NL
Deurplateaus
Om de opslag van voedselverpakkingen van verschil-
lende afmeting te kunnen ondersteunen, kan het mid-
delste deurplateau in hoogte versteld worden.
Trek het plateau geleidelijk in de richting van de pijlen
totdat het los komt en plaats op een andere gewenste
hoogte terug.
Voor een grondiger reiniging kunnen de bovenste en
onderste deurplateaus gemakkelijk verwijderd worden
en op hun plek teruggezet worden.
Nuttige tips
Energiebesparing
Let op waar de koelkast wordt geplaatst. Zie paragraaf
“Installatie”. Zodra het juist geďnstalleerd is, verbruikt de
koelkast minder energie.
Probeer te voorkomen dat u de deur lange tijd open
houdt of dat u de deur te vaak opent, aangezien warme
lucht in de koelkast komt en ervoor zorgt dat de com-
pressor onnodig vaak aan slaat.
Als de omgevingstemperatuur hoog is, de thermostaat-
knop op de koudste instelling (hogere cijfers) staat en
het apparaat volledig gevuld is, kan de compressor
continu aan staan waardoor er ijs op de verdamper
ontstaat. Als dit gebeurt, draait u de knop naar een
warmere instelling (lagere cijfers) om de koelkast
automatisch te laten ontdooien en zo elektriciteitsver-
bruik te besparen.
Plaats geen warm voedsel in de koelkast. Laat warm
voedsel eerst afkoelen.
Houd de hitte-emissiecondensor, het metalen rooster
aan de achterwand van de koelkast, altijd schoon.
Nuttige tips voor het koelen
Bewaar geen warm voedsel of dampende vloeistoffen
in de koelkast en bedek het voedsel, vooral als het
een sterke geur verspreidt.
Om de koelkast op de juiste manier te gebruiken, zijn hier
een aantal nuttige tips:
Rauw vlees (biefstuk, varkensvlees, lam en gevo-
gelte): stop dit in plastic zakken en leg boven de
saladeruimte. Dit is het koudste punt in de koelkast.
Vlees kan alleen op deze manier veilig worden
opgeborgen voor ten hoogste een of twee
dagen.
Gekookt voedsel, koude stukken, pudding, enz.:
dit moet goed bedekt worden en kan op een van de
glasplaten worden gezet.
Fruit en groenten: dit moet goed schoongemaakt
worden en in de onderste lade(n) bewaard worden.
Boter en kaas: dit moet in speciale luchtdichte bak-
jes gelegd of in aluminiumfolie of plastic zakjes
gewikkeld worden om zoveel mogelijk lucht buiten te
sluiten.
Melkflessen: deze moeten een afdekdop hebben en
opgeslagen worden in het flessenrek in de deur.
Bananen, aardappelen, uien en knoflook, indien niet
verpakt, mogen niet in de koelkast bewaard worden.
Onderhoud
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
een onderhoudshandeling gaat verrichten.
WAARSCHUWING
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de koeleen-
heid. Onderhoud en herladen mag alleen uitgevo-
erd worden door bevoegde technici.
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het
gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het
koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt en er is
meer energie nodig.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koel-
ruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te
doen.
De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking van
de compressor. Het koelen wordt dan onderbroken, de
temperatuur in de koelruimte stijgt en het ontdooien
begint. Na het ontdooien start de thermostaat het koelen
weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het
condensbakje bovenop de compressor en verdampt door
de warmte.
16