Electrolux EHH3320FOK Handleiding

Type
Handleiding
INHOUD
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
4. DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
6. ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
7. PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
8.
MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
9. TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
WE DENKEN AAN U
Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele
ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd.
Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult
krijgen.
Welkom bij Electrolux.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie:
www.electrolux.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.electrolux.com/productregistration
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat:
www.electrolux.com/shop
KLANTENSERVICE
Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan.
Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de
hand hebt.
De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer.
Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie.
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
2
www.electrolux.com
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installa-
tie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet ver-
antwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een
foutieve installatie. Bewaar de instructies van het appa-
raat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
WAARSCHUWING!
Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invali-
diteit.
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelij-
ke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een ge-
brek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht
staan van een volwassene of van iemand die verant-
woordelijk is voor hun veiligheid.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kin-
deren.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het appa-
raat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is
heet.
Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging,
raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
1.2 Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselemen-
ten niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of een
apart afstandbedieningssysteem.
NEDERLANDS 3
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie
kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
Probeer brand nooit met water te blussen, maar scha-
kel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de
vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst,
aangezien ze heet kunnen worden.
Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, scha-
kel het apparaat dan uit om het risico op elektrische
schokken te voorkomen.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de
bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende installatietech-
nicus mag het apparaat installe-
ren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar andere
apparaten en units in acht.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Dicht de oppervlakken af met kit om te
voorkomen dat ze gaan opzetten door
vocht.
Bescherm de bodem van het apparaat
tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat hete pannen van het apparaat val-
len als de deur of het raam wordt geo-
pend.
Als het apparaat geïnstalleerd is boven
lades zorg er dan voor dat de ruimte
tussen de onderkant van het apparaat
en de bovenste lade voldoende is voor
luchtcirculatie.
Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte
van 2 mm vrij is tussen het werkblad en
de voorkant van de onderste unit. De
garantie dekt geen schade veroorzaakt
door het gebrek aan een adequate ven-
tilatieruimte.
De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een on-
brandbaar scheidingspaneel te plaatsen
onder het apparaat om te voorkomen
dat de onderkant kan worden aange-
raakt.
4
www.electrolux.com
Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en elektrische
schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd elektromonteur
worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden aangesloten
op een geaard stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit het
stopcontact is getrokken, voordat u
welke werkzaamheden dan ook uit-
voert.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels verstrikt
raken.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het hete
apparaat of heet kookgerei niet aan-
raakt als u het apparaat op de nabijge-
legen contactdozen aansluit
Zorg ervoor dat het apparaat correct is
geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroom-
kabels of stekkers (indien van toepas-
sing) kunnen ervoor zorgen dat de con-
tactklem te heet wordt.
Zorg ervoor dat er een schokbescher-
ming wordt geïnstalleerd.
Zorg ervoor dat het snoer niet wordt
belast door trekken.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien van
toepassing) of kabel niet beschadigt.
Neem contact op met de service-afde-
ling of een elektromonteur om een be-
schadigde hoofdkabel te vervangen.
De elektrische installatie moet een isola-
tieapparaat bevatten waardoor het ap-
paraat volledig van het lichtnet afgeslo-
ten kan worden. Het isolatieapparaat
moet een contactopening hebben met
een minimale breedte van 3 mm.
Gebruik alleen de juiste isolatie-appara-
ten: stroomonderbrekers, zekeringen
(schroefzekeringen moeten uit de hou-
der worden verwijderd), aardlekschake-
laars en contactgevers.
2.2 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel, brandwonden of
elektrische schokken
Gebruik dit apparaat in een huishoude-
lijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Bedien het apparaat niet met natte han-
den of als het contact maakt met water.
Leg geen bestek of deksels van steel-
pannen op de kookzones. Deze kunnen
heet worden.
Zet de kookzone op "uit" na elk ge-
bruik. Vertrouw niet alleen op de pan-
detector.
Het apparaat mag niet worden gebruikt
als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om elek-
trische schokken te voorkomen.
Gebruikers met een pacemaker moeten
een afstand van minimaal 30 cm bewa-
ren van de inductiekookzones als het
apparaat in werking is.
WAARSCHUWING!
Brand- of explosiegevaar.
Verhitte vetten en olie kunnen ontvlam-
bare damp afgeven. Houd vlammen of
verwarmde voorwerpen uit de buurt van
vet en olie als u er mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft kunnen
spontane ontbranding veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten bevat
kan brand veroorzaken bij een lagere
temperatuur dan olie die voor de eerste
keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten of
items die vochtig zijn door ontvlambare
producten in, bij of op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Zet geen hete pannen op het bedie-
ningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei op
het apparaat vallen. Het oppervlak kan
beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
NEDERLANDS 5
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of met
beschadigde bodems kunnen krassen
veroorzaken in het glaskeramiek. Til de-
ze voorwerpen altijd op als u ze moet
verplaatsen op het kookoppervlak.
2.3 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het appa-
raat.
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Gebruik geen waterstralen of stoom om
het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik
geen schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke over-
heid voor informatie m.b.t. correcte af-
valverwerking van het apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
145 mm
210 mm
1
2
3
1
Inductiekookzone
2
Inductiekookzone
3
Bedieningspaneel
6
www.electrolux.com
3.2 Indeling bedieningspaneel
1 2 4 5 63
7810 9
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays,
indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
sensorveld functie
1
Het apparaat in- en uitschakelen.
2
Het bedieningspaneel vergrendelen/ont-
grendelen.
3
/
Het verhogen of verlagen van de kook-
stand.
4
Een kookstanddisplay De kookstand weergeven.
5
Indicatielampjes timer voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd in-
stelt.
6
Het timerdisplay De tijd in minuten weergeven.
7
Kookzone instellen.
8
/
De tijd verlengen of verkorten.
9
De Powerfunctie inschakelen.
10
De functie STOP+GO in- en uitschakelen.
3.3 Kookstanddisplays
Display Beschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
Warmhouden/STOP+GO-functie is in werking.
- / -
De kookzone wordt gebruikt.
De automatische verwarmingsfunctie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen
kookgerei op de kookzone geplaatst.
Er is een storing.
Er is nog een kookzone heet (restwarmte).
NEDERLANDS 7
Display Beschrijving
Slot/kinderbeveiliging is in werking.
De Powerfunctie is in werking.
De automatische uitschakeling is in werking getreden.
3.4 Restwarmte-indicatie
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door rest-
warmte!
De inductiekookzones creëren de voor
het koken benodigde warmte direct in de
bodem van de pan. Het glaskeramiek
wordt verwarmd door de warmte van de
pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
4.1 In- en uitschakeling
Raak 1 seconde aan om het apparaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatische uitschakeling
De functie schakelt het apparaat
automatisch uit als:
Alle kookzones uitgeschakeld zijn (
).
U de kookstand niet instelt nadat u het
apparaat hebt ingeschakeld.
U iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het bedieningspaneel
hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er
klinkt zes keer een geluidssignaal en
het apparaat wordt uitgeschakeld. Ver-
wijder het voorwerp of reinig het bedie-
ningspaneel.
Het apparaat wordt te heet (b.v. als een
pan droogkookt). De kookzone moet
afgekoeld zijn voordat u het apparaat
weer kunt gebruiken.
U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het
symbool
gaat branden en na 2 mi-
nuten schakelt de kookzone automa-
tisch uit.
U een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd gaat
branden en wordt het apparaat uit-
geschakeld. Zie hieronder.
De verhouding tussen warmte-instelling
en tijden van de automatische uitscha-
kelingsfunctie:
, - — 6 uur
- — 5 uur
— 4 uur
- — 1,5 uur
4.3 Temperatuurinstelling
aanraken om te verhogen. aanra-
ken om te verlagen. Het display toont de
kookstand. Raak
en tegelijkertijd
aan om de kookzone uit te schakelen.
4.4 Automatisch opwarmen
U kunt een gewenste kookstand sneller
verkrijgen als u de functie Automatisch
opwarmen inschakelt. Deze functie scha-
kelt even de hoogste kookstand in (zie af-
beelding) en verlaagt dan naar de gewen-
ste kookstand.
De functie Automatisch opwarmen starten
voor een kookzone:
1.
Raak aan. Het symbool ver-
schijnt op de display.
2.
Raak meteen aan. Het symbool
verschijnt op de display.
3.
Raak meteen aan tot de benodig-
de temperatuurinstelling aan gaat. Na
3 seconden verschijnt
op de dis-
play.
Om de functie te stoppen, raakt u
aan.
8
www.electrolux.com
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
0
123456789
4.5 Powerfunctie
De Powerfunctie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De Powerfunctie kan een beperkte tijd
worden ingeschakeld (zie het hoofdstuk
Technische informatie). Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch terugge-
schakeld naar de hoogste kookstand.
Raak
aan om de functie in te schake-
len;
gaat branden. Wijzig de kook-
stand om de kookstand uit te schakelen.
4.6 Vermogensbeheer
Het vermogensbeheer verdeelt het ver-
mogen tussen twee kookzones die een
paar vormen (zie afbeelding). De power-
functie verhoogt het vermogen naar het
maximale niveau voor één kookzone per
paar. De kracht in de tweede kookzone
neemt automatisch af. Het warmte-instel-
lingsdisplay van de verlaagde zone veran-
dert tussen twee niveaus.
4.7 Timer
Timer met aftelfunctie
Gebruik de timer met aftelfunctie om in te
stellen hoe lang de kookzone deze keer
wordt gebruikt.
Stel de timer in nadat u de kookzone
hebt geselecteerd.
U kunt de kookstand vóór of na het instel-
len van de timer selecteren.
De kookzone instellen:raak
her-
haaldelijk aan totdat het controlelampje
van een benodigde kookzone aan gaat.
De timer in- of uitschakelen: raak
of van de timer aan om de tijd in te
stellen (
00
-
99
minuten). Als het
lampje van de kookzone langzamer
gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld.
De timer uitschakelen: stel de kook-
zone in met
en raak aan om de ti-
mer uit te schakelen. De resterende tijd
telt af tot
00
. Het indicatielampje van
de kookzone gaat uit.
Resterende tijd weergeven: selec-
teer de kookzone met
. Het indica-
tielampje van de kookzone gaat sneller
knipperen. Op het display wordt de res-
terende tijd weergegeven.
Als de tijd verstreken is, klinkt er een ge-
luidssignaal en knippert
00
. De kookzo-
ne wordt uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Aan-
raken van
Kookwekker
U kunt de timer gebruiken als kookwek-
ker als de kookzones uitgeschakeld zijn.
Raak
aan. Raak of aan om de
tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal en knippert
00
.
Het geluidssignaal stopzetten: Aan-
raken van
4.8 STOP+GO
De -functie stelt alle kookzones in op
de laagste instelling (
).
Als
in werking is, kunt u de warmte-in-
stelling niet wijzigen.
stopt de timerfunctie niet.
NEDERLANDS 9
Voor het inschakelen van deze func-
tie, raakt u
aan. Het symbool
gaat branden.
Raak voor het uitschakelen van de-
ze functie
aan. De kookstand die u
eerder hebt ingesteld, wordt weergege-
ven.
4.9 Slot
Wanneer de kookzones in gebruik zijn,
kunt u het bedieningspaneel vergrende-
len, maar niet
. Hiermee wordt voorko-
men dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Raak om deze functie te starten
aan.
Het symbool
verschijnt gedurende vier
seconden.
De timer blijft aan.
Raak om deze functie te stoppen
aan.
De kookstand die u eerder hebt ingesteld,
wordt weergegeven.
Als u het apparaat stopt, stopt deze func-
tie ook.
4.10 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het apparaat
onbedoeld wordt gebruikt.
De kinderbeveiliging inschakelen
Schakel het apparaat in met
. Stel
geen kookstand in.
Raak
4 seconden aan. Het symbool
gaat branden.
Schakel het apparaat uit met
.
De kinderbeveiliging uitschakelen
Schakel het apparaat in met
. Stel
geen kookstand in. Raak
4 secon-
den aan. Het symbool
gaat bran-
den.
Schakel het apparaat uit met
.
De kinderbeveiliging gedurende een
kooksessie onderdrukken
Schakel het apparaat in met
. Het
symbool
gaat branden.
Raak
4 seconden aan. Stel de
kookstand in binnen 10 seconden.
U kunt het apparaat bedienen.
Als u het apparaat uitschakelt met
,
gaat de kinderbeveiliging weer werken.
5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
INDUCTIEKOOKZONES
Bij een inductiekookzone zorgt een sterk
elektro-magnetisch veld ervoor dat de
pan erg snel heet wordt.
5.1 Kookgerei voor
inductiekookzones
Gebruik de inductiekookzones
met geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem
(aangemerkt als geschikt voor inductie
door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper, mes-
sing, glas, keramiek, porselein.
Een pan is geschikt voor een
inductiekookplaat als…
... een beetje water op de hoogste
kookstand binnen korte tijd wordt ver-
warmd.
... een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De bodem van het kookgerei
moet zo dik en vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen: inductie-
kookzones passen zich tot op zekere
hoogte automatisch aan de grootte van
de bodem van het kookgerei aan.
10
www.electrolux.com
5.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van één of
meer kookzones met een hoge kook-
stand en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie)
Zoemen: als u hoge kookstanden ge-
bruikt.
Klikken: er treedt elektrische schakeling
op.
Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect te maken.
5.3 Energie besparen
Energie besparen
Doe indien mogelijk altijd een deksel op
het kookgerei.
Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
De efficiëntie van de kookzone
De efficiëntie van de kookzone heeft be-
trekking op de diameter van het kookge-
rei. Kookgerei met een diameter die klei-
ner is dan het minimum, ontvangt slechts
een deel van het vermogen dat door de
kookzone wordt gegenereerd. Zie het
hoofdstuk Technische gegevens voor de
minimale diameters.
5.4 De voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de warmte-instelling en de kookzone is
niet lineair.
Wanneer u de warmte-instelling verhoogt,
is dit niet proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone.
Het betekent dat de kookzone met de
medium warmte-instelling minder dan de
helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende tabel
dienen slechts als richtlijn.
Ver
wa
rmi
ng
sst
an
d
Gebruik om: Tijd Tips Nominaal
stroomver-
bruik
1
Het door u gekookte
eten warm te houden
naar be-
hoefte
Leg een deksel op de
pan.
3 %
1 -
2
Hollandaisesaus, smel-
ten: boter, chocolade,
gelatine
5 - 25 min Meng het geheel van
tijd tot tijd.
3 – 5 %
1 -
2
Stollen: luchtige om-
eletten, gebakken eier-
en
10 - 40 min Met deksel bereiden. 3 – 5 %
2 -
3
Zachtjes aan de kook
brengen van rijst en
gerechten op melkba-
sis, reeds bereide ge-
rechten opwarmen
25 - 50 min Voeg minstens twee-
maal zoveel vloeistof
toe als rijst, melkge-
rechten tijdens het
bereiden tussendoor
roeren.
5 – 10 %
3 -
4
Stomen van groenten,
vis en vlees
20 - 45 min Enkele eetlepels
vloeistof toevoegen
10 – 15 %
NEDERLANDS 11
Ver
wa
rmi
ng
sst
an
d
Gebruik om: Tijd Tips Nominaal
stroomver-
bruik
4 -
5
Aardappelen stomen 20 - 60 min Gebruik max. ¼ l wa-
ter voor 750 g aard-
appelen
15 – 21 %
4 -
5
Bereiden van grotere
hoeveelheden voedsel,
stoofschotels en soe-
pen
60 - 150
min
Tot 3 l vloeistof plus
ingrediënten
15 – 21 %
6 -
7
Lichtjes braden: kalfs-
oester, cordon bleu
van kalfsvlees, kotelet-
ten, rissoles, worstjes,
lever, roux, eieren,
pannenkoeken, donuts
zoals nodig Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
31 – 45 %
7 -
8
Door-en-door gebra-
den, rösties, lenden-
biefstukken, steaks
5 - 15 min Halverwege de berei-
dingstijd omdraaien.
45 – 64 %
9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden
van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet
100 %
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-
functie is geactiveerd.
6. ONDERHOUD EN REINIGING
Reinig het apparaat telkens na gebruik
Gebruik altijd kookgerei met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken in de
glaskeramiek hebben geen in-
vloed op de werking van het ap-
paraat.
Vuil verwijderen:
1.
Verwijder direct:gesmolten plas-
tic, gesmolten folie en suikerhou-
dende gerechten. Anders kan het
vuil het apparaat beschadigen. Ge-
bruik een speciale schraper voor de
glazen plaat. Plaats de schraper
schuin op de glazen plaat en ver-
wijder resten door het blad over het
oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat het apparaat
voldoende is afgekoeld:kalkvlek-
ken, waterkringen, vetvlekken,
glimmende metaalachtige verkleu-
ringen. Gebruik een speciaal
schoonmaakmiddel voor glaskera-
miek of roestvrij staal.
2.
Reinig het apparaat met een vochtige
doek en een beetje afwasmiddel.
3.
Wrijf het apparaat ten slotte droog
met een schone doek.
12
www.electrolux.com
7. PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt het apparaat niet
inschakelen of bedienen.
Schakel het apparaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 secon-
den in.
U hebt twee of meer tip-
toetsen tegelijk aange-
raakt.
Raak slechts één tiptoets
tegelijk aan.
De STOP+GO-functie is
in werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Dagelijks gebruik".
Er bevindt zich water of
vetspatten op het bedie-
ningspaneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
Er klinkt een geluidssig-
naal en het apparaat
wordt uitgeschakeld.
Er weerklinkt een geluids-
signaal als het apparaat
uit is.
U hebt een of meer tip-
toetsen afgedekt.
Verwijder het voorwerp
van de tiptoetsen.
Het apparaat wordt uitge-
schakeld.
U hebt iets op de tiptoets
gezet.
Verwijder het voorwerp
van de tiptoets.
De restwarmte-indicatie
gaat niet aan.
De kookzone is niet heet,
omdat hij slechts kort-
stondig is gebruikt.
Als het lang duurt alvorens
de kookzone voldoende
heet is, neem dan contact
op met de klantenservice.
De automatische op-
warmfunctie start niet.
Kookzone is heet. Laat de kookzone vol-
doende afkoelen.
De hoogste kookstand is
ingesteld.
De hoogste kookstand
heeft hetzelfde vermogen
als de automatische op-
warmfunctie.
De kookstand schakelt
tussen twee kookstan-
den.
Het stroombeheer is in-
geschakeld.
Zie “Energiebeheer”.
De sensorvelden worden
warm.
Het kookgerei is te groot
of staat te dicht bij het
bedieningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones
indien nodig.
gaat branden.
De automatische uit-
schakeling is in werking
getreden.
Schakel het apparaat uit
en weer in.
gaat branden.
De kinderbeveiliging of
toetsblokkering is actief.
Raadpleeg het hoofdstuk
"Dagelijks gebruik".
gaat branden.
Geen kookgerei op de
kookzone.
Zet kookgerei op de kook-
zone.
NEDERLANDS 13
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
De pan is niet goed. Gebruik het juiste kookge-
rei.
De diameter aan de bo-
dem van het kookgerei is
te klein voor de kookzo-
ne.
Zet het kookgerei op een
kleinere kookzone.
en een getal gaat
branden.
Er heeft zich een fout in
het apparaat voorge-
daan.
Ontkoppel het apparaat
enige tijd van de stroom-
toevoer. Ontkoppel de ze-
kering uit het elektrische
systeem van het huis. Sluit
het apparaat opnieuw
aan. Als
weer gaat
branden, neem dan con-
tact op met de klantenser-
vice.
gaat branden.
Er is een storing opgetre-
den in het apparaat, om-
dat er kookgerei is
drooggekookt. De over-
verhittingsbeveiliging
voor de kookzones en de
Automatische uitschake-
ling zijn actief.
Schakel het apparaat uit.
Verwijder het hete kook-
gerei. Schakel na onge-
veer 30 seconden de
kookzone opnieuw in. Als
het kookgerei het pro-
bleem was, dan moet het
foutbericht van het display
verdwijnen, maar de rest-
warmte-indicatie kan aan-
blijven. Laat het kookgerei
voldoende afkoelen en
controleer in het hoofd-
stuk "Kookgerei voor in-
ductiekookzone" of het
kookgerei geschikt is voor
inductiekookplaten.
Als u door het volgen van de bovenstaan-
de suggesties het probleem niet kunt op-
lossen, dient u contact op te nemen met
uw vakhandelaar of de klantenservice.
Geef de gegevens door van het typepla-
tje, een driecijferige code voor de glaske-
ramiek (bevindt zich op de hoek van het
glazen oppervlak) en de foutmelding die
wordt weergegeven.
Controleer of u het apparaat op de juiste
manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de technicus van de klantenservice of de
vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs
tijdens de garantieperiode. De instructies
over de klantenservice en de garantiebe-
palingen vindt u in het garantieboekje.
8. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Vei-
ligheid.
Voor montage
14
www.electrolux.com
Noteer voor montage van het apparaat de
onderstaande informatie van het typepla-
tje. Het typeplaatje bevindt zich aan de
onderkant van de behuizing van het appa-
raat.
Model ...........................
Productnummer
(PNC) ........................................
Serienummer (S.N.)..............
8.1 Inbouwapparatuur
Inbouwapparaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in ge-
schikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
8.2 Aansluitkabel
Het apparaat is voorzien van een aan-
sluitsnoer.
Vervang de beschadigde voedingskabel
door een speciale kabel (type H05BB-F
Tmax 90°C of hoger). Neem contact op
met een klantenservice bij u in de buurt.
8.3 Het bevestigen van de
afdichtstrip.
Het werkblad op de plaats van de uit-
snijding reinigen.
Trek de afdichtstrip rondom de onder-
rand van het apparaat langs de buiten-
rand van de glazen keramische plaat.
Rek het afdichtband daarbij niet uit. De
plaats van het punt waar de strip sa-
menkomt dient in het midden van één
van de zijden te liggen. Duw de twee
uiteinden tegen elkaar als u de strip op
lengte knipt (houd een marge van een
paar mm aan).
8.4 Assemblage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
< 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
NEDERLANDS 15
Vermogen van kookzones
Kookzone Nominaal
vermogen
(max warm-
te-instelling)
[W]
Powerfunctie
ingeschakeld
[W]
Maximale
duur van de
Powerfunctie
[min]
Minimale di-
ameter van
het kookge-
rei [mm]
Middenachter
— 145 mm
1400 W 2500 W 4 125
Middenvoor —
210 mm
2300 W 3700 W 10 180
10. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool
niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
NEDERLANDS 17

Documenttranscriptie

2 www.electrolux.com INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. VEILIGHEIDSINFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 DAGELIJKS GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 ONDERHOUD EN REINIGING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 PROBLEEMOPLOSSING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 MONTAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 TECHNISCHE GEGEVENS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 WE DENKEN AAN U Bedankt om een Electrolux-apparaat te kopen. U koos voor een product dat jaren professionele ervaring en innovatie bevat. Ingenieus en stijlvol, het werd ontworpen met u in het achterhoofd. Wanneer u het gebruikt, kunt u er op vertrouwen dat u keer op keer fantastische resultaten zult krijgen. Welkom bij Electrolux. Ga naar onze website voor: Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en onderhoudsinformatie: www.electrolux.com Registreer uw product voor een betere service: www.electrolux.com/productregistration Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw apparaat: www.electrolux.com/shop KLANTENSERVICE Wij raden altijd het gebruik van originele onderdelen aan. Zorg er als u contact opneemt met de klantenservice voor dat u de volgende gegevens bij de hand hebt. De informatie staat op het typeplaatje. model, productnummer, serienummer. Waarschuwing - Belangrijke veiligheidsinformatie. Algemene informatie en tips Milieu-informatie Wijzigingen voorbehouden. NEDERLANDS 3 1. VEILIGHEIDSINFORMATIE Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van het apparaat voor toekomstig gebruik. 1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen WAARSCHUWING! Gevaar voor verstikking, letsel of permanente invaliditeit. • Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan van een volwassene of van iemand die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Laat kinderen niet met het apparaat spelen. • Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van kinderen. • Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat is heet. • Als het apparaat is uitgerust met een kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren. • Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. 1.2 Algemene veiligheid • Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. De verwarmingselementen niet aanraken. • Bedien het apparaat niet met een externe timer of een apart afstandbedieningssysteem. 4 www.electrolux.com • Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren. • Probeer brand nooit met water te blussen, maar schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken. • Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten. • Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon te maken. • Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op de kookplaat worden geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden. • Als de glaskeramische oppervlakte gebarsten is, schakel het apparaat dan uit om het risico op elektrische schokken te voorkomen. • Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de pandetector. 2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 Montage WAARSCHUWING! Alleen een erkende installatietechnicus mag het apparaat installeren. • Verwijder alle verpakkingsmaterialen. • Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat. • Volg de installatie-instructies op die zijn meegeleverd met het apparaat. • Houd de minimumafstand naar andere apparaten en units in acht. • Wees voorzichtig met het verplaatsen van het apparaat, het is zwaar. Draag altijd veiligheidshandschoenen. • Dicht de oppervlakken af met kit om te voorkomen dat ze gaan opzetten door vocht. • Bescherm de bodem van het apparaat tegen stoom en vocht. • Installeer het apparaat niet naast een deur of onder een raam. Dit voorkomt dat hete pannen van het apparaat vallen als de deur of het raam wordt geopend. • Als het apparaat geïnstalleerd is boven lades zorg er dan voor dat de ruimte tussen de onderkant van het apparaat en de bovenste lade voldoende is voor luchtcirculatie. • Zorg ervoor dat er een ventilatieruimte van 2 mm vrij is tussen het werkblad en de voorkant van de onderste unit. De garantie dekt geen schade veroorzaakt door het gebrek aan een adequate ventilatieruimte. • De onderkant van het apparaat kan heet worden. Wij raden aan om een onbrandbaar scheidingspaneel te plaatsen onder het apparaat om te voorkomen dat de onderkant kan worden aangeraakt. NEDERLANDS Aansluiting aan het elektriciteitsnet WAARSCHUWING! Gevaar voor brand en elektrische schokken. • Alle elektrische aansluitingen moeten door een gediplomeerd elektromonteur worden gemaakt. • Dit apparaat moet worden aangesloten op een geaard stopcontact. • Verzeker u ervan dat de stekker uit het stopcontact is getrokken, voordat u welke werkzaamheden dan ook uitvoert. • Gebruik de juiste stroomkabel. • Voorkom dat de stroomkabels verstrikt raken. • Zorg ervoor dat de stroomkabel of stekker (indien van toepassing) het hete apparaat of heet kookgerei niet aanraakt als u het apparaat op de nabijgelegen contactdozen aansluit • Zorg ervoor dat het apparaat correct is geïnstalleerd. Losse en onjuiste stroomkabels of stekkers (indien van toepassing) kunnen ervoor zorgen dat de contactklem te heet wordt. • Zorg ervoor dat er een schokbescherming wordt geïnstalleerd. • Zorg ervoor dat het snoer niet wordt belast door trekken. • Zorg dat u de hoofdstekker (indien van toepassing) of kabel niet beschadigt. Neem contact op met de service-afdeling of een elektromonteur om een beschadigde hoofdkabel te vervangen. • De elektrische installatie moet een isolatieapparaat bevatten waardoor het apparaat volledig van het lichtnet afgesloten kan worden. Het isolatieapparaat moet een contactopening hebben met een minimale breedte van 3 mm. • Gebruik alleen de juiste isolatie-apparaten: stroomonderbrekers, zekeringen (schroefzekeringen moeten uit de houder worden verwijderd), aardlekschakelaars en contactgevers. 2.2 Gebruik WAARSCHUWING! Gevaar op letsel, brandwonden of elektrische schokken 5 • Gebruik dit apparaat in een huishoudelijke omgeving. • De specificatie van het apparaat mag niet worden veranderd. • Laat het apparaat tijdens het gebruik niet onbeheerd achter. • Bedien het apparaat niet met natte handen of als het contact maakt met water. • Leg geen bestek of deksels van steelpannen op de kookzones. Deze kunnen heet worden. • Zet de kookzone op "uit" na elk gebruik. Vertrouw niet alleen op de pandetector. • Het apparaat mag niet worden gebruikt als werkblad of aanrecht. • Sluit het apparaat direct af van de stroomtoevoer als het oppervlak van het apparaat gebroken is. Dit om elektrische schokken te voorkomen. • Gebruikers met een pacemaker moeten een afstand van minimaal 30 cm bewaren van de inductiekookzones als het apparaat in werking is. WAARSCHUWING! Brand- of explosiegevaar. • Verhitte vetten en olie kunnen ontvlambare damp afgeven. Houd vlammen of verwarmde voorwerpen uit de buurt van vet en olie als u er mee kookt. • De dampen die hete olie afgeeft kunnen spontane ontbranding veroorzaken. • Gebruikte olie die voedselresten bevat kan brand veroorzaken bij een lagere temperatuur dan olie die voor de eerste keer wordt gebruikt. • Plaats geen ontvlambare producten of items die vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij of op het apparaat. WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel. • Laat kookgerei niet droogkoken. • Laat geen voorwerpen of kookgerei op het apparaat vallen. Het oppervlak kan beschadigen. • Activeer de kookzones niet met lege pannen of zonder pannen erop. 6 www.electrolux.com • Geen aluminiumfolie op het apparaat leggen. • Pannen van gietijzer, aluminium of met beschadigde bodems kunnen krassen veroorzaken in het glaskeramiek. Til deze voorwerpen altijd op als u ze moet verplaatsen op het kookoppervlak. 2.3 Onderhoud en reiniging WAARSCHUWING! Risico op schade aan het apparaat. • Reinig het apparaat regelmatig om te voorkomen dat het materiaal van het oppervlak achteruitgaat. • Gebruik geen waterstralen of stoom om het apparaat te reinigen. • Maak het apparaat schoon met een vochtige, zachte doek. Gebruik alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen voorwerpen. 2.4 Verwijdering WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel of verstikking. • Neem contact met uw plaatselijke overheid voor informatie m.b.t. correcte afvalverwerking van het apparaat. • Haal de stekker uit het stopcontact. • Snijd het netsnoer van het apparaat af en gooi dit weg. 3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 3.1 Algemeen overzicht 1 145 mm 1 Inductiekookzone 2 Inductiekookzone 210 mm 3 Bedieningspaneel 2 3 NEDERLANDS 7 3.2 Indeling bedieningspaneel 1 2 3 10 4 9 5 8 6 7 Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en geluiden tonen welke functies worden gebruikt. sensorveld functie 1 Het apparaat in- en uitschakelen. 2 Het bedieningspaneel vergrendelen/ontgrendelen. Het verhogen of verlagen van de kookstand. / 3 4 Een kookstanddisplay De kookstand weergeven. 5 Indicatielampjes timer voor de kookzones Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt. 6 Het timerdisplay De tijd in minuten weergeven. Kookzone instellen. 7 De tijd verlengen of verkorten. / 8 De Powerfunctie inschakelen. 9 10 De functie STOP+GO in- en uitschakelen. 3.3 Kookstanddisplays Display Beschrijving De kookzone is uitgeschakeld. Warmhouden/STOP+GO-functie is in werking. - / - De kookzone wordt gebruikt. De automatische verwarmingsfunctie is in werking. Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op de kookzone geplaatst. Er is een storing. Er is nog een kookzone heet (restwarmte). 8 www.electrolux.com Display Beschrijving Slot/kinderbeveiliging is in werking. De Powerfunctie is in werking. De automatische uitschakeling is in werking getreden. 3.4 Restwarmte-indicatie WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door restwarmte! De inductiekookzones creëren de voor het koken benodigde warmte direct in de bodem van de pan. Het glaskeramiek wordt verwarmd door de warmte van de pannen. 4. DAGELIJKS GEBRUIK 4.1 In- en uitschakeling Raak 1 seconde aan om het apparaat in– of uit te schakelen. 4.2 Automatische uitschakeling De functie schakelt het apparaat automatisch uit als: • Alle kookzones uitgeschakeld zijn ( ). • U de kookstand niet instelt nadat u het apparaat hebt ingeschakeld. • U iets hebt gemorst of iets langer dan 10 seconden op het bedieningspaneel hebt gelegd (een pan, doek, etc.). Er klinkt zes keer een geluidssignaal en het apparaat wordt uitgeschakeld. Verwijder het voorwerp of reinig het bedieningspaneel. • Het apparaat wordt te heet (b.v. als een pan droogkookt). De kookzone moet afgekoeld zijn voordat u het apparaat weer kunt gebruiken. • U ongeschikt kookgerei gebruikt. Het gaat branden en na 2 misymbool nuten schakelt de kookzone automatisch uit. • U een kookzone niet uitschakelt of de kookstand verandert. Na enige tijd gaat branden en wordt het apparaat uitgeschakeld. Zie hieronder. • De verhouding tussen warmte-instelling en tijden van de automatische uitschakelingsfunctie: • , — 6 uur • - — 5 uur • — 4 uur • - — 1,5 uur 4.3 Temperatuurinstelling aanraken om te verhogen. aanraken om te verlagen. Het display toont de kookstand. Raak en tegelijkertijd aan om de kookzone uit te schakelen. 4.4 Automatisch opwarmen U kunt een gewenste kookstand sneller verkrijgen als u de functie Automatisch opwarmen inschakelt. Deze functie schakelt even de hoogste kookstand in (zie afbeelding) en verlaagt dan naar de gewenste kookstand. De functie Automatisch opwarmen starten voor een kookzone: 1. Raak aan. Het symbool schijnt op de display. 2. Raak meteen aan. Het symbool verschijnt op de display. 3. ver- Raak meteen aan tot de benodigde temperatuurinstelling aan gaat. Na 3 seconden verschijnt op de display. Om de functie te stoppen, raakt u aan. NEDERLANDS 9 4.7 Timer 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Timer met aftelfunctie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 4.5 Powerfunctie De Powerfunctie maakt meer vermogen beschikbaar voor de inductiekookzones. De Powerfunctie kan een beperkte tijd worden ingeschakeld (zie het hoofdstuk Technische informatie). Daarna wordt de inductiekookzone automatisch teruggeschakeld naar de hoogste kookstand. aan om de functie in te schakeRaak len; gaat branden. Wijzig de kookstand om de kookstand uit te schakelen. 4.6 Vermogensbeheer Het vermogensbeheer verdeelt het vermogen tussen twee kookzones die een paar vormen (zie afbeelding). De powerfunctie verhoogt het vermogen naar het maximale niveau voor één kookzone per paar. De kracht in de tweede kookzone neemt automatisch af. Het warmte-instellingsdisplay van de verlaagde zone verandert tussen twee niveaus. Gebruik de timer met aftelfunctie om in te stellen hoe lang de kookzone deze keer wordt gebruikt. Stel de timer in nadat u de kookzone hebt geselecteerd. U kunt de kookstand vóór of na het instellen van de timer selecteren. • De kookzone instellen:raak herhaaldelijk aan totdat het controlelampje van een benodigde kookzone aan gaat. • De timer in- of uitschakelen: raak of van de timer aan om de tijd in te stellen ( 00 - 99 minuten). Als het lampje van de kookzone langzamer gaat knipperen, wordt de tijd afgeteld. • De timer uitschakelen: stel de kooken raak aan om de tizone in met mer uit te schakelen. De resterende tijd telt af tot 00 . Het indicatielampje van de kookzone gaat uit. • Resterende tijd weergeven: selecteer de kookzone met . Het indicatielampje van de kookzone gaat sneller knipperen. Op het display wordt de resterende tijd weergegeven. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00 . De kookzone wordt uitgeschakeld. • Het geluidssignaal stopzetten: Aanraken van Kookwekker U kunt de timer gebruiken als kookwekker als de kookzones uitgeschakeld zijn. Raak aan. Raak of aan om de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken is, klinkt er een geluidssignaal en knippert 00 . • Het geluidssignaal stopzetten: Aanraken van 4.8 STOP+GO De -functie stelt alle kookzones in op de laagste instelling ( ). Als in werking is, kunt u de warmte-instelling niet wijzigen. stopt de timerfunctie niet. 10 www.electrolux.com • Voor het inschakelen van deze functie, raakt u aan. Het symbool gaat branden. • Raak voor het uitschakelen van deze functie aan. De kookstand die u eerder hebt ingesteld, wordt weergegeven. 4.9 Slot Wanneer de kookzones in gebruik zijn, kunt u het bedieningspaneel vergrendelen, maar niet . Hiermee wordt voorkomen dat de kookstand per ongeluk wordt veranderd. Stel eerst de kookstand in. aan. Raak om deze functie te starten Het symbool verschijnt gedurende vier seconden. De timer blijft aan. Raak om deze functie te stoppen aan. De kookstand die u eerder hebt ingesteld, wordt weergegeven. Als u het apparaat stopt, stopt deze functie ook. De kinderbeveiliging inschakelen • Schakel het apparaat in met . Stel geen kookstand in. • Raak 4 seconden aan. Het symbool gaat branden. • Schakel het apparaat uit met . De kinderbeveiliging uitschakelen • Schakel het apparaat in met . Stel geen kookstand in. Raak 4 seconden aan. Het symbool gaat branden. • Schakel het apparaat uit met . De kinderbeveiliging gedurende een kooksessie onderdrukken • Schakel het apparaat in met . Het symbool gaat branden. • Raak 4 seconden aan. Stel de kookstand in binnen 10 seconden. U kunt het apparaat bedienen. • Als u het apparaat uitschakelt met , gaat de kinderbeveiliging weer werken. 4.10 De kinderbeveiliging Deze functie voorkomt dat het apparaat onbedoeld wordt gebruikt. 5. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS INDUCTIEKOOKZONES Bij een inductiekookzone zorgt een sterk elektro-magnetisch veld ervoor dat de pan erg snel heet wordt. 5.1 Kookgerei voor inductiekookzones Gebruik de inductiekookzones met geschikt kookgerei. Materiaal van het kookgerei • correct: gietijzer, staal, geëmailleerd staal, roestvrij staal, meerlaagse bodem (aangemerkt als geschikt voor inductie door de fabrikant). • niet correct: aluminium, koper, messing, glas, keramiek, porselein. Een pan is geschikt voor een inductiekookplaat als… • ... een beetje water op de hoogste kookstand binnen korte tijd wordt verwarmd. • ... een magneet vast blijft zitten aan de bodem van het kookgerei. De bodem van het kookgerei moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Afmetingen van de pannen: inductiekookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de grootte van de bodem van het kookgerei aan. NEDERLANDS 5.2 Lawaai tijdens gebruik Als u dit hoort: • krakend geluid: de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie). • fluitend geluid: bij gebruik van één of meer kookzones met een hoge kookstand en als de pan is gemaakt van verschillende materialen (sandwichconstructie) • Zoemen: als u hoge kookstanden gebruikt. • Klikken: er treedt elektrische schakeling op. • Sissen, zoemen: de ventilator werkt. Deze geluiden zijn normaal en hebben niets met een defect te maken. 5.3 Energie besparen Energie besparen • Doe indien mogelijk altijd een deksel op het kookgerei. • Zet het kookgerei op de kookzone voordat u deze inschakelt. Ver Gebruik om: wa rmi ng sst an d 1 Het door u gekookte eten warm te houden 11 • Gebruik de restwarmte om het eten warm te houden of te smelten. De efficiëntie van de kookzone De efficiëntie van de kookzone heeft betrekking op de diameter van het kookgerei. Kookgerei met een diameter die kleiner is dan het minimum, ontvangt slechts een deel van het vermogen dat door de kookzone wordt gegenereerd. Zie het hoofdstuk Technische gegevens voor de minimale diameters. 5.4 De voorbeelden van kooktoepassingen De relatie tussen het stroomverbruik van de warmte-instelling en de kookzone is niet lineair. Wanneer u de warmte-instelling verhoogt, is dit niet proportioneel met de toename in stroomverbruik van de kookzone. Het betekent dat de kookzone met de medium warmte-instelling minder dan de helft van het vermogen gebruikt. De gegevens in de volgende tabel dienen slechts als richtlijn. Tijd Tips Nominaal stroomverbruik naar behoefte Leg een deksel op de 3 % pan. 12 Hollandaisesaus, smel- 5 - 25 min ten: boter, chocolade, gelatine Meng het geheel van tijd tot tijd. 3–5% 12 Stollen: luchtige omeletten, gebakken eieren 10 - 40 min Met deksel bereiden. 3–5% 23 Zachtjes aan de kook brengen van rijst en gerechten op melkbasis, reeds bereide gerechten opwarmen 25 - 50 min Voeg minstens tweemaal zoveel vloeistof toe als rijst, melkgerechten tijdens het bereiden tussendoor roeren. 5 – 10 % 34 Stomen van groenten, vis en vlees 20 - 45 min Enkele eetlepels vloeistof toevoegen 10 – 15 % 12 www.electrolux.com Ver Gebruik om: wa rmi ng sst an d Tijd Tips Nominaal stroomverbruik 45 Aardappelen stomen 20 - 60 min Gebruik max. ¼ l wa- 15 – 21 % ter voor 750 g aardappelen 45 Bereiden van grotere hoeveelheden voedsel, stoofschotels en soepen 60 - 150 min Tot 3 l vloeistof plus ingrediënten 15 – 21 % 67 Lichtjes braden: kalfsoester, cordon bleu van kalfsvlees, koteletten, rissoles, worstjes, lever, roux, eieren, pannenkoeken, donuts zoals nodig Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 31 – 45 % 78 Door-en-door gebraden, rösties, lendenbiefstukken, steaks 5 - 15 min Halverwege de bereidingstijd omdraaien. 45 – 64 % 9 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (goulash, stoofvlees), frituren van friet 100 % Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Powerfunctie is geactiveerd. 6. ONDERHOUD EN REINIGING Reinig het apparaat telkens na gebruik Gebruik altijd kookgerei met een schone bodem. Krassen of donkere vlekken in de glaskeramiek hebben geen invloed op de werking van het apparaat. Vuil verwijderen: – Verwijder direct:gesmolten plastic, gesmolten folie en suikerhoudende gerechten. Anders kan het vuil het apparaat beschadigen. Gebruik een speciale schraper voor de glazen plaat. Plaats de schraper 1. 2. 3. schuin op de glazen plaat en verwijder resten door het blad over het oppervlak te schuiven. – Verwijder nadat het apparaat voldoende is afgekoeld:kalkvlekken, waterkringen, vetvlekken, glimmende metaalachtige verkleuringen. Gebruik een speciaal schoonmaakmiddel voor glaskeramiek of roestvrij staal. Reinig het apparaat met een vochtige doek en een beetje afwasmiddel. Wrijf het apparaat ten slotte droog met een schone doek. NEDERLANDS 13 7. PROBLEEMOPLOSSING Probleem Mogelijke oorzaak U kunt het apparaat niet inschakelen of bedienen. Oplossing Schakel het apparaat opnieuw in en stel de kookstand binnen 10 seconden in. U hebt twee of meer tiptoetsen tegelijk aangeraakt. Raak slechts één tiptoets tegelijk aan. De STOP+GO-functie is in werking. Raadpleeg het hoofdstuk "Dagelijks gebruik". Er bevindt zich water of vetspatten op het bedieningspaneel. Reinig het bedieningspaneel. Er klinkt een geluidssigU hebt een of meer tipnaal en het apparaat toetsen afgedekt. wordt uitgeschakeld. Er weerklinkt een geluidssignaal als het apparaat uit is. Verwijder het voorwerp van de tiptoetsen. Het apparaat wordt uitge- U hebt iets op de tiptoets Verwijder het voorwerp schakeld. van de tiptoets. gezet. De restwarmte-indicatie gaat niet aan. De kookzone is niet heet, Als het lang duurt alvorens omdat hij slechts kortde kookzone voldoende stondig is gebruikt. heet is, neem dan contact op met de klantenservice. De automatische opwarmfunctie start niet. Kookzone is heet. Laat de kookzone voldoende afkoelen. De hoogste kookstand is De hoogste kookstand ingesteld. heeft hetzelfde vermogen als de automatische opwarmfunctie. De kookstand schakelt tussen twee kookstanden. Het stroombeheer is ingeschakeld. Zie “Energiebeheer”. De sensorvelden worden warm. Het kookgerei is te groot of staat te dicht bij het bedieningspaneel. Plaats groter kookgerei op de achterste kookzones indien nodig. gaat branden. De automatische uitschakeling is in werking getreden. Schakel het apparaat uit en weer in. gaat branden. De kinderbeveiliging of toetsblokkering is actief. Raadpleeg het hoofdstuk "Dagelijks gebruik". gaat branden. Geen kookgerei op de kookzone. Zet kookgerei op de kookzone. 14 www.electrolux.com Probleem Mogelijke oorzaak De pan is niet goed. Oplossing Gebruik het juiste kookgerei. De diameter aan de bo- Zet het kookgerei op een dem van het kookgerei is kleinere kookzone. te klein voor de kookzone. en een getal gaat branden. gaat branden. Er heeft zich een fout in het apparaat voorgedaan. Ontkoppel het apparaat enige tijd van de stroomtoevoer. Ontkoppel de zekering uit het elektrische systeem van het huis. Sluit het apparaat opnieuw weer gaat aan. Als branden, neem dan contact op met de klantenservice. Er is een storing opgetreden in het apparaat, omdat er kookgerei is drooggekookt. De oververhittingsbeveiliging voor de kookzones en de Automatische uitschakeling zijn actief. Schakel het apparaat uit. Verwijder het hete kookgerei. Schakel na ongeveer 30 seconden de kookzone opnieuw in. Als het kookgerei het probleem was, dan moet het foutbericht van het display verdwijnen, maar de restwarmte-indicatie kan aanblijven. Laat het kookgerei voldoende afkoelen en controleer in het hoofdstuk "Kookgerei voor inductiekookzone" of het kookgerei geschikt is voor inductiekookplaten. Als u door het volgen van de bovenstaande suggesties het probleem niet kunt oplossen, dient u contact op te nemen met uw vakhandelaar of de klantenservice. Geef de gegevens door van het typeplatje, een driecijferige code voor de glaskeramiek (bevindt zich op de hoek van het glazen oppervlak) en de foutmelding die wordt weergegeven. Controleer of u het apparaat op de juiste manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik van het apparaat wordt het bezoek van de technicus van de klantenservice of de vakhandelaar in rekening gebracht, zelfs tijdens de garantieperiode. De instructies over de klantenservice en de garantiebepalingen vindt u in het garantieboekje. 8. MONTAGE WAARSCHUWING! Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid. Voor montage NEDERLANDS Noteer voor montage van het apparaat de onderstaande informatie van het typeplatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de onderkant van de behuizing van het apparaat. • Model ........................... • Productnummer (PNC) ........................................ • Serienummer (S.N.).............. 8.1 Inbouwapparatuur • Inbouwapparaten mogen alleen worden gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in geschikte inbouwunits of werkbladen die aan de normen voldoen. 8.2 Aansluitkabel • Het apparaat is voorzien van een aansluitsnoer. • Vervang de beschadigde voedingskabel door een speciale kabel (type H05BB-F Tmax 90°C of hoger). Neem contact op met een klantenservice bij u in de buurt. 8.3 Het bevestigen van de afdichtstrip. • Het werkblad op de plaats van de uitsnijding reinigen. • Trek de afdichtstrip rondom de onderrand van het apparaat langs de buitenrand van de glazen keramische plaat. Rek het afdichtband daarbij niet uit. De plaats van het punt waar de strip samenkomt dient in het midden van één van de zijden te liggen. Duw de twee uiteinden tegen elkaar als u de strip op lengte knipt (houd een marge van een paar mm aan). 8.4 Assemblage min. 500mm min. 50mm min. 2mm B A min. 2 mm < 20 mm B A min. 2 mm > 20 mm min. 500 mm B A 12 mm 57 mm 28 mm 41 mm 38 mm 31 mm min 30 mm 15 min. 500 mm B A 12 mm 57 mm 28 mm 41 mm 38 mm 31 mm NEDERLANDS 17 Vermogen van kookzones Kookzone Nominaal vermogen (max warmte-instelling) [W] Powerfunctie Maximale ingeschakeld duur van de [W] Powerfunctie [min] Minimale diameter van het kookgerei [mm] Middenachter — 145 mm 1400 W 2500 W 4 125 Middenvoor — 2300 W 210 mm 3700 W 10 180 10. MILIEUBESCHERMING Recycle de materialen met het symbool . Gooi de verpakking in een geschikte elektronische apparaten. Gooi apparaten niet weg gemarkeerd met het symbool verzamelcontainer om het te recyclen. Help om het milieu en de volksgezondheid te beschermen en recycle het afval van elektrische en met het huishoudelijk afval. Breng het product naar het milieustation bij u in de buurt of neem contact op met de gemeente.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Electrolux EHH3320FOK Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen