde van het
programma.
Als de programmakeuzeknop op “Stop” gezet is of als de stroom uitvalt, wordt de deur na ongeveer één
minuut ontgrendeld.
Open de deur in geval van een stroomstoring niet, omdat er dan heet water uit het apparaat kan stromen.
Einde programma
De programmakeuzeknop staat op de stoppositie.
1.
Druk op de
“Aan/Uit”
-knop. Het indicatorlampje gaat uit.
2.
Schakel de gekozen extra functies uit door op de betreffende knoppen te drukken.
3.
Draai de waterkraan dicht.
4.
Wacht totdat de deur wordt ontgrendeld (ongeveer één minuut).
5.
Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
N.B.
Doe de deur niet helemaal dicht maar laat hem op een kier staan, om de trommel te laten drogen.
Programma wijzigen
1.
Druk op de
“Aan/Uit”
-knop. Het indicatorlampje gaat uit.
2.
Stel een nieuw programma in.
3.
Druk op de
“Aan/Uit”
-knop. Het nieuwe programma wordt van voren af aan gestart.
Voeg geen wasmiddel toe voor dit programma.
Functies wijzigen
Er kunnen extra functies worden geselecteerd of gedeselecteerd zonder de wasmachine uit te zetten.
Programmaonderbreking of pauze
Indien een programma voor een bepaalde tijd onderbroken moet worden en vervolgens weer moet
worden hervat:
1.
Druk op de
“Aan/Uit”
-knop.
2.
Druk na de gewenste pauze nogmaals op de knop
“Aan/Uit”
.
Het programma annuleren
Als het actuele programma voortijdig beëindigd en geannuleerd moet worden, moet het water eerst
worden weggepompt voordat de deur mag worden geopend:
1.
Druk op de knop
“Aan/Uit”
om de wasmachine uit te schakelen.
2.
Zet de programmakeuzeknop op de programma-instelling
“Afpompen”
.
3.
Druk op de knop
“Aan/Uit”
om het programma
“Afpompen”
te starten.
5nl10028.fm5 Page 55 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
56
VERWIJDEREN VAN HET FILTER
AFVOEREN VAN RESTWATER
1.
Schakel het apparaat uit en laat het water weglopen
(zie de volgende paragraaf “Afvoeren van restwater”).
2.
Open het deurtje van het filter met behulp van een
muntstuk.
3.
Zet een bak onder het filter.
4.
Draai het filter langzaam naar links, zonder het
helemaal los te schroeven (u kunt een combinatietang
gebruiken om het losdraaien te vergemakkelijken).
5.
Wacht tot al het water in de bak gestroomd is.
6.
Schroef het filter helemaal los en neem het weg.
7.
Verwijder eventuele vreemde voorwerpen uit het filter.
8.
Controleer of de rotor van de pomp weer goed kan
bewegen.
9.
Breng het filter weer aan en schroef het naar rechts
totdat het vergrendeld wordt.
10.
Giet 1/2 liter water in de wasmiddellade en controleer
of het water niet uit het filter lekt.
11.
Sluit het deurtje.
Controleer het filter twee of drie maal per jaar, en reinig
het indien nodig.
Controleer het filter voor vreemde voorwerpen als het
water niet goed wordt afgevoerd of als het apparaat niet
centrifugeert.
Verwijder het filter als de pomp geblokkeerd is door een
of ander voorwerp (knopen, munten,
veiligheidsspelden, etc.).
BELANGRIJK: Verzeker u ervan dat het water
voldoende tijd heeft gehad om af te koelen,
voordat het wordt afgepompt.
1.
Zet de wasmachine uit.
2.
Haal de stekker uit het stopcontact.
3.
Haak de afvoerslang los van de achterkant van de machine (zie pijl
A
en
B
).
4.
Zet een bak die groot genoeg is naast de wasmachine.
Opmerking:
Na een normale afpompcyclus is het restwater
ongeveer één liter, maar er kan tot 20 liter water in de machine
achterblijven als de machine gestopt wordt tijdens een programma,
en zelfs 40 liter als de pomp geblokkeerd is.
5.
Leg de afvoerslang in de bak en laat het water eruit lopen.
Opmerking:
Zorg ervoor dat het water afgekoeld is voordat u het
afvoert.
6.
Wacht tot al het water eruit gestroomd is.
7.
Sluit de afvoerslang weer aan op de achterkant van de wasmachine (zie
pijl
B
); anders ontstaat er een risico van lekkage en kunnen de normale
vul- en afvoerfuncties van de machine niet gegarandeerd worden.
8.
Plaats de afvoerslang met het elleboogstuk terug en bevestig hem.
Wanneer moet het restwater worden afgevoerd?
Voordat u de wasmachine wilt transporteren.
In een ruimte waarin de temperatuur soms onder het
nulpunt zakt. Het is het beste om het water in dit geval na
elke was af te pompen.
2
6
4
5nl10028.fm5 Page 56 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
57
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
Gebruik gewone, voor de huishouding gebruikte
reinigingsmiddelen (gebruik geen
schuurmiddelen of oplosmiddelen).
Maak de oppervlakken droog met een zachte
doek.
Deurafdichting
Indien nodig met een vochtige doek reinigen.
Controleer de vouw van de afdichting regelmatig
op vreemde voorwerpen.
Filter
Controleer en reinig het filter twee of drie keer
per jaar (zie “Verwijderen van het filter”).
Doseerbakje wasmiddel
1.
Maak de wasmiddellade los door de hendel in het
voorwasbakje in te drukken en hem naar buiten te
trekken.
2.
Verwijder de inzetstukken van het wasverzachtervak en
de sifon van het chloorbleekmiddelvak
(indien aanwezig, model met vier bakjes
“A”
).
3.
Spoel ze schoon onder stromend water.
4.
Plaats de onderdelen terug en breng de wasmiddellade
terug op zijn plaats. Druk de sifon stevig op zijn plaats.
A
5nl10028.fm5 Page 57 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
58
Filter van de waterslang
Regelmatig controleren en reinigen.
Machines met een rechte watertoevoerslang “A”
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het interne filter.
4.
Schroef de toevoerslang weer aan de kraan.
5.
Schroef de toevoerslang los van de wasmachine.
6.
Haal het filter met de speciale tang uit de wasmachine en reinig het.
7.
Zet het filter terug en schroef de slangaansluiting weer op de
machine.
8.
Open de de waterkraan en
controleer of de verbindingen niet
lekken.
Machines met “Water Stop”-slang “B”
1.
Draai de kraan dicht.
2.
Schroef de watertoevoerslang van de kraan.
3.
Reinig het filter.
4.
Schroef de Water Stop-slang weer op de kraan.
5.
Open de waterkraan en
controleer of de verbindingen niet
lekken
A
B
5nl10028.fm5 Page 58 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
59
HET OPSPOREN VAN STORINGEN
De wasmachine start niet en er brandt
geen lampje.
Controleer of:
de stekker goed in het stopcontact zit;
het wandstopcontact goed functioneert
(sluit bijvoorbeeld een tafellamp aan).
Heeft u op de knop
“Aan/Uit”
gedrukt.
de waterkraan open is gedraaid. Zo niet, open de
kraan en zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.
de deur van het apparaat goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
er een programma geselecteerd en gestart is;
De wasmachine blokkeert tijdens een
programma.
Controleer of:
De knop
“Spoelstop”
is ingedrukt. Schakel deze
functie uit door nogmaals op de knop te drukken;
De
“Aan/Uit”
-knop per ongeluk is ingedrukt;
druk nogmaals op de
“Aan/Uit”
-knop.
De wasmachine krijgt geen of weinig water.
Controleer of:
De waterkraan helemaal open is;
Er knikken in de waterslang zitten;
Het filter van de waterslang verstopt is;
De waterslang bevroren is;
N.B: Zet het apparaat vervolgens uit en weer aan.
De wasmachine voert geen water af.
Controleer of:
De afvoerslang goed is aangesloten
(zie “Aanwijzingen voor de installatie”);
Het filter verstopt is.
De afvoerslang bevroren is.
De knop “Spoelstop” ingedrukt is.
Er zitten resten van wasmiddel en
nabehandelingsproducten in de
wasmiddellade.
Controleer of:
De sifon goed geïnstalleerd en schoon is
(zie “Onderhoud en reiniging”);
Er genoeg water wordt toegevoerd. De filters
tussen de toevoerslang en de kraan verstopt zijn
(zie “Onderhoud en reiniging”. Controleer het
filter regelmatig, twee of drie maal per jaar, en
reinig het (zie “Verwijderen van het filter”).
Zie ook “Wasmiddel en nabehandelingsproducten”
voor informatie.
De wasmachine trilt tijdens het
centrifugeren.
Controleer of:
Het apparaat goed horizontaal staat, op alle vier de
pootjes (zie “Aanwijzingen voor de installatie”);
de transportbeugels verwijderd zijn. Voordat u
de wasmachine in bedrijf kunt stellen, is het
absoluut noodzakelijk om de veiligheidsbeugels
voor het transport te verwijderen (zie
“Aanwijzingen voor de installatie”).
Storing waterstop (afhankelijk van het
model)
Wanneer het apparaat een waterlekkage opmerkt,
werkt de pomp continu.
Schakel het apparaat uit, haal de stekker uit het
stopcontact en verzeker u ervan dat de waterkraan
dicht is.
De “Waterstop” kan veroorzaakt worden door:
1.
te veel schuim;
2.
een lek in de toevoerslang of in het apparaat.
Kantel het apparaat voorzichtig voorover om het
verzamelde water van de onderkant van het
apparaat weg te laten stromen. Vervolgens:
1.
sluit het apparaat aan op het stopcontact,
2.
draai de kraan open,
3.
selecteer opnieuw het gewenste programma en
druk op de knop
“Aan/Uit”
.
Belangrijk:
als de storing aanhoudt, bel dan de
klantenservice met details over de storing (zie
“Klantenservice”).
Na afloop van het wasprogramma is het
wasgoed niet of niet voldoende
gecentrifugeerd:
De wasmachine heeft een detectie- en
correctiesysteem voor het geval de lading uit balans is.
Als u enkele zware stukken wasgoed in de machine
wast (badmat, badjas enzovoort), is het mogelijk dat
dit systeem de centrifugeersnelheid verlaagt om het
apparaat te beschermen of de centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na verschillende
startpogingen te zeer uit evenwicht blijft.
Als het wasgoed na het centrifugeren nog nat is,
voeg dan kleinere stukken wasgoed toe en start
het centrifugeerprogramma opnieuw.
Sterke schuimvorming kan de centrifugeercyclus
blokkeren. Zorg ervoor dat de juiste hoeveelheid
wasmiddel wordt gebruikt
Belangrijk:
deze wasmachine is uitgerust met een
veiligheidssysteem. Het programma wordt na een
paar minuten onderbroken als één van de volgende
gebeurtenissen zich voordoet:
geen watertoevoer;
geblokkeerde pomp.
Als de pomp geblokkeerd is, schakelt u het apparaat
uit en maakt u de pomp schoon (zie “Het filter
verwijderen”). Start het aparaat vervolgens opnieuw.
5nl10028.fm5 Page 59 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
60
KLANTENSERVICE
Voordat u contact opneemt met de
klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf kunt verhelpen
(zie “Het opsporen van storingen”).
2.
Start het programma opnieuw om te controleren
of het probleem is opgelost.
3.
Als de machine nog steeds niet goed werkt, bel
dan de Klantenservice.
Vermeld:
de aard van de storing.
het model.
het servicenummer (achter het woord
“SERVICE”).
De servicesticker bevindt zich aan de
binnenzijde van de deur.
uw volledige adres.
Uw telefoonnummer.
Het telefoonnummer en het adres van de
Klantenservice staat op het garantiebewijs. U
kunt ook de dealer raadplegen bij wie u het
apparaat heeft gekocht.
TRANSPORT EN BEHANDELING
Verplaats het apparaat nooit door het bij het werkblad vast te pakken.
1.
Haal de stekker uit het stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Maak de toevoer- en afvoerslangen los.
4.
Laat het restwater uit de wasmachine en de slangen wegstromen (zie “Verwijderen van het filter”,
“Afvoeren van restwater”).
5.
Monteer de transportbeugels (verplicht) (zie “Installatie”).
5nl10028.fm5 Page 60 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
61
INSTALLATIE
Verwijderen van de transportschroeven
De wasmachine is voorzien van twee transportschroeven en een
transportstang om te voorkomen dat de interne onderdelen van
het apparaat beschadigen tijdens transport.
Voordat u het apparaat in gebruik neemt, MOET u de
transportschroeven en de transportstang verwijderen.
De wasmachine is voorzien van twee transportschroeven en een
transportstang.
1.
Verwijder de zwarte schroef
(A)
met een schroevendraaier.
2.
Draai schroef
(B)
op de rode transportstang los met een
schroevendraaier.
3.
Trek de transportstang er helemaal uit en verwijder hem
(C)
door flink aan de rode handgreep te trekken.
Bewaar de schroeven en de stang voor toekomstig gebruik.
Opmerking:
Bevestig de transportschroeven en de
transportstang opnieuw voordat u het apparaat vervoert, door de
bovenstaande stappen in de omgekeerde volgorde uit te voeren.
Om de schroeven en de stang op de juiste manier te kunnen
plaatsen moet het werkblad van de wasmachine verwijderd
worden. Koppel de wasmachine eerst los van water en
elektriciteit.
Afstellen van de pootjes
Stel de pootjes bij als de vloer onregelmatig is (leg geen stukken
hout e.d. onder de pootjes):
Stel de pootjes bij door ze met de hand aan te draaien, zodat ze
alle vier goed de grond raken.
Als de wasmachine op een houten balkenvloer wordt geplaatst,
zet het apparaat dan op een hardboard plaat van 60 x 60 cm groot
en 3 cm dik.
Bevestig de plaat aan de vloer.
5nl10028.fm5 Page 61 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
62
Aansluiten van de watertoevoerslang
Voor modellen met rechte slang “A”
1.
Plaats het vuilfilter (dat al aan het uiteinde van de slang is
bevestigd of bij de accessoires is opgenomen) op de
schroefkraankoppeling.
2.
Schroef de toevoerslang zorgvuldig vast aan de kraan, bij
voorkeur met de hand.
3.
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
4.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat niet
lekken door de kraan volledig open te draaien.
Als de slang te kort is, vervangt u deze door een drukslang van
voldoende lengte (min. 1000 kPa min, conform de norm
EN 50084).
Controleer de watertoevoerslang geregeld op barsten of scheuren
en vervang hem indien nodig.
De wasmachine kan zonder terugslagklep worden aangesloten.
Voor modellen met een “Water Stop”-slang “B”
Bij beschadiging van de slang moet u de wasmachine onmiddellijk
van het elektriciteitsnet afkoppelen.
1.
Draai de schroefdraadaansluiting met het geplaatste filter op de
kraan.
2.
Controleer of de kraan en de aansluitingen van het apparaat niet
lekken door de kraan volledig open te draaien.
Als de slang niet lang genoeg is, vervang hem dan door een “Water
Stop” slang met een lengte van 3 meter (verkrijgbaar bij de
klantenservice of uw handelaar). Deze handeling mag uitsluitend
door een gekwalificeerd elektricien worden uitgevoerd.
Het apparaat
mag niet
worden aangesloten op de mengkraan van
een waterverwarmer die niet onder druk staat.
De toevoerslang en de plastic doos van de wateraansluiting
bevatten elektrische onderdelen.
Snijd de slang niet door en
dompel de plastic doos niet onder in water.
A
B
Sluit de watertoevoerslang aan
Afvoerslang
Aansluiting van de afvoerslang op de waterafvoer.
1.
Haak de afvoerslang los van de linkerklem;
zie pijl
(A)
.
Belangrijk:
Maak de aansluiting van de afvoerslang NIET los;
zie pijl
(B)
, want dit verhoogt het risico op lekkage (risico van
verbranding door heet water) en de normale vul- en afvoerfuncties
van de wasmachine kunnen dan niet gegarandeerd worden.
2.
Sluit de afvoerslang aan op de sifon of haak hem met het
elleboogstuk aan de rand van een wasbak of badkuip. Kleine
handwasbakken zijn niet geschikt.
3.
Min. afvoerhoogte: 60 cm.
Max. afvoerhoogte (elleboogstuk): 90 cm.
4.
Als het nodig is een verlengstuk te gebruiken, gebruik dan een
slang van hetzelfde type en zet de aansluitpennen vast met
klemmen. Max. lengte van de afvoerslang: 2,5 m.
Belangrijk:
Let erop dat er geen knikken in de afvoerslang zitten.
Neem maatregelen om te voorkomen dat de slang valt terwijl
het apparaat werkt.
5nl10028.fm5 Page 62 Thursday, June 27, 2002 12:00 PM
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Ignis AWV 092 de handleiding

Type
de handleiding