Miller MB030312L de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Processen
Beschrijving
TIG-lassen (GTAW)
Beklede elektrodelassen
(SMAW)
OM-2233/dut 203 409AB
201101
115/230/400/460 V modellen
met Autoline
Lasstroombron
Maxstar 200 STR
CE en niet CE modellen
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES (CEmodellen) 7.................................................
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels 7..................................................
2-2. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht) 8....................................
2-3. Symbolen en definities 9................................................................
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE 10..............................................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 10.................
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-3. Technische gegevens 11.................................................................
3-4. Stroom-spanning 12.....................................................................
3-5. Inschakelduur en oververhitting 13........................................................
3-6. Een locatie kiezen 14....................................................................
3-7. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen 15.....................
3-8. Informatie over de 14-pin contrastekker 15..................................................
3-9. Hoe aansluiten voor TIG-lassen 16........................................................
3-10. Hoe aansluiten voor het lassen met beklede electroden 17....................................
3-11. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 17...............................................
3-12. Het aansluiten van de netvoeding 18.......................................................
HOOFDSTUK 4 OPERATIE 20................................................................
4-1. Bedieningsfuncties 20...................................................................
4-2. Proceskeuze 22........................................................................
4-3. Lift-Arc startprocedures 22...............................................................
4-4. Startprocedure voor het lassen met Beklede Electroden Aanstrijkmethode 23...................
4-5. Lasstroom 23..........................................................................
4-6. Boogsterkte (DIG) 23....................................................................
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHELPEN 24.................................
5-1. Routine-onderhoud 24...................................................................
5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen 24...........................................
5-3. Hulpscherm 25.........................................................................
5-4. Storingen 26...........................................................................
HOOFDSTUK 6 ELECTRISCH SCHEMA 27.....................................................
HOOFDSTUK 7 EEN WOLFRAAM ELEKTRODE KIEZEN EN VOORBEREIDEN VOOR HET LASSEN MET
EEN LASINVERTER, OP GELIJKSTROOM OF WISSELSTROOM 28................................
7-1. Een wolfraam elektrode kiezen
(draag schone handschoenen om verontreiniging van het wolfraam te voorkomen) 28..............
7-2. Een wolfraam elektrode voorbereiden voor het lassen op gelijkstroom/elektrode negatief (DCEN) of wis-
selstroom bij gebruik van een lasinverter 28.................................................
HOOFDSTUK 8 RICHTLIJNEN VOOR TIG-LASSEN 29...........................................
8-1. Positie van de lastoorts 29...............................................................
8-2. Toortsbeweging tijdens het lassen 30......................................................
8-3. Toortsposities voor verscheidene lasverbindingen 30.........................................
HOOFDSTUK 9 RICHTLIJNEN BEKLEDE ELEKTRODE LASSEN 31..............................
9-7. Omstandigheden die van invloed zijn op de vorm van de las 34................................
9-8. De elektrodebeweging tijdens het lassen 34.................................................
9-13. Problemen oplossen Porositeit 36........................................................
HOOFDSTUK 10 ONDERDELENLIJST 38......................................................
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Stock Number
Maxstar 200 STR 907355
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
Standards:
IEC 609741: 2005 Arc Welding Equipment – Welding Power Sources
IEC 609743: 2007 Arc Welding Equipment – Arc Striking and Stabilizing Devices
IEC 6097410: 2007 Arc Welding Equipment – Electromagnetic Compatibility Requirements
EN 50445 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding, arc
welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic fields
(0 Hz – 300Hz) BS EN 50445:2008.
Signatory:
_____________________________________ _________________________________________
David A. Werba
Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
November 10, 2010
241516C
OM-2233 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_201003
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel; lees deze voorzorgsmaatregelen en volg ze op.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automa-
tisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
Gebruik geen wissel(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
Gebruik ALLEEN wissel (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch
gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
Als er wissel (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
Installeer en aard deze installatie volgens de Handleiding voor ge-
bruikers en nationale of locale codes.
Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
Draag de kabels niet op uw lichaam.
Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron.
OM-2233 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
Hete onderdelen niet met blote handen aanra-
ken
Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen wor-
den Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De
rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorza-
ken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen.
Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
Las niet aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, tenzij
ze voldoende voorbereid zijn volgens AWS F4.1 (zie veiligheids-
voorschriften)
Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
Door lassen, bikken, het gebruik van draad-
borstels en slijpen kunnen vonken en rodvlie-
gende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrup-
sen afkoelen, kunnen er slakresten rondvlie-
gen.
Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
Draai de gastoevoer dicht, wanneer u geen gas
gebruikt.
Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-2233 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden
met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden
of inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Gasflessen met beschermend gas bevatten gas
onder hoge druk. Als een gasfles beschadigd wordt,
kan deze exploderen. Aangezien gasflessen nor-
maal gesproken een onderdeel uitmaken van het
van het lasproces moet u er voorzichtig mee
omgaan.
Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of an-
dere accessoires.
Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
OM-2233 Pagina 4
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
Hoog-frequente straling kan storing veroorza-
ken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten,
computers en communicatie-apparatuur.
Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Accupolen, -klemmen en soortgelijke accessoires bevatten
lood en loodverbindingen, chemicaliën waarvan het de Staat
Califorrnië bekend is dat ze kanker en geboorteafwijkingen of
andere voortplantingsproblemen veroorzaken. Was uw han-
den na aanraking.
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
Benzinemotoren:
Uitlaatgassen van motoren bevatten chemicaliën waarvan
het de Staat Califorrnië bekend is dat ze kanker, geboorteaf-
wijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaken.
Dieselmotoren:
Van uitlaatgassen van dieselmotoren en bepaalde bestand-
delen ervan is het de Staat Califorrnië bekend dat ze kanker,
geboorteafwijkingen en andere voortplantings problemen
veroorzaken.
OM-2233 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 4221 Walney Road, 5th Floor,
Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
U.S. Consumer Product Safety Commission (CPSC), 4330 East West
Highway, Bethesda, MD 20814 (phone: 301-504-7923, website:
www.cpsc.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Alle lassers moeten de
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan
elektromagnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te
beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-2233 Pagina 6
OM-2233 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES (CEmodellen)
2-1. Definities voor de waarschuwingslabels
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar
(zie de symbolen).
1 Een elektrische schok van een
laselektrode of de bedrading kan
dodelijk zijn.
1.1 Draag droge, geïsoleerde
handschoenen. De elektrode niet met
de blote hand aanraken. Geen natte
of kapotte handschoenen dragen.
1.2 Bescherm uzelf tegen elektrische
schokken door uzelf te isoleren van
het werk en de aarde.
1.3 Haal de stekker van de machine uit
het stopcontact of uit de machine,
voordat u aan de machine gaat
werken.
2 Het inademen van lasdampen kan
gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.
2.1 Zorg ervoor dat u niet in de rook
staat.
2.2 Gebruik actieve ventilatie of een
afvoersysteem om de dampen van de
werkplek af te voeren.
2.3 Gebruik een ventilator om de dampen
af te voeren.
3 Lasvonken kunnen ontploffingen of
brand veroorzaken.
3.1 Houd brandbare stoffen uit de buurt
van het laswerk. Niet lassen vlakbij
brandbare stoffen.
3.2 Lasvonken kunnen brand
veroorzaken. Zorg dat er een
brandblusapparaat in de buurt is en
zorg dat er een toezichthouder is die
klaarstaat om dit gebruiken.
3.3 Niet op vaten of dichte containers e.d.
lassen.
4 De stralen uit de boog kunnen ogen
en huid verbranden.
4.1 Draag een hoofddeksel en een
veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd
dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming
voor uw hele lichaam.
5 Zorg dat u geoefend raakt en lees de
aanwijzingen, voordat u aan de
machine gaat werken of gaat lassen.
6 Verwijder het label niet; verf het ook
niet over en dek het niet af.
1 1.1 1.2 1.3
2 2.1 2.2 2.3
3 3.1 3.2 3.3
4 4.1
5
6
197 310-A
OM-2233 Pagina 8
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie
de symbolen).
1 Een elektrische schok van de bedrading
kan dodelijk zijn.
2 Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact of uit de machine, voordat u
aan de machine gaat werken.
3 Op de ingangscondensator blijft
gevaarlijk onder spanning staan, ook als
de machine is uitgeschakeld. Raak
volledig opgeladen condensatoren nooit
aan.
4 Wacht altijd 60 seconden nadat de
stroom is uitgeschakeld, voor u aan het
apparaat gaat werken; OF
5 Controleer de spanning van de
ingangscondensator en zorg dat u er
zeker van bent dat deze bijna 0 is,
voordat u enig onderdeel aanraakt.
6 Als er stroom komt te staan op defecte
onderdelen, kunnen deze exploderen of
andere onderdelen laten exploderen.
7 Rondvliegende stukken van onderdelen
kunnen letsel veroorzaken. Draag altijd
een gezichtsscherm als u onderhoud
pleegt aan een apparaat.
8 Draag altijd lange mouwen en knoop uw
kraag dicht, als u onderhoud pleegt aan
een apparaat.
9 Nadat u de nodige voorzorgsmaatrege-
len hebt genomen, kunt u de eenheid
aansluiten op de stroomvoorziening.
> 60 s
V
V
V
1
2
3
45
6 7
8
9
S185 836
1 Waarschuwing! Pas op! Kans
op gevaar (zie de symbolen).
2 Vallende apparatuur kan letsel
veroorzaken en het apparaat
beschadigen.
3 Til het apparaat altijd aan
beide handgrepen op en
ondersteun het. Houd de hoek
van het heftoestel altijd kleiner
dan 60 graden.
4 Gebruik een geschikte kar om
het apparaat te verplaatsen.
5 Het apparaat niet aan één
handgreep optillen of
ondersteunen.
= <60
°
1/96
1
2345
S179 309A
2-2. WEEE label (Voor producten die in de EU zijn verkocht)
Voer dit product niet af met het nor-
male afval.
Bezorg elektrisch en elektronisch
(WEEE) afval, bij een recycle de-
pot.
Neem contact op met een recycle-
bedrijf of distributeur voor meer in-
formatie
OM-2233 Pagina 9
2-3. Symbolen en definities
A
Ampère Hoge temperatuur TIGlassen
Beklede
electrodelassen
V
Volt Ingangsspanning
3-fasen statische frequentie-
omzetter-transformator-gelijkrichter
Percent Boogsterkte (Dig) Van op afstand
Aanraakstart
Lift Arc (TIG)
Beschermende
aarde (massa)
Wisselstroom
I
2
Nominale
lasstroom
S
Seconden
Aan Uit Positief Negatief
X
Inschakelduur Gelijkstroom Lijnverbinding
U
2
Conventionele
belastingsspanning
U
1
Primaire spanning
IP
Beschermings-
graad
I1max
Maximale nominale
voedingsstroom
I1eff
Maximale
effectieve
voedingsstroom
U
0
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
Hz
Hertz
S
Lasbron kan
gebruikt worden in
omgeving met
verhoogd risico
Toename/afname
kwantiteit
Uitgangsspanning Keuze
OM-2233 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 INSTALLATIE
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 609741 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000312 norm, mits het kortsluitvermogen Ssc groter is dan of gelijk aan 1,399,985 op het punt
waar de gebruiker de aansluiting maakt met het openbare systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur of de gebruiker
van de apparatuur om er, eventueel in overleg met de beheerder van het distributienetwerk, voor te zorgen dat de apparatuur alleen wordt
aangesloten op een voeding met een kortsluitvermogen Ssc groter dan of gelijk aan 1,399,985.
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
OM-2233 Pagina 11
3-3. Technische gegevens
Voeding / Proces Nominale uitgang
Bereik las-
stroom
Max. span-
ning open
circuit
Ingaande stroom bij nominale uitgangs-
belasting, 50/60Hz
KVA KW
115 230 400 460
Driefasen
BElassen
150 A @ 26 VDC,
60% inschakelduur
1 200
80
9-14
-
13,1
0,16*
7,4
0,24*
6,4
0,25*
5,2
0,06*
5,0
0,03*
Driefasen
TIG
175 A @ 17 VDC,
60% inschakelduur
1 200
80
9-14
-
10,5
0,16*
6,0
0,24*
5,2
0,25*
4,2
0,06*
4,0
0,03*
Driefasen
BElassen
200 A @ 28 VDC,
30% inschakelduur
1 200
80
9-14
18,4
0,16*
10,3
0,24*
8,9
0,25*
7,3
0,06*
7,0
0,03*
Driefasen
TIG
200 A @ 18 VDC,
40% inschakelduur
1 200
80
9-14
12,7
0,16*
7,2
0,24*
6,2
0,25*
5,1
0,06*
4,9
0,03*
Monofase
BElassen
150 A @ 26 VDC,
60% inschakelduur
1 200
80
9-14
-
21,7
0,23*
-
10,6
0,25*
5,0
0,05*
5,0
0,02*
Monofase
TIG
175 A @ 17 VDC,
60% inschakelduur
1 200
80
9-14
-
17,4
0,23*
-
8,5
0,25*
4,0
0,05*
4,0
0,02*
Monofase
BElassen
125 A @ 25 VDC,
50% inschakelduur
1 200
80
9-14
34,1
0,42*
- - -
4,0
0,05*
3,8
0,03*
Monofase
TIG
150 A @ 16 VDC,
70% inschakelduur
1 200
80
9-14
29,7
0,42*
- - -
3,4
0,05*
3,4
0,03*
Monofase
BElassen
100 A @ 24 VDC,
80% inschakelduur
1 200
80
9-14
28,1
0,42*
- - -
3,2
0,05*
3,2
0,03*
Monofase
TIG
125 A @ 15 VDC,
100% inschakelduur
1 200
80
9-14
23,0
0,42*
- - -
2,6
0,05*
2,6
0,03*
*In stationaire toestand
Voelspanning voor BE (Stick) en LiftArc op alle modellen, en voor modellen BE (Stick) met voorraadnummer 907 220, 907 036 en 907
037.
Normale open spanning (80 volt) is aanwezig bij het beklede elektrode proces voor modellen met voorraadnummer 907 220.
De inschakelduur bij 115V voeding is beperkt vanwege de gemonteerde voedingskabel.
Dit toestel is uitgerust met Auto-Line. Auto-Line sluit zich automatisch aan op gelijk welke voedingsspanning tussen 120 en 460VAC, enkel
of driefasig, en dit zonder enige manuele interventie aan de machine.
OM-2233 Pagina 12
0
20
40
60
80
100
120
140
0 50 100 150 200 250
Stick Max
TIG Max
Stick/TIG Min
DIG Max
Amperes
Volts
115 VAC voeding
De stroomspanning grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van de voedingsbron
voor het lasapparaat. De grafie-
klijnen van de andere instellingen
vallen tussen de aangegeven
krommen.
Amperes
3-4. Stroom-spanning
189 767-A
Andere voedingsspanningen
Volts
0
20
40
60
80
100
120
140
0 50 100 150 200 250
.
Stick Max
TIG Max
DIG Max
Stick/TIG Min
*Amperage instelling moet gereduceerd worden naar een lagere waarde, dan het in de grafiek aangegeven punt *
OM-2233 Pagina 13
6 minuten lassen 4 minuten rusten
90 A bij100% inschakelduur voor het BElassen met 115V monofase voeding
125 A bij 100% inschakelduur voor het TIGlassen met 115V monofase voeding
150 A bij 60% inschakelduur voor het BElassen met de overige voedingsspanningen
175 A bij 60% inschakelduur voor het TIGlassen met de overige voedingsspanningen
3-5. Inschakelduur en oververhitting
189 770-A
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen op nominale belasting
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt,
is er geen uitgangsspanning meer
en gaat de koelventilator draaien.
Wacht vijftien minuten om het
apparaat te laten afkoelen. Verlaag
de stroomsterkte of de inschakel-
duur voor u gaat lassen.
OPGELET Door overschrijding
van de inschakelduur kan het appa-
raat beschadigen en daarmee komt
de garantie te vervallen.
0
15
A of V
Minuten
OF
Verlaag de inschakelduur
Oververhitting
OM-2233 Pagina 14
Afmetingen en gewicht
15,7 kg zonder de voedingskabel
16,9 kg met de voedingskabel
1 Ljnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van
een stroombron die de juiste
voeding biedt.
! Mogelijk is een speciale
installatie nodig, wanneer er
benzine of vluchtige vloeis-
toffen aanwezig zijn zie
NEC artikel 511 of CEC sectie
20.
3-6. Een locatie kiezen
1
460 mm
460 mm
802 886-A
438 mm
333 mm
192 mm
Luchtstroom
OM-2233 Pagina 15
3-7. Aansluitklemmen van de laskabels en het kiezen van de kabelafmetingen*
OPGELET De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de lengte van beide laskabels tezamen. Als bijvoorbeeld de
stroombron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60mkolom
voor het bepalen van de kabelafmetingen.
Maximale lengte van de kabel** (koper) in de lasstroomkring.
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Aansluitklemmen
van lasuitgangs-
spanning
! Het apparaat uitschake-
len vooraleer de laska-
bels aan te sluiten.
! Geen versleten, bes-
chadigde, ondergedi-
mensionneerde of
slecht gemonteerde ka-
bels gebruiken.
Lasst-
room***
10 60%
inscha-
kelduur
60 100%
inschakel-
duur
10 100% inschakelduur
+
Lasuitgangsbornen
100 20 20 20 30 35 50 60 60
150 30 30 35 50 60 70 95 95
200 30 35 50 60 70 95 120 120
*Deze tabel is een algemene richtlijn en is in sommige gevallen niet aangepast. Als een kabel oververhit geraakt (normaal kan u dat ruiken),
gebruik dan een kabel met grotere sektie.
**De laskabelsektie in mm
2
is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder.
***De laskabelsectie bepalen in functie van de piekstroomwaarde indien gepulst gelast wordt. S0007D
3-8. Informatie over de 14-pin contrastekker
ST-802 541
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
Pin* Pininformatie
Van op afstand
UITGANGS-
REGELING
C Uitgaande spanning naar afstandsbediening; 0 tot
+10 V gelijkstroom naar afstandsbediening.
D Gemeenschappelijke afstandsbedieningscircuit
E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van
afstandsbediening.
CHASSIS
K Normaal chassis.
* De overige pinnen worden niet gebruikt.
OM-2233 Pagina 16
3-9. Hoe aansluiten voor TIG-lassen
Ref. 802 888-A
! De voeding uitschakelen
vooraleer aan te sluiten.
1 Positieve (+) lasuitgang
De massakabel aansluiten op de
positieve lasuitgang.
2 Negatieve () lasuitgang
De TIG toorts aansluiten op de ne-
gatieve lasuitgang.
3 Gascilinder
4 Gasflesventiel
De gasfles lichtjes openen om vuil
van het mondstuk weg te blazen.
Terug dichtdraaien.
5 Gasontspanner
6 Debietregeling
Een typische waarde is 7,1 L/min.
Sluit de gasleiding aan op de ga-
sontspanner.
7 Gasklep
De gasklep bepaald de gasvoor-
stroom en gasnastroom. Gewoon
de gasklep openen vooraleer te las-
sen.
21 mm
2
1
3
4
5
6
7
Benodigde gereedschappen:
OM-2233 Pagina 17
3-10. Hoe aansluiten voor het lassen met beklede electroden
Ref. 802 888-A
! De voeding uitschakelen
vooraleer aan te sluiten.
1 Negatieve () lasuitgang
De massakabel aansluiten op de
negatieve lasuitgang.
2 Positieve (+) lasuitgang
De electrodehouder aansluiten op
de positieve lasuitgang.
1
2
3-11. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Als u deze adviezen voor elektrische service niet opvolgt, kan dit leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn
voor een afzonderlijk (eigen) circuit dat het vermogen heeft voor de nominale uitgangsspanning en inschakelduur van de lasstroombron.
De werkelijke voedingsspanning mag niet lager zijn dan 10% van de in de tagel vermelde minimale voedingsspanning en mag niet hoger zijn
dan +10% van de in de tabel vermelde maximale voedingsspanning.
Ingaande spanning (V)
Monofase,
100%
inschakelduur
Monofase, 60%
inschakelduur
Driefase, 60%
inschakelduur
115 230 230 400 460
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspanning (A) 25 22 13,1 7,4 6,4
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van onderbreker in
ampères
1
Traag
2
Normaal
3
25
35
25
30
15
20
8
10
8
10
Min. formaat invoerconductor in mm
2
,
4
6 4 2,5 2,5 2,5
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meter 17 24 31 94 124
Min. formaat aardingsconductor in mm
2
6 4 2,5 2,5 2,5
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2008 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een zekeringautomaat wordt gebruikt in plaats van een smeltveiligheid, kies dan een automaat die qua snelheid en stroom overeen
komt met de aanbevolen zekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel)
tussen de paneelkaart en de apparatuur conform NECtabel 310.16. Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de minimum af-
metingen van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NECtabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
OM-2233 Pagina 18
3-12. Het aansluiten van de netvoeding
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe be-
voegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en blokkeer de stroom-
voorziening voordat u de ingaande
geleiders vanaf het systeem aans-
luit.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele stroomgeleider aan op
een voedingsmassaklem en nooit
op een lijnklem.
Het automatische-lijncircuit in dit
systeem past de voedingsbron
automatisch aan aan de primaire
spanning die wordt toegepast.
Controleer de ingangsspanning die
op de werkplek voorhanden is. Dit
systeem kan aangesloten worden op
elke bron tussen 120 en 460 V/AC
zonder dat de kap hoeft te worden
verwijderd om de voedingsbron
opnieuw te koppelen.
Voor driefasen:
1 Voedingskabel.
2 Ontkoppel het apparaat (de
schakelaar staat afgebeeld in de
OFF-stand)
3 Groene of groengele aardegeleider
4 Ontkoppel de aardingsklem van het
apparaat
5 Ingaande geleiders (L1, L2 en L3)
6 Ontkoppel de lijnklemmen van het
apparaat
Sluit eerst de groene of groengele
aardstroomgeleider aan op de
ontkoppelde aardingsklem van het
apparaat.
Sluit de ingaande geleiders L1, L2 en L3
aan op de ontkoppelde lijnklemmen van
het apparaat.
7 Overbelastingsbeveiliging
Bepaal het type en de maat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand
van Sectie 3-11 (afgebeeld: gezekerde
ontkoppelingsschakelaar).
Sluit de toegangsdeur van het
scheidingsmechanisme en sluit hem
stevig af. Verwijder de blokkering en zet
de schakelaar in de ON-stand.
2/04 - Ref. 802 136-A
L1
2
1
L2
L3
3
3
4
5
6
7
A. Driefasen ingangsvermogen aansluiten
= GND/PE aarding
Benodigde gereedschappen:
OM-2233 Pagina 19
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en
voorschriften alleen daartoe be-
voegde personen mogen deze
installatie uitvoeren.
! Ontkoppel en blokkeer de stroom-
voorziening voordat u de ingaande
geleiders vanaf het systeem aans-
luit.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele stroomgeleider aan op
een voedingsmassaklem en nooit
op een lijnklem.
Het automatische-lijncircuit in dit
systeem past de voedingsbron
automatisch aan aan de primaire
spanning die wordt toegepast.
Controleer de ingangsspanning die
op de werkplek voorhanden is. Dit
systeem kan aangesloten worden op
elke bron tussen 120 en 460 V/AC
zonder dat de kap hoeft te worden
verwijderd om de voedingsbron
opnieuw te koppelen.
1 Zwart-witte ingaande draad (L1 en L2)
2 Rode ingaande draad
3 Groene of groengele aardegeleider
4 Isolatiemantel
5 Isolatietape
Isoleer de rode draad zoals afgebeeld.
6 Voedingskabel.
7 Ontkoppel het apparaat
(de schakelaar staat afgebeeld
in de OFF-stand)
8 Ontkoppel de aardingsklem
van het apparaat
9 Ontkoppel de lijnklemmen
van het apparaat
Sluit eerst de groene of groengele aard-
stroomgeleider aan op de ontkoppelde
aardingsklem van het apparaat.
Sluit de ingaande draden L1 en L2 aan
op de klemmen van schakelkast.
10 Overbelastingsbeveiliging
Bepaal het type en de maat van de
overbelastingsbeveiliging aan de hand
van sectie 3-11 (afgebeeld: gezekerde
ontkoppelingsschakelaar).
Sluit de toegangsdeur van het
scheidingsmechanisme en sluit hem
stevig af. Verwijder de blokkering en zet
de schakelaar in de ON-stand.
B. Enkelfasige ingaande voeding aansluiten
2/04 - Ref. 802 136-A
1
6
5
4
2
7
6
L1
L2
1
3
3
1
8
9
10
= GND/PE aarding
Benodigde gereedschappen:
OM-2233 Pagina 20
HOOFDSTUK 4 OPERATIE
4-1. Bedieningsfuncties
A. Niet CE modellen
202 323-B / 802 889
1
2
4
6
De groene kleur wijst een TIGfunctie
aan, de grijze kleur wijst een “beklede
electrode-functie” aan.
1 Proceskeuze
Zie Sectie 4-2.
2 Lasstroom
Zie Sectie 4-5.
3 Boogsterkte (DIG)
Zie Sectie 4-6.
4 Oververhittingslampje
Zie Sectie 3-5.
5 Lampje “AanUit / Storingen”
Zie Sectie 5-3.
6 Aan/uit schakelaar
Gebruik de schakelaar om het toestel en het
Aan/Uitlampje af en aan te zetten.
3
5
OM-2233 Pagina 21
De groene kleur wijst een TIGfunctie
aan, de grijze kleur wijst een “beklede
electrode-functie” aan.
1 Proceskeuze
Zie Sectie 4-2.
2 Lasstroom
Zie Sectie 4-5.
3 Boogsterkte (DIG)
Zie Sectie 4-6.
4 Oververhittingslampje
Zie Sectie 3-5.
5 Lampje “AanUit / Storingen”
Zie Sectie 5-3.
6 Aan/uit schakelaar
Gebruik de schakelaar om het toestel en het
Aan/Uitlampje af en aan te zetten.
B. Voor CE modellen
202 722-A / 802 889
6
1
2
4
3
5
OM-2233 Pagina 22
4-2. Proceskeuze
1 Proceskeuze
Draai de knop om het gewenste
proces te kiezen. Zet de draaiknop
in de onderste stand voor het TIG
Lift Arc lasproces.
STICK (beklede electrodelassen)
lassen met DC, electrode positief.
Aansluitingen maken zoals aange-
duid in Sectie 3-10.
TIG Lift-Arc wordt gebruikt voor
het DC TIG-lassen met electrode
negatief, maar voor het ontsteken
van de vlamboog moet contact ge-
maakt worden met het werkstuk
(zie Sectie 4-3). Aansluitingen ma-
ken zoals aangeduid in Sectie 3-9.
1
CE Modellen
1
”Aanraken” 1-2 seconden
NIET als een lucifer aansteken!
LiftArc ontstekingsmethode
4-3. Lift-Arc startprocedures
Lift Arc ontstekingsmethode
Wanneer het lampje bij de Lift-Arc-
knop brandt, start u de boog als
volgt:
1 TIG-elektrode
2 Lasobject
Draai de gasklep open. Maak kon-
takt tussen de wolfraam en het
werkstuk op de startplaats. Kon-
takt houden gedurende 1-2 se-
conden en langzaam de toorst op-
tillen. De vlamboog vormt zich tij-
dens het optillen.
Normale nullastspanning is niet
aanwezig voordat de wolfraam
elektrode het te bewerken object
raakt; er is slechts een lage voel-
spanning aanwezig tussen de elek-
trode het object. De halfgeleidende
uitgangscontactor komt pas onder
spanning te staan als de elektrode
het object raakt. Hierdoor kan de
elektrode het object raken zonder
oververhitting, zonder vast te ko-
men zitten of vervuild te raken.
Toepassing:
Lift Arc is gebruikt voor het DC TIG-
lassen met electrode negatief in-
dien de HF-startmethode niet toe-
gelaten of niet wenselijk is, of om de
strijkmethode te vervangen.
1 2
OM-2233 Pagina 23
4-4. Startprocedure voor het lassen met Beklede Electroden Aanstrijkmethode
Als Beklede Electrode (Stick) gekozen is, ga als
volgt te werk:
1 Electrode
2 Werkstuk
3 Vlamboog
De electrode over het werkstuk strijken zoals
een lucifer aanstrijken; de elctrode licht opheffen
na het kontakt. Als de vlamboog dooft, dan is de
electrode te ver opgehohhen. Als de electrode
blijft plakken, draai de electrode om weer vrij te
maken.
! Normale open spanning (80 volt) is aan-
wezig bij het beklede elektrode proces
voor modellen met voorraadnummer 907
220.
Voor modellen met voorraadnummer 907 220, is
normale open spanning (80 volt) aanwezig voor-
dat de elektrode het werkstuk raakt.
1
2
3
4-5. Lasstroom
1 A (Lasstroom)
De regelknop uurwijzerszin draaien
om de lasstroom de verhogen (min.
200A).
1
Min
CE Modellen
1
Min
4-6. Boogsterkte (DIG)
1 Boogsterkte (DIG)
De boogsterkteregeling verhoogt
de kortsluitstroom bij lage lasspan-
ning bij het laasen met beklede
electroden. Dit laat een korte boog-
lengte toe tijdens het lassen zonder
plakken.
Regel op nul voor normale las-
stroom. Draai uurwijzerszin om de
kortsluitstroom te verhogen.
1
CE Modellen
1
OM-2233 Pagina 24
HOOFDSTUK 5 ONDERHOUD EN STORINGEN VERHEL-
PEN
Geef vaker een onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt.
! Ontkoppel de voeding voor u met het onderhoud begint.
5-1. Routine-onderhoud
= Controleer = Vervangen = Reinigen Δ = Repareer = Vervang
* uit laten voeren door een door de fabriek erkende onderhoudsmonteur.
elke 3
maan-
den
 Labels Gasslangen
Δ Kabels en snoeren
elke 6
maan-
den
Reinig maandelijks bij intensief gebruik
! De kast niet verwijderen als u de binnenzijde van het apparaat schoon blaast
! De kast niet verwijderen als u de
binnenzijde van het apparaat
schoonblaast.
Om het apparaat schoon te blazen moet
u de luchtstroom op de afgebeelde wijze
door het ventilatiekanaal blazen.
5-2. De binnenzijde van het apparaat schoonblazen
802 886-A
OM-2233 Pagina 25
5-3. Hulpscherm
Alle richtingen zijn t.o.v. de voorzijde
van het apparaat. Alle schakelingen
waarnaar wordt verwezen bevinden
zich in het apparaat.
1 Aan/Uitlampje
2 Oververhittingslampje
Het Aan/Uitlampje gaat aan als het toestel
wordt aangezet. Dit lampje heeft tevens
een diagnostiekfunctie. Als één van de
hieronder vermelde storingen zich voor-
doet, dan gaat dit lampje gedurende 1,5 se-
conden uit en gaat dan knipperen. Hoe het
knippert duidt aan om welke storing het
gaat. Na het knipperen gaat het lampje
weer 1,5 seconden uit en begint weer te
knipperen.
De storingen aangegeven door HELP 2, 3,
4, 5 en 9 hebben betrekking tot oververwar-
ming. Het oververhittingslampje zal dan
ook gelijkertijd aan gaan.
Een HELP 0 storing gaat samen met het do-
ven van het Aan/Uitlampje en het overver-
hitingslampje staat aan.
Hulpscherm 0
Geeft een kortsluiting aan in het thermische
beveiligingscircuit op de onderste radiator.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact
op met een door de fabrikant erkende servi-
ce-agent.
Hulpscherm 1
Geeft een storing aan in het primair vermo-
gencircuit vanwege een te hoge stroom in
het IGBT circuit. Als dit scherm te zien is,
neem dan contact op met een door de fabri-
kant erkende service-agent.
Hulpscherm 2
Geeft een storing aan in het thermische be-
veiligingscircuit op de onderste radiator. Als
dit scherm te zien is, neem dan contact op
met een door de fabrikant erkende service-
agent.
Hulpscherm 3
Geeft aan dat de onderste radiator overver-
hit is. Het apparaat is gestopt om de venti-
lator de gelegenheid te geven om het af te
koelen (zie Sectie 3-5). Wanneer het appa-
raat is afgekoeld, kunt u verder werken.
Hulpscherm 4
Geeft een storing aan in het thermische be-
veiligingscircuit op de bovenste radia-
tor.Als dit scherm te zien is, neem dan con-
tact op met een door de fabrikant erkende
service-agent.
Hulpscherm 5
Geeft aan dat de bovenste radiator over-
verhit is. Het apparaat is gestopt om de
ventilator de gelegenheid te geven om het
af te koelen (zie Sectie 3-5). Wanneer het
apparaat is afgekoeld, kunt u verder wer-
ken.
Hulpscherm 8
Geeft een storing aan in het secundair ver-
mogencircuit. Als dit scherm te zien is,
neem dan contact op met een door de fabri-
kant erkende service-agent.
Hulpscherm 9
Geeft een kortsluiting aan in het thermische
beveiligingscircuit op de bovenste radiator.
Als dit scherm te zien is, neem dan contact
op met een door de fabrikant erkende servi-
ce-agent.
1
2
OM-2233 Pagina 26
5-4. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; het apparaat werkt totaal niet.
Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie Sectie 3-12).
Controleer de lijnzekering(en) en vervang ze indien noodzakelijk; of stel de stroomonderbreker weer
in (zie Sectie 3-12).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Sectie 3-12).
Geen uitgangsspanning om te lassen;
Aan/Uitlampje staat aan.
De ingaande spanning is buiten het toegestane variatiebereik (zie Sectie 3-11).
Zie Sectie 5-3.
Geen uitgangsspanning om te lassen;
Oververhittingslampje staat aan.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Sectie 3-5 en 5-3).
Onregelmatige of onjuiste
lasuitgangsspanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Sectie 3-7).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast (zie Sectie 3-7).
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de
duplex contrastekker.
Stel de zekering CB1 opnieuw in.
De ventilator werkt niet. Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de motor van de ventilator nakijken.
De wolfraam elektrode oxydeert en blijft
niet helder na het voltooien van de las.
Scherm het lasgebied af tegen tocht.
Na het stoppen met lassen een voldoende lange gasnastroom toelaten om het wolfraam te beschermen.
Kijk alle gasfittingen na en draai ze aan (zie Sectie 3-9).
Water in de toorts. Zie handleiding van de toorts.
OM-2233 Pagina 27
HOOFDSTUK 6 ELECTRISCH SCHEMA
Figuur 6-1. Stroomkringschema
237 568-D
OM-2233 Pagina 28
HOOFDSTUK 7 EEN WOLFRAAM ELEKTRODE KIEZEN
EN VOORBEREIDEN VOOR HET LASSEN MET EEN
LASINVERTER, OP GELIJKSTROOM OF WISSELSTROOM
gtaw_Inverter_201004dut
! Gebruik waar dit mogelijk en praktisch is, gelijkstroom in plaats van wisselstroom.
7-1. Een wolfraam elektrode kiezen
(draag schone handschoenen om verontreiniging van het wolfraam te voorkomen)
Stroomgamma Type gas Polariteit
Elektrodediameter (DCEN) Argon
Gelijkstroom, elektrode negatief
(voor gebruik met zachtstaal of roestvast staal)
AC Argon
Balansregeling op 65% elektrode negatief
(voor gebruik met aluminium)
Wolfraamlegeringen met 2% cerium (oranje band), 1,5% lanthanum (grijze band) of 2% thorium (rode band)
0,010” (1 mm) Tot 25 Tot 20
0,020” (1 mm) 15-40 15-35
0,040” (1 mm) 25-85 20-80
1/16” (1,6 mm) 50-160 50-150
3/32” (2,4 mm) 130-250 135-235
1/8” (3,2 mm) 250-400 225-360
5/32” (4,0 mm) 400-500 300-450
3/16” (4,8 mm) 500-750 400-500
1/4” (6,4 mm) 750-1000 600-800
Typisch gasbeschermingsdebiet ligt tussen 11 tot 35 cfh (311 tot 991 liter/uur).
Waarden hierboven vermeld dienen als richtlijn en zijn aanbevelingen van de American Welding Society (AWS) en van de elektrodefabrikanten.
7-2. Een wolfraam elektrode voorbereiden voor het lassen op gelijkstroom/elektrode
negatief (DCEN) of wisselstroom bij gebruik van een lasinverter
! Het slijpen van de wolfraamelektroden veroorzaakt stof en vonken die verwonding en brand kunnen veroorza-
ken. Voorzie voldoende ventilatie (afzuiging) van de slijpmachine of draag een goedgekeurd zuurstofmasker.
Lees het veligheidsblad voor veiligheidsinformatie. Cerium- of lanthaangelegeerde wolfraamelektroden in
overweging nemen in plaats van gethorieerd wolfraam. Thorium gelegeerde elektroden bevatten licht radio-
actieve stoffen. Het slijpstof op een milieuvriendelijke manier verwerken. Draag de nodige gezichts-, hand-
en lichaamsbescherming. Hou brandbare stoffen uit de buurt.
1 Slijpschijf
De elektrode slijpen met behulp van een hard
abrasieve slijpschijf alvorens te lassen.
Geen slijpmachine gebruiken die reeds
gebruikt wordt voor ander werk; zoniet kan
de elektrode besmet worden en een mindere
laskwaliteit veroorzaken.
2 Wolraamelektrode
Een 2% ceriumgelegeerde wolfraam elektrode
wordt aanbevolen.
3 Afvlakking
De afvlakking bepaalt de stroomcapaciteit.
4 Lengterichting
Slijp in de lengterichting, niet radiaal.
1
3
4
2
Radiaal slijpen
veroorzaakt
een verlopende
vlamboog
Onjuiste
wolfraamvoorbereiding
2-1/2 maal de
elektrodediameter
Ideale wolfraamvoorbereiding
stabiele vlamboog
OM-2233 Pagina 29
HOOFDSTUK 8 RICHTLIJNEN VOOR TIG-LASSEN
8-1. Positie van de lastoorts
Ref. ST-161 892
! Het slijpen van de wolfraam
electroden veroorzaakt stof
en vonken die verwonding
en brand kunnen veroorza-
ken. Voorzie voldoende ven-
tilatie (afzuiging) van de
slijpmachine of draag een
goedgekeurd zuurstofmas-
ker. Cerium of Lanthaan ge-
legeerde wolfraam electro-
den in overweging nemen in
plaats van gethorieerd wol-
fraam. Thorium gelegeerde
electroden bevatten licht ra-
dioaktieve stoffen. Het slijp-
stof op een milieuvriendelij-
ke manier verwerken. Draag
de nodige gezichts, hand
en lichaamsbescherming.
Hou brandbare stoffen uit de
buurt.
1 Werkstuk
Het werkstuk zuiver maken voor-
aleer te lassen.
2 Massaklem
Zo dicht mogelijk bij de las plaatsen.
3 Toorts
4 Toevoegdraad
5 Gasbuis
6 Wolraamelectrode
De Wolraamelectrode kiezen en
aanslijpen volgens Sectie 7.
Richtlijnen:
De binnendiameter van de gasbuis
moet minstens driemaal groter zijn
dan de electrodediameter om vol-
doende gasbescherming te geven.
De Wolfraamelectrode mag niet
meer uitsteken in lengte dan de
grootte van de binnendiameter van
de gasbuis.
De booglengte is de afstand tussen
de electrode en het werkstuk.
1
1025°
1015°
6
2
3
4
90°
4
5
3/16 in
1/16 in
6
5
Onderaanzicht
OM-2233 Pagina 30
Zonder toevoegmetaal
8-2. Toortsbeweging tijdens het lassen
ST-162 002-B
75°
75°
15°
Lasrichting
Lasbad vormen Toorts kantelen Naar het voorste deel van het smeltbad
bewegen. Herhaal het proces.
Met toevoegmetaal
Lasrichting
Lasbad vormen Toorts kantelen
Naar het voorste deel van het smeltbad
bewegen. Herhaal het proces.
Metaaldraad toevoegen
Toevoegdraad terugtrekken
8-3. Toortsposities voor verscheidene lasverbindingen
ST-162 003 / S-0792
75°
70°
90°
20°
20°
10°
15°
75°
20-40°
30°
15°
75°
90°
15°
Stompe las
Hoeklas
Overlapnaad
Buitenhoeklas
OM-2233 Pagina 31
HOOFDSTUK 9 RICHTLIJNEN BEKLEDE ELEKTRODE
LASSEN
! De lasstroom start als de
elektrode het werkstuk raakt.
! Lasstroom kan elektro-
nische onderdelen in voer-
tuigen beschadigen. Ont-
koppel beide accukabels
voordat u aan een voertuig
gaat lassen. Plaats de mas-
saklem zo dicht mogelijk bij
de las.
Draag altijd geschikte bescher-
mende kleding
1 Lasobject
Zorg dat het lasobject schoon is
voor u begint te lassen.
2 Massaklem
3 Elektrode
Een elektrode met een kleine dia-
meter heeft minder stroom nodig
dan een grote. Volg de instructies
van de fabrikant van de elektrode
als u de lasstroom instelt (zie sectie
9-2).
4 Geïsoleerde elektrodehouder
5 Stand elektrodehouder
6 Booglengte
De booglengte is de afstand van de
elektrode tot het werkstuk. Een kor-
te boog met de juiste stroomsterkte
geeft een scherp krakend geluid af.
7 Slak
Verwijder slak met een bikhamer
en een staalborstel. Verwijder slak
en controleer het lasbad voor u
weer verder gaat met lassen.
9-1. Lasprocedure met beklede elektroden
stick 201002 ST-151 593
1
4
3
5
2
7
6
Benodigde
gereedschappen:
OM-2233 Pagina 32
9-2. Overzicht elektrode- en stroomsterktetabel
Ref. S-087 985-A
3/32
1/8
5/32
3/16
7/32
1/4
1/16
5/64
3/32
1/8
5/32
3/16
7/32
1/4
3/32
1/8
5/32
3/16
7/32
1/4
3/32
1/8
5/32
3/16
7/32
1/4
3/32
1/8
5/32
3/16
7/32
1/4
3/32
1/8
5/32
3/16
3/32
1/8
5/32
6010
&
6011
6013
7014
7018
7024
Ni-Cl
308L
50
100
150
200
250
300
350
400
450
ELECTRODE
DC*
AC
POSITION
PENETRATION
USAGE
MIN. PREP, ROUGH
HIGH SPATTER
GENERAL
SMOOTH, EASY,
FAST
LOW HYDROGEN,
STRONG
SMOOTH, EASY,
FASTER
CAST IRON
STAINLESS
DEEP
DEEP
LOW
MED
LOW
LOW
LOW
LOW
ALL
ALL
ALL
ALL
ALL
FLAT
HORIZ
FILLET
ALL
ALL
EP
EP
EP,EN
EP,EN
EP
EP,EN
EP
EP
6010
6011
6013
7014
7018
7024
NI-CL
308L
*EP = ELECTRODE POSITIVE (REVERSE POLARITY)
EN = ELECTRODE NEGATIVE (STRAIGHT POLARITY)
ELECTRODE
AMPERAGE
RANGE
DIAMETER
9-3. Een boog creëren
S-0049 / S-0050
1 Elektrode
2 Lasobject
3 Boog
De aanstrijk techniek
Sleep de elektrode over het werk-
stuk alsof u een lucifer aansteekt.
Til de elektrode een klein stukje op
nadat u het werkstuk heeft aange-
raakt. Als de boog dooft, dan is de
elektrode te hoog opgetild. Als de
elektrode aan het lasobject blijft
plakken, maak hem dan met een
snelle draai los.
De techniek d.m.v. aanslaan
Laat de elektrode recht op het
werkstuk zakken en til hem dan
een klein stukje op om de boog te
starten. Als de boog dooft, dan is
de elektrode te hoog opgetild. Als
de elektrode aan het werkstuk blijft
plakken, maak hem dan met een
snelle draai los.
1
2
3
1
3
2
OM-2233 Pagina 33
9-4. De elektrodehouder positioneren
S-0060
90° 90°
10°-30°
45°
45°
10°-30°
1 Eindaanzicht van werkhoek
2 Zijaanzicht van elektrodehoek
1
1
2
2
VULLASSEN
GROEFLASSEN
9-5. Slechte lasnaad karakteristieken
S-0053-A
5
4
2
3
1
1 Grote lasspatten
2 Ruwe ongelijke las
3 Kleine krater tijdens het lassen
4 Slechte overlapping
5 Slechte inbranding
9-6. Goede lasnaad karakteristieken
S-0052-B
1
5234
1 Fijne spatjes
2 Gelijkmatige las
3 Middelmatige krater tijdens het
lassen
Leg een nieuwe las of laag voor elke
1/8 inch (3,2 mm) dikte van het te las-
sen basismetaal.
4 Geen overlapping
5 Goede inbranding in basis
metaal
OM-2233 Pagina 34
9-7. Omstandigheden die van invloed zijn op de vorm van de las
S-0061
10° - 30°
De vorm van de las wordt
beïnvloed door de elektrode-
hoek, de booglengte, voorloop
snelheid en de dikte van het te
lassen basismetaal.
Hoek te klein Hoek te grootJuiste hoek
Trekken
Te kort
Normaal
Te lang
Spatten
Langzaam
Normaal
Snel
ELEKTRODEHOEK
BOOGLENGTE
VOORLOOPSNELHEID
9-8. De elektrodebeweging tijdens het lassen
S-0054-A
1
2
3
Normaal gesproken is één ge-
trokken las voldoende voor de
meeste lassen met een smalle
groef; bij lassen met een brede
groef of bij het overbruggen van
spleten werken zwaailassen of
meerdere getrokken lassen echt-
er beter.
1 Getrokken las regelmatige
beweging langs de naad
2 Zwaailas beweging van de
ene naar de ander kant langs de
las
3 Zwaaipatronen
Gebruik zwaaipatronen om een breed
gebied te bedekken met één elektro-
debeweging. De zwaaibreedte mag
niet groter zijn dan 2-1/2 maal de dia-
meter van de elektrode.
OM-2233 Pagina 35
9-9. Gegroefde lasnaden
S-0062
30°
2
1
1/16 in.
3
4
1 Hechtlassen
Voorkom bij het hechtlassen dat er ver-
bindingsranden ontstaan door samen-
trekken van materialen voordat men gaat
aflassen.
2 Vierkante groeflas
Goed voor materialen tot 3/16 inch (5
mm) dikte.
3 Enkele V-groeflas
Goed voor materialen van 3/16 3/8 inch
(5-9 mm) dikte. Schuin snijden met zuurstof
en acetyleen of plasmasnijdapparatuur.
Verwijder de schilfers van het materiaal
na het snijden. Er kan een ook slijpmachi-
ne worden gebruikt om de schuine ran-
den voor te bereiden.
Maak een schuine hoek van 30 graden
op het materiaal bij V-groeflassen.
4 Dubbel V-groeflassen
Goed voor materialen die dikker zijn dan
3/8 inch (9 mm).
(1,6 mm)
9-10. Overlapnaad
S-0063 / S-0064
30°
of minder
30°
of minder
1
1
2
3
1 Elektrode
2 Eenlaags hoeklas
Beweeg de elektrode in een cirkelbewe-
ging.
3 Meerlaags hoeklas
Las een tweede laag als een zwaardere
hoeklas nodig is. Verwijder de slak voordat
u een nieuwe las maakt. Las beide zijden
van de verbinding voor maximale sterkte.
9-11. T-verbinding
S-0060 / S-0058-A / S-0061
45°
Or
Less
1
2
1
3
2
1 Elektrode
2 Hoeklas
Houd de boog kort en beweeg met een
vaste snelheid. Houd de elektrode
zoals is afgebeeld om te zorgen voor
samensmelting tot in de hoek. Vierkan-
te rand van het lasoppervlak.
Las beide zijden van het staande pro-
fiel voor maximale sterkte.
3 Neersmelt van meerdere lagen
Las een tweede laag als er een zwaar-
dere hoeklas nodig is. Gebruik hiervoor
een van de zwaaipatronen die staan
afgebeeld in sectie 9-8. Verwijder
schilfers voor u een nieuwe lasbewe-
ging maakt.
OM-2233 Pagina 36
9-12. Lastest
S-0057-B
3
2
1
3
2
1
(51-76 mm)
(6.4 mm)
(51-76 mm)
1 Bankschroef
2 Lasverbinding
3 Hamer
Sla in de aangegeven richting op
de lasverbinding. Een goede las
buigt door maar breekt niet.
2 à 3 inch
1/4 inch
2 à 3 inch
9-13. Problemen oplossen Porositeit
Porositeit kleine holtes of gaten die het gevolg zijn van gasinsluiting in het lasmetaal.
Mogelijke oorzaken Herstellen
Booglengte te lang. Verlaag de booglengte.
Vochtige elektrode. Gebruik een droge elektrode.
Vuil werstuk. Verwijder al het vet, olie, vocht, roest, verf, coatings, slak en vuil van het werkoppervlak voor u
gaat lassen.
Uitzonderlijk spatten het spatten van gesmolten metalen deeltjes die afkoelen en hard worden
vlakbij de las.
Mogelijke oorzaken Herstellen
De stroomsterkte is te hoog
voor de elektrode.
Verlaag de stroomsterkte of neem een grotere elektrode.
Booglengte te lang of spanning te hoog. Verlaag de booglengte of de spanning.
Onvolledige neersmelt het lasmetaal versmelt niet volledig met het basismetaal of
met een eerdere lasverbinding.
Mogelijke oorzaken Herstellen
Onvoldoende warmte inbreng. Verhoog de stroomsterkte. Kies een grotere elektrode en verhoog de stroomsterkte.
Onjuiste lastechniek. Breng een draadlas aan op de juiste locatie(s) van de verbinding.
Pas de werkhoek aan of maak de groef breder om bij de onderkant te komen tijdens het las-
sen.
Houd de boog even kort op de zijwanden van de groef als u een zwaaitechniek gebruikt.
Houd de boog op de oplopende kant van het lasbad.
Vuil werstuk. Verwijder al het vet, olie, vocht, roest, verf, coatings, slak en vuil van het werkoppervlak
voor u gaat lassen.
OM-2233 Pagina 37
Onvoldoende inbranding versmelting tussen lasmetaal en basismetaal niet
diep genoeg.
Onvoldoende inbran-
ding
Goede inbranding
Mogelijke oorzaken Herstellen
Verbinding niet goed voorbereid. Materiaal te dik. De voorbereiding van de verbinding en de vorm moeten toegang verschaffen
tot de onderzijde van de groef.
Onjuiste lastechniek. Houd de boog op de oplopende kant van het lasbad.
Onvoldoende warmte inbreng. Verhoog de stroomsterkte. Kies een grotere elektrode en verhoog de stroomsterkte.
Verminder de voorloopsnelheid.
Te sterke inbranding het lasmetaal smelt door het basismetaal
heen en hangt onder aan de las.
Goede inbranding
Te sterke inbranding
Mogelijke oorzaken Herstellen
Te hoge warmte inbreng. Kies een lagere stroomsterkte. Gebruik een kleinere elektrode.
Verhoog de voorloopsnelheid of houd een constante snelheid aan.
Doorbranden het lasmetaal smelt volledig door het basismetaal heen hetgeen gaten veroorzaakt
waar geen metaal meer is.
Mogelijke oorzaken Herstellen
Te hoge warmte inbreng. Kies een lagere stroomsterkte. Gebruik een kleinere elektrode.
Verhoog de voorloopsnelheid of houd een constante snelheid aan.
Zwaaiende lasverbinding het lasmetaal loopt niet parallel en dekt de naad niet af van het basis-
metaal.
Mogelijke oorzaken Herstellen
Geen vaste hand. Gebruik twee handen. Oefen de techniek.
Vervorming samentrekken van lasmetaal tijdens het lassen waardoor er krachten komen op het ba-
sismetaal waardoor het beweegt.
Het basismetaal beweegt
in de richting van de las.
Mogelijke oorzaken Herstellen
Te hoge warmte inbreng. Houd het basismetaal op zijn plaats met een hulpmiddel (klem).
Breng hechtlassen aan op de naad voordat u met het eigenlijke lassen begint.
Kies een lagere stroomsterkte voor de elektrode.
Verhoog de voorloopsnelheid.
Las in kleine segmenten en laat de materialen tussen het lassen door afkoelen.
OM-2233 Pagina 38
HOOFDSTUK 10 ONDERDELENLIJST
Figuur 10-1. Hoofdassemblage
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
803 107-H
26
28
27
12
25
11
27
13
28
26
615
34
41
8
35
6
10
32
2
37
29
4
40
9
36
39
403
5
600
1
614
15
3
14
402
400
401
16
38
18
19
OM-2233 Pagina 39
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 10-1. Hoofdassemblage
1 Fig10-2 Panel, Front W/Cmpnt 1................. .... ..........................................
2 Fig10-3 Panel, Rear W/Cmpnt 1................. .... ..........................................
3 Fig10-4 Magnetics Subassembly 1................. .... ........................................
4 Fig10-5 Windtunnel, W/Components 1................. .... .....................................
5 Fig10-7 Base Assy, 1................. .... ...................................................
6 S1 244920 Switch, Tgl 3pst 40a 600vac Scr Term Wide Tgl 1........ ..... .... ....................
8 PM1 204821 Kit, Input/Pre-Regulator Inverter 1....... ..... .... ..................................
9 049611 Tubing, Cop .540 Od X .123 Wall X .687 1.................. .... ..........................
10 196727 Cable, Power 10 Ft 12ga 4c Blk/Red/Wht/Grnyel 1................ .... ...................
11 +195643 Wrapper, 1............... .... .....................................................
12 206108 Handle, Rubberized Carrying 1................ .... ....................................
13 195663 Strap, Shoulder 6 Ft 1................ .... ............................................
14 189782 Insulator, Interconnect Board 1................ .... ....................................
15 C7, C8 213974 Capacitor Assy 1..... ... .... .................................................
15 249635 Capacitor Assy, (CE Models) 2................ .... ....................................
16 189778 Plug, W/Leads Vfb 1................ .... .............................................
18 202400 Plug, W/Leads Boost Relay 1................ .... .....................................
19 189779 Cable, Lem W/Plugs 1................ .... ............................................
25 189784 Insulator, Wrapper 2................ .... .............................................
26 198147 Label, Side Maxstar 200 2................ .... ........................................
27 199478 Label, Miller 6.000 X 2.500 Horizontal 2................ .... .............................
28 203990 Label, Warning General Precautionary (Non CE Models) 2................ .... ............
28 179310 Label, Warning General Precautionary (CE Models) 2................. .... ................
29 185835 Label, Warning Electric Shock/Exploding Parts (Non CE Models) 1................ .... ......
29 185836 Label, Warning Electric Shock/Exploding Parts (CE Models) 1................. .... .........
30 208998 Label, Rating Card Code 122 Serial & Stock Number 1................. .... ...............
32 182826 Label, Warning Electric Shock Power Cord 1................ .... ........................
34 215002 Clip, Support PC Mtg 2................ .... ...........................................
35 C10 213912 Capacitor, Polye Film .1 UF 1000 VDC w/Terms 1...... ..... .... ....................
36 L4 241027 Core, Toroidal .748 ID X 1.142 OD X .600 Thk 1....... ..... .... ......................
37 L5 237542 Core, Toroidal .540 ID X .875 OD X .500 Thk 1....... ..... .... .......................
38 235497 Plug, w/Leads 1................ .... ..................................................
39 200393 Insulator, Filter Board 1................ .... ...........................................
40 C11 213911 Capacitor, Cer Disc .0033 UF 3000 VAC w/Terms 1...... ...... .... ...................
41 L7 249747 Core, Ferrite Round Cable .201 Id Clamp-on Emi Supp (CE Models) 1....... ...... .... ..
400 PC2 207818 Circuit Card Assy, Power Interconnect 1..... ..... .... ............................
400 PC2 230183 Circuit Card Assy, Power Interconnect (CE Models) 1..... ...... .... .................
401 PC1 237558 Kit, Field Circuit Card Inverter Max 200 1..... ..... .... ...........................
401 PC1 237562 Kit, Field Circuit Card Inverter Max 200 (CE Models) 1..... ..... .... ................
402 PC10 247321 Circuit Card Assy, Boost Control 1.... .... .... .................................
403 PC9 230203 Circuit Card Assy, Input Filter (CE Models) 1..... ...... .... ........................
600 229333 Screw, M101.5 x 20 Hex Hdpln 8.8 Pld Sems 2............... .... ....................
601 083883 Washer, Lock .402 id x 0.709 od x.087t Stl Split10mm 2............... .... ..............
614 136343 Screw, K50 x 20 Pan Hdphl Stl Pld Pt Thread Forming 2............... .... .............
615 229334 Screw, M 5.8 x 35 pan hd phl stl pld sems 2............... .... ........................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts.
Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-2233 Pagina 40
Figuur 10-2. Panel, Front w/Components
202 508-E
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
8
16
11
15
9
2
605
12
13
14
7
4
5
17
603
400
602
10
601
1
3
6
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
Figuur 10-2. Panel, Front w/Components (Figuur 10-1 Item 1)
1 194242 Panel, Front/Rear 1................. .... ..............................................
2 195647 Panel, Front Lower 1................. .... .............................................
3 202325 Panel, Front Upper 1................. .... .............................................
4 174992 Knob, Pointer .840 Dia X .250 ID w/Spring Clip.21 2................. .... .................
5 174991 Knob, Pointer 1.250 Dia X .250 ID w/Spring Clip.21 1................. .... ................
6 202323 Nameplate, Miller Maxstar 200STR 1................. .... ...............................
7 178355 Nut, 37532 .54hex .25h Nyl Flange .62d 3................. .... .........................
8 202553 Rcpt, Tw Lk Insul Fem(Dinse Type)50/70 Series Wsl 2................. .... ................
9 207253 Plug, Gas Fitting 1................. .... ................................................
10 200659 Lead List, Small 1................ .... ................................................
11 185712 Insulator, Bulkhead Front 2................. .... ........................................
12 185713 Insulator, Bulkhead Rear 2................. .... .........................................
13 185714 Washer, Tooth 20MM ID X 32MM OD 2................. .... .............................
14 185717 Nut, M20 X 1.5 1.0625 Hex .19 H Locking 2................. .... ..........................
15 185718 O-Ring 0.989 ID X 0.070 Wall 2................. .... ....................................
16 186228 O-Ring 0.739 ID X 0.070 Wall 2................. .... ....................................
17 202326 Recpt w/leads and plug 14-pin 1................. .... ....................................
400 PC3 217272 Circuit Card Assy, Front Panel Interface W/Program 1..... ..... .... ................
400 PC3 *213922 Circuit Card Assy, Front Panel Interface W/Program 1..... ..... .... ................
400 PC3 **231249 Circuit Card Assy, Front Panel Interface W/Program (CE ROHS) 1..... .... .... ......
602 231383 Washer, Tooth.377 ID X 0.507 OD X .022T STL PLD INT.375 3............... .... .........
603 178548 Terminal, Connector Friction 1............... .... .....................................
* For models with stock number 907036 or 907037.
** For models with stock number 907355.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-2233 Pagina 41
Figuur 10-3.Panel, Rear w/Components
202 397-E
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
2
600
1
4
5
3
Figuur 10-3. Panel, Rear w/Components (Figuur 10-1 Item 2)
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
1 194242 Panel, Front/Rear 1................. .... ..............................................
2 206053 Panel, Rear Lower 1................. .... .............................................
3 195646 Panel, Rear Upper 1................. .... .............................................
4 201155 Bushing, Strain Relief .450/.709 Id X1.068 Mtg Hole 1.................. .... ................
5 207253 Plug, Gas Fitting 1................. .... ................................................
600 198245 Nut, Conduit .750 Npt Pld 1.388 Od X .150 Thk 1............... .... ....................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-2233 Pagina 42
Figuur 10-4. Magnetics Assembly w/Components
805 303-B
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
617
603
17
613
603 604
613
3
605
13
14
10
12
617
1
611
604
11
6
17
18
8
Figuur 10-4. Magnetics Assembly w/Components (Figuur 10-1 Item 3)
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
1 195649 Panel, Plenum 1................. .... .................................................
3 FM1 239380 Fan, Muffin 24vdc 3200 RPM 141 CFM 4.125 MTG HOLES 1....... ..... .... ........
6 CR1 198549 Relay, Encl 24vdc Spst 35a/300vac 4pin Flange Mtg 1....... ..... .... ................
8 189790 Inductor, Output 1................. .... ...............................................
9 L2 210599 Coil, Inductor 9t 1........ ..... .... ................................................
10 L3 210568 Coil, Inductor 14t 1....... ..... .... ...............................................
11 T1 212268 Xfmr, HF Litz/Litz w/Boost 1....... ..... .... .......................................
12 109056 Core, Ferrite E 2.164 Lg X 1.094 High X .826 Wide 2................ .... .................
13 196512 Bracket, Inductor Mounting 2................ .... ......................................
14 196514 Gasket, Inductor Mounting 2................ .... .......................................
OM-2233 Pagina 43
Figuur 10-4. Magnetics Assembly w/Components
(Figuur 10-1 Item 3) (Continued)
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
17 213208 Connector, Faston Male 1/4 Ring W/75deg Bend 1................ .... ...................
18 L6 239371 Coil, Blocking (CE Only) 1....... ..... .... .........................................
603 057357 Bushing, Snapin Nyl .937 Id X 1.125 Mtg Hole 2............... .... ....................
604 182737 Screw, 01032x2.00 Rnd Hdslt Brs Pln 4............... .... ..........................
605 229323 Nut, 01032 .31hex .13h Stl Pld Sem Cone Wshr.38d 4............... .... ...............
611 136343 Screw, K50x 20 Pan Hdphl Stl Pld Pt Thread Forming 2............... .... .............
613 083147 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hole .312 Sq .500 High 2............... .... ...............
617 170647 Bushing, Snapin nyl 1.312 ID X 1.500 Mtg Hole 2............... .... ..................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-2233 Pagina 44
Figuur 10-5. Windtunnel w/Components
199 494-F
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
6
2
1
8
4
602
3
5
10
7
Figuur 10-5. Windtunnel w/Components (Figuur 10-1 Item 4)
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
1 195645 Bracket, Heatsink Rear 1.................. .... .........................................
2 198634 Bracket, Front Heatsink Mtg 1.................. .... .....................................
3 198633 Wind Tunnel 1.................. .... ...................................................
4 232856 Rail, Heat Sink 2.................. .... ................................................
5 198652 Bracket, Windtunnel Insulator 2.................. .... ....................................
6 +209949 Heat Sink, Module 1................. .... .............................................
7 199497 Heat Sink, Secondary Assembly 1.................. .... .................................
8 L1 189787 Choke, Input 1........ ...... .... ..................................................
10 C9 151328 Capacitor, Polyp Met Film .0047Uf 1000 Vdc W/T (CE Models Only) 1....... ...... .... ..
083147 Grommet, Scr No 8/10 Panel Hole .312 Sq .500 High (CE Models Only) 4.................... ....
602 154408 Bushing, Snapin Nyl .562 Id X .875 Mtg Hole Cent 1................ .... ................
+When ordering a component originally displaying a precautionary label, the label should also be ordered.
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-2233 Pagina 45
Figuur 10-6. Heat Sink, Secondary Assembly
199 497-H
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
600
7
602
4
1
3
601
6
604
2
606
604
5
Figuur 10-6. Heat Sink, Secondary Assembly (Figuur 10-5 Item 7)
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
1 210783 Heat Sink, Diode 1.................. .... ...............................................
2 D1 204820 Kit, Diode, Ultra Fast 1........ ...... .... ...........................................
3 HD1 198028 Transducer, Current 100a Module Supply V+/ 15v 1....... ...... .... .................
4 RT1 211124 Thermistor, Ntc 30k Ohm @ 25 Deg C 18 in Lead 1....... ...... .... ..................
5 R2, C6 206021 Resistor/Capacitor, 1...... .... .... ............................................
6 R1, C5 199138 Resistor/Capacitor, 1...... .... .... ............................................
7 SR1 199952 Diode, Power Module 50 Amp 600V 1....... ...... .... ...............................
600 207451 Screw, 00832 x .50 Pan HdPhl Stl Pld 4................ .... ..........................
601 249847 Screw, Set # 8-32x .75 Cup Pt Sss 1................ .... ...............................
604 207450 Screw, 00440 x .37 Pan Hdtorx Stl Pld Cone Sems 4................ .... ...............
606 229331 Screw, M 61.0 x 16 Pan Hdphl Stl Pld Sems 2................ .... .....................
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
OM-2233 Pagina 46
Figuur 10-7. Base Assembly
199 493-B
De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
Figuur 10-7. Base Assembly (Figuur 10-1 Item 5)
Quantity
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Item
No.
1 195644 Base, 1.................. .... ........................................................
2 239388 Bumper, RBR .875 OD X .188 ID X .39 High Recessed 4.................. .... ..............
To maintain the factory original performance of your equipment, use only Manufacturer’s Suggested
Replacement Parts. Model and serial number required when ordering parts from your local distributor.
Geldig vanaf 1 januari 2011
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MB” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar op onderdelen — 3 jaar op arbeidsloon
* Bij originele hoofdstroomgelijkrichters alleen de thyristo-
ren (SCR’s), de diodes en de afzonderlijke gelijkrichter-
modules
2. 3 jaar — op onderdelen en arbeidsloon
* Lasaggregaten met aandrijfmotor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte
garantie, bij de fabrikant van de motor.)
* Inverter stroombronnen (tenzij anders aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesbeheersingsapparatuur
* Semiautomatische en automatische draadaanvoereen-
heden
* De Flowregelaar en Flowmeter uit de Smith 30 Serie
(geen arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingsystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — op onderdelen
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(geen arbeidsloon)
4. 1 jaar — op onderdelen en arbeidsloon tenzij anders
aangegeven
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBandventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Externe controleapparatuur en sensoren
* Opties van onderdelen achteraf ingebouwd
(OPMERKING: Opties van onderdelen die achteraf zijn
ingebouwd zijn gedekt voor de resterende garantieperi-
ode van het product waarin ze in zijn geïnstalleerd of
voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke
van de twee het langste duurt.)
* Flowregelaars en Flowmeters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCSRJ45)
* Rookgasafzuigers
* HF Units
* ICE plasmasnijtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers en
elektronische regelapparatuur/recorders
* Elektrische belastingsbanken
* Motoraangedreven laspistolen
(m.u.v. de Spoolmate laspistolen)
* PAPRventilatorunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings en regelapparatuur
* Rekken
* Laskarren/trailers
* Puntlasapparaten
* Onderpoederdekdraadaanvoersystemen
* Waterkoelsystemen (nietgeïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet- en handafstandsbedieningen met
ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen
* Accu’s
* Bernard pistolen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
6. 90 dagen — op onderdelen
* Toebehoren (sets)
* Beschermzeilen
* Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur
*Mpistolen
* MIG pistolen en onderpoederdek (SAW) pistolen
* Afstandsbedieningen en RFCSRJ45
* Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon)
* Roughneckpistolen
* Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 201101
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2011 Miller Electric Mfg. Co 2011-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International HeadquartersUSA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Miller MB030312L de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor