Documenttranscriptie
EWW 1697 DWD
NL
FR
Was-droogcombinatie
Lavante-séchante
Gebruiksaanwijzing
Notice d'utilisation
2
36
2
www.electrolux.com
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE............................................................................... 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN...................................................................... 6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT..............................................................7
4. BEDIENINGSPANEEL....................................................................................... 8
5. PROGRAMMA’S ..............................................................................................10
6. VERBRUIKSGEGEVENS.................................................................................14
7. OPTIES.............................................................................................................15
8. INSTELLINGEN................................................................................................17
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE KEER GEBRUIKT.........18
10. DAGELIJKS GEBRUIK...................................................................................18
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN................................................. 22
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN............................................23
13. AANWIJZINGEN EN TIPS..............................................................................25
14. ONDERHOUD EN REINIGING...................................................................... 27
15. PROBLEEMOPLOSSING...............................................................................31
16. NOODDEUROPENING.................................................................................. 34
17. TECHNISCHE GEGEVENS........................................................................... 35
WE DENKEN AAN U
Bedankt voor het kopen van een Electrolux-apparaat. U koos voor een product
dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd
ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op
vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registerelectrolux.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
NEDERLANDS
1.
3
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente
invaliditeit.
•
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of
een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als de deur open is.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
•
De specificatie van het apparaat mag niet worden
veranderd.
4
www.electrolux.com
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Het apparaat dient geïnstalleerd te worden als een
vrijstaand product of onder het aanrecht als daar
genoeg ruimte voor is.
Installeer het apparaat niet achter een vergrendelbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier
aan de tegenovergestelde zijde, waardoor de deur
van het apparaat niet volledig geopend kan worden.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat de hoofdstekker
na installatie toegankelijk is.
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet
worden afgedekt door tapijt, een mat of andere
soorten vloerbedekking.
WAARSCHUWING: Het apparaat mag niet van
stroom worden voorzien door een extern
schakelapparaat, zoals een tijdklok, of aangesloten
worden op een circuit dat door het elektriciteitsbedrijf
regelmatig aan en uit wordt geschakeld.
Zorg voor een goede luchtventilatie in de ruimte waar
het apparaat geïnstalleerd is, om het terugstromen
van ongewenste gassen van apparaten in de ruimte
die op gas of andere brandstoffen werken, zoals open
haarden, te voorkomen.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een kanaal
dat wordt gebruikt voor uitlaatgassen van apparaten
die gas of andere brandstoffen verbranden.
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de
aansluiting moet liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en
8 bar (0,8 MPa).
Overschrijd het maximale laadvermogen van 9 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
Het apparaat moet op de waterleiding worden
aangesloten met de nieuwe meegeleverde slangsets,
of andere nieuwe slangsets geleverd door het
geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
NEDERLANDS
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
5
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een
erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Veeg eventuele pluisjes of verpakkingsafval die zich
rondom het apparaat hebben opgehoopt, weg.
Artikelen die zijn bevuild met stoffen als plantaardige
of minerale olie, aceton, alcohol, benzine, kerosine,
vlekkenverwijderaars, terpentine, boenwas en
boenwasverwijderaars dienen alvorens in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd, afzonderlijk te
worden gewassen met een extra hoeveelheid
wasmiddel.
Het apparaat mag niet worden gebruikt als de items
vervuild zijn met industriële chemische
reinigingsmiddelen.
Droog geen ongewassen artikelen in de wasdroger.
Artikelen van schuimrubber (latexschuim),
douchemutsjes, waterdichte kleding, artikelen met een
rubberen binnenkant en kleding of kussens met een
vulling van schuimrubber dienen niet in de was/
droogcombinatie te worden gedroogd.
Wasverzachters of soortgelijke producten dienen te
worden gebruikt zoals aangegeven in de instructies
van de fabrikant van het product.
Verwijder alle voorwerpen van items die een
ontstekingsbron kunnen zijn zoals aanstekers of
lucifers.
Stop een was/droogcombinatie nooit voor het einde
van een droogcyclus, tenzij alle voorwerpen snel uit
de trommel verwijderd en uitgehangen worden, zodat
de restwarmte snel verdwijnt.
Het laatste deel van een was/droogcombinatiecyclus
vindt plaats zonder warmte (koelcyclus) om ervoor te
zorgen dat de artikelen uiteindelijk een temperatuur
hebben waarbij is gewaarborgd dat de artikelen niet
worden beschadigd.
6
www.electrolux.com
•
•
•
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u onderhoudshandelingen
verricht.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet
als de temperatuur lager kan zijn dan
0°C of als het is blootgesteld aan het
weer.
Het apparaat moet bij het verplaatsen
altijd rechtop worden gehouden.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat
en de vloer kan circuleren.
Verwijder de verpakking en de
transportbouten.
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats
waar u het apparaat installeert, vlak,
stabiel, hittebestendig en schoon is.
Bewaar de transportbouten op een
veilige plaats. Als het apparaat
verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw
bevestigd worden om de trommel te
vergrendelen om interne schade te
voorkomen.
Wees altijd voorzichtig bij het
verplaatsen van het apparaat omdat
het zwaar is. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten
schoeisel.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
Als het apparaat op zijn permanente
plaats is, moet u nagaan of het
waterpas staat. Is dit niet het geval,
stel de stelpootjes dan
overeenkomstig af.
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
Dit apparaat voldoet aan de EUrichtlijnen.
2.3 Wateraansluiting
•
•
•
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet u, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
tot het schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
NEDERLANDS
2.4 Gebruik
•
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
•
•
•
•
•
•
•
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
Plaats geen ontvlambare producten of
gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
Raak het glas van de deur niet aan
als een programma in werking is. Het
glas kan heet worden.
Droog geen beschadigde
(gescheurde, gerafelde) kleding met
vulling of voering.
Als het wasgoed is gewassen met
een vlekkenverwijderaar, voer dan
een extra spoelgang uit voordat u met
een droogcyclus begint.
Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen uit het wasgoed
verwijderd zijn.
Droog uitsluitend stoffen die geschikt
zijn om in de wasdroogcombinatie te
drogen. Volg de instructies op het
wasvoorschrift in de kleding.
7
Voorwerpen van kunststof die niet
hittebestendig zijn.
– Als u een wasbol heeft gebruikt,
verwijder deze dan voordat u een
droogprogramma start.
– Gebruik geen wasbol wanneer u
een non-stopprogramma instelt.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of schade
aan het apparaat.
•
•
Ga niet op de open deur zitten of
staan.
Droog geen druipnatte kledingstukken
in het apparaat.
2.5 Verwijdering
•
•
•
•
Haal de stekker uit het stopcontact en
koppel het apparaat los van de
watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren
binnen in de trommel vast komen te
zitten.
Gooi het apparaat weg conform de
lokale voorschriften voor de
verwijdering van elektrische en
elektronische apparatuur (AEEA).
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Apparaatoverzicht
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Bovenblad
Wasmiddellade
Bedieningspaneel
Handgreep
Typeplaatje
Filter afvoerpomp
Voetjes voor het waterpas zetten van
het apparaat
8
www.electrolux.com
3.2 Set bevestigingsplaatjes
(4055171146)
Lees de met het accessoire
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde
verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat
op een plint plaatst.
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Beschrijving bedieningspaneel
1
2
3
5
6
Katoen
Coton
Stoom
Vapeur
Katoen
Coton
Katoen Eco
Coton Eco
Synthetica
Synth.
Wash&Dry 60Min.
Wol
Laine
Synthetica
Synthétiques
Fijne Was
Délicats
Spoelen
Rinçage
Centr./
Pompen
Essorage/
Vidange
4
7
Droogtijd
Startuitstel
Minuterie Départ différé
Temperatuur
Température
Droogtegraad
Niveau
Séchage
Centrifugeren
Essorage
8
Voorwas
Prelavage
9
Zijde
Soie
Dekbed
Couette
Wol/Handwas
Laine/Lavage à la main
MyFavourite
Aan/Uit Marche/Arrêt
12
1 Aan-/Uittoets
(Aan/Uit Marche/
Arrêt)
2 Programmaknop
3 Kort centrifugeren tiptoets
(Centrifugeren - Essorage)
TimeManager
11
8 Voorwas tiptoets
Prélavage)
Start/Pauze
Départ/Pause
10
(Voorwas -
9 Droogniveau tiptoets
(Droogtegraad - Niveau Séchage)
10 Start/Pauze tiptoets
- Départ/Pause)
(Start/Pauze
4 Temperatuur tiptoets
(Temperatuur - Température)
5 Display
11 Tijdsinstelling tiptoetsen
(TimeManager)
6 Droogtijd tiptoets
Minuterie)
12 Favoriet programma tiptoets
(MyFavourites)
7 Startuitstel tiptoets
Départ différé)
(Droogtijd (Startuitstel -
NEDERLANDS
9
Weergave
A
B
C
D
E
F
G
L
K
J
A. Het temperatuurgedeelte:
: Temperatuuraanduiding
: Aanduiding koud water
B.
: Maximale lading
wasgoed1)
Deze aanduiding gaat aan als het
programma is ingesteld en de deur
open is. Als de deur wordt gesloten,
gaat het uit.
I
•
•
•
•
•
•
: De programmaduur
: Het startuitstel
•
: De alarmcodes
•
: De foutmelding
•
E.
: Het programma is voltooid.
: De aanduiding startuitstel
F.
: De permanente aanduiding extra
spoelen
G.
: De aanduiding van het kinderslot
H.
, , : De aanduidingen van de
droogtegraad
: De aanduiding deur vergrendeld
U kunt de deur van het apparaat
niet openen als het symbool
brandt.
• U kunt de deur van het apparaat
openen als het symbool uit gaat.
J. Was- en drooganduidingen:
I.
•
1) alleen zichtbaar als de deur open is.
: De wasfase
: De spoelfase
: De centrifugeerfase
: De droogfase
: De stoomfase
Als een programma is
ingesteld, gaan alle
aanduidingen die
verband houden met dat
programma aan.
Als het programma is
begonnen, wordt alleen
de aanduiding van de
werkende fase getoond.
Als een fase voltooid is,
blijft de aanduiding van
de fase aan.
Als het programma is
voltooid, is het symbool
van de laatste fase aan.
: Time Manager-aanduiding
C.
D. Het tijdgedeelte:
•
H
K.
: De Eco Info-aanduiding
L. Het centrifugeergedeelte:
•
: De aanduiding
centrifugetoerental
•
: De aanduiding niet
centrifugeren
•
•
: De aanduiding Spoelstop
: De aanduiding Extra stil
10
www.electrolux.com
5. PROGRAMMA’S
5.1 Programmatabel
Programma
Temperatuurbereik
Maximale la‐
ding
Maximale
centrifugeer‐
snelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
9 kg
1600 tpm
Wit en bont katoen. Normaal vervuild en
licht vervuild.
9 kg
Wit katoen en kleurvast katoen. Nor‐
male vervuiling. Het energieverbruik daalt
en de duurtijd van het wasprogramma
neemt toe.
1 kg
1200 tpm
Compleet programma samengesteld uit
wasfase en droogfase voor een kleine la‐
ding met gemengde stoffen (katoenen en
synthetische artikelen).
4 kg
1200 tpm
Synthetische of gemengde stoffen.
Normale vervuiling.
4 kg
1200 tpm
Fijne stoffen zoals acryl, viscose en
gemengde stoffen hebben een milde
wasbeurt nodig. Normale vervuiling.
1 kg
800 tpm
Speciaal programma voor zijde en ge‐
mengde synthetische stoffen.
2 kg
1200 tpm
Machinewasbestendige wol, handwas‐
bestendige wol en andere stoffen voor‐
zien van het symbool «handwas».2)
3 kg
800 tpm
Speciaal programma voor één syntheti‐
sche deken, dekbed, sprei enz.
Wasprogramma's
Katoen/Coton
90°C - Koud
1600 tpm
Katoen Eco/Coton Eco1)
60°C - 40°C
Wash&Dry 60Min.
40°C - 30°C
Synthetica/Synthétiques
60°C - Koud
Fijne was/Délicats
40°C - Koud
Zijde/Soie
30°C
Wol/Handwas - Laine/
Lavage à la main
40°C - Koud
Dekbed/Couette
60°C - 30°C
9 kg
Centr./Pompen - Essora‐ 1600 tpm
ge/Vidange3)
Om het wasgoed te centrifugeren en het
water uit de trommel af te voeren. Alle
stoffen, behalve wol en zeer fijne stof‐
fen.
NEDERLANDS
Programma
Temperatuurbereik
Spoelen/Rinçage
Koud
11
Maximale la‐
ding
Maximale
centrifugeer‐
snelheid
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
9 kg
1600 tpm
Om het wasgoed te spoelen en te centri‐
fugeren. Alle stoffen, behalve wol en
zeer delicate stoffen. Verlaag de centrifu‐
geersnelheid afhankelijk van het type
wasgoed.
1 kg
Droogprogramma voor wol.
3 kg
Droogprogramma voor synthetische
stoffen.
6 kg
Droogprogramma voor katoenen stof‐
fen.
1,5 kg
Stoomprogramma voor ontkreuken of op‐
frissen van katoen en synthetica.
Druk op de TimeManager-toetsen om
een van de beschikbare cycli te selecte‐
ren:
Droogprogramma's
Wol Drogen/Séchage
Laine
Synthetica Drogen/
Séchage Synthétiques
Katoen Drogen/Séchage
Coton
Stoomprogramma's
Stoom - Vapeur
•
Anti-kreuk
gramma)
(standaardduur pro‐
•
Opfrissen
(korte duur programma)
1) Katoen ECO programma. Dit programma op 60°C met een lading van 9 kg is het referen‐
tieprogramma voor de gegevens die op het energielabel staan, in overeenstemming met de
EG 92/75-normen. Stel dit programma in voor een goed wasresultaat en om het stroomver‐
bruik te verlagen. De tijd van het wasprogramma wordt verlengd.
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken
alsof de trommel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
3) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat
wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschik‐
baar.
Toepasbaarheid programma-opties
Programma
Katoen/Coton
■
■
■
■
■
■
■
12
www.electrolux.com
Programma
Katoen Eco/Coton Eco
■
■
■
■
■
■
Wash&Dry 60Min.
■
Synthetica/Synthétiques
■
■
■
■
■
■
■
Fijne was/Délicats
■
■
■
■
■
■
■
Zijde/Soie
■
■
Wol/Handwas - Laine/Lavage à la main
■
■
Dekbed/Couette
■
Centr./Pompen - Essorage/Vidange1)
■
■
Spoelen/Rinçage
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
1) Stel de centrifugeersnelheid in. Zorg ervoor dat het geschikt is voor het soort stof dat
wordt gewassen. Als u de optie Niet centrifugeren instelt, is enkel de afvoerfase beschik‐
baar.
5.2 Automatisch drogen
Droogheidsniveau
Soort stof
Lading
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe‐
ken, etc.)
tot 6 kg
Kastdroog1)
Voor spullen die opgeruimd wor‐
den
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe‐
ken, etc.)
tot 6 kg
Synthetische en gemeng‐ tot 3 kg
de stoffen
(truien, blouses, onder‐
goed, huishoudlinnen)
Zijden kledingstukken
tot 1 kg
(blouses, overhemden, kle‐
ding..)
Wollen kledingstukken
(wollen truien)
tot 1 kg
NEDERLANDS
Droogheidsniveau
Soort stof
Lading
Strijkdroog
Geschikt voor artikelen die ge‐
streken moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over‐
hemden, etc.)
tot 6 kg
13
1) Aanwijzingen voor testinstituten Testprestaties, volgens EN 50229, moeten worden
uitgevoerd met de EERSTE drooglading van de maximale droogcapaciteit (samenstelling
volgens EN61121) door selectie van het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor
katoen. De TWEEDE drooglading met de restlading moet worden getest door selectie van
het programma AUTOMATISCH KASTDROOG voor katoen.
5.3 Ingestelde droogtijd
Droogheidsniveau
Soort stof
Extra droog
Artikelen van badstof
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe‐
ken, etc.)
Kastdroog
Voor spullen die op‐
geruimd worden
Kastdroog
Voor spullen die op‐
geruimd worden
Strijkdroog
Geschikt voor artike‐
len die gestreken
moeten worden
Bela‐
ding
(kg)
Centri‐
fuge‐
snel‐
heid
(tpm)
Voorge‐
stelde
duur (min)
6
1600
220 - 240
4
1600
140 - 160
2
1600
100 - 110
6
1600
210 - 230
4
1600
130 - 150
2
1600
90 - 100
3
1200
100 - 110
1
1200
40 - 50
Wol
(wollen truien)
1
1200
110 - 130
Zijde
(blousen, overhemden, kle‐
ding, enz.)
1
1000
80
Katoen en linnen
(lakens, tafellakens, over‐
hemden, etc.)
6
1600
150 - 170
4
1600
85 - 105
2
1600
55 - 65
Katoen en linnen
(badjassen, badhanddoe‐
ken, etc.)
Synthetische en gemeng‐
de stoffen
(truien, blouses, onder‐
goed, huishoudlinnen)
14
www.electrolux.com
5.4 Woolmark Apparel Care Blauw
•
De wolwascyclus van de machine is
goedgekeurd door Woolmark voor het
wassen van wollen kleding met een
wasetiket voor de handwas, mits de
kledingstukken worden gewassen
volgens de instructies op het etiket in
het kledingstuk en die van de
fabrikant van deze wasmachine.
M1144
• De droogcyclus voor wol van deze
machine is getest en goedgekeurd
door de Woolmark Company. De
cyclus is geschikt voor wollen kleding
die volgens het etiket op de hand
moet worden gewassen op
voorwaarde dat de kleding op een
door Woolmark aangeraden manier
op de hand gewassen is en gedroogd
wordt volgens de instructies van de
fabrikant. M1224
In het VK, Ierland, Hong Kong en India is
het Woolmark-symbool is een
certificeringshandelsmerk.
6. VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities
met relevante standaarden. Verschillende oorzaken kunnen de gege‐
vens wijzigen: de hoeveelheid en het type wasgoed en de omgevings‐
temperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur van het toe‐
voerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Bij de start van het programma toont het display de duur van het pro‐
gramma voor de maximale beladingscapaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en
deze kan aanzienlijk worden verkort als er minder wasgoed in de trom‐
mel is dan de maximale beladingscapaciteit (bijv. bij katoen 60°C, maxi‐
male beladingscapaciteit 9 kg, is de programmaduur langer dan 2 uur,
maar bij een werkelijke belading van 1 kg kan de programmaduur korter
zijn dan 1 uur).
Als de machine de werkelijke programmaduur berekent, knippert er een
stip op het display.
Programma’s
Katoen 60°C
Bela‐
ding
(kg)
9
Energie‐
verbruik
(kWh)
Waterver‐
bruik (liter)
1.6
69
Geschatte pro‐
grammaduur (mi‐
nuten)
168
NEDERLANDS
Programma’s
Bela‐
ding
(kg)
Energie‐
verbruik
(kWh)
Waterver‐
bruik (liter)
15
Geschatte pro‐
grammaduur (mi‐
nuten)
Katoen Eco/Coton Eco
Energiebesparingspro‐
gramma katoen 60°C1)
9
1.05
56
244
Katoen 40°C
9
1.0
69
164
Synthetische was 40°C
4
0.6
48
105
Fijnwas 40°C
4
0.7
58
86
Wol/handwas 30°C
2
0.35
57
61
1) «Het energiebesparingsprogramma voor katoen» bij 60°C bij een belading van 9 kg is
het referentieprogramma voor de in het energielabel vermelde gegevens, overeenkomstig
de EEG-norm 92/75.
7. OPTIES
7.1 Centrifugeren - Essorage
Met deze optie kunt u de
standaardcentrifugeersnelheid verlagen.
Het symbool van de ingestelde snelheid
wordt op het display weergegeven.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
•
•
•
•
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen te verwijderen.
Instellen voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
Op het display verschijnt het symbool
.
Spoelstop
•
•
•
•
Stel deze optie in om kreukvorming in
stoffen te voorkomen.
Het wasprogramma stopt met water in
de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreukvorming van het
wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen
openen.
Op het display verschijnt het symbool
.
Zie om het water weg te
pompen 'Aan het einde van
het programma'.
Extra Stil
•
•
•
•
•
Stel deze optie in om alle
centrifugeerfasen te verwijderen en
een stil wasprogramma uit te voeren.
De spoelfase verbruikt meer water
voor sommige wasprogramma's.
Het wasprogramma stopt met water in
de trommel. De trommel draait
regelmatig om kreukvorming van het
wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het
water afvoeren om de deur te kunnen
openen.
Op het display verschijnt het symbool
.
Zie om het water weg te
pompen 'Aan het einde van
het programma'.
7.2 Temperatuur - Température
Stel deze optie in om de
standaardtemperatuur te wijzigen.
Aanduiding
= koud water.
Het display toont de ingestelde
temperatuur.
www.electrolux.com
7.3 Droogtijd - Minuterie
Met deze optie kunt u de tijd instellen
voor de stoffen die u moet drogen. De
ingestelde waarde wordt in het display
weergegeven.
Druk op
of
om de programmaduur
te verlengen of in te korten.
Het symbool Time Manager is alleen
beschikbaar bij de programma's in de
tabel.
U kunt niet alle tijdwaarden
voor de verschillende
stofsoorten instellen.
7.4 Startuitstel - Départ différé
Met deze optie kunt u de start van een
programma uitstellen van 30 minuten tot
20 uur.
Katoen Eco/Coton Eco
Telkens als u deze toets indrukt wordt de
droogtijd met 5 minuten verlengd.
Aanduiding
16
1)
Op het display verschijnt het
bijbehorende symbool.
■
■
■
■
7.5 Voorwas - Prélavage
■
■
Met deze optie kunt u een voorwasfase
toevoegen aan een wasprogramma.
■
■
■
■
■3)
■3)
■
■
■
■
Gebruik deze optie bij zwaar bevuilde
kleding.
Als u deze optie instelt neemt de
programmaduur toe.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden.
7.6 Droogtegraad - Niveau
Séchage
Gebruik deze optie om automatisch het
droogniveau van uw wasgoed in te
stellen. Het symbool van het ingestelde
niveau wordt op het display
weergegeven.
•
Extra droog-niveau voor katoen
•
Kastdroog-niveau voor katoen,
synthetica, zijden en wollen
kledingstukken
•
Strijkdroog-niveau voor katoen
7.7 Tijdsinstelling
Als u een wasprogramma instelt, toont
het display de standaardduur.
4)
■
■
■
■ 2)
■3)
■5)
■
■3)
1) Kort: om het wasgoed om te frissen.
2) Korte duur: programma voor het opfris‐
sen van wasgoed.
3) Standaardduur programma.
4) Langste: De programmaduur verlengen,
zal het energieverbruik laten toenemen. De
geoptimaliseerde opwarmfase bespaart
energie en de lagere duur heeft dezelfde
wasresultaten (vooral voor normaal be‐
vuild).
5) Standaardduur: programma voor het ont‐
kreuken van wasgoed.
Eco Info
De streepjes Eco Info (alleen bij de
programma's voor katoen en synthetica)
geven de efficiëntie weer van het
wasprogramma qua energiebesparing:
NEDERLANDS
•
6 streepjes: de efficiëntste instelling
voor optimale wasprestaties.
• 1 streepje: de minder efficiënte
instelling.
Het aantal Eco Info-streepjes verandert
als u de duur wijzigt van het
wasprogramma (zie Tijdsinstelling), de
wastemperatuur en het gewicht van het
wasgoed. Om de prestaties van het
wasprogramma te optimaliseren moet
het aantal streepjes toenemen:
•
Als de programmaduur toeneemt,
komen er meer Eco Info-streepjes.
Door de duur van het wasprogramma
te verlengen, kunnen constante
prestaties mogelijk worden die het
energieverbruik verlagen.
• Als u de wastemperatuur verlaagt,
komen er meer Eco Info-streepjes.
Advies voor de meest efficiënte
instelling:
•
•
•
Stel de aanduiding Tijdsinstelling
of
in.
Stel de mogelijk lagere
wastemperatuur in.
Stel de voorwasoptie niet in.
7.8 MyFavourites
Met deze optie kunt u uw favoriete
programma en opties opslaan.
17
Hoe een programma opslaan
1. Druk op de toets
om het apparaat
in te schakelen.
2. Stel het programma en de opties in
die u wenst op te slaan.
3. Druk op MyFavourite tot op het
display de tekst “MEM” verschijnt.
Het opgeslage programma instellen
om het apparaat
1. Druk op de toets
in te schakelen.
2. Druk kort op MyFavourite.
Het startuitstel is niet
opgeslagen in het
geheugen.
7.9 Extra Spoelen - Rinçage
Plus
Met deze optie kunt u spoelingen
toevoegen aan een wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen die
allergisch zijn voor wasmiddelen en in
gebieden waar het water erg zacht is.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden op het display. Raadpleeg
'Instellingen' over het activeren van deze
functie.
Het is niet mogelijk om de optie
startuitstel op te slaan met MyFavourite.
8. INSTELLINGEN
8.1 Kinderslot
8.2 Permanent extra spoelen
Met deze optie kunt u voorkomen dat
kinderen met het bedieningspaneel
spelen.
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt
instellen.
•
•
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
en
tot het indicatielampje
op
aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
•
Nadat u op
heeft gedrukt: worden
de opties en de programmaknop
vergrendeld.
•
Voordat u op
heeft gedrukt: kan
het apparaat niet starten.
Voor het inschakelen/uitschakelen
van deze optie, drukt u tegelijkertijd
en
tot het indicatielampje
op
aan/uit gaat.
8.3 Geluidssignalen
De geluidssignalen weerklinken
wanneer:
•
•
Het programma is voltooid
Er een storing in het apparaat
optreedt.
18
www.electrolux.com
Voor het uitschakelen/inschakelen van
de geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd
op
en
gedurende 6 seconden.
Als u de geluidssignalen
uitschakelt, werken ze wel
als er een storing optreedt.
9. VOORDAT U HET APPARAAT VOOR DE EERSTE
KEER GEBRUIKT
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Doe een klein beetje wasmiddel in
het doseervakje voor de wasfase.
4. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed en start het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
10. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
10.1 Wasgoed in de machine
doen
1. Open de deur van het apparaat
2. Schud de items voor u ze in de
wasautomaat plaatst.
3. Plaats het wasgoed stuk voor stuk in
de trommel.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de
trommel plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
LET OP!
Zorg ervoor dat er geen
wasgoed tussen de deur
blijft klemmen. Er kan
waterlekkage of beschadigd
wasgoed ontstaan.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan
schade aan de rubberen
delen van de wasmachine
veroorzaken.
10.2 Wasmiddel en
toevoegingen gebruiken
1. Meet het wasmiddel en
wasverzachter af.
2. Doe het wasmiddel en de
wasverzachter in de compartimenten.
3. Sluit de wasmiddeldoseerlade
voorzichtig.
NEDERLANDS
10.3 Wasmiddeldoseerbakjes
LET OP!
Gebruik alleen wasmiddel voor wasmachines.
Volg altijd de instructies op de verpakking van de wasmiddelen.
Wasmiddelbakje voor voorwasfase.
Wasmiddelbakje voor wasfase.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (textielversteviger, stijfsel).
Klep voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel.
10.4 Vloeibaar wasmiddel of
poeder
A
1.
2.
B
3.
4.
19
20
www.electrolux.com
•
•
Positie A voor poederwasmiddel (fabrieksinstelling).
Positie B voor vloeibaar wasmiddel.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt:
• Gebruik geen gelatineachtige of dikke vloeibare wasmiddelen.
• Gebruik niet meer vloeibaar wasmiddel dan het maximale niveau.
• Stel de voorwasfase niet in.
• Stel de startuitstelfunctie niet in.
10.5 Het apparaat inschakelen
Als de aanduiding
Druk op de toets
om het apparaat in
of uit te schakelen. Er klinkt een geluid
als het apparaat wordt ingeschakeld.
knippert, wordt
de deur vergrendeld.
Als het display een
alarmbericht
weergeeft nadat de
10.6 Een programma instellen
1. Draai de programmaschakelaar om
het programma in te stellen:
• Het bijbehorende programmaindicatielampje gaat branden.
•
Het indicatielampje van
knippert.
• Het display vermeldt het niveau
van de Time Manager, de
programmaduur en welke
programmafase actief is.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur,
de centrifugeersnelheid, de
cyclusduur of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde
optie branden.
Als u iets niet goed instelt,
toont het display de melding
.
•
aanduiding
gedurende een paar
seconden heeft
geknipperd, betekent
dit dat de deur niet
goed vergrendeld is
(kijk voor meer details
in het hoofdstuk
Probleemoplossing).
De afvoerpomp kan even werken
als het apparaat gevuld wordt met
water.
Na ongeveer 15 minuten na
de start van het programma:
• Het apparaat past
automatisch de
programmaduur aan aan
de wasgoedbelading.
• Op de display verschijnt
de nieuwe waarde.
10.7 Een programma starten
zonder een uitgestelde start
10.8 Een programma starten
met een uitgestelde start
Druk op
1. Druk nogmaals op
tot op het
display het gewenste startuitstel
verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat
branden op het display.
.
•
Het indicatielampje
stopt met
knipperen en blijft branden.
•
Het indicatielampje
begint te
knipperen.
Het programma start, de deur is
vergrendeld en het display toont
•
de weergave
.
2. Druk op :
• De machine begint de tijd af te
tellen.
• De deur wordt vergrendeld, het
display toont de aanduiding
.
NEDERLANDS
Als de aanduiding
knippert,
wordt de deur vergrendeld. Als
het display een alarmbericht
weergeeft nadat de aanduiding
•
gedurende een paar
seconden heeft geknipperd,
betekent dit dat de deur niet goed
vergrendeld is (kijk voor meer
details in het hoofdstuk
Probleemoplossing).
Nadat het aftelproces voltooid is,
wordt het programma automatisch
gestart.
Het apparaat voert het water
af voordat u een nieuw
programma start. Zorg er in
dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het
doseerbakje zit, zo niet vul
het dan bij.
10.11 De deur openen
LET OP!
Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te
hoog zijn en de trommel nog
draait, kunt u de deur niet
openen.
U kunt de instelling van het
startuitstel annuleren of
wijzigen voordat u op
drukt. De uitgestelde start
annuleren:
•
•
Druk op
om het
apparaat op pauze te
zetten.
Druk op
tot op het
' verschijnt.
•
om
Druk weer op
het programma direct
te starten.
10.9 Een programma
onderbreken en de opties
wijzigen
U kunt slechts enkele functies wijzigen
voordat ze gaan werken.
.
1. Druk op
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk weer op
.
Het wasprogramma gaat verder.
10.10 Een actief programma
annuleren
1. Druk een paar seconden op de toets
om het programma te annuleren
en om het apparaat uit te schakelen.
2. Druk weer op dezelfde toets om het
apparaat in te schakelen. U kunt nu
een nieuw wasprogramma kiezen.
21
Als een programma of het startuitstel in
werking is, is de deur van het apparaat
vergrendeld en op het display staat het
symbool
.
De deur van het apparaat openen
wanneer het programma of het
startuitstel in werking is:
om het apparaat te
1. Druk op
pauzeren.
2. Wacht tot het indicatielampje van de
deurvergrendeling
dooft.
3. Open de deur.
4. Sluit de deur en druk weer op de
.
toets
Het programma of het startuitstel blijft
werken.
10.12 Aan het einde van het
programma
•
•
Het apparaat stopt automatisch.
Als het geluidssignaal actief is,
weerklinkt het signaal.
•
In het display gaat het symbool
aan.
Het lampje van Start/Pauze - Départ/
Pause gaat uit.
•
•
•
•
•
Het deurvergrendelingssymbool
gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
22
www.electrolux.com
•
Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit Marche/Arrêt om het
apparaat uit te schakelen.
• Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
• De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
•
•
Het indicatielampje van de deur
brandt. De deur blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
4. Druk een paar seconden op de knop
voor Aan/Uit Marche/Arrêt om het
apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint
het apparaat automatisch
met het afvoeren van water
en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
10.13 Automatische standbyoptie
Als u het apparaat niet uitschakelt, wordt
enkele minuten na het einde van het
wasprogramma de energiezuinige
modus geactiveerd.
Om het water weg te pompen:
Hierdoor wordt het energieverbruik
beperkt wanneer het apparaat in de
standby-stand staat.
.
1. Druk op
Het apparaat voert het water af en
centrifugeert.
2. Als u
instelt, pompt het
apparaat alleen. De
centrifugeersnelheid zo nodig
verlagen.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool
uit en kunt u de deur openen.
•
Alle indicatielampjes en de display
gaan uit.
•
knippert
Het indicatielampje
langzaam.
Druk op een van de opties om de
energiezuinige modus te deactiveren.
•
11. DAGELIJKS GEBRUIK - ALLEEN DROGEN
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
11.1 Instelling voor drogen
WAARSCHUWING!
Controleer of de
waterkraan is geopend.
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen.
2. Steek de was één voor één in het
apparaat.
3. Draai de programmaknop naar het
programma dat geschikt is voor het
drogen van het wasgoed. Op het
display verschijnt het symbool
.
11.2 Drogen op automatische
niveaus
Het wasgoed kan worden gedroogd op
vooraf bepaalde droogniveaus:
tot het
1. Druk herhaaldelijk op
display een van volgende
droogheidniveaus aangeeft:
•
: Aanduiding STRIJKDROOGniveau voor katoen
NEDERLANDS
•
•
: Aanduiding KASTDROOGniveau voor katoen, synthetica,
wol en zijden kledingstukken
•
: Aanduiding EXTRA DROOGniveau voor katoen
Op het display verschijnt een
tijdswaarde, berekend aan de hand van
een standaard wasgoedlading. Als er
meer of minder wasgoed in de trommel
zit, past het apparaat de tijdswaarde
tijdens de cyclus automatisch aan.
•
om het programma te
2. Druk op
starten.
Op het display verschijnt de aanduiding
voor gesloten deur
droogsymbool
. Het
begint te knipperen.
U kunt niet alle niveaus voor
alle soorten wasgoed
instellen.
11.3 Ingestelde droogtijd
Het wasgoed kan ook worden gedroogd
met een handmatig instelde droogtijd:
1. Druk herhaaldelijk op
om de
tijdswaarde in te stellen (zie de tabel
«Programma's voor tijdsingesteld
drogen»).
• Op het display verschijnt 10
minuten. Telkens als u deze toets
indrukt wordt de droogtijd met 5
minuten verlengd.
• De ingestelde waarde wordt in het
display weergegeven:
•
bijvoorbeeld –
.
Na enkele seconden geeft het
display een nieuwe tijdwaarde
. Het apparaat berekent
weer:
ook de duur van de antikreukbeveiliging en de koelfase.
2. Druk op
om het programma te
starten.
• Op het display verschijnt
regelmatig een nieuwe tijdwaarde.
Het droogsymbool
begint te
knipperen.
Op het display verschijnt de
aanduiding voor gesloten deur
.
Als u een tijdswaarde van
slechts 10 minuten instelt,
voert het apparaat alleen
een afkoelfase uit.
Als het wasgoed niet droog
genoeg is, stel opnieuw een
korte droogtijd in.
11.4 Einde van het
droogprogramma
Het apparaat stopt automatisch.
•
De geluidssignalen weerklinken (als
ze actief zijn).
•
In het display gaat het symbool
aan.
•
•
Het indicatielampje
gaat uit.
De laatste minuten van de
droogcyclus voert het apparaat een
koel- en anti-kreukfase uit. De deur
blijft vergrendeld.
Wanneer het deursymbool voor de
vergrendeling
deur openen.
uit gaat, kunt u de
1. Druk een paar seconden op de knop
voor
om het apparaat uit te
schakelen.
Een paar minuten na afloop van het
programma schakelt de
energiebesparende functie het apparaat
automatisch uit.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
3. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
4. Draai de waterkraan dicht.
12. DAGELIJKS GEBRUIK - WASSEN & DROGEN
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
23
24
www.electrolux.com
12.1 NON-Stop-programma
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit Marche/Arrêt om het
apparaat in te schakelen.
2. Steek de was een voor een in het
apparaat.
Overschrijd voor goede
droogprestaties niet de
maximale laadcapaciteit die
in de gebruikershandleiding
wordt aanbevolen. De
ingestelde
centrifugeersnelheid mag
niet lager zijn dan de
automatische snelheid van
het ingestelde programma.
3. Vul de bakjes met wasmiddel en
additieven.
4. Draai de programmaknop op het
wasprogramma.
De symbolen van de verschillende
wasfasen worden op het display
weergegeven.
5. Stel de beschikbare opties in.
12.2 Wassen & Automatisch
drogen
1. Druk herhaaldelijk op
tot het
display een van volgende
droogheidniveaus aangeeft:
•
: Aanduiding STRIJKDROOGniveau voor katoen
•
: Aanduiding KASTDROOGniveau voor katoen, synthetica,
wol en zijden kledingstukken
: Aanduiding EXTRA DROOGniveau voor katoen
Op het display verschijnt het
•
indicatielampje . De tijdswaarde op het
display is de duur van de was- en
droogfasen, berekend aan de hand van
een standaard wasgoedlading.
Voor een goede droging laat
het apparaat u niet toe een
lage centrifugeersnelheid in
te stellen voor de te wassen
en drogen items.
2. Druk op
starten.
om het programma te
In het display blijft de aanduiding van de
ingestelde droogheid aan.
Het deurvergrendelingssymbool
gaat
aan.
Op het display verschijnt regelmatig een
nieuwe tijdwaarde.
De laatste minuten van de
droogcyclus voert het
apparaat een antikreukbeveiliging en de
afkoelfasen uit.
12.3 Wassen & Tijddrogen
Voor een goede droging laat het
apparaat u niet toe een lage
centrifugeersnelheid in te stellen voor de
te wassen en drogen items.
om de droogtijd in
1. Druk op toets
te stellen. Op het display verschijnt
10 minuten.
verschijnt op het display. De
ingestelde droogtijdwaarde wordt in het
display weergegeven. bijvoorbeeld:
.
Na enkele seconden toont het display de
definitieve tijdwaarde
, d.w.z. de
totale duurtijd van de was- en droogcycli
(wassen + drogen + anti-kreuk +
koelfasen).
Als u pas na het wassen 10
minuten droogtijd instelt,
berekent het apparaat ook
de duurtijd van de antikreuk- en koelfasen.
2. Druk op
starten.
om het programma te
aan.
In het display gaat het symbool
De deur blijft vergrendeld. Op het display
verschijnt regelmatig een nieuwe
tijdwaarde.
12.4 Einde van het programma
Het apparaat stopt automatisch. De
geluidssignalen weerklinken (als ze
actief zijn).
Voor meer informatie, raadpleeg "Aan
het einde van het droogprogramma" van
het vorige hoofdstuk.
1. Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
NEDERLANDS
25
2. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en
onaangename luchtjes te
voorkomen.
•
•
12.5 Pluisjes op kleding
12.6 Hoe verwijdert u pluisjes
van kledingstukken?
Tijdens de was- en/of droogfase geven
bepaalde soorten stoffen (spons, wol,
sweaterstof) pluisjes af.
Deze afgegeven pluisjes kunnen tijdens
de volgende cyclus aan de stoffen
kleven.
Ter voorkoming van pluisjes in uw
wasgoed, bevelen wij u het volgende
aan:
•
•
Was geen donkere stoffen na het
wassen en drogen van lichte stoffen
(nieuwe spons, wol en sweaterstof)
en vice versa.
Laat dit soort stoffen in de openlucht
drogen wanneer ze voor het eerst
gewassen zijn.
Maak het afvoerfilter schoon.
Na de droogfase reinigt u de lege
trommel, de pakking en de deur
grondig met een natte doek.
Voor het verwijderen van pluisjes in de
trommel, stelt u een speciaal programma
in:
1. Maak de trommel leeg.
2. Maak de trommel, pakking en deur
grondig schoon met een natte doek.
3. Stel het spoelprogramma in.
4. Druk om de reinigingsfunctie in te
schakelen, tegelijkertijd toets
en
in totdat CLE op het display
verschijnt.
5. Druk op
om het programma te
starten.
13. AANWIJZINGEN EN TIPS
13.1 Voor u het wasgoed in de
trommel doet
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de
waslabels van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet
samen.
Sommige bonte weefsels kunnen
uitlopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
Knoop kussenslopen dicht, sluit
ritsen, haakjes en drukknopen. Rol
riemen op.
Maak alle zakken leeg en vouw alle
artikelen open.
Draai meerlagige stoffen, wollen en
kleding met geverfde opdrukken
binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met
een speciaal wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden
voordat het in de trommel wordt
gedaan
•
•
•
Wees voorzichtig met gordijnen.
Verwijder de haken of stop de
gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of
met scheuren. Gebruik een waszakje
om kleine items te wassen (Bijv.
beugelbh's, riemen, panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als
dit gebeurt, kunt u de artikelen
handmatig verdelen in de trommel en
de centrifugefase opnieuw starten.
13.2 Hardnekkige vlekken
Voor sommige vlekken is water en
wasmiddel niet voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te
behandelen voordat u deze artikelen in
de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars
verkrijgbaar. Gebruik een speciale
vlekkenverwijderaar die geschikt is voor
het type vlek en stof.
26
www.electrolux.com
13.3 Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
•
•
•
•
•
•
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld
zijn voor gebruik in een wasautomaat:
– waspoeder voor alle soorten
weefsels,
– waspoeder voor delicate stoffen
(40 °C max) en wol,
– vloeibare wasmiddelen, bij
voorkeur voor wasprogramma's
op lage temperatuur (60 °C max.)
voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten
wasmiddel met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu
te beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de
programmatemperatuur en de mate
van vervuiling.
Als uw machine geen
wasmiddeldoseerbakje heeft met
klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol
(meegeleverd bij het wasmiddel).
13.4 Milieutips
•
•
•
•
Stel een programma in zonder de
voorwasfase om wasgoed dat
normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de
maximum toegestane hoeveelheid
wasgoed.
Gebruik indien nodig een
vlekkenverwijderaar als u een
programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw
plaatselijke systeem om de juiste
hoeveelheid wasmiddel te gebruiken.
Zie "Waterhardheid".
13.5 Waterhardheid
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterverzachter voor wasautomaten
aan. In gebieden waar de waterhardheid
zacht is, is het gebruik van een
waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid
in uw gebied.
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies
die u vindt op de verpakking van het
product.
13.6 Tips voor het drogen
De droogfase voorbereiden
• Draai de waterkraan open.
• Controleer of de afvoerslang goed is
aangesloten. Zie het hoofdstuk over
de installatie voor meer informatie.
• Raadpleeg voor informatie over de
maximale wasgoedlading bij
droogprogramma's de
droogprogrammatabel.
13.7 Items die niet geschikt zijn
voor de droger
Stel voor dit wasgoed geen
droogprogramma in:
• Zeer fijne was.
• Synthetische gordijnen.
• Kledingstukken met metalen
invoegstukken.
• Nylon kousen.
• Dekbedden.
• Bedspreien.
• Dekbedovertrekken.
• Anoraks.
• Slaapzakken.
• Stoffen met restjes haarspray,
nagellakremover of iets dergelijks.
• Kledingstukken met schuimrubber of
met materialen die hierop lijken.
13.8 Wasvoorschriften in de
kleding
Bij het drogen van uw wasgoed moet u
zich houden aan de voorschriften van de
fabrikant:
•
= Het artikel is geschikt voor de
droogtrommel
•
= Droogprogramma op hoge
temperatuur
NEDERLANDS
•
= Droogprogramma op lage
temperatuur
•
= Het artikel is niet geschikt voor
de droogtrommel.
13.9 Duur van het
droogprogramma
De droogtijd kan variëren afhankelijk
van:
• snelheid van de laatste keer
centrifugeren
• droogheidsniveau
• soort wasgoed
• het gewicht van het wasgoed
13.10 Extra drogen
27
13.11 Algemene tips
Raadpleeg de tabel "Droogprogramma's"
om de gemiddelde droogtijden op te
zoeken.
Het drogen van wasgoed zal beter gaan
naarmate u het vaker doet. Houd bij hoe
lang uw droogprogramma's duren.
Statische lading na het drogen
voorkomen:
1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
Na afloop van het droogprogramma dient
u het wasgoed meteen uit de trommel te
halen.
Als het wasgoed aan het einde van het
droogprogramma nog steeds vochtig is,
stelt u nogmaals een korte droogfase in.
WAARSCHUWING!
Om kreuken en krimpen te
voorkomen dient u het
wasgoed niet te lang te
drogen.
14. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Gebruik alleen speciale producten voor
wasmachines om roestdeeltjes te
verwijderen. Doe dit apart van het
wassen van wasgoed.
14.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen brandspiritus,
oplosmiddelen of chemische
producten.
14.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw gebied hoog
of gemiddeld is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor wasautomaten
aan.
Controleer de trommel regelmatig om
kalk en roestdeeltjes te voorkomen.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
14.3 Onderhoudswasbeurt
Bij programma's met lage temperaturen
is het mogelijk dat er wat wasmiddel
achterblijft in de trommel. Voer
regelmatig een onderhoudswasbeurt uit.
Ga als volgt te werk:
•
•
Haal al het wasgoed uit de trommel.
Kies het katoenprogramma met de
hoogste temperatuur met een kleine
hoeveelheid wasmiddel.
28
www.electrolux.com
14.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
14.5 Het afwasmiddeldoseerbakje reinigen
1.
2.
1
2
3.
4.
14.6 Het afvoerfilter schoonmaken
Reinig het afvoerfilter niet als het water in de machine heet is.
Controleer het filter van de afvoerpomp regelmatig en houd het schoon.
Herhaal stap 2 en 3 tot er geen water meer wegstroomt.
30
www.electrolux.com
Houd altijd een doek bij de
hand om eventueel morsen
van water op te nemen.
14.7 Het filter van de toevoerslang en het klepfilter reinigen
1.
2.
1
2
3
3.
4.
45°
20°
14.8 Noodafvoer
Het apparaat kan geen water afvoeren
door een storing.
Als dit optreedt, voert u stappen (1) tot
(8) uit van "Het afvoerfilter reinigen".
Maak de pomp zo nodig schoon.
Als u het water afpompt met
gebruikmaking van de
noodafpompprocedure, moet u het
aftapsysteem opnieuw activeren:
1. Giet 2 liter water in het wasvak van
de wasmiddellade.
2. Start het programma om het water af
te pompen.
14.9 Voorzorgsmaatregelen bij
vorst
Als het apparaat is geïnstalleerd in een
gebied waar de temperatuur lager is dan
0° C, dan dient u het resterende water uit
de afvoerslang en de afvoerpomp te
verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de
toevoerslang in een bak en laat het
water uit de slang stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert
u de toevoerslang opnieuw.
NEDERLANDS
31
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
temperatuur hoger is dan
0°C voordat u het apparaat
opnieuw gebruikt.
De fabrikant is niet
verantwoordelijk voor
schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
15. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
15.1 Introductie
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te
lossen (zie tabel). Als het probleem
aanhoudt, neemt u contact op met de
Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display
een alarmcode:
•
- Het apparaat wordt niet goed
gevuld met water.
•
- Het apparaat pompt geen
water weg.
•
- De deur is open of niet goed
gesloten. Controleer de deur!
Als het apparaat
overladen is, neemt u wat
voorwerpen uit de
trommel en/of duwt u
tegen de deur en drukt u
tegelijkertijd op de knop
Start/Pauze - Départ/
Pause totdat de
aanduiding
stopt met
knipperen (zie de
afbeelding hieronder).
•
- De stroomtoevoer is onstabiel.
Wacht tot de stroomtoevoer stabiel is.
•
- Geen communicatie tussen de
elektronische elementen van het
apparaat. Schakel uit en terug aan.
•
- Het beschermingssysteem
tegen waterlekkage is in werking
getreden. Koppel het apparaat los en
draai de waterkraan dicht. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
WAARSCHUWING!
Schakel het apparaat uit
voordat u controles uitvoert.
32
www.electrolux.com
15.2 Mogelijke storingen
Probleem
Mogelijke oplossing
•
•
Het programma start
niet.
•
•
•
•
•
•
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
•
•
•
•
•
Het apparaat vult zich
niet met water en
pompt dit direct weg.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag
is. Neem voor deze informatie contactpersoon op met
uw plaatselijke waterleidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat het filter van de inlaatslang en het
filter van het ventiel niet verstopt zijn. Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe‐
voerslang aanwezig zijn.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaat‐
slang in orde is.
Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterin‐
laatslangen in orde zijn.
•
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie
is. De slang kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montageinstructies'.
•
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt
is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of
bochten heeft.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in
orde is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zon‐
der afvoerfase instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt
waarbij water in de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reini‐
ging'.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met de Servicedienst.
•
•
Het water niet wordt af‐
gepompt uit de machi‐
ne.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op
het stopcontact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten
is.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in
het zekeringenkastje is.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of
wacht op het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit.
•
•
•
•
NEDERLANDS
Probleem
Mogelijke oplossing
•
•
De centrifugeerfase
werkt niet of de wascy‐
clus duurt langer dan
normaal.
•
•
•
Er is water op de vloer.
•
•
•
•
•
U kunt de klep van de
machine niet openen.
•
•
Het apparaat maakt
een abnormaal geluid.
•
•
•
De cyclus is korter dan
de weergegeven tijd.
De cyclus is langer dan
de weergegeven tijd.
De wasresultaten laten
te wensen over.
33
Stel de centrifugeersnelheid in.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt
waarbij water in de trommel blijft.
Verzeker u ervan dat het afvoerfilter niet verstopt is.
Reinig indien nodig het filter. Zie 'Onderhoud en reini‐
ging'.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en
start de centrifugeerfase opnieuw. Dit probleem kan ver‐
oorzaakt zijn door evenwichtsproblemen.
Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslan‐
gen goed afgedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet
beschadigd zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoe‐
veelheid gebruikt.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich
water in de trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voor‐
zorgsmaatregelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onder‐
houd en reiniging").
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machi‐
ne staat.
Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de
machine, Neem contact op met een erkend servicecen‐
trum. Als u de deksel moet openen, lees dan zorgvuldig
“Nooddeuropening”.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raad‐
pleeg 'Montage-instructies'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transport‐
bouten verwijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te
gering zijn.
•
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van
de wasgoedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaar‐
den'.
•
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de
duur. Dit is normaal gedrag van het apparaat.
•
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmid‐
del.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van
hardnekkige vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen
heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
•
•
•
34
www.electrolux.com
Probleem
Mogelijke oplossing
U kunt geen optie in‐
stellen.
•
Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
•
•
•
•
Draai de waterkraan open.
Controleer of het afvoerfilter niet verstopt is.
Verminder de wasgoedbelading.
Zorg ervoor dat u de juiste cyclus instelt. Stel zo nodig
weer een korte droogtijd in.
De machine droogt niet
of droogt niet correct.
Het wasgoed dat in de vorige cyclus gewassen is, heeft
pluizen van een andere kleur losgelaten:
• De droogfase helpt om pluizen te verwijderen.
Het wasgoed zit vol met
• Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar.
pluizen in verschillende
Als er buitensporige hoeveelheden pluizen in de trommel
kleuren.
zijn: kies het speciale programma om de trommel te reini‐
gen (zie onder 'Pluisjes op de weefsels' voor meer informa‐
tie.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van
onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als
het probleem zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
16. NOODDEUROPENING
In het geval van een stroomstoring of
apparaatstoring blijft de deur van het
apparaat vergrendeld. Het
wasprogramma gaat verder als er weer
stroom is. Als de deur door een storing
vergrendeld blijft, is het mogelijk om de
deur te openen met een
noodontgrendeling.
Voor het openen van de deur:
LET OP!
Zorg ervoor dat de
watertemperatuur niet te
hoog is en dat het
wasgoed niet heet is.
Wacht indien nodig tot de
watertemperatuur en het
wasgoed zijn afgekoeld.
LET OP!
Zorg ervoor dat de
trommel niet draait. Wacht
indien nodig tot de
trommel stopt met draaien.
Zorg ervoor dat het
waterpeil in de trommel
niet te hoog is. Voer indien
nodig een
noodafvoerprocedure uit
(zie "Water afvoeren in een
noodgeval" in het
hoofdstuk "Onderhoud en
reiniging").
Ga als volgt te werk om de deur te
openen:
1. Druk op de knop Aan/Uit Marche/
Arrêt om het apparaat uit te
schakelen.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Open de filterklep.
4. Trek de noodontgrendeling omlaag
en open tegelijkertijd de deur van het
apparaat.
NEDERLANDS
35
5. Haal het wasgoed uit de trommel en
sluit de deur van het apparaat.
6. Sluit het klepje.
17. TECHNISCHE GEGEVENS
Afmetingen
Breedte / Hoogte/ Diep‐
te/ Totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 605 mm/ 639
mm
Aansluiting op het
elektriciteitsnet
Spanning
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
Niveau van bescherming tegen het binnendrin‐
gen van vaste deeltjes en vocht gewaarborgd
door het beschermdeksel, behalve wanneer de
laagspanningsapparatuur geen bescherming te‐
gen vocht heeft
IPX4
Druk watertoevoer
Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0.8 MPa)
Maximale belading
wasgoed
Katoen
9 kg
Maximale belading
droog wasgoed
Katoen
Synthetica
6 kg
3 kg
Centrifugeersnelheid
Maximum
1600 tpm
18. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.