16
INHOUD
1. Alvorens uw toestel in werking te stellen.
2. Het gebruik.
3. Algemene raadgeving.
4. Onderhoud.
5. Indien uw toestel niet werkt.
6. Veiligheid.
7. Technische gegevens.
8. Installatie.
9. De draairichting van de deuren wijzigen.
1. ALVORENS UW TOESTEL IN
WERKING TE STELLEN
Alvorens u uw toestel voor de eerste keer in
gebruik neemt, dient u eerst goed na te
kijken of het geen transportschade heeft
opgelopen. Bij eventuele schade verwittigt u
onmiddellijk de winkelier, waar u het toestel
gekocht heeft. Maak de buiten en binnenkant
van uw toestel schoon met water en een
zacht, reukloos reinigingsmiddel en wrijf
droog. Gebruik nooit schurende middelen,
staalwol of gelijkaardige producten.
Voor de elektrische aansluiting, verwijzen wij
naar de hoofdstukken (7) en (8).
2. GEBRUIK
Zie fig. (1) pagina 21 voor het bedienings-
paneel
1. lamp
2. thermostaatknop diepvriezer
3. groen controlelampje toestel onder
spanning
4. geel controlelampje invriesfunctie
5. knop voor invriezing
6. thermometer
7. controlelampje alarmsignaal
De thermostaatknop is regelbaar van 0 (stop)
tot 7 (koudste stand). Regel de
thermostaatknop om de gewenste
temperatuur te bekomen te beginnen van
stand 4.
1. Dit apparaat wordt geleverd als een
vrijstaand apparaat en is niet geschikt
voor inbouw of tussenbouw indien de
wanden van het apparaat te dicht tegen
de muren of kasten staan.
Nadat het apparaat is geplaatst door uw
leverancier de stekker er tenminste 24uur
niet in doen. Dit in verband met het tot rust
komen van de gebruikte koelvloeistoffen.
Het wel eerder aansluiten zal in veel
gevallen direct schade tot gevolg hebben
voor het syteem en valt niet onder de
garantie bepalingen.
Geconstateerde defecten aan kunstof en
glas onderdelen en vervoersschade
dienen dezelfde dag van bezorging door u
aan uw leverancier te worden gemeld. De
normale fabrieksgarantie is geldig voor
alle electrische en koeltechnische
onderdelen. Kunstof en glas en
gloeilampjes vallen derhalve nimmer
onder de garantie bepalingen van dit
apparaat mits dat bij bezorging is
vastgesteld. Breuk door/tijdens gebruik en
onjuist handelen met het apparaat vallen
nimmer onder de garantie.
Plaats koelkasten altijd waterpas met de
neiging tot licht achterover hellend. Dit is
beter voor de afwatering van het
condenswater naar de compressor.
Maak het apparaat eerst schoon alvorens
de stekker er in te doen met een
handwarme doek en niet agresief
reinigingsmiddel.
Zet de thermostaten op stand 4-5 en stel
deze 48 uur later naar boven of beneden
bij indien nodig. Stand 1 is de minder
koude en stand 7 de meest koude stand.
Apparaten nooit te strak inbouwen of
tussenplaatsen. Houdt rondom het
apparaat tenmimste 10cm ruimte vrij om
de verdamperwarmte goed te laten
ventileren. Te strak tussengeplaatste
apparaten kunnen storingen in het
koelsysteem veroorzaken.
2. Deuren nooit te zwaar belasten. Gebruik
de liggende zijden zoveel als mogelijk voor
zware artikelen en producten.
De metalen oppervlakten nooit
schoonmaken met een schuurmiddel.
Gebruik hiervoor een zachte doek met
een niet agressief reinigingsmiddel.
Oppervlakten met droge doek navrijven.
Het meten en controleren van koel en vries
temperaturen dient te geschieden met geijkte
gereedschappen.
stap 1: leg de thermometer in het midden van
het apparaat bijna tegen de achterwand
stap 2: laat het apparaat vervolgens minimaal