ZANKER TT 164 WL Handleiding

Type
Handleiding
H/Z/5. (00.)1289275
GEBRUIKSAANWIJZING
MODE D`EMPLOI
KOELKAST
REFRIGERATEUR
TT 164 WL
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik
neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het
milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid
werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
3
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............................................................................4
Veiligheid van kinderen ...........................................................................................................4
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................................................4
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................5
Algemene informatie...............................................................................................................5
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen...............................................................5
Bedienen van het apparaat......................................................................................................6
In gebruik nemen ..............................................................................................................6
Temperatuur instellen .........................................................................................................6
Aanwijzingen voor het bewaren............................................................................................6
Bewaartijden en temperaturen.............................................................................................7
Gebruik van de 4-sterren-vriesruimte ....................................................................................7
Gebruik van de koelruimte ..................................................................................................7
IJsblokjes maken...............................................................................................................7
Praktische informatie..............................................................................................................7
Tips .....................................................................................................................................7
Energie besparen..............................................................................................................7
Het apparaat en het milieu ..................................................................................................8
Onderhoud ...........................................................................................................................8
Ontdooien........................................................................................................................8
Reiniging en onderhoud .....................................................................................................9
Als de koelkast niet in gebruik is ........................................................................................10
Problemen oplossen.............................................................................................................10
Lamp vervangen ..............................................................................................................10
Als iets niet werkt .................................................................................................................10
Aanwijzingen voor de installateur............................................................................................11
Technische gegevens ...........................................................................................................11
Installeren van het apparaat ...................................................................................................11
Vervoer, uitpakken ...........................................................................................................11
Reiniging ........................................................................................................................11
Opstelling.......................................................................................................................12
Deurdraairichting omzetten................................................................................................13
Deurdraairichting van de vriesruimte omzetten ......................................................................14
Elektrische aansluiting ......................................................................................................15
Bewaartijdentabel (1) ............................................................................................................16
Bewaartijdentabel (2) ............................................................................................................16
Garantie en service ................................................................................................................17
Algemene Garantiebepalingen ...........................................................................................17
Garantie-uitbreidingen ......................................................................................................17
Garantie-uitsluitingen ........................................................................................................17
Belangrijk advies..............................................................................................................18
4
Belangri
Belangri
jk
jk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
Algemene aanwijzingen
m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef
hem door aan een evt. volgende eigenaar van het
apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen
en dient volgens de voorschriften te worden
gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen
van het aansluitsnoer, mogen alleen door
Service worden uitgevoerd. Daarbij mogen
alleen originele Service-onderdelen gebruikt
worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot
aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker
uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het
apparaat gaat reinigen, dient u het altijd
spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan
het snoer, maar aan de stekker zelf uit het
stopcontact. Als het stopcontact moeilijk
bereikbaar is, schakel dan de zekering in de
huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van
de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het
ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige
voorwerpen. Die kunnen het apparaat
beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar en de verlichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen
of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete
voorwerpen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of
vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en
blikjes in de diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig
controleren en schoonmaken. Bij verstopping
kan het verzamelde dooiwater storingen
veroorzaken.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar
opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het
apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker
uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo
dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende
kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar
of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te
voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte
afgevende onderdelen (compressor,
condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende
luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie
kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de
aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen
houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade.
5
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koelkast met een
4-sterren-vriesruimte. Het is geschikt voor het koelen
van levensmiddelen, het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen
en het maken van ijsblokjes.
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een
bepaalde klimaatklasse (bepaalde
omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
1. vriesruimte
2. rooster
3. dooiwaterafvoergootje
4. glasplaat
5. groentebak
6. typeplaatje
7. stelvoeten
8. ijsblokjesbakje
9. botervakje
10. verlichting
11. deurvak
12. deurrubber
13. flessenvak
14. eierrekje
15. luchtcirculatie
16. luchtrooster
17. condensor
18. condensbakje
19. compressor
6
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker
in het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan
de rechterkant van de koelruimte vanuit 0 rechtsom
(zie afb.). Op stand 0 is het apparaat buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t.
de instelling.
Bedienen van het apparaat
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en
schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere tijd
uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of
kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op
3 draait. In dit geval wordt de temperatuur in de
koelruimte automatisch +5 °C of kouder. Stand 3 is
geschikt voor normaal gebruik.
De temperatuur in de koelkast is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook
van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de
deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand 5, de hoogste stand, (bijv. tijdens een
hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft
geen negatieve invloed op het functioneren van het
apparaat.
Aanwijzingen voor het bewaren
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. diepvriesproducten bewaren, consumptie-ijs
en ijsblokjes maken verse levensmiddelen
invriezen
2. gebak, kant-en-klare producten
3. levensmiddelen in schaaltjes
4. open blikjes
5. melk, zuivelproducten
6. vers vlees, vleeswaren, worst enz.
7. fruit, groenten
8. kaas, boter
9. eieren
10. yoghurt, zure room
11. kleine flessen
12. grote flessen
7
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing
informeren u over bewaartijden van
diepvriesproducten en verse levensmiddelen.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven,
omdat hij afhankelijk is van de versheid en de
behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden
zijn daarom slechts richtlijnen.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard
worden, als ze niet ontdooid zijn voordat ze in de
vriesruimte worden geplaatst.
Gebruik van de 4-sterren-vriesruimte
Afhankelijk van de instelling van de
temperatuurregelaar wordt hier een temperatuur van
-18 °C of kouder bereikt.
Bij deze temperatuur kunt u gekochte
diepvriesproducten een bepaalde tijd bewaren. U kunt
ook kleine hoeveelheden verse levensmiddelen zelf
invriezen en bewaren.
In 24 uur tijd kunt u ongeveer 2 kg verse
levensmiddelen invriezen.
Verpak de levensmiddelen in plastic of aluminium
folie, laat ze in de koelruimte afkoelen en zet ze dan in
de vriesruimte.
Schrijf op de verpakking de invriesdatum.
U kunt weer levensmiddelen invriezen als de eerder
ingevroren levensmiddelen door en door bevroren
zijn.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het
apparaat nodig. Bedek daarom de roosters niet
geheel met papier, grote schalen enz.
Zet geen hete levensmiddelen in de
koelkast. Laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Op deze manier
voorkomt u onnodige rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar
overnemen. Bewaar levensmiddelen
daarom in gesloten schaaltjes, aluminiumfolie,
vetvrij papier of vershoudfolie. Op deze manier
behouden de levensmiddelen hun vochtigheid en
bijv. groenten drogen niet uit.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de
vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje
nat maakt en de temperatuurregelaar op de
maximale stand zet, gaat het invriezen sneller.
Vergeet niet, de temperatuurregelaar na het
invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het
ijsblokjesbakje onder stromend water te houden
en het dan iets te verdraaien.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de
koelruimte aan uw eisen aanpassen. U kunt
de platen ook verplaatsen als de deur 90° open
staat.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het
apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U
vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast
een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie hebben.
Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje
of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet
langer open staan dan nodig is.
8
Als u de deur van de vriesruimte sluit, zorg er dan
voor dat de grendel in de richting van de pijl
beweegt, zodat de deur goed sluit.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten
schaaltje.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor aan de achterkant van het
apparaat schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag
kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden.
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten
afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt
worden. Informeer bij de gemeente naar de
mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool   zijn geschikt
voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens
het gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect.
Het koelvermogen wordt minder, de temperatuur
stijgt, er is meer energie nodig en als ijs of rijp te dik
worden, kan de deur van de vriesruimte niet meer
open, de deur kan zelfs kapotgaan.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de
koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets
hoeft te doen.
De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking
van de compressor. Het koelen wordt dan
onderbroken, de temperatuur in de koelruimte stijgt
en het ontdooien begint. Na het ontdooien start de
thermostaat het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in
het condensbakje bovenop de compressor en
verdampt door de warmte.
Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoergootje
niet verstopt is.
9
Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier
verpakte levensmiddelen. Het papier komt in
aanraking met de achterzijde van de koelruimte en
vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de
koelruimte haalt, scheurt het papier en dat kan tot
verstopping van het afvoergootje leiden. Doe dus
voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen.
Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens
een hittegolf, werkt de koelkast soms continu.
Er wordt dan niet automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine
restjes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte
achterblijven.
De vriesruimte kan niet automatisch ontdooid worden,
omdat de diepvriesproducten geen hogere
temperaturen kunnen verdragen.
M.b.v. de meegeleverde kunststof schraper kunt u
kleine stukjes rijp en ijs verwijderen die zich soms
afzetten op de vriesruimte en op de afdichting van de
deur.
Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat
meegeleverd!
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof
schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte
ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per
jaar).
Neem de levensmiddelen uit de koel- en vriesruimte
en wikkel ze in enkele lagen krantenpapier of dekens.
Bewaar ze op een zo koel mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren
van vries- en koelruimte open.
Veeg het dooiwater aldoor met een zachte doek of
spons weg.
Na het ontdooien de binnenzijde van vries- en
koelruimte droog wrijven, de stekker weer in het
stopcontact steken en de levensmiddelen weer in het
apparaat leggen.
Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de
hoogste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk
weer de geschikte bewaartemperatuur kan bereiken.
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de koelkast elke
3 tot 4 weken schoon te maken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde
van het apparaat met handwarm water schoonmaken
en droog wrijven.
Reinig het magnetische deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het
stopcontact.
10
U kunt de vriesruimte het beste schoonmaken en
ontdooien als hij leeg of slechts gedeeltelijk vol is.
Stof en vuil die zich op de condensor op de
achterkant van de koelkast hebben afgezet, dient u
één of twee maal per jaar te verwijderen. Maak dan
ook het condensbakje bovenop de compressor
schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor
beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Problemen oplossen
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf
kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het
opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te
horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake
van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de
compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat
niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit
het stopcontact trekken, voordat u elektrische
onderdelen aanraakt.
Lamp vervangen
Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Schroef de afdekking los en trek hem in de richting
van de pijl. Nu kunt u de lamp vervangen. (Type
gloeilamp: Mignon 322, 230 V, 15 W, fitting E 14)
Zet daarna de afdekking weer terug, draai de schroef
vast en steek de stekker in het stopcontact.
Als de lamp defect is, heeft dat geen nadelige invloed
op de werking van de koelruimte.
11
Probleem
Het apparaat koelt niet
voldoende.
Het apparaat koelt te
sterk.
Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
U hebt te veel levensmiddelen tegelijk in het
apparaat gezet.
U hebt zeer warme levensmiddelen in het apparaat
gezet.
De deur is niet goed gesloten.
Er is geen koude luchtcirculatie binnenin het
apparaat.
De temperatuurregelaar is te hoog ingesteld.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De temperatuurregelaar staat op stand 0.
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
Minder levensmiddelen in het apparaat zetten.
Levensmiddelen eerst tot kamertemperatuur laten
afkoelen.
Controleren of de deur dicht is.
Voor koude luchtcirculatie zorgen.
Op een lagere stand instellen.
De aansluiting controleren.
Stopcontact controleren.
Stand van de temperatuurregelaar controleren.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier
voeten moeten op de vloer staan).
Model/Type
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
steraanduiding vriesruimte
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
aansluitwaarde (W)
gewicht (kg)
TT 164 WL (TT 150****)
vriesruimte: 18
koelruimte: 128
vriesruimte: 18
koelruimte: 122
550
850
600
0,75
274
B
****
2
11
100
37
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op
transportschade. Neem in geval van transportschade
contact op met de leverancier en sluit het apparaat
niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in
het apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met
handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af.
Gebruik een zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
12
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een
plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het
uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De
klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de
temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de
compressor langer werken, de automatische
ontdooiing werkt niet meer, de temperatuur in de
koelruimte stijgt en er wordt meer energie
verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u
de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De
afstandsringen (2) zijn onderdeel van de
stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden
gezet, kunnen deze afstandsringen worden
verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een
verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden,
dan moeten de volgende minimale afstanden worden
aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-
isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de
twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
13
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U
kunt dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks),
daarna de schroeven die de onderste
deurscharnieren vasthouden (3 stuks) en de
schroef aan de andere kant van het apparaat.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de
richting van de pijl over.
Bevestig de plaat aan de andere kant en laat de
stand van de deur ongewijzigd.
Draai dan de ene schroef in de vrijgekomen plaats
aan de andere kant, daarna de stelvoeten (2 stuks)
en zet het apparaat weer rechtop.
Om het bovenste deurscharnier om te zetten draait
u de schroeven (2 stuks) los die het kunststof
bovenblad op de achterzijde van het apparaat
vasthouden.
Duw het bovenblad terug en til het van het
apparaat.
Draai de schroeven uit die het bovenste
deurscharnier vasthouden (2 stuks).
Zet dan de stift in de deurscharnierplaat in de
richting van de pijl om.
Bevestig de deurscharnierplaat aan de andere kant
zonder de deur te verplaatsen.
Zet het kunststof bovenblad op het apparaat terug
en trek het naar voren.
Bevestig het bovenblad met de schroeven (2 stuks)
op de achterkant van het apparaat.
Zet de handgreep en de kunststof pluggen op de
andere kant over.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
14
Deurdraairichting van de
vriesruimte omzetten
Nadat u de buitendeur hebt omgezet, moet ook de
deurdraairichting van de vriesruimte worden omgezet.
Ga te werk zoals in de afbeelding aangegeven.
Verwijder de onderste stift die de deur van de
vriesruimte vasthoudt (1).
Open de deur en neem hem voorzichtig uit de
omlijsting (2).
Neem het afstandsbusje uit de deur en plaats het
op de andere kant (3).
Neem de bovenste stift uit de omlijsting en plaats
hem op de andere kant (4).
Draai de schroef die de deurgrendel vasthoudt los
en zet de deurgrendel m.b.v. deze schroef op de
andere kant (5).
Bevestig de deur van de vriesruimte met de
onderste stift (6).
U kunt ook contact opnemen met Service. Een
servicetechnicus kan tegen betaling het
deurscharnier overzetten.
15
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een
volgens de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact
niet aanwezig is, laat het dan door een erkend
installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl.
wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl.
wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2  +7 °C -18 °C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (2)
abel (2)
Diepvriesproducten bewaren
16
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (1)
abel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
1234567
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje
gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje
rauw gehakt X afgesloten schaaltje
gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje
vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier
verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje
gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje
vis uit blik X x x afgesloten schaaltje
verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje
verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden eend, gans XXXXx x x afgesloten schaaltje
boter ongeopend XXXXXXXoriginele verpakking
boter geopend XXx x x x x originele verpakking
melk XXXx x originele verpakking
room XXx x kunststof schaaltje
zure room XXXXx x x kunststof schaaltje
kaas (hard) XXXXXXXaluminium folie
kaas (zacht) XXXXx x x vershoudfolie
kwark XXXXx x x vershoudfolie
eieren XXXXXXX
spinazie. XXx x vershoudfolie
erwten, bonen XXXXx x x vershoudfolie
paddestoelen XXx x x vershoudfolie
wortelen, bieten XXXXXXXvershoudfolie
tomaten XXXXXXXvershoudfolie
kool XXXXXx x vershoudfolie
snel rottend fruit
(aardbei, framboos enz.) XXXx x vershoudfolie
ander fruit XXXXx x x vershoudfolie
fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
17
Gar
Gar
antie en ser
antie en ser
vice
vice
Bij aanspraak op kosteloos herstel dient het origineel van de betreffende aankoopnota of kwitantie te
worden getoond of meegezonden.
Algemene Garantiebepalingen
1 De fabrikant verleent een jaar garantie op het op de
bijbehorende koopnota vermelde apparaat,
gerekend vanaf de koopdatum. Indien zich binnen
deze periode een storing voordoet, welke het
gevolg is van een materiaal- en/of constructiefout,
heeft de koper het recht op kosteloos herstel.
1a Voor stofzuigers, bedoeld voor huishoudelijk
gebruik, geldt een algemene garantieperiode van
twee jaar. Accessoires zijn aan directe slijtage
onderhevig; deze verbruiksartikelen zijn derhalve
van garantie uitgesloten.
2 De fabrikant verleent een jaar garantie op door
haar servicedienst uitgevoerde herstel-
werkzaamheden en het daarbij nieuw
aangebrachte materiaal, gerekend vanaf de
hersteldatum. Indien zich binnen deze periode een
storing voordoet, welke het directe gevolg is van de
uitgevoerde herstelwerkzaamheden of het daarbij
nieuw aangebrachte materiaal, heeft de koper het
recht op kosteloos herstel. Door de uitvoering van
herstelwerkzaamheden wordt de algemene
garantieperiode, welke het gehele apparaat omvat,
met verlengd.
3 Servicebezoeken aan huis worden alleen gebracht
voor grote, moeilijk transporteerbare apparaten,
per definitie: wasautomaten, trommeldroog-
automaten, afwasautomaten, koelkasten,
diepvrieskasten/-kisten, ovens, fornuizen en
inbouwapparaten
3a De regeling als genoemd onder pont 3 geldt ook
voor caravankoelkasten, mils de plaats waar zich
het apparaat bevindt binnen de landsgrenzen ligt
en over normale, voor het autoverkeer
opengestelde wegen bereikbaar is. Voorts dient
tan tijde van het bezoek het apparaat en de
eigenaar, of diens gemachtigde plaatsvervanger,
op de afgesproken bezoekplaats aanwezig te zijn.
4 Indien, naar het oordeel van de fabrikant, het
apparaat zoals bedoeld onder pont 3 naar haar
servicewerkplaats getransporteerd moet worden,
dan geschiedt dit transport op de door de fabrikant
vastgestelde wijze en voor rekening en risico van
de fabrikant.
5 Alle niet onder punt 3 en pont 3a genoemde
apparaten, alsmede apparateri welke wel de
betreffende functionele eigenschappen hebben
maar daarnaast juist bedoeld zijn voor gemakkelijk
transport, dienen franco aan het adres van de
servicedienst verzonden of aangeboden te worden.
Binnen de algemene garantieperiode vindt
terugzending voor rekening van de fabrikant plaats.
6 Indien een onder garantie en binnen de
algemene garantieperiode vallend defect aan
een apparaat niet hersteld kan worden, vindt
kosteloze vervanging van het apparaat plaats.
Garantie-uitbreidingen
7 Voor koel-/vries-motorcompressoren (exclusief
startrelais en motorbeveiliging) geldt een
aflopende garantieperiode, in gelijke percentages
van 20 procent per jaar, van vijf jaar ne koopdatum
van het op de bijbehorende koopnota vermelde
apparaat, met inachtname van volledig kosteloos
herstel binnen de algemene garantieperiode. Na
de algemene garantieperiode worden bezoek-,
arbeidsloon- en bijkomende materiaalkosten in
rekening gebracht.
Garantie-uitsluitingen
8 Het kosteloos uitvoeren van herstel- en/of
vervangingswerkzaamheden, zoals bedoeld in
de betreffende hieraan voorafgaande punten, is
niet van toepassing indien:
de aankoopnota of kwitantie, waaruit tenminste
de aankoopdatum en de identificatie van het
apparaat blijkt, niet getoond kan worden of niet
meegezonden werd;
het apparaat voor andere, of ook voor andere
dan de huishoudelijke doeleinden waarvoor
het apparaat bestemd is gebruikt wordt;
het apparaat niet volgens de aanwijzingen in
het installa tievoorschrift of de
gebruiksaanwijzing geinstalleerd, bediend,
gebruikt of behandeld wordt;
het apparaat op ondeskundige wijze door
daartoe niet bevoegde personen hersteld of
gewijzigd werd.
8a Indien het apparaat zodanig ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst is dat
de benodigde tijd voor het uit- en inbouwen
samen meer dan dertig minuten bedraagt, dan
worden de hierdoor onstane extra kosten aan
de eigenaar in rekening gebracht.
8bSchade welke ontstaat door het, met
toestemming van de eigenaar, op abnormale
wijze uit- of inbouwen van een apparaat, kan niet
op de fabrikant of haar servicedienst verhaald
worden.
8c Beschadigingen, zoals krassen en deuken of
zoals breuk van uit- of afneembare delen, welke
niet ten tijde van de aflevering ter kennis van de
fabrikant gebracht worden, vallen niet onder
garantie.
18
Productwijzigingen voorbehouden.
Belangrijk advies
De constructie van dit apparaat is zodanig dat de
veiligheid daar-van gewaarborgd is. Ondeskundige
reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar
brengen. Terwille van een blijvende veiligheid, en ook
om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam
dat reparaties uitsluitend verricht worden door
personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid
bezitten.
Wij adviseren u herstel- en/of controle-
werkzaamheden door uw vakhandelaar of door
ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend
originele DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.
Nederland
ELGROEP SERVICE
Vennootsweg 1
Postbus 120
NL-2400 AC Alphen a/d Rijn
Storingsmeldingen op werkdagen tijdens
kantooruren:
Tel. : (0172) 46 83 00
Fax. : (0172) 46 83 66
Onderdelenverkoop op werkdagen tijdens
kantooruren: Tel. : (01 72) 46 84 00
Fax. : (0172) 46 83 76
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18

ZANKER TT 164 WL Handleiding

Type
Handleiding