AEG OEKOS2843-6I Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
…KO SANTO 2843-6i
Integrierbare Einbau KŸhl-Gefrier-
kombination
Combinazione integrabile frigorifero-
congelatore
Integreerbare dubbeldeurs-koelauto-
maat
Gebrauchs- und Einbauanweisung
Istruzioni dÕuso e montaggio
Gebruiks-en montage-aanwijzing
48
Geachte klant,
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw
nieuwe koelapparaat in gebruik neemt. Hierin staat belangrijke infor-
matie over een veilig gebruik, over het opstellen en over het
onderhoud van het apparaat.
De gebruiksaanwijzing s.v.p. bewaren voor latere naslag. Aan even-
tuele volgende bezitters van het apparaat doorgeven.
Met de waarschuwingsdriehoek en/of door signaalwoorden (Waar-
schuwing!, Voorzichtig!, Let op!) wordt de aandacht gevestigd op
aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het juist
functioneren van het apparaat. Hier absoluut op letten.
Na dit symbool wordt uitleg gegeven over de bediening en het prak-
tisch gebruik van het apparaat.
Met het klaverblad worden tips en aanwijzingen voor een econo-
mischen milieuvriendelijk gebruik van het apparaat aangegeven.
Voor eventueel optredende storingen staan in de handleiding aanwij-
zingen om deze zelf op te lossen, zie Hoofdstuk "Wat te doen als...".
Als deze aanwijzingen niet voldoende informatie bieden staat onze
klantendienst u te allen tijde ter beschikking.
Gedrukt op milieuvriendelijk vervaardigd papier
wie ecologisch denkt, handelt ook zo ...
49
Inhoud
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50
Weggooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Informatie over de verpakking van het apparaat . . . . . . . . . . . .52
Weggooien van oude apparaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52
Transportbescherming verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Opstelplaats . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53
Uw koeltoestel heeft lucht nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Deurdraairichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54
Nismaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55
Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . .55
Voor ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59
In gebruik nemen en temperatuurregeling . . . . . . . . . . . . . .60
Interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Legvlakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .61
Controle van de luchtvochtigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62
Koelen van levensmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62
Invriezen en diepgevroren opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .62
Het maken van ijsblokjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
Ontdooiing van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .64
Apparaat uitzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .65
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .67
Wat te doen als . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
Hulp bij storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .68
Lamp verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70
Klantenservice . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70
Doel, normen, richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .71
50
Veiligheid
De veiligheid van onze koelapparaten voldoet aan de Europese en
Nederlandse normen. Desondanks zien wij ons genoodzaakt u met
de volgende veiligheidsaanwijzingen vertrouwd te maken:
Reglementaire toepassing
• Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd. Het is
geschikt voor het koelen, invriezen en diepgevroren bewaren van
levensmiddelen en voor het maken van ijs. Als het apparaat voor
andere doeleinden gebruikt wordt kan de fabrikant geen
verantwoording nemen voor eventuele schaden.
• Het ombouwen van of veranderingen aan het koelapparaat aan-
brengen is uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan.
Als het koelapparaat commercieel of voor andere doeleinden dan
voor het koelen, diepgevroren bewaren en invriezen van levens-
middelen gebruikt wordt, s.v.p. letten op de hiervoor van kracht zijn-
de wettelijke bepalingen.
Voordat het apparaat voor de eerste keer in gebruik geno-
men wordt
• Controleer het koelapparaat op transportschaden. Een beschadigd
apparaat in geen geval aansluiten! Wend u in geval van schade tot
de leverancier.
Koelmiddelen
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de koelvloeistof Isobutan
(R600a), een natuurlijk, zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel
brandbaar is.
• Bij het transport en het opstellen van het apparaat erop letten dat
geen onderdelen van het koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
• Bij beschadiging van het koelvloeistofcircuit:
– open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
– het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
Veiligheid van kinderen
• Verpakkingsdelen (bijv. foliën, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Stikgevaar! Verpakkingsmateriaal van kinderen
weghouden!
• Oude apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit
51
het stopcontact trekken, stroomkabel doorknippen, eventueel
aanwezige snap– of grendelsloten verwijderen of kapotmaken.
Daardoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het apparaat
opgesloten raken (stikgevaar!) of in andere levensgevaarlijke situa-
ties terecht komen.
• Kinderen kunnen gevaren die in het omgaan met huishoudelijke
apparaten schuilen vaak niet herkennen. Zorg daarom voor de nodi-
ge toezicht en laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Bij dagelijks gebruik
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navullin-
gen van aanstekers etc. in het koelapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in het vriesvak. Ze kunnen springen
als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs explo-
deren! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne etc. in
het vriesvak. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog alcohol
percentage kan in het vriesvak gelegd worden.
• Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct vanuit de vriesruimte in de
mond steken. Zeer koud ijs kan aan de lippen of de tong vastvrie-
zen en verwondingen veroorzaken.
• Niet met natte handen aan diepvriesartikelen komen. De handen
kunnen daaraan vastvriezen.
• Geen elektrische apparaten (bijv. elektrische ijsmachines, mixers
etc.) in het koelapparaat gebruiken.
• Voor het schoonmaken het apparaat altijd uitzetten en de stekker uit
het stopcontact trekken of de zekering in de woning uitschakelen
c.q. er uit draaien.
• De stekker altijd aan de stekker zelf uit het stopcontact trekken, nooit
aan het snoer.
Bij storing
Als er een storing aan het apparaat optreedt eerst in de gebruiks-
aanwijzing kijken onder “Wat te doen als ...”. Als de daar gegeven
aanwijzingen niet verder helpen zelf niet verder aan het apparaat
werken.
• Koelapparaten mogen alleen dooor geschoold personeel gerepa-
reerd worden. Door ondeskundige reparaties kunnen grote gevaren
ont-staan. Wend u zich bij reparaties tot uw vakhandel of tot onze
klantendienst.
52
Weggooien
Informatie over de verpakking van het apparaat
Alle gebruikte grondstoffen zijn milieuvriendelijk! Ze kunnen zonder
gevaar weggegooid of in de vuilverbrandingsoven verbrand worden!
De grondstoffen: de kunststoffen kunnen ook opnieuw gebruikt wor-
den en worden als volgt gekarakteriseerd:
>PE< voor polyethyleen, bijv. bij de buitenste verpakking en de
zakken binnenin.
>PS< voor schuimpolystyrol, bijv. bij de bekledingsdelen, in principe
FCKW-vrij.
De kartonnen delen zijn van oud papier gemaakt en kunnen ook weer
bij het oud-papier gedaan worden.
Weggooien van oude apparaten
Wegens milieuredenen dienen koelapparaten vakkundig ontmanteld
te worden. Dit geldt voor uw huidige apparaat en - als het ook aan ver-
vanging toe is - ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing! Apparaten die hun tijd gehad hebben onbruikbaar
maken voordat ze weggegooid worden. Stekker er afhalen, netsnoer
doorknippen, eventuele snap- of grendelsloten verwijderen of kapot-
maken. Hierdoor wordt voorkomen dat spelende kinderen in het
apparaat opgesloten worden (verstikkingsgevaar!) of in andere leven-
sgevaarlijke situaties terechtkomen.
Aanwijzingen voor het weggooien:
• Het apparaat mag niet bij het huis- of grofvuil gezet worden.
• Het koelvloeistofcircuit, in het bijzonder de warmtewisselaar aan de
achterkant, mag niet beschadigd worden.
• Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen zijn te verkrijgen bij
de plaatselijke reinigingsdienst of op het gemeentehuis.
53
Opstellen
Opstelplaats
Het apparaat in een goed geventileerde en droge ruimte neerzetten.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik.
Het apparaat daarom
– niet aan directe straling van de zon blootstellen;
– niet bij radiatoren, naast een kachel of andere warmtebronnen
plaatsen;
– alleen op een plaats neerzetten waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatcategorie waarvoor het apparaat is ont-
worpen.
De klimaatcategorieën staan op het merk- en type-aanduidingsplaatje
dat zich links aan de binnenkant van het apparaat bevindt.
De volgende tabel geeft aan welke omgevingstemperatuur bij welke
klimaatcategorie behoort:
Transportbescherming verwijderen
Het apparaat alsmede de
onderdelen van het interieur
zijn voor het transport
beschermd.
Verwijderen (A) en (B).
Alle plakband alsmede bekle-
dingsdelen uit het interieur
verwijderen.
Eventuele plakbandresten
kunnen met schoonmaak- of
wasbenzine verwijderd wor-
den.
A
B
D
C
54
Klimaatcategorie voor een omgevingstemperatuur van
SN +10 tot +32 °C
N +16 tot +32 °C
ST +18 tot +38 °C
T +18 tot +43 °C
Als het onvermijdelijk is het apparaat naast een warmtebron te plaat-
sen, aan weerszijden minimaal de volgende afstanden aanhouden:
– tot elektrische kachels 3 cm;
– tot olie- en kolenkachels 30 cm.
Als men zich niet aan deze afstanden kan houden, is een warmte-iso-
latieplaat tussen kachel en koelapparaat aan te bevelen.
Als het koelapparaat naast een ander koel- of diepvriesapparaat
staat, is een afstand van 5 cm aan weerszijden aan te bevelen, zodat
zich geen condens vormt aan de buitenkant van de apparaten.
Uw koeltoestel heeft lucht nodig
Om veiligheidsredenen moet de
ventilatie zodanig zijn als aangege-
ven in Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de venti-
latie openingen tijdens gebruik
niet woden afgedekt.
50 mm
min.
cm
2
200
200 cm
2
min.
D567
Deurdraairichting
Het deurscharnier kan van rechts (stand waarin hij wordt afgeleverd)
naar links gewisseld worden als dat voor de opstelplaats nodig is.
Waarschuwing! Bij het wisselen van de deurschnarnieren mag het
apparaat niet op het lichtnet aangesloten zijn. Van te voren de stekker
uit het stopcontact halen.
55
Aanwijzingen voor de geïntegreerde inbouw
Naar rechts draaiend
«P» en «P1» verwijderen.
Naar links draaiend
1. «P» aan beide kanten verwijderen; deur verwijderen.
2. (A) aan de linker verwijderen en omgekeerd weer monteren.
3. Deur plaatsen; «P» aan de linker kant monteren.
4. «P1»aan de rechter kant verwijderen.
Nismaten
Hoogte 1580 mm
Breedte 560 mm
Diepte 550 mm
P
P1
P1
P
D564
A
De tochtstrip volgens de tekening
op het apparaat aanbrengen
D765
D726
B
Breng de afdichtstopsels (B) in de
gaten in de deklijsten aan.
56
Open de deur en druk het appa-
raat tegen de zijwand van de nis,
aan de kant waar de scharnieren
niet zitten. Bevestig het apparaat
aan de nis met de vier meegele-
verde schroeven. Bevestig het
ventilatierooster (C). Breng, onder
lichte druk, het dekseltje (D) aan.
Schuif het apparaat in de nis tot de
scharnierlijst (A) met de voorkant
van het plafond aanlijnt.
A
D015
D728
D
C
57
Geleider (A) tegen de binnenkant
van de kastdeur aan de boven- en
onderkant houden volgens de
tekening en de plaats van de bui-
tenste gaten aangeven. Nadat u
de gaten geboord heeft de gelei-
der met de bijgeleverde schroeven
vastzetten.
20 mm
A
50mm
PR166
PR266
A
B
C
D
Onderdelen A, B, C, D scheiden
zoals u in de tekening ziet.
PR33
C
A
Afdekking (C) op geleider (A) vastk-
likken.
PR167/1
D
B
Afdekking (D) op geleider (B)
vastklikken.
58
De deur van het apparaat en die
van de kast met een hoek van
ongeveer 90° openen. IJzer (B) in
geleider (A) aanbrengen. De deu-
ren samen vasthouden en de
gaten aangeven zoals in de teke-
ning. De ijzers weghalen en gaten
van Ø2 mm. boren op een afstand
van 8 mm. van de buitenrand van
de deur.
Plaats het ijzer opnieuw op de
geleider en bevestig het met de
bijgeleverde schroeven.
8mm
PR167
A
B
PR168
Voor het rechtstellen van de kast-
deur kunt u gebruik maken van de
langwerpige gaten.
Tenslotte dient u te controleren of
de deur van het apparaat goed
sluit.
59
Indien de kast lateraal bevestigd
wordt aan hat meubel, schroef de
schroeven van het profiel (D) los
en plaats dat volgens Figuur.
Plaats het dekseltje (G).
Voor ingebruikname
• Het interieur van het apparaat en alle accessoires schoonmaken
voor het eerste gebruik (zie Hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”).
Elektrische aansluiting
Voor de elektrische aansluiting is een volgens de voorschriften geïn-
stalleerde beschermcontactdoos vereist.
De contactdoos moet zodanig worden geïnstalleerd, dat de steker
altijd uit de contactdoos kan worden getrokken.
De elektrische zekering dient minstens 10 Ampère te zijn.
Indien het stopcontact bij een ingebouwd apparaat niet meer toegan-
kelijk is, dient een maatregel in de elektrische installatie er voor te zor-
gen dat het apparaat van de stroom kan worden afgesloten (bijv.
zekering, beveiligingsschakelaar, aardlekschakelaar of dergelijke met
een contactopeningsbreedte van minimaal 3 mm).
• Voor ingebruikneming op het merk– en type–aanduidingsplaatje van
het apparaat controleren of de netspanning en stroomsoort over-
eenkomen met de waarden van het lichtnet op de plaats waar het
apparaat komt te staan.
Bijv.: AC 220 ... 240 V 50 Hz of
220 ... 240 V~ 50 Hz
(d.w.z. 220 tot 240 Volt wisselstroom, 50 Hertz)
Het typeplaatje bevindt zich links aan de binnenkant van het apparaat.
D729
G
H
G
60
In gebruik nemenen temperatuurregeling
• U steekt de steker van de koelkast in een contactdoos met randaar-
de. Als u de koelkastdeur opent, wordt de binnenverlichting inge-
schakeld. De draaiknop voor de temperatuurkeuze bevindt zich
rechts in de koelruimte.
Stand „0“ betekent: uit.
Stand „1“ betekent: hoogste binnentemperatuur, warmste instelling.
Stand „6“ betekent: laagste binnentemperatuur, koudste instelling.
Bij het instellen van de juiste stand dient u er rekening mee te houden
dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van:
- de kamertemperatuur;
- de frequentie waarmee de deuren geopend worden;
- de hoeveelheid levensmiddelen in de kast;
- de plaats van het apparaat.
De temperaturen in koelruimte en vriesvak kunnen niet gescheiden
geregeld worden. Als verse levensmiddelen snel moeten worden
ingevroren, kunt u stand „6“ kiezen. Let u erop, dat de temperatuur in
de koelruimte niet beneden 0°C komt en zet de temperatuurregelaar
tijdig op stand „3“ of „4“ terug.
Belangrijk!
Hoge omgevingstemperatuur (bijv. op hete zomerdagen) en koude
instelling van de temperatuurregelaar (stand “5” tot “6”) kunnen er
voor zorgen dat de compressor continu werkt.
Zet in dat geval de temperatuurregelaar op een warmere stand (stand
“3” tot “4”). Bij deze instelling wordt de compressor geregeld en begint
het ontdooien weer automatisch.
61
Interieur
Legvlakken
Afhankelijk van model en uitrusting zijn legvlakken van glas, kunst-
stof of roosters meegeleverd.
• Een legvlak in de onderste geleiders boven de groente- en fruitbak
schuiven en ook liggen. De legvlakken kunen in hoogte versteld
worden:
• Daartoe het legvlak zo ver
naar voren trekken tot het
naar boven en naar bene-
den bewogen kan worden
en er uit gehaald kan wor-
den.
• Het plaatsen op een andere
hoogte in omgekeerde vol-
gorde uitvoeren.
• De voorste helft van het
VARIO-legvlak onder de
achterste helft schuiven.
Daardoor wordt ruimte
gewonnen om op de daa-
ronder liggende plank grote
artikelen te plaatsen.
Het verplaatsen van deurvakken
• De ruimte tussen deurvakken
kan naar behoefte aangepa-
st worden. Ga daartoe als
volgt te werk: Trek het vak
geleidelijk naar de door de
pijlen aangegeven richting
totdat het loskomt. Verplaats
daarna het vak naar de
gewenste hoogte.
D338
PR270
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte adviseren wij u de vol-
gende eenvoudige regels in acht te nemen:
• Plaats geen warme of dampende spijzen of dranken in de koelruimte;
• dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij eromheen kan circuleren.
Enkele belangrijke tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de glazen plaat boven
de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen, goed afgedekt, op
elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de lucht te voorkomen,
in speciale koeldozen bewaard of in plastic- of aluminiumfolie verpakt.
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen, aardappelen, uien of
knoflook niet in de koelkast.
Invriezen en diepgevroren opslaan
In uw koelapparaat kunt u diepvriesproducten bewaren en verse
levensmiddelen zelf invriezen.
62
Controle van de luchtvochtigheid
In de glasplaat zijn sleuven
aangebracht (die met een
schuifhendel afgesteld kunnen
worden) waarmee u de tempe-
ratuur in de groenteladen kunt
regelen. Wanneer de sleuven
gesloten zijn, blijft de tempera-
tuur hoger en heerst er een
hogere luchtvochtigheid.
Open sleuven zorgen voor een
lagere temperatuur en minder
luchtvochtigheid.
PR271
63
Attentie!
• Voor het invriezen van levensmiddelen dient de temperatuur in de
vriesruimte –18 °C of lager te zijn.
• Let op het op het typeplaatje aangegeven vriesvermogen. Het vries-
vermogen is de maximale hoeveelheid verse waren die binnen 24
uur ingevroren kunnen worden. Als er gedurende meerdere dagen
achter elkaar ingevroren wordt, neem dan slechts 2/3 tot 3/4 van de
hoeveelheid aangegeven op het typeplaatje. De kwaliteit is beter,
als de levensmiddelen snel tot in de kern bevriezen.
• Warme levensmiddelen voor het invriezen laten afkoelen. De warm-
te leidt tot verhoogde ijsvorming en verhoogt het energieverbruik.
• Bij het bewaren van kantenklare diepvriesproducten dient u zich
beslist aan de door de fabrikant opgegeven bewaartijd te houden.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen zonder verdere verwerking (berei-
den tot panklare gerechten) in geen geval een tweede keer invriezen.
• Containers met brandbare gassen of vloeistoffen kunnen lek raken
door de inwerking van koude. Explosiegevaar! Leg geen containers
met brandbare stoffen zoals bijv. spraybussen, aanstekers, navul-
lingen van aanstekers etc. in het vriesapparaat.
• Flessen en blikken mogen niet in de vriesruimte. Ze kunnen sprin-
gen als de inhoud bevriest – bij koolzuurhoudende inhoud zelfs
exploderen! Leg nooit limonades, sappen, bier, wijn, champagne
etc. in de vriesruimte. Uitzondering: sterke drank met een zeer hoog
alcoholpercentage kan in de vriesruimte gelegd worden.
Alle levensmiddelen voor het invriezen luchtdicht verpakken, zodat
ze niet uitdrogen, de smaak niet verloren gaat en de smaak niet op
andere diepvriesproducten overgebracht wordt.
Voorzichtig! Diepvriesartikelen niet met natte handen aanraken. De
handen kunnen daaraan vast vriezen.
Om veiligheidsredenen moet u alle laden niet verwijderen.
De verpakte levensmiddelen in de laden leggen. Niet-bevroren artike-
len mogen niet in aanraking komen met reeds bevroren waren omdat
anders de bevroren artikelen kunnen ontdooien.
64
Ontdooiing van het toestel
Het ontdooien van de koelruimte
Als de compressor loopt vormt zich op de achterwand van de koel-
ruimte een rijplaag. Deze laag wordt automatisch verwijderd, wanneer
de compressor stilstaat. Het dooiwater wordt in een gootje in de ach-
terwand van de koelruimte opgevangen en via een afvoeropening naar
een verzamelbak boven de compressor gevoerd, alwaar het verdampt.
Het ontdooien van de vriesruimte
In het vriesvak slaat het vocht dat ontstaat tijdens de werking van het
apparaat en tijdens het openen van de deur neer. Daardoor vormt
zich in de vriesruimte een rijplaag. Deze dient regelmatig verwijderd
te worden met behulp van het kunststof schraper. Een dikke rijplaag
in de vriesruimte betekent een hoger energie verbruik. Ontdooi daa-
rom minstens éénmaal per jaar, resp. als zich een rijplaag van ca.
4 mm gevormd heeft, de-vriesruimte. Dit kunt u het beste doen, wan-
neer de vriesruimte leeg of slechts voor een klein deel gevuld is.
Ga als volgt te werk:
1. Verwijder de diepvriesproduc-
ten, wikkel ze in enkele lagen
krantenpapier en bewaar ze
op een koele plaats.
2. Schakel het apparaat uit en
haal de steker uit de contact-
doos of schakel de veiligheids-
zekering uit of draai deze los.
3. Laat de deur van de vriesruim-
te openstaan.
PR138
Het maken van ijsblokjes
1. Ljsbakje voor 3/4 met koud water vullen, in de vriesruimte plaatsen en
laten bevriezen.
2. Om de ijsblokjes los te maken het ijsbakje omdraaien of kort onder
stromend water houden.
Attentie! Een eventueel vastgevroren ijsbakje in geen geval met spitse
of scherpe voorwerpen losmaken.
65
4. Plaats een teiltje op het hoogste rek van het koelkastvak onder het
afvoergaatje, open het deksetje van de afvoer.
5. Sluit hat gaatje weer af met open het dekseltje
6. Draai de thermostaatknop in de gewenste stand of steek de steker
weer in het stopcontact. Na twee of drie uur kunt u de diepvriespro-
ducten weer terugplaatsen.
Belangrijk
Gebruik geen metalen voorwerpen om de rijplaag te verwijderen.
Gebruik geen elektrische verwarmingsapparaten o.i.d. om het ontdooi-
proces te versnellen. Houd u aan de aanwijzingen in dit boekje.
Temperatuurstijging van diepvriesproducten kan hun houdbaarheids-
duur verkorten.
Apparaat uitzetten
Voor het uitzetten van de koeling de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
Als het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt wordt:
1. Levensmiddelen uit koelruimte en vriesvak nemen.
2. Apparaat uitzetten, daartoe de temperatuurregelaar op stand “0”
draaien.
3. Stekker uit het stopcontact halen of zekering uitschakelen, er resp.
uithalen.
4. Diepvriesruimte ontdooien en grondig reinigen (zie hoofdstuk “Reini-
ging en onderhoud”).
Reiniging en onderhoud
Om hygiënische redenen dient het apparaat aan de binnenkant met
toebehoren geregeld gereinigd te worden.
Waarschuwing!
• Het apparaat mag tijden het schoonmaken niet op het elektriciteits-
net aangesloten zijn. Gevaar voor schokken! Zet voor het schoon-
maken het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact of
schakel c.q. draai de zekering er uit.
• Het apparaat nooit met stoomreinigingsapparaten schoonmaken. Er
kan vocht in de elektrische onderdelen komen. Gevaar voor
schokken! Hete damp kan kunstoffen onderdelen beschadigen.
• Het apparaat dient droog te zijn voordat het weer in gebruik geno-
men wordt.
Let op!
• Etherische oliën en organische oplosmiddelen kunnen kunststof
onderdelen aantasten, bijv.
– Sap van citroen– of sinaasappelschillen;
– boterzuur;
– schoonmaakmiddelen die azijnzuren bevatten.
Dergelijke substanties niet in contact brengen met apparaatonderde-
len.
• Geen schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
1. Koel– en diepvriesartikelen er uit halen. Diepvriesartikelen in meer-
dere lagen kranten verpakken. Alles afgedekt op een koele plaats leg-
gen.
2. Vriesvak voor het schoonmaken ontdooien (zie hoofdstuk “Ont-
dooien”).
3. Apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact halen of de zeke-
ring uitschakelen c.q. er uitdraaien.
4. Apparaat en interieur met een doek en lauwwarm water schoon-
maken. Eventueel een beetje normaal afwasmiddel gebruiken.
5. Daarna met schoon water afnemen en droogmaken.
Stof op de condensor verhoogt het energieverbruik. Daarom eenmaal
per jaar de condensor aan de achterkant van het apparaat met een
zachte borstel of met de stofzuiger voorzichtig schoonmaken.
6. Het dooiwater-afvoergat aan
de achterwand van de koel-
ruimte controleren. Een ver-
stopt dooiwaterafvoergat met
behulp van het groene stopje
dat met het toestel is meegele-
verd schoonmaken.
7. Als alles droog is, de levens-
middelen er weer in doen en
het apparaat weer in bedrijf
nemen.
D037
66
67
Tips om energie te besparen
• Het apparaat niet in de buurt van kachels, verwarmingselementen of
andere warmtebronnen plaatsen. Bij een hoge omgevingstempera-
tuur werkt de compressor vaker en langer.
• Zorgen voor voldoende be- en ontluchting aan de onderkant van het
apparaat. Ventilatieopeningen nooit afdekken.
• Geen warme spijzen in het apparaat zetten. Warme spijzen eerst
laten afkoelen.
• Deur slechts zo lang open laten als nodig is.
• De temperatuur niet lager dan nodig instellen.
• Diepvriesartikelen voor het ontdooien in de koelruimte leggen. De
koude in de diepvriesartikelen wordt zo voor koeling van de koelruim-
te gebruikt.
• Houd de warmte afgevende verdamper, het metalen rooster aan de
achterzijde van het toestel, schoon.
68
De levensmiddelen zijn te
warm.
Binnenverlichting werkt niet.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Ingebruikna-
me”.
Lamp is kapot. Zie hoofdstuk “Lamp verwis-
selen”.
Temperatuurregelaar op een
koudere stand zetten.
Deur heeft te lang openge-
staan.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
In de laatste 24 uur zijn gro-
tere hoeveelheden warme
levensmiddelen opgeslagen.
Deur slechts zo lang open
laten als nodig is.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen
Apparaat werkt niet.
Apparaat is niet aangezet. Apparaat aanzetten.
Stekker zit niet in het stop-
contact of zit los.
Stekker in stopcontact
steken.
Zekering is los of kapot. Zekering controleren,even-
tueel vernieuwen
Stopcontact is kapot. Storingen in het lichtnet
door Uw elektrovakman
laten verhelpen.
Apparaat koelt te sterk. Temperatuur is te laag inge-
steld.
Temperatuurregelaar tij-
delijk op een hogere stand
zetten.
Wat te doen als ...
Hulp bij storingen
Het kan bij een storing om kleine defecten gaan die u zelf aan de
hand van de volgende aanwijzingen kunt oplossen. Voer zelf geen
verdere werkzaamheden uit als de volgende informatie in concrete
gevallen niet verder helpt.
Waarschuwing! Reparaties aan het koelapparaat mogen alleen door
geschoold personeel uitgevoerd worden. Door ondeskundige repara-
ties kunnen grote gevaren ontstaan voor de gebruiker. Wend u bij
reparatie tot onze klantendienst.
69
Sterke rijpvorming in het
apparaat, eventueel ook aan
de deurafdichting.
Deurafdichting is lek (even-
tueel na het verwisselen van
de deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen de
deurafdichting voorzichtig
met een föhn® verwarmen
(niet heter dan ca. 50 °C).
Tegelijkertijd de verwarmde
deurafdichting met de hand
zo in vorm trekken dat hij
weer helemaal sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat staat niet recht.
Een onderdeel, bijv. een lei-
ding, aan de achterkant van
het apparaat komt tegen
een ander onderdeel van
het apparaat aan of tegen
de muur.
De compressor start na eni-
ge tijd automatisch.
Zie hoofdstuk “Reiniging en
onderhoud”.
Dit is normaal, het betreft
geen storing.
Na het wijzigen van de tem-
peratuurinstelling start de
compressor niet direct.
Water op de bodem van de
koelruimte of op de leg-
vlakken.
Ontdooiwaterafvoer is ver-
stopt.
Dit onderdeel voorzichtig
wegbuigen.
Apparaat iets wegtrekken.
Stelvoetjes bijstellen.
7070
Lamp verwisselen
Waarschuwing! Gevaar voor elektrische schok! Voor het verwisselen
van de lamp het apparaat uitzetten en de stekker uit het stopcontact
trekken of de zekering uitschakelen c.q. eruit draaien.
Lampgegevens: 220-240 V,
max. 15 W
1. Om het apparaat uit te zetten
de temperatuurregelaar op
stand „0" draaien.
2. Stekker uit het stopcontact
trekken.
3. Voor het verwisselen van de
lamp de schroef die de
afdekking van het lampje
bevestigt, eruit draaien.
4. Op de afdekking van het lampje
drukken en deze achteruit laten
glijden.
5. Defecte lamp verwisselen.
6. De afdekking weer monteren en de bevestigingsschroef aandraaien.
7. De koelkast aanzetten.
Klantenservice
Als u vragen hebt waar deze gebruiksaanwijzing geen antwoord op
geeft, kunt u de volgende afdelingen raadplegen:
Consumentenbelangen tel. 0172 - 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie) fax 0172 - 468 155
Storingen / reparaties tel. 0172 - 468 268
(voor bezoek servicetechnicus) fax 0172 - 468 255
Belangrijk!
Houd bij het opgeven van een storing altijd de gegevens van uw toestel
bij de hand. Deze nummers vindt u op het typeplaatje aan de bin-
nenkant van het apparaat en kunt u het beste hieronder en voorop deze
gebruiksaanwijzing noteren.
Modelaanduiding ....................
PNC-nr. ....................
S-nr. ....................
71
Doel, normen, richtlijnen
Het koelapparaat is voor huishoudelijk gebruik bestemd en is met in-
achtneming van de voor deze apparaten geldende normen gemaakt.
Bij de fabricage zijn speciaal die maatregelen genomen die vereist
zijn volgens de Duitse wet op de veiligheid van toestellen (GSG),
volgens de Duitse voorschriften ter voorkoming van ongevallen bij
koude-installaties (VBG 20) en volgens de bepalingen van de ver-
eniging van Duitse elektotechnici (VDE). De koudecirculatie is op
dichtheid getest.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-richtlijnen:
Ð 73/23/EWG van 19.2.1973 - Laagspanningsrichtlijn0
Ð 89/336/EWG van 3.5.1989
(met inbegrip van Wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG) - EMC-richtlijn
Aan de hand van deze nummers kan onze service-afdeling de juiste
voorbereidingen treffen, zodat de machine bij het eerste bezoek van de
servicetechnicus weer hersteld kan worden. Op deze manier hoeft u
slechts ŽŽn maal thuis te blijven.
Als u toch voor ŽŽn van de in deze gebruiksaanwijzing vermelde
storingen of vanwege foutieve bediening de AEG-service afdeling
inschakelt, wordt dit bezoek ook tijdens de garantietermijn niet door
onze garantiebepalingen gedekt.
Elektrische toestellen van AEG voldoen aan de betreffende veiligheids-
bepalingen.
Reparaties aan elektische toestellen mogen alleen door vakmensen
worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risicoÕs voor de gebruiker leiden. Wend u daarom altijd tot de AEG
service-afdeling. Voor reparaties uitgevoerd door anderen kan AEG
geen aansprakelijkheid aanvaarden. Alleen originele AEG-onderdelen
voldoen aan alle eisen!
Onze service-afdeling voert reparaties uit overeenkomstig de
voorwaarden die tussen de Consumentenbond en de VLEHAN (Vere-
niging Leveranciers Elektrotechnische Huishoudelijke Apparaten
Nederland) zijn overeengekomen.
AEG HausgerŠte GmbH
Postfach 1036
D-90327 NŸrnberg
http://www.aeg.hausgeraete.de
2222 046-32
1 / 1