Miller MD390133C de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

652 en 812
Processen
Beschrijving
Multiproces Lassen
Lasstroombron
OM-278/dut 163 769AS
2013−07
Dimension
CE en niet CE modellen
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak − u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities 7..................................................
2-2. Diverse symbolen en definities 9.........................................................
HOOFDSTUK 3 − INLEIDING 10................................................................
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 10.................
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 10..............................
3-3. Technische gegevens 10.................................................................
3-4. Inschakelduur en oververhitting 11........................................................
3-5. Stroom-spannings grafieklijnen 11.........................................................
3-6. Keuze van de locatie 12.................................................................
3-7. Afmetingen en Gewicht 13...............................................................
3-8. Omvallen 14...........................................................................
3-9. 115 Volt AC duplex contrastekker en aanvullende beschermers 14..............................
3-10. Aansluitklemmen van de lasuitgangsspanning 14............................................
3-11. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen 15.............................
3-12. De lasstroomkabels aansluiten 16.........................................................
3-13. MIG-kabelaansluitingen 16...............................................................
3-14. MIG-kabelaansluitingen en kabelaansluitingen voor gevulde draad (FCAW) 17....................
3-15. TIG-kabelaansluitingen 18...............................................................
3-16. Informatie over de 14-pin contrastekker RC8 18.............................................
3-17. Aansluiting van een afstandsbediening 19..................................................
3-18. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud 19...............................................
3-19. Het plaatsen van de brugjes 20...........................................................
3-20. Driefasen ingangsvermogen aansluiten 22..................................................
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING 24...............................................................
4-1. Bediening 24...........................................................................
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN VERHELPEN 25..................................
5-2. Smeltveiligheid F1 25....................................................................
5-3. Kortsluitbeveiliging 25...................................................................
5-4. Storingen 26...........................................................................
HOOFDSTUK 6 − ONDERDELENLIJST 27.......................................................
6-1. Aanbevolen reserve-onderdelen 27........................................................
HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA 28.....................................................
GARANTIE
DECLARATION OF CONFORMITY
for European Community (CE marked) products.
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Council Directive(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Stock Number
Dimension 812 907361
Council Directives:
2006/95/EC Low Voltage
2004/108/EC Electromagnetic Compatibility
2011/65/EU Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Standards:
IEC 609741:2005 Arc welding equipment – Part 1: Welding power sources
IEC 6097410:2007 Arc Welding Equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility (EMC) requirements
EN 50445:2008 Product family standard to demonstrate compliance of equipment for resistance welding,
arc welding and allied processes with the basic restrictions related to human exposure to electromagnetic
fields (0 Hz – 300Hz)
Signatory:
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
September 27, 2012
241431E
OM-278 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELENLEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_2011−10
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Als u het apparaat aansluit op het net, verbind dan eerst de aar-
dingsgeleider en controleer de aansluitingen grondig.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
OM-278 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
−kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheids informatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor metalen, elektroden, elektrodebekledingen,
schoonmaakmiddelen en ontvetters.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag beschermende kleding, gemaakt van duurzaam, brandwe-
rend materiaal (leer en wol) en beschermend schoeisel
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag olie-vrije beschermende kleding zoals leren handschoenen
leren schort, broek zonder omslag, hoge schoenen en een helm.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
OM-278 Pagina 3
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN
kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde
medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet
kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepas-
sing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai bij het openen van de gasfles uw gezicht weg van het redu-
ceerventiel.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten
behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoen-
de aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas,
bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheids-
voorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaci-
teit om het apparaat op te tillen en te ondersteu-
nen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant on-
der het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet
in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur
de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for
the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
OM-278 Pagina 4
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en
beschermplaten alleen verwijderen door
bevoegd personeel indien nodig voor
onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische
apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch
compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo
kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de
vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-278 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). Lasstroom veroorzaakt een
elektromagnetischveld rond de lasstroomkring en de lasapparatuur.
Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij
bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die
medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een
risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de
toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit
voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om
zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring
tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-278 Pagina 6
OM-278 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Meer veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE-producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 2012−05
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe2 2012−05
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe3 2012−05
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 2012−05
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe6 2012−05
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren.
Safe8 2012−05
Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren.
Safe10 2012−05
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe12 2012−05
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat
er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe14 2012−05
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 2012−05
OM-278 Pagina 8
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 2012−05
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe30 2012−05
?
V
?
A
Op het typeplaatje staat vermeld welke elektrische aansluitspanning en welk vermogen het apparaat nodig heeft.
Safe34 2012−05
Lees de handleiding en de labels aan de binnenkant voor aansluitpunten en aansluitprocedure.
Safe67 2012−06
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 2012−05
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren
en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met
de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe38 2012−05
Zorg dat u geoefend raakt en lees de aanwijzingen,
voordat u aan de machine gaat werken of gaat lassen.
Safe40 2012−05
?
V
3
Safe68 2012−06
Zorg dat de jumpers juist geplaatst zijn (zie het label binnenin) voor
de ter plaatse aanwezige elektrische voedingsspanning. De lengte
van de aarddraad moet iets groter zijn, en sluit deze eerst aan.
Sluit de fasedraad en nuldraad of de fasedraden aan zoals
aangegeven op het label binnenin. Controleer nogmaals alle
aansluitingen, de plaats van de jumpers en de ingangsspanning,
alvorens u de spanning inschakelt.
Safe69 2012−06
Sluit de klep voordat u het apparaat inschakelt.
OM-278 Pagina 9
2-2. Diverse symbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten.
A
Ampère
Voltage-stelknop /
paneel
TIG−lassen
Lassen met
elektroden
Temperatuur Draadaanvoer Boogsterkte (Dig) MIG/MAG lassen
Uitgangsspanning
Automatische
zekering
Van op afstand
V
Volts
Positieve
lasuitgang met
hoge inductantie
(self)
Positieve
lasuitgang met
lage inductantie
(self)
Negatieve
lasuitgang
Ingangsspanning
Aan Uit Percent Gelijkstroom
U
0
Nominale
nullastspanning
(gemiddeld)
U
1
Primaire spanning
U
2
Conventionele
belastingsspanning
Lijnverbinding
I
1
Primaire
stroomsterkte
I
2
Nominale
lasstroom
X
Inschakelduur
3 fasen
transformator−gelij
krichter
IP
Beschermingsgraad Driefasen
S
1
KVA
Hz
Hertz
S
Geschikt op plaat-
sen met verhoogd
electrocutiegevaar
Beschermende
aarde (massa)
OM-278 Pagina 10
HOOFDSTUK 3 − INLEIDING
3-1. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bedoeld voor gebruik op plaatsen in woongebieden waar de elektrische stroom afkomstig
is van het openbare utiliteitssysteem met een laag voltage. Op dergelijke plaatsen ontstaan er mogelijk problemen
met de elektromagnetische compatibiliteit als gevolg van storingen door geleiding en straling.
Deze apparatuur voldoet aan de IEC 61000−3−12 norm.
3-2. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voor of achterzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning
en het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde
van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-3. Technische gegevens
Modellen
IP
graad
Nominaal uit
-
gangsvermo
-
gen
Amperage
/
spannings−
bereik
Max.
spanning
open
circuit
Ingaande stroom bij nominale uitgangs-
belasting, 50/60Hz, driefasen
230
V
380
V
400
V
440
V
460
V
520
V
575
V
KVA KW
650 Amp 21M***
650 A @ 44
VDC, 100%
inschakelduu
r
50 − 815 A
CC Mode
72 (70)
VDC
CC Mode
126
3,8*
77
1,9*
73
1,8*
66
1,6*
63
1,9*
54
1,1*
50,4
1,4*
50
1,52*
34,8
0,76*
10 − 65 V
CV Mode
70 (66)
VDC
CV Mode
*In stationaire toestand
( ) Waarde voor CE modellen
** De open spanning is 26 volt DC als de machine is uitgerust met de optie voor lage open spanning.
***
Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik binnen, en niet voor opslag of gebruik buiten.
OM-278 Pagina 11
OF
Verlaag de inschakelduur
Oververhitting
De inschakelduur is het percentage
van 10 minuten dat het apparaat
kan lassen op nominale belasting
zonder oververhit te raken.
Als het apparaat oververhit raakt,
gaat (gaan) de thermostaat
(thermostaten) open, is er geen
uitgangsspanning meer en gaat de
koelventilator draaien. Wacht
vijftien minuten om het apparaat te
laten afkoelen. Verlaag de
stroomsterkte of de inschakelduur
voor u gaat lassen.
OPGELET − Door overschrijding
van de inschakelduur kan het appa-
raat beschadigd worden en daar-
mee komt de garantie te vervallen.
3-4. Inschakelduur en oververhitting
0
15
A/V
Minuten
duty1 4/95 / Ref. SA-168 918
Ononderbroken lassen
STROOM
% INSCHAKELDUUR
100% Inschakelduur
De stroom−spannings grafieklijnen
geven de minimaal en de maximaal
mogelijke uitgangsspanning en
-stroom aan van het apparaat. De
grafieklijnen van de andere instel-
lingen vallen tussen de aangege-
ven krommen.
*Aansluitingen met hoge inductan-
tie
3-5. Stroom-spannings grafieklijnen
A. *CC Mode B. CV Mode
168 916-A / 168 917-A
100 200
300
400 500 600 700 800 900 10000
DC Amperes
DC Volts
0
10
20
30
40
50
60
70
80
DC Amperes
DC Volts
100 200
300
400 500 600 700 800 900 10000
0
10
20
30
40
50
60
70
SMAW
ARC FORCE
SMAW
ARC FORCE
MIN
MAX
MIN
MAX
SMAW
GTAW
MAX
MED
MIN
GMAW
FCAW
OM-278 Pagina 12
1 Hefgrepen
2 Hefvorken
Gebruik hefvorken of het liftoog om
het apparaat te verplaatsen.
Indien hefvorken gebruikt worden,
gebruik hefvorken om het apparaat
te verplaatsen.
3 Lijnscheidingsmechanisme
Plaats het apparaat in de buurt van
een stroombron die de juiste
voeding biedt.
! Mogelijk is een speciale in-
stallatie nodig, wanneer er
benzine of vluchtige vloei-
stoffen aanwezig zijn − zie
NEC artikel 511 of CEC
Hoofdstuk 20
3-6. Keuze van de locatie
OF
1
2
Verplaatsing
Plaats
3
460 mm
460 mm
OM-278 Pagina 13
3-7. Afmetingen en Gewicht
A
B
C
D
E
F
G
H
800 453-A / 801 530
Front
4 gaten
Afmetingen
A 762 mm met inbegrip van hefgreep
B 584 mm
C 965 mm met inbegrip van spanningsontlasting
D 889 mm
E 32 mm
F 537 mm
G 29 mm
H 11 mm Dia
Gewicht
247 kg
OM-278 Pagina 14
! Wees voorzichtig indien de
machine zich bevindt op een
oneffen vloer.
3-8. Omvallen
! De voeding uitschakelen
vooraleer aan te sluiten.
1 115V 15A AC contrastekker
RC9
Het vermogen is verdeeld tussen
RC9 en 14-pin contrastekker RC8
(zie Hoofdstuk 3-17).
2 Aanvullende beschermer CB1
3 Aanvullende beschermerCB2
CB1 beveiligt het 115VAC deel van
RC9 tegen overbelasting.
CB2 beveiligt het 24VAC deel van
RC8 en afstandsbediening On/Off
tegen overbelasting.
Druk op de knop om de aanvullen-
de beschermer te stellen.
3-9. 115 Volt AC duplex contrastekker en aanvullende beschermers
3
Ref. ST-800 166-D
1
2
3-10. Aansluitklemmen van de lasuitgangsspanning
Ref. 800 166-D
! Aansluitklemmen van
lasuitgangsspanning
1 Positieve lasuitgang met hoge
inductantie (self)
2 Positieve lasuitgang met lage
inductantie (self)
3 Negatieve lasuitgang
Zie Hoofdstuk 3-13, 3-14 of 3-15.
1
2
3
OM-278 Pagina 15
3-11. Aansluitklemmen voor de laskabels en kabelafmetingen bepalen*
OPGELET − De totale kabellengte in de lasstroomkring (zie onderstaande tabel) is de totale lengte van beide laskabels. Als bijvoorbeeld de stroom-
bron 30 meter van het laswerkstuk is, dan is de totale kabellengte in de lasstroomkring 60 meter (2 kabels x 30 meter). Neem de 60m-kolom voor
het bepalen van de kabel doorsnede.
Maximale lengte van de kabel** (koper) in de lasstroomkring***
30 m of minder 45 m 60 m 70 m 90 m 105 m 120 m
Aansluitklemmen van
lasuitgangsspanning
! Het apparaat uit-
schakelen vooraleer
de laskabels aan te
sluiten.
! Geen versleten, be-
schadigde, onderge-
dimensionneerde of
slecht gemonteerde
kabels gebruiken.
Lasst-
room
60% in-
schakel-
duur
mm
2
60 − 100%
inschakel-
duur
mm
2
10 − 100% inschakelduur
mm
2
100 20 20 20 30 35 50 60 60
150 30 30 35 50 60 70 95 95
200 30 35 50 60 70 95 120 120
250 35 50 60 70 95 120 2x70 2x70
300 50 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95
350 60 70 95 120 2x70 2x95 2x95 2x120
400 60 70 95 120 2x70 2x95 2x120 2x120
500 70 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x95
600 95 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x120 3x120
700 120 2x70 2x95 2x120 3x95 3x120 3x120 4x120
800 120 2x70 2x95 2x120 3x120 3x120 4x120 4x120
*Deze tabel is een algemene richtlijn en is in sommige gevallen niet aangepast. Als een kabel oververhit geraakt (normaal kan u dat ruiken),
gebruik dan een kabel met grotere sektie.
**Het laskabelformaat (mm
2
) is gebaseerd op een spanningsval van 4 volt of minder of een stroomdichtheid van minimaal 300 mils/A
***Voor afstanden die langer zijn dan de afstanden in deze gids moet u een vertegenwoordiger van de fabriek raadplegen op telefoonnr.
920−735−4505.
Ref. S-0007-J 2011−07
OM-278 Pagina 16
3-12. De lasstroomkabels aansluiten
! Schakel de voeding uit voor u de
aansluiting naar de aansluitklem-
men voor de laskabel maakt.
! Als u de laskabels niet goed aan-
sluit, kan dat uitzonderlijk sterke
verhitting en brand veroorzaken of
uw machine beschadigen.
. Niets tussen de aansluitklem van de
laskabel en de koperen staaf plaatsen.
Zorg dat de oppervlakken van de
laskabelklem en de koperen staaf
schoon zijn.
1 Juiste installatie
2 Onjuiste installatie
3 Aansluitklemmen van de
lasuitgangsspanning
4 Meegeleverde moer voor de
aansluitklem voor de laskabel
5 Laskabelklem
6 Koperen staaf
Verwijder de meegeleverde moer van de
aansluitklem voor de laskabel. Schuif de
klem van de laskabel op de aansluitklem en
zet hem zodanig met de moer vast dat de
laskabelklem strak tegen de koperen staaf
zit.
Benodigde gereedschappen:
19 mm
803 778-B
4
2
3
1
5
6
connecting weld output cables_dut 3−2010
3-13. MIG-kabelaansluitingen
! De voeding uitschakelen vooraleer aan te sluiten.
Polariteit: Voor de elektrodepluspool (DCEP) verbindt u de
laskabels zoals afgebeeld. Voor de elektrodeminpool
(DCEN), kenmerkend voor lassen met gasloze gevulde
draad, keert u de kabelaansluitingen bij de lasstroombron
om.
. Voor betere prestaties voor de meeste MIG−toepas-
singen (DCEP en DCEN) wordt aangeraden om de
lasuitgangsaansluitingen bij de aansluitklem van de
laskabel met lage inductantie te maken.
++
of
Gasontspanner
Hoge
Inductantie
Lage
Inductantie
Achterkant van
draadaanvoer
OM-278 Pagina 17
! De voeding uitschakelen vooraleer aan te sluiten.
. Voor betere prestaties voor de meeste toepassingen
met gasloze gevulde draad (FCAW, DCEN) wordt
aangeraden om de lasuitgangsaansluitingen bij de
aansluitklem van de laskabel met lage inductantie te
maken. Maak de aansluitingen zoals afgebeeld.
3-14. MIG-kabelaansluitingen en kabelaansluitingen voor gevulde draad (FCAW)
++
of
MIG/MAG / Lassen met gevulde draad
++
Lassen met gevulde draad (gasloze)
! De voeding uitschakelen vooraleer aan te sluiten.
. Voor betere prestaties voor de meeste MIG-toepassingen
en toepassingen (in beschermend gas) met gevulde draad
(FCAW, DCEP) wordt aangeraden om de lasuitgangsaan-
sluitingen bij de aansluitklem van de laskabel met lage in-
ductantie te maken. Maak de aansluitingen zoals afge-
beeld.
Gasontspanner
Hoge
Inductantie
Lage Inductantie
(gasloze FCAW)
Lage Inductantie
(gasloze FCAW)
Achterkant van
draadaanvoer
Achterkant van
draadaanvoer
OM-278 Pagina 18
3-15. TIG-kabelaansluitingen
++
! De voeding uitschakelen vooraleer aan te sluiten.
. Voor betere prestaties voor de meeste TIG−toepassingen
wordt aangeraden om de lasuitgangsaansluitingen van de
elektrodeminpool (DCEN) bij de aansluitklem van de laskabel
met hoge inductantie te maken. Maak de aansluitingen zoals
afgebeeld.
Gasontspanner
Optioneel HF−apparaat
Hoge
Inductantie
3-16. Informatie over de 14-pin contrastekker RC8
Pin Pininformatie
24 V AC
Uitgangsspanning
Contactschakelaar
A 24 volt AC. Beveiligd door CB2.
B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V/AC contactorstuurcircuit en zorgt
dat er uitgangsspanning mogelijk is.
Van op afstand
UITGANGS- REGELING
C + 10 Volt DC naar afstandsbediening.
D Gemeenschappelijke afstandsbedieningscircuit.
E 0 tot +10 volt DC invoercommandosignaal van afstandsbediening.
A/V
STROOMSTERKTE (AMPERAGE)
SPANNING (VOLTAGE)
F Stroomterugkoppeling; +1 volt per 100 ampère.
H Spanningsterugkoppeling; +1 volt per 10 boogspanning.
GND
K
G
Gemeenschappelijke chassis
Gemeenschappelijke voor 24V en 115V AC circuits.
AFSTANDSBEDIENING ON/OFF
*
Naar aan/uit−schakelaar van afstandsbediening.
*
VOLTAGEMETING
VAN OP AFSTAND
* Voltage op de negatieve (−) lasuitgang.
* Voltage op de positieve (+) lasuitgang.
* Niet gebruikt
OM-278 Pagina 19
! De machine afzetten vooral-
eer de afstandsbediening
aan te sluiten.
1 14-pin contrastekker RC8
Sluit de afstandsbediening aan op
RC8.
3-17. Aansluiting van een afstandsbediening
Ref. ST-800 166-D / Ref. S-0004-A / S-0750
OF
OF
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
1
3-18. Leidraad voor elektrotechnisch onderhoud
Het niet opvolgen van deze elektrische service adviezen, kan leiden tot elektrische schokken en brandgevaar. Deze adviezen zijn voor
een bepaald gedeelte van het circuit dat zorgt voor het nominale uitgangsvermogen en inschakelduur van de lasstroombron.
In bepaalde installatie circuits, staat de National Electrical Code (NEC) toe om lagere waardes voor stekkerdozen en geleiders te
gebruiken dan de waarde van de circuitbeveiliging. Alle onderdelen van het circuit moeten op elkaar zijn afgestemd. Zie NEC artikel
210.21, 630.11, en 630.12.
60 Hz modellen 50 Hz modellen
Ingaande spanning (V) 230 460 575 380 400 440 520
Ingaande stroomsterkte bij de nominale uitgangsspan-
ning (A)
126 63 50.4 77 73 66 54
Max. aanbevolen standaard zekering of grenswaarde van
onderbreker in ampères
1
Traag
2
150 70 60 90 90 80 60
Normaal
3
200 90 80 125 110 100 80
Min. formaat invoerconductor in mm
2
,
4
42,6 16 16 25 25 25 16
Max. aanbevolen lengte invoerconductor in meters 64 100 156 102 113 137 128
Min. formaat aardingsconductor in mm
2
,
4
16 10 10 16 16 10 10
Referentie: Amerikaanse National Electrical Code (NEC) voor 2011 (bevat ook artikel 630)
1 Als er een zekeringautomaat wordt gebruikt in plaats van een smeltveiligheid, kies dan een automaat die qua snelheid en stroom overeen
komt met de aanbevolen zekering.
2 De trage zekering zijn van klasse UL “RK5”. Zie UL 248.
3 De normale zekeringen zijn van klasse UL “K5” (tot 60A), en UL “H” (65A en meer).
4 De geleidergegevens in dit gedeelte hebben betrekking op het geleiderformaat (met uitzondering van het buigbare snoer of de buigbare kabel)
tussen de paneelkaart en de apparatuur conform NEC−tabel 310.15(B)(16). Als er een buigbare snoer of kabel wordt gebruikt, moeten de mini-
mum afmetingen van de geleider mogelijk groter zijn. Zie NEC−tabel 400.5(A) voor de vereisten voor een buigbare snoer of kabel.
OM-278 Pagina 20
Benodigde gereedschappen:
De brugjes (jumper) niet over-
dreven vastschroeven.
! De voeding afschakelen en
vergrendelen vooraleer de
voedingskabel van het appa-
raat aan te sluiten.
Controleer de ter plaatse beschik-
bare netspanning.
1 Het brugplaatsingslabel
Controleer het label − er is slechts
één op het apparaat.
2 Brugjes
De brugjes plaatsen zodat het
overeenkomt met de netspanning.
De toegangsdeurt weer buitenslui-
ten. en verder gaan met Hoofdstuk
3-20.
Ref. ST-800 103-A
2
1
3/8 in
3/8 in
230 VOLTS
Ref. S-174 973-B
575 VOLTS460 VOLTS
380 VOLTS 400 VOLTS 440 VOLTS
Ref. S-174 975-B
220 VOLTS
(FACTORY OPTION)
380 VOLTS 520 VOLTS
3-19. Het plaatsen van de brugjes
177 159-A
OM-278 Pagina 21
Aantekeningen
OM-278 Pagina 22
3-20. Driefasen ingangsvermogen aansluiten
Reference − input3 2012−05 − Ref. 803 766-C / 800 103-C / Ref. 801
116-A
3/8, 1/2”
3/8”
3
L1 (U)
L2 (V)
L3 (W)
8
5
4
2
11
6
3
7
4
9
4
10
1
=
7
3
5/32”
GND/PE aarding
Ingangscontactor
BELANGRIJK
GND/PE aarding
Benodigde gereedschappen:
OM-278 Pagina 23
! De installatie moet voldoen aan alle
nationale en lokale regels en voor-
schriftenalleen daartoe bevoegde
personen mogen deze installatie uit-
voeren.
! Ontkoppel en blokkeer de stroom-
voorziening voordat u de ingaande
geleiders vanaf het systeem aansluit.
Volg de gangbare procedures voor
wat betreft de installatie en het ver-
wijderen van vergrendel/uitschakel-
apparaten.
! Maak eerst de ingaande stroomver-
bindingen naar de lasstroombron.
! Sluit altijd eerst de groene of
groengele stroomgeleider aan op een
voedingsmassaklem en nooit op een
lijnklem.
Kijk op het label op het apparaat voor de
stroomvereisten en controleer de invoer-
spanning die op de werkplek beschikbaar is.
1 Ingaande stroomgeleiders (snoer aan
te leveren door klant)
De Hoofdstuk en lengte van de invoerkabel
bepalen d.m.v. Hoofdstuk 3-17. De conduc-
toren moeten voldoen aan de nationale en
locale elektrische richtlijnen. Zonodig ring-
klemmen gebruiken van de juiste stroomca-
paciteit en met een gat met de juiste diameter.
Ingaande stroomaansluitingen van las-
stroombron
2 Spanningsontlasting (snoer aan te
leveren door klant)
Monteer een trekontlasting met een juiste af-
menting. Haal de draden door de trekont-
lasting. Draai de klemming van de trekont-
lasting aan.
3 Aansluiting veiligheidsaarde van de
lasstroombron.
4 Groene of groengele aardegeleider
5 Aardstroomdetector (optioneel)
Sluit eerst de groene of groengele aardege-
leider aan op de aardingsklem van de las-
stroombron. Als het systeem is voorzien van
de optionele aardstroomdetector, leid dan de
aardegeleider eerst tweemaal door de aard-
stroomdetector en sluit hem dan aan op de
aardingsklem.
6 Lijnklemmen voor de lasstroombron
7 Ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W)
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W) aan op de lijnklemmen voor de las-
stroombron.
Sluit de toegangsdeur van de lasstroombron
en vergrendel hem.
Ontkoppel de aansluitpunten voor de in-
gaande stroom op het apparaat
8 Ontkoppel het apparaat (de schakelaar
staat afgebeeld in de OFF−stand)
9 Lijnscheidingsmechanisme met
aardeaansluiting (zelf aanschaffen)
Sluit eerst de groene of groengele aard-
stroomgeleider aan op de ontkoppelde aar-
dingsklem van het apparaat.
10 Ontkoppel de lijnklemmen van het
apparaat
Sluit eerst de groene of groengele aard-
stroomgeleider aan op de ontkoppelde aar-
dingsklem van het apparaat.
Sluit de ingaande geleiders L1 (U), L2 (V) en
L3 (W) aan op de ontkoppelde lijnklemmen
van het apparaat.
11 Overbelastingsbeveiliging
Bepaal het type en de maat van de overbe-
lastingsbeveiliging aan de hand van Hoofd-
stuk 3-17 (afgebeeld: gezekerde ontkoppe-
lingsschakelaar).
Sluit de toegangsdeur van het lijnscheidings-
mechanisme en vergrendel hem. Volg de
gangbare procedures voor wat betreft ver-
grendeling/uitschakeling bij het in gebruik
nemen van de unit.
Reference − input3 2012−05
3-20 Driefasen ingangsvermogen aansluiten (vervolg)
OM-278 Pagina 24
HOOFDSTUK 4 − BEDIENING
1 Boogsterkteregeling (DIG)
Deze stelknop regelt bij het lassen met
beklede electroden de kortsluitstroom, wat de
lasser de mogelijkheid geeft een korte
booglengte te gebruiken zonder met de
electrode te blijven plakken.
Stel de stelknop in op 0 voor normale
lasstroom en TIG-toepassingen. Draai wij-
zerszin om de kortsluistroom bij lage
spanning te verhogen.
2 Proceskeuzeschakelaar
MIG Mode: Voor gebruik met gevulde draad
(FCAW) of lassen onder poederdek (SAW).
Beklede-elektrode Mode (warm starten
aan): warm starten wordt ingeschakeld
voor booglassen met beklede elektrode
(SMAW). Wanneer warm starten ingescha-
keld is, helpt de hogere kortsluitstroom bij
het starten van de boog. Gebruik de positie-
ve (+) aansluitklem van de laskabel met ho-
ge inductantie (zie Hoofdstuk 3-10).
Beklede-elektrode Mode (warm starten uit):
Voor gebruik met TIG, alleen aanstrijkstart
of lassen onder poederdek (SAW). Gebruik
voor TIG de positieve (+) aansluitklem van
de laskabel met hoge inductantie (zie
Hoofdstuk 3-11).
3 ControlAmperage/Voltage stelknop
Als de proceskeuzeschakelaar op de Beklede
Electrode/TIG−stand staat, draai de stelknop
in uurwijzerszin om de lasstroom te verhogen.
Lees de ingestelde waarde op de omstaande
schaal. Als de proceskeuzeschakelaar op de
MIG−stand staat, draai de stelknop in
uurwijzerszin om de lasspanning te verhogen.
De Voltmeterwaarde verandert als men de
stelknop verdraait. Deze knop kan bijgeregeld
worden tijdens het lassen.
4 Digitale meters
Met de proceskeuzeschakelaar in de EE/TIG-
stand, staan de digitale meters op nul als de
contactor open staat. Met de contactor
gesloten, geven de meters de actuele
spanning en stroom weer.
Met de proceskeuzeschakelaar in de MIG-
stand en de contactor staat open, geeft de
Voltmeter de vooringestelde waarde aan. Met
de contactor gesloten, geven de meters de
actuele spanning en stroom weer.
5 Aan/uit-schakelaar met lampje
6 Oververhittingslampje
7 Paneel/Afstandsbedienings-schakelaar
Voor paneelbediening, de schakelaar in de
bovenste stand plaatsen. Voor afstandsbe-
diening, de schakelaar in de onderste stand
plaatsen en een afstandsbediening aanslui-
ten (zie Hoofdstuk 3-17).
8 Contactor
In de bovenste stand plaatsen om de
contactor te sluiten. In de onderste stand
wordt de contactor van op afstand bediend
met behulp van een afstandsbediening. (zie
Hoofdstuk 3-17).
! De lasuitgangen staan onder span-
ning enkel als de contactor gesloten
is.
! De machine afzetten vooraleer de af-
standsbediening aan te sluiten.
4-1. Bediening
184 936-D
4
1 2
3
7
8
56
OM-278 Pagina 25
HOOFDSTUK 5 − ONDERHOUD & PROBLEMEN
VERHELPEN
! Ontkoppel de voeding voor u met het onderhoud begint.
5-1. Routine-onderhoud
3 maanden
Vervang
onleesbare
labels
Maak de
lasbornen
schoon en
draai ze
aan
Repareer of
vervang een
kapotte
laskabel
6 maanden
Blaas de binnenzijde schoon of
gebruik daarvoor een
stofzuiger.
Reinig hem maandelijks bij
intensief gebruik.
of
! De voeding afschakelen en
vergrendelen vooraleer de
smeltveiligheid te controle-
ren.
1 Smeltveiligheidsdeksel
2 Smeltveiligheid (zie stuklijst
voor het type)
De smeltveiligheid F1 beschermt
de hulptransformator tegen overbe-
lasting. Indien F1 opent, stopt de
lasuitgang en de ventilator. Ver-
vang F1.
De toegangsdeurt weer buitenslui-
ten.
5-2. Smeltveiligheid F1
Ref. ST-800 101-C
1
3/8”
Benodigde gereedschappen:
5-3. Kortsluitbeveiliging
Als de kontakttip kortgesloten is met het werkstuk, dan valt de machine terug op een veilig uitgangsniveau. Ter samenvatting, de toortsschakelaar
loslaten, de machine afzetten en de kontakttip scheiden van het werkstuk. De kontakttip nakijken en vervangen indien nodig. De machine weer aanzet-
ten en vervolgen.
OM-278 Pagina 26
5-4. Storingen
Probleem Oplossing
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; het apparaat werkt totaal niet;
aan/uit lampje uit.
Zet de lijnscheidingsschakelaar aan (zie Hoofdstuk 3-20).
Controleer de lijnzekeringen en vervang indien nodig (zie Hoofdstuk 3-20).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 3-20).
Controleer de posities van de brugjes (zie Hoofdstuk 3-19).
Controleer smeltveiligheid F1 en vervang indien nodig (zie Hoofdstuk 5-2).
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; aan/uit lampje aan.
Het apparaat is oververhit. Laat het apparaat afkoelen met de ventilator aan (zie Hoofdstuk 3-4).
Wanneer een afstandsbediening gebruikt wordt, zet de vermogenschakelknop (Contactor) op de
afstandsbedieningsstand (zie Hoofdstuks 3-16 en 3-17). Indien er geen afstandsbediening gebruikt
wordt, zet de schakelknop op de paneelstand (I) (zie Hoofdstuk 4-1).
Kijk de afstandsbediening na, repareer of vervang hem.
Geen uitgangsspanning voor het las-
sen; aan/uit lampje aan, ventilator
werkt niet.
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 3-19).
Controleer de lijnzekeringen en vervang indien nodig, of stel de zekering CB2 opnieuw in (zie Hoofd-
stuk 3-19).
Schakel het apparaat uit en daarna weer aan, wanneer deze handeling de storing niet verhelpt, raad-
pleeg een door de fabriek erkende servicemonteur.
Te laag lasvermogen en te lage open
spanning.
Controleer de stand van de A/V−bedieningsschakelaar (zie Hoofdstuk 4-1).
Controleer de lijnzekeringen en vervang indien nodig (zie Hoofdstuk 3-20).
Controleer of de voeding goed is aangesloten (zie Hoofdstuk 3-20).
Controleer de posities van de brugjes (zie Hoofdstuk 3-19).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
De machine levert enkel minimum of
maximum vermogen.
Laat een door de fabriek erkende service monteur kaart PC1 en stroomsonde HD1 nakijken.
Controleer de stand van de A/V−bedieningsschakelaar (zie Hoofdstuk 4-1).
Kan geen minimale uitgangsspanning
in CC Mode verkrijgen.
Gebruik in de CC Mode de aansluitklem van de laskabel met hoge inductantie om minimale uitgangs-
spanning te verkrijgen (zie Hoofdstuk 3-10).
Onregelmatige of onjuiste lasuitgangs-
spanning.
Gebruik een laskabel van het juiste formaat en type (zie Hoofdstuk 3-10).
Reinig alle laskoppelingen en draai ze vast.
Controleer de aansluiting van de draadafrolkast.
Controleer de stand van de proceskeuzeschakelaar (zie Hoofdstuk 4-1).
Laat een door de fabriek erkende service monteur kaart PC1 en stroomsonde HD1 nakijken.
Geen 115V AC uitgangsspanning bij de
duplex contrastekker.
Stel de anvullende beschermer CB1 opnieuw in (zie Hoofdstuk 3-9).
Geen 24 volt AC uitgangsspanning bij
de “Remote 14”-contrastekker
Stel de anvullende beschermer CB2 opnieuw in (zie Hoofdstuk 3-9).
De ventilator werkt niet. Opmerking: de
ventilator draait enkel als afkoeling no-
dig is.
Kijk of er iets is dat de ventilator blokkeert, waardoor hij niet kan draaien.
Laat een door de fabriek erkende servicemonteur de motor van de ventilator nakijken.
Dwalende vlamboog; slechte controle
over de richting van de boog.
Verlaag de gastoevoer.
Gebruik wolfraam van het goede formaat.
OM-278 Pagina 27
Probleem Oplossing
Gebruik op de juiste wijze geprepareerde wolfraam.
De wolfraam elektrode oxydeert en blijf
t
niet helder na het voltooien van de las.
Scherm het lasgebied af tegen tocht.
Verleng de nastroomtijd.
Kijk alle gasfittingen na en draai ze aan.
Gebruik op de juiste wijze geprepareerd wolfraam.
Kijk na of er geen water in de toorts zit. Herstel indien nodig.
De digitale meter werkt niet Laat een door de fabriek erkend service monteur kaart PC1en de aansluitingen nazien, en vervang indien
nodig.
HOOFDSTUK 6 − ONDERDELENLIJST
6-1. Aanbevolen reserve-onderdelen
Description
Part
No.
Dia.
Mkgs.
Aanbevolen reserve-onderdelen.
Quantity
156065 Fuse, Crtg .5 Amp 600 V Time Delay 1................ .... .............................
OM-278 Pagina 28
HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA
Afbeelding 7-1. Stroomkringschema
OM-278 Pagina 29
262 259-A
Aantekeningen
Geldig vanaf 1 januari 2013
(Installaties waarvan het serienummer begint met “MD” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of acht-
tien maanden nadat de installatie naar een internationale distribu-
teur gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(uitgezonderd de Classic-serie) (geen arbeidsloon)
* Lasaggregaten met verbrandingsmotor
(LET OP: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders
aangegeven)
* Toortsen voor autogeen snijden (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Smith 30-serie manometers, stromingsmeters
en reduceerventielen (geen arbeidsloon)
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
* Waterkoelingssystemen (geïntegreerd)
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen − alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers − Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen
arbeidsloon)
* Externe bewakingsapparatuur en sensoren
* Inbouwopties
(LET OP: Field Options zijn gedekt voor de resterende
garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar
— afhankelijk van welke van de twee het langste
duurt.)
* Reduceerventielen met manometers en stromings-
meters (geen arbeidsloon)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers − Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(LET OP: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate
pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken
* Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek
lassen
* Waterkoelingssystemen (niet geïntegreerd)
* Weldcraft TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 2013−01
Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2013 Miller Electric Mfg. Co 2013-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Miller MD390133C de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor