AEG BP700402WM Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NL Gebruiksaanwijzing
Oven
BP700402SM
BP700402WM
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.........................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................8
4. BEDIENINGSPANEEL................................................................................................. 9
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK..................................................................................11
6. DAGELIJKS GEBRUIK................................................................................................11
7. KLOKFUNCTIES.........................................................................................................13
8. AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S..........................................................................15
9. GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES........................................................................... 17
10. EXTRA FUNCTIES....................................................................................................19
11. AANWIJZINGEN EN TIPS...................................................................................... 21
12. ONDERHOUD EN REINIGING...............................................................................36
13. PROBLEEMOPLOSSING.........................................................................................39
14. ENERGIEZUINIGHEID.............................................................................................41
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen
om vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het
leven gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht
niet hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er
optimaal van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com/webselfservice
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens
bij de hand hebt: model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel of schade veroorzaakt
door een verkeerde installatie of verkeerd gebruik.
Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakking uit de buurt van kinderen en
gooi het op passende wijze weg.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is voorzien van een kinderbeveiliging,
dan dient dit geactiveerd te worden.
Reiniging en onderhoud van het apparaat mag niet
worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Kinderen van 3 jaar en jonger moeten tijdens de
werking van dit apparaat altijd uit te buurt worden
gehouden.
1.2
Algemene veiligheid
Alleen een erkende installatietechnicus mag het
apparaat installeren en de kabel vervangen.
WAARSCHUWING: Het apparaat en de toegankelijke
onderdelen ervan worden heet tijdens gebruik. U
dient op te passen dat u de verwarmingselementen
NEDERLANDS
3
niet aanraakt. Houd kinderen jonger dan 8 jaar uit de
buurt of onder permanent toezicht.
Gebruik altijd ovenhandschoenen om accessoires of
kookgerei te plaatsen of verwijderen.
Zet de stroomtoevoer uit alvorens onderhoud te
plegen.
Zorg ervoor dat het apparaat is uitgeschakeld voordat
u de lamp vervangt om elektrische schokken te
voorkomen.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen of
scherpe metalen schrapers om de glazen deur schoon
te maken, deze kunnen krassen veroorzaken op het
oppervlak, waardoor het glas zou kunnen breken.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant,
een erkende serviceverlener of een gekwalificeerd
persoon deze vervangen teneinde gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Overtollige voedselresten moeten verwijderd worden
alvorens de pyrolytische reiniging te starten. Verwijder
alle onderdelen van de oven.
Om de inschuifrails te verwijderen trekt u eerst de
voorkant van de inschuifrail en dan de achterkant uit
de zijwanden. Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
Gebruik uitsluitend de vleesthermometer die
aanbevolen is voor dit apparaat.
2.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Pas altijd op bij verplaatsing van het
apparaat, want het is zwaar. Gebruik
altijd veiligheidshandschoenen en
gesloten schoeisel.
Trek het apparaat nooit aan de
handgreep van zijn plaats.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
www.aeg.com4
Zorg ervoor dat het apparaat onder
en naast veilige installaties wordt
geïnstalleerd.
De zijkanten van het apparaat moeten
naast apparaten of units staan van
dezelfde hoogte.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Gebruik altijd een correct
geïnstalleerd, schokbestendig
stopcontact.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel
niet beschadigt. Indien de
voedingskabel moet worden
vervangen, dan moet dit gebeuren
door onze Klantenservice.
Laat de stroomkabel niet in aanraking
komen met de deur van het apparaat,
met name niet als deze heet is.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
Dit apparaat voldoet aan de EEG-
richtlijnen.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden, elektrische
schokken of een explosie.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
voor huishoudelijk gebruik.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Schakel het apparaat telkens na
gebruik uit.
Wees voorzichtig met het openen van
de deur van het apparaat als het
apparaat aan staat. Er kan hete lucht
ontsnappen.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Oefen geen kracht uit op een
geopende deur.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Open de deur van het apparaat
voorzichtig. Als u alcoholische
toevoegingen gebruikt, kan er
alcohol-luchtmengsel ontstaan.
Houd vonken of open vlammen uit de
buurt van het apparaat bij het openen
van de deur.
Plaats geen ontvlambare producten
of gerechten die vochtig zijn gemaakt
met ontvlambare producten in, bij of
op het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
NEDERLANDS 5
Om schade of verkleuring van het
email te voorkomen:
zet geen kookgerei of andere
voorwerpen direct op de bodem
van het apparaat.
leg geen aluminiumfolie op de
bodem van het apparaat.
plaats geen water direct in het
hete apparaat.
haal vochthoudende schotels en
eten uit het apparaat als u klaar
bent met koken.
wees voorzichtig bij het
verwijderen of bevestigen van
accessoires.
Verkleuring van het email of roestvrij
staal is niet van invloed op de werking
van het apparaat.
Gebruik een diepe pan voor vochtige
taarten. Fruitsappen kunnen
permanente vlekken maken.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
Alle bereidingen moeten worden
uitgevoerd met gesloten ovendeur.
Als het apparaat achter een
meubelpaneel gemonteerd is (bijv.
een deur), zorg er dan voor dat de
deur nooit gesloten is als het
apparaat in werking is. Warmte en
vocht kunnen achter een gesloten
meubelpaneel ophopen en schade
aan het apparaat, de behuizing of de
vloer veroorzaken. Sluit het
meubelpaneel niet tot het apparaat
volledig afgekoeld is na gebruik.
2.4 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel, brand en
schade aan het apparaat.
Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact voordat u
onderhoudshandelingen verricht.
Zorg dat het apparaat is afgekoeld. Er
bestaat een risico dat de glasplaten
kunnen breken.
Vervang direct de glazen deurpanelen
als deze beschadigd zijn. Neem
contact op met de erkende
servicedienst.
Wees voorzichtig als u de deur van
het apparaat verwijderd. De deur is
zwaar!
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Reinig het apparaat met een vochtige
zachte doek. Gebruik alleen neutrale
reinigingsmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes,
oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
Raadpleeg als u een ovenspray
gebruikt eerst de aanwijzingen op de
verpakking.
Reinig niet het katalytisch email
(indien van toepassing) met een
schoonmaakmiddel.
2.5 Pyrolysereiniging
Risico op letsel / Brand /
Chemische uitstoot
(dampen) in pyrolitische
modus.
Voordat u de pyrolytische
zelfsreinigingsfunctie of de functie
Het eerste gebruik uitvoert, moet u
eerst de volgende items uit de
binnenkant oven verwijderen:
eventueel grote hoeveelheden
etensresten, olie of gemorst vet /
afzetttingen.
eventueel verwijderbare objecten
(inclusief plateaus, zijrails, etc., die
met het product zijn
meegeleverd), in het bijzonder
potten en pannen met
antiaanbaklaag, ovenroosters,
kookgerei, etc.
Lees zorgvuldig alle instructies voor
pyrolytische reiniging.
Houd kinderen uit de buurt van het
apparaat als de pyrolytische reiniging
in werking is.
Het apparaat wordt erg heet en er
komt hete lucht uit de
ventilatieopeningen aan de voorkant.
Pyrolytische reiniging wordt
uitgevoerd onder hoge temperaturen
waarbij er rook van kookresten en
constructiematerialen kan komen.
Daarom gelden de volgende
aanbevelingen voor consumenten:
www.aeg.com
6
zorg voor goede ventilatie tijdens
en na elke pyrolytische reiniging.
zorg tijdens en na het eerste
gebruik bij maximumtemperatuur
voor voldoende verluchting.
In tegenstelling tot mensen, kunnen
bepaalde vogels en reptielen zeer
gevoelig zijn voor mogelijke
rookgassen die tijdens het
reinigingsproces van alle pyrolytische
ovens worden uitgestoten.
Houd huisdieren (met name
vogels) uit de buurt van het
apparaat tijdens en na de
pyrolytische reiniging en gebruik
eerst een programma bij
maximale temperatuur in een
goed geventileerde ruimte.
Kleine huisdieren kunnen ook zeer
gevoelig zijn voor de plaatselijke
temperatuurwijzigingen in de
nabijheid van alle pyrolytische ovens
wanneer de pyrolytische reiniging in
werking is.
Anti-aanbaklagen in potten en
pannen, schalen, keukengerei, enz.
kunnen worden beschadigd door de
hoge temperatuur van het
pyrolytische reinigingsproces van alle
pyrolytische ovens en kunnen
mogelijk ook kleine hoeveelheden
schadelijke gassen veroorzaken.
Rookgassen die vrijkomen uit alle
pyrolytische ovens / kookresten zoals
beschreven, zijn niet schadelijk voor
mensen, inclusief zuigelingen of
personen met medische
aandoeningen.
2.6 Binnenverlichting
De gloeilampen of halogeenlampen
in dit apparaat zijn uitsluitend
bedoeld voor gebruik in
huishoudelijke apparaten. Gebruik
deze niet voor andere doeleinden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrische
schokken!
Voordat u het lampje vervangt, dient
u de stekker van het apparaat uit het
stopcontact te halen.
Gebruik alleen lampjes met dezelfde
specificaties.
2.7 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snijd het netsnoer vlak bij het
apparaat af en gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om
te voorkomen dat kinderen of
huisdieren binnen in het apparaat vast
komen te zitten.
2.8 Servicedienst
Neem contact op met een erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat.
Gebruik uitsluitend originele
reserveonderdelen.
NEDERLANDS
7
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Algemeen overzicht
2
7
1
8
4
3
5
6
5
4
3
2
1
1
Bedieningspaneel
2
Elektronische tijdschakelklok
3
Opening voor
kerntemperatuursensor
4
Verwarmingselement
5
Lampje
6
Ventilator
7
Verwijderbare inschuifrail
8
Roosterhoogtes
3.2 Accessoires
Bakrooster
Voor kookgerei, bak- en braadvormen.
Bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Grill-/braadpan
Voor braden en roosteren of als pan om
vet op te vangen
Vleesthermometer
Voor het vaststellen van het gaarpunt van
het gerecht
www.aeg.com8
4. BEDIENINGSPANEEL
4.1 Elektronische tijdschakelklok
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen.
Tiptoets Functie Beschrijving
1
- WEERGAVE Toont de huidige instellingen van het apparaat.
2
AAN / UIT Het apparaat in- en uitschakelen
3
OPTIES Om een ovenfunctie of een automatisch pro-
gramma in te stellen.
4
MIJN FAVORIETE
PROGRAMMA
Het opslaan van uw favoriete programma's. Ge-
bruik deze functie om uw favoriete programma
rechtstreeks te openen, ook als het apparaat is
uitgeschakeld.
5
TEMPERATUUR /
SNEL OPWARMEN
De temperatuur in de oven of de temperatuur
van de vleesthermometer instellen en controle-
ren (indien aanwezig). Als u de knop drie secon-
den ingedrukt houdt, wordt de functie Snel op-
warmen in- en uitgeschakeld. Rechtstreekse toe-
gang tot de temperatuurinstelling van de eerste
ovenfunctie wanneer het apparaat is uitgescha-
keld.
6
OMHOOG, OM-
LAAG
Omhoog of omlaag gaan in het menu.
7
OK De selectie of instelling bevestigen.
8
OVENVERLICH-
TING
Het lampje in- of uitschakelen.
9
KLOK De klokfuncties instellen.
NEDERLANDS 9
Tiptoets Functie Beschrijving
10
KOOKWEKKER De Kookwekker instellen.
4.2 Display
A B C
DEFG
A. Ovenfunctiesymbool
B. Display van temperatuur/tijd
C. Weergave Klok/restwarmte/
kookwekker
D. Restwarmte-indicatie
E. Indicatielampjes voor de klokfuncties
F. Opwarmindicatie/Indicatielampje
snelverhitting
G. Nummer van een ovenfunctie/het
programma
Andere indicaties op het display:
Symbool Naam Beschrijving
Functies U kunt een ovenfunctie kiezen.
Automatisch programma U kunt een automatisch programma kie-
zen.
Mijn favoriete programma Het programma Favoriet is in werking.
/
kg / g Een automatisch programma met ge-
wichtinvoer is in werking.
/
u / min Een klokfunctie is in werking.
Temperatuur / Snel opwarmen De functie werkt.
Huishoudelijk De actuele temperatuur wordt aangege-
ven.
Huishoudelijk U kunt deze temperatuur wijzigen.
Vleesthermometer De vleesthermometer bevindt zich in de
aansluiting voor de vleesthermometer.
Deurslot De functie deurvergrendeling is inge-
schakeld.
Binnenverlichting U hebt het licht uitgeschakeld.
Kookwekker De kookwekker staat aan.
www.aeg.com10
4.3 Voorverwarmindicatie
Als u een ovenfunctie inschakelt, gaan de
balkjes op het display branden. De
balkjes geven aan dat de temperatuur in
het apparaat toe- of afneemt.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, verdwijnen de
balkjes van het display.
5. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Raadpleeg voor het instellen
van de dagtijd het hoofdstuk
"Klokfuncties".
5.1 Eerste reiniging
Verwijder all accessoires en
verwijderbare inschuifrails uit het
apparaat.
Zie het hoofdstuk
'Onderhoud en reiniging'.
Reinig het apparaat en de accessoires
voor het eerste gebruik.
Zet de accessoires en verwijderbare
inschuifrails terug in de beginstand.
6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Het apparaat gebruiken
U kunt het apparaat gebruiken in:
de handmatige modus
automatische programma's
6.2 Ovenfuncties
Ovenfunctie Applicatie
Multi Hetelucht Om op drie ovenniveaus te bakken of om voedsel te
drogen.Stel de temperatuur 20 - 40°C lager in dan voor
Boven-/onderwarmte.
Pizza Hetelucht Om gerechten op één niveau te bakken met intensief
bruineren en een krokantere korst. Stel de temperatuur
20 - 40°C lager in dan voor boven-/onderwarmte.
Lage Tempera-
tuur Garen
Voor het bereiden van mals en sappig braadvlees.
Boven-/Onder-
warmte
Voor het bakken en braden op een ovenniveau.
Bevroren Gerech-
ten
Om kant-en-klaar-gerechten zoals patat, aardappelpar-
tjes of loempia's krokant te maken.
NEDERLANDS 11
Ovenfunctie Applicatie
Circulatiegrill Voor het braden van grotere stukken vlees of gevogel-
te met botten op één niveau. Ook om te gratineren en
te bruinen.
Grill Intens Voor het roosteren van plat voedsel in grote hoeveel-
heden en voor het maken van toast.
Grill Om plat voedsel te grillen en brood te roosteren.
Multi Hetelucht
(Vochtig)
Om gebakken voedsel in bakblikken op één rekniveau
te bakken. Om tijdens de bereiding energie te bespa-
ren. Deze functie moet worden gebruikt in overeen-
stemming met de kooktabellen om de gewenste koo-
kresultaten te bereiken. Voor meer informatie over de
aanbevolen instellingen raadpleegt u de kooktabellen.
Deze functie wordt gebruikt om de energie-efficiëntie-
klasse vast te stellen overeenkomstig EN 60350-1.
Warmhouden Om het voedsel warm te houden.
Ontdooien Deze functie kan gebruikt worden om bevroren voedsel
te ontdooien zoals groente en fruit. De ontdooitijd
hangt af van de hoeveelheid en dikte van het voedsel.
Onderwarmte Voor het bakken van taarten met een knapperige bo-
dem en het inmaken van voedsel.
ECO Braden Als u deze functie tijdens het koken gebruikt, kunt u het
energieverbruik optimaliseren. Voor meer informatie
over de aanbevolen instellingen raadpleegt u de kook-
tabellen met de equivalente ovenfunctie (Circulatie-
grill).
Pyrolyse Automatische pyrolytische reiniging van de oven. Hier-
door worden vuilresten in de oven verbrand.
De verlichting kan tijdens
sommige ovenfuncties
automatisch uitschakelen als
de temperatuur onder de
60°C komt.
6.3 De ovenfunctie instellen
1. Schakel het apparaat in met of
.
Het display geeft de ingestelde
temperatuur, het symbool en het
nummer van de ovenfunctie weer.
2. Raak of aan om een
ovenfunctie in te stellen.
3. Raak aan. Anders start het
apparaat na vijf seconden
automatisch.
www.aeg.com12
Als u het apparaat activeert
en geen ovenfunctie of
programma instelt, wordt
het apparaat na 20
seconden automatisch
uitgeschakeld.
6.4 Temperatuur wijzigen
Raak of om de temperatuur in
stappen van 5 °C te wijzigen.
Wanneer het apparaat de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, weerklinkt er
drie keer een geluidssignaal en gaat de
verwarmingsindicatie uit.
6.5 Temperatuur opvragen
U kunt de temperatuur in het apparaat
controleren wanneer de functie of het
programma in werking is.
1. Tik op
.
Het temperatuur-/tijddisplay geeft de
temperatuur in het apparaat aan.
2. Raak
aan om terug te keren naar
de ingestelde temperatuur. Het
display geeft dit na vijf seconden
automatisch weer.
6.6 Functie Snel opwarmen
Leg geen voedsel in de oven
wanneer de functie Snel
opwarmen is ingeschakeld.
De functie Snel opwarmen is niet bij elke
ovenfunctie beschikbaar. Als de
Fouttoon is ingeschakeld in het
Instelmenu zal als deze functie niet
beschikbaar is voor de ingestelde
functie, er een geluidssignaal klinken.
Raadpleeg "Het instelmenu gebruiken".
De functie Snel opwarmen verlaagt de
opwarmtijd.
Om deze functie te activeren, tik op
en houd meer dan drie seconden
ingedrukt.
Als u de functie Snel opwarmen
activeert, gaan de balkjes op het display
één voor één knipperen en
gaat branden om aan te geven dat de
functie werkt.
7. KLOKFUNCTIES
7.1 Tabel met klokfuncties
Klokfunctie Applicatie
DAGTIJD De tijd van de dag controleren of wijzigen. U kunt de
dagtijd alleen wijzigen als het apparaat aanstaat.
DUUR Instellen hoe lang het apparaat in werking is.
EINDE Instellen wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.
TIJDUITSTEL Combineren van de functie TIJDSDUUR en EINDE.
QUICK START Het apparaat wordt op een later tijdstip met één aanra-
king van de tiptoets met de benodigde instellingen ge-
start.
KOOKWEKKER Voor het instellen van een afteltijd. Deze functie heeft
geen invloed op de werking van de oven. U kunt de
KOOKWEKKER op elk gewenst moment instellen, ook
als het apparaat uit staat.
NEDERLANDS 13
Klokfunctie Applicatie
00:00 TIMER MET OPTEL-
FUNCTIE
Om de optelfunctie in te stellen; toont hoe lang het ap-
paraat in werking is. Deze functie heeft geen invloed op
de werking van het apparaat. Deze wordt onmiddellijk
ingeschakeld wanneer de oven begint met opwarmen.
De OPTELTIMER is niet geactiveerd als TIJDSDUUR en
EINDE zijn ingesteld.
7.2 Dagtijd instellen en
wijzigen
Wacht bij eerste aansluiting op de
stroom totdat het display en 12:00
weergeeft. "12" knippert.
1. Raak of aan om het uur in te
stellen.
2. Raak of aan.
3. Raak of aan om de minuten in
te stellen.
4.
Raak
of aan.
Op het display verschijnt de nieuwe tijd.
Raak om de tijd van de dag te wijzigen
keer op keer aan totdat begint te
knipperen.
7.3 De DUUR instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat
in het display gaat knipperen.
3. Raak
of aan om de minuten
van de TIJDSDUUR in te stellen.
4. Raak aan. Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
5. Gebruik of om de uren van
de TIJDSDUUR in te stellen.
6. Tik op
. Anders start de
TIJDSDUUR na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten
een geluidssignaal en knipperen en
de tijd in het display. Het apparaat wordt
uitgeschakeld.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
7.4 Het EINDE instellen
1. Selecteer een ovenfunctie en de
temperatuur.
2. Raak herhaaldelijk aan totdat
in het display gaat knipperen.
3. Gebruik
of om het EINDE in
te stellen en of om te
bevestigen. U stelt eerst de minuten
en dan de uren in.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten
een geluidssignaal en knipperen en
de tijd in het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
4. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
5. Schakel het apparaat uit.
7.5 De functie
TIJDVERTRAGING instellen
1. Stel een ovenfunctie en de
temperatuur in.
2. Raak
herhaaldelijk aan totdat
in het display gaat knipperen.
3. Raak of aan om de minuten
van de DUUR in te stellen.
4. Tik op
.
5. Gebruik of om de uren van
de DUUR in te stellen.
6. Raak
aan en het apparaat
schakelt naar de instelling van de
EINDE-functie.
Op het display knippert .
www.aeg.com
14
7. Gebruik of om het EINDE in
te stellen en of om te
bevestigen. U stelt eerst de minuten
en dan de uren in.
Het apparaat gaat later automatisch aan,
werkt voor de ingestelde
BEREIDINGSDUUR en stop aan op de
ingestelde EINDTIJD. Op de ingestelde
tijd klinkt er gedurende twee minuten
een geluidssignaal en knipperen
en
de tijd in het display. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld.
8. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
9. Schakel het apparaat uit.
Wanneer de
tijdvertragingsfunctie wordt
ingeschakeld, geeft het
display het statische
symbool van de ovenfunctie
weer, met een punt en
. De punt geeft aan welke
klokfunctie zich op het
display voor de klok-/
restwarmte bevindt.
7.6 SET+GO instellen
U kunt de functie SET+GO alleen
gebruiken als de DUUR is ingesteld.
1. Selecteer een ovenfunctie (of een
programma) en de temperatuur.
2. Stel de TIJDSDUUR in.
3. Raak herhaaldelijk aan totdat
in het display knippert.
4. Raak aan om de functie SET+GO
in te stellen.
Het display geeft
en met een
indicatie weer. Deze indicatie wordt
weergegeven wanneer de klokfunctie
wordt geactiveerd.
5. Raak een sensorveld aan (behalve
AAN/UIT) om de functie SET+GO te
starten.
7.7 De KOOKWEKKER
instellen
1. Tik op .
en "00" knipperen in het display.
2. Gebruik om tussen de opties te
kiezen. U moet eerst seconden en
dan minuten en uren instellen.
3. Gebruik of om de
KOOKWEKKER in te stellen en
bevestig met .
4. Raak aan. Anders start de
KOOKWEKKER na vijf seconden
automatisch.
Wanneer de ingestelde tijd eindigt,
weerklinkt er gedurende twee minuten
een geluidssignaal en knipperen "00:00"
en in het display.
5. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7.8 TIMER MET
OPTELFUNCTIE
1. Om de Optelfunctie te resetten, tik
herhaaldelijk op
tot in het
display knippert.
2. Raak aan totdat op het display
"00:00" staat en de timer met
optelfunctie weer opnieuw begint te
tellen.
8.
AUTOMATISCHE PROGRAMMA'S
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
Er zijn 20 automatische programma's.
Gebruik een automatisch programma of
een recept als u geen kennis over of
ervaring in het bereiden van een gerecht
hebt. Het display toont de
standaardkooktijd voor alle automatische
programma's.
NEDERLANDS 15
8.1 Automatische programma's
Programmanummer Programmanaam
1 GEBRADEN VLEES
2 GEROOSTERD VARKENSVLEES
3 GEROOSTERD KALFSVLEES
4 GEROOSTERD LAMSVLEES
5 GEROOSTERD WILD
6 HELE KIP
7 VISFILET
8 PIZZA
9 QUICHE LORRAINE
10 CITROENCAKE
11 KWARKTAART
12 GOOIT
13 VOLKORENBROOD
14 DEEG LATEN RIJZEN
15 AARDAPPELGRATIN
16 LASAGNE
17 CANNELLONI
18 KANT-EN-KLARE TAART
19 AFBAKPIZZA
20 KANT-EN-KLARE AARDAPPELGERECHTEN
8.2 Online recepten
Op onze website vindt u de
recepten voor de
automatische programma's
van dit apparaat. Om het
juiste Receptenboek te
vinden, controleer het
productnummer op het
classificatieplaatje op de
voorzijde van het frame van
de binnenkant van het
apparaat.
8.3 Automatische
programma's
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
Het display geeft , een symbool en
nummer van het automatische
programma weer.
3. Raak
of aan om het
automatische programma te kiezen.
4. Tik op of wacht vijf seconden tot
het apparaat automatisch start.
5. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende twee
www.aeg.com
16
minuten een geluidssignaal. Het
symbool knippert.
6. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
8.4 Automatische
programma's met
gewichtinvoer
Als u het gewicht van het vlees instelt,
berekent het apparaat de braadtijd.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik op .
3. Raak of aan om het
gewichtprogramms in te stellen.
Op het display verschijnt: de kooktijd,
duursymbool,
, een standaard
gewicht, een maateenheid (kg, g).
4. Raak aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
5. U kunt het standaardgewicht wijzigen
met
of . Tik op .
6. Wanneer de ingestelde tijd is
verlopen, klinkt er gedurende twee
minuten een geluidssignaal.
knippert.
7. Raak een tiptoets aan of open de
ovendeur om het geluidssignaal te
stoppen.
8. Schakel het apparaat uit.
8.5 Automatische
programma's met
vleesthermometer
(geselecteerde modellen)
De kerntemperatuur van het gerecht is
standaard en kan in programma's met de
vleesthermometer niet worden
veranderd. Het programma eindigt
wanneer het apparaat de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt.
1. Schakel het apparaat in.
2. Tik herhaaldelijk op tot het display
weergeeft.
3. Gebruik van de vleesthermometer.
Raadpleeg "Vleesthermometer".
4. Raak of aan om het
programma voor de
vleesthermometer in te stellen.
Op het display verschijnt de kooktijd,
en .
5. Raak aan. Anders worden de
instellingen na vijf seconden
automatisch opgeslagen.
Wanneer de ingestelde tijd is verlopen,
klinkt er gedurende twee minuten een
geluidssignaal. knippert.
6. Raak een tiptoets aan, of open de
deur om het geluidssignaal te
stoppen.
7. Schakel het apparaat uit.
9.
GEBRUIK VAN DE ACCESSOIRES
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Vleesthermometer
Er worden twee temperaturen ingesteld:
de oventemperatuur en de
kerntemperatuur.
De vleesthermometer meet de
kerntemperatuur van het vlees. Wanneer
het vlees de ingestelde temperatuur
heeft bereikt, wordt het apparaat
uitgeschakeld.
LET OP!
Gebruik alleen de
meegeleverde
vleesthermometer of
originele vervangende
onderdelen.
De vleesthermometer moet
gedurende de bereiding in
het vlees blijven en de
stekker moet in het
stopcontact blijven.
1. Schakel het apparaat in.
NEDERLANDS 17
2. Steek de punt van de
vleesthermometer (met op de
hendel) in het midden van het vlees.
3. Steek de stekker van de
vleesthermometer in de aansluiting
op de voorkant van het apparaat.
Het display geeft knipperend en de
standaardinstelling voor de
kerntemperatuur weer. De temperatuur
staat op 60 °C tijdens het eerste gebruik,
en op de laatste ingestelde waarde
tijdens elk volgende gebruik.
Waneer u de
kerntemperatuursensor in
het stopcontact van het
apparaat steekt, annuleert u
de instellingen voor de
klokfuncties.
4. Raak of aan om de
kerntemperatuur in te stellen.
5. Raak aan. Anders worden de
instellingen na 5 seconden
automatisch opgeslagen.
U kunt de
kerntemperatuur alleen
instellen wanneer het
symbool knippert. Als
op het display voor
de kerntemperatuur
wordt weergegeven,
gebruikt u en of
om een nieuwe
waarde in te stellen.
6. Stel de ovenfunctie en -temperatuur
in.
Het display geeft de huidige
kerntemperatuur en het opwarmsymbool
weer.
Terwijl het apparaat de geschatte duur
berekent, toont het display de opteltijd.
Na de eerste berekening toont het
display de geschatte duur van de
bereidingstijd.
Het apparaat blijft de kookduur
berekenen. Het display wordt met
tussenpozen bijgewerkt met de nieuwe
duur.
Wanneer u kookt met de
vleesthermometer, kunt u de
temperatuur in het display
wijzigen. Nadat u de
kerntemperatuursensor in de
aansluiting hebt geplaatst
en een ovenfunctie en -
temperatuur hebt ingesteld,
geeft het display de huidige
kerntemperatuur weer.
Raak herhaaldelijk aan
om drie andere
temperaturen te bekijken:
de ingestelde
kerntemperatuur
de huidige
oventemperatuur
de huidige
kerntemperatuur
Wanneer het vlees de ingestelde
kerntemperatuur heeft bereikt, hoort u
een geluidssignaal gedurende twee
minuten en knippert de waarde van de
kerntemperatuur en . Het apparaat
wordt uitgeschakeld.
7. Raak een sensorveld aan om het
geluidssignaal uit te schakelen.
8. Haal de stekker van de
kerntemperatuursensor uit het
stopcontact en haal het vlees uit de
oven.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig bij het
verwijderen van de
kerntemperatuursensor. De
sensor is heet. Er bestaat
gevaar voor brandwonden.
9.2 De accessoires plaatsen
Bakrooster:
Plaats het rooster tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
zorg ervoor dat de pootjes omlaag staan.
www.aeg.com
18
Braadpan:
Plaats de braadpan tussen de
geleidestangen van de inschuifrails.
Bakrooster en braadpan samen:
Schuif de braadpan tussen de
geleidestangen van de roostersteun en
het rooster op de roostersteun er boven
en zorg er hierbij voor dat de pootjes
naar beneden wijzen.
Kleine inkepingen bovenaan
verhogen de veiligheid.
Deze inkepingen zorgen er
ook voor dat ze niet
omkantelen. De hoge rand
rond het rooster voorkomt
dat het kookgerei van het
rooster afglijdt.
10. EXTRA FUNCTIES
10.1 Gebruik van de functie
Mijn favoriet programma
Gebruik deze functie voor het opslaan
van uw favoriete temperatuur- en
tijdinstellingen van een ovenfunctie of
programma.
1. Stel de temperatuur en tijd voor een
ovenfunctie of programma in.
2. Raak gedurende langer dan drie
seconden aan. Er klinkt een
geluidssignaal.
3. Schakel het apparaat uit.
Voor het inschakelen van de functie
raakt u
aan. Het apparaat start het
programma Favoriet.
Wanneer de functie in
werking is, kunt u de tijd
en temperatuur
veranderen.
Voor het uitschakelen van de
functie raakt u aan. Het apparaat
beëindigt het programma Favoriet.
10.2 Gebruik van het
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt dat het
apparaat per ongeluk in werking wordt
gesteld.
Als de pyrolysefunctie actief
is, wordt de deur
vergrendeld. Er verschijnt
een melding op het display
als u een tiptoets aanraakt.
1. Om de functie te activeren,
deactiveer het apparaat met . Stel
geen ovenfunctie in.
2. Houd
en gedurende ten minste
2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
NEDERLANDS
19
SAFE verschijnt op het display. De deur
blijft vergrendeld.
Om het Kinderslot te deactiveren,
herhaal stap 2.
10.3 Gebruik van de
Functievergrendeling
U kunt de functie alleen inschakelen als
het apparaat in werking is.
Toetsblokkering voorkomt dat een
ovenfunctie per ongeluk wordt
ingeschakeld.
1. Om de functie te activeren, schakel
het apparaat in.
2. Schakel een ovenfunctie of instelling
in.
3. Houd
en gedurende ten
minste 2 seconden samen ingedrukt.
Er klinkt een geluidssignaal.
Loc verschijnt op het display.
Om de Functievergrendeling te
deactiveren, herhaal stap 3.
Als de pyrolysefunctie actief
is, wordt de deur
vergrendeld. Er verschijnt
een melding op het display
als u een tiptoets aanraakt.
U kunt het apparaat
uitschakelen als de
toetsblokkering aan is. Als u
het apparaat uit zet, wordt
de toetsblokkering
uitgeschakeld.
10.4 Gebruik van het
instelmenu
Het instelmenu laat u toe om functies in
het hoofdmenu te activeren en
deactiveren. Het display toont SET en
het nummer van de instelling.
Beschrijving In te stellen waarde
1 QUICK START AAN/UIT
2 RESTWARMTE-INDICATIE AAN/UIT
3 REINIGINGSHERINNERING AAN/UIT
4
TOETSVOLUME
1)
KLIKKEN / PIEPEN / UIT
5 FOUTTOON AAN/UIT
6 ONDERHOUDSMENU -
7 INSTELLINGEN RESETTEN JA / NEE
1)
Het geluid van de tiptoets AAN / UIT kan niet worden uitgeschakeld.
1. Als het apparaat aanstaat, raak dan
nogmaals aan en houdt deze 3
seconden ingedrukt.
Het display geeft "SET1" weer en "1"
knippert.
2. Raak of aan om de instelling
te bevestigen.
3. Tik op
.
4. Raak of aan om de waarde
van de instelling te wijzigen.
5. Tik op .
Raak om het Instellingenmenu te
verlaten aan of houd vast.
10.5 Automatische
uitschakeling
Om veiligheidsredenen wordt het
apparaat na een tijdje automatisch
uitgeschakeld als een ovenfunctie werkt
en u geen instellingen wijzigt.
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
30 - 115 12.5
120 - 195 8.5
www.aeg.com20
Temperatuur (°C) Uitschakeltijd (u)
200 - 245 5.5
250 - maximum 1.5
Na een automatische uitschakeling, raakt
u een tiptoets aan om het apparaat weer
in werking te stellen.
De automatische
uitschakeling werkt niet met
de functies:
vleesthermometer, licht,
langzaam garen, duur,
einde, tijduitstel.
10.6 Helderheid van het
display
Er zijn twee standen voor de helderheid
van het display:
Helderheid 's nachts - wanneer het
apparaat uit staat, is de helderheid
van het display tussen 22:00 en 06:00
lager.
Helderheid overdag:
als het apparaat aan staat.
als u tijdens helderheid 's nachts
een tiptoets aanraakt (behalve
AAN/UIT), keert het display
gedurende 10 seconden terug
naar helderheid voor overdag.
als het apparaat uit staat en u de
kookwekker hebt ingesteld.
Wanneer de kookwekker eindigt,
keert het display terug naar
helderheid voor 's nachts.
10.7 Koelventilator
Als het apparaat in werking is, wordt de
koelventilator automatisch ingeschakeld
om de oppervlakken van het apparaat
koel te houden. Na het uitschakelen van
het apparaat kan de ventilatie doorgaan
totdat het apparaat is afgekoeld.
11. AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
De temperaturen en
baktijden in de tabellen zijn
slechts als richtlijn bedoeld.
Deze zijn afhankelijk van de
recepten en de kwaliteit en
de hoeveelheid van de
gebruikte ingrediënten.
11.1 Binnenzijde van de deur
Bij bepaalde modellen vindt u het
volgende aan de binnenkant van de
deur:
de nummers van de inzetniveaus.
informatie over de ovenfuncties,
aanbevolen niveaus en temperaturen
voor karakteristieke gerechten.
11.2 Bakken
Het kan gebeuren dat uw oven anders
bakt of braadt dan het apparaat dat u
vroeger had. Pas de instellingen
(temperatuur, kooktijden) en de
rekstand die u gewoon was aan
volgens de waarden in de tabellen.
De fabrikant raadt u aan de eerste
keer een lagere temperatuur in te
stellen.
Als u geen concrete aanwijzingen
kunt vinden voor een speciaal recept,
kijkt u bij een soortgelijk product.
Bij het bereiden van cake op
meerdere niveaus kan de baktijd ca.
10 - 15 minuten langer zijn.
Als het gebak niet overal even hoog
is, wordt het gebak in het begin van
het bakproces niet overal even bruin.
