Liebherr UIKo 1550 Premium Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruikshandleiding
Onderbouwkoelkast
20230622 7086654 - 01
(S)UIKo 1550/60
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht.......................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.................................................................. 3
1.4 SVHC-stoffen volgens de REACH-verordening*..... 3
1.5 EPREL-database*......................................................... 3
1.6 Energie sparen.............................................................. 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften...................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 5
3.1 Bedienings- en controle-elementen......................... 5
3.2 Temperatuurweergave................................................ 5
4 In gebruik nemen................................................... 5
4.1 Apparaat transporteren.............................................. 5
4.2 Apparaat opstellen...................................................... 6
4.3 Inbouw........................................................................... 6
4.4 Aanliggen van de deurafdichting instellen.............. 10
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 12
4.6 Apparaat aansluiten.................................................... 12
4.7 Apparaat inschakelen.................................................. 12
5 Bediening............................................................... 12
5.1 Kinderbeveiliging......................................................... 12
5.2 Deuralarm...................................................................... 13
5.3 SabbathMode................................................................ 13
5.4 Levensmiddelen koelen.............................................. 13
5.5 Temperatuur instellen................................................. 13
5.6 SuperCool...................................................................... 14
5.7 Botervloot...................................................................... 14
5.8 Houders verplaatsen................................................... 14
5.9 Uittrekbak onderverdelen........................................... 14
5.10 Opslaan in de Lift-up-Box*......................................... 15
6 Onderhoud............................................................. 15
6.1 Ontdooien...................................................................... 15
6.2 Apparaat reinigen......................................................... 15
6.3 Technische Dienst........................................................ 16
6.4 Energie-efficiëntieklasse verlichting*...................... 16
7 Storingen............................................................... 16
8 Uitzetten................................................................ 18
8.1 Apparaat uitschakelen................................................ 18
8.2 Buiten werking stellen................................................ 18
9 Afvalverwijdering.................................................. 18
9.1 Apparaat op afvoer voorbereiden.............................. 18
9.2 Apparaat volgens milieuvoorschriften afvoeren.... 19
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikke‐
ling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw
begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en
techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen,
de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen
a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen
zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten
van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Handelingsinstructies zijn gemarkeerd met een , hande‐
lingsresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
uLevensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
uPlateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedieningspaneel (7) Flessenrek
(2) Binnenverlichting (8) Justeerbare deur
(3) Uittrekbare lade (9) Typeplaatje
(4) Verplaatsbare houders (10) Verstelbare sokkelplaat
(5) Uittrekbare lade,
koudste zone
(11) Stelpootjes voor- en
achteraan
(6) Lift-iup Box*
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het
koelen van levensmiddelen voor huishoude‐
lijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt
bijv. het gebruik
-in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-door gasten in landhuizen, hotels, motels
en andere accommodaties,
-bij catering en vergelijkbare service in de
groothandel.
Het apparaat is niet geschikt voor het
invriezen van levensmiddelen.
Het apparaat is geschikt voor geïntegreerde
onderbouw.
Alle andere toepassingen zijn niet toege‐
staan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
Het apparaat in vogelvlucht
2 * afhankelijk van model en uitvoering
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk
verboden:
-Opslag en koeling van medicijnen, bloed‐
plasma, laboratoriumpreparaten of verge‐
lijkbare, overeenkomstig de Europese
richtlijn 2007/47/EG medische hulpmid‐
delen, ten grondslag liggende stoffen en
producten
-Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot
beschadigingen van de opgeslagen goederen
of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat‐
klasse, bij begrensde omgevingstempera‐
turen, worden gebruikt. De voor uw apparaat
betreffende klimaatklasse staat op het type‐
plaatje vermeld.
Aanwijzing
uOm een probleemloze werking te waar
borgen, moet de aangegeven omgevings‐
temperatuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen van
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
SN-ST 10 °C tot 38 °C
SN-T 10 °C tot 43 °C
1.3 Conformiteit
De koelmiddelkringloop is gecontroleerd op lekkage. Het
apparaat voldoet in ingebouwde toestand aan de geldende
veiligheidsvoorschriften en de desbetreffende richtlijnen.
Voor EU-
markt:
het apparaat voldoet aan de richtlijn
2014/53/EU.
Voor GB-
markt:
het apparaat voldoet aan de Radio Equi‐
pment Regulations 2017 SI 2017 No. 1206.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeen‐
stemming is beschikbaar op het volgende internetadres:
www.Liebherr.com
1.4 SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening*
Onder de volgende link kunt u controleren
of uw apparaat SVHC-stoffen volgens de REACH-
verordening bevat: home.liebherr.com/de/deu/de/liebherr-
erleben/nachhaltigkeit/umwelt/scip/scip.html
1.5 EPREL-database*
Vanaf 1 maart 2021 zijn informatie over etikettering inzake
energieverbruik en vereisten inzake ecologisch ontwerp
te vinden in de Europese productdatabase (EPREL). U
krijgt toegang tot de productdatabase via de link https://
eprel.ec.europa.eu/. Hier wordt u gevraagd de modelidenti‐
ficatie in te voeren. De modelidentificatie vindt u op het
typeplaatje.*
1.6 Energie sparen
-Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope‐
ningen resp. -roosters niet af.
-Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
-Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsings‐
omstandigheden zoals bijv. de omgevingstemperatuur
(zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat) . Bij een
warmere omgevingstemperatuur kan het energieverbruik
toenemen.
-Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
energieverbruik.
-Levensmiddelen gesorteerd rangschikken:
home.liebherr.com/food.
-Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
Condensvorming wordt voorkomen.
-Levensmiddelen zolang als nodig eruit halen, zodat ze
niet te warm worden.
-Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertempera‐
tuur laten afkoelen.
2 Algemene veiligheidsvoor
schriften
Bewaar deze handleiding zorgvuldig en over
handig hem aan een eventuele volgende eige‐
naar.*
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u
hem te allen tijde kunt raadplegen.*
Als u het apparaat doorgeeft, geef dan ook de
handleiding door aan de volgende eigenaar.*
Om het apparaat goed en veilig te kunnen
gebruiken, moet u deze handleiding vóór
gebruik aandachtig doorlezen. Volg altijd
de instructies, veiligheidsvoorschriften en
waarschuwingen die hierin zijn opgenomen.
Deze zijn belangrijk om het apparaat veilig
en probleemloos te kunnen installeren en
gebruiken.
Gevaren voor de gebruiker:
-Dit apparaat kan door kinderen alsmede
door personen met verminderde psychi‐
sche, sensorische of mentale bekwaam‐
heden of een gebrek aan ervaring en
kennis worden gebruikt onder toezicht
van een derde of met betrekking tot het
veilige gebruik van het apparaat zijn onder
wezen en de gevaren kennen en begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. De reiniging en het onderhoud mag
niet door kinderen zonder toezicht worden
uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen
Algemene veiligheidsvoorschriften
* afhankelijk van model en uitvoering 3
het apparaat inladen en uitladen. Kinderen
jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van
het apparaat te worden gehouden, als het
apparaat niet continu onder toezicht staat.
-De contactdoos moet eenvoudig toeganke‐
lijk zijn, zodat het apparaat in noodgevallen
snel van de stroomvoorziening kan worden
losgekoppeld. Deze moet zich buiten de
achterkant van het apparaat bevinden.
-Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
-Trek, in geval van een storing, de stekker uit
het stopcontact of schakel de beveiliging
uit.
-Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
apparaat niet wanneer het netsnoer defect
is.
-Als de voedingskabel beschadigd is, moet
deze door de fabrikant, zijn klantenservice
of een soortgelijk gekwalificeerd persoon
worden vervangen om gevaar als gevolg
van beschadiging te voorkomen.*
-Reparaties en ingrepen aan het apparaat en
het vervangen van de netaansluiting mag
alleen worden uitgevoerd door de klanten‐
service of ander vakpersoneel dat hiervoor
is opgeleid.
-Het apparaat alleen conform de beschrij‐
ving in de handleiding inbouwen,
aansluiten en afvoeren.
-Het apparaat alleen in ingebouwde
toestand in gebruik nemen.
-Speciale lichtbronnen, bijvoorbeeld leds op
het apparaat, zijn bedoeld als verlichting
van de binnenzijde van het apparaat en niet
als verlichting van de ruimte eromheen.*
Brandgevaar:
-Dit apparaat bevat een milieuvriendelijk
maar ontvlambaar koelmiddel. Uitgelekt
koelmiddel kan ontbranden. Dit apparaat
mag alleen door geautoriseerde medewer
kers van de klantenservice worden onder
houden, anders kunnen gevaren ontstaan.
In Queensland MOET de geautoriseerde
servicemedewerker beschikken over een
werkvergunning voor gaswerkzaamheden
met koelmiddelen op koolwaterstofbasis
om onderhouds- of reparatiewerkzaam‐
heden uit te voeren waarbij het gassysteem
wordt geopend of gevuld.*
-Het gebruikte koelmiddel (gegevens op
het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar
brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan
ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet
beschadigen.
Vermijd het hanteren van ontstekings‐
bronnen in de binnenkant van het appa‐
raat.
Binnen het apparaat geen elektrische
toestellen gebruiken (bijv. stoomreini‐
gers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur
of ontstekingsbronnen vlakbij het lek
verwijderen. Vertrek goed ventileren.
Informeer de klantendienst.
-Geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals b.v.
butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn
herkenbaar aan de op de verpakking
vermelde inhoudsstoffen of een vlammen‐
symbool. Eventueel ontsnappende gassen
kunnen door elektrische componenten vlam
vatten.
-Brandende kaarsen, lampen en andere
voorwerpen met open vuur uit de buurt van
het apparaat houden, zodat ze het apparaat
niet in brand kunnen steken.
-WAARSCHUWING: ventilatieopeningen in
het apparaathuis of in het inbouwhuis niet
afsluiten.*
-WAARSCHUWING: voor het versnellen van
het ontdooiproces mogen geen andere
mechanische hulpmiddelen of andere
middelen worden gebruikt dan door de
fabrikant aanbevolen.*
-WAARSCHUWING: koudemiddelcircuit niet
beschadigen.*
-Alkoholische dranken of andere verpak
kingen die alcohol bevatten, mogen uitslui‐
tend goed afgesloten worden bewaard.
Eventueel uittredende alcohol kan door
elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-Plint, laden, deuren enz. niet als voeten‐
steun of om te leunen misbruiken. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-Te lang opgeslagen levensmiddelen niet
meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en
pijn:
-Vermijd permanent contact van de huid met
koude oppervlakken of gekoelde/bevroren
producten of tref beschermende maatre‐
gelen, gebruik bijvoorbeeld handschoenen.
-IJs, waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk
en niet te koud eten.*
Algemene veiligheidsvoorschriften
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben.
Voor het ontdooien geen elektrische
kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of
ontdooispray gebruiken.
-IJs niet met scherpe voorwerpen verwij‐
deren.
Knelgevaar:
-Bij het openen en sluiten van de deur niet
in het scharnier grijpen. De vingers kunnen
ingeklemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor
bevinden. Het heeft betrekking op de olie
in de compressor en wijst op het volgende
gevaar: Kan bij het inslikken en indringen
in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwij‐
zing is alleen voor het recyclingproces van
belang. In de normale modus bestaat er
geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor
en wijst op het gevaar van ontvlambare
stoffen. De sticker niet verwijderen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op
de achterkant van het apparaat zijn aange‐
bracht. Deze wijst erop dat er zich vacuüm-
isolatiepanelen (VIP) of perlietpanelen in
de deur en/of de behuizing bevinden.
Deze aanwijzing is alleen van belang voor
het recyclingproces. De sticker niet verwij‐
deren.
Neem de specifieke waarschuwingen en de
andere specifieke instructies in de andere
hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAAR‐
SCHUWING
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
VOORZICHTI
G
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die licht of middelzwaar lichame‐
lijk letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg
kan hebben wanneer dit gevaar
niet vermeden wordt.
Aanwijzing duidt op nuttige informatie en tips.
3 Bedienings- en controle-
elementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 2
(1) Toets On/Off (7) Symbool Kinderbeveili‐
ging
(2) Toets SuperCool (8) Symbool Sabbathmodus
(3) Insteltoets (9) Symbool MENU
(4) Toets Alarm (10) Symbool SuperCool
(5) Weergave DEMO-
modus
(11) Symboolalarm
(6) Temperatuurweergave
3.2 Temperatuurweergave
In de normale modus worden:
-de gemiddelde koeltemperatuur
De temperatuurweergave knippert:
-de temperatuurinstelling wordt veranderd;
De volgende weergaven wijzen op een storing. De
mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen:
(zie 7 Storingen) .
-F0 tot F9
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
uHet apparaat verpakt transporteren.
uHet apparaat rechtop transporteren.
uHet apparaat niet in uw eentje transporteren.
Bedienings- en controle-elementen
* afhankelijk van model en uitvoering 5
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door verkeerd opstellen!
Als een stroomkabel of stekker de achterkant van het appa‐
raat raakt, kunnen de trillingen van het apparaat de stroom‐
kabel of stekker beschadigen en kortsluiting veroorzaken.
uVoorkom bij het opstellen van het apparaat dat onder het
apparaat stroomkabels klem komen te zitten.
uApparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen
het apparaat liggen.
uOp contactdozen in het apparaatacchterpaneel geen
apparaten aansluiten.
uMeervoudige contactdozen of verdeeldozen en andere
elektronische apparaten (bijv. halogeen-transformatoren)
mogen niet aan het achterpaneel van apparaten worden
aangebracht en gebruikt.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
uHet apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omge‐
ving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
uHet apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik
nemen.
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
uPlaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magne‐
tron, toaster enz. op het apparaat!
LET OP
Afgedekte ventilatieopeningen!
Beschadigingen. Het apparaat kan oververhit raken, wat
de levensduur van diverse onderdelen van het toestel kan
verminderen en kan leiden tot functiebeperkingen.
uLet altijd op de be- en ontluchting.
uVentilatieopeningen of - roosters in de apparaatbehuizing
en in het keukenmeubel (inbouwapparaat) moeten altijd
vrij worden gehouden.
uVentilatieluchtopeningen altijd vrij houden.
Wanneer uw apparaat een side-by-side (SBS) apparaat is:*
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!*
uhet apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesappa‐
raat zetten.
qBij schade aan het apparaat onmiddellijk vóór het
aansluiten contact met de leverancier opnemen.
qDe vloer op de standplaats moet horizontaal en vlak zijn.
qPlaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming
of dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct
zonlicht.
qHet apparaat is geschikt voor geïntegreerde onderbouw.
qDe be- en ontluchting vindt via de poot van het apparaat
plaats.
qHet apparaat niet zonder hulp plaatsen.
qHoe meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des
te groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat.
In te kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-
luchtmengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de
opstelruimte minstens 1 m3 groot zijn. Gegevens over
het gebruikte koelmiddel staan op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
uHaal het aansluitsnoer van de achterzijde van het appa‐
raat. Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen
trillingsgeluiden ontstaan!
na de inbouw:
uTrek de beschermfolie van de sierlijsten.
uVerwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
uVoer de verpakking af (zie 4.5 Afvalverwerking van de
verpakking) .
Aanwijzing
uApparaat reinigen (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan
er condens worden gevormd op de buitenkant van het appa‐
raat.
uZorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaat
singsruimte.
4.3 Inbouw
Alle bevestigingsdelen worden meegeleverd.
Fig. 3 *
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
qAccuboormachine, torx® 15, 25
qZeskantsleutel 13
qSchroevendraaier Torx® 15
qPlatte schroevendraaier 6
qInbussleutel 8
qMeetlint
qPotlood
qTouw
qWaterpas
Let erop dat het stopcontact goed toegankelijk blijft.
In gebruik nemen
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 4
Ventilatievereisten
Fig. 5
Er moet een ontluchtingsdiameter van minimaal 200 cm² in
acht worden genomen.
Bij niet-voldoende ventilatie zal het energieverbruik van het
apparaat aanzienlijk stijgen.
Fig. 6
Bevestig het schuimdeel in het midden van de plint van het
apparaat.
Het schuimdeel dient voor de scheiding van de toegevoerde
en de afgevoerde luchtstroom, en zorgt voor een toerei‐
kende ventilatie.
Meubeldeurgewicht
Aanwijzing
uVoor montage van de kastdeur controleren, of het toege‐
laten gewicht van de kastdeur niet wordt overschreden.
uZo niet kan beschadiging van de telescooprails of daaruit
voortvloeiende slechte werking niet worden uitgesloten.
Model
Maximaal gewicht
van de meubeldeur
S/UIKo / UPR 513 10 kg
Zijdelingse bevestiging
qOnderbouw onder een hard werkblad, zoals graniet.
qHet apparaat is bij volledige eruit gedraaide stelvoeten
lager dan het keukenblad.
qVoorwaarde: Meubelzijwand voor schroefverbinding
aanwezig.
Plafondbevestiging
qHet apparaat zit bij volledig eruit gedraaide stelvoeten
licht geklemd onder het werkblad.
qGeen granieten blad.
4.3.1 Apparaat installeren
Fig. 7
uDe plint van het apparaat, indien aangebracht, naar voren
trekken.
uNeem het netsnoer van de achterzijde van het
apparaat. Verwijder hierbij de snoerhouder, anders
kunnen trillingsgeluiden ontstaan!
uHet netsnoer met behulp
van een koord zo leggen,
dat het apparaat na het
inbouwen gemakkelijk kan
worden aangesloten. Fig. 8
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 7
LET OP
Potentieel gevaar voor beschadiging van de vloer!
uOnder de stelpoten een strook karton van ca. 100 mm
x 600 mm leggen. De strook uit de verpakking knippen.
Bij nishoogtes van minder dan 826 mm stroken van een
stevig maar dun materiaal gebruiken.
uNa het erin schuiven de stroken weer verwijderen.
Plafondbevestiging
Fig. 9
uSteek de hoek in de opnameopening van de bovenwand
van het apparaat en naar voren ombuigen.
uSchuif het apparaat in de uitsparing en uitlijnen, zie het
onderdeel Uitlijnen van het apparaat.
Zijdelingse bevestiging:
Fig. 10
uBeide hoeken vóór de montage aan een uiteinde
ombuigen. Steek de rechte kant in de opnameopening
van de bovenwand van het apparaat en naar voren
ombuigen.
uSchuif het apparaat in de uitsparing en uitlijnen, zie het
onderdeel Uitlijnen van het apparaat.
Uitlijnen van het apparaat
Fig. 11
uStelvoeten achter met de schroevendraaier en stelvoeten
voor met de inbussleutel 8 afwisselend tot onder het
werkblad eruit draaien.
uLijn het rechtop staande apparaat met behulp van een
waterpas uit.
wDe afstand vanaf de voorkant van de meubelzijwand tot
aan de behuizing van het apparaat bedraagt aan beide
zijden 41,5 mm.
wBij ontbrekende meubelzijwand dient op het werkblad te
worden georiënteerd.
Bij meubels met deuraanslagonderdelen (noppen,
afdichtstrippen enz.):
uDe opbouwmaat (diepte van de deuraanslagonderdelen)
van de 41,5 mm inschuifdiepte aftrekken.
uStelvoeten achter met de schroevendraaier en stelvoeten
voor met de inbussleutel 8 (bij erin gedraaide stel‐
voeten) of schroevendraaier (bij eruit gedraaide stel
voeten) afwisselend maximaal eruit draaien. De afstelling
bedraagt maximaal 60 mm.
wApparaat is rechtopstaand uitgelijnd
wHet apparaat is in de uitsparing tussen vloer en het werk
blad licht ingeklemd.
Fig. 12
uPlaats het schuimdeel in de plint van het apparaat,
belangrijk voor gescheiden luchtstromen!
Fig. 13
uPlint van het apparaat (2) aanbrengen, maar nog niet
bevestigen.
In gebruik nemen
8 * afhankelijk van model en uitvoering
uMeubeldeur en meubelplint voor het testen aanbrengen
uTrek de plint (2), indien zichtbaar, zo ver naar voren, dat
de voorzijde van het ventilatierooster en de meubelplint
in één vlak liggen.
-of-
uSchuif de plint (2), indien afgedekt, volledig naar
achteren.
uZorg er voor dat de ventilatieopeningen volledig vrij zijn:
Indien nodig de hoogte van de meubelplint (U) op maat
brengen!
wBreng langs de uitsparingsbreedte (W) de plankhoogte
(V) onder de plint (2) van het apparaat aan.
Fig. 14
uDe plint van het apparaat aanbrengen en bevestigen:
Grendel aanbrengen en de plint van het apparaat vast‐
houden.
uBevestig de meubelplint.
Schroef het apparaat in de nis vast:
Fig. 15
uVoor een bevestiging onder het werkblad de bevesti‐
gingshoek met twee schroeven onder het werkblad
bevestigen.
Fig. 16
uVoor een zijdelingse bevestiging de bevestigingshoek
met een schroef aan de rechterkant en linkerkant in de
uitsparing bevestigen.
4.3.2 Kastdeur monteren
uGreep op de kastdeur monteren
Aanwijzing
Om gelijkmatig uittrekken van de uitschuifwagen te waar
borgen:
uDe greep van de kastdeur altijd gecentreerd op de kast
deur monteren.
Fig. 17
uControleer de voorinstelling van 8 mm (afstand tussen
de deur van het apparaat en de onderkant van de strip).
uMontagehulpstukken Fig. 17 (12) op kastdeurhoogte
omhoog schuiven. Onderste aanslagkant ▲van het
montagehulpstuk = onderkant van de aan te brengen
kastdeur.
uBevestigingsdwarsstrip Fig. 17 (11) via de contramoeren
Fig. 17 (10) losschroeven.
Fig. 18
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 9
uBevestigingsdwarsstrip Fig. 18 (11) met de montagehulp‐
stukken Fig. 18 (12) aan de binnenkant van de kastdeur
hangen.
uBevestigingstraverse Fig. 18 (11) op het midden van de
deur uitlijnen.
wAfstanden tot de buitenkant zijn links en rechts even
groot.
Bij spaanplaatdeuren:
uDe bevestigingsdwarsstrip Fig. 18 (11) met minstens 6
schroeven Fig. 18 (19) vastdraaien.
Bij cassettedeuren:
uDe bevestigingsdwarsstrip Fig. 18 (11) met 4 schroeven
Fig. 18 (19) aan de rand vastschroeven.
uTrek de montagehulpstukken Fig. 18 (12) naar boven eruit
en schuif ze gedraaid in de ernaast gelegen opnameope‐
ningen.
Fig. 19
uKastdeur aan de justeerbouten Fig. 19 (13) hangen en
de contramoeren Fig. 19 (10) losjes op de justeerbouten
schroeven.
uSluit de deur.
uControleer de afstand van de deur t.o.v. de aangrenzende
kastdeurtjes.
uKastdeur opzij uitlijnen: Kastdeur in X richting
verschuiven.
uKastdeur op de hoogte Y en qua zijwaartse helling
uitlijnen: stelschroeven Fig. 19 (13) met een schroeven‐
draaier afstellen.
wDe kastdeur ligt in één vlak en op één lijn met de
aangrenzende kastdeurtjes.
uContramoeren Fig. 19 (10) vastdraaien.
Fig. 20
uKastdeur aan de deur van het apparaat vastschroeven:
uBevestigingsgaten in de kastdeur voorboren (evt. met een
graveerstift voorsteken).
uDe apparaatdeur met schroeven door de bevestigings‐
hoek op de meubeldeur schroeven.
Fig. 21
uDe meubeldeur op diepte Z uitlijnen: boven en onder
aan de deur de schroeven losdraaien en dan de deur
verschuiven.
uNoppen en afdichtstrippen niet
laten raken - belangrijk voor de
werking!
uTussen de deur en de behuizing
van het meubel zorgen voor een
luchtspleet van 2 mm.
Fig. 22
uStand van de deur controleren, eventueel bijregelen.
uDraai alle schroeven vast.
uDraai de contramoeren Fig. 22 (10) met een zeskant‐
sleutel 13 vast, houd daarbij de stelbouten Fig. 22 (13)
met een schroevendraaier tegen.
Fig. 23
uBovenste afdekking aanbrengen en klikken.
Controleer de volgende punten om na te gaan of het appa‐
raat op de juiste manier is gemonteerd. Anders kunnen
ijsvorming, condenswatervorming of storingen optreden:
wDe deur moet goed sluiten
wDe kastdeur mag niet tegen de behuizing van het meubel
aansluiten.
4.4 Aanliggen van de deurafdichting
instellen
Afhankelijk van het gewicht van de kastdeur kan verstelling
van de deur noodzakelijk zijn.
Na montage van de kastdeur moet worden gecontroleerd of
de deurafdichting overal tegen het apparaat aan ligt.
In gebruik nemen
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 24
De verstelmogelijkheid bevindt zich rechts en links onder
het flessenrek van de binnendeur.
Bij aflevering staat hij in de stand 0.
De volgende standen zijn mogelijk:
qHoek ± 1°
qVerstelling naar boven 4 mm
qVerstelling naar onderen 2 mm
qVerstelling naar links en rechts in stapjes van 2 mm
LET OP
Gevaar voor storingen en beschadigingen!
uDe verstelling van de deur van het apparaat mag alleen
worden gebruikt om de deurafdichting van de uitschuif
wagen volledig tegen het apparaat aan te laten liggen en
niet voor justering van de kastdeur.
Leg indien nodig een brandende zaklamp in het apparaat,
sluit de deur en controleer of de afdichting goed zit.
4.4.1 De hoek van de deur verstellen
Fig. 25
Aanwijzing
uDe verstelling moet altijd aan beide kanten, links en
rechts worden uitgevoerd!
uUittrekbak naar boven omhoog tillen
Fig. 26
uDe schroef Fig. 26 (33) volledig eruit schroeven.
wDe schroef Fig. 26 (33) opruimen, hij is niet langer nodig.
uSchroeven Fig. 26 (34) met 1 à 2 slagen alleen losdraaien.
uStelschroef Fig. 26 (35) draaien. Rechtsom: de deur helt
boven van het apparaat weg. Linksom: de deur helt boven
naar het apparaat toe en onder van het apparaat weg.
uNadat de hoek versteld is alle schroeven Fig. 26 (34) weer
stevig vastdraaien.
4.4.2 De stand van de deur aanpassen
Aanwijzing
uDe verstelling moet altijd aan beide kanten, links en
rechts worden uitgevoerd!
In gebruik nemen
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Fig. 27
Verstelling in de hoogte, Y:
uSchroeven Fig. 27 (36) volledig eruit schroeven.
wDe schroeven Fig. 27 (36) opruimen, ze zijn niet langer
nodig.
uSchroeven Fig. 27 (37) met 1 à 2 slagen alleen losdraaien.
uStelschroef (38) draaien. Rechtsom: de deur beweegt
maximaal 4 mm naar boven. Linksom: de deur beweegt
maximaal 2 mm naar onderen.
uAlle schroeven Fig. 27 (37) weer vastdraaien.
Zijdelingse verstelling, X:
uAls de schroeven Fig. 27 (36) nog aanwezig zijn, deze
volledig eruit schroeven.
uSchroeven Fig. 27 (37) met 1 à 2 slagen alleen losdraaien.
uStelschroeven Fig. 27 (39) afhankelijk van de gewenste
zijdelingse justeerrichting verstellen.
uNadat de zijdelingse justering voltooid is, schroeven
Fig. 27 (37) weer vastdraaien.
uFlessenrek Fig. 25 (32) en uittrekbak Fig. 25 (31) weer
terug plaatsen.
Aanwijzing
Let op het correct plaatsen en vastklikken van de uittrekbak.
De deur sluit anders niet correct.
uDe uittrekbak vlak met de binnendeur plaatsen.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
uKinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-Golfkarton/karton
-Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-Folies en zakken uit polyetheen
-Spanbanden uit polypropeen
-Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly
ethyleen*
uBreng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inza‐
melpunt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Verkeerd aansluiten!
Beschadiging van de elektronica.
uSluit het apparaat niet aan op stand-alone-omvormers
zoals zonne-energiesystemen en benzinegenerators.
uGeen energiespaarstekker gebruiken.
WAARSCHUWING
Verkeerd aansluiten!
Brandgevaar.
uGeen verlengkabel gebruiken.
uGeen verdeeldozen gebruiken.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje
(zie 1 Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard
en een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom
van de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het stopcontact moet gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat
de stroomvoorziening van het apparaat in geval van nood
snel kan worden onderbroken. Het mag zich niet achter het
apparaat bevinden.
uElektrische aansluiting controleren.
uSteek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
uOpen de deur.
uAan/uit-toets Fig. 2 (1) indrukken.
wHet temperatuurdisplay licht op. Het apparaat
is ingeschakeld.
wWanneer op het display „DEMO” wordt aange‐
geven, is de demonstratiemodus geactiveerd.
U kunt contact opnemen met de Technische
Dienst.
5 Bediening
5.1 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat
kinderen bij het spelen het apparaat niet onbe‐
doeld uitschakelen.
5.1.1 Kinderbeveiliging instellen
uInstelmodus activeren: Druk de toets SuperCool Fig. 2 (2)
ca. 5 s in.
wOp de display wordt S aangegeven.
wHet symbool Menu Fig. 2 (9) is verlicht.
uMet de insteltoets Fig. 2 (3) c kiezen.
uDruk kort op de toets SuperCool Fig. 2 (2) om te beves‐
tigen.
Als in de display c1 wordt aangegeven:
uom de kinderbeveiliging in te schakelen,
drukt u kort op de toets SuperCool
Fig. 2 (2).
wHet symbool kinderbeveiliging Fig. 2 (7) brandt. Op de
display knippert c.
Als in de display c0 wordt aangegeven:
Bediening
12 * afhankelijk van model en uitvoering
uom de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op
de toets SuperCool Fig. 2 (2).
wHet symbool kinderbeveiliging Fig. 2 (7) dooft. Op de
display knippert c.
uInstelmodus deactiveren: toets On/Off Fig. 2 (1)
indrukken.
-of-
u5 min. wachten.
wOp de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
weergegeven.
5.2 Deuralarm
Voor koelgedeelte
Als de deur langer dan 60 seconden open staat,
klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de
deur wordt gesloten.
5.2.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitge‐
schakeld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
uToets Alarm Fig. 2 (4) indrukken.
wHet akoestisch alarm gaat uit.
5.3 SabbathMode
Deze functie vervult de religieuze eisen op de Sabbath resp.
Joodse feestdagen. Als de SabbathMode is geactiveerd, zijn
enkele functies van de besturingslogica uitgeschakeld. Na
het instellen van de SabbathMode hoeft u zich niet meer
bezig te houden met controlelampjes, cijfers, symbolen,
weergaven, alarmmeldingen en ventilatoren. De ontdooicy
clus werkt alleen tot de ingestelde tijd, zonder rekening te
houden met het gebruik van de koelkast. Na een stroom‐
uitval schakelt het apparaat automatisch terug naar de
SabbathMode.
Een lijst over de Star-K gecertificeerde apparaten treft u aan
op de website: www.star-k.org/appliances.
WAARSCHUWING
Gevaar van een levensmiddelenvergiftiging!
Als er een stroomuitval optreedt als de SabbathMode is
geactiveerd, dan wordt deze melding niet opgeslagen. Als
de stroomuitval is beëindigd, werkt het apparaat verder
in de SabbathMode. Als deze modus is beëindigd, wordt
er geen melding weergegeven over de stroomuitval in de
temperatuurweergave.
Als tijdens de SabbathMode een stroomuitval is opgetreden:
uLevensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Ontdooide
levensmiddelen niet consumeren!
-Alle functies zijn vergrendeld met uitzondering van het
uitschakelen van de SabbathMode.
-Zijn de functies zoals SuperFrost, SuperCool, Ventilation
enz. geactiveerd, als de SabbathMode is ingeschakeld,
blijven deze actief.
-Er worden geen akoestische signalen weergegeven
en in de temperatuurweergave worden geen waar
schuwingen/instellingen weergegeven (bijv. tempera‐
tuuralarm, deuralarm)
-De binnenverlichting is uitgeschakeld.
5.3.1 Sabbathmodus instellen
uInstelmodus activeren: Druk de toets SuperCool Fig. 2 (2)
ca. 5 s in.
wIn de weergave knippert S.
wHet symbool Menu Fig. 2 (9) brandt.
uOm de sabbathmodusfunctie op te roepen: Druk kort op
de toets SuperCool Fig. 2 (2).
wIn de weergave knippert S.
Wanneer in de weergave S1 wordt weergegeven:
uVoor het inschakelen van de sabbathmodus de
toets SuperCool Fig. 2 (2) kort indrukken.
Wanneer in de weergave S0 wordt weergegeven:
uVoor het uitschakelen van de sabbathmodus de
toets SuperCool Fig. 2 (2) kort indrukken.
uInstelmodus deactiveren: Druk op de toets On/Off
Fig. 2 (1).
-of-
u5 min. wachten.
wIn de temperatuurweergave wordt het symbool Sabbat
hmodus Fig. 2 (8) weergegeven zolang de sabbathmodus
actief is.
wDe sabbathmodus schakelt zich na 120 uur automatisch
uit, als deze niet vooraf handmatig wordt uitgeschakeld.
5.4 Levensmiddelen koelen
Vlak boven de groenteschuifladen en aan de achterwand is
het het koudste. In de bovenste voorste zone en in de deur
is de temperatuur het hoogst.
Aanwijzing
uDe uittrekbak met maximaal 20 kg levensmiddelen laden.
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
uVentilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
uLicht bederfelijke levensmiddelen zoals klaargemaakte
maaltijden, vleeswaren en worsten in de koudste zone,
middelste bereik, opslaan. In het bovenste bereik boter
en conservenblikken neerzetten. (zie 1 Het apparaat in
vogelvlucht)
uVoor het inpakken herbruikbare kunststof, metalen,
aluminium of glazen bakken en vershoudfolie gebruiken.
uRauw vlees of vis altijd in schone, afgesloten bakjes op
de onderste plank van het koelgedeelte bewaren, zodat
ze niet in contact komen met ander voedsel en er geen
vloeistof van vlees of vis op ander voedsel kan druipen.
uLevensmiddelen, die gemakkelijk een geur of smaak
aannemen of afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in
gesloten reservoirs of afgedekt bewaren.
uLevensmiddelen niet te dicht opslaan, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.5 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
-hoe vaak de deur wordt geopend
-de duur van het openen van de deur
-de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
De Temperatuur kan doorlopend gewijzigd worden. Is de
instelling 2 °C bereikt, wordt weer met 9 °C begonnen.
uTemperatuurfunctie oproepen: Druk de instel
toets Fig. 2 (3) in.
wOp het temperatuurdisplay wordt de tot
nog toe ingestelde waarde knipperend aange‐
geven.
uTemperatuur in 1 °C stappen wijzigen: Druk de
insteltoets Fig. 2 (3) net zo vaak in, totdat de
gewenste temperatuur op het temperatuur
display oplicht.
Bediening
* afhankelijk van model en uitvoering 13
uTemperatuur doorlopend veranderen: instel‐
toets ingedrukt houden.
wTijdens het instellen wordt de waarde knippe‐
rend weergegeven.
wCa. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer
werd ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen
en de daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De
temperatuur in de binnenruimte past zich langzaam aan
de nieuwe instelling aan.
5.6 SuperCool
Met SuperCool schakelt u naar het hoogste afkoel‐
vermogen. Hiermee worden lagere temperaturen
bereikt:
-in het koelgedeelte
Gebruik SuperCool om grote hoeveelheden levens‐
middelen snel te koelen.
Wanneer SuperCool ingeschakeld is, kan de ventilator*
draaien. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kan het geluid van het koelaggregaat tijdelijk
luider zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
5.6.1 SuperCool inschakelen
uToets SuperCool Fig. 2 (2) kort indrukken.
wHet symbool SuperCool Fig. 2 (10) brandt op het display.
wDe koeltemperatuur daalt naar de koudste waarde.
wSuperCool is ingeschakeld.
wSuperCool schakelt automatisch uit. Het apparaat werkt
in de energiebesparende normale modus verder.
5.6.2 SuperCool voortijdig uitschakelen
uToets SuperCool Fig. 2 (2) kort indrukken.
wHet symbool SuperCool Fig. 2 (10) in de display gaat uit.
wSuperCool is uitgeschakeld.
5.7 Botervloot
Botervloot openen / sluiten
Fig. 28
Botervloot uit elkaar halen
Fig. 29
uDe botervloot kan voor het reinigen uit elkaar worden
gehaald.
5.8 Houders verplaatsen
Fig. 30
uHouders rechts en links vastpakken en voorzichtig naar
boven eruit nemen en in de gewenste positie drukken
totdat de houders vastklikken.
5.9 Uittrekbak onderverdelen
Fig. 31
uMet de scheidingswand kan de uittrekbak worden onder
verdeeld. De scheidingswand op de geleiders plaatsen en
eenvoudig naar boven eruit trekken.
Bediening
14 * afhankelijk van model en uitvoering
5.10 Opslaan in de Lift-up-Box*
Fig. 32
uIn de Lift-Up-Box kunnen ongeopende en vast afgesloten
flessen, verpakkingen en groente worden opgeslagen.
Aanwijzing
uIn de Lift-up-Box kan maximaal 4 kg.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt. Waterdruppels maar ook een dunne rijp- of
ijslaag op de achterkant zijn functioneel en derhalve
volledig normaal.
uAfvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater
kan weglopen. (zie 6.2 Apparaat reinigen)
6.2 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper
vlakken beschadigen.
uGebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
uGebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
uGebruik geen schurende of krassende sponsjes of
staalwol.
uGeen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
uGebruik geen chemische oplosmiddelen.
uBeschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Techni‐
sche Dienst.
uKabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
uLaat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie‐
roosters en elektrische delen terecht komen.
uGebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
uGebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen
levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhouds‐
producten.
uApparaat uitruimen.
uTrek de stekker uit.
uLuchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
wStof verhoogt het energieverbruik.
uUit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw‐
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
uAfvoeropening
reinigen: afzettingen
met een dun hulp‐
middel, bijv. een
wattenstaafje verwij‐
deren.
uDe meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk.
Fig. 33
uLade eruit nemen: volgens de afbeelding van achteren
optillen en naar voren uitnemen.
Aanwijzing
uAls de lade niet meer zo ver als van tevoren kan worden
uitgetrokken, de telescooprails eenmaal volledig eruit
trekken. De kogelkooien van de telescooprails worden
hierbij opnieuw uitgelijnd waarna de lade weer volledig
kan worden uitgetrokken.
uTelescooprails alleen met een vochtige doek reinigen.
Het vet in de geleiders dient ter smering en mag niet
worden verwijderd.
uPlateaus demonteren:Binnenste draagrails vanaf de
bovenkant eraf halen, houders naar buiten eraf trekken.
De voorste en achterste draagrail alsmede de glasbodem
liggen vrij.
Onderhoud
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Fig. 34
uLade erin zetten: telescooprails erin schuiven.
uLade op de telescooprails zetten, naar achteren schuiven
en hoorbaar laten vastklikken.
Na het reinigen:
uApparaat en onderdelen droogwrijven.
uApparaat weer aansluiten en inschakelen.
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
ude levensmiddelen er weer in leggen.
6.3 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen
(zie 7 Storingen) . Als dit niet het geval is, dient u contact
op te nemen met de klantenservice. Het adres vindt u in
bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Ondeskundige reparatie!
Verwondingen.
uReparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroom‐
aansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden
(zie 6 Onderhoud) , uitsluitend door de Technische Dienst
laten uitvoeren.
uBeschadigde netaansluiting alleen door de fabrikant, de
klantenservice of een dergelijk gekwalificeerde persoon
laten vervangen.
uBij apparaten met stekker voor koelapparaten mag ook de
klant zelf de vervanging uitvoeren.
uApparaataanduiding
Fig. 35 (1), servi‐
cenr. Fig. 35 (2) en
serienr. Fig. 35 (3)
van het typeplaatje
aflezen. Het type‐
plaatje bevindt zich
aan de linkerkant
binnen in het appa‐
raat.
Fig. 35
uContact opnemen met de Technische Dienst en het
probleem, apparaataanduiding Fig. 35 (1), servicenr.
Fig. 35 (2) en serienr. Fig. 35 (3) mededelen.
wDit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
uHet apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
wDe levensmiddelen blijven langer koel.
uTrek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
6.4 Energie-efficiëntieklasse verlich‐
ting*
Verlichting
Energie-efficiëntieklasse1Lichtbron
Dit product bevat een lichtbron met energie-
efficiëntieklasse G
Led
1 Het apparaat kan lichtbronnen met verschillende energie-
efficiëntieklassen bevatten. De laagste energie-efficiëntie‐
klasse is aangegeven.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren
of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In
dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantie‐
periode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf
verhelpen:
Probleem Oorzaak Oplossing
Het apparaat func‐
tioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De stekker zit niet goed in het stop‐
contact.
uStekker controleren.
De zekering van het stopcontact is
niet in orde.
uZekering controleren.
De compressor
blijft lopen.
De compressor schakelt bij een
verminderde koudebehoefte over
op een lager toerental. Hoewel de
uDat is bij energiebesparende modellen normaal.
Storingen
16 * afhankelijk van model en uitvoering
Probleem Oorzaak Oplossing
looptijd daardoor langer is, wordt
energie bespaard.
SuperCool is ingeschakeld. uOm de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder
aan de achter‐
kant van het
apparaat (bij de
compressor) knip‐
pert regelmatig om
de 5 seconden*.
Het betreft een storing. uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder
houd) .
Geluiden zijn te
luid.
Toerentalgeregelde* compressoren
kunnen naar aanleiding van
de verschillende draaisnelheden
verschillende geluiden veroor
zaken.
uHet geluid is normaal.
Een borrelen en
klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel,
dat door het koelcircuit stroomt.
uHet geluid is normaal.
Een zacht klikken Het geluid ontstaat bij het automa‐
tisch in- en uitschakelen van het
koelaggregaat (de motor).
uHet geluid is normaal.
Een brommend
geluid. Kan
voor korte tijd
iets luider zijn,
wanneer het
koelaggregaat (de
motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw
opgeslagen levensmiddelen of
na lang geopende deur wordt
het koelvermogen automatisch
verhoogd.
uHet geluid is normaal.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uOplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat)
Een lage bromtoon. Het geluid ontstaat door luchtstro‐
mingsgeluiden van de ventilator.
uHet geluid is normaal.
Trilgeluiden Het apparaat staat niet vast op de
vloer. Daardoor gaan voorwerpen
en meubels in de buurt van het
lopende koelaggregaat trillen.
uDe inbouw controleren en eventueel het apparaat
opnieuw uitlijnen.
uFlessen en bakken uit elkaar drukken.
Een stromingsge‐
luid aan de sluit‐
demper.
Het geluid ontstaat bij het openen
en sluiten van de deur.
uHet geluid is normaal.
In de tempera‐
tuurdisplay wordt
aangegeven: F0 tot
F9
Het betreft een storing. uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder
houd) .
In de tempera‐
tuurdisplay brandt
DEMO.
De demonstratie-modus is geacti‐
veerd.
uNeem contact op met de Technische Dienst (zie 6 Onder
houd) .
Het apparaat is
aan de buitenkant
warm*.
De warmte van het koelmiddelcir
cuit wordt gebruikt om condens‐
water te voorkomen.
uDit is normaal.
Temperatuur is
niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten. uDeur van het apparaat sluiten.
Niet voldoende be- en ontluchting. uVentilatieroosters vrijmaken en reinigen.
De omgevingstemperatuur is te
hoog.
uOplossing: (zie 1.2 Toepassingsgebied van het apparaat) .
Het apparaat werd te vaak of te
lang geopend.
uAfwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Techni‐
sche Dienst (zie 6 Onderhoud) .
Storingen
* afhankelijk van model en uitvoering 17
Probleem Oorzaak Oplossing
De temperatuur is verkeerd inge‐
steld.
uStel de temperatuur lager in en controleer deze na 24
uur.
Het apparaat staat te dicht bij een
warmtebron (fornuis, verwarming
enz.).
uVerander de standplaats van het apparaat of van de
warmtebron.
Het apparaat werd niet juist in de
nis ingebouwd.
uControleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
goed sluit.
De binnenverlich‐
ting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld. uApparaat inschakelen.
De deur was langer dan 15 min.
open.
uDe binnenverlichting schakelt zich bij een geopende
deur na ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de
afdekking is beschadigd: WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
uLED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische
Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen
of repareren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp!
De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met
risicogroep RG 2.
Als de afdekkap defect is:
uNiet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
Het deurrubber is
defect of moet om
een andere reden
worden vervangen.
Het deurrubber kan worden
vervangen. Er kan zonder gereed‐
schap een nieuw deurrubber
worden geplaatst.
uNeem contact op met de technische dienst (zie 6 Onder
houd) :
Het apparaat
is bevroren of
er vormt zich
condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf
zijn weggegleden.
uDe deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
sleuf.
Slepend geluid bij
het openen en
sluiten van de
deur.
Positie van de deur is niet correct
ingesteld.
uPositie van de deur correct instellen. (zie 4.4 Aanliggen
van de deurafdichting instellen)
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
uToets On/Off Fig. 2 (1) indrukken, totdat het display
donker wordt. Toets loslaten.
wWanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is
de kinderbeveiliging actief (zie 5.1 Kinderbeveiliging) .
8.2 Buiten werking stellen
uApparaat leegmaken.
uApparaat uitschakelen (zie 8 Uitzetten) .
uNetstekker eruit halen.
uApparaat reinigen (zie 6.2 Apparaat reinigen) .
uLaat de deuren een stukje open staan zodat er geen
onaangename geuren kunnen ontstaan.
9 Afvalverwijdering
9.1 Apparaat op afvoer voorbereiden
Liebherr maakt bij sommige apparaten gebruik
van batterijen. In de EU is het nu voor de
consument wettelijk verplicht deze batterijen
voor de afvoer van apparaten te verwijderen.
Als uw apparaat batterijen bevat, wordt dit op
het apparaat aangegeven.
Lampen Als u lampen zelfstandig en zonder kapot te
maken kunt verwijderen, verwijder deze dan
eveneens voor het voeren.
uApparaat buiten bedrijf stellen. (zie 8.2 Buiten werking
stellen)
uApparaat met batterijen: verwijder batterijen. Beschrij‐
ving zie hoofdstuk Onderhoud.
uIndien mogelijk: verwijder lampen zonder deze kapot te
maken.
Uitzetten
18 * afhankelijk van model en uitvoering
9.2 Apparaat volgens milieuvoor
schriften afvoeren
Het apparaat bevat waardevolle
materialen en moet gescheiden
van het ongesorteerde, huishou‐
delijke afval worden afgevoerd.
Voer batterijen gescheiden van
het apparaat af. Batterijen
kunnen gratis worden ingeleverd
bij de winkel en bij andere inle‐
verpunten zoals het gemeente‐
lijk depot en de chemokar.
Lampen Lever gedemonteerde lampen in
bij een daarvoor bestemd inle‐
verpunt.
Voor Duitsland:* U kunt het apparaat gratis inle‐
veren bij de milieustraat. Bij de
aankoop van een nieuwe koel‐
kast of vriezer en een verkoop‐
oppervlak > 400 m2 neemt de
dealer het oude apparaat ook
gratis terug.*
WAARSCHUWING
Vrijkomend koudemiddel en olie!
Brand. Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar
wel brandbaar. De gebruikte olie is ook brandbaar. Vrij‐
komend koelmiddel en vrijkomende olie kunnen bij hoge
concentratie en in contact met een externe warmtebron
ontvlammen.
uBuisleidingen van de koelmiddelkringloop en compressor
niet beschadigen.
uVoer het apparaten af zonder het te beschadigen.
uVoer batterijen, lampen en het apparaat af zoals hier
boven beschreven.
Afvalverwijdering
* afhankelijk van model en uitvoering 19
Liebherr-Hausgeräte Marica EOOD
4202 Radinovo
Bezirk Plovdiv
Bulgarien
home.liebherr.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Liebherr UIKo 1550 Premium Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor