3835168 3835168
6 7
Istruzioni di installazione e manutenzione
IT
CILINDRI SERIE
450-452-453-454
CONFORMI ISO 15552
DESCRIZIONE
I cilindri 450, 452, 453 e 454 sono disponibili nelle versioni
per atmosfere pericolose per la presenza di gas, vapori,
nebbie e polveri (direttiva ATEX 94/9/CE). L’installazione
e la manutenzione devono basarsi sulle indicazioni sotto
riportate (identiche alle versioni standard, salvo indicazioni
particolari).
Per le versioni ATEX 94/9/EC, vedere “Condizioni parti-
colari per un uso sicuro”.
CONDIZIONI PARTICOLARI PER UN USO SICURO
Cilindri progettati per ambienti ATEX:
- Limite di velocità < 1 m / s
- Limite energia potenziale di impatto: < 500 J
STOCCAGGIO
In caso di stoccaggio prolungato prima del montaggio, il
cilindro deve rimanere nel suo imballaggio originale. Le
protezioni delle estremità fi lettate dello stelo e dei fori di
raccordo devono rimanere in posizione.
Condizioni di stoccaggio:
- al riparo dalle intemperie
- temperatura: da - 40°C a + 70°C
- umidità relativa: 95 %
Dopo lo stoccaggio a bassa temperatura, è necessario
che i cilindri vengano riportati progressivamente alla
temperatura ambiente di funzionamento prima del primo
utilizzo.
CARATTERISTICHE DI FUNZIONAMENTO
• Caratteristiche dell'aria
- aria o gas neutro fi ltrato ≤ 50 µm
- punto di rugiada + 5° C
• Pressione massima: 10 bar
sovrappressione di 15 bar in condizioni statiche con-
sentita per 1 sec. una sola volta
• Temperatura fl uido e ambiente
da -20°C a +70°C (prodotto standard)
• Lubrifi canti
- olio non detergente senza additivi aggressivi.
- classe : VG 32 (ISO 3448)
- viscosità da 29 a 35 cSt (mm
2
/s) a 40°C
Evitare i lubrifi canti a base di silicone.
INSTALLAZIONE E FUNZIONAMENTO
• I cilindri possono essere montati in qualsiasi posizione.
Durante l'assemblaggio dei fi ssaggi normalizzati sui
cilindri, serrare a croce le viti secondo la massima coppia
di serraggio sotto riportata.
coppia massima (Nm)
Ø (mm)
32-40 50-63 80-100 125 160-200 250 320
450 7 13,5 27,5 60 100 377 652
452
7 13,5 27,5 - - - -
453
454
• Questi cilindri NON sono organi di guida. Qualsiasi
sollecitazione sullo stelo pregiudicherà la durata del cilin-
dro (se necessario consultare le pagine di catalogo con le
nostre unita' di guida) - Solo versioni standard, non valide
per ATEX
•
Velocita' consigliata per un ciclo di vita ottimale: ≤ 1 m/s
• Velocita' massima ammissibile: 2 m/s
Cilindri progettati per ambienti ATEX :
- Limite di velocità : < 1 m/s
- Limite energia potenziale di impatto : < 500 J
• Ammortizzamento pneumatico regolabile
- viti di regolazione ammortizzamento imperdibili
• Fine corsa magnetici:
Per le versioni ATEX, utilizzare dei rilevatori di posizione
magnetica che soddisfi no la direttiva ATEX.
NOTA IMPORTANTE
La concomitanza di condizioni estreme di funzionamento (ad
esempio pressione max., temperatura min.) non potrà che
ridurre le prestazioni dei prodotti.
In caso di interventi per sostituzioni di parti soggette ad usura,
rispettare le istruzioni di rimontaggio e le coppie di serraggio
indicate sul foglio fornito con ogni kit di ricambi.
Installatie- en onderhoudsinstructies
NL
CILINDERS SERIES
450-452-453-454
VOLGENS ISO 15552
BESCHRIJVING
De series 450, 452, 453 en 454 cilinders bestaan uit versies
geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen
bestaande uit gassen, dampen, nevels of stoffen (ATEX
richtlijn 94/9/EC) : de installatie en het onderhoud dienen te
geschieden volgens de aanwijzingen hieronder (identiek aan
de standaardversies, m.u.v. bijzondere specifi caties).
ATEX 94/9/EG versies:
Zie Speciale voorwaarden voor veilig gebruik.
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR VEILIG GEBRUIK
Cilinders ontworpen voor ATEX-omgeving:
- Limiet snelheid < 1 m / s
- Beperk de potentiële energie van de impact: < 500 J
OPSLAG
Bewaar de cilinder tot gebruik in de originele verpakking.
Verwijder schroefdraadafdichtingen voor stanguiteinde en
poortafdichtingen niet.
BEWAREN
- Weerbestendig
- Temperatuur: - 40°C tot + 70°C
- Relatieve vochtigheid: 95 %
Pas de cilinders na bewaren bij lage temperatuur langzaam
aan de omgevingstemperatuur aan voor ze in gebruik wor-
den genomen.
OPERATIONELE EIGENSCHAPPEN
• Luchtkwaliteit
- Lucht of neutraal gas, gefi lterd ≤ 50 μm
- Dauwpunt + 5° C
• Maximale druk: 10 bar
Bij de standaarduitvoering is er slechts eenmaal 1s een
overdruk van maximaal 15 bar toegestaan.
• Vloeistof en omgevingstemperatuur
-20°C tot +70°C (standaard uitvoering)
• Smeermiddelen
-
olie zonder detergent of agressieve toevoegingen
- additieven: VG 32 (ISO 3448)
- viscositeit 29 tot 35 cSt (mm
2
/s) bij 40°C
De toepassing van smeermiddelen op siliconenbasis
wordt aanbevolen.
INSTALLATIE EN MONTAGE
• Montage in alle posities is mogelijk.
• Draai bij het monteren van de standaardbevestigingen op
de cilinders de bevestigingsschroeven kruislings worden
aan volgens de max. torsies hieronder.
max. koppel (Nm)
Ø (mm)
32-40 50-63 80-100 125 160-200
450 7 13.5 27.5 60 100
452
7 13.5 27.5 - -
453
454
•
Deze cilinders zijn geen geleidingseenheden Iedere belas-
ting van de zuigerstang heeft nadelen voor de levensduur
(indien nodig zie onze geleidingsunits - niet volgens ATEX)
• Snelheid voor een optimale levensduur: ≤ 1 m/s
• Maximaal toegestane snelheid: 2 m/s
Cilinders ontworpen voor ATEX-omgeving:
- Limiet snelheid < 1 m / s
- Beperk de potentiële energie van de impact: < 500 J
• Instelbare pneumatische demping
-
Instelbare demping door borgschroeven
• Magnetische eindschakelaar:
Gebruik voor versies van ATEX magnetische eindschake-
laars overeenkomstig de ATEX-richtlijn.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Een opeenhoping van extreme bedrijfs- omstandigheden
(zoals max. druk, min. temperatuur) leidt tot vermindering
van de productprestatie.
Bij vervanging door reserveonderdelen moeten de montage-
aanwijzingen en het aandraaikoppel zoals in de instructies
vermeld, nauwlettend worden opgevolgd.