Verander in dit geval de
temperatuurinstelling niet. De
verschillen verminderen tijdens het
bakproces.
Bij langere baktijden kunt u de oven
ca. 10 minuten voor het einde van de
baktijd uitschakelen en profiteren van
de restwarmte.
Wanneer u bevroren gerechten gebruikt,
kunnen de bakplaten in de oven tijdens
het bakken vervormen. Wanneer de
bakplaten afkoelen, verdwijnt de
vervorming.
NEDERLANDS
21
11.3 Baktips
Bakresultaat Mogelijke oorzaak Oplossing
De onderkant van de cake is
niet voldoende gebruind.
De rekstand is incorrect. Plaats de cake op een lagere
rekstand.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
De oventemperatuur is te
hoog.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur lager in.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Te korte baktijd. Baktijd verlengen. U kunt de
baktijd niet verlagen door
een hogere temperatuur in
te stellen.
De cake zakt in en wordt
klef, klonterig, streperig.
Er zit te veel vloeistof in het
mengsel.
Minder vocht gebruiken. Let
op de kneedtijden, vooral bij
het gebruik van keukenma-
chines.
De cake is te droog. De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur hoger in.
De cake is te droog. Te lange baktijd. De volgende keer dat u een
cake bakt, gebruikt u een
kortere baktijd.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
De oventemperatuur is te
hoog en de baktijd te kort.
De baktemperatuur lager in-
stellen en de baktijd verlen-
gen.
De cake wordt ongelijkmatig
bruin.
Het deeg is niet gelijkmatig
verdeeld.
Verdeel het deeg gelijkma-
tig over de bakplaat.
De cake wordt niet gaar bin-
nen de aangegeven baktijd.
De oventemperatuur is te
laag.
De volgende keer dat u een
cake bakt, stelt u de baktem-
peratuur een beetje hoger
in.
11.4 Bakken op één niveau:
Bakken in een bakblik
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Tulband / brio-
che
Multi hetelucht 150 - 160 50 - 70 1
Moskovisch ge-
bak / vruchten-
cake
Multi hetelucht 140 - 160 70 - 90 1
www.aeg.com22
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Fatless sponge
cake / Vetvrije
cake, zacht
Multi hetelucht 140 - 150 35 - 50 2
Fatless sponge
cake / Vetvrije
cake, zacht
Boven-/onder-
warmte
160 35 - 50 2
Taartbodem van
zandtaartdeeg
Multi hetelucht
170 - 180
1)
10 - 25 2
Taartbodem -
zacht cakedeeg
Multi hetelucht 150 - 170 20 - 25 2
Apple pie / Ap-
peltaart (2 vor-
men Ø 20 cm,
diagonaal ge-
plaatst)
Multi hetelucht 160 60 - 90 2
Apple pie / Ap-
peltaart (2 vor-
men Ø 20 cm,
diagonaal ge-
plaatst)
Boven-/onder-
warmte
180 70 - 90 1
Kwarktaart Boven-/onder-
warmte
170 - 190 60 - 90 1
1)
Oven voorverwarmen.
Gebak op bakplaat
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Vlechtbrood /
broodkrans
Boven-/onder-
warmte
170 - 190 30 - 40 3
Kerststol Boven-/onder-
warmte
160 - 180
1)
50 - 70 2
Brood (rogge-
brood):
1. Eerste deel
van het bak-
proces.
2. Tweede
deel van het
bakproces.
Boven-/onder-
warmte
1. 230
1)
2. 160 - 180
1. 20
2. 30 - 60
1
Roomsoezen /
Eclairs
Boven-/onder-
warmte
190 - 210
1)
20 - 35 3
NEDERLANDS 23
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Biscuitrol Boven-/onder-
warmte
180 - 200
1)
10 - 20 3
Kruimeltaart
(droog)
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Boter-/Suiker-
koek
Boven-/onder-
warmte
190 - 210
1)
20 - 30 3
Vruchtentaart
(bereid met gist-
deeg/roer-
deeg)
2)
Multi hetelucht 150 35 - 55 3
Vruchtentaart
(bereid met gist-
deeg/roer-
deeg)
2)
Boven-/onder-
warmte
170 35 - 55 3
Vruchtentaart
met kruimel-
deeg
Multi hetelucht 160 - 170 40 - 80 3
Gistcake met
delicate garne-
ring (bijvoor-
beeld kwark,
room, pudding-
vulling)
Boven-/onder-
warmte
160 - 180
1)
40 - 80 3
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
Koekjes
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Zandkoekjes Multi hetelucht 150 - 160 10 - 20 3
Short bread /
Zandtaartdeeg /
Gebakreepjes
Multi hetelucht 140 20 - 35 3
Short bread /
Zandtaartdeeg /
Gebakreepjes
Boven-/onder-
warmte
160
1)
20 - 30 3
Koekjes ge-
maakt van roer-
deeg
Multi hetelucht 150 - 160 15 - 20 3
www.aeg.com24
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Eiwitgebak /
schuimgebak
Multi hetelucht 80 - 100 120 - 150 3
Bitterkoekjes Multi hetelucht 100 - 120 30 - 50 3
Koekjes ge-
maakt van gist-
deeg
Multi hetelucht 150 - 160 20 - 40 3
Klein blader-
deeggebak
Multi hetelucht
170 - 180
1)
20 - 30 3
Broodjes Multi hetelucht
160
1)
10 - 25 3
Broodjes Boven-/onder-
warmte
190 - 210
1)
10 - 25 3
Small cakes /
Kleine cakes (20
stuks/bakplaat)
Multi hetelucht
150
1)
20 - 35 3
Small cakes /
Kleine cakes (20
stuks/bakplaat)
Boven-/onder-
warmte
170
1)
20 - 30 3
1)
Oven voorverwarmen.
11.5 Ovenschotels en gegratineerde gerechten
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pastaschotel Boven-/onder-
warmte
180 - 200 45 - 60 1
Lasagne Boven-/onder-
warmte
180 - 200 25 - 40 1
Groentegratin
1)
Circulatiegrill 160 - 170 15 - 30 1
Stokbroden be-
dekt met ge-
smolten kaas
Multi hetelucht 160 - 170 15 - 30 1
Zoete ovenscho-
tels
Boven-/onder-
warmte
180 - 200 40 - 60 1
Visschotels Boven-/onder-
warmte
180 - 200 30 - 60 1
Gevulde groen-
te
Multi hetelucht 160 - 170 30 - 60 1
1)
Oven voorverwarmen.
NEDERLANDS 25
11.6 Multi Hetelucht (Vochtig)
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoog-
te
Pastagratin 200 - 220 45 - 55 3
Aardappelgratin 180 - 200 70 - 85 3
Moussaka 170 - 190 70 - 95 3
Lasagne 180 - 200 75 - 90 3
Cannelloni 180 - 200 70 - 85 3
Broodpudding 190 - 200 55 - 70 3
Rijstpudding 170 - 190 45 - 60 3
Appeltaart, gemaakt met roerdeeg
(ronde taartvorm)
160 - 170 70 - 80 3
Witbrood 190 - 200 55 - 70 3
11.7 Bakken op meerdere
niveaus
Gebruik de functie Multi hetelucht.
Gebak op bakplaat
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
2 standen 3 standen
Roomsoezen/
tompoezen
160 - 180
1)
25 - 45 1 / 4 -
Kruimeltaart 150 - 160 30 - 45 1 / 4 -
1)
Oven voorverwarmen.
Koekjes/small cakes/cakejes/gebak/broodjes
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
2 standen 3 standen
Zandkoekjes 150 - 160 20 - 40 1 / 4 1 / 3 / 5
Short bread /
Zandtaartdeeg/
Deegreepjes
140 25 - 45 1 / 4 1 / 3 / 5
Koekjes ge-
maakt van roer-
deeg
160 - 170 25 - 40 1 / 4 -
Eiwitgebak,
schuimgebak
80 - 100 130 - 170 1 / 4 -
www.aeg.com26
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
2 standen 3 standen
Bitterkoekjes 100 - 120 40 - 80 1 / 4 -
Koekjes ge-
maakt van gist-
deeg
160 - 170 30 - 60 1 / 4 -
Klein blader-
deeggebak
170 - 180
1)
30 - 50 1 / 4 -
Broodjes 180 20 - 30 1 / 4 -
Small cakes /
Kleine cakes (20
stuks/bakplaat)
150
1)
23 - 40 1 / 4 -
1)
Oven voorverwarmen.
11.8 Lage temperatuur garen
Gebruik deze functie voor het bereiden
van zachte, magere stukken vlees en vis
met kerntemperaturen lager dan 65 °C
Deze functie is niet geschikt voor
suddervlees of een vet varkensbraadstuk.
U kunt de vleesthermometer gebruiken
om te garanderen dat het vlees de
correcte kerntemperatuur heeft (zie de
tabel voor de vleesthermometer).
In de eerste 10 minuten kunt u een
oventemperatuur instellen tussen 80°C
en 150°C. De standaard is 90°C. Nadat
de temperatuur is ingesteld, blijft de
oven werken bij 80°C. Gebruik deze
functie niet voor gevogelte.
Altijd zonder deksel garen
als u gebruik maakt van de
functie.
1. Braad het vlees aan in een pan op de
kookplaat op een zeer hoge stand
gedurende 1 - 2 minuten aan elke
kant.
2. Plaats het vlees in een diepe
braadpan in de oven op het
bakrooster.
3. Steek de vleesthermometer in het
vlees.
4. Selecteer de functie Lage
temperatuur garen en stel de juiste
eindkerntemperatuur in.
Gerecht Gewicht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Biefstuk 1000 - 1.500 g 120 120 - 150 1
Runderbiefstuk 1000 - 1.500 g 120 90 - 150 3
Geroosterd
kalfsvlees
1000 - 1.500 g 120 120 - 150 1
Steaks 200 - 300 g 120 20 - 40 3
NEDERLANDS 27
11.9 Pizza Hetelucht
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza (dunne korst)
200 - 230
1)2)
15 - 20 2
Pizza (met veel gar-
nering)
180 - 200 20 - 30 2
Taarten 180 - 200 40 - 55 1
Spinazietaart 160 - 180 45 - 60 1
Quiche Lorraine 170 - 190 45 - 55 1
Zwitserse flan 170 - 190 45 - 55 1
Kwarktaart 140 - 160 60 - 90 1
Appeltaart, gedekt 150 - 170 50 - 60 1
Groentetaart 160 - 180 50 - 60 1
Ongedesemd brood
230 - 250
1)
10 - 20 2
Bladerdeegtaart
160 - 180
1)
45 - 55 2
Flammekuchen (piz-
za-achtig gerecht uit
de Elzas)
230 - 250
1)
12 - 20 2
Piroggen (Russische
variant op calzone)
180 - 200
1)
15 - 25 2
1)
Oven voorverwarmen.
2)
Gebruik de braadpan.
11.10 Braden
Gebruik hittebestendig servies om te
braden (lees de instructies van de
fabrikant).
Grote braadstukken kunt u direct in
de diepe braadpan braden (indien
aanwezig) of op een rooster boven de
braadpan.
Braad mager vlees in een braadpan
met deksel. Op die manier blijft het
vlees sappiger.
Alle soorten vlees die een korst
moeten krijgen, kunt u in de
braadschaal zonder deksel braden.
Wij raden u aan vlees en vis vanaf 1 kg
in het apparaat te bereiden.
Giet een beetje vloeistof in de
braadpan om het aanbranden van
vleessap of vet te voorkomen.
Indien nodig het braadstuk (na 1/2 -
2/3 van de gaartijd) keren.
Besprenkel grote braadstukken en
gevogelte diverse keren tijdens het
braden met het eigen vleessap.
Hiermee bereikt u een beter
braadresultaat.
U kunt het apparaat ongeveer 10
minuten voor het einde van de
bereidingstijd uitschakelen om de
restwarmte te gebruiken.
www.aeg.com28
11.11 Roostertabel
Rundvlees
Gerecht Gewicht Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stoofvlees 1 – 1,5 kg Boven-/
onderwarm-
te
230 120 - 150 1
Rosbief of osse-
haas: rood
per cm dikte Circulatiegrill
190 - 200
1)
5 - 6 1
Rosbief of osse-
haas: medium
per cm dikte Circulatiegrill
180 - 190
1)
6 - 8 1
Rosbief of osse-
haas: gaar
per cm dikte Circulatiegrill
170 - 180
1)
8 - 10 1
1)
Oven voorverwarmen.
Varkensvlees
Gerecht Gewicht (kg) Functie Tempera-
tuur (°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Schouderstuk /
nekstuk / ham-
lap
1 - 1.5 Circulatie-
grill
160 - 180 90 - 120 1
Kotelet / ribbe-
tje
1 - 1.5 Circulatie-
grill
170 - 180 60 - 90 1
Gehaktbrood 0.75 - 1 Circulatie-
grill
160 - 170 50 - 60 1
Varkensschen-
kel (voorge-
kookt)
0.75 - 1 Circulatie-
grill
150 - 170 90 - 120 1
Kalfsvlees
Gerecht Gewicht (kg) Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Geroosterd
kalfsvlees
1 Circulatiegrill 160 - 180 90 - 120 1
Kalfsschenkel 1.5 - 2 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 150 1
Lamsvlees
Gerecht Gewicht (kg) Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsbout /
geroosterd
lamsvlees
1 - 1.5 Circulatiegrill 150 - 170 100 - 120 1
NEDERLANDS 29
Gerecht Gewicht (kg) Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Lamsrug, me-
dium
1 - 1.5 Circulatiegrill 160 - 180 40 - 60 1
Wild
Gerecht Gewicht (kg) Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hazenrug /
hazenbout
tot 1 Boven-/
onderwarmte
230
1)
30 - 40 1
Rug 1.5 - 2 Boven-/
onderwarmte
210 - 220 35 - 40 1
Reebout,
hertenbout
1.5 - 2 Boven-/
onderwarmte
180 - 200 60 - 90 1
1)
Oven voorverwarmen.
Gevogelte
Gerecht Gewicht (kg) Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Stukken ge-
vogelte
0,2 - 0,25 elk Circulatiegrill 200 - 220 30 - 50 1
Halve kip 0,4 - 0,5 elk Circulatiegrill 190 - 210 35 - 50 1
Kip, haantje 1 - 1.5 Circulatiegrill 190 - 210 50 - 70 1
Eend 1.5 - 2 Circulatiegrill 180 - 200 80 - 100 1
Gans 3.5 - 5 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 180 1
Kalkoen 2.5 - 3.5 Circulatiegrill 160 - 180 120 - 150 1
Kalkoen 4 - 6 Circulatiegrill 140 - 160 150 - 240 1
Vis (gestoomd)
Gerecht Gewicht (kg) Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Rooster-
hoogte
Hele vis 1 - 1.5 Boven-/
onderwarmte
210 - 220 40 - 60 1
11.12 Grill
Grill altijd met de maximale
temperatuurinstelling.
Rooster in de rekstand plaatsen zoals
aanbevolen in grilltabel.
Altijd de pan voor het opvangen van
vet op de eerste rekstand plaatsen.
Alleen platte stukken vlees of vis
grillen.
Lege oven met grillfuncties altijd 5
minuten voorverwarmen.
LET OP!
Tijdens het grillen moet de
ovendeur altijd gesloten zijn.
www.aeg.com30
Grill
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Rosbief 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Runderfilet 230 20 - 30 20 - 30 3
Varkensrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Kalfsrug 210 - 230 30 - 40 30 - 40 2
Lamsrug 210 - 230 25 - 35 20 - 25 3
Hele vis, 500 -
1000 g
210 - 230 15 - 30 15 - 30 3 / 4
Grill intens
Gerecht Tijd (min) Roosterhoogte
1e kant 2e kant
Burgers / Burgers 8 - 10 6 - 8 4
Varkensfilet 10 - 12 6 - 10 4
Worstjes 10 - 12 6 - 8 4
Runderfilet / kalfs-
biefstukken
7 - 10 6 - 8 4
Toast / Geroosterd
brood
1 - 3 1 - 3 5
Brood met iets erop 6 - 8 - 4
11.13 Bevroren gerechten
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren 200 - 220 15 - 25 2
American pizza, be-
vroren
190 - 210 20 - 25 2
Pizza, gekoeld 210 - 230 13 - 25 2
Pizza snacks, bevro-
ren
180 - 200 15 - 30 2
Patat, dun 200 - 220 20 - 30 3
Patat, dik 200 - 220 25 - 35 3
Aardappelpartjes/-
kroketjes
220 - 230 20 - 35 3
NEDERLANDS 31
Gerecht Temperatuur (°C) Tijd (min) Roosterhoogte
Rösties 210 - 230 20 - 30 3
Lasagne / Cannello-
ni, vers
170 - 190 35 - 45 2
Pastaschotel, bevro-
ren
160 - 180 40 - 60 2
Oven gegratineerde
kaas
170 - 190 20 - 30 3
Kippenvleugels 190 - 210 20 - 30 2
Bevroren kant-en-klaarmaaltijden
Gerecht Functie Temperatuur
(°C)
Tijd (min) Roosterhoogte
Pizza, bevroren Boven-/onder-
warmte
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
Patat
1)
(300 -
600 g)
Boven-/onder-
warmte of Circu-
latiegrill
200 - 220 volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
Baguettes Boven-/onder-
warmte
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
Vruchtentaarten Boven-/onder-
warmte
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
volgens aanwij-
zingen van de
fabrikant
3
1)
Patat tijdens bakken 2 tot 3 keer omkeren.
11.14 Ontdooien
Haal het gerecht uit de verpakking en
plaats het op een bord.
Gebruik het eerste roosterniveau
vanaf de bodem.
Bedek het bord niet met een kom of
ander bord, aangezien het ontdooien
hierdoor langer kan duren.
Gerecht Gewicht
(kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Kip 1 100 - 140 20 - 30 Kip op een omgedraaid schoteltje
in een groot bord leggen. Halver-
wege de bereidingstijd omdraai-
en.
Vlees 1 100 - 140 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
www.aeg.com32
Gerecht Gewicht
(kg)
Ontdooitijd
(min.)
Nadooitijd
(min)
Opmerkingen
Vlees 0.5 90 - 120 20 - 30 Halverwege de bereidingstijd om-
draaien.
Forel 0.15 25 - 35 10 - 15 -
Aardbei-
en
0.3 30 - 40 10 - 20 -
Boter 0.25 30 - 40 10 - 15 -
Room 2 x 0,2 80 - 100 10 - 15 Klop de nog licht bevroren slag-
room.
Gebak 1.4 60 60 -
11.15 Inmaken - Onderwarmte
Gebruik alleen weckpotten van
dezelfde afmetingen.
Gebruik geen weckpotten met een
draai- of bajonetsluiting en metalen
bakken.
Gebruik het eerste rooster van de
bodem van deze functie.
Zet niet meer dan zes weckflessen van
1 liter op het bakrooster.
Vul de glazen potten gelijkmatig en
sluit ze af met een klem.
De weckpotten mogen elkaar niet
raken.
Vul ca. 1/2 liter water op de bakplaat,
zodat er voldoende vocht in de oven
ontstaat.
Als de vloeistof in de weckpotten
begint te borrelen (na ca. 35 - 60
minuten bij weckpotten van 1 liter),
stop de oven of verlaag de
temperatuur tot 100 °C (raadpleeg de
tabel).
Zachte vruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Aardbeien / bosbes-
sen / frambozen / rij-
pe kruisbessen
160 - 170 35 - 45 -
Steenvruchten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Peren / kweeperen /
pruimen
160 - 170 35 - 45 10 - 15
NEDERLANDS 33
Groenten
Gerecht Temperatuur (°C) Inmaken/wecken
tot het parelen be-
gint (min)
Door blijven koken
op 100 °C (min.)
Wortelen
1)
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Komkommers 160 - 170 50 - 60 -
Gemengde augur-
ken
160 - 170 50 - 60 5 - 10
Koolrabi / erwten /
asperges
160 - 170 50 - 60 15 - 20
1)
Na uitschakeling in de oven laten staan.
11.16 Drogen - Multi hetelucht
Gebruik hiervoor een met
boterhampapier of bakpapier
belegde plaat.
Stop de oven voor een beter resultaat
halverwege de droogtijd, open de
deur en laat het één nacht afkoelen
om het drogen te voltooien.
Groenten
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Bonen 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Paprika's 60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
Groente in het
zuur
60 - 70 5 - 6 3 1 / 4
Paddenstoelen 50 - 60 6 - 8 3 1 / 4
Kruiden 40 - 50 2 - 3 3 1 / 4
Fruit
Gerecht Temperatuur
(°C)
Tijd (u) Roosterhoogte
1 stand 2 standen
Pruimen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Abrikozen 60 - 70 8 - 10 3 1 / 4
Schijfjes appel 60 - 70 6 - 8 3 1 / 4
Peren 60 - 70 6 - 9 3 1 / 4
www.aeg.com34
11.17 Vleesthermometertabel
Rundvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C) van voedsel
Rib- / Filletsteak: rood 45 - 50
Rib- / Filletsteak: medium 60 - 65
Rib- / Filletsteak: gaar 70 - 75
Varkensvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C) van voedsel
Schouderkarbonade / ham / varkensrug 80 - 82
Tussenribstuk, Kasselerrib 75 - 80
Gehaktbrood 75 - 80
Kalfsvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C) van voedsel
Geroosterd kalfsvlees 75 - 80
Kalfsschenkel 85 - 90
Schapenvlees / lamsvlees
Gerecht Kerntemperatuur (°C) van voedsel
Schapenbout 80 - 85
Schapenrug 80 - 85
Geroosterd lamsvlees / Lamsbout 70 - 75
Wild
Gerecht Kerntemperatuur (°C) van voedsel
Hazerug 70 - 75
Hazenpoot, hazenbout 70 - 75
Gehele haas 70 - 75
Reerug, hertenrug 70 - 75
Ree- /hertenrug 70 - 75
Vis
Gerecht Kerntemperatuur (°C) van voedsel
Zalm 65 - 70
Forellen 65 - 70
NEDERLANDS 35
12. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
12.1 Opmerkingen over
schoonmaken
Maak de voorkant van het apparaat
schoon met een zachte doek en een
warm sopje.
Gebruik voor metalen oppervlakken
een specifiek reinigingsmiddel.
Reinig de binnenkant van het
apparaat na elk gebruik. Vetophoping
of andere voedingsresten kunnen
brand veroorzaken. Het gevaar is
groter voor de grillpan.
Verwijder hardnekkig vuil met een
speciale ovenreiniger.
Reinig alle accessoires na elk gebruik
en laat ze drogen. Gebruik een zachte
doek met een warm sopje en een
reinigingsmiddel.
Toebehoren met antiaanbaklaag
mogen niet worden schoongemaakt
met een agressief reinigingsmiddel,
voorwerpen met scherpe randen of
een afwasautomaat. Dit kan de
antiaanbaklaag beschadigen.
12.2 Verwijderbare
inschuifrails
Als u de binnenkant van de oven wilt
reinigen, verwijdert u de inschuifrails.
1. Trek de inschuifrail bij de voorkant uit
de zijwand.
2. Trek de geleider bij de achterkant uit
de zijwand en verwijder deze.
2
1
Installeer de inschuifrails in de
omgekeerde volgorde.
12.3 Pyrolyse
LET OP!
Verwijder alle accessoires en
verwijderbare inschuifrails.
De
pyrolysereinigingsprocedure
kan niet worden gestart:
U heeft de stekker van de
vleesthermometer niet uit
de aansluiting gehaald. In
sommige modellen geeft
de display "C2" weer als
deze fout zich voordoet.
U heeft de ovendeur niet
helemaal gesloten. In
sommige modellen geeft
de display "C3" weer als
deze fout zich voordoet.
LET OP!
Als er andere apparaten in
hetzelfde kastje zijn
geïnstalleerd, gebruik ze
dan niet tegelijk met de
pyrolytische functie. Het kan
schade aan het apparaat
veroorzaken.
De deur wordt vergrendeld tijdens de
pyrolytische reiniging. Het symbool
en de balkjes van de
verwarmingsindicatie lichten op totdat
de deur weer is ontgrendeld. De deur
wordt ontgrendeld wanneer de
temperatuur in de oven onder de
veiligheidvoorwaarde ligt en de
pyrolytische reiniging is voltooid.
www.aeg.com
36
Het lampje brandt niet tijdens de
pyrolytische reiniging.
1. Verwijder de ergste etensresten met
de hand.
2. Reinig de binnenkant van de deur
met warm water om te voorkomen
dat resten inbranden door hete lucht.
3. Schakel het apparaat in.
4. Stel de functie Pyrolytische reiniging
in (zie "Ovenfuncties").
5. Tik op .
6. Raak of aan om de duur in te
stellen van de reinigingsprocedure:
Optie Beschrijving
1 1:00 uur voor
een lage
mate van vuil
2 1:30 uur voor
een normale
mate van vuil
3 2:30 uur voor
een hoge
mate van vuil
U kunt de eindfunctie gebruiken om
het starten van de
reinigingsprocedure uit te stellen.
7. Raak aan om de Pyrolysefunctie
in te schakelen.
12.4 Reinigingsherinnering
Het symbool voor de
reinigingsherinnering knippert
gedurende 10 seconden op het display
telkens als u het toestel hebt
uitgeschakeld om u eraan te herinneren
dat pyrolytische reiniging is vereist.
De reinigingsherinnering
gaat uit:
na het einde van de
functie pyrolytische
reiniging.
als u het uitschakelt in de
basisinstellingen.
Raadpleeg het menu "De
instellingen gebruiken".
12.5 De deur verwijderen en
installeren
U kunt de ovendeur en het interne
glazen paneel verwijderen om het
schoon te maken. Het aantal glasplaten
verschilt per model.
WAARSCHUWING!
Wees voorzichtig als u de
deur van het apparaat
verwijdert. De deur is zwaar.
1. Open de deur helemaal.
2. Duw de klemhendels (A) volledig op
de twee scharnieren.
A
A
3. Sluit de ovendeur in de eerste
openingsstand (in een hoek van
ongeveer 70°).
4. Pak de deur aan de zijkanten met
beide handen vast en trek deze
onder een opwaartse hoek weg van
het apparaat.
5. Plaats de ovendeur met de
buitenkant omlaag op een zachte en
egale ondergrond. Dit voorkomt
krassen.
6. Deurafdekking (B) aan de bovenkant
van de deur aan beide kanten
vastpakken en naar binnen drukken
om de klemsluiting te ontgrendelen.
1
2
B
7. Trek de deur naar voren om hem te
verwijderen.
8. Houd de glasplaten aan de
bovenkant vast en trek deze een voor
een omhoog uit de geleiding.
NEDERLANDS
37
9. Reinig de glasplaat met een sopje.
Droog de glasplaat voorzichtig af.
Voer de bovenstaande stappen in
omgekeerde volgorde uit als de
reiniging is voltooid. Plaats de kleinste
glasplaat eerst, daarna de grotere
glasplaten en de deur.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de
glasplaten in de juiste
positie zijn geplaatst, anders
kan het deuroppervlak
oververhit raken.
Zorg ervoor dat u de glasplaten (C, B en
A) weer in de juiste volgorde
terugplaatst. Plaats eerst glasplaat C.
Deze heeft op de linkerkant een vierkant
en op de rechterkant een driehoek
opgedrukt. Deze symbolen vindt u ook in
reliëf op het frame van de deur. Het
driehoeksymbool op het glas moet
overeenkomen met de driehoek op het
frame van de deur en het
vierkantsymbool met het vierkant op de
deur. Plaats daarna de andere twee
glasplaten.
A B C
12.6 Het lampje vervangen
Leg een doek op de bodem van de
binnenkant van het apparaat. Dit
voorkomt schade aan het afdekglas en
de ovenruimte.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor elektrocutie!
Maak de zekering los
voordat u de lamp vervangt.
De lamp en het afdekglas
kunnen heet zijn.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Verwijder de zekeringen in de
zekeringenkast, of schakel de
stroomonderbreker uit.
Het bovenste lampje
1. Draai het afdekglas van de lamp naar
rechts en verwijder het.
2. Reinig het afdekglas.
3. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
4. Plaats het afdekglas terug.
Het zijlampje
1. Verwijder de linker inschuifrail om bij
de lamp te komen.
2. Gebruik een smal, stomp voorwerp
(bijv. een theelepel) om het
afdekglas te verwijderen.
www.aeg.com
38
3. Reinig het afdekglas.
4. Vervang de lamp door een geschikte
300 °C hittebestendige lamp.
5. Plaats het afdekglas terug.
6. De linker inschuifrails installeren.
13. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
13.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
U kunt de oven niet inscha-
kelen of bedienen.
De oven is niet aangesloten
op een elektriciteitsnet of is
niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de oven goed
is aangesloten op het elek-
triciteitsnet (zie het aansluit-
diagram indien beschikbaar).
De oven wordt niet warm. De oven is uitgeschakeld. Schakel de oven in.
De oven wordt niet warm. De klok is niet ingesteld. Stel de klok in.
De oven wordt niet warm. De benodigde kookstanden
zijn niet ingesteld.
Zorg ervoor dat de instellin-
gen juist zijn.
De oven wordt niet warm. De automatische uitschake-
ling is actief.
Raadpleeg "Automatisch
uitschakelen".
De oven wordt niet warm. Het kinderbeveiliging is ge-
activeerd.
Raadpleeg "Gebruik van het
kinderbeveiliging".
De oven wordt niet warm. De zekering is doorgesla-
gen.
Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Het lampje brandt niet. Het lampje is stuk. Vervang het lampje.
NEDERLANDS 39
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het display toont de tijd niet
als het apparaat uit staat.
Het display is uitgeschakeld.
Raak en tegelijkertijd
aan om het display opnieuw
te activeren.
De vleesthermometer werkt
niet.
De stekker van de vleesther-
mometer is niet goed in de
aansluiting gestoken.
Steek de stekker van de
vleesthermometer zo ver
mogelijk in het stopcontact.
De bereiding van de gerech-
ten duurt te lang of de ge-
rechten worden te snel gaar.
De temperatuur is te laag of
te hoog.
Pas indien nodig de tempe-
ratuur aan. Volg het advies
in de handleiding op.
Stoom en condens slaan
neer op de gerechten en in
de ovenruimte.
Het gerecht heeft te lang in
de oven gestaan.
Laat gerechten na het berei-
den niet langer dan 15 - 20
minuten in de oven staan.
Op het display verschijnt
"C2".
U wilt de pyrolyse- of ont-
dooifunctie starten, maar u
hebt de vleesthermometer
niet uit de aansluiting ge-
haald.
Haal de stekker van de
vleesthermometer uit de
aansluiting.
Op het display verschijnt
"C3".
De reinigingsfunctie werkt
niet. De deur is niet volledig
gesloten of het deurslot is
defect.
Sluit de deur volledig.
Op het display verschijnt
"F102".
U heeft de deur niet he-
lemaal gesloten.
De deurvergrendeling is
stuk.
Sluit de deur volledig.
Schakel het apparaat uit
via de huiszekering of de
veiligheidsschakelaar in
de zekeringkast en scha-
kel het apparaat dan
weer in.
Neem contact op met de
klantenservice, wanneer
"F102" opnieuw wordt
weergegeven.
Het display toont een fout-
code die niet in deze tabel
staat.
Er is een elektrische fout. Schakel de oven uit via
de huiszekering of de vei-
ligheidsschakelaar in de
zekeringkast en schakel
deze weer in.
Neem contact op met de
klantenservice wanneer
de foutcode opnieuw
wordt weergegeven.
Het apparaat staat aan maar
wordt niet warm. De ventila-
tor werkt niet. Op het dis-
play verschijnt "Demo".
De demofunctie is ingescha-
keld.
Raadpleeg het menu 'De in-
stellingen gebruiken' in het
hoofdstuk 'Overige functies'.
www.aeg.com40
13.2 Onderhoudgegevens
Als u niet zelf het probleem kunt
verhelpen, neem dan contact op met uw
verkoper of de serviceafdeling.
De contactgegevens van het
servicecentrum staan op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich voor aan de
binnenkant van het apparaat. Verwijder
het typeplaatje niet uit de ovenruimte.
Wij adviseren u om de gegevens hier te noteren:
Model (MOD.) .........................................
Productnummer (PNC) .........................................
Serienummer (S.N.) .........................................
14. ENERGIEZUINIGHEID
14.1 Productkaart en informatie volgens EU 65-66/2014
Naam leverancier AEG
Modelidentificatie
BP700402SM
BP700402WM
Energie-efficiëntie Index 81.2
Energie-efficiëntieklasse A+
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
boven + onderwarmte
0.99 kWh/cyclus
Energieverbruik bij een standaardbelasting, stand
hetelucht
0.69 kWh/cyclus
Aantal ruimten 1
Warmtebron Electriciteit
Volume 71 l
Soort oven Inbouwoven
Massa
BP700402SM 41.0 kg
BP700402WM 41.5 kg
EN 60350-1 - Elektrische huishoudelijke
kookapparaten - deel 1: Range-ovens,
ovens, stoomovens en grills - Methoden
voor prestatiemeting.
14.2 Energie besparen
Dit apparaat bevat functies
die u helpen energie te
besparen tijdens het
dagelijks koken.
Algemene tips
Zorg ervoor dat de ovendeur goed is
gesloten als het apparaat werkt en houd
NEDERLANDS 41
de deur tijdens de bereiding zo veel
mogelijk gesloten.
Gebruik metalen schalen om meer
energie te besparen.
Indien mogelijk de oven niet
voorverwarmen voordat u er voedsel in
plaatst.
Verlaag bij een bereidingsduur langer
dan 30 minuten de oventemperatuur met
minimaal 3 - 10 minuten, afhankelijk van
de bereidingsduur voordat de kooktijd
verstrijkt. De restwarmte in de oven zorgt
ervoor dat het gerecht wordt voltooid.
U kunt de restwarmte gebruiken om
andere maaltijden op te warmen.
Bereiding met hete lucht
Gebruik indien mogelijk de
bereidingsfuncties met hete lucht om
energie te besparen.
Restwarmte
Bij sommige ovenfuncties worden, als
een programma met tijdselectie (Duur of
Einde) in werking is en de bereidingstijd
langer is dan 30 minuten, de
verwarmingselementen automatisch 10%
eerder uitgeschakeld.
De lamp en ventilator blijven wel werken.
Eten warm houden
Kies de laagst mogelijke
temperatuurinstelling om de restwarmte
te gebruiken en een maaltijd warm te
houden. Het display toont de
restwarmteaanduiding of -temperatuur.
Koken met de verlichting
uitgeschakeld
Deactiveer de verlichting tijdens de
bereiding en activeer ze enkel indien
nodig.
Multi Hetelucht (Vochtig)
Functie is ontworpen om tijdens de
bereiding energie te besparen. Het
functioneert op zodanige wijze dat de
temperatuur in de ovenruimte tijdens
een kookcyclus kan verschillen van de
temperatuur die staat aangegeven op
het display. Kooktijden kunnen
verschillend zijn van de kooktijden in
andere programma's.
Wanneer u Multi hetelucht (vochtig)
gebruikt, wordt de lamp automatisch na
30 seconden uitgeschakeld. U kunt de
lamp weer inschakelen maar deze actie
vermindert de verwachte
energiebesparingen.
Het display deactiveren
Indien nodig kunt u het display volledig
uitschakelen. Raak
en tegelijkertijd
aan totdat het display uit gaat. Deze stap
schakelt het apparaat ook in.
15.
MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
www.aeg.com
42
NEDERLANDS 43
www.aeg.com/shop
867314975-C-462016
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44

AEG BP700402WM Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor