116
HHeekkggoollvveenn eenn ggoollvveenn kkrruuiisseenn
1. De bestuurder moet het stuur ste-
vig beetpakken en beide voeten op
de treeplanken houden.
2. De passagier moet de handgrepen
met beide handen stevig beetpak-
ken en beide voeten op de tree-
planken houden.
3. Snelheid verminderen.
4. Blijf altijd paraat om bij te sturen en
uw evenwicht te behouden.
5. Als u over golven vaart, heft u uw
lichaam iets van de zitting op om
de schokken met uw benen op te
vangen.
6. Als u dwars door een hekgolf
vaart, moet u altijd een veilige af-
stand houden tot de waterscooter
voor u.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
BBiijj hheett kkrruuiisseenn vvaann hheekkggoollvveenn ooff
ggoollvveenn mmooeett ddee ssnneellhheeiidd wwoorrddeenn
vveerrllaaaaggdd.. BBeessttuuuurrddeerr eenn ppaassssaa--
ggiieerrss mmooeetteenn zziicchh sscchhrraapp zzeetttteenn
eenn eeeenn hhaallff--ssttaaaannddee hhoouuddiinngg aaaann--
nneemmeenn oomm ddee ssttootteenn bbeetteerr oopp ttee
vvaannggeenn..SSpprriinngg nniieett oovveerr hheekkggooll--
vveenn ooff ggoollvveenn -- hheett sspprriinnggeenn kkaann
vveerrwwoonnddiinnggeenn vvaann rruugg eenn rruuggggeenn--
ggrraaaatt vveerroooorrzzaakkeenn ((ppaarraallyyssee))..
SSttooppppeenn//aaaannmmeerreenn
Zodra de gashendel wordt losgelaten
vertraagt de vaartuig door de weer-
stand van het water tegen de romp.
De remafstand is afhankelijk van de
grootte van de vaartuig, zijn gewicht,
snelheid, toestand van het waterop-
pervlak, aanwezigheid en richting van
wind en stroming.
Het iBR-systeem kan tevens worden
gebruikt om te vertragen of sneller tot
stilstand te komen en om de manoeu-
vreerbaarheid te verhogen, vooral bij
het aanmeren.
De bestuurder dient zich vertrouwd te
maken met de remafstand in verschil-
lende omstandigheden. Tot stilstand
komen op een rechte lijn en in een
bocht met behulp van het iBR-sys-
teem dient uitgebreid te worden inge-
oefend om vertrouwd te raken met het
vaargedrag van de vaartuig bij ge-
deeltelijk of volledig remmen.
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
OOeeffeenn hheett rreemmmmeenn aallttiijjdd iinn ooppeenn
wwaatteerr oomm eerr zzeekkeerr vvaann ttee zziijjnn ddaatt
zziicchh iinn ddee ddiirreeccttee nnaabbiijjhheeiidd,, vvoooorraall
aacchhtteerraaaann,, ggeeeenn wwaatteerrssccooootteerrss ooff
bbootteenn oopphhoouuddeenn.. AAnnddeerree wwaatteerrggee--
bbrruuiikkeerrss zziijjnn nniieett sstteeeeddss iinn ssttaaaatt
oomm oopp ttiijjdd ttee mmaannooeeuuvvrreerreenn ooff ttoott
ssttiillssttaanndd ttee kkoommeenn oomm uu ttee oonnttwwiijj--
kkeenn aallss uu oonnvveerrwwaacchhtt nneett vvoooorr hheenn
vvoolllleeddiigg ttoott ssttiillssttaanndd kkoommtt..
WWAAAARRSSCCHHUUWWIINNGG
HHeett iiss bbeellaannggrriijjkk oomm aannddeerree bbee--
ssttuuuurrddeerrss ddiiee vvaann ppllaann zziijjnn oomm iinn
eeeenn kkoonnvvooooii ttee vvoollggeenn,, ttee iinnffoorrmmee--
rreenn oovveerr ddee rreemm-- eenn mmaannooeeuuvvrreeeerr--
ccaappaacciitteeiitt vvaann uuww vvaaaarrttuuiigg ddaatt eerr
eeeenn ggrrootteerree aaffssttaanndd mmooeett wwoorrddeenn
aaaannggeehhoouuddeenn..
De bestuurder dient ook de aanmeer-
procedure in te oefenen met een
denkbeeldige kade en met behulp van
de beschikbare bedieningselementen
(iBR-hendel en gashendel).
Laat de gashendel ver genoeg vóór
de verwachte aanlegplaats los.
Vertraag naar stationair.
Manoeuvreer door gebruik te maken
van een combinatie van de iBR-hen-
del en gashendel, schakelen naar
neutraal, naar achteruit of vooruit, al
naargelang de situatie.
Denk eraan: bij varen in achteruit
werkt de stuurrichting omgekeerd. Als
u het stuur naar links draait, zwenkt
BEDIENINGSINSTRUCTIES