Bauknecht WA 89890 de handleiding

Type
de handleiding
Beschrijving van het bedieningspaneel
Selecties voor de eerste keer dat u de
wasmachine gebruikt
Een wasprogramma selecteren
De “Info-knop”
Dynamic Sense Technologie
Programma’s
Extra functies
Onze tips voor...
Het lezen van de wasetiketten
Het sorteren van het wasgoed
Het kiezen van het wasmiddel
Het kiezen van het programma
Vlekken verwijderen
Drogen en strijken
Gebruiksaanwijzing
Geachte gebruiker
“Intelligent Dialogue” is
het nieuwe programma
vrijstaande apparaten van
Bauknecht. Nieuwe
intelligente en nuttige
functies creëren meer
ruimte voor de werkelijk
belangrijke dingen in het
leven.
De nieuwe “Intelligent
Dialogue” wasmachines van
Bauknecht voeren met de
directe dialoog tussen mens
en machine een geheel
nieuwe vorm van
apparatenbediening in. Via
de nieuwe elektronische LCD-
aanwijzing “spreekt” de
machine u toe en leidt u
veilig en ongecompliceerd
door de wasprogramma’s
heen. Een
“eerstehulprogramma”
ingeval er toch iets misgaat,
evenals tips en trucjes bij
hardnekkige vervuiling zijn
ook een bewijs voor de
intelligentie van de nieuwe
wasmachines.
Niet alleen, dat de nieuwe
apparaten van Bauknecht
kunnen spreken. Ze hebben
ook werkelijk iets te
“zeggen”: Zo stellen zij
bijvoorbeeld telkens de
optimale temperatuur voor
het gekozen
textielprogramma voor. Alle
instellingen betreffende
temperatuur, looptijd en
speciale functies slaat de
geheugenfunctie
automatisch voor verdere
wasbeurten van hetzelfde
textielprogramma op. Of het
nu gaat om voorwas,
hoofdwas of centrifugeren:
het LCD-display houdt de
gebruiker gedurende het
gehele wasprogramma over
status en resterende duur op
de hoogte. Het volledige
wasgebeuren wordt
automatisch gecontroleerd,
waardoor fouten bij de
bediening uitgesloten zijn.
Bovendien zijn de
gebruiksaanwijzing en een
“eerstehulpprogramma”
reeds mee ingebouwd. In
plaats van bij de geringste
storing de monteur erbij te
moeten halen is een blik op
de LCD-aanwijzing
voldoende om zelf de nodige
hulp te bieden. Voor het
geval dat het helemaal
misgaat levert het Display
bovendien het adres en
telefoonnummer van de
klantendienst. En niet in de
laatste plaats is er zelfs
goede raad hoe je het beste
kauwgum, verfvlekken en
andere hardnekkige
vervuilingen kunt laten
verwijderen. Ook daarmee
tonen de wasmachines van
Bauknecht aan, dat zij
volledig op hun taak
berekend zijn.
Aan uw kwaliteitsproduct
van Bauknecht zult u nog
lang plezier beleven!
Welcome!
Please wait while checking systems...
me!
ecking systems...
come!
e checking systems.
Title bar
Help bar
Vensterinstellingen
Beschrijving van het bedieningspaneel
Selectieknoppen
Druk op deze knoppen om
programma’s of extra functies te
selecteren, of om toegang te
krijgen tot informatie, die
overeenkomstig de tekst verschijnt
bij de instellingen op het venster.
Wanneer u een speciaal programma
of extra functie selecteert, gaat de
knop branden (bv. Start Selectie)
AAN/UIT-knop
Schakelt het apparaat in
of uit.
De “Info-knop”
biedt nuttige informatie over:
gebruiksaanwijzing
wenken & tips
storingen opsporen
onderhoud
service-informatie
U kunt het infomenu op ieder gewenst
moment openen door op te drukken.
Wanneer het groene lampje brandt, is de
knop geactiveerd.
Druk nogmaals op om het menu te
verlaten.
Met de “Terug-knop”
gaat u terug naar de vorige selectie.
De “Start-knop”
Druk op deze knop om een
programma te starten.
Selectieknoppen
Biedt u
onmiddellijke
respons op uw
selecties.
Informeert u over de
status van de
wasmachine en geeft
u aanwijzingen voor
de handelingen die u
moet uitvoeren.
Deze schermen verschijnen alleen de eerste keer dat u de wasmachine aanzet.
Om uw instellingen te veranderen, drukt u op de -knop.
Selecties voor de eerste keer dat u de
wasmachine gebruikt
Welkom
Selecteer de taal
English
Français Deutsch
Nederlands Italiano
Belangrijk
Druk op om keuze te bevestigen
Voor het eerste gebruik
verwijder de
veiligheidsbeugel
Het display vraagt u om de transportbeugel te
verwijderen.
Doe dit, en selecteer om door te gaan.
De wasmachine is nu klaar. Selecteer een
wasprogramma.
1. Selecteer de gewenste taal.
2. Bevestig uw keuze.
Wyzig display instelling
Selecteer displ. contrast en helderheid
Contrast Helderheid
U kunt het contrast en de helderheid van het
scherm aanpassen, afhankelijk van de
hoeveelheid licht en andere factoren in de
ruimte waarin de wasmachine geplaatst is.
Selecteer de pijlen om het display lichter of
donkerder te maken.
4 9
Kies programma
Meer programma’s: druk op “Spec. progr.
Kookwas Fijne was
Bonte was Wol
Synthetisch
Spec. progr.
Kies spec. programma
Voor hoofdprogram. druk op “Hoofdprogr.
Expres Kort Centr.
Handwas Intensief Spoel
Spoelen/Centr.
Hoofdprogr.
Start selectie
Wash menu
Spoelmenu
Een wasprogramma selecteren
Kookwas 95°C 1:55
Druk op belangrijke tips
Start selectie
Wasmenu
Spoelmenu
Wassen
95°C
Spoelen
1400
Kookwas 95°C 1:55
Kies een wasoptie of
Druk op belangrijke tips
Voorwas
Eenv. Strijken
Eco
UIT
AAN
UIT
Wasmenu
Het programma, de tijdsduur, de wastemperatuur
en de centrifugeersnelheid worden automatisch
weergegeven. U kunt de wastemperatuur en de
centrifugeersnelheid aanpassen naar uw eigen
behoeften. De instellingen van het laatste
wasprogramma worden in het geheugen van de
wasmachine opgeslagen. Ze worden automatisch
weergegeven wanneer u de machine opnieuw
aanzet.
Om het wasprogramma te veranderen drukt u
op .
U kunt op drukken om met wassen te
beginnen, of om verschillende functies uit het
Wasmenu en/of het Spoelmenu te kiezen.
Selecteer een hoofdprogramma of een speciaal programma, dat het best past bij het
soort wasgoed dat u wilt wassen.
Wasmenu
Voorbeeld: Kookwas
Intens. Spoelen
Spoelstop
Start selectie
Wasmenu
Rinse menu
Kookwas 95°C 1:55
Kies een wasoptie of
AAN
UIT
Spoelmenu
Spoelmenu
Druk op belangrijke tips
Indicatielampjes programmawijzer
00:00
Herinstelling
Kookwas 95°C 1:20
De wasmachine werkt correct
WASSEN
Onderbreken Progr. Info
Wanneer u tevreden bent met uw selecties, drukt
u op om het wasprogramma te starten.
Op het display kunt u de voortgang van het
ingestelde wasprogramma zien en de resterende
tijdsduur.
U kunt het wasprogramma onderbreken om het te stoppen of te veranderen.
U kunt “Progr. info” selecteren om het huidige
wasprogramma en de geselecteerde functies te bekijken.
Start delay
Wasmenu
Spoelmenu
Kookwas 95°C 1:55
Tijdstip instellen van programma start
Start keuze
Start Selectie
U kunt ervoor kiezen om de start van een
wasprogramma maximaal 24 uur later plaats te
laten vinden.
Als de Start Selectie ingesteld is, geeft de
wasmachine de resterende tijdsduur weer tot de
start.
WASSEN SPOELEN CENTRIFUGEREN
De “Info-knop”
De –knop is een unieke functie die u complete informatie biedt over uw wasmachine en
nuttige tips geeft om bij elke wasbeurt de beste resultaten te bereiken.
In gebruik & onderhoud
• Beste resultaten
• Vlek voor vlek
• Help & instellingen
Beste resultaten
• Gouden regels
• Onderhoud
Vlek voor vlek
Hoe was ik 16
moeilijkevlekken uit
Help & instellingen
• Instellingen
• Hulp in geval storing
• Klantenservice
Programma begeleiding systeem:
Dynamic Sense Technologie
Intelligent
Zet de textiel-keuzeschakelaar eenvoudig op het type textiel van het wasgoed.
Dynamic Sense herkent automatisch het type en de omvang van elke belading.
Nauwkeurig
Dynamic Sense past het programma aan volgens de hoeveelheid wasgoed, en regelt
automatisch de watertoevoer, het energieverbruik en de duur van het programma, om
steeds weer perfecte resultaten te boeken.
Dynamic Sense machines verbruiken tot 30% minder water en tot wel 50% minder tijd*.
Efficiënt
Dynamic Sense wasmachines presteren als beste in hun soort met het meest efficiënte
energie verbruik.
(*) Van 5 kg. tot 1 kg. op normaal katoenprogramma 60 graden.
Dynamic Sense intelligente technologie garandeert altijd
perfecte resultaten met een maximaal rendement, bij
welke lading wasgoed dan ook.
DYNAMIC
SENSE
Programma’s
Kookwas (max. 5 kg.)
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken,
overhemden etc., licht tot normaal vervuild. Voor
sterk vervuilde beladingen kan ook de
voorwasfunctie worden ingesteld.
Synthetisch (max. 2,5 kg.)
Blouses, t-shirts, overalls etc. van polyester (diolen,
trevira), polyamide (perlon, nylon) of gemengde
weefsels met katoen, licht tot normaal vervuild.
Fijne was (max. 1,5 kg.)
Gordijnen, jurken, rokken, overhemden en blouses
etc. van tere weefsels.
Wol (max. 1,0 kg.)
Speciaal programma voor wolwas bij 20 tot 40 °C
met een centrifugeerprogramma op maximaal 1000
toeren. Alleen niet-viltende wollen artikelen met
een wolmerk, die in de wasmachine gewassen
kunnen worden.
Expres (max. 3,0 kg.)
Ultra-snel wasprogramma: wast alle textielsoorten
in 30 minuten op 30°C Geschikt voor kleine
dagelijkse wasjes of licht vervuild wasgoed. Licht
vervuilde stukken van katoen, polyester, polyamide
of gemengde weefsels met katoen.
Handwas
(max. 1,0 kg.)
Ultra-delicaat wasprogramma op lage
temperatuur (20/30°C) met kort centrifugeren
(maximum 400 rpm). Dit is geschikt voor artikelen
van linnen, zijde, wol en viscose die met de hand
gewassen mogen worden.
Bont was (max. 5 kg.)
Beddengoed, tafellakens, ondergoed, handdoeken,
overhemden etc. van katoen en linnen.
Hoofdprogramma’s
Speciale programma’s
DYNAMIC
SENSE
Spoelen/Centr.
Kort Centr.
Intensief Spoel
Kies programma
Meer programma’s: druk op “Spec. progr.
Kookwas Fijne was
Bonte was Wol
Synthetisch
Spec. progr.
Kies spec. programma
Voor hoofdprogram. druk op “Hoofdprogr.
Expres Kort Centr.
Handwas Intensief Spoel
Spoelen/Centr.
Hoofdprogr.
Overzicht van het verbruik
Programma
Temperatuur Max. belading Water Energie Duur programma
(°C) (kg) (l) (kWh) ca. (uren:minuten)
Kookwas 95 5,0 44 1,60 1 : 55
Bonte was 60 5,0 39 0,95 2 : 00
Bonte was 40 5,0 39 0,55 2 : 00
Synthetisch 60 2,5 55 0,70 1 : 30
Synthetisch 40 2,5 50 0,50 1 : 15
Chrono/Expres 30 3,0 35 0,40 0 : 30
Fijne was 30 1,5 50 0,50 0 : 45
Wol 40 1,0 50 0,50 0 : 40
Handwas 30 1,0 35 0,40 0 : 35
De gegevens met betrekking tot het verbruik zijn vastgesteld in genormaliseerde omstan-
digheden in overeenstemming met de norm IEC 60 456. De gegevens met betrekking tot
het energieverbruik zijn vastgesteld met gebruik van het programma “Bonte was 60 ˚C”.
Bij huishoudelijk gebruik kan het verbruik afwijken van de in de tabel vermelde waarden
op grond van de waterdruk, de temperatuur van het toegevoerde water, de belading en
het type wasgoed.
Programma’s
Eco
De wastijd wordt verlengd en de
watertemperatuur verlaagd. Met deze extra
functie spaart u energie (tot 30%) terwijl er toch
uitstekende wasresultaten worden behaald.
Spoelstop
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater
liggen zonder gecentrifugeerd te worden, om
kreukvorming te voorkomen. Bijzonder geschikt
voor de programma's "Synthetisch" of "Fijne
was", indien het wasgoed niet onmiddellijk zal
worden gecentrifugeerd.
Eenvoudig strijken
Deze extra functie kan worden ingesteld bij de
programma's "Katoen" en "Synthetisch", om het
wasgoed gemakkelijker te kunnen strijken. De
hoeveelheid water neemt toe en de kleding
wordt minder snel gecentrifugeerd.
Voorwas
Wordt uitsluitend aanbevolen bij sterk vervuild
wasgoed (bijvoorbeeld bij zand, hardnekkig vuil).
Programma's met voorwas duren ongeveer 15
min. langer.
Intensive spoelen
Het programma wordt verlengd om er zeker van
te zijn dat het wasgoed grondiger wordt
uitgespoeld. Deze functie is met name geschikt
voor gebieden met erg zacht water, en voor
wasgoed van baby's en van personen die last
hebben van allergische reacties.
Start selectie
(max. 24 h.)
Hiermee kunt u de machine zodanig
programmeren dat hij later ingeschakeld wordt,
bijvoorbeeld 's nachts wanneer er lagere
elektriciteitstarieven gelden. Druk eenvoudig net
zo vaak op de toets als het aantal uren waarmee
u de start van het programma wilt uitstellen.
Tijdens deze periode zal het indicatielampje
“Start selectie” branden. Druk nogmaals op de
toets om de uitgestelde starttijd te vervroegen.
Extra functies
Start in:
0 h
Start delay
Wasmenu
Spoelmenu
Kookwas 95°C 1:55
Tijdstip instellen van programma start
Start selectie
Wasmenu
Spoelmenu
Start selectie
Wash menu
Spoelmenu
Kookwas 95°C 1:55
Kies een wasoptie of
Druk op belangrijke tips
Voorwas
Eenv. Strijken
Eco
UIT
AAN
UIT
Wasmenu
Intens. Spoelen
Spoelstop
Start selectie
Wasmenu
Rinse menu
Kookwas 95°C 1:55
Kies een wasoptie of
AAN
UIT
Spoelmenu
Druk op belangrijke tips
Wasetiketten lezen
Om te vermijden dat de
gebruiker de juiste
onderhoudsmethoden moet
weten voor iedere
vezelsamenstelling van ieder
kledingstuk, zijn er
wasetiketten en symbolen
vastgesteld, die instructies
voor wassen, drogen, bleken,
chemisch reinigen, strijken
en andere behandelingen
voor elk product aangeven.
Wassen Stomen Handwas Strijken
P
Stomen
CI
Mag worden
gebleekt met chloor
Drogen in automaat Heet
Handwas
90
Machinewas
De graden in het
tobbesymbool geven
de maximale
wastemperatuur aan.
Drogen door
ophangen
Drogen door
uitdruipen
Liggend drogen
Warm
Koel
Niet wassen
Niet bleken met
chloorbleekmiddel
Niet in de
droogtrommel drogen
Niet strijken
Het wasgoed sorteren
Achter goede wasresultaten
zit een goed gebruik van de
wasmachine, een goed
wasmiddel, een ruime keus
aan wasprogramma's, en wat
aandacht.
Voor elke was...
Denk eraan de zakken van
alle kledingstukken leeg te
maken.
Het wasgoed op textielsoort
en kleur sorteren.
Het is over het algemeen het
beste donkere of
felgekleurde stukken
gescheiden te wassen,
tenminste voor de eerste
was. Was hen in elk geval
nooit samen met witte
stukken.
Als een weefsel uit een
combinatie van vezels
bestaat, selecteer dan het
programma voor de teerste
vezel; en als het etiket
ontbreekt? In dat geval
...behandel het voorzichtig!
Een ideale was bestaat uit
stukken van eenzelfde
weefsel en mate van
vervuiling, maar van
verschillende grootte.
Voor zeer tere stukken dient
u het
centrifugeerprogramma uit
te schakelen voordat u het
wassen begint.
Controleer of het textiel van
beugel-b.h's in goede
conditie is. Als de beugel
losraakt, zou het uw machine
kunnen beschadigen.
Doe bandjes en riemen vast
of, nog beter, doe hen in een
katoenen zak of sloop,
samen met andere kleine
stukken (zakdoeken, enz.).
Herstel gescheurde stukken
die verder zouden kunnen
scheuren en naai losse
knopen aan.
Was geen kleding met glazen
kralen of paillettes in de
wasmachine.
Als het wasgoed sterk
vervuild is, waarvoor meer
wasmiddel nodig is, of als u
badstof wast, stelt u een
programma in met een extra
spoelprogramma en dient u
eraan te denken
wasverzachter toe te voegen
voor de laatste spoeling.
Haal de kleding zo snel
mogelijk uit de trommel:
natte weefsels gaan naar
ruiken als ze in de trommel
worden gelaten.
Gewichtvan de geselecteerde stukken
Badjas 1200
Baddoek 800
Badstof handdoek 150-200
Overall 400-600
Blouse 100
Overhemd 200
T-shirt 100
Onderbroek (mannen) 50
Zakdoek 20
Laken 500-700
Sloop 200
Badstof quilt sprei 700-1000
Pyama 450
Theedoek 100
Luier 50-100
Tafelkleed 400
Artikel Gewicht (ca.)
in gram
Artikel Gewicht (ca.)
in gram
De vermelde gewichten hebben betrekking op droog katoen of linnen.
Wasmiddelen en nabehandelingsproducten
Kies het wasmiddel dat u
het beste vindt (moderne
wasmiddelen zijn allemaal
in staat goede
wasresultaten te geven, als
u voorzichtig bent met
kleuren en weefsels). Wees
er zeker van dat u
wasmiddel kiest dat
bestemd is voor gebruik in
wasmachines.
Hulp bij de keuze
van het wasmiddel
De keuze van het wasmiddel is
afhankelijk van:
de textielsoort: katoen,
synthetisch, tere weefsels,
wol - (gebruik alleen
speciale wolwasmiddelen)
de kleur;
de temperatuur van het
wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerking:
Witte resten op donkere
weefsels zijn het gevolg van
onoplosbare waterontharders
in moderne fosfaatvrije
waspoeders.
Als u deze resten ziet, de
stukken schudden en/of
borstelen of een vloeibaar
wasmiddel gebruiken.
Dosering wasmiddel
Volg de aanwijzingen op de
verpakking met betrekking tot
de mate en het type vervuiling
van het wasgoed;
volledig beladen trommel
- volg de aanwijzingen
van de fabrikant op;
halve belading-3/4 van de
hoeveel die gebruikt
wordt voor een volledige
belading kleine belading
(ongeveer1 kg)-de helft
van de hoeveelheid die
gebruikt wordt voor een
volledige belading
In het algemeen is er meer
wasmiddel nodig als het
leidingwater een hoog
kalkgehalte heeft (hard water)
of voor grote, sterk vervuilde
beladingen. Gebruik minder
wasmiddel in gebieden met
zacht water of voor weinig
vervuilde stukken.
Informeer naar de
waterhardheid in uw gebied
bij het waterleidingbedrijf.
Opmerking:
Een te hoge dosering
wasmiddel kan tot sterke
schuimvorming leiden. Het
wasgoed wordt hierdoor
minder goed gewassen. Indien
er zich te veel schuim heeft
gevormd, kan dit ertoe leiden
dat de wasmachine niet
centrifugeert.
Bij te weinig wasmiddel wordt
het wasgoed grauw, en
ontstaan er afzettingen in de
trommel, kuip en
verwarmingselement.
De wasmiddellade heeft drie
vakjes voor verschillende
wasprogramma's.
Nabehandelingsmid-
delen
Veel wasmiddelen die op de
markt zijn bevatten
tegenwoordig al
nabehandelingsproducten die
ervoor moeten zorgen dat wit
wit blijft, en hardnekkige
vlekken helpt te verwijderen.
In sommige gevallen is een
normaal wasmiddel alleen niet
voldoende en kan het nodig
zijn de volgende
nabehandelingsproducten toe
te voegen:
Perboraat: effectief bij 60° op
vlekken van plantaardige
herkomst en veilig op bonte
en synthetische was (vet,
sauzen, enz.).
Veilig bleekmiddel voor
gebruik op katoen: dit is
agressiever dan perboraat,
hoewel er nu milde
bleekmiddelen verkrijgbaar
zijn die zelfs veilig zijn op
bonte was.
Bleekmiddelen voor geel:
geworden zijde en wol mogen
uitsluitend in beperkte
hoeveelheden worden
gebruikt.
Gebruik nooit bleekmiddelen,
perboraat en witmakers
samen.
Wasverzachter: een goede
wasverzachter die wordt
toegevoegd bij het laatste
spoelprogramma maakt de
textielvezels gladder, maakt
strijken gemakkelijker en geeft
het wasgoed een frisse geur.
Perfect drogen
Als de wasmachine het
wasprogramma heeft
beëindigd, is het tijd om
het wasgoed op te
hangen. Neem de
volgende eenvoudige
regels in acht, voor de
beste resultaten:
Aangezien de zon kleuren
verbleekt, dient u witte
stukken in de volle zon te
hangen (als u een blekend
effect wenst) en gekleurd
wasgoed in de schaduw.
Als u wasgoed binnenshuis
ophangt om te drogen, hang
tere was dan niet in de buurt
van hittebronnen.
Als de waslijn of het wasrek
roestig zijn, leg dan een doek
tussen de waslijn en het
wasgoed.
Om vlekken te vermijden
moet gekleurd wasgoed
apart worden gewassen,
want dat zou kunnen
afgeven.
Hang de stukken helemaal
uitgevouwen op, want dan
zijn ze later gemakkelijker te
strijken.
Plaats geen knijpers op
zichtbare delen, want die
kunnen tekens achterlaten.
Hang broeken en
plooirokken op aan het
middel, maar leg wollen
truien op een handdoek om
te drogen, want zij kunnen
hun vorm verliezen.
Als het wasgoed droog is
moet het zorgvuldig worden
opgevouwen en weggelegd,
gereed om te worden
gestreken.
Perfect strijken
Allereerst het strijkijzer:
droog of met stoom?
Hoewel droge strijkijzers
over het algemeen betere
eindresultaten geven, zijn
stoomstrijkijzers
ongetwijfeld
gemakkelijker te
gebruiken aangezien het
textiel niet hoeft te
worden natgemaakt,
hetgeen tijd bespaart.
Strijken is heel wat
gemakkelijker op een
goede strijkplank
compleet met
mouwenplankje. Een
stevige, goed gevoerde
strijkplank, die zo
geplaatst is dat u aan alle
kanten eromheen de
ruimte heeft, heeft veruit
de voorkeur boven de
keukentafel. Tenslotte
heeft u een watersproeier
nodig, twee doeken van
verschillende dikte,
stijfelspray en hangertjes.
Om goed te strijken perst u
het wasgoed eerst met het
strijkijzer (zonder er hard op
te duwen) om vorm te geven,
en strijkt u vervolgens met
bewegingen vooruit en
achteruit. Als regel dient u
vanaf de zomen te starten,
vervolgens de vouwen of
plooien te doen, daarna de
mouwen en kraag, en de
vlakke gebieden voor het
laatst te bewaren.
Ook voor het
strijken geven de
wasetiketten
duidelijke
aanwijzingen
Lees het etiket altijd en neem
de volgende regels in acht als
er geen etiket is:
Katoen en linnen: strijken
wanneer het vochtig is, met
een heet strijkijzer
Wol: gebruik stoom, of leg
een vochtige doek tussen het
wasgoed en een droog ijzer;
Zijde: vochtig strijken aan de
verkeerde kant met een niet
te heet ijzer, of anders een
stuk zijdepapier tussen het
textiel en het strijkijzer
leggen.
Synthetisch: mits het
gestreken moete worden,
droog strijken aan de
verkeerde kant met een lage
temperatuurinstelling.
Fluweel: altijd aan de
verkeerde kant strijken.
Het strijken van de
meest
voorkomende
stukken
Overhemden: begin met de
kraag, vervolgens de
mouwen, de manchetten en
het schouderstuk (plaats de
schouder rond het uiteinde
van de plank). Let op dat het
strijkijzer niet met de punt
vast komt te zitten in
knoopsgaten. Knoop het
overhemd dicht en strijk de
voorkant nogmaals, vouw
het op en pers het tot slot.
Volg dezelfde procedure
voor blouses, maar hang hen
op een hangertje in plaats
van hen op te vouwen.
Plooirokken: leg de plooien
vlak en strijk hen aan de
verkeerde kant, waarbij u de
rok omkeert over het
uiteinde van de strijkplank.
Lange broeken: breng
vouwen of plooien samen;
strijk telkens een been
tegelijkertijd, met behulp
van een doek. Leg het ene
been boven op het andere,
strijk de buitenkanten en
druk hierbij stevig aan.
Jasjes: begin met de
mouwen, vervolgens de
achterkant, de voorkant en
tenslotte de kraag. Gebruik
een vochtige doek.
Lakens en gordijnen: deze
zijn gemakkelijker te strijken
als ze eerst zorgvuldig
worden opgevouwen,
minstens een keer, om de
breedte te verkleinen.
Printed in Italy
1/0701
Ecological Paper
NL
5019 108 00439
Gebruiksaanwijzing
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt
Accessoires/Bijgeleverde onderdelen
Installatie
Algemene voorzorgsmaatregelen en
adviezen
Beschrijving van de wasmachine
Deur
Kinderbeveiliging
Voor het eerste wasprogramma
Voorbereiden op het wassen
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
Verwijderen van het filter
Afvoeren van het restwater
Onderhoud en reiniging
Opsporen van storingen
Klantenservice
Transport/Behandeling
Voordat u de wasmachine in gebruik neemt
1.Verwijderen van de
verpakking en controle
Controleer na het uitpakken
of de wasmachine niet
beschadigd is. Gebruik de
wasmachine in geval van
twijfel niet. Neem contact op
met de Klantenservice of met
uw plaatselijke leverancier.
Controleer of de accessoires
en de bijgeleverde
onderdelen allemaal
aanwezig zijn.
Bewaar het
verpakkingsmateriaal (plastic
zakken, stukken polystyreen,
enz.) buiten bereik van
kinderen; deze kunnen een
mogelijke bron van gevaar
vormen.
2.Verwijderen van de
transportschroeven
De wasmachine is uitgerust
met transportschroeven om
mogelijke interne schade
tijdens het vervoer te
vermijden. Voordat u de
wasmachine in gebruik
neemt, moeten de
transportschroeven
verwijderd worden (zie
Installatie/Verwijderen van
de transportschroeven).
3.Installeeren van de
wasmachine
Verwijder de beschermende
folie van het
bedieningspaneel.
Verplaats het apparaat
zonder het bij het bovenblad
vast te pakken.
Plaats de wasmachine op een
stabiele en vlakke
ondergrond, zo mogelijk in
de hoek van een vertrek.
Controleer of alle pootjes
stevig op de vloer rusten en
controleer of de wasmachine
exact horizontaal en stabiel
staat (gebruik hiervoor een
waterpas) - zie Installatie/
Afstellen van de pootjes).
4.Watertoevoer
Sluit de watertoevoerslang
aan volgens de voorschriften
van het Waterleidingbedrijf
(zie Installatie/Aansluiten
van de watervoerslang).
5.Afvoerslang
Sluit de afvoerslang aan op de
sifon of haak hem met het
elleboogstuk aan de rand van
een wasbak (zie Installatie/
Aansluiten van de
waterafvoerslang).
Als de wasmachine op een
ingebouwd afpompsysteem
is aangesloten, dient u zich
ervan te verzekeren dat dit
systeem is uitgerust met een
ventiel, zodat er niet
tegelijkertijd water aan- en
afgevoerd kan worden
(sifoneffect).
6.Elektrische
aansluitingen
Elektrische aansluitingen
moeten tot stand worden
gebracht door een bevoegd
technicus en in
overeenstemming met de
instructies van de fabrikant
en plaatselijke
veiligheidsvoorschriften.
Gegevens met betrekking tot
voltage, stroomverbruik en
zekeringen zijn te vinden op
de binnenkant van de deur.
Het apparaat mag uitsluitend
op het elektriciteitsnet
worden aangesloten door
middel van een stopcontact
dat geaard is overeenkomstig
de geldende voorschriften. De
wasmachine moet volgens de
wet geaard zijn. De fabrikant
aanvaardt geen enkele
aansprakelijkheid voor letsel
aan personen of dieren of
schade aan voorwerpen, die
veroorzaakt is door het niet in
acht nemen van deze
voorschriften.
Gebruik geen verlengkabels
of meervoudige
stopcontacten.
Haal altijd de stekker uit het
stopcontact of koppel het
apparaat van het
elektriciteitsnet voordat u
onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Na de installatie moeten de
stekker of de afkoppeling
van het elektriciteitsnet via
een tweepolige schakelaar
altijd toegankelijk zijn.
Gebruik de wasmachine niet
als deze tijdens transport is
beschadigd. Neem in dat
geval contact op met de
Klantenservice.
Het netsnoer mag alleen
vervangen worden door de
Klantenservice.
De wasmachine mag alleen
voor de beschreven
toepassingen in het
huishouden worden
gebruikt.
Minimale afmetingen
behuizing:
Breedte: 600 mm
Hoogte: 825 mm
Diepte: 600 mm
Watertoevoer:Uitsluitend
koud water
Waterkraan: 3/4 schroef-
draadaanslui-
ting voor slang
Waterdruk
(stroomdruk): 100-1000 kPa
(1-10 bar).
Accessoires/Bijgeleverde onderdelen
Bevestigd aan de
achterkant van het
apparaat:
Watertoevoerslang
Plastic zak met:
Gebruiksaanwijzingen
Beknopte handleiding
met programmaoverzicht
(Informatie en tips voor
dagelijks gebruik)
Filter voor de
toevoerslang (indien niet
reeds gemonteerd)
Vier plastic doppen
Moersleutel
Installatie
Verwijderen van de
transportschroeven
1.
Draai met behulp van de
bijgeleverde sleutel de
schroeven losser.
2.
Verwijder ze met de hand.
3.
Pak de schroef vast en
verwijder deze door de
grote opening.
4.
Sluit de gaten die zo
ontstaan af met de
bijgeleverde plastic
doppen. Plaats de doppen
in de richting van de pijl in
de grote opening en plaats
ze in de nauwe sleuf tot ze
op hun plaats klikken.
5.
Bewaar de
transportschroeven.
De wasmachine
beveiligen voordat u deze
vervoert:
1.
Wrik de plastic doppen los
met een schroevendraaier,
schuif ze in de
tegenovergestelde richting
van de pijl en verwijder ze.
2.
Bevestig de
transportschroeven door
de hierboven beschreven
procedure in omgekeerde
volgorde uit te voeren.
Afstellen van de pootjes
Kleine ongelijkheden van de
vloer kunnen gecompenseerd
worden door de vier pootjes van
het apparaat naar boven of naar
beneden te schroeven (gebruik
nooit stukjes hout, karton of iets
dergelijks);
1.
Draai de tegenmoer los
met behulp van de
bijgeleverde sleutel.
2.
Stel de hoogte van de
pootjes met de hand in.
3.
Draai de tegenmoer, tegen
de klok in, vast tegen de
behuizing van de
wasmachine.
Als de wasmachine op een
houten vloer geïnstalleerd
wordt, plaats het apparaat dan
op een hardboard plaat van
minimaal
60x60 cm groot en 3 cm dik.
Schroef de hardboard plaat
stevig vast aan de vloer.
Werkblad voor
onderbouwmodellen
De wasmachine
mag
uitsluitend
onder een
doorlopend werkblad worden
geïnstalleerd. Het apparaat
mag uitsluitend
ingebouwd
worden met behulp van het
tussenliggende afdekpaneel
van de UBS-basisset. Dit is
verkrijgbaar bij de
speciaalhandel of de
Klantenservice.
1.
Trek de stekker uit het
stopcontact.
2.
Verwijder de
bevestigingsschroeven
voor het werkblad aan de
achterkant van het
apparaat.
3.
Schuif het werkblad zo ver
mogelijk naar achteren, til
het op en verwijder het.
Installeer de basisset volgens
de relevante instructies.
4.
Draai de
bevestigingsschroeven
opnieuw aan.
5.
Sluit het apparaat aan op
het elektriciteitsnet.
Aansluiten van de
watervoerslang
Voor modellen met een
rechte slang:
1.
Plaats het filter (dat al aan
het uiteinde van de slang is
bevestigd of bij de
accessoires is opgenomen) op
de schroefkraankoppeling.
2.
Schroef de
watertoevoerslang met de
hand zorgvuldig vast aan
de kraan.
3.
Zorg ervoor dat er geen
knikken in de afvoerslang
zitten.
4.
Draai de kraan volledig op
en controleer of de
aansluitingen naar de
wasmachine en de kraan
waterdicht zijn.
Als de slang te kort is, vervang
deze door een drukslang van
voldoende lengte (min.
1000 kPa, conform de norm
EN 50084).
Controleer de toevoerslang
regelmatig op barstjes en
scheurtjes en vervang hem
indien nodig.
De wasmachine kan
aangesloten worden zonder
een terugstroomklep.
Voor modellen met een
waterstopslang:
1.
Draai de
schroefdraadaansluiting
met het filter op de kraan.
2.
Draai de kraan volledig
open en controleer of de
aansluiting naar de kraan
waterdicht is.
Als de flexibele slang te kort is,
vervang hem dan door een
waterstop-slang (verkrijgbaar
bij de Klantenservice of bij uw
handelaar). Deze vervanging
mag alleen uitgevoerd worden
door een ervaren elektricien.
Het apparaat
mag niet
worden
aangesloten op de mengkraan
van een geiser of boiler die niet
onder druk staat. Afhankelijk
van het model kunnen de
toevoerslang en de plastic
afdichting bij de aansluiting op
de kraan elektrische onderdelen
bevatten.
Snijd de slang niet door en
dompel de plastic afdichting
niet onder in water.
Koppel het apparaat
onmiddellijk los van het
elektriciteitsnet als de slang
beschadigd is.
Aansluiten van de
watervoerslang
1.
Sluit de afvoerslang aan op
de sifon of haak hem met
het elleboogstuk aan de
rand van een wasbak.
2.
Zorg ervoor dat er geen
knikken in de afvoerslang
zitten.
3.
Zet de slang vast zodat hij
niet kan vallen wanneer de
wasmachine draait.
Normale wastafels zijn niet
geschikt voor dit doel.
Gebruik een slang van
hetzelfde type om de slang te
verlengen. Maak de
aansluitingen stevig vast met
klemmen.
Max. lengte van de
afvoerslang: 2,50 m
Max. afvoerhoogte: 1,25 m
Afhankelijk van het
model kan de
afvoerslang:
A.
geïnstalleerd worden in het
bovenste gedeelte van de
wasmachine. In dat geval kan
de slang ontdaan worden van
beide bevestigingen.
B.
geïnstalleerd worden in het
onderste gedeelte van de
wasmachine.
Belangrijk:
In dit geval mag de slang
nooit ontdaan worden van
de rechtse bevestiging,
anders kan het apparaat
overstromen terwijl het
draait.
Algemene voorzorgsmaatregelen en adviezen
1. Verpakking
De verpakking is 100%
recycleerbaar en is voorzien
van het
recyclingssymbool.
Houdt u aan de plaatselijke
voorschriften bij het
weggooien van het
verpakkingsmateriaal.
2.De verpakking en oude
apparaten als afval
verwerken
De wasmachine is gemaakt
met herbruikbare
materialen. De wasmachine
moet weggedaan worden in
overeenstemming met de
actuele plaatselijke
voorschriften voor
afvalverwerking.
Verwijder voordat u het
apparaat afdankt alle
wasmiddelresten en snijd de
elektriciteitskabel door zodat
het apparaat onbruikbaar
wordt.
3.Algemene adviezen
Laat de wasmachine niet
aangesloten op het
elektriciteitsnet wanneer u
hem niet gebruikt.
Draai de kraan dicht.
Haal altijd de stekker uit het
stopcontact of koppel het
apparaat van de elektriciteit
voordat u onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden
uitvoert.
Reinig de buitenkant van de
wasmachine met een vochtige
doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Open de deur nooit met
kracht en ga er niet op staan.
Laat kinderen niet met de
wasmachine spelen of in de
trommel klimmen (zie ook op
de volgende pagina het
hoofdstuk
Kinderbeveiliging).
Indien nodig kan het netsnoer
vervangen worden door een
identiek snoer dat
verkrijgbaar is via de
Klantenservice. Het netsnoer
mag alleen worden
vervangen door een bevoegd
technicus.
4.EG-Verklaring van
overeenstemming
Dit apparaat voldoet aan de
EG-richtlijnen:
-
73/23/EEG
Laagspanningsrichtlijn.
-
89/336/EEG EMC-richtlijn.
-
93/68/EEG Richtlijn inzake
CE-markering.
Beschrijving van de wasmachine
Deur
Kinderbeveiliging
1.
Werkblad
2.
Bedieningspaneel
3.
Doseerbakje wasmiddel
4.
Servicesticker (aan de
binnenkant van de deur)
5.
Deur
6.
Kinderbeveiliging (aan de
binnenkant van de deur)
7.
Filter
(achter het deksel)
8.
Afvoer van restwater
(achter de plint, indien
aanwezig)
9.
Plint
10.
Verstelbare pootjes
1
Trek aan de handgreep om
de dubbele glasdeur te
openen. Sluit de deur
zachtjes totdat hij sluit met
een klik.
2
Om de enkele glasdeur te
openen houdt u de
handgreep vast, drukt u op de
binnenste handgreep en trekt
u de deur omhoog. Sluit de
deur met enige kracht, totdat
u hoort dat hij in het slot valt.
Om het apparaat te
beveiligen tegen onjuist
gebruik draait u de plastic
schroef aan de binnenkant
van de deur. Gebruik hiervoor
de dikke afgeronde hoek van
het gekleurde inzetstuk van
het wasmiddelbakje of een
muntstuk:
Gleuf verticaal: de deur
kan niet vergrendeld
worden.
Gleuf horizontaal: de deur
kan weer vergrendeld
worden.
1
2
4
5
6
7
8
3
10
9
1
2
Voor het eerste wasprogramma
Voorbereiden op het wassen
1.Sorteer het wasgoed op...
Textielsoort/symbool op
het etiket
Katoen, gemengde weefsels,
easy care/synthetische weefsels,
wol, textiel dat met de hand
gewassen moet worden.
Kleur
Scheid bonte en witte was.
Was gekleurd wasgoed de
eerste keer apart.
Grootte
Stukken wasgoed van
verschillende grootte zorgen
voor een betere verdeling in
de trommel en een optimaal
resultaat bij het wassen en
centrifugeren.
Fijne was
Was kleine stukken (bv. nylon
kousen, ceintuurs enz.) en
stukken met haakjes (bv.
bhs) in een waszak of een
kussensloop met rits.
Verwijder gordijnhaken altijd,
of was gordijnen met de
haakjes in een katoenen zak.
2.Maak alle zakken leeg
Muntstukken,
veiligheidsspelden enz.
kunnen het wasgoed, de
trommel en het
waterreservoir beschadigen.
3.Sluitingen
Doe ritssluitingen, haken en
ogen dicht; knoop de
uiteinden van ceintuurs of
banden bijeen.
Behandeling van
vlekken
Vlekken van bloed, melk,
eieren enz. worden normaal
gesproken tijdens de
automatische enzymenfase
van het wasprogramma
verwijderd.
Voeg voor wijn-, koffie-,
thee-, gras-, fruitvlekken enz.
een vlekkenmiddel toe in het
wasmiddelbakje van de
lade.
Behandel hardnekkige
vlekken indien nodig vooraf
met een vlekkenmiddel.
Verven
Gebruik alleen verf die
geschikt is voor wasmachines.
Volg de aanwijzingen van de
fabrikant.
Na het verven kunnen de
kunststof en rubberen
onderdelen van de
wasmachine gevlekt zijn.
Wasgoed in de machine
doen
1.Open de deur.
2.Vouw het wasgoed uit en doe
het losjes in de trommel.
Houdt u aan de maximale
belading die te vinden is in de
beknopte handleiding.
Opmerking: Als de
wasmachine te vol wordt
gestopt, wordt het wasgoed
minder goed gewassen en
kreukt het meer.
3.Sluit de deur.
Om eventueel restwater te
verwijderen, dat gebruikt is bij
het testen van de wasmachine
in de fabriek, kunt u een kort
wasprogramma zonder
wasgoed draaien.
1. Draai de kraan open.
2. Sluit de deur.
3. Doe een beetje wasmiddel
(ca. 30 ml) in het
wasmiddelbakje .
4. Kies een kort programma
en start het (zie de
beknopte handleiding).
Wasmiddel en nabehandelingsproducten
De keuze van het
wasmiddel is
afhankelijk van:
de textielsoort (katoen, easy
care/synthetische weefsels, tere
weefsels, wol).
Opmerking:
Gebruik alleen
speciale wasmiddelen voor wol;
de kleur;
de temperatuur van het
wasprogramma;
het soort vuil.
Opmerkingen:
Witte resten op donkere
weefsels zijn het gevolg van
onoplosbare waterontharders
in moderne fosfaatvrije
waspoeders. Als u deze resten
ziet, schud of borstel de
stukken dan uit of gebruik een
vloeibaar wasmiddel.
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die
bedoeld zijn voor apparaten
voor huishoudelijk gebruik.
Let erop dat
ontkalkingsmiddelen, textielverf
en bleekmiddelen voor de
voorwas, als u ze gebruikt,
geschikt zijn voor de wasmachine.
Ontkalkingsmiddelen kunnen
componenten bevatten die
onderdelen van uw wasmachine
kunnen aantasten.
Gebruik geen oplosmiddelen
(bv. terpentine, benzine). Was
stoffen die behandeld zijn met
oplosmiddelen of ontvlambare
vloeistoffen niet in de
wasmachine.
Dosering
Volg de aanwijzingen op de
verpakking van het wasmiddel.
De dosering is afhankelijk van:
het soort vuil;
de hoeveelheid wasgoed:
volledig beladen trommel:
volg de aanwijzingen van de
fabrikant op;
halve belading: 3/4 van de
hoeveelheid voor een
volledige belading;
kleine belading (ca. 1 kg):
1/2 van de hoeveelheid voor
een volledige belading;
de hardheid van het water bij
u in de buurt (vraag
informatie bij het
waterleidingbedrijf): bij
zacht water heeft u minder
wasmiddel nodig dan bij hard
water.
N.B.:
Te veel wasmiddel kan leiden
tot sterke schuimvorming.
Hierdoor wordt het wasgoed
minder goed gewassen.
Als zich te veel schuim heeft
gevormd, kan dit ertoe leiden
dat de wasmachine niet
centrifugeert.
Bij te weinig wasmiddel wordt
het wasgoed op den duur
grauw, en ontstaan er
afzettingen op het
verwarmingselement, de
trommel en de slangen.
WATERHARDHEIDSGRAFIEK
Waterhardheid KENMERKEN DUITS
°dH
FRANS
°fH
ENGELS
°eH
1
2
3
4
zacht
medium
hard
zeer hard
0-7
7-14
14-21
meer dan 21
0-12
12-25
25-37
meer dan 37
0-9
9-17
17-26
meer dan 26
Stel het waterhardheidsniveau af op de hardheid van het water in uw huis. Beweeg de hardheidsmarkering
zijwaarts naar de gewenste positie.
Vullen met wasmiddelen en
nabehandelingsproducten
1.
Trek de wasmiddellade helemaal naar buiten, tot hij
niet verder kan.
Kamer
2.
Vullen met wasmiddel:
Programma met voor- en hoofdwas.
Hoofdwasprogramma zonder voorwas.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel gebruikt,
verwijder dan het gekleurde inzetstuk uit het
wasmiddelbakje en bevestig het in de kamer.
De schaalverdeling op het inzetstuk maakt het
doseren makkelijker.
Wasverzachter (niet meer dan het merkteken
MAX
).
Vlekkenmiddel.
Waterontharder (waterhardheid klasse 4).
Stijfsel (in water opgelost).
3.
Doe de wasmiddellade weer goed dicht.
Opmerkingen:
Bewaar wasmiddelen en nabehandelingsproducten op een veilige, droge plaats, buiten het
bereik van kinderen.
U kunt vloeibare wasmiddelen gebruiken tijdens de Voorwas voor programmas die deze extra
functie hebben.
Doe in dat geval alleen waspoeder in de lade voor de hoofdwas.
Als u een geconcentreerde wasverzachter gebruikt, voeg dan water toe in de wasmiddellade tot
aan het teken
MAX
.
Om bij het gebruik van geconcentreerde waspoeders en vloeibare wasmiddelen problemen bij
de verdeling te voorkomen, gebruikt u het bij het wasmiddel geleverde doseringshulpmiddel en
plaatst u dit rechtstreeks in de trommel.
Verwijderen van het filter
1. Schakel het apparaat uit en
haal de stekker uit het
stopcontact.
2. Open het deurtje van het
filter. Open deurtje van het
filter met behulp van het
gekleurde inzetstuk uit het
wasmiddelbakje.
3. Zet een bak onder het
filter.
4. Open het filter maar trek
het er niet helemaal uit.
Draai de handgreep
langzaam tegen de klok in
totdat het water eruit
loopt.
5. Wacht tot al het water
eruitgestroomd is.
6. Schroef het filter nu
helemaal los en verwijder
het.
7. Reinig het filter en de
filterkamer.
8. Controleer of de rotor van
de pomp weer goed kan
bewegen.
9. Plaats het filter terug met
de richtpin naar boven en
schroef het met de klok
mee tot de stop
(handgreep horizontaal).
10. Giet 1/2 liter water in de
wasmiddellade om het
Eco-systeem weer in te
schakelen. Controleer of
het filter goed geplaatst
is en dicht zit.
11. Doe het deurtje dicht en
vergrendel het.
12. Steek de stekker weer in
het stopcontact.
13. Stel een programma in en
start het.
Controleer en reinig het filter
regelmatig, minstens 2 of
3 maal per jaar.
Dit geldt in het bijzonder:
wanneer de wasmachine niet
goed afvoert of
centrifugeert;
als de pomp geblokkeerd is
door een vreemd voorwerp
(knopen, munten,
veiligheidsspelden).
BELANGRIJK: verzeker u
ervan dat het water
voldoende tijd heeft
gehad om af te koelen,
voordat het wordt
afgepompt.
Afvoeren van het restwater
Schakel het apparaat uit
en trek de stekker uit het
stopcontact voordat u het
restwater afvoert.
(Ga door naar punt A of B,
afhankelijk van het model)
A. De slang voor de afvoer
van het restwater
bevindt zich aan de
onderkant van het
apparaat.
1. Verwijder de bedekking
van de plint. Dit kan
gedaan worden met de
dunne kant van het
gekleurde inzetstuk van de
wasmiddellade.
2. Pak de dop vast en trek
hem naar buiten samen
met de slang. Plaats er een
lage bak onder. Trek de
dop van het uiteinde van
de slang.
3. Laat het water in de bak
lopen tot er geen water
meer uitkomt. Sluit
vervolgens de afvoerslang
van het restwater en plaats
deze terug.
Voordat u de wasmachine
opnieuw in gebruik neemt:
1. Giet ca. 1 liter water in de
wasmiddellade om het Eco-
systeem weer in te
schakelen.
2. Steek de stekker weer in
het stopcontact.
B. Als er geen slang voor
de afvoer van het
restwater aan de
onderkant van uw
apparaat aanwezig is,
open dan het
filterdeurtje. Doe dit
met behulp van het
gekleurde inzetstuk uit
het wasmiddelbakje. Zet
een bak onder het filter.
1. Open het filter maar trek
het niet helemaal naar
buiten. Draai het filter
langzaam tegen de klok in
totdat het water
eruitstroomt.
2. Wacht tot al het water
afgevoerd is.
3. Schroef het filter nu
helemaal los en verwijder
het.
4. Kantel het apparaat
voorzichtig voorover en
laat het water naar buiten
stromen.
5. Plaats het filter terug met
de richtpin naar boven en
schroef het met de klok
mee tot de stop
(horizontale handgreep).
6. Sluit het deurtje en
vergrendel het.
Alvorens de wasmachine
opnieuw te starten:
1. Giet ca. 1 liter water in de
wasmiddellade om het Eco-
systeem weer in te
schakelen.
2. Steek de stekker weer in
het stopcontact.
Onderhoud en reiniging
Behuizing en
bedieningspaneel
Kunnen afgenomen worden
met een zachte vochtige
doek.
U kunt hierbij een klein
beetje neutraal
schoonmaakmiddel (geen
schuurmiddel) gebruiken.
Maak de oppervlakken droog
met een zachte doek.
Deurafdichting
Indien nodig met een
vochtige doek reinigen.
Controleer regelmatig de
toestand van de
deurafdichtingen.
Filter
Controleer en reinig het filter
regelmatig, tenminste twee
of drie keer per jaar (zie
Verwijderen van het filter).
Doseerbakje wasmiddel
1.
Druk de hendel in het
voorwasbakje naar
beneden en haal de lade
eruit.
2.
Verwijder de inzetstukken
(de sifon van het
wasverzachtervak en het
gekleurde inzetstuk voor
vloeibaar wasmiddel).
3.
Spoel ze schoon onder
stromend water.
4.
Plaats de sifon en het
inzetstuk voor vloeibaar
wasmiddel terug. Plaats de
wasmiddellade terug in de
wasmachine.
Filter van de waterslang
Controleer en reinig het filter
regelmatig.
Voor wasmachines met een
rechte watertoevoerslang
1.
Draai de kraan dicht en
schroef de
watertoevoerslang los van
de kraan.
2.
Reinig het filter van de slang
en schroef de
watertoevoerslang weer
vast op de kraan.
3.
Schroef nu de toevoerslang
aan de achterkant van de
wasmachine los.
4.
Trek het filter van de
wasmachineaansluiting
met behulp van een
combinatietang eruit en
reinig het.
5.
Zet het filter weer terug en
schroef de toevoerslang
weer vast.
6.
Open de waterkraan en
controleer of de
verbindingen volledig
waterdicht zijn.
Voor wasmachines met
waterstopslang
1.
Draai de kraan dicht en
schroef de waterstopslang
los van de kraan.
2.
Reinig het filter van de
slang en schroef de
watertoevoerslang weer
vast op de kraan.
3.
Open de waterkraan en
controleer of de
verbindingen volledig
waterdicht zijn.
Opsporen van storingen
(Geldig voor alle modellen behalve LCD Intelligent Dialogue
WAL....)
Uw wasmachine is, afhankelijk
van het model, uitgerust met
verschillende automatische
veiligheidsfuncties. Hierdoor
worden storingen snel
opgespoord en kan het
veiligheidssysteem op de juiste
manier reageren. Deze storingen
zijn doorgaans zo klein dat ze
binnen enkele minuten
verholpen kunnen worden.
De wasmachine start niet
en er brandt geen lampje.
Controleer of:
de stekker in het stopcontact
zit;
het stopcontact goed
functioneert (sluit
bijvoorbeeld een tafellamp
aan om dit te testen);
De wasmachine start
niet... (afhankelijk van het
model) en het Start/
Pauze-lampje knippert.
Controleer of:
de deur van het apparaat goed
gesloten is (kinderbeveiliging);
de Start/Pauze-knop
ingedrukt is.
...en het Start/Pauze-
lampje gaat branden (voor
modellen met een digitaal display
verschijnt er een streep).
Controleer of:
er een programma is
geselecteerd.
...en het Aan/Uit-lampje
gaat branden.
Controleer of:
de deur van het apparaat
goed gesloten is
(kinderbeveiliging);
de kraan opengedraaid is (zie
ook Storing in de
watertoevoer/
veiligheidsslang);
er een programma is
geselecteerd.
De wasmachine stopt
tijdens het programma
(verschilt afhankelijk van het
model).
Controleer of:
het Spoelstop-lampje
knippert, of de Spoelstop-
knop is ingedrukt; schakel
deze extra functie uit door op
de knop te drukken;
Er is een ander programma
geselecteerd en de Start/
Pauze-knop knippert.
Selecteer het gewenste
programma opnieuw en druk
op de Start/Pauze-knop;
De deur is geopend en het
Start/Pauze-lampje
knippert. Sluit de deur en
druk nogmaals op de Start/
Pauze-knop;
De Aan/Uit-knop is
ingedrukt en het lampje is aan;
Het veiligheidssysteem van
de wasmachine is geactiveerd
(zie de tabel
Storingsindicatoren).
Er zitten resten van
wasmiddel en
nabehandelingsproducten
in de wasmiddellade.
Controleer of:
de sifon op de juiste manier
geïnstalleerd is en schoon (zie
Onderhoud en reiniging);
er voldoende water
instroomt. De filters in de
wateraansluiting kunnen
verstopt zijn (zie
Onderhoud en reiniging);
Wanneer er waspoeder
gebruikt wordt, moet het
gekleurde inzetstuk voor het
doseren van vloeibaar
wasmiddel vooraf verwijderd
worden uit de lade.
De wasmachine trilt
tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
de wasmachine horizontaal
en gelijk staat op alle vier de
pootjes (zie Installatie/
Afstellen van de pootjes);
de transportschroeven
verwijderd zijn. Voordat u de
wasmachine in gebruik
neemt, moeten de
transportschroeven
verwijderd worden (zie
Installatie/ Verwijderen van
de transportschroeven).
Na afloop van het
wasprogramma is het
wasgoed niet of niet
voldoende
gecentrifugeerd.
De wasmachine beschikt over een
detectie- en correctiesysteem
wanneer het apparaat niet in
evenwicht staat. Als u enkele
zware stukken wasgoed in de
machine wast (badmat, badjas), is
het mogelijk dat dit systeem de
centrifugeersnelheid verlaagt om
het apparaat te beschermen of de
centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook na
verschillende startpogingen te
zeer uit evenwicht blijft.
Indien het wasgoed na het
centrifugeren nog nat is, voeg
dan kleinere stukken wasgoed
toe om de lading in evenwicht
te brengen en start het
centrifugeerprogramma
opnieuw.
Sterke schuimvorming kan de
centrifugeercyclus blokkeren.
Houdt u aan de juiste
dosering van wasmiddel.
Controleer of:
centrifugeersnelheid 0 is
geselecteerd.
Storingsindicatoren
a.
Storing in de
watertoevoer
Er wordt geen of onvoldoende
water toegevoerd.
Bij modellen met een display voor
storingen gaat het display
Kraan dicht
branden, klinkt er
een geluidssignaal en knipperen
de indicatielampjes van de
centrifugeersnelheid. Als er een
digitaal display aanwezig is,
worden tevens H
 en F
afwisselend weergegeven.
Bij modellen zonder een display
voor storingen stopt de
wasmachine bij het
betreffende
programmaonderdeel.
Zet het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de waterkraan volledig
opengedraaid is en de
watertoevoerdruk hoog
genoeg is;
de watertoevoerslang geknikt
is;
de filters van de
wateraansluiting verstopt
zijn (zie Onderhoud en
reiniging/Filter van de
waterslang);
de watertoevoerslang
bevroren is;
de wasmachine een
veiligheidsslang heeft en de
veiligheidsklep openstaat
(rode indicator in het venster
van de veiligheidsklep); als
dit het geval is, vervang deze
dan door een nieuwe
veiligheidsslang.
Sluit de wasmachine weer aan
op het stopcontact.
Selecteer bij modellen met een
display voor storingen het
gewenste programma opnieuw
en start het.
Ga bij modellen zonder een
display voor storingen door met
het programma door nogmaals
op de Aan/Uit-knop te
drukken.
Als de storing aanhoudt, neem
dan contact op met de
Klantenservice (zie
Klantenservice).
b.
Storing in de afvoer
De wasmachine voert geen
water af.
Bij modellen met een display voor
storingen klinkt er een
geluidssignaal en knipperen de
indicatielampjes van de
centrifugeersnelheid. Als er een
digitaal display aanwezig is,
worden tevens P
 en F
afwisselend weergegeven.
Bij modellen zonder een display
voor storingen stopt de
wasmachine bij het
betreffende
programmaonderdeel.
Zet het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie
Installatie/Aansluiten van de
waterafvoerslang;
de pomp of het filter
geblokkeerd is (zie
Verwijderen van het filter);
BELANGRIJK:
Wacht tot het
water afgekoeld is voordat u
het laat weglopen.
het water in de afvoerslang
bevroren is.
Sluit de wasmachine weer aan
op het stopcontact.
Selecteer bij modellen met een
display voor storingen het
programma Afvoeren/
Stoppen en start het.
Om de was te spoelen kunt u een
kort programma kiezen zonder
wasmiddel toe te voegen.
Ga bij modellen zonder een
display voor storingen door met
het programma door nogmaals
op de Aan/Uit-knop te
drukken.
Als de storing aanhoudt, neem
dan contact op met de
Klantenservice (zie
Klantenservice).
c.
Defect in een elektrisch
onderdeel
Het apparaat stopt middenin
een programma.
Bij modellen met een display
voor storingen klinkt er een
geluidssignaal en knipperen de
indicatielampjes van de
centrifugeersnelheid. Als er een
digitaal display aanwezig is,
worden tevens F4
 tot F16
weergegeven.
Zet de wasmachine uit.
Selecteer eerst het programma
Afvoeren/Annuleren en start
het.
Selecteer vervolgens het
gewenste programma opnieuw
en start het.
Verlicht display
Geluidssig
naal
Lampjes
centrifugeer
snelheid
Digitaal display
(indien
aanwezig)
Omschrijving storing
Waterkraan 30 sec knipperen H en F Storing in de watertoevoer
- 30 sec knipperen P en F Storing in de waterafvoer
- 30 sec knipperen van F4 tot F16 Elektrisch onderdeel defect
Waterstop 30 sec knipperen A en F Storing waterstop
Bij modellen zonder een display
voor storingen stopt de
wasmachine bij het
betreffende
programmaonderdeel.
Zet de wasmachine eerst uit en
weer aan om door te gaan met
het programma.
Als de storing aanhoudt, neem
dan contact op met de
Klantenservice (zie
Klantenservice).
d.
Storing Waterstop
(indien aanwezig)
De Waterstop-storing kan
veroorzaakt zijn door:
1.overvloedige schuimvorming;
2.een lek in de wasmachine.
In dit geval wordt de pomp
automatisch ingeschakeld om
het water weg te pompen.
Bij modellen met een display
voor storingen, gaat het display
Waterstop branden, klinkt er
een geluidssignaal en
knipperen de indicatielampjes
van de centrifugeersnelheid.
Als er een digitaal display
aanwezig is, worden tevens
A
 en F afwisselend
weergegeven.
Bij modellen zonder een display
voor storingen stopt de
wasmachine bij het
betreffende
programmaonderdeel.
Zet het apparaat uit, trek de
stekker uit het stopcontact en
draai de kraan dicht.
Kantel het apparaat
voorzichtig voorover om het
verzamelde water van de
onderkant van het apparaat
weg te laten stromen.
Handel daarna als volgt:
1.Steek de stekker in het
stopcontact.
2.Draai de waterkraan open (als
het water onmiddellijk in de
wasmachine stroomt, zonder
dat deze aangezet is, is er een
storing. Draai de kraan dicht
en neem contact op met de
Klantenservice).
3.Selecteer bij modellen met
een display voor storingen
het gewenste programma
opnieuw en start het.
Ga bij modellen zonder
display voor storingen door
met het programma door op
de Aan/Uit-knop te
drukken.
Als de storing aanhoudt, neem
dan contact op met de
Klantenservice (zie
Klantenservice).
Waterstop-storing,
wanneer de
programmakeuzeknop op
de  -stand staat.
De pomp wordt automatisch
ingeschakeld om het water weg
te pompen.
Bij modellen met een display
voor storingen detecteert de
wasmachine ook een
Waterstop-storing (lek) als de
programmakeuzeknop op de
-stand staat. In dit geval
klinkt er een geluidssignaal en
geeft het digitale display
(indien aanwezig) afwisselend
A
 en F weer.
Bij modellen zonder een display
voor storingen wordt de
Waterstop-storing
gedetecteerd wanneer de
wasmachine weer aangezet
wordt.
Trek de stekker uit het
stopcontact en zorg ervoor dat
de waterkraan dichtgedraaid is.
Kantel het apparaat voorzichtig
voorover om het verzamelde
water weg te laten stromen.
Handel daarna als volgt:
1.Steek de stekker in het
stopcontact.
2.Draai de waterkraan open
(als het water onmiddellijk in
de wasmachine stroomt,
zonder dat deze aangezet is,
is er een storing. Draai de
kraan dicht en neem contact
op met de Klantenservice).
Opsporen van storingen
(geldig voor alle LCD Intelligent Dialogue WAL.....-
modellen)
Uw wasmachine is, afhankelijk
van het model, uitgerust met
verschillende automatische
veiligheidsfuncties. Hierdoor
worden storingen snel
opgespoord en kan het
veiligheidssysteem op de juiste
manier reageren.
Deze storingen zijn doorgaans
zo klein dat ze binnen enkele
minuten verholpen kunnen
worden.
Het apparaat start niet en
er verschijnt geen display.
Controleer of:
de stekker in het stopcontact
zit;
het stopcontact goed
functioneert (sluit
bijvoorbeeld een tafellamp
aan om dit te testen).
de Aan/Uit-knop ingedrukt
is en de wasmachine
aangezet is.
De wasmachine start niet
en het Start-lampje
knippert.
Er klinkt een geluidssignaal en in
het display verschijnt de melding
Deur open!
:
Sluit de deur
(kinderbeveiliging).
De wasmachine stopt kort
nadat het programma
gestart is.
Er klinkt een geluidssignaal en
in het display verschijnt de
melding Geen watertoevoer
.
Zet de wasmachine uit, trek de
stekker uit het stopcontact en
controleer of:
de kraan volledig opgedraaid
is;
de watertoevoerdruk hoog
genoeg is;
de watertoevoerslang
geknikt is;
het filter verstopt is (zie
Onderhoud en reiniging/
Filter in de wateraansluiting);
het water in de toevoerslang
bevroren is;
de wasmachine een
veiligheidsslang heeft en de
veiligheidsklep openstaat
(rode indicator in het venster
van de veiligheidsklep); als
dit het geval is, vervang deze
dan door een nieuwe
veiligheidsslang.
Sluit het apparaat weer aan op
het stopcontact. Zet de
wasmachine aan en start het
gewenste programma opnieuw
(voeg niet opnieuw wasmiddel
toe).
De wasmachine stopt
tijdens het programma en
het Start-lampje
knippert.
Controleer of:
Spoelstop
 verschijnt op het
display.
de deur geopend is.
Sluit de deur.
Druk op de Start-knop om
door te gaan met het
programma.
Er zitten resten van
wasmiddel en
nabehandelingsproducten
in de wasmiddellade.
Controleer of:
de sifon op de juiste manier
geïnstalleerd is en schoon (zie
Onderhoud en reiniging);
er genoeg water wordt
toegevoerd. De filters
kunnen verstopt zijn (zie
Onderhoud en reiniging/
Filter in de
wateraansluiting).
Wanneer er waspoeder
gebruikt wordt, moet het
gekleurde inzetstuk voor het
doseren van vloeibaar
wasmiddel vooraf verwijderd
worden uit de lade .
De wasmachine trilt
tijdens het centrifugeren.
Controleer of:
de wasmachine horizontaal
en gelijk staat op alle vier de
pootjes (zie Installatie/
Afstellen van de pootjes);
de transportschroeven
verwijderd zijn. De
transportschroeven moeten
verwijderd worden voordat u
de wasmachine in gebruik
neemt (zie Installatie/
Verwijderen van de
transportschroeven).
Na afloop van het
wasprogramma is het
wasgoed niet of niet
voldoende
gecentrifugeerd:
controleer of de melding
Onevenwichtig beladen
 of
Overdosering van wasmiddel
op het display verschijnt.
De wasmachine heeft een
detectie- en correctiesysteem
voor het geval de lading uit
balans is. Als u enkele zware
stukken wasgoed in de machine
wast (bv. een badmat, badjas),
is het mogelijk dat dit systeem
de centrifugeersnelheid
automatisch verlaagt om het
apparaat te beschermen of de
centrifugeercyclus zelfs
onderbreekt, als de lading ook
na verschillende startpogingen
te zeer uit evenwicht blijft.
Als het wasgoed na het
centrigureren nog te nat is op
het eind van het programma,
voeg dan kleinere stukken
wasgoed toe en herhaal de
centrifugeercyclus.
Sterke schuimvorming kan de
centrifugeercyclus blokkeren.
Houdt u aan de juiste
dosering van wasmiddel.
Controleer of:
centrifugeersnelheid 0 is
geselecteerd.
Het water wordt niet uit
de wasmachine gepompt.
Er klinkt een geluidssignaal en
de melding FP
 verschijnt op
het display.
Zet de wasmachine uit en trek
de stekker uit het stopcontact.
Controleer of:
de afvoerslang geknikt is (zie
Installatie/Aansluiten van de
waterafvoerslang);
de pomp of het filter
geblokkeerd is (zie
Verwijderen van het filter).
BELANGRIJK: Wacht tot het
water afgekoeld is voordat u
het filter leegmaakt.
het water in de afvoerslang
bevroren is.
Sluit het apparaat weer aan op
het stopcontact.
Zet de wasmachine weer aan,
selecteer een programma en
start het. Om de was te spoelen
kunt u een kort programma
starten zonder wasmiddel toe
te voegen.
Als de storing aanhoudt, neem
dan contact op met de
Klantenservice (zie
Klantenservice).
Er is een defect in een
elektrisch onderdeel.
Er klinkt een geluidssignaal en
er verschijnt een melding van
F4
 tot F16 op het display.
Druk op de Reset-knop.
Het programma start opnieuw.
Als de storing aanhoudt,
neem dan contact op met de
Klantenservice (zie
Klantenservice).
Er is een storing in de
Waterstop.
Er klinkt een geluidssignaal, de
melding Overdosering van
wasmiddel of FA verschijnt
op het display en de pomp
werkt.
Deze storing kan veroorzaakt
zijn door:
1.overvloedige schuimvorming;
2.een lek in de wasmachine.
In dit geval is de pomp
automatisch ingeschakeld om
het water weg te pompen.
Zet de wasmachine uit, trek de
stekker uit het stopcontact en
draai de waterkraan dicht.
Kantel het apparaat
voorzichtig voorover om het
verzamelde water van de
onderkant van het apparaat
weg te laten stromen.
Handel daarna als volgt:
1.Steek de stekker week in het
stopcontact.
2.Draai de waterkraan open
(als het water onmiddellijk in
de wasmachine stroomt,
zonder dat deze aangezet is,
is er een storing. Draai de
kraan dicht en neem contact
op met de Klantenservice, zie
Klantenservice).
3.Zet de wasmachine weer aan,
selecteer het gewenste
programma en start het
apparaat.
Als de storing aanhoudt, neem
dan contact op met de
Klantenservice (zie
Klantenservice).
Klantenservice
Alvorens contact op te
nemen met de
Klantenservice:
1.
Probeer of u de storing zelf
kunt verhelpen (zie
Opsporen van storingen).
2.
Start het programma
opnieuw om te controleren
of het probleem is opgelost.
3.
Als de wasmachine nog
steeds niet goed werkt, bel
dan de Klantenservice.
Vermeld:
de aard van de storing;
het model van de
wasmachine;
het servicenummer (achter
het woord SERVICE).
De service sticker bevindt
zich aan de binnenkant
van de deur.
uw volledige adres;
uw telefoonnummer.
Telefoonnummers en
adressen van de
Klantenservice kunt u vinden
in uw garantieboekje of
verkrijgen bij uw leverancier.
Transport/Behandeling
Til het apparaat nooit op
door het bij het werkblad
vast te pakken wanneer u
het vervoert.
1.
Trek de stekker uit het
stopcontact.
2.
Draai de kraan dicht.
3.
Koppel de watertoevoer-
en afvoerslangen los.
4.
Laat restwater uit de
wasmachine en de slangen
wegstromen (zie
Verwijderen van het
filter/ Afvoeren van het
restwater).
5.
Monteer altijd de
transportschroeven
(zie Installatie).
Printed in Italy
Ecological Paper
1/ 0501
5019 401 15020
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38

Bauknecht WA 89890 de handleiding

Type
de handleiding