Brandt BPI6309B Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding
Nederlands
Geachte klant,
U heeft zopas een product van BRANDT gekocht. We danken u dan ook voor uw
vertrouwen in onze producten.
We hebben dit product ontworpen en geproduceerd met uzelf, uw levenswijze en uw
noden in ons achterhoofd om ervoor te zorgen dat het zo goed mogelijk aan uw
verwachtingen voldoet. U vindt er onze knowhow, onze innoveringsgeest en alle passie
in terug die ons al meer dan 60 jaar drijft.
Aangezien we er voortdurend naar streven zo goed mogelijk te beantwoorden aan uw
eisen, staat onze klantendienst geheel te uwer beschikking en biedt ze u een luisterend
oor voor al uw vragen of suggesties.
Kijk ook op onze site www.brandt.com
, daar vindt u al onze producten en nuttige en
aanvullende informatie.
BRANDT is verheugd om u dagelijks te begeleiden en wenst u heel veel plezier met uw
aankoop.
Belangrijk: Alvorens uw toestel aan te zetten, lees eerst aandachtig
deze installatie- en gebruikshandleiding zodat u sneller vertrouwd bent
met de werking ervan.
Dit apparaat kan gebruikt
worden door kinderen van 8 jaar
en ouder, en mensen met een
verminderde geestelijke of
fysieke capaciteiten, of mensen
zonder voldoende ervaring en
kennis, indien zij worden
ingelicht over het gebruik van dit
product, en de risico’s hiervan
begrijpen.
Kinderen mogen niet met het
toestel spelen.
Schoonmaak en gebruikers-
onderhoud mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen zonder
toezicht.
Kinderen jonger dan 8 moeten
worden weggehouden tenzij ze
onder permanent toezicht staan.
Het toestel en de bereikbare
delen worden zeer heet tijdens
het gebruik.
Voorzorgen moeten worden
genomen om het aanraken van
verwarmingselementen te
voorkomen.
Metalen voorwerpen zoals
messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op het
oppervlak worden geplaatst
omdat deze heet kunnen
worden.
Uw fornuis is voorzien van een
kinderbeveiliging voor ver-
grendeling van de functies
tijdens het koken of wanneer de
plaat niet aan staat (zie
hoofdstuk: gebruik van de
kinderbeveiliging).
Uw apparaat voldoet aan de
Europese richtlijnen en
verordeningen volgens dewelke
het onderworpen is.
Om interferentie tussen uw
fornuis en een pacemaker te
vermijden, is het belangrijk dat
de pacemaker is ontworpen en
afgesteld in overeenstemming
met de betreffende regle-
mentering. Raadpleeg de
fabrikant van de pacemaker of
uw behandelend arts.
Onbeheerd koken op een
kookplaat met vet of olie kan
gevaarlijk zijn en kan leiden tot
brand. Probeer nooit om een
brand met water te blussen,
maar schakel het apparaat uit en
bedek bijvoorbeeld de vlam met
een deksel of blusdeken.
WAARSCHUWING: het koken
moet worden gecontroleerd. Een
korte kookbereiding vereist een
continue bewaking.
Brandgevaar: geen objecten op
het kooktoestel plaatsen.
Als het oppervlak gebarsten is,
schakel dan het apparaat uit om
het risico van een elektrische
schok te voorkomen.
Gebruik het fornuis niet meer
voordat de glazen bovenplaat is
vervangen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. LEES DEZE
ZORGVULDIG EN BEWAAR ZE VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK.
Deze handleiding is beschikbaar op de website van het merk.
Veiligheidsaanwijzingen
De kookpannen niet te hard op
de kookplaat neerzetten: de
vitroceramische plaat is zeer
stevig, maar niet onbreekbaar.
Plaats geen heet deksel plat op
het fornuis . Een ‘zuignap’-effect
kan het keramisch oppervlak
beschadigen. Verschuif de
pannen niet over de glasplaat,
dat kan op den duur
beschadiging veroorzaken van
de keramische plaat.
Gebruik voor het koken nooit
aluminiumfolie. In aluminium
verpakte producten of producten
in een aluminium bakje nooit
rechtstreeks op de kookplaat
zetten. Het aluminiumfolie smelt
en brengt onherstelbare schade
toe aan uw fornuis.
Geen onderhouds- en
ontvlambare producten in het
meubel onder het fornuis
opbergen.
Indien de voedingskabel is
beschadigd, moet deze
veiligheidshalve door de
fabrikant, de servicedienst of een
ander gekwalificeerd persoon
worden vervangen.
Zorg ervoor dat de
voedingskabel van een elektrisch
apparaat dat in de nabijheid van
het fornuis is aangesloten, niet in
contact komt met de kookzones.
Gebruik nooit een stoomreiniger
voor het onderhoud van uw
fornuis.
Het apparaat is niet bedoeld voor
het gebruik met een externe
timer of een apart
afstandsbedieningssysteem.
LET OP: Gebruik alleen
beschermers van de kookplaat
ontworpen door de fabrikant van
kooktoestel, waarnaar wordt
verwezen in de instructies voor
gebruik als geschikt, of die een
deel vormen van het apparaat.
Het gebruik van ongeschikte
bescherming kan ongelukken
veroorzaken.
Veiligheidsaanwijzingen
1.1 UITPAKKEN
Voor toekomstig gebruik, verwijder alle
beschermende elementen. Controleer en let op
de kenmerken van het apparaat aangegeven op
het typeplaatje.
Vul in de onderstaande kaders de
servicereferenties en het standaardtype dat u op
deze plaat aantreft.
1.2 INBOUWEN IN HET WERKVLAK
Zorg ervoor dat de luchtingangen en uitgangen
goed vrij zijn (1.2.1).
Voor een standaardinstallatie zie de schema’s A
of C.
Voor een randloze installatie, zie de schema’s B of
D.
Houd rekening met de informatie over de
inbouwafmetingen (in mm) van het werkplanblad
voor het ontvangen van de kookplaat (1.2.2).
Plak de dichting over de gehele omtrek van de
kookplaat (volgens model) (1.2.3) voor het
inbouwen.
Controleer of de lucht goed
doorstroomt tussen de voor- en achterzijde van
uw kookplaat.
Als de kookplaat boven een lade (1.2.4) of een
ingebouwde oven (1.2.5) wordt geïnstalleerd,
respecteer dan de afmetingen aangegeven in de
afbeeldingen om een voldoende luchtuitlaat te
waarborgen aan de voorzijde.
Als uw kookplaat zich boven een oven
bevindt, kunnen de warmtebeveiligingen van
de plaat het gelijktijdige gebruik van de plaat en
de oven verhinderen in pyrolyse-modus -
weergave code “F7” op de bedieningszone. In dit
geval raden wij u aan om de beluchting van uw
kookplaat te verbeteren door een opening te
maken aan de zijkant van uw meubel (8cm x
5cm).
1. 3 ELEKTRISCHE AANSLUITING
Deze kookplaten moeten
worden aangesloten op het
elektriciteitsnet via een
omnipolaire schakelaar volgens de
geldende installatieregels. Een
loskoppelingswijze moet
geïntegreerd worden in de vaste
leidingen.
Identificeer het type van de kabel van uw
kookplaat, afhankelijk van het aantal draden en de
kleuren:
- Kabel met 3 draden (1.3.1):
a) geel-groen, b) blauw, c) bruin.
- Kabel met 5 draden (1.3.2 en 1.3.3):
a) geel-groen, b) blauw, c) bruin, d) zwart
e) grijs.
Bij het onder spanning stellen van uw kookplaat, of
na een lange stroomonderbreking, wordt een code
weergegeven op het toetsenbord (dit display is
bedoeld voor de Servicedienst, de gebruiker van de
kookplaat moet hiermee geen rekening houden).
Deze informatie verdwijnt na ongeveer
30 seconden.
3.1 KEUZE VAN HET RECIPIËNT
De recipiënten met het symbool zijn
compatibel met inductie.
We stellen voor pannen te kiezen met
een dikke en platte bodem. De warmte
wordt beter verspreid en het kookproces verloopt
gelijkmatiger.
Tip voor energiebesparing
Koken met een goed passend deksel
bespaart energie. Indien u een glazen
deksel gebruikt, kunt u het koken perfect
controleren.
Service:
Type:
1
2
3
Identificeer uw kookplaattype
door het vergelijken van het aantal en de
configuratie van de kookzones, het
toetsenbordtype van uw apparaat en het totale
vermogen van uw apparaat met de illustraties en
het typeplaatje.
4.2 AANPASSING VAN HET VERMOGEN
Druk op de + of -toets o
m het gewenste
vermogen in te stellen van 1 tot 9 (4.2.1)
(P=max. vermogen).
Bij het inschakelen kunt u direct het maximale
vermogenniveau P instellen door op de toets -
(4.2.2) te drukken.
Voor de modellen is het totale
beschikbare vermogen (≤4,6kW) verdeeld over
de verschillende kookzones. Wanneer een hoog
vermogen wordt gevraagd in een kookzone, dan
wordt het vermogen van de andere kookzones
beperkt, zoals hieronder weergegeven:
- Modellen :
Wanneer het maximale vermogen wordt
ingeschakeld op een kookzone, kan het
vermogen van de andere kookzones maximaal
worden ingesteld tussen 1 en 5.
Wanneer het vermogen 9 wordt ingeschakeld,
kan het vermogen van de andere kookzones
maximaal worden ingesteld tussen 1 en 7.
- Model :
Wanneer het maximale vermogen wordt
ingeschakeld op een kookzone, kan het
vermogen van de andere kookzones maximaal
worden ingesteld tussen 1 en 4.
Wanneer het vermogen 9 wordt ingeschakeld,
kan het vermogen van de andere kookzones
maximaal worden ingesteld tussen 1 en 5.
Wanneer het vermogen 8 wordt ingeschakeld,
kan het vermogen van de andere kookzones
maximaal worden ingesteld tussen 1 en 6.
4.3 INSTELLEN VAN DE TIMER
Elke kookzone heeft een eigen timer die
instelbaar is tot 99 minuten. Die kan
ingeschakeld worden zodra de betreffende
kookzone in werking is.
Druk herhaaldelijk op de knop om de
kookzone te selecteren waaraan u de timer wilt
toewijzen
. De huidige timer heeft een sterk
oplichtende led (4.3.1).
De regeling gebeurt door te drukken op + of -.
Het is mogelijk direct naar de 99 minuten te
gaan door bij het begin te drukken op de
toets - (4.3.2).
Na het koken verschijnt een 0 en hoort u een
pieptoon gedurende ongeveer 20 seconden. Om
dit te stoppen, drukt u op een willekeurige toets.
Om de timer handmatig te stoppen drukt u
tegelijk langdurig op de toetsen “+” en “-” of
gaat u terug naar 0 met de toets “-”.
4.1 IN- en UITSCHAKELEN
Inschakelen:
Druk op de toets die overeenkomt met de
gewenste kookzone.
Een 0 en een pieptoon geven aan dat de
kookzone aan staat. U kunt nu het gewenste
kookvermogen instellen van de geselecteerde
kookzone. Als u geen kookvermogen instelt zal
de kookzone automatisch worden uitgeschakeld
(4.1.1).
Het stoppen van een zone:
Druk lang op de toets die overeenkomt met
de gewenste kookzone.
Een lange pieptoon weerklinkt en het display
wordt uitgeschakeld of het symbool
«H»
(restwarmte) verschijnt.
Diameter
van de
kookzone
16 cm
18 cm
21 cm
28 cm
Bodemdiamet
er van het
recipiënt
10-18 cm
12-22 cm
12-24 cm
15-32 cm
Max.
ovenvermo
gen (Watt)
2000
2300
2800
2400
3100
3600
a-b-c-d-e-g
Kookpla
atmodel
b-c-d-e-g-f
Bij het gebruik van het maximale vermogen op
meerdere kookzones tegelijk, moet u de beste
positionering kiezen van uw recipiënten volgens
het model van uw kookplaat, zoals aangegeven
in de afbeeldingen (3.2.1 - 3.2.2 - 3.2.3).
= aanbevolen positionering.
= te vermijden positionering.
Dit voorkomt een automatische
vermogenbeperking op een van de kookzones als
de positionering niet optimaal is.
4
b-c-d-g
e
3.2 SELECTIE VAN DE KOOKPLAAT
Selecteer de kookplaat die geschikt is voor de
grootte van de bodem van uw recipiënten (zie
tabel). Als de basis van de houder te klein is, zal
de vermogenindicator knipperen en de kookplaat
zal niet werken, zelfs al is het materiaal van het
recipiënt van het aanbevolen type voor inductie.
4.4 VEILIGHEID KINDEREN
Uw kookplaat is voorzien van een
kinderbeveiliging voor vergrendeling van de
functies tijdens het koken of wanneer de plaat
niet aan staat. Uit veiligheidsoverwegingen
blijven de toetsen altijd actief. U kunt zo
zelfs tijdens de vergrendeling verwarmingszones
uitzetten.
Vergrendeling:
Druk op de toets . De led boven het slot zal
oplichten en een pieptoon bevestigt uw actie
(4.4.1).
Het display van de ingeschakelde kookzones
geeft dan afwisselend het vermogen en het
vergrendelingssymbool aan (4.4.2).
Ontgrendeling:
Druk op de toets totdat het
vergrendelingssymbool verdwijnt en een
pieptoon uw actie bevestigt.
CLEAN-LOCK-functie:
De functie Clean Lock vergrendelt uw fornuis
tijdelijk tijdens het reinigen.
Om de functie Clean Lock te activeren, druk kort
op de toets . De led boven het slot knippert
en een pieptoon bevestigt uw actie. Na ongeveer
1 minuut wordt de vergrendeling automatisch
uitgeschakeld. Een dubbele pieptoon weerklinkt
en de led gaat uit.
U kunt de functie Clean Lock desactiveren op elk
moment door langdurig op de toets te
drukken.
4.5 VEILIGHEID EN AANBEVELINGEN
Restwarmte:
Na intensief gebruik kan de door u gebruikte
kookzone nog enkele minuten heet blijven.
Het symbool «H» wordt weergegeven tijdens
deze periode (4.5.1).
Raak de betreffende zones dan niet aan.
Anti-oververhittingbeveiliging:
Elke kookzone is uitgerust met een
veiligheidssensor die de temperatuur van de
bodem van de pan bewaakt. Als u een lege pan
op een ingeschakelde kookzone laat staan, zal de
kookplaat automatisch de temperatuur van de
kookplaat aanpassen zodat niets wordt
beschadigd.
Bescherming bij overkoken:
Een speciale weergave (symbool )
,
, een
pieptoon, gevolgd door het uitschakelen van de
kookplaat kan worden geactiveerd in de volgende
gevallen:
- Overkoken waarbij de toetsen worden bedekt
(4.5.2).
- Natte doek op de toetsen.
- Metalen voorwerp op de bedieningstoetsen
(4.5.3)
Verwijder het object of maak de toetsen schoon
en droog de sleutels en start de kookplaat
opnieuw.
Auto-Stop:
Uw kookplaat is uitgerust met een Auto-Stop-
beveiliging, die automatisch alle kookzones
uitschakelt die ingeschakeld zijn gebleven
gedurende een overmatig lange periode (tussen
1 en 10 uur, afhankelijk van het gebruikte
vermogen).
Wanneer deze veiligheidsfunctie wordt gestart
wordt de onderbreking van de kookzone
aangekondigd met de weergave “A” in de
bedieningszone en hoort u ongeveer 2 minuten
lang een pieptoon. Door op een willekeurige
toetste drukken maakt u hier een einde aan.
Er kunnen geluiden optreden die lijken op
het mechanisme van een uurwerk.
Deze geluiden treden op wanneer de kookplaat in
bedrijf is. Ze verdwijnen of nemen af afhankelijk
van de verwarmingsconfiguratie. Piepende
geluiden kunnen ook optreden, afhankelijk van
het model en de kwaliteit van uw recipiënt. De
beschreven geluiden zijn normaal. Zij zijn
verwant met de inductietechnologie en wijzen
niet op storingen.
Tip voor energiebesparing
Voor het bakken met de grill of een leeg
recipiënten, adviseren wij u niet het maximale
vermogen te gebruiken.
Gebruike voor lichte vlekken een
reinigingssponsje. Het te reinigen gebied met
warm water doorweken, daarna afvegen (5).
Voor een ophoping van gebakken vuil, gemorste
suikerhoudende substanties, gebruik maken van
een reinigingspons en / of een speciale
glasschraper. Het te reinigen gebied met warm
water doorweken, een speciaal glaskrabbertje
gebruiken om het ergste vuil te verwijderen,
daarna met een huishoudsponsje het resterende
vuil verwijderen en afvegen.
Voor halo’s en kalkaanslag, warme witte azijn op
de vlek, aanbrengen, en afvegen met een zachte
doek.
Voor glanzende metaalkleuren en wekelijks
onderhoud, gebruik maken van een speciaal
keramisch product.
Belangrijke opmerking: gebruik geen
schuurpoeder of -sponsjes. Geef de voorkeur aan
crèmes en speciale sponzen voor delicaat
keukengerei.
werkt slecht. Neem contact op met de
Servicedienst.
- De kookplaat werkt niet, het symbool
wordt weergegeven. Ontgrendel de
kinderbeveiliging (zie aansluiten 4.4).
- Storingcode F9: spanning lager dan 170 V
- Storingcode F9: temperatuur lager dan 5°C
6.3 TIJDENS GEBRUIK:
- De kookplaat is gestopt met werken, het
symbool wordt weergegeven en een
geluidssignaal weerklinkt.
Er is iets overgekookt of er ligt een voorwerp
op het bedieningspaneel. Reinig het voorwerp
of verwijder het en ga verder met koken.
- De code F7 verschijnt.
De elektronische schakelingen zijn warm
geworden. Controleer de beluchting van de
kookplaat (zie hoofdstuk inbouwen 1.2).
Tijdens de werking van een kookzone
knippert altijd de weergave van het
toetsenbord.
Het gebruikte recipiënt is niet compatibel met
de inductie of de grootte is niet geschikt voor
de kookzone (zie hoofdstuk 3).
- De recipiënten maken lawaai en uw
kookplaat maakt een tikkend geluid
tijdens het koken (Zie hoofdstuk Veiligheid en
aanbevelingen 4.5).
Normaal bij sommige soorten pannen. Dit wordt
veroorzaakt door de energie die van de
kookplaat naar de pan gaat.
- De ventilator blijft doorwerken na
uitschakeling van de kookplaat.
Dit is normaal. Dit laat koeling van de elektronica
toe.
- Bij aanhoudende storingen.
Schakel de spanning van uw tafel uit gedurende
1 minuut. Als het fenomeen aanhoudt, neem
contact op met het Service Center.
6.1 BIJ DE INWERKINGSTELLING:
- U observeert een oplichtend display.
Dit is normaal. De weergave verdwijnt na
30 seconden.
- De stroom is uitgeschakeld of slechts één
kant van de kookplaat werkt. Verkeerde
aansluiting van de kookplaat. Controleer of de
aansluiting conform is (zie hoofdstuk aansluiting
1.3).
- Bij het eerste gebruik komt er een vreemde
geur van de kookplaat af. Het apparaat is
nieuw. Laat elke zone een half uur verwarmen met
een pan vol water.
6.2 BIJ HET AANZETTEN:
De kookplaat werkt niet en de lichtgevende
displays op het bedieningspaneel blijven
uit.
Het apparaat krijgt geen stroom. Defecte voeding
of foute aansluiting. Controleer de zekeringen en
de elektrische hoofdschakelaar.
- De kookplaat werkt niet en er verschijnt
een ander bericht. De elektronische schakeling
6
5
Milieubescherming
Dit symbool geeft aan dat dit product
niet mag worden behandeld als
huishoudelijk afval.
Uw apparaat bevat eveneens tal van
recycleerbare materialen. Daarom is het voorzien
van dit symbool dat aangeeft dat de gebruikte
apparaten van ander afval dient te worden
gescheiden.
Informeer bij uw gemeente of bij uw verkoper
naar de dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw
oude apparaten. De recyclage van de apparaten
die door uw fabrikant wordt georganiseerd,
wordt op deze manier onder de beste
omstandigheden uitgevoerd, overeenkomstig de
Europese richtlijn betreffende elektrisch en
elektronisch afval.
Bepaalde verpakkingsmaterialen van dit apparaat
zijn recyclebaar. Doe mee aan de recycling en
draag bij aan de bescherming van het milieu door
dit materiaal in de hiervoor bestemde
gemeentecontainers te deponeren.
Wij danken u voor uw bijdrage aan de
bescherming van het milieu.
7

Documenttranscriptie

Nederlands Geachte klant, U heeft zopas een product van BRANDT gekocht. We danken u dan ook voor uw vertrouwen in onze producten. We hebben dit product ontworpen en geproduceerd met uzelf, uw levenswijze en uw noden in ons achterhoofd om ervoor te zorgen dat het zo goed mogelijk aan uw verwachtingen voldoet. U vindt er onze knowhow, onze innoveringsgeest en alle passie in terug die ons al meer dan 60 jaar drijft. Aangezien we er voortdurend naar streven zo goed mogelijk te beantwoorden aan uw eisen, staat onze klantendienst geheel te uwer beschikking en biedt ze u een luisterend oor voor al uw vragen of suggesties. Kijk ook op onze site www.brandt.com, daar vindt u al onze producten en nuttige en aanvullende informatie. BRANDT is verheugd om u dagelijks te begeleiden en wenst u heel veel plezier met uw aankoop. Belangrijk: Alvorens uw toestel aan te zetten, lees eerst aandachtig deze installatie- en gebruikshandleiding zodat u sneller vertrouwd bent met de werking ervan. Veiligheidsaanwijzingen BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES. LEES DEZE ZORGVULDIG EN BEWAAR ZE VOOR TOEKOMSTIG GEBRUIK. Deze handleiding is beschikbaar op de website van het merk. Dit apparaat kan gebruikt worden door kinderen van 8 jaar en ouder, en mensen met een verminderde geestelijke of fysieke capaciteiten, of mensen zonder voldoende ervaring en kennis, indien zij worden ingelicht over het gebruik van dit product, en de risico’s hiervan begrijpen. Kinderen mogen niet met het toestel spelen. Schoonmaak en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht. Kinderen jonger dan 8 moeten worden weggehouden tenzij ze onder permanent toezicht staan. Het toestel en de bereikbare delen worden zeer heet tijdens het gebruik. Voorzorgen moeten worden genomen om het aanraken van verwarmingselementen te voorkomen. Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet op het oppervlak worden geplaatst omdat deze heet kunnen worden. Uw fornuis is voorzien van een kinderbeveiliging voor vergrendeling van de functies tijdens het koken of wanneer de plaat niet aan staat (zie hoofdstuk: gebruik van de kinderbeveiliging). Uw apparaat voldoet aan de Europese richtlijnen en verordeningen volgens dewelke het onderworpen is. Om interferentie tussen uw fornuis en een pacemaker te vermijden, is het belangrijk dat de pacemaker is ontworpen en afgesteld in overeenstemming met de betreffende reglementering. Raadpleeg de fabrikant van de pacemaker of uw behandelend arts. Onbeheerd koken op een kookplaat met vet of olie kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot brand. Probeer nooit om een brand met water te blussen, maar schakel het apparaat uit en bedek bijvoorbeeld de vlam met een deksel of blusdeken. WAARSCHUWING: het koken moet worden gecontroleerd. Een korte kookbereiding vereist een continue bewaking. Brandgevaar: geen objecten op het kooktoestel plaatsen. Als het oppervlak gebarsten is, schakel dan het apparaat uit om het risico van een elektrische schok te voorkomen. Gebruik het fornuis niet meer voordat de glazen bovenplaat is vervangen. Veiligheidsaanwijzingen De kookpannen niet te hard op de kookplaat neerzetten: de vitroceramische plaat is zeer stevig, maar niet onbreekbaar. Plaats geen heet deksel plat op het fornuis . Een ‘zuignap’-effect kan het keramisch oppervlak beschadigen. Verschuif de pannen niet over de glasplaat, dat kan op den duur beschadiging veroorzaken van de keramische plaat. Gebruik voor het koken nooit aluminiumfolie. In aluminium verpakte producten of producten in een aluminium bakje nooit rechtstreeks op de kookplaat zetten. Het aluminiumfolie smelt en brengt onherstelbare schade toe aan uw fornuis. Geen onderhoudsen ontvlambare producten in het meubel onder het fornuis opbergen. Indien de voedingskabel is beschadigd, moet deze veiligheidshalve door de fabrikant, de servicedienst of een ander gekwalificeerd persoon worden vervangen. Zorg ervoor dat de voedingskabel van een elektrisch apparaat dat in de nabijheid van het fornuis is aangesloten, niet in contact komt met de kookzones. Gebruik nooit een stoomreiniger voor het onderhoud van uw fornuis. Het apparaat is niet bedoeld voor het gebruik met een externe timer of een apart afstandsbedieningssysteem. LET OP: Gebruik alleen beschermers van de kookplaat ontworpen door de fabrikant van kooktoestel, waarnaar wordt verwezen in de instructies voor gebruik als geschikt, of die een deel vormen van het apparaat. Het gebruik van ongeschikte bescherming kan ongelukken veroorzaken. 1 1.1 UITPAKKEN Voor toekomstig gebruik, verwijder alle beschermende elementen. Controleer en let op de kenmerken van het apparaat aangegeven op het typeplaatje. Vul in de onderstaande kaders de servicereferenties en het standaardtype dat u op deze plaat aantreft. Service: Type: 1.2 INBOUWEN IN HET WERKVLAK Zorg ervoor dat de luchtingangen en uitgangen goed vrij zijn (1.2.1). Voor een standaardinstallatie zie de schema’s A of C. Voor een randloze installatie, zie de schema’s B of D. Houd rekening met de informatie over de inbouwafmetingen (in mm) van het werkplanblad voor het ontvangen van de kookplaat (1.2.2). Plak de dichting over de gehele omtrek van de kookplaat (volgens model) (1.2.3) voor het inbouwen. Controleer of de lucht goed doorstroomt tussen de voor- en achterzijde van uw kookplaat. Als de kookplaat boven een lade (1.2.4) of een ingebouwde oven (1.2.5) wordt geïnstalleerd, respecteer dan de afmetingen aangegeven in de afbeeldingen om een voldoende luchtuitlaat te waarborgen aan de voorzijde. Als uw kookplaat zich boven een oven bevindt, kunnen de warmtebeveiligingen van de plaat het gelijktijdige gebruik van de plaat en de oven verhinderen in pyrolyse-modus weergave code “F7” op de bedieningszone. In dit geval raden wij u aan om de beluchting van uw kookplaat te verbeteren door een opening te maken aan de zijkant van uw meubel (8cm x 5cm). 1. 3 ELEKTRISCHE AANSLUITING Deze kookplaten moeten worden aangesloten op het elektriciteitsnet via een omnipolaire schakelaar volgens de geldende installatieregels. Een loskoppelingswijze moet geïntegreerd worden in de vaste leidingen. Identificeer het type van de kabel van uw kookplaat, afhankelijk van het aantal draden en de kleuren: - Kabel met 3 draden (1.3.1): a) geel-groen, b) blauw, c) bruin. - Kabel met 5 draden (1.3.2 en 1.3.3): a) geel-groen, b) blauw, c) bruin, d) zwart e) grijs. Bij het onder spanning stellen van uw kookplaat, of na een lange stroomonderbreking, wordt een code weergegeven op het toetsenbord (dit display is bedoeld voor de Servicedienst, de gebruiker van de kookplaat moet hiermee geen rekening houden). Deze informatie verdwijnt na ongeveer 30 seconden. 2 Identificeer uw kookplaattype door het vergelijken van het aantal en de configuratie van de kookzones, het toetsenbordtype van uw apparaat en het totale vermogen van uw apparaat met de illustraties en het typeplaatje. 3 3.1 KEUZE VAN HET RECIPIËNT De recipiënten met het symbool compatibel met inductie. zijn We stellen voor pannen te kiezen met een dikke en platte bodem. De warmte wordt beter verspreid en het kookproces verloopt gelijkmatiger. Tip voor energiebesparing Koken met een goed passend deksel bespaart energie. Indien u een glazen deksel gebruikt, kunt u het koken perfect controleren. 3.2 SELECTIE VAN DE KOOKPLAAT Selecteer de kookplaat die geschikt is voor de grootte van de bodem van uw recipiënten (zie tabel). Als de basis van de houder te klein is, zal de vermogenindicator knipperen en de kookplaat zal niet werken, zelfs al is het materiaal van het recipiënt van het aanbevolen type voor inductie. Diameter van de kookzone 16 cm 18 cm 21 cm 28 cm Kookpla atmodel b-c-d-e-g-f f a-b-c-d-e-g f b-c-d-g e Bodemdiamet Max. er van het ovenvermo recipiënt gen (Watt) 2000 2300 2800 2400 3100 3600 10-18 cm 12-22 cm 12-24 cm 15-32 cm Bij het gebruik van het maximale vermogen op meerdere kookzones tegelijk, moet u de beste positionering kiezen van uw recipiënten volgens het model van uw kookplaat, zoals aangegeven in de afbeeldingen (3.2.1 - 3.2.2 - 3.2.3). = aanbevolen positionering. = te vermijden positionering. Dit voorkomt een automatische vermogenbeperking op een van de kookzones als de positionering niet optimaal is. 4 4.1 IN- en UITSCHAKELEN Inschakelen: Druk op de toets die overeenkomt met de gewenste kookzone. Een 0 en een pieptoon geven aan dat de kookzone aan staat. U kunt nu het gewenste kookvermogen instellen van de geselecteerde kookzone. Als u geen kookvermogen instelt zal de kookzone automatisch worden uitgeschakeld (4.1.1). Het stoppen van een zone: Druk lang op de toets die overeenkomt met de gewenste kookzone. Een lange pieptoon weerklinkt en het display wordt uitgeschakeld of het symbool «H» (restwarmte) verschijnt. 4.2 AANPASSING VAN HET VERMOGEN Druk op de + of -toets om het gewenste vermogen in te stellen van 1 tot 9 (4.2.1) (P=max. vermogen). Bij het inschakelen kunt u direct het maximale vermogenniveau P instellen door op de toets (4.2.2) te drukken. Voor de modellen is het totale beschikbare vermogen (≤4,6kW) verdeeld over de verschillende kookzones. Wanneer een hoog vermogen wordt gevraagd in een kookzone, dan wordt het vermogen van de andere kookzones beperkt, zoals hieronder weergegeven: - Modellen : Wanneer het maximale vermogen wordt ingeschakeld op een kookzone, kan het vermogen van de andere kookzones maximaal worden ingesteld tussen 1 en 5. Wanneer het vermogen 9 wordt ingeschakeld, kan het vermogen van de andere kookzones maximaal worden ingesteld tussen 1 en 7. - Model : Wanneer het maximale vermogen wordt ingeschakeld op een kookzone, kan het vermogen van de andere kookzones maximaal worden ingesteld tussen 1 en 4. Wanneer het vermogen 9 wordt ingeschakeld, kan het vermogen van de andere kookzones maximaal worden ingesteld tussen 1 en 5. Wanneer het vermogen 8 wordt ingeschakeld, kan het vermogen van de andere kookzones maximaal worden ingesteld tussen 1 en 6. 4.3 INSTELLEN VAN DE TIMER Elke kookzone heeft een eigen timer die instelbaar is tot 99 minuten. Die kan ingeschakeld worden zodra de betreffende kookzone in werking is. Druk herhaaldelijk op de knop om de kookzone te selecteren waaraan u de timer wilt toewijzen . De huidige timer heeft een sterk oplichtende led (4.3.1). De regeling gebeurt door te drukken op + of -. Het is mogelijk direct naar de 99 minuten te gaan door bij het begin te drukken op de toets - (4.3.2). Na het koken verschijnt een 0 en hoort u een pieptoon gedurende ongeveer 20 seconden. Om dit te stoppen, drukt u op een willekeurige toets. Om de timer handmatig te stoppen drukt u tegelijk langdurig op de toetsen “+” en “-” of gaat u terug naar 0 met de toets “-”. 4.4 VEILIGHEID KINDEREN Uw kookplaat is voorzien van een kinderbeveiliging voor vergrendeling van de functies tijdens het koken of wanneer de plaat niet aan staat. Uit veiligheidsoverwegingen blijven de toetsen altijd actief. U kunt zo zelfs tijdens de vergrendeling verwarmingszones uitzetten. Vergrendeling: Druk op de toets . De led boven het slot zal oplichten en een pieptoon bevestigt uw actie (4.4.1). Het display van de ingeschakelde kookzones geeft dan afwisselend het vermogen en het vergrendelingssymbool aan (4.4.2). Ontgrendeling: Druk op de toets totdat het vergrendelingssymbool verdwijnt en een pieptoon uw actie bevestigt. CLEAN-LOCK-functie: De functie Clean Lock vergrendelt uw fornuis tijdelijk tijdens het reinigen. Om de functie Clean Lock te activeren, druk kort op de toets . De led boven het slot knippert en een pieptoon bevestigt uw actie. Na ongeveer 1 minuut wordt de vergrendeling automatisch uitgeschakeld. Een dubbele pieptoon weerklinkt en de led gaat uit. U kunt de functie Clean Lock desactiveren op elk moment door langdurig op de toets drukken. te 4.5 VEILIGHEID EN AANBEVELINGEN Restwarmte: Na intensief gebruik kan de door u gebruikte kookzone nog enkele minuten heet blijven. Het symbool «H» wordt weergegeven tijdens deze periode (4.5.1). Raak de betreffende zones dan niet aan. Anti-oververhittingbeveiliging: Elke kookzone is uitgerust met een veiligheidssensor die de temperatuur van de bodem van de pan bewaakt. Als u een lege pan op een ingeschakelde kookzone laat staan, zal de kookplaat automatisch de temperatuur van de kookplaat aanpassen zodat niets wordt beschadigd. Bescherming bij overkoken: Een speciale weergave (symbool ),, een pieptoon, gevolgd door het uitschakelen van de kookplaat kan worden geactiveerd in de volgende gevallen: - Overkoken waarbij de toetsen worden bedekt (4.5.2). - Natte doek op de toetsen. - Metalen voorwerp op de bedieningstoetsen (4.5.3) Verwijder het object of maak de toetsen schoon en droog de sleutels en start de kookplaat opnieuw. Auto-Stop: Uw kookplaat is uitgerust met een Auto-Stopbeveiliging, die automatisch alle kookzones uitschakelt die ingeschakeld zijn gebleven gedurende een overmatig lange periode (tussen 1 en 10 uur, afhankelijk van het gebruikte vermogen). Wanneer deze veiligheidsfunctie wordt gestart wordt de onderbreking van de kookzone aangekondigd met de weergave “A” in de bedieningszone en hoort u ongeveer 2 minuten lang een pieptoon. Door op een willekeurige toetste drukken maakt u hier een einde aan. Er kunnen geluiden optreden die lijken op het mechanisme van een uurwerk. Deze geluiden treden op wanneer de kookplaat in bedrijf is. Ze verdwijnen of nemen af afhankelijk van de verwarmingsconfiguratie. Piepende geluiden kunnen ook optreden, afhankelijk van het model en de kwaliteit van uw recipiënt. De beschreven geluiden zijn normaal. Zij zijn verwant met de inductietechnologie en wijzen niet op storingen. Tip voor energiebesparing Voor het bakken met de grill of een leeg recipiënten, adviseren wij u niet het maximale vermogen te gebruiken. 5 Gebruike voor lichte vlekken een reinigingssponsje. Het te reinigen gebied met warm water doorweken, daarna afvegen (5). Voor een ophoping van gebakken vuil, gemorste suikerhoudende substanties, gebruik maken van een reinigingspons en / of een speciale glasschraper. Het te reinigen gebied met warm water doorweken, een speciaal glaskrabbertje gebruiken om het ergste vuil te verwijderen, daarna met een huishoudsponsje het resterende vuil verwijderen en afvegen. Voor halo’s en kalkaanslag, warme witte azijn op de vlek, aanbrengen, en afvegen met een zachte doek. Voor glanzende metaalkleuren en wekelijks onderhoud, gebruik maken van een speciaal keramisch product. Belangrijke opmerking: gebruik geen schuurpoeder of -sponsjes. Geef de voorkeur aan crèmes en speciale sponzen voor delicaat keukengerei. 6 6.1 BIJ DE INWERKINGSTELLING: - U observeert een oplichtend display. Dit is normaal. De weergave verdwijnt na 30 seconden. - De stroom is uitgeschakeld of slechts één kant van de kookplaat werkt. Verkeerde aansluiting van de kookplaat. Controleer of de aansluiting conform is (zie hoofdstuk aansluiting 1.3). - Bij het eerste gebruik komt er een vreemde geur van de kookplaat af. Het apparaat is nieuw. Laat elke zone een half uur verwarmen met een pan vol water. 6.2 BIJ HET AANZETTEN: De kookplaat werkt niet en de lichtgevende displays op het bedieningspaneel blijven uit. Het apparaat krijgt geen stroom. Defecte voeding of foute aansluiting. Controleer de zekeringen en de elektrische hoofdschakelaar. - De kookplaat werkt niet en er verschijnt een ander bericht. De elektronische schakeling werkt slecht. Neem contact op met de Servicedienst. - De kookplaat werkt niet, het symbool wordt weergegeven. Ontgrendel kinderbeveiliging (zie aansluiten 4.4). de - Storingcode F9: spanning lager dan 170 V - Storingcode F9: temperatuur lager dan 5°C 6.3 TIJDENS GEBRUIK: - De kookplaat is gestopt met werken, het symbool wordt weergegeven en een geluidssignaal weerklinkt. Er is iets overgekookt of er ligt een voorwerp op het bedieningspaneel. Reinig het voorwerp of verwijder het en ga verder met koken. - De code F7 verschijnt. De elektronische schakelingen zijn warm geworden. Controleer de beluchting van de kookplaat (zie hoofdstuk inbouwen 1.2). Tijdens de werking van een kookzone knippert altijd de weergave van het toetsenbord. Het gebruikte recipiënt is niet compatibel met de inductie of de grootte is niet geschikt voor de kookzone (zie hoofdstuk 3). - De recipiënten maken lawaai en uw kookplaat maakt een tikkend geluid tijdens het koken (Zie hoofdstuk Veiligheid en aanbevelingen 4.5). Normaal bij sommige soorten pannen. Dit wordt veroorzaakt door de energie die van de kookplaat naar de pan gaat. - De ventilator blijft doorwerken na uitschakeling van de kookplaat. Dit is normaal. Dit laat koeling van de elektronica toe. - Bij aanhoudende storingen. Schakel de spanning van uw tafel uit gedurende 1 minuut. Als het fenomeen aanhoudt, neem contact op met het Service Center. 7 Milieubescherming Dit symbool geeft aan dat dit product niet mag worden behandeld als huishoudelijk afval. Uw apparaat bevat eveneens tal van recycleerbare materialen. Daarom is het voorzien van dit symbool dat aangeeft dat de gebruikte apparaten van ander afval dient te worden gescheiden. Informeer bij uw gemeente of bij uw verkoper naar de dichtstbijzijnde inzamelplaats voor uw oude apparaten. De recyclage van de apparaten die door uw fabrikant wordt georganiseerd, wordt op deze manier onder de beste omstandigheden uitgevoerd, overeenkomstig de Europese richtlijn betreffende elektrisch en elektronisch afval. Bepaalde verpakkingsmaterialen van dit apparaat zijn recyclebaar. Doe mee aan de recycling en draag bij aan de bescherming van het milieu door dit materiaal in de hiervoor bestemde gemeentecontainers te deponeren. Wij danken u voor uw bijdrage aan de bescherming van het milieu.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80

Brandt BPI6309B Handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
Handleiding