Aeg-Electrolux L14950A Handleiding

Type
Handleiding
LAVAMAT 14950A
Gebruiksaanwijzing Was-droogcombinatie
Notice d'utilisation Lavante-séchante
Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige
kwaliteit.
Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van
optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat
stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen.
Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem
te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige
eigenaar van het apparaat.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
INHOUD
BEDIENINGSINSTRUCTIES 3
VEILIGHEIDSINFORMATIE 3
Algemene veiligheid 3
Installatie 4
Gebruik 4
Veiligheid van kinderen 5
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 5
Wasmiddellade 6
BEDIENINGSPANEEL 7
Display 7
HET EERSTE GEBRUIK 9
PERSONALISERING 9
Geluidssignalen 9
Kinderslot 9
DAGELIJKS GEBRUIK 10
Wasgoed in de machine doen 10
Alleen wassen 10
Wasmiddel en wasverzachter doseren 10
Kies het gewenste programma met de
programmakeuzeknop (1) 11
Kies het centrifugetoerental, de optie
NACHTCYCLUS- of SPOELSTOP (toets 2) 11
Programmakeuzetoetsen 12
VOORWAS optie 12
VLEKKEN optie 12
Optie BEHOEDZAAM 13
Optie DAGELIJKS 13
Optie SUPERSNEL 13
EXTRA SPOELGANG optie (aanvullende
spoelgang) 13
START/PAUZE selecteren (toets 7) 13
De UITGESTELDE START selecteren (toets 8)
14
Een optie of lopend programma wijzigen
14
Een programma onderbreken 14
Een programma annuleren 14
De deur openen nadat het programma is
gestart 15
Aan het einde van het programma 15
GEBRUIK - DROGEN 15
Alleen drogen 15
Automatisch wassen en drogen (NON-STOP-
programma) 17
Pluisjes op kleding 17
WASPROGRAMMA'S 18
DROOGPROGRAMMA'S 21
Automatische programma's 21
Tijdgestuurde programma's 22
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 22
De was sorteren 22
Temperaturen 23
Voordat u de was in de machine doet 23
Maximale belading 23
Het gewicht van wasgoed 23
Vlekken verwijderen 24
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
24
Graden van waterhardheid 25
TIPS VOOR HET DROGEN 25
De droogcyclus voorbereiden 25
Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger
25
Wasvoorschriften in de kleding 26
Duur droogcyclus 26
Extra drogen 26
2 Inhoud
ONDERHOUD EN REINIGING 26
Ontkalken 26
Na elke wasbeurt 27
Onderhoudswasbeurt 27
Schoonmaken van de buitenkant 27
Wasmiddellade 27
Wastrommel 27
Deurrubber 28
Afvoerpomp 28
De watertoevoerfilters schoonmaken 30
Voorzorgsmaatregelen bij vorst 31
Machine legen in geval van nood 31
PROBLEMEN OPLOSSEN 31
TECHNISCHE GEGEVENS 35
VERBRUIKSWAARDEN 36
MONTAGE-INSTRUCTIES 36
MONTAGE 36
Uitpakken 36
Plaatsing en waterpas zetten 39
Rubberen voetenset (4055126249) 39
Watertoevoer 39
Waterstop 41
Waterafvoer 41
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET 42
MILIEUBESCHERMING 42
Verpakkingsmaterialen 43
Milieutips 43
Wijzigingen voorbehouden.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren.
De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten
met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant,
de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven.
Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later
nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken
wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaan-
wijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werk-
ing van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen.
U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te instal-
leert of in gebruik neemt.
Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport,
voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er onder-
delen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier.
Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de
wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik
neemt.
Algemene veiligheid
Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze ver-
anderingen aan te brengen aan dit apparaat.
Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aan-
raken!
Veiligheidsinformatie
3
132951282-A-012012
Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de trommel klimmen. Om dit te
voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren.
Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere harde,
scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet in
het apparaat terechtkomen.
Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel do-
seert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de fa-
brikant met betrekking tot de hoeveelheden.
Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kus-
sensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen.
Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of ge-
scheurde materialen te wassen.
Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stop-
contact en draai de kraan dicht.
Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondes-
kundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken.
Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele ver-
vangingsonderdelen.
Installatie
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst.
Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het ap-
paraat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice.
Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden verwij-
derd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigen-
dommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing.
Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang
staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur.
Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes te
worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren.
Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen.
Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofd-
stuk "Bevriezingsgevaren.
Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden,
moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter.
Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werk-
zaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien.
Gebruik
Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat
te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd.
Was en droog uitsluitend textiel dat geschikt is voor machinaal wassen en drogen. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in de kleding
Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel.
Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle kno-
pen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken
zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen.
Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen.
4 Veiligheidsinformatie
Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mogen
niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt,
dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het
in de machine doet.
Daar sommige (dons)dekbedden vanwege hun omvang gewassen/gedroogd moeten wor-
den in grote commerciële machines, dient u bij de fabrikant van het artikel na te gaan of
het geschikt is om gewassen te worden in een wasmachine voor huishoudelijk gebruik.
Controleer altijd of er geen (wegwerp)aanstekers in de kleding zijn achtergebleven.
Droog nooit artikelen in de droger die in contact zijn geweest met chemicaliën zoals rei-
nigingsvloeistof. Deze zijn vluchtig en kunnen een explosie veroorzaken. Droog alleen ar-
tikelen in de droger die gewassen zijn in water of die gelucht moeten worden.
Kunststof wasmiddeldoseerbolletjes mogen niet in de trommel achterblijven tijdens de
droogcyclus, omdat de kunststof niet bestand is tegen de hitte. Als u non-stop wilt was-
sen en drogen moet u de gewone wasmiddellade gebruiken.
Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf.
Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad
of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk is.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon
of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van
het apparaat
Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleve-
ren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van kin-
deren.
Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op.
Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet
in de trommel kunnen klimmen. Om te voor-
komen dat kinderen of huisdieren binnen in
deze machine vast komen te zitten, heeft hij
een speciale functie. Om deze functie te ac-
tiveren draait u de knop (zonder deze in te
drukken) aan de binnenkant van de deur
naar rechts tot de groef horizontaal staat
Gebruik zo nodig een muntstuk. Om deze
functie uit te schakelen en de mogelijkheid
te herstellen om de deur te sluiten, draait u
de knop naar links tot de groef verticaal
staat.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van
wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel.
Beschrijving van het product 5
Het New jet systeem maakt het volledige gebruik van wasmiddel mogelijk en vermindert het
waterverbruik om energie te besparen.
1
6
5
4
3
2
1
Wasmiddellade
2
Bedieningspaneel
3
Deurhandgreep
4
Typeplaatje
5
Afvoerpomp
6
Verstelbare pootjes
Wasmiddellade
Vakje voor voorwasmiddel of vlekkenverwijde-
raar.
Het voorwasmiddel wordt het begin van het was-
programma ingespoeld.
Het vlekkenzout wordt tijdens de vlekken-fase in
de hoofdwas in gespoeld.
Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel
te gebruiken voor de hoofdwas.
Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasver-
zachter, stijfsel).
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden
en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel moeten
in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden gegoten voordat u het wasprogramma
start.
6 Beschrijving van het product
BEDIENINGSPANEEL
Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuzeknop
zien als ook de verschillende toetsen en het display. Deze onderdelen worden weergegeven
met relevante nummers en op de volgende pagina's uitgelegd.
1234567 8
9
1
Programmakeuzeknop
2
Toets KORT CENTRIFUGEREN ( TPM - ESSORAGE)
3
Toets AUTODROGEN ( AUTOM.DROOG - SÉCHAGE AUTO)
4
Toets DROOGTIJD ( DROOGTIJD - TEMPS DE SÉCHAGE)
5
Toets OPTIE ( OPTIES - OPTIONS)
6
toets OK
7
Toets START/PAUZE ( START/PAUZE - DÉPART/PAUSE)
8
Toets UITGESTELDE START ( STARTUITSTEL - DÉPART/DIFFÉRÉ)
9
Display
Symbolen op het bedieningspaneel
= Handwas
Display
9.1 9.2 9.3 9.4
9.9
9.8
9.79.69.5
Bedieningspaneel 7
9.1 - Centrifugetoerentalindicatie, SPOELSTOP
, NACHTCYCLUS - symbolen
9.2 - Indicatie droogtegraad volgens ingesteld programma: STRIJKDROOG
, KAST-
DROOG
en EXTRA DROOG - symbolen, selecteerbaar door op de knop te drukken 3;
indicatie AUTO, gekoppeld aan het droogprogramma en de knop 4.
9.3 - Indicatie programmavoortgang: VOORWAS
, HOOFDWAS , SPOELEN , CEN-
TRIFUGEREN
, OVERDOSERING , EXTRA SPOELEN , DROGEN , DROGEN ANTI-
KREUKEL-fase
- symbolen,
Het display van het programmaverloop toont de was- of droogfases van het gekozen pro-
gramma. Tijdens een cyclus knippert er een zwarte lijn onder het fasesymbool van het lo-
pende programma. Na afloop van elke fase brandt het streepje onder het overeenkomstige
symbool continu.
Als het lampje van het symbool OVERDOSERING aan het einde van het programma gaat
branden, dan betekent dit dat er te veel wasmiddel gebruikt is.
9.4 - DEUR
- symbool (Deur vergrendeld)
Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden:
het symbool brandt: de deur kan niet geopend worden. Het apparaat voert een was-
of droogprogramma uit.
het symbool is uit: De deur kan nu geopend worden. Het was- of droogprogramma is
afgelopen.
9.5 - Opties: VOORWAS
, VLEKKEN , BEHOEDZAAM , DAGELIJKS , SUPERSNEL
- symbolen
9.6 - KINDERSLOT
- symbool
9.7 - Het display toont de volgende informatie:
Duur van het gekozen programma
Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in uren en minuten weerge-
geven (bijvoorbeeld
) . De duur wordt automatisch berekend op basis van de aan-
bevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt
de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Uitgestelde start
De gekozen tijdsduur van het uitstel (20 uur max) die door middel van de bijbehorende
toets is ingesteld, verschijnt gedurende een paar seconden op het display (bijvoorbeeld
), daarna verschijnt de duur van het eerder gekozen programma.
Het symbool STARTUITSTEL verschijnt op het display. De vertragingstijd neemt elk uur
met eenheden van een uur af, daarna, wanneer er nog 1 uur resteert, neemt de tijd af
met eenheden van één minuut.
Gekozen droogtijd
Nadat u een droogprogramma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in minuten en/of uren
(max. 250 min.).
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Verkeerde optiekeuze
Als een optie wordt gekozen die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma,
wordt de boodschap Err weergegeven voor een paar seconden en gaat het gele licht van
knop 7 knipperen.
8
Alarmcodes
In geval van problemen met de werking kunnen er alarmcodes weergegeven worden, bij-
voorbeeld (zie hoofdstuk «Wat te doen als...»).
Einde van het programma
Als het programma is afgelopen verschijnt er een knipperende nul op het display, het
DEUR symbool verdwijnt en de deur kan geopend worden.
9.8 - DROOGTIJD-duur
- symbool
9.9 - UITGESTELDE START
- symbool
HET EERSTE GEBRUIK
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de instal-
latie-instructies.
Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel.
Laat, voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt, het katoenprogramma op de
hoogste temperatuur draaien zonder wasgoed in de machine, zodat eventuele fabricage-
resten uit de trommel en de kuip worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmid-
del in het vakje voor de hoofdwas en start de machine.
PERSONALISERING
Geluidssignalen
De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen
zal zijn:
aan het einde van een cyclus
in geval van problemen met de werking.
Door ongeveer 6 seconden op de toetsen 4 en 5 te drukken, wordt het geluidssignaal uitge-
schakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op deze
twee toetsen te drukken wordt het geluidssignaal weer geactiveerd.
Kinderslot
Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen zor-
gen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen.
Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is.
Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen:
Voor het drukken op knop 7: kan de machine niet worden gestart.
Na het drukken op knop 7: kan een ander programma of andere optie niet worden ge-
wijzigd.
Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de
toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 9.6 op het display verschijnt of van het display
verdwijnt.
Het eerste gebruik
9
DAGELIJKS GEBRUIK
Wasgoed in de machine doen
1. Open de deur voorzichtig door de hand-
greep naar buiten te trekken. Doe het
wasgoed stuk voor stuk in de trommel;
schud het eerst zo goed mogelijk uit.
2. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het
sluiten een klik horen.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet tussen de deur en de
rubber pakking terecht komen.
Alleen wassen
Wasmiddel en wasverzachter doseren
Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en
wasmiddel.
1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk
naar buiten. Meet de vereiste hoeveel-
heid wasmiddel af en giet het vervol-
gens in het vakje voor de hoofdwas
en als u een programma wilt uitvoeren
met voorwas-fase of met de vlekken-
functie, dient u het wasmiddel of de
vlekkenverwijderaar in het vak te gieten
.
10 Dagelijks gebruik
2. Giet, indien gewenst, wasverzachter in
het vakje
(de gebruikte hoeveelheid
mag de markering MAX in de lade niet
overschrijden). Schuif de wasmiddellade
er weer voorzichtig in.
Kies het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1)
U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de
programmatabellen op te volgen (zie «Wasprogramma's»).
Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop
bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgan-
gen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed.
Bij het kiezen van een programma, worden de symbolen van het programmaverloop en de
symbolen die overeenkomen met de droogtegraad volgens het ingestelde programma op
het display aangegeven.
Het controlelampje van toets 7 gaat knipperen en op het display verschijnt de duur van het
gekozen programma.
De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid.
Stand
komt overeen met een koude was, de stand om het programma te resetten/ de
machine uit te schakelen.
Aan het einde van het programma moet de programmakeuzeknop op stand,
om
de machine uit te schakelen.
Als u de programmakeuzeknop op een ander programma zet als de machine in werking is,
zal het gele controlelampje van de toets 7 3 keer knipperen en de boodschap Err wordt
getoond op het display om aan te geven dat er een verkeerde keuze is gemaakt. De machine
zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren.
Kies het centrifugetoerental, de optie NACHTCYCLUS- of SPOELSTOP (toets 2)
Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maximale
centrifugetoerental voor dat programma voor.
Druk herhaaldelijk op deze toets om het centrifugetoerental te veranderen, als u wilt dat
uw wasgoed op een ander toerental wordt gecentrifugeerd dan het door de machine voor-
gestelde toerental.
SPOELSTOP: als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om te
voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Aan het einde van het programma wordt een knippe-
rende
en het SPOELSTOP-symbol op het display, het DEUR-symbool (deur vergrendeld)
Dagelijks gebruik 11
blijft branden, het controlelampje van toets 7 gaat uit. De deur is geblokkeerd om aan te
geven dat het water weggepompt moet worden.
NACHTCYCLUS: als u deze optie kiest zal de machine het water na de laatste spoelgang niet
afvoeren, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Omdat er niet wordt gecentrifugeerd,
is deze wascyclus zeer stil en geschikt om 's nachts of in de voordeeluren te wassen. Bij
sommige programma's gebruiken de spoelgangen meer water. Aan het einde van het pro-
gramma wordt een knipperende
en het SPOELSTOP-symbol op het display, het DEUR-
symbool blijft branden, het controlelampje van toets 7 gaat uit. De deur is geblokkeerd om
aan te geven dat het water weggepompt moet worden.
SPOEL STOP of NACHTCYCLUS kunnen niet gekozen worden bij een NON-STOP pro-
gramma (zie deel Drogen). Zie voor het wegpompen van het water hoofdstuk «Aan het
einde van het programma».
Programmakeuzetoetsen
Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden.
WAARSCHUWING!
Niet alle opties kunnen onderling worden gecombineerd. De symbolen van de opties die
niet gecombineerd kunnen worden verdwijnen.
Als er een optie die niet gecombineerd kan worden met het ingestelde wasprogramma of
een andere optie wordt gekozen, de melding Err gedurende enkele seconden weergegeven
en begint het gele controlelampje van toets 7 knipperen.
U moet de opties kiezen nadat u het programma heeft gekozen maar voordat u toets 7
indrukt. Druk op knop 5: alle optiesymbolen verschijnen op het display.
Om door alle beschikbare opties te bladeren, op toets 5 drukken. Het overeenkomstige sym-
bool verschijnt op het display en begint te knipperen.
Druk op de toets 6 om uw keuze te activeren en te bevestigen. Er verschijnt een zwart
streepje onder het gekozen symbool om aan te geven dat deze optie ingesteld is. Druk op
dezelfde toets om de optie uit te schakelen.
Na het kiezen van de opties, enkele seconden wachten tot het display is teruggekeerd naar
de standaardstatus. De gekozen opties verschijnen op het display.
Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk «Wasprogram-
ma's».
VOORWAS optie
Kies deze optie als u wilt dat uw wasgoed op 30°C wordt voorgewassen voor de hoofdwas.
De voorwas eindigt met kort centrifugeren bij programma's voor katoen en synthetische
stoffen, terwijl bij het programma voor fijne was alleen het water wordt weggepompt.
Het bijbehorende symbool verschijnt op het display.
Deze optie wordt aanbevolen voor sterk vervuild wasgoed.
VLEKKEN optie
Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met vlek-
kenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase).
Het bijbehorende symbool verschijnt op het display.
12 Dagelijks gebruik
Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C.
Als u een programma wilt laten draaien met de optie VLEKKEN, giet dan vlekkenzout in het
vakje
.
Optie BEHOEDZAAM
Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit beperkt verminderd. De machine voegt een
spoelgang toe in de programma's voor katoen en synthetische stoffen. Het bijbehorende
symbool verschijnt op het display.
Deze optie kan niet gekozen worden samen met de optie Extra spoelgang.
Deze optie wordt aanbevolen voor niet kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak ge-
wassen worden.
Optie DAGELIJKS
Als u deze optie kiest, kunt u de wasduur voor normaal vervuild wasgoed wijzigen om licht
vervuild wasgoed te wassen.
Het display geeft het bijbehorende symbool en de verkorte wastijd weer.
Te gebruiken voor dagelijkse was.
Optie SUPERSNEL
Als u deze optie kiest, kunt u de wasduur verkorten om licht vervuild wasgoed te wassen.
Het display geeft het bijbehorende symbool en de verkorte wastijd weer. Uitsluitend te ge-
bruiken voor heel licht vervuild wasgoed. Wij adviseren u om een kleinere hoeveelheid was
in de machine te doen.
EXTRA SPOELGANG optie (aanvullende spoelgang)
Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige huid
(allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met een ex-
tra hoeveelheid water te spoelen (extra spoelgang). Het bijbehorende symbool verschijnt op
het display en deze optie is actief voor het gekozen wasprogramma.
Als u deze optie permanent in wilt schakelen, druk dan tegelijkertijd gedurende enkele se-
conden op de toetsen 2 en 3: het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Als u de
optie wilt annuleren drukt u dezelfde toetsen in tot het symbool verdwijnt.
START/PAUZE selecteren (toets 7)
Om het gekozen programma te starten, op toets 7, het bijbehorende rode controlelampje
stopt met knipperen.
Het DEUR symbool verschijnt op het display om aan te geven dat de machine is gestart en
dat de deur vergrendeld is.
Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op toets 7: het bijbehorende rode con-
trolelampje gaat knipperen.
Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken, toets
7 nogmaals indrukken. Als u een uitgestelde start gekozen heeft, begint de machine af te
tellen.
Als er een verkeerde optie is geselecteerd, knippert het gele controlelampje van toets 7 3
keer knipperen en de boodschap Err wordt een paar seconden weergegeven.
Dagelijks gebruik
13
De UITGESTELDE START selecteren (toets 8)
Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. De start van het hoofdwasprogramma
kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervolgens steeds met 1 uur tot een maximum
van 20 uur met deze toets worden uitgesteld.
Voordat u het programma start, als u de start wilt uitstellen, drukt u herhaaldelijk op de
toets om het gewenste uitstel te selecteren.
Het gekozen uitstel verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden op het display, daarna ver-
schijnt de duur van het programma weer. Het geselecteerde symbool verschijnt op het dis-
play.
U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u de toets 7.
U kunt de uitgestelde start op elk moment wijzigen of annuleren, voordat u drukt op toets
7.
De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u later, tijdens de uitgestelde start, nog
wasgoed in de trommel wilt stoppen, druk dan op toets 7 om de machine op pauze te zet-
ten. Wanneer het Deur symbool verdwijnt, kan de deur geopend worden. Voeg het wasgoed
toe, doe de deur dicht en druk opnieuw op toets 7.
De uitgestelde start kiezen.
Kies het programma en de gewenste opties.
Kies de uitgestelde start.
Druk herhaaldelijk op knop 7: de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het pro-
gramma zal beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen.
Startuitstel annuleren
Zet de wasmachine op PAUZE door te drukken op toets 7;
Druk op knop 8 tot het symbool
’ wordt weergegeven;
Druk op de toets 7 om het programma te starten.
Het gekozen uitstel kan alleen veranderd worden nadat u het wasprogramma opnieuw ge-
kozen heeft.
De functie Uitgestelde Start kan niet geselecteerd worden bij het waterafvoerprogramma.
Een optie of lopend programma wijzigen
Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voordat
u iets kunt veranderen, moet u het apparaat pauzeren door op de toets 7 te drukken.
U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten.
Draai de programmaknop eerst op
en dan op de stand van het nieuwe programma.
Druk nogmaals op toets 7 om het nieuwe programma te starten. Het water in de trommel
zal niet worden afgevoerd.
Een programma onderbreken
Druk op de toets 7om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende lampje be-
gint te knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten.
Een programma annuleren
Zet de programmakeuzeknop op om een lopend programma te annuleren. U kunt nu
een nieuw programma kiezen.
14 Dagelijks gebruik
De deur openen nadat het programma is gestart
Als de machine bezig is en tijdens de vertragingstijd is de deur vergrendeld. Mocht het om
enigerlei reden noodzakelijk zijn de deur te openen, dient eerst de machine op pauze te
worden gezet door te drukken op toets 7.
Als het DEUR-symbool van het display verdwijnt, kan de deur worden geopend.
Als het DEUR-symbool niet uit gaat en de deur vergrendeld blijft, betekent dit dat de ma-
chine al aan het opwarmen is of dat het waterniveau te hoog is. In dat geval kan de deur
niet worden geopend.
Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u de machine uit door de
keuzeknop op
. Na een paar minuten kan de deur geopend worden (let op het waterni-
veau en de temperatuur!).
Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma opnieuw selecteren en op de toets
7.
Aan het einde van het programma
De machine stopt automatisch. Het controlelampje van toets 7 gaat uit en een knipperende
verschijnt op het display. Gedurende enkele minuten klinkt het geluidssignaal.
Als u een programma of optie gekozen heeft waarbij het water in de kuip blijft staan,
Voordat het water wordt afgepompt, blijft de trommel regelmatig draaien tot het water
wordt afgepompt.
Volg onderstaande instructie om het water af te voeren:
zet de programmakeuzeknop op
selecteer het programma voor pompen of centrifugeren.
verlaag indien nodig het centrifugetoerental met de betreffende toets
druk op de toets 7:
Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende
. Op het
display verdwijnt het DEUR-symbool. De deur kan nu worden geopend.
Draai de programmakeuzeknop op
om de machine uit te schakelen. Verwijder het was-
goed uit de trommel en controleer goed of de trommel leeg is.
Als u niet van plan bent om nog een was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur
open staan om vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen.
Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na enkele minuten het energiebespa-
ringssysteem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verminderd. Door op een
willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus.
GEBRUIK - DROGEN
Alleen drogen
De aanbevolen lading bedraagt 4 kg voor katoen en linnen en 3 kg voor synthetica.
Door te drukken op de knop met de droogtijd kan er max. 6 kg katoenen wasgoed worden
gedroogd (zie de tabel «Droogprogramma»).
15
De waterkraan moet open staan en de afvoerslang moet in de gootsteen geplaatst
zijn of op de afvoerpijp aangesloten zijn.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Selecteer voor optimale droogresultaten een centrifugeercyclus op het maximaal toe-
gestane centrifugesnelheid voor het type wasgoed.
3. Selecteer het droogprogramma voor katoen of synthetica in de sector DROGEN van de
programmakeuzeknop. De symbolen DROGEN en ANTIKREUK, de fases waaruit het pro-
gramma bestaat, verschijnen op het display. Tegelijkertijd gaan de symbolen die bij de
graden van het ingestelde programma/weefsel horen en «AUTO» branden.
4. Selecteer het automatisch drogen door te drukken op toets 3.
Met deze toets kunt u de gewenste droogtegraad kiezen. De machine past de duur
van de droogcyclus automatisch aan de gekozen droogtegraad aan. Als u op deze
toets drukt, verschijnt er een zwart streepje onder het gekozen symbool om aan te
geven dat er een droogtegraad is ingesteld. De melding «AUTO» verdwijnt. Op het
display wordt de duur van de droogcyclus weergegeven. Het controlelampje van
toets 7 gaat knipperen. Druk op toets 7 om het programma te starten. Een zwart
streepje knippert onder het symbool DROGEN.
Selecteer de tijdsduur voor het drogen door te drukken op toets 4
Met deze toets kunt u de duur van de droogcyclus kiezen van 10 tot 250 minuten,
afhankelijk van het soort textiel (katoen of synthetica). Druk op deze knop totdat de
door u gewenste droogtijd op het display verschijnt. Telkens als u deze toets indrukt
wordt de droogtijd met 5 minuten verhoogd. Het symbool TIJDSDUUR DROOGTIJD
verschijnt gedurende enkele seconden op het display. Druk op toets 7 om het pro-
gramma te starten. Een zwart streepje knippert onder het symbool DROGEN.
Opmerking!
De programmeertijd zal automatisch met enkele minuten verlengd worden.
Informatie
Als u maar 10 minuten aan droogfase instelt met de toets getimed drogen, dan
voert het apparaat alleen een koelfase uit.
5. Druk op knop 7 om het programma te starten.
Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
Opmerking!
De verschillende soorten katoenen stof (handdoeken, lakens, shirts enz.) of wasgoed
dat wordt opgerold tijdens het centrifugeren kan leiden tot gedeeltelijke droging. In
het uitzonderlijke geval dat aan het einde van de cyclus het wasgoed nog een beetje
nat is, raden we aan de opgerolde stukken open te vouwen, deze gelijkmatig te verde-
len in de trommel en een extra droogcyclus van 20-30 minuten te selecteren.
6. Aan het einde van het droogprogramma klinkt er een zoemer. Een knipperende « 0»
verschijnt op het display. Op dit punt begint er een antikreukfase, die ongeveer 10 mi-
nuten duurt. Tijdens deze fase verschijnt het ANTIKREUK -symbool op het display. Het
DEUR-symbool blijft branden. De deur kan niet geopend worden.
16 Gebruik - Drogen
Als u de deur vóór of tijdens de antikreukfase toch wilt openen, of het programma wilt on-
derbreken, druk dan op een willekeurige toets of draai de programmakeuzeknop op een wil-
lekeurig programma (behalve O), de deur kan onmiddellijk geopend worden of na een paar
minuten, dit is afhankelijk van het model. (Probeer in geen geval de deur te openen als deze
vergrendeld is!) .
7. Zet de programmakeuzeknop op O om de machine uit te schakelen.
8. De trommel legen.
Automatisch wassen en drogen (NON-STOP-programma)
Voor NON-STOP-programma’s bedraagt de aanbevolen lading 4 kg voor katoen en 3 kg voor
synthetica.
Er kan worden gedroogd tot 6 kg katoenen wasgoed door alleen te drukken op de droog-
tijdknop (zie tabel «Droogprogramma »).
LET OP!
Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma
uitvoert.
1. Wasgoed in de machine doen.
2. Voeg wasmiddel en een wasverzachter toe.
3. Schakel de machine in door de keuzeknop op het gekozen wasprogramma/stof te zet-
ten.
4. Selecteer de gewenste opties door middel van de desbetreffende toetsen.
Kies, indien mogelijk, geen centrifugetoerental dat lager is dan de snelheid die de machine
heeft voorgesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo energie te besparen.
Het verlagen van het centrifugetoerental is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u "dro-
gen" gekozen heeft.
De laagst mogelijke waarden die u kunt kiezen zijn:
900 tpm voor katoen en synthetica met elektronisch drogen;
900 tpm voor katoen en 700 tpm voor stoffen met ingestelde droogtijd.
5. Selecteer de droogtijd door te drukken op knop 4 of de droogheidsgraad door te druk-
ken op knop 3. Het display toont de hele duur van het wasprogramma en de geselec-
teerde droogcyclus.
Als u een wasprogramma instelt en met een droogcyclus van 10 minuten door te drukken
op knop 4, dan toont het display de totale duur van het programma inclusief de afwikkeling
en de afkoelfase.
6. Start het programma door te drukken op toets 7. Na de start van het programma
wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt.
7. Volg, aan het einde van het programma, de aanwijzingen van het vorige hoofdstuk.
8. De trommel legen.
Pluisjes op kleding
Tijdens de WAS- EN/OF DROOGFASE kunnen bepaalde soorten stof, een sponsdoekje, wol of
een trui, pluisjes afgeven.
Deze vrijgegeven pluisjes kunnen aan de stoffen kleven tijdens de volgende cyclus.
Dit nadeel verergert bij technische stoffen.
Om pluisjes op uw kleding te voorkomen wordt aanbevolen om:
17
geen donkere stoffen te wassen na het wassen en drogen van lichte stoffen (nieuwe
fleece, wol en in het bijzonder sweaterstof) en vice versa.
dit soort stoffen in openlucht te laten drogen wanneer ze voor het eerst gewassen zijn.
Het afvoerfilter te reinigen:
Na de droogfase, reinig de lege trommel, de pakking en de deur grondig met een natte
doek.
Laat een speciaal programma lopen om pluisjes in de trommel te verwijderen:
Reinig de lege trommel, de pakking en de deur grondig met een natte doek.
Draai de programmakeuzeknop op het spoelprogramma.
Activeer de reinigingsfunctie door gelijktijdig op de knop 5 en de knop 8 te drukken tot
CLE op het display verschijnt.
Druk op toets 7 om het programma te starten.
WASPROGRAMMA'S
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type
wasgoed
Opties Wasmiddelvakje
KATOEN - BLANC/COULEURS
95° - 60°
Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het
maximale toerental
Max. belading 8 kg - gereduceerde lading 4 kg
1)
Wit katoen (zwaar tot normaal vervuild wasgoed).
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELEN
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
40 - 60 MIX
40°
Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het
maximale toerental
Max. belading 8 kg
Wit en bont katoen Dit programma kan gebruikt
worden voor wasgoed dat apart gewassen moet wor-
den op 40°C of 60°C. Zo kunt u de trommel maximaal
beladen en energie en water besparen. U krijgt het-
zelfde goede wasresultaat als van een normaal pro-
gramma op 60°C.
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELEN
18 Wasprogramma's
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type
wasgoed
Opties Wasmiddelvakje
KATOEN - BLANC/COULEURS
60° - 40° - 30°
Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het
maximale toerental
Max. belading 4 kg
Wit en bont katoen (normaal of licht vervuild was-
goed).
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
3)
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELEN
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
SYNTHETICA -SYNTHÉTIQUES
60° - 50° - 40° - 30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 4 kg - gereduceerde lading 2 kg
Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, ge-
kleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blou-
ses.
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
3)
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELEN
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
STRIJKVRIJ PLUS - REPASSAGE FACILE PLUS
40°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 1,5 kg
Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen en
gecentrifugeerd moeten worden.Als u dit program-
ma kiest wordt het wasgoed behoedzaam gewassen
en gecentrifugeerd om eventuele kreukels te voorko-
men. Op deze manier kunt u gemakkelijker strijken.
Bovendien zal de machine extra spoelgangen uitvoe-
ren.
KORT CENTRIFUGE-
REN
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
EXTRA SPOELEN
FIJNE WAS - DÉLICATS
40° - 30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading kg 4 - Gereduceerde lading kg 2
Fijne was: acryl, viscose, polyester.
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
3)
EXTRA SPOELEN
DAGELIJKS
SUPERSNEL
1)
Wasprogramma's 19
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type
wasgoed
Opties Wasmiddelvakje
WOL PLUS - LAINE PLUS (HANDWAS)
30° - Koud
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 2 kg
Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en
voor met de hand wasbare wol en fijne stoffen. Op-
merking: Een enkel of groot stuk wasgoed kan onba-
lans veroorzaken. Als de machine de laatste centrifu-
gefase niet uitvoert, voeg dan meer wasgoed toe, ver-
deel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens
het centrifugeprogramma.
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
ZIJDE - SOIE
30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 1 kg
Het programma voor fijne was is geschikt voor artike-
len van zijde en gemengde synthetische weefsels.
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
KORT SPOELEN - RINÇAGES DÉLICATS
Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 8 kg
Met dit programma is het mogelijk om kledingstuk-
ken die met de hand gewassen zijn uit te spoelen en
te centrifugeren. De machine voert enkele spoelgan-
gen uit, gevolgd door een laatste centrifugegang.
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
POMPEN - VIDANGE
Afvoeren van het water
Max. belading 8 kg
Om het laatste spoelwater af te voeren in program-
ma’s met de optie geselecteerd, waardoor het pro-
gramma eindigt met water in de trommel.
CENTRIFUG. - ESSORAGE
Pompen en lang centrifugeren op maximaal toerental
Max. belading 8 kg
Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken
die met de hand gewassen moeten worden en na
programma’s met de optie geselecteerd, waardoor
het programma eindigt met water in de trommel.
Voordat u dit programma kiest moet de keuzeknop op
gedraaid zijn
. U kunt de snelheid met behulp van
de betreffende toets aanpassen aan de weefsels die
gecentrifugeerd moeten worden.
KORT CENTRIFUGE-
REN
20 Wasprogramma's
Programma – Maximale en minimale temperatuur
- Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type
wasgoed
Opties Wasmiddelvakje
20 MIN. - 3 KG
30°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 3 kg
Dit programma kan gebruikt worden voor het snel
wassen van sportartikelen, of katoenen en syntheti-
sche artikelen die licht vervuild of slechts eenmaal
gedragen zijn.
KORT CENTRIFUGE-
REN
KORT INTENSIEF - INTENSIF
60° - 40°
Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren
Max. belading 5 kg
Snel wasprogramma, te gebruiken voor licht vervuilde
witte/bonte katoenen artikelen en gemengde weef-
sels.
KORT CENTRIFUGE-
REN
SPOELSTOP
EXTRA SPOELEN
ECO - ECONOMIQUE
60°
Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het
maximale toerental
Max. belading 8 kg
Wit en kleurecht katoen.
Dit programma kan worden gekozen voor licht of
normaal vervuilde katoenen artikelen. De tempera-
tuur wordt verlaagd en de wasduur wordt verlengd.
Hierdoor kunt u een goede wasefficiëntie bereiken en
tegelijk energie besparen.
KORT CENTRIFUGE-
REN
NACHTCYCLUS
SPOELSTOP
VOORWAS
2)
VLEKKEN
BEHOEDZAAM
EXTRA SPOELEN
= UIT - ARRÊT
Om het lopende programma te annuleren of om de
machine uit te schakelen .
1) Als u de optie Supersnel selecteert door te drukken op toets 5, raden we u aan de maximale belading te
beperken, zoals aangegeven. Volledige belading is mogelijk, de wasresultaten zullen echter minder goed zijn.
2) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, moet u een programma zonder voorwas selecteren.
3) De optie VLEKKEN kan alleen worden gekozen bij een temperatuur van 40°C of hoger.
DROOGPROGRAMMA'S
Automatische programma's
Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van badstof
Katoen en linnen (badjas-
sen, badhanddoeken, enz.)
4 kg
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor-
den opgeborgen.
Katoen en linnen (badjas-
sen, badhanddoeken, enz.)
4 kg
Droogprogramma's 21
Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die ongestreken wor-
den opgeborgen.
Synthetische en gemengde
weefsels (truien, blouses, on-
dergoed, huishoudlinnen)
3 kg
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die gestreken moeten
worden
Katoen en linnen (lakens,
tafelkleden, overhemden,
enz.)
4 kg
Tijdgestuurde programma's
Droogheidsgraad Soort weefsel
Te drogen
wasgoed
Centrifuge-
snelheid
Aangeraden
droogtijd in
minuten
EXTRA DROOG
Ideaal voor artikelen van bad-
stof
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
6 kg
4 kg
2 kg
1400
200-220
125-135
75-85
KASTDROOG
1)
Geschikt voor artikelen die on-
gestreken worden opgeborgen
Katoen en linnen
(badjassen, bad-
handdoeken, enz.)
6 kg
4 kg
2 kg
1400
190-210
115-125
65-75
KASTDROOG
Geschikt voor artikelen die on-
gestreken worden opgeborgen
Synthetische en
gemengde weef-
sels (truien, blou-
ses, ondergoed,
huishoudlinnen)
3 kg
1 kg
1200
105-115
40-50
STRIJKDROOG
Geschikt voor artikelen die ge-
streken moeten worden
Katoen en linnen
(lakens, tafelkleden,
overhemden, enz.)
6 kg
4 kg
2 kg
1400
160-180
95-105
55-65
1) Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor katoen voor de gegevens die
op het energielabels staan worden getest door de maximale belading in twee gelijke delen te verdelen en deze
elk met DROOGTIJD te drogen.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
De was sorteren
Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de
wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch, fij-
ne was, wol.
22 Nuttige aanwijzingen en tips
Temperaturen
95° of 90°
voor normaal vervuild wit katoen en linnen (bijv. theedoeken,
handdoeken, tafelkleden, lakens...)
60°/50°
voor normaal vervuilde kleurechte kleding (bijv. overhemden,
nachthemden, pyjama's...) van linnen, katoen of synthetische
weefsels en voor licht vervuild wit katoen (bijv. ondergoed)
40°-30°- Koud
voor tere weefsels (bijv. vitrage), gemengde was inclusief syntheti-
sche weefsels en wollen kledingstukken met het label «zuiver wol,
wasbaar in de machine, krimpvrij»
Voordat u de was in de machine doet
Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen.
Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit
soort kleding de eerste keer dan ook apart.
Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen in het wasgoed achterblijven (bijv.
haarspeldjes, veiligheidsspelden, spelden).
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange rie-
men vast.
Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen.
Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta.
Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net.
Maximale belading
De aanbevolen belading is te vinden in hoofdstuk "Wasprogramma's".
Algemene regels:
Katoen, linnen: trommel vol maar niet volgepropt;
Synthetica: trommel niet meer dan half vol;
Fijne was en wol: trommel niet meer dan een derde gevuld.
Indien u wast met een maximale belading maakt u efficiënt gebruik van water en energie.
Als de kleding sterk vervuild is, verminder dan de belading.
Het gewicht van wasgoed
De volgende gewichten zijn een indicatie:
De volgende gewichten zijn een indicatie:
badjas 1200 g
dekbedovertrek 700 g
heren overhemd 600 g
laken, herenpyjama 500 g
tafelkleed 250 g
kussensloop, toilethanddoek, nachtjapon, herent-shirt 200 g
theedoek, damesondergoed, zakdoek, blouse, herenondergoed 100 g
Nuttige aanwijzingen en tips 23
Vlekken verwijderen
De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water
en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het kle-
dingstuk te wassen.
Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht
in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen.
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte
doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een
zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt
gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval
beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en
kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte
weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton
1)
, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep
de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met
brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur
of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmid-
del.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton
1)
en dan met azijn-
zuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna grondig
uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, ver-
volgens inwrijven met reinigingspasta.
Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het gebruik
van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen.
Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoe-
veelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de
kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden ge-
bruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels;
waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol;
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C
max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddel-
lade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart.
1) Gebruik geen aceton op kunstzijde.
24 Nuttige aanwijzingen en tips
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas
te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van ge-
concentreerd wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden
en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet.
Graden van waterhardheid
De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie
over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetref-
fende waterleidingbedrijf.
Een waterontharder moet worden toegevoegd als het water een gemiddeld-hoge hard-
heidsgraad heeft (vanaf hardheidsgraad II). Volg de instructies van de fabrikant op. De hoe-
veelheid wasmiddel kan altijd worden aangepast aan de hardheidsgraad I (=zacht).
Niveau Kenmerk
Graden van waterhardheid
Duits °dH Frans °T.H
1 zacht 0-7 0-15
2 gemiddelde 8-14 16-25
3 hard 15-21 26-37
4 erg hard > 21 > 37
TIPS VOOR HET DROGEN
De droogcyclus voorbereiden
De droger werkt op het principe van condensatie.
Daarom moet de waterkraan open staan en moet de afvoerslang, ook gedurende de
droogcyclus, in een gootsteen of een afvoerpijp geplaatst zijn.
Belangrijk!
Voordat u het droogprogramma start, moet u de hoeveelheid gewassen artikelen verminde-
ren, teneinde goede resultaten te verkrijgen.
Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger
Bijzonder tere artikelen zoals synthetische gordijnen, wol en zijde, kleding met metalen
onderdelen, nylon kousen, omvangrijke kledingstukken zoals anoraks, spreien, gewatteer-
de dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden.
Droog donkere kleding niet tegelijk met licht gekleurde pluizige voorwerpen als hand-
doeken, want donkere kleding kan dan pluis aantrekken.
Verwijder het wasgoed wanneer het apparaat klaar is met drogen.
Om statische lading na het drogen te voorkomen gebruikt u een wasverzachter in de
wasmachine of een speciaal voor wasdrogers verkrijgbare wasverzachter.
Kledingstukken gevoerd met schuimrubber of op schuimrubber lijkend materiaal mogen
niet in de machine gedroogd worden; dit kan brandgevaar opleveren.
Tips voor het drogen
25
Evenmin mogen stoffen die resten bevatten van haarversteviger of haarlak, nagellakrem-
over en dergelijke gedroogd worden in de machine om de vorming van schadelijke dam-
pen te voorkomen.
De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddel-
lade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas
te worden gekozen.
De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van ge-
concentreerd wasmiddel mogelijk maakt.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden
en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet.
Wasvoorschriften in de kleding
Volg voor het drogen de aanwijzingen van de fabrikant op het label op:
= mag in de wasdroger
= Drogen op hoge temperatuur
= Drogen op lage temperatuur
= Niet geschikt voor de wasdroger.
Duur droogcyclus
De droogtijd kan variëren afhankelijk van:
toerental van de laatste centrifugegang
gewenste droogtegraad (strijkdroog, kastdroog)
soort wasgoed
gewicht van de hoeveelheid wasgoed.
De gemiddelde droogtijd voor een tijdgestuurd droogprogramma vindt u in het hoofdstuk
"Droogprogramma's". De ervaring zal u helpen uw wasgoed op de meest geschikte wijze te
drogen, afhankelijk van de verschillende weefsels. Maak wat aantekeningen over de duur
van het drogen van reeds uitgevoerde cycli.
Extra drogen
Als het wasgoed nog vochtig is na afloop van het droogprogramma, kies dan nog een korte
droogcyclus.
WAARSCHUWING!
Laat het wasgoed niet te droog worden om te voorkomen dat kledingstukken erg
gekreukt raken of krimpen.
ONDERHOUD EN REINIGING
U moet het apparaat LOSKOPPELEN van de elektrische voeding, voordat u welke reinigings-
of onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren.
Ontkalken
Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig een
waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en
volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voorkomt u de
vorming van kalkaanslag.
26 Onderhoud en reiniging
Na elke wasbeurt
Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaangename
luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje open te laten staan na een
wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard.
Onderhoudswasbeurt
Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant van
de trommel blijft zitten.
Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren.
Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren:
Moet de trommel leeg zijn.
Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen.
Moet u een normale hoeveelheid wasmiddel gebruiken, dit moet waspoeder zijn met bio-
logische eigenschappen.
Schoonmaken van de buitenkant
Maak de buitenkant van de behuizing van het apparaat alleen schoon met water en zeep,
droog het daarna grondig af.
Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant van
de machine te reinigen.
Wasmiddellade
De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt.
1. Verwijder de wasmiddellade door hem stevig naar buiten te trekken.
2. Verwijder het tussenschotje van de was-
verzachter uit het middelste vakje.
3. Maak alle onderdelen schoon met water.
4. Schuif het tussenschotje van de wasver-
zachter zo ver mogelijk naar binnen, zo-
dat het stevig op zijn plaats zit.
5. Maak het gehele inspoelbereik met een
borstel schoon, in het bijzonder de
sproeimonden in de bovenkant van in-
spoelvakjes.
6. Plaats de wasmiddellade in de geleide-
rails en duw hem naar binnen.
Wastrommel
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de
was of door leidingwater dat ijzer bevat.
Onderhoud en reiniging 27
Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor
bevatten of ijzer of staalwol.
1. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij
staal.
2. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van reinigingsmiddelen te
verwijderen.
Programma: Kort katoenprogramma op maximale temperatuur en voeg ong. een kwart
maatbeker wasmiddel toe.
Deurrubber
Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal
evt. aanwezige voorwerpen weg die in de man-
chet terecht zijn gekomen.
Afvoerpomp
De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als:
de machine niet pompt en/of niet centrifugeert
de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van veiligheids-
spelden, munten, enz. die de pomp blokkeren.
Ga als volgt te werk:
1. Schakel de wasautomaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld.
3. Open het pompdeurtje.
4. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp om het vrijkomende water op te vangen.
5. Maak de noodafvoerslang los, hang hem in de opvangbak en verwijder de stop ervan.
28 Onderhoud en reiniging
6. Als er geen water meer naar buiten
komt, de pomp losschroeven en verwij-
deren. Houd altijd een oude doek bij de
hand om het eventueel gemorste water
te kunnen opvegen als u de pomp ver-
wijdert.
7. Verwijder eventuele voorwerpen uit het schoepenrad van de pomp, door dit rond te
draaien.
8. Plaats de dop terug op de noodafvoers-
lang en zet de slang terug op zijn plaats.
9. Schroef de pomp weer helemaal vast.
10. Sluit het pompdeurtje.
WAARSCHUWING!
Als het apparaat in werking is en afhankelijk van het gekozen programma kan er heet water
in de pomp aanwezig zijn. Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht al-
tijd tot de machine de cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft ge-
haald. Wanneer u het deksel weer vastschroeft dient u goed te controleren of het stevig is
Onderhoud en reiniging 29
vastgezet om lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen het kunnen ver-
wijderen.
De watertoevoerfilters schoonmaken
Als het apparaat niet met water wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat het water wordt
gevuld, de startknop geel knippert of het display (indien aanwezig) het bijbehorende alarm
toont (zie hoofdstuk "Problemen oplossen" voor meer informatie), moet u controleren of de
watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn.
Om de watertoevoerfilters schoon te maken:
1. Draai de waterkraan dicht.
2. Schroef de slang van de kraan.
3. Reinig het zeefje in de slang met een
harde borstel.
4. Schroef de waterslang weer op de kraan.
Zorg ervoor dat de aansluiting stevig
vast zit.
5. Schroef de slang van het apparaat. Houd
een oude doek bij de hand om eventueel
gemorst water te kunnen opvegen.
6. Maak het filter in de klep schoon met
een stevige borstel of met een doek.
30 Onderhoud en reiniging
7. Schroef de slang terug op de machine
en zorg dat de aansluiting stevig vast
zit.
8. Draai de waterkraan open.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Als de machine op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het vriespunt kan da-
len, ga dan als volgt te werk:
1. Sluit de kraan en schroef de watertoevoerslang los van de kraan;
2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op de vloer
geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen;
3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang weer op
zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst.
Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de vorming
van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen.
Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstemperatuur boven
de 0°C ligt.
Machine legen in geval van nood
Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te laten lopen:
1. trek de stekker uit het stopcontact;
2. draai de waterkraan dicht;
3. wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld;
4. open het pompdeurtje;
5. zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde van de noodafvoerslang in de bak.
Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de opvangbak moeten lo-
pen. Plaats als de opvangbak vol is de stop terug op de slang. Gooi de opvangbak leeg.
Herhaal deze procedure totdat er geen water meer uit de slang komt;
6. reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschreven;
7. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats;
8. schroef de pomp weer vast en sluit het deurtje.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of van on-
oplettendheid; dergelijke problemen kunnen zonder de hulp van een monteur gemakkelijk
Problemen oplossen 31
worden opgelost. Controleer eerst de hieronder staande checklist, voordat u contact op-
neemt met onze Klantenservice.
Tijdens de werking van de machine kan het gele controlelampje van toets 7 gaan knippe-
ren, een van de volgende alarmcodes verschijnt op het display en tegelijkertijd klinken er
om de 20 seconden enkele geluidssignalen waarmee aangegeven wordt dat de machine niet
werkt:
: probleem met de watertoevoer
: probleem met de waterafvoer
: deur open
: Anti-overloopsysteem geactiveerd
Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 7 om het programma opnieuw te starten.
Als het probleem, na alle controles, zich nog steeds voordoet, neem dan contact op met
onze service-afdeling.
Storing Mogelijke oorzaak/oplossing
De wasautomaat start niet:
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
Controleer de elektrische installatie in uw
woning.
De hoofdzekering is doorgebrand.
Vervang de zekering.
De keuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet
op toets 7 gedrukt.
Draai de keuzeknop en druk nogmaals op
toets 7.
De uitgestelde start is gekozen.
Als het wasgoed meteen gewassen moet
worden, annuleer dan de uitgestelde start.
Het kinderslot is geactiveerd.
Schakel deze functie uit.
De machine wordt niet met water gevuld:
De waterkraan is gesloten.
Draai de waterkraan open.
De toevoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de watertoe-
voerslang.
Het filter in de toevoerslang of het inlaatklepfil-
ter is verstopt.
Reinig de watertoevoerfilters. (Zie 'Water-
aanvoerfilters reinigen' voor meer informa-
tie)
De deur is niet goed gesloten.
Doe de deur stevig dicht.
Er stroomt water in de machine en dat loopt
meteen weer weg:
Het uiteinde van de afvoerslang is te laag.
Zie de betreffende paragraaf in het hoofd-
stuk 'Waterafvoer'.
32 Problemen oplossen
Storing Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine pompt het water niet weg en/of
centrifugeert niet:
De afvoerslang is bekneld of geknikt.
Controleer de aansluiting van de afvoerslang.
Het afvoerfilter is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er is een optie of programma gekozen waarbij
het water in de trommel niet wordt wegge-
pompt of een programma dat alle spoelfasen
annuleert.
Kies programma POMPEN of CENTRIFUGE-
REN.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Er ligt water op de vloer:
Er is te veel of een verkeerd wasmiddel gebruikt
(te veel schuimvorming).
Verminder de hoeveelheid wasmiddel of ge-
bruik een ander middel.
Controleer of een van de koppelingen van de
toevoerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd
gemakkelijk te zien, omdat het water langs de
slang naar beneden loopt; controleer of de
slang vochtig is.
Controleer de aansluiting van de watertoe-
voerslang.
De watertoevoerslang is beschadigd.
Vervang deze door een nieuwe.
De dop op de noodafvoerslang is na het
schoonmaken niet teruggeplaatst of het filter is
niet goed vastgeschroefd.
Zet de dop terug op de noodafvoerslang en
draai het filter volledig aan.
Onbevredigende wasresultaten:
Er is te weinig of een verkeerd wasmiddel ge-
bruikt.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een an-
der middel.
Hardnekkige vlekken zijn niet voor aanvang van
het wassen behandeld.
Gebruik normaal in de handel verkrijgbare
producten om hardnekkige vlekken te behan-
delen.
De juiste temperatuur is niet gekozen.
Controleer of u de juiste temperatuur hebt
gekozen.
Te veel wasgoed in de trommel.
Verminder het wasgoed in de trommel.
Problemen oplossen 33
Storing Mogelijke oorzaak/oplossing
De deur gaat niet open:
Het programma loopt nog.
Wacht tot het wasprogramma is afgelopen.
De deur is niet ontgrendeld.
Wacht tot het symbool 9.4uit is.
Er staat water in de trommel.
Kies het programma pompen of centrifuge-
ren om het water af te voeren.
De machine staat te schudden of maakt la-
waai:
De transportbouten en het verpakkingsmateri-
aal zijn niet verwijderd.
Controleer of de machine correct geïnstal-
leerd is.
De steunvoetjes zijn niet afgesteld.
Controleer of de machine goed waterpas
staat.
Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel
verdeeld.
Verdeel het wasgoed opnieuw.
Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed.
Plaats meer wasgoed in de trommel.
Centrifugeren begint traag of de machine
centrifugeert niet:
De elektronische voorziening voor onbalansde-
tectie is ingeschakeld omdat het wasgoed niet
gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het was-
goed wordt opnieuw verdeeld doordat de ma-
chine de trommel in tegenovergestelde richting
ronddraait. Dit kan verschillende keren nodig
zijn voordat de verkeerde balans verdwijnt en
het normale centrifugeren kan worden hervat.
Als na enkele minuten het wasgoed nog steeds
niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal
de machine niet centrifugeren.
Misschien zit er te weinig wasgoed in de
trommel, voeg wat wasgoed toe, verdeel de
lading met de hand en kies dan het program-
ma centrifugeren.
De machine droogt niet of droogt niet goed:
De droogtijd is niet gekozen.
Selecteer de droogtijd.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het afvoerfilter is verstopt.
Maak het afvoerfilter schoon.
Er zit te veel wasgoed in de machine.
Verminder het wasgoed in de trommel.
De gekozen droogtijd of droogtegraad was niet
geschikt voor het wasgoed.
Kies de geschikte droogtijd of droogtegraad
voor het wasgoed.
34 Problemen oplossen
Storing Mogelijke oorzaak/oplossing
De machine maakt een ongebruikelijk geluid:
De machine is uitgerust met een type motor die
vergeleken met andere traditionele motoren
een vreemd geluid maakt. Deze nieuwe motor
zorgt voor een soepelere start en een betere
verdeling van het wasgoed in de trommel tij-
dens het centrifugeren en voor een betere sta-
biliteit van de machine.
Er is geen water zichtbaar in de trommel:
Machines die gebaseerd zijn op moderne tech-
nologie werken erg zuinig en verbruiken weinig
water zonder dat dit ten koste gaat van de
prestatie van de machine.
Op het display verschijnt de alarmcode
:
Anti-overloopsysteem geactiveerd.
Trek de stekker uit het stopcontact, draai de
waterkraan dicht en neem contact op met
onze service-afdeling.
Het wasgoed zit vol met pluisjes van ver-
schillende kleuren:
De stof gewassen in de vorige cyclus heeft
pluisjes met een andere kleur afgegeven.
De droogfase helpt een deel van deze pluisjes
te verwijderen.
Reinig de kleding met een pluisjesverwijde-
raar.
Laat bij veel pluizen in de trommel het speciale
reinigingsprogramma lopen (zie “PLUISJES OP
KLEDING” voor meer details).
Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen,
neem dan contact op met onze Klantenservice.
Noteer alvorens te bellen het model, serienummer
en de aankoopdatum van de machine: de Klan-
tenservice zal om deze informatie vragen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte
Hoogte
Diepte
60 cm
82 cm
63 cm
Technische gegevens 35
Aansluiting aan het elektrici-
teitsnet
Spanning - Totale vermogen -
Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typepla-
tje aan de binnenkant van de deur van het apparaat.
Leidingwaterdruk Minimaal
Maximaal
0,05 MPa
0,8 MPa
Bescherming tegen het binnendringen van vaste stoffen en vocht IPX4
Maximale belading Katoen 8 kg
Maximale belading (droge was) Katoen
Grote capaciteit katoenen was-
goed
Synthetische
4 Kg
6 Kg
3 Kg
Centrifugeersnelheid Maximaal 1400 toeren per minuut
VERBRUIKSWAARDEN
Programma Energieverbruik
(kWh)
Waterverbruik (liter) Programmaduur (Mi-
nuten)
Witte katoen 95° 2.5 62
Raadpleeg voor de
duur van de pro-
gramma's, het dis-
play op het bedie-
ningspaneel.
Katoen 60° 1.7 63
Katoen ECO 60°
1)
1.36 60
Katoen 40° 0.97 62
Synthetische stoffen
40°
0.55 51
Fijne was 40° 0.53 67
Wol/Handwas 30° 0.32 64
1) "Katoen ECO" op 60°C met een belading van 8 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het
energielabels staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG.
De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhankelijk
van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de
omgevingstemperatuur.
MONTAGE-INSTRUCTIES
MONTAGE
Uitpakken
Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten worden verwijderd alvorens de ma-
chine in gebruik te nemen.
36 Verbruikswaarden
Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden gemon-
teerd als de machine ooit nog eens moet worden vervoerd.
1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal
verwijderd heeft, de machine voorzich-
tig op zijn achterkant leggen om de ba-
sis van piepschuim van de onderkant te
kunnen verwijderen.
2. Verwijder het aansluitsnoer en de af-
voerslang van de slanghouders op de
achterkant van het apparaat.
3. Draai de drie bouten los met de sleutel
die bij de machine geleverd is.
Montage 37
4. Schuif de betreffende kunststof afstand-
houders naar buiten.
5. Open de vuldeur, neem de watertoe-
voerslang uit de trommel en verwijder
het polystyreen blokje dat op de afdich-
ting van de deur zit.
6. Maak het kleine gaatje aan de boven-
kant en de twee grotere gaten dicht met
de plastic doppen die in het zakje zitten
van de gebruiksaanwijzing.
7. Sluit de watertoevoerslang aan zoals be-
schreven in paragraaf "Watertoevoer".
38 Montage
Plaatsing en waterpas zetten
Installeer de machine op een vlakke harde vloer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de ma-
chine niet wordt belemmerd door tapijten, vloer-
bedekking, enz.
Voordat u de machine op kleine tegels plaatst, een
rubber mat gebruiken.
Probeer nooit oneffenheden van de vloer te corri-
geren door houten blokjes, karton of iets derge-
lijks onder de machine te plaatsen.
Als het onvermijdelijk is om de machine naast een
gasfornuis of kolenkachel te plaatsen, moet er een
isolatieplaat bedekt met aluminiumfolie aan de
kant van het fornuis of de kachel tussen beide ap-
paraten geplaatst worden.
De machine mag niet geïnstalleerd worden in ruimtes waar de temperatuur onder 0°C kan
komen.
De watertoevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt zijn.
Zorg ervoor dat het apparaat na installatie makkelijk bereikbaar is voor de reparateur voor
het geval er een storing moet worden verholpen.
Zet de machine zorgvuldig waterpas door de stelpootjes in of uit te draaien. Leg nooit kar-
ton, hout of vergelijkbare materialen onder de machine om evt. oneffenheden in de vloer
op te heffen.
Rubberen voetenset (4055126249)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt.
De rubberen voeten zijn vooral handig op zwevende, gladde en houten vloeren.
Monteer de rubberen voeten om trillingen, lawaai of verschuiving van de machine tijdens
de werking te voorkomen.
Lees de bij de kit geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
Watertoevoer
Een toevoerslang is meegeleverd; deze is te vinden in de trommel van de machine.
Dit apparaat moet aangesloten worden op een koud watertoevoer.
Gebruik voor aansluiting op de waterleiding niet de slang van uw vorige machine.
Montage 39
1. Open de vuldeur en neem de toevoers-
lang uit de trommel.
2. Sluit de slang met de haakse aansluiting
op de machine aan.
Bevestig de toevoerslang niet naar bene-
den gericht. Bevestig de slang altijd on-
der een hoek naar links of naar rechts,
afhankelijk van de plaats waar de water-
kraan zich bevindt.
3. Breng de slang in de juiste positie door
de ringmoer los te draaien. Als de toe-
voerslang zich in de juiste positie be-
vindt, draai de ringmoer dan weer vast
om lekkage te voorkomen.
4. Sluit de slang aan op een kraan met
3/4"-schroefdraad. Gebruik altijd de bij
de machine geleverde slang.
De toevoerslang mag niet worden verlengd.
Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt
verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang
moeten kopen die speciaal voor dit doel is
gemaakt.
De installatie moet voldoen aan de vereisten
van het plaatselijke waterleidingbedrijf en de
bouwvoorschriften. Controleer de minimale
waterdruk die vereist is voor de veilige werk-
ing van het apparaat in hoofdstuk "Techni-
sche gegevens.
40 Montage
Waterstop
De toevoerslang is voorzien van een waterstop,
een beveiligingsvoorziening tegen schade veroor-
zaakt door waterlekkage die kan ontstaan door
natuurlijke slijtage van de slang. Deze storing
wordt aangegeven door een rood vlak in venster
"A". Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien en
contact opnemen met de Klantenservice om de
slang te laten vervangen.
Waterafvoer
Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden geplaatst:
1.
Over de rand van een gootsteen; gebruik hiervoor de bij de machine geleverde
slanggeleider van kunststof.
Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de rand kan losschieten als de was-
automaat aan het leeglopen is.
U kunt de slang met een stuk touw aan
de kraan vastbinden of aan de wand be-
vestigen.
2.
In een aftakking van een gootsteen-
afvoer. De aftakking dient zich boven de
sifon te bevinden, zodat de bocht zich
ten minste 60 cm boven de grond be-
vindt.
3.
Rechtstreeks in een afvoerpijp op
een hoogte van niet minder dan 60 cm
en niet meer dan 90 cm.
Het einde van de afvoerslang moet altijd ge-
ventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter
van de afvoerpijp groter moet zijn dan de
buitendiameter van de afvoerslang.
De afvoerslang mag niet geknikt zijn.
A
Montage 41
De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra afvoerslang
en koppelstuk is verkrijgbaar bij de Klantenservice bij u in de buurt.
AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET
Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant van
de deur van het apparaat.
Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste
vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn.
WAARSCHUWING!
Sluit de machine aan op een geaard stopcontact.
WAARSCHUWING!
De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voort-
komt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften.
WAARSCHUWING!
Het aansluitsnoer moet na de installatie van de machine toegankelijk zijn.
WAARSCHUWING!
Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze
Klantenservice.
MILIEUBESCHERMING
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt
waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u
contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
42 Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Verpakkingsmaterialen
Materialen met het symbool zijn recyclebaar.
>PE<=polyethyleen
>PS<=polystyreen
>PP<=polypropyleen
Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze netjes weggooit in de daarvoor be-
stemde containers.
Milieutips
Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan
de volgende tips ter harte te nemen:
Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te
besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!).
De machine werkt economischer als hij volledig wordt gevuld.
Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het wasgoed
kan daarna bij een lagere temperatuur worden gewassen.
Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhardheid, de mate van vervuiling van
het wasgoed en de hoeveelheid wasgoed.
Milieubescherming
43

Documenttranscriptie

LAVAMAT 14950A Gebruiksaanwijzing Notice d'utilisation Was-droogcombinatie Lavante-séchante 2 Inhoud Wij danken u voor uw keuze voor een van onze producten van hoogwaardige kwaliteit. Lees deze gebruiksaanwijzing alstublieft zorgvuldig door, zo kunt u zeker zijn van optimale en professionele prestaties van uw apparaat. De handleiding zal u in staat stellen om alle processen perfect en op de meest efficiënte wijze te laten verlopen. Wij adviseren u deze handleiding op een veilige plaats te bewaren, dan kunt u hem te allen tijde raadplegen. Geef deze handleiding ook aan een eventuele toekomstige eigenaar van het apparaat. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat. INHOUD BEDIENINGSINSTRUCTIES 3 VEILIGHEIDSINFORMATIE 3 Algemene veiligheid 3 Installatie 4 Gebruik 4 Veiligheid van kinderen 5 BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT 5 Wasmiddellade 6 BEDIENINGSPANEEL 7 Display 7 HET EERSTE GEBRUIK 9 PERSONALISERING 9 Geluidssignalen 9 Kinderslot 9 DAGELIJKS GEBRUIK 10 Wasgoed in de machine doen 10 Alleen wassen 10 Wasmiddel en wasverzachter doseren 10 Kies het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1) 11 Kies het centrifugetoerental, de optie NACHTCYCLUS- of SPOELSTOP (toets 2) 11 Programmakeuzetoetsen 12 VOORWAS optie 12 VLEKKEN optie 12 Optie BEHOEDZAAM 13 Optie DAGELIJKS 13 Optie SUPERSNEL 13 EXTRA SPOELGANG optie (aanvullende spoelgang) 13 START/PAUZE selecteren (toets 7) 13 De UITGESTELDE START selecteren (toets 8) 14 Een optie of lopend programma wijzigen 14 Een programma onderbreken 14 Een programma annuleren 14 De deur openen nadat het programma is gestart 15 Aan het einde van het programma 15 GEBRUIK - DROGEN 15 Alleen drogen 15 Automatisch wassen en drogen (NON-STOPprogramma) 17 Pluisjes op kleding 17 WASPROGRAMMA'S 18 DROOGPROGRAMMA'S 21 Automatische programma's 21 Tijdgestuurde programma's 22 NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS 22 De was sorteren 22 Temperaturen 23 Voordat u de was in de machine doet 23 Maximale belading 23 Het gewicht van wasgoed 23 Vlekken verwijderen 24 Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen 24 Graden van waterhardheid 25 TIPS VOOR HET DROGEN 25 De droogcyclus voorbereiden 25 Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger 25 Wasvoorschriften in de kleding 26 Duur droogcyclus 26 Extra drogen 26 Veiligheidsinformatie ONDERHOUD EN REINIGING Ontkalken Na elke wasbeurt Onderhoudswasbeurt Schoonmaken van de buitenkant Wasmiddellade Wastrommel Deurrubber Afvoerpomp De watertoevoerfilters schoonmaken Voorzorgsmaatregelen bij vorst Machine legen in geval van nood PROBLEMEN OPLOSSEN TECHNISCHE GEGEVENS 26 26 27 27 27 27 27 28 28 30 31 31 31 35 VERBRUIKSWAARDEN MONTAGE-INSTRUCTIES MONTAGE Uitpakken Plaatsing en waterpas zetten Rubberen voetenset (4055126249) Watertoevoer Waterstop Waterafvoer AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET MILIEUBESCHERMING Verpakkingsmaterialen Milieutips 3 36 36 36 36 39 39 39 41 41 42 42 43 43 Wijzigingen voorbehouden. BEDIENINGSINSTRUCTIES VEILIGHEIDSINFORMATIE Zorgvuldig lezen en voor toekomstige raadpleging bewaren. 132951282-A-012012 • De veiligheid van uw apparaat voldoet aan de voorschriften en de wettelijke vereisten met betrekking tot de veiligheid van apparaten Wij vinden echter dat wij, als fabrikant, de plicht hebben u de volgende veiligheidsaanwijzingen te geven. • Het is erg belangrijk dat deze gebruiksaanwijzing bij de machine bewaard zodat u later nog eens iets kunt nalezen. Als het apparaat aan iemand anders verkocht of geschonken wordt, of als u verhuist en de machine achterlaat, zorg er dan voor dat de gebruiksaanwijzing bij het apparaat blijft zodat de nieuwe eigenaar kennis kan nemen van de werking van het apparaat en de bijbehorende waarschuwingen. • U MOET deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen voordat u de machine te installeert of in gebruik neemt. • Controleer uw machine op eventuele schade, die ontstaan kan zijn tijdens het transport, voordat u hem in gebruik neemt. Sluit nooit een beschadigde machine aan. Als er onderdelen zijn beschadigd, neem dan contact op met uw leverancier. • Als de machine in de winter wordt afgeleverd, als de temperatuur onder nul is. Zet de wasmachine 24 uur in een ruimte met kamertemperatuur voordat u hem in gebruik neemt. Algemene veiligheid • Het is gevaarlijk om de specificaties te wijzigen of om te proberen op enigerlei wijze veranderingen aan te brengen aan dit apparaat. • Tijdens wasprogramma's op hoge temperatuur kan het deurglas heet worden. Niet aanraken! 4 Veiligheidsinformatie • Zorg ervoor dat kleine kinderen en huisdieren niet in de trommel klimmen. Om dit te voorkomen dient u de trommel vóór het gebruik te controleren. • Voorwerpen als munten, veiligheidsspelden, spijkers, schroeven, stenen of andere harde, scherpe materialen kunnen grote schade aan het apparaat toebrengen en mogen niet in het apparaat terechtkomen. • Gebruik alleen de aanbevolen hoeveelheid wasverzachter en wasmiddel. Als u te veel doseert, kunnen kledingstukken beschadigd raken. Raadpleeg de aanbevelingen van de fabrikant met betrekking tot de hoeveelheden. • Was kleine artikelen zoals sokken, veters, wasbare ceintuurs enz. in een waszak of kussensloop, omdat deze tussen de kuip en de trommel terecht kunnen komen. • Gebruik uw wasautomaat niet om artikelen met baleinen, materialen zonder zoom of gescheurde materialen te wassen. • Trek na gebruik, reiniging en onderhoud van de machine altijd de stekker uit het stopcontact en draai de kraan dicht. • Probeer in geen geval zelf de machine te repareren. Reparaties uitgevoerd door ondeskundigen kunnen lichamelijk letsel of ernstige schade aan de machine veroorzaken. Neem contact op met een Klantenservice bij u in de buurt. Vraag altijd om originele vervangingsonderdelen. Installatie • Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig als u het apparaat verplaatst. • Controleer bij het uitpakken van het apparaat of dit niet is beschadigd. Gebruik het apparaat bij twijfel niet en neem contact op met de Klantenservice. • Alle verpakkingsmaterialen en transportbouten moeten vóór het gebruik worden verwijderd. Als dit wordt nagelaten kan dit ernstige schade aan het product en andere eigendommen tot gevolg hebben. Zie het desbetreffende hoofdstuk in de gebruiksaanwijzing. • Controleer na de installatie van het apparaat of het niet op de toevoer- en afvoerslang staat en of het werkblad het aansluitsnoer niet platdrukt tegen de muur. • Als het apparaat op een tapijtvloer wordt geplaatst, dient de hoogte van de stelpootjes te worden aangepast om de lucht onder het apparaat toch goed te kunnen laten circuleren. • Let er altijd op of er na de installatie geen water lekt uit de slangen en de aansluitingen. • Als het apparaat geïnstalleerd is op een plaats waar het kan vriezen, lees dan het hoofdstuk "Bevriezingsgevaren. • Eventuele voor de installatie van dit apparaat noodzakelijke loodgieterswerkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde loodgieter. • Eventuele voor de installatie van het apparaat noodzakelijke elektrotechnische werkzaamheden, moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien. Gebruik • Dit apparaat is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Het is niet toegestaan het apparaat te gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor het is bestemd. • Was en droog uitsluitend textiel dat geschikt is voor machinaal wassen en drogen. Volg de instructies op het wasvoorschrift in de kleding • Doe niet te veel wasgoed in de machine. Zie de "Wasprogramma"-tabel. • Voordat u gaat wassen, dient u ervoor te zorgen dat alle zakken leeg zijn en dat alle knopen en ritsen dicht zijn. Was geen gerafelde of gescheurde artikelen. Behandel vlekken zoals verf, inkt, roest en gras eerst voordat u artikelen met dit soort vlekken gaat wassen. Beugelbeha's mogen NIET machinaal worden gewassen. Beschrijving van het product 5 • Kledingstukken die in aanraking zijn geweest met vluchtige petroleumproducten mogen niet in de machine gewassen worden. Als vluchtige reinigingsvloeistoffen zijn gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat de vloeistof uit het kledingstuk is verwijderd voordat u het in de machine doet. • Daar sommige (dons)dekbedden vanwege hun omvang gewassen/gedroogd moeten worden in grote commerciële machines, dient u bij de fabrikant van het artikel na te gaan of het geschikt is om gewassen te worden in een wasmachine voor huishoudelijk gebruik. • Controleer altijd of er geen (wegwerp)aanstekers in de kleding zijn achtergebleven. • Droog nooit artikelen in de droger die in contact zijn geweest met chemicaliën zoals reinigingsvloeistof. Deze zijn vluchtig en kunnen een explosie veroorzaken. Droog alleen artikelen in de droger die gewassen zijn in water of die gelucht moeten worden. • Kunststof wasmiddeldoseerbolletjes mogen niet in de trommel achterblijven tijdens de droogcyclus, omdat de kunststof niet bestand is tegen de hitte. Als u non-stop wilt wassen en drogen moet u de gewone wasmiddellade gebruiken. • Trek de stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact; maar aan de stekker zelf. • Gebruik de wasmachine nooit als het aansluitsnoer, het bedieningspaneel, het werkblad of de sokkel beschadigd zijn, waardoor de binnenkant van de wasmachine toegankelijk is. Veiligheid van kinderen • Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (met inbegrip van kinderen) met beperkte lichamelijke of verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit onder toezicht gebeurt van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructie hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat • Houd kinderen uit de buurt om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen. • De verpakkingsmaterialen (zoals plasticfolie en polystyreen) kunnen een gevaar opleveren voor kinderen - verstikkingsgevaar! Houd deze materialen buiten het bereik van kinderen. • Berg alle wasmiddelen op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, op. • Zorg ervoor dat kinderen of huisdieren niet in de trommel kunnen klimmen. Om te voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in deze machine vast komen te zitten, heeft hij een speciale functie. Om deze functie te activeren draait u de knop (zonder deze in te drukken) aan de binnenkant van de deur naar rechts tot de groef horizontaal staat Gebruik zo nodig een muntstuk. Om deze functie uit te schakelen en de mogelijkheid te herstellen om de deur te sluiten, draait u de knop naar links tot de groef verticaal staat. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT Uw nieuwe apparaat voldoet aan alle moderne eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed met een laag verbruik van water, energie en wasmiddel. 6 Beschrijving van het product Het New jet systeem maakt het volledige gebruik van wasmiddel mogelijk en vermindert het waterverbruik om energie te besparen. 2 1 3 4 6 1 2 3 4 5 6 5 Wasmiddellade Bedieningspaneel Deurhandgreep Typeplaatje Afvoerpomp Verstelbare pootjes Wasmiddellade Vakje voor voorwasmiddel of vlekkenverwijderaar. Het voorwasmiddel wordt het begin van het wasprogramma ingespoeld. Het vlekkenzout wordt tijdens de vlekken-fase in de hoofdwas in gespoeld. Vakje voor waspoeder of vloeibaar wasmiddel te gebruiken voor de hoofdwas. Vakje voor vloeibare toevoegingen (wasverzachter, stijfsel). Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet. Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje voor vloeibare toevoegingen worden gegoten voordat u het wasprogramma start. Bedieningspaneel 7 BEDIENINGSPANEEL Hieronder staat een afbeelding van het bedieningspaneel. Het laat de programmakeuzeknop zien als ook de verschillende toetsen en het display. Deze onderdelen worden weergegeven met relevante nummers en op de volgende pagina's uitgelegd. 9 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 2 3 4 5 6 Programmakeuzeknop Toets KORT CENTRIFUGEREN ( TPM - ESSORAGE) Toets AUTODROGEN ( AUTOM.DROOG - SÉCHAGE AUTO) Toets DROOGTIJD ( DROOGTIJD - TEMPS DE SÉCHAGE) Toets OPTIE ( OPTIES - OPTIONS) toets OK Toets START/PAUZE ( START/PAUZE - DÉPART/PAUSE) Toets UITGESTELDE START ( STARTUITSTEL - DÉPART/DIFFÉRÉ) Display Symbolen op het bedieningspaneel = Handwas Display 9.1 9.2 9.3 9.4 9.9 9.8 9.5 9.6 9.7 7 8 8 9.1 - Centrifugetoerentalindicatie, SPOELSTOP , NACHTCYCLUS - symbolen , KAST9.2 - Indicatie droogtegraad volgens ingesteld programma: STRIJKDROOG DROOG en EXTRA DROOG - symbolen, selecteerbaar door op de knop te drukken 3; indicatie AUTO, gekoppeld aan het droogprogramma en de knop 4. , CEN9.3 - Indicatie programmavoortgang: VOORWAS , HOOFDWAS , SPOELEN , EXTRA SPOELEN , DROGEN , DROGEN ANTITRIFUGEREN , OVERDOSERING KREUKEL-fase - symbolen, Het display van het programmaverloop toont de was- of droogfases van het gekozen programma. Tijdens een cyclus knippert er een zwarte lijn onder het fasesymbool van het lopende programma. Na afloop van elke fase brandt het streepje onder het overeenkomstige symbool continu. Als het lampje van het symbool OVERDOSERING aan het einde van het programma gaat branden, dan betekent dit dat er te veel wasmiddel gebruikt is. - symbool (Deur vergrendeld) 9.4 - DEUR • Dit symbool geeft aan of de deur geopend kan worden: – het symbool brandt: de deur kan niet geopend worden. Het apparaat voert een wasof droogprogramma uit. – het symbool is uit: De deur kan nu geopend worden. Het was- of droogprogramma is afgelopen. , VLEKKEN , BEHOEDZAAM , DAGELIJKS , SUPERSNEL 9.5 - Opties: VOORWAS - symbolen 9.6 - KINDERSLOT - symbool 9.7 - Het display toont de volgende informatie: • Duur van het gekozen programma Nadat u een programma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in uren en minuten weerge) . De duur wordt automatisch berekend op basis van de aangeven (bijvoorbeeld bevolen maximale lading voor elk type wasgoed. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt. • Uitgestelde start De gekozen tijdsduur van het uitstel (20 uur max) die door middel van de bijbehorende toets is ingesteld, verschijnt gedurende een paar seconden op het display (bijvoorbeeld ), daarna verschijnt de duur van het eerder gekozen programma. Het symbool STARTUITSTEL verschijnt op het display. De vertragingstijd neemt elk uur met eenheden van een uur af, daarna, wanneer er nog 1 uur resteert, neemt de tijd af met eenheden van één minuut. • Gekozen droogtijd Nadat u een droogprogramma gekozen heeft, wordt de tijdsduur in minuten en/of uren (max. 250 min.). Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt. • Verkeerde optiekeuze Als een optie wordt gekozen die niet compatibel is met het ingestelde wasprogramma, wordt de boodschap Err weergegeven voor een paar seconden en gaat het gele licht van knop 7 knipperen. Het eerste gebruik 9 • Alarmcodes In geval van problemen met de werking kunnen er alarmcodes weergegeven worden, bij(zie hoofdstuk «Wat te doen als...»). voorbeeld • Einde van het programma Als het programma is afgelopen verschijnt er een knipperende nul op het display, het DEUR symbool verdwijnt en de deur kan geopend worden. 9.8 - DROOGTIJD-duur - symbool 9.9 - UITGESTELDE START - symbool HET EERSTE GEBRUIK • Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting en de wateraansluiting voldoen aan de installatie-instructies. • Verwijder het polystyreenblok en evt. andere materialen uit de trommel. • Laat, voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt, het katoenprogramma op de hoogste temperatuur draaien zonder wasgoed in de machine, zodat eventuele fabricageresten uit de trommel en de kuip worden verwijderd. Giet een halve maatbeker wasmiddel in het vakje voor de hoofdwas en start de machine. PERSONALISERING Geluidssignalen De wasmachine is voorzien van een geluidssysteem, dat in de volgende gevallen te horen zal zijn: • aan het einde van een cyclus • in geval van problemen met de werking. Door ongeveer 6 seconden op de toetsen 4 en 5 te drukken, wordt het geluidssignaal uitgeschakeld (behalve in het geval van problemen met de werking). Door nogmaals op deze twee toetsen te drukken wordt het geluidssignaal weer geactiveerd. Kinderslot Dankzij deze voorziening kunt u het apparaat onbeheerd laten, u hoeft zich dan geen zorgen te maken dat kinderen gewond raken of het apparaat schade toebrengen. Deze functie blijft ingeschakeld, ook als de machine niet in werking is. Er zijn twee manieren om deze optie in te stellen: • Voor het drukken op knop 7: kan de machine niet worden gestart. • Na het drukken op knop 7: kan een ander programma of andere optie niet worden gewijzigd. Om deze optie in- of uit te schakelen tegelijkertijd gedurende ongeveer 6 seconden op de toetsen 4 en 5 drukken tot het symbool 9.6 op het display verschijnt of van het display verdwijnt. 10 Dagelijks gebruik DAGELIJKS GEBRUIK Wasgoed in de machine doen 1. 2. Open de deur voorzichtig door de handgreep naar buiten te trekken. Doe het wasgoed stuk voor stuk in de trommel; schud het eerst zo goed mogelijk uit. Doe de deur stevig dicht. U moet bij het sluiten een klik horen. WAARSCHUWING! Laat het wasgoed niet tussen de deur en de rubber pakking terecht komen. Alleen wassen Wasmiddel en wasverzachter doseren Uw nieuwe apparaat is ontworpen om te besparen op het verbruik van water, energie en wasmiddel. 1. Trek de wasmiddellade zo ver mogelijk naar buiten. Meet de vereiste hoeveelheid wasmiddel af en giet het vervolgens in het vakje voor de hoofdwas en als u een programma wilt uitvoeren met voorwas-fase of met de vlekkenfunctie, dient u het wasmiddel of de vlekkenverwijderaar in het vak te gieten . Dagelijks gebruik 2. 11 Giet, indien gewenst, wasverzachter in het vakje (de gebruikte hoeveelheid mag de markering MAX in de lade niet overschrijden). Schuif de wasmiddellade er weer voorzichtig in. Kies het gewenste programma met de programmakeuzeknop (1) U kunt het juiste programma voor elke soort wasgoed kiezen door de aanwijzingen in de programmatabellen op te volgen (zie «Wasprogramma's»). Draai de programmakeuzeknop op het gewenste programma. Met de programmakeuzeknop bepaalt u het soort wascyclus (bijv. waterpeil, beweging van de trommel, aantal spoelgangen) en de wastemperatuur afhankelijk van het soort wasgoed. Bij het kiezen van een programma, worden de symbolen van het programmaverloop en de symbolen die overeenkomen met de droogtegraad volgens het ingestelde programma op het display aangegeven. Het controlelampje van toets 7 gaat knipperen en op het display verschijnt de duur van het gekozen programma. De programmakeuzeknop kan met de klok mee of tegen de klok in worden gedraaid. om het programma te resetten/ de Stand komt overeen met een koude was, de stand machine uit te schakelen. om Aan het einde van het programma moet de programmakeuzeknop op stand, de machine uit te schakelen. Als u de programmakeuzeknop op een ander programma zet als de machine in werking is, zal het gele controlelampje van de toets 7 3 keer knipperen en de boodschap Err wordt getoond op het display om aan te geven dat er een verkeerde keuze is gemaakt. De machine zal het nieuw gekozen programma niet uitvoeren. Kies het centrifugetoerental, de optie NACHTCYCLUS- of SPOELSTOP (toets 2) Wanneer het gewenste programma is gekozen, stelt uw machine automatisch het maximale centrifugetoerental voor dat programma voor. Druk herhaaldelijk op deze toets om het centrifugetoerental te veranderen, als u wilt dat uw wasgoed op een ander toerental wordt gecentrifugeerd dan het door de machine voorgestelde toerental. SPOELSTOP: als u deze optie kiest wordt het laatste spoelwater niet weggepompt, om te voorkomen dat het wasgoed kreukelt. Aan het einde van het programma wordt een knipperende en het SPOELSTOP-symbol op het display, het DEUR-symbool (deur vergrendeld) 12 Dagelijks gebruik blijft branden, het controlelampje van toets 7 gaat uit. De deur is geblokkeerd om aan te geven dat het water weggepompt moet worden. NACHTCYCLUS: als u deze optie kiest zal de machine het water na de laatste spoelgang niet afvoeren, om te voorkomen dat het wasgoed kreukt. Omdat er niet wordt gecentrifugeerd, is deze wascyclus zeer stil en geschikt om 's nachts of in de voordeeluren te wassen. Bij sommige programma's gebruiken de spoelgangen meer water. Aan het einde van het programma wordt een knipperende en het SPOELSTOP-symbol op het display, het DEURsymbool blijft branden, het controlelampje van toets 7 gaat uit. De deur is geblokkeerd om aan te geven dat het water weggepompt moet worden. SPOEL STOP of NACHTCYCLUS kunnen niet gekozen worden bij een NON-STOP programma (zie deel Drogen). Zie voor het wegpompen van het water hoofdstuk «Aan het einde van het programma». Programmakeuzetoetsen Afhankelijk van het programma, kunnen er verschillende functies gecombineerd worden. WAARSCHUWING! Niet alle opties kunnen onderling worden gecombineerd. De symbolen van de opties die niet gecombineerd kunnen worden verdwijnen. Als er een optie die niet gecombineerd kan worden met het ingestelde wasprogramma of een andere optie wordt gekozen, de melding Err gedurende enkele seconden weergegeven en begint het gele controlelampje van toets 7 knipperen. U moet de opties kiezen nadat u het programma heeft gekozen maar voordat u toets 7 indrukt. Druk op knop 5: alle optiesymbolen verschijnen op het display. Om door alle beschikbare opties te bladeren, op toets 5 drukken. Het overeenkomstige symbool verschijnt op het display en begint te knipperen. Druk op de toets 6 om uw keuze te activeren en te bevestigen. Er verschijnt een zwart streepje onder het gekozen symbool om aan te geven dat deze optie ingesteld is. Druk op dezelfde toets om de optie uit te schakelen. Na het kiezen van de opties, enkele seconden wachten tot het display is teruggekeerd naar de standaardstatus. De gekozen opties verschijnen op het display. Zie voor de mogelijke combinaties van wasprogramma's en opties hoofdstuk «Wasprogramma's». VOORWAS optie Kies deze optie als u wilt dat uw wasgoed op 30°C wordt voorgewassen voor de hoofdwas. De voorwas eindigt met kort centrifugeren bij programma's voor katoen en synthetische stoffen, terwijl bij het programma voor fijne was alleen het water wordt weggepompt. Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Deze optie wordt aanbevolen voor sterk vervuild wasgoed. VLEKKEN optie Kies deze optie om sterk vervuild wasgoed of wasgoed met vlekken te behandelen met vlekkenverwijderaar (verlengde hoofdwas met tijdgeoptimaliseerde vlekkenbehandelingsfase). Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Dagelijks gebruik 13 Deze optie is niet beschikbaar bij een temperatuur lager dan 40°C. Als u een programma wilt laten draaien met de optie VLEKKEN, giet dan vlekkenzout in het . vakje Optie BEHOEDZAAM Als u deze optie kiest wordt de wasintensiteit beperkt verminderd. De machine voegt een spoelgang toe in de programma's voor katoen en synthetische stoffen. Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Deze optie kan niet gekozen worden samen met de optie Extra spoelgang. Deze optie wordt aanbevolen voor niet kleurechte artikelen en voor artikelen die vaak gewassen worden. Optie DAGELIJKS Als u deze optie kiest, kunt u de wasduur voor normaal vervuild wasgoed wijzigen om licht vervuild wasgoed te wassen. Het display geeft het bijbehorende symbool en de verkorte wastijd weer. Te gebruiken voor dagelijkse was. Optie SUPERSNEL Als u deze optie kiest, kunt u de wasduur verkorten om licht vervuild wasgoed te wassen. Het display geeft het bijbehorende symbool en de verkorte wastijd weer. Uitsluitend te gebruiken voor heel licht vervuild wasgoed. Wij adviseren u om een kleinere hoeveelheid was in de machine te doen. EXTRA SPOELGANG optie (aanvullende spoelgang) Dit apparaat is ontworpen om water te besparen. Voor mensen met een erg gevoelige huid (allergisch voor wasmiddelen) kan het echter noodzakelijk zijn om het wasgoed met een extra hoeveelheid water te spoelen (extra spoelgang). Het bijbehorende symbool verschijnt op het display en deze optie is actief voor het gekozen wasprogramma. Als u deze optie permanent in wilt schakelen, druk dan tegelijkertijd gedurende enkele seconden op de toetsen 2 en 3: het bijbehorende symbool verschijnt op het display. Als u de optie wilt annuleren drukt u dezelfde toetsen in tot het symbool verdwijnt. START/PAUZE selecteren (toets 7) Om het gekozen programma te starten, op toets 7, het bijbehorende rode controlelampje stopt met knipperen. Het DEUR symbool verschijnt op het display om aan te geven dat de machine is gestart en dat de deur vergrendeld is. Om een lopend programma te onderbreken, drukt u op toets 7: het bijbehorende rode controlelampje gaat knipperen. Om het programma opnieuw te starten vanaf het punt waarop het werd onderbroken, toets 7 nogmaals indrukken. Als u een uitgestelde start gekozen heeft, begint de machine af te tellen. Als er een verkeerde optie is geselecteerd, knippert het gele controlelampje van toets 7 3 keer knipperen en de boodschap Err wordt een paar seconden weergegeven. 14 Dagelijks gebruik De UITGESTELDE START selecteren (toets 8) Het bijbehorende symbool verschijnt op het display. De start van het hoofdwasprogramma kan met 30 min - 60 min - 90 min, 2 uur en vervolgens steeds met 1 uur tot een maximum van 20 uur met deze toets worden uitgesteld. Voordat u het programma start, als u de start wilt uitstellen, drukt u herhaaldelijk op de toets om het gewenste uitstel te selecteren. Het gekozen uitstel verschijnt gedurende ongeveer 3 seconden op het display, daarna verschijnt de duur van het programma weer. Het geselecteerde symbool verschijnt op het display. U moet deze optie kiezen nadat u het programma hebt ingesteld en voordat u de toets 7. U kunt de uitgestelde start op elk moment wijzigen of annuleren, voordat u drukt op toets 7. De deur blijft gedurende het uitstel vergrendeld. Als u later, tijdens de uitgestelde start, nog wasgoed in de trommel wilt stoppen, druk dan op toets 7 om de machine op pauze te zetten. Wanneer het Deur symbool verdwijnt, kan de deur geopend worden. Voeg het wasgoed toe, doe de deur dicht en druk opnieuw op toets 7. De uitgestelde start kiezen. • Kies het programma en de gewenste opties. • Kies de uitgestelde start. • Druk herhaaldelijk op knop 7: de machine begint de tijd af te tellen in uren. Het programma zal beginnen als het gekozen uitstel is afgelopen. Startuitstel annuleren • Zet de wasmachine op PAUZE door te drukken op toets 7; • Druk op knop 8 tot het symbool ’ wordt weergegeven; • Druk op de toets 7 om het programma te starten. Het gekozen uitstel kan alleen veranderd worden nadat u het wasprogramma opnieuw gekozen heeft. De functie Uitgestelde Start kan niet geselecteerd worden bij het waterafvoerprogramma. Een optie of lopend programma wijzigen Het is mogelijk om een optie te veranderen voordat het programma deze uitvoert. Voordat u iets kunt veranderen, moet u het apparaat pauzeren door op de toets 7 te drukken. U kunt een lopend programma alleen veranderen door het te resetten. en dan op de stand van het nieuwe programma. Draai de programmaknop eerst op Druk nogmaals op toets 7 om het nieuwe programma te starten. Het water in de trommel zal niet worden afgevoerd. Een programma onderbreken Druk op de toets 7om een lopend programma te onderbreken, het bijbehorende lampje begint te knipperen. Druk nogmaals op de toets om het programma opnieuw te starten. Een programma annuleren Zet de programmakeuzeknop op een nieuw programma kiezen. om een lopend programma te annuleren. U kunt nu 15 De deur openen nadat het programma is gestart Als de machine bezig is en tijdens de vertragingstijd is de deur vergrendeld. Mocht het om enigerlei reden noodzakelijk zijn de deur te openen, dient eerst de machine op pauze te worden gezet door te drukken op toets 7. • Als het DEUR-symbool van het display verdwijnt, kan de deur worden geopend. • Als het DEUR-symbool niet uit gaat en de deur vergrendeld blijft, betekent dit dat de machine al aan het opwarmen is of dat het waterniveau te hoog is. In dat geval kan de deur niet worden geopend. Als u de deur niet kunt openen terwijl dit toch nodig is, schakelt u de machine uit door de keuzeknop op . Na een paar minuten kan de deur geopend worden (let op het waterniveau en de temperatuur!). Nadat u de deur gesloten heeft, moet u het programma opnieuw selecteren en op de toets 7. Aan het einde van het programma De machine stopt automatisch. Het controlelampje van toets 7 gaat uit en een knipperende verschijnt op het display. Gedurende enkele minuten klinkt het geluidssignaal. Als u een programma of optie gekozen heeft waarbij het water in de kuip blijft staan, Voordat het water wordt afgepompt, blijft de trommel regelmatig draaien tot het water wordt afgepompt. Volg onderstaande instructie om het water af te voeren: • zet de programmakeuzeknop op • selecteer het programma voor pompen of centrifugeren. • verlaag indien nodig het centrifugetoerental met de betreffende toets • druk op de toets 7: • Als het programma is afgelopen verschijnt op het display een knipperende . Op het display verdwijnt het DEUR-symbool. De deur kan nu worden geopend. om de machine uit te schakelen. Verwijder het wasDraai de programmakeuzeknop op goed uit de trommel en controleer goed of de trommel leeg is. Als u niet van plan bent om nog een was te doen, sluit dan de waterkraan. Laat de deur open staan om vorming van schimmel en onaangename luchtjes te voorkomen. Stand-by : zodra het programma is geëindigd, wordt na enkele minuten het energiebesparingssysteem ingeschakeld. De helderheid van het display wordt verminderd. Door op een willekeurige toets te drukken haalt u het apparaat uit de energiebesparende modus. GEBRUIK - DROGEN Alleen drogen De aanbevolen lading bedraagt 4 kg voor katoen en linnen en 3 kg voor synthetica. Door te drukken op de knop met de droogtijd kan er max. 6 kg katoenen wasgoed worden gedroogd (zie de tabel «Droogprogramma»). 16 Gebruik - Drogen De waterkraan moet open staan en de afvoerslang moet in de gootsteen geplaatst zijn of op de afvoerpijp aangesloten zijn. 1. Wasgoed in de machine doen. 2. Selecteer voor optimale droogresultaten een centrifugeercyclus op het maximaal toegestane centrifugesnelheid voor het type wasgoed. 3. Selecteer het droogprogramma voor katoen of synthetica in de sector DROGEN van de programmakeuzeknop. De symbolen DROGEN en ANTIKREUK, de fases waaruit het programma bestaat, verschijnen op het display. Tegelijkertijd gaan de symbolen die bij de graden van het ingestelde programma/weefsel horen en «AUTO» branden. 4. – Selecteer het automatisch drogen door te drukken op toets 3. Met deze toets kunt u de gewenste droogtegraad kiezen. De machine past de duur van de droogcyclus automatisch aan de gekozen droogtegraad aan. Als u op deze toets drukt, verschijnt er een zwart streepje onder het gekozen symbool om aan te geven dat er een droogtegraad is ingesteld. De melding «AUTO» verdwijnt. Op het display wordt de duur van de droogcyclus weergegeven. Het controlelampje van toets 7 gaat knipperen. Druk op toets 7 om het programma te starten. Een zwart streepje knippert onder het symbool DROGEN. – Selecteer de tijdsduur voor het drogen door te drukken op toets 4 Met deze toets kunt u de duur van de droogcyclus kiezen van 10 tot 250 minuten, afhankelijk van het soort textiel (katoen of synthetica). Druk op deze knop totdat de door u gewenste droogtijd op het display verschijnt. Telkens als u deze toets indrukt wordt de droogtijd met 5 minuten verhoogd. Het symbool TIJDSDUUR DROOGTIJD verschijnt gedurende enkele seconden op het display. Druk op toets 7 om het programma te starten. Een zwart streepje knippert onder het symbool DROGEN. Opmerking! De programmeertijd zal automatisch met enkele minuten verlengd worden. Informatie Als u maar 10 minuten aan droogfase instelt met de toets getimed drogen, dan voert het apparaat alleen een koelfase uit. 5. Druk op knop 7 om het programma te starten. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt. Opmerking! De verschillende soorten katoenen stof (handdoeken, lakens, shirts enz.) of wasgoed dat wordt opgerold tijdens het centrifugeren kan leiden tot gedeeltelijke droging. In het uitzonderlijke geval dat aan het einde van de cyclus het wasgoed nog een beetje nat is, raden we aan de opgerolde stukken open te vouwen, deze gelijkmatig te verdelen in de trommel en een extra droogcyclus van 20-30 minuten te selecteren. 6. Aan het einde van het droogprogramma klinkt er een zoemer. Een knipperende « 0» verschijnt op het display. Op dit punt begint er een antikreukfase, die ongeveer 10 minuten duurt. Tijdens deze fase verschijnt het ANTIKREUK -symbool op het display. Het DEUR-symbool blijft branden. De deur kan niet geopend worden. 17 Als u de deur vóór of tijdens de antikreukfase toch wilt openen, of het programma wilt onderbreken, druk dan op een willekeurige toets of draai de programmakeuzeknop op een willekeurig programma (behalve O), de deur kan onmiddellijk geopend worden of na een paar minuten, dit is afhankelijk van het model. (Probeer in geen geval de deur te openen als deze vergrendeld is!) . 7. Zet de programmakeuzeknop op O om de machine uit te schakelen. 8. De trommel legen. Automatisch wassen en drogen (NON-STOP-programma) Voor NON-STOP-programma’s bedraagt de aanbevolen lading 4 kg voor katoen en 3 kg voor synthetica. Er kan worden gedroogd tot 6 kg katoenen wasgoed door alleen te drukken op de droogtijdknop (zie tabel «Droogprogramma »). LET OP! Maak geen gebruik van een wasmiddeldoseerbol als u een was- en droogprogramma uitvoert. 1. 2. 3. Wasgoed in de machine doen. Voeg wasmiddel en een wasverzachter toe. Schakel de machine in door de keuzeknop op het gekozen wasprogramma/stof te zetten. 4. Selecteer de gewenste opties door middel van de desbetreffende toetsen. Kies, indien mogelijk, geen centrifugetoerental dat lager is dan de snelheid die de machine heeft voorgesteld om een te lange droogtijd te voorkomen en zo energie te besparen. Het verlagen van het centrifugetoerental is hoe dan ook alleen mogelijk nadat u "drogen" gekozen heeft. De laagst mogelijke waarden die u kunt kiezen zijn: – 900 tpm voor katoen en synthetica met elektronisch drogen; – 900 tpm voor katoen en 700 tpm voor stoffen met ingestelde droogtijd. 5. Selecteer de droogtijd door te drukken op knop 4 of de droogheidsgraad door te drukken op knop 3. Het display toont de hele duur van het wasprogramma en de geselecteerde droogcyclus. Als u een wasprogramma instelt en met een droogcyclus van 10 minuten door te drukken op knop 4, dan toont het display de totale duur van het programma inclusief de afwikkeling en de afkoelfase. 6. Start het programma door te drukken op toets 7. Na de start van het programma wordt de resterende tijd elke minuut bijgewerkt. 7. Volg, aan het einde van het programma, de aanwijzingen van het vorige hoofdstuk. 8. De trommel legen. Pluisjes op kleding Tijdens de WAS- EN/OF DROOGFASE kunnen bepaalde soorten stof, een sponsdoekje, wol of een trui, pluisjes afgeven. Deze vrijgegeven pluisjes kunnen aan de stoffen kleven tijdens de volgende cyclus. Dit nadeel verergert bij technische stoffen. Om pluisjes op uw kleding te voorkomen wordt aanbevolen om: 18 Wasprogramma's • geen donkere stoffen te wassen na het wassen en drogen van lichte stoffen (nieuwe fleece, wol en in het bijzonder sweaterstof) en vice versa. • dit soort stoffen in openlucht te laten drogen wanneer ze voor het eerst gewassen zijn. • Het afvoerfilter te reinigen: • Na de droogfase, reinig de lege trommel, de pakking en de deur grondig met een natte doek. Laat een speciaal programma lopen om pluisjes in de trommel te verwijderen: • Reinig de lege trommel, de pakking en de deur grondig met een natte doek. • Draai de programmakeuzeknop op het spoelprogramma. • Activeer de reinigingsfunctie door gelijktijdig op de knop 5 en de knop 8 te drukken tot CLE op het display verschijnt. • Druk op toets 7 om het programma te starten. WASPROGRAMMA'S Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed Opties KATOEN - BLANC/COULEURS 95° - 60° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het maximale toerental Max. belading 8 kg - gereduceerde lading 4 kg 1) Wit katoen (zwaar tot normaal vervuild wasgoed). KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS 2) VLEKKEN BEHOEDZAAM EXTRA SPOELEN DAGELIJKS SUPERSNEL 1) 40 - 60 MIX 40° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het maximale toerental Max. belading 8 kg Wit en bont katoen Dit programma kan gebruikt worden voor wasgoed dat apart gewassen moet worden op 40°C of 60°C. Zo kunt u de trommel maximaal beladen en energie en water besparen. U krijgt hetzelfde goede wasresultaat als van een normaal programma op 60°C. KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS 2) VLEKKEN BEHOEDZAAM EXTRA SPOELEN Wasmiddelvakje Wasprogramma's Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed Opties KATOEN - BLANC/COULEURS 60° - 40° - 30° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het maximale toerental Max. belading 4 kg Wit en bont katoen (normaal of licht vervuild wasgoed). KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS 2) VLEKKEN 3) BEHOEDZAAM EXTRA SPOELEN DAGELIJKS SUPERSNEL 1) SYNTHETICA -SYNTHÉTIQUES 60° - 50° - 40° - 30° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 4 kg - gereduceerde lading 2 kg Synthetische of gemengde stoffen: ondergoed, gekleurde kledingstukken, krimpvrije overhemden, blouses. KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS 2) VLEKKEN 3) BEHOEDZAAM EXTRA SPOELEN DAGELIJKS SUPERSNEL 1) STRIJKVRIJ PLUS - REPASSAGE FACILE PLUS 40° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 1,5 kg Synthetische stoffen die voorzichtig gewassen en gecentrifugeerd moeten worden.Als u dit programma kiest wordt het wasgoed behoedzaam gewassen en gecentrifugeerd om eventuele kreukels te voorkomen. Op deze manier kunt u gemakkelijker strijken. Bovendien zal de machine extra spoelgangen uitvoeren. KORT CENTRIFUGEREN SPOELSTOP VOORWAS 2) EXTRA SPOELEN FIJNE WAS - DÉLICATS 40° - 30° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading kg 4 - Gereduceerde lading kg 2 Fijne was: acryl, viscose, polyester. KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS 2) VLEKKEN 3) EXTRA SPOELEN DAGELIJKS SUPERSNEL 1) 19 Wasmiddelvakje 20 Wasprogramma's Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed Opties WOL PLUS - LAINE PLUS (HANDWAS) 30° - Koud Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 2 kg Wasprogramma voor in de machine wasbare wol en voor met de hand wasbare wol en fijne stoffen. Opmerking: Een enkel of groot stuk wasgoed kan onbalans veroorzaken. Als de machine de laatste centrifugefase niet uitvoert, voeg dan meer wasgoed toe, verdeel de lading handmatig opnieuw en kies vervolgens het centrifugeprogramma. KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP ZIJDE - SOIE 30° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 1 kg Het programma voor fijne was is geschikt voor artikelen van zijde en gemengde synthetische weefsels. KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP KORT SPOELEN - RINÇAGES DÉLICATS Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 8 kg Met dit programma is het mogelijk om kledingstukken die met de hand gewassen zijn uit te spoelen en te centrifugeren. De machine voert enkele spoelgangen uit, gevolgd door een laatste centrifugegang. KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP EXTRA SPOELEN POMPEN - VIDANGE Afvoeren van het water Max. belading 8 kg Om het laatste spoelwater af te voeren in programma’s met de optie geselecteerd, waardoor het programma eindigt met water in de trommel. CENTRIFUG. - ESSORAGE Pompen en lang centrifugeren op maximaal toerental Max. belading 8 kg Aparte centrifugegang voor katoenen kledingstukken die met de hand gewassen moeten worden en na programma’s met de optie geselecteerd, waardoor het programma eindigt met water in de trommel. Voordat u dit programma kiest moet de keuzeknop op . U kunt de snelheid met behulp van gedraaid zijn de betreffende toets aanpassen aan de weefsels die gecentrifugeerd moeten worden. KORT CENTRIFUGEREN Wasmiddelvakje Droogprogramma's Programma – Maximale en minimale temperatuur - Cyclusbeschrijving – Maximale belading - Type wasgoed Opties 20 MIN. - 3 KG 30° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 3 kg Dit programma kan gebruikt worden voor het snel wassen van sportartikelen, of katoenen en synthetische artikelen die licht vervuild of slechts eenmaal gedragen zijn. KORT CENTRIFUGEREN KORT INTENSIEF - INTENSIF 60° - 40° Hoofdwas - Spoelgangen - Kort centrifugeren Max. belading 5 kg Snel wasprogramma, te gebruiken voor licht vervuilde witte/bonte katoenen artikelen en gemengde weefsels. KORT CENTRIFUGEREN SPOELSTOP EXTRA SPOELEN ECO - ECONOMIQUE 60° Hoofdwas - spoelgangen - lang centrifugeren op het maximale toerental Max. belading 8 kg Wit en kleurecht katoen. Dit programma kan worden gekozen voor licht of normaal vervuilde katoenen artikelen. De temperatuur wordt verlaagd en de wasduur wordt verlengd. Hierdoor kunt u een goede wasefficiëntie bereiken en tegelijk energie besparen. KORT CENTRIFUGEREN NACHTCYCLUS SPOELSTOP VOORWAS 2) VLEKKEN BEHOEDZAAM EXTRA SPOELEN 21 Wasmiddelvakje = UIT - ARRÊT Om het lopende programma te annuleren of om de machine uit te schakelen . 1) Als u de optie Supersnel selecteert door te drukken op toets 5, raden we u aan de maximale belading te beperken, zoals aangegeven. Volledige belading is mogelijk, de wasresultaten zullen echter minder goed zijn. 2) Als u gebruik maakt van vloeibaar wasmiddel, moet u een programma zonder voorwas selecteren. 3) De optie VLEKKEN kan alleen worden gekozen bij een temperatuur van 40°C of hoger. DROOGPROGRAMMA'S Automatische programma's Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading EXTRA DROOG Ideaal voor artikelen van badstof Katoen en linnen (badjassen, badhanddoeken, enz.) 4 kg KASTDROOG Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen. Katoen en linnen (badjassen, badhanddoeken, enz.) 4 kg 22 Nuttige aanwijzingen en tips Droogheidsgraad Soort weefsel Max. belading KASTDROOG Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen. Synthetische en gemengde weefsels (truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen) 3 kg STRIJKDROOG Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden Katoen en linnen (lakens, tafelkleden, overhemden, enz.) 4 kg Tijdgestuurde programma's Droogheidsgraad Soort weefsel Te drogen wasgoed Centrifugesnelheid Aangeraden droogtijd in minuten EXTRA DROOG Ideaal voor artikelen van badstof Katoen en linnen (badjassen, badhanddoeken, enz.) 6 kg 4 kg 2 kg 1400 200-220 125-135 75-85 KASTDROOG1) Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen Katoen en linnen (badjassen, badhanddoeken, enz.) 6 kg 4 kg 2 kg 1400 190-210 115-125 65-75 KASTDROOG Geschikt voor artikelen die ongestreken worden opgeborgen Synthetische en gemengde weefsels (truien, blouses, ondergoed, huishoudlinnen) 3 kg 1 kg 1200 105-115 40-50 STRIJKDROOG Geschikt voor artikelen die gestreken moeten worden Katoen en linnen (lakens, tafelkleden, overhemden, enz.) 6 kg 4 kg 2 kg 1400 160-180 95-105 55-65 1) Overeenkomstig de EG-richtlijn EN 50229 moet het referentieprogramma voor katoen voor de gegevens die op het energielabels staan worden getest door de maximale belading in twee gelijke delen te verdelen en deze elk met DROOGTIJD te drogen. NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS De was sorteren Houd u aan de wassymbolen op de etiketten, waarvan elk kledingstuk voorzien is, en de wasvoorschriften van de fabrikant. Sorteer het wasgoed als volgt: wit, bont, synthetisch, fijne was, wol. 23 Nuttige aanwijzingen en tips Temperaturen 95° of 90° voor normaal vervuild wit katoen en linnen (bijv. theedoeken, handdoeken, tafelkleden, lakens...) 60°/50° voor normaal vervuilde kleurechte kleding (bijv. overhemden, nachthemden, pyjama's...) van linnen, katoen of synthetische weefsels en voor licht vervuild wit katoen (bijv. ondergoed) 40°-30°- Koud voor tere weefsels (bijv. vitrage), gemengde was inclusief synthetische weefsels en wollen kledingstukken met het label «zuiver wol, wasbaar in de machine, krimpvrij» Voordat u de was in de machine doet Was witte en bonte was nooit samen. Wit kan in de was zijn "witheid" verliezen. Nieuwe bonte weefsels kunnen uitlopen als zij de eerste keer worden gewassen; was dit soort kleding de eerste keer dan ook apart. Zorg ervoor dat er geen metalen voorwerpen in het wasgoed achterblijven (bijv. haarspeldjes, veiligheidsspelden, spelden). Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes en drukknopen. Bind ceintuurs of lange riemen vast. Verwijder hardnekkige vlekken vóór het wassen. Wrijf bijzonder vervuilde delen in met een speciaal wasmiddel of reinigingspasta. Behandel vitrage met speciale zorg. Verwijder haken of stop ze in een zak of net. Maximale belading De aanbevolen belading is te vinden in hoofdstuk "Wasprogramma's". Algemene regels: • Katoen, linnen: trommel vol maar niet volgepropt; • Synthetica: trommel niet meer dan half vol; • Fijne was en wol: trommel niet meer dan een derde gevuld. Indien u wast met een maximale belading maakt u efficiënt gebruik van water en energie. Als de kleding sterk vervuild is, verminder dan de belading. Het gewicht van wasgoed De volgende gewichten zijn een indicatie: De volgende gewichten zijn een indicatie: badjas 1200 g dekbedovertrek 700 g heren overhemd 600 g laken, herenpyjama 500 g tafelkleed 250 g kussensloop, toilethanddoek, nachtjapon, herent-shirt 200 g theedoek, damesondergoed, zakdoek, blouse, herenondergoed 100 g 24 Nuttige aanwijzingen en tips Vlekken verwijderen De kans bestaat dat hardnekkige vlekken niet kunnen worden verwijderd met alleen water en wasmiddel. Het is daarom aan te bevelen vlekken eerst te behandelen alvorens het kledingstuk te wassen. Bloed: behandel verse bloedvlekken met koud water. Laat opgedroogde vlekken een nacht in water met een speciaal wasmiddel inweken; daarna de vlek met het sop uitwassen. Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek; herhaal de behandeling enkele keren. Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek met terpentine, leg het kledingstuk op een zacht oppervlak en dep de vlek met de vingertoppen en een katoenen doek. Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of een roestverwijderingsproduct dat koud wordt gebruikt. Wees voorzichtig met oude roestvlekken omdat de cellulosestructuur in dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot is dat de vlek een gat wordt. Schimmelvlekken: behandel de vlek met bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel behandelen (alleen witte en kleurechte weefsels). Balpeninkt en lijm: bevochtig met aceton1), leg het kledingstuk op een zachte doek en dep de vlek. Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton zoals hierboven, vervolgens de vlekken met brandspiritus behandelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Rode wijn: laten inweken in water en wasmiddel, uitspoelen en behandelen met azijnzuur of citroenzuur, vervolgens uitspoelen. Behandel evt. achtergebleven sporen met bleekmiddel. Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type inkt eerst met aceton1) en dan met azijnzuur; behandel evt. achtergebleven sporen op wit textiel met bleekmiddel; daarna grondig uitspoelen. Teervlekken: eerst behandelen met vlekkenverwijderaar, brandspiritus of wasbenzine, vervolgens inwrijven met reinigingspasta. Wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van de keuze van het wasmiddel en het gebruik van de juiste hoeveelheden om verspilling te voorkomen en het milieu te sparen. Ofschoon zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten wasmiddelen stoffen die - in grote hoeveelheden - de broze balans van de natuur kunnen verstoren. De keuze van het wasmiddel hangt af van het type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de kleur, wastemperatuur en de mate van vervuiling. Alle in de handel verkrijgbare machinewasmiddelen kunnen in deze machine worden gebruikt: • waspoeder voor alle soorten weefsels; • waspoeder voor tere weefsels (60°C max) en wol; • vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor wasprogramma's op lage temperatuur (60°C max) voor alle soorten weefsels, of speciaal voor alleen wol. De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. 1) Gebruik geen aceton op kunstzijde. Tips voor het drogen 25 Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het «MAX» teken in de wasmiddellade niet. Graden van waterhardheid De hardheid van water wordt geclassificeerd in zogenaamde hardheidsgraden. Informatie over de hardheid van het water in uw omgeving kan worden verkregen bij het desbetreffende waterleidingbedrijf. Een waterontharder moet worden toegevoegd als het water een gemiddeld-hoge hardheidsgraad heeft (vanaf hardheidsgraad II). Volg de instructies van de fabrikant op. De hoeveelheid wasmiddel kan altijd worden aangepast aan de hardheidsgraad I (=zacht). Niveau Kenmerk 1 zacht 2 3 4 Graden van waterhardheid Duits °dH Frans °T.H 0-7 0-15 gemiddelde 8-14 16-25 hard 15-21 26-37 erg hard > 21 > 37 TIPS VOOR HET DROGEN De droogcyclus voorbereiden De droger werkt op het principe van condensatie. Daarom moet de waterkraan open staan en moet de afvoerslang, ook gedurende de droogcyclus, in een gootsteen of een afvoerpijp geplaatst zijn. Belangrijk! Voordat u het droogprogramma start, moet u de hoeveelheid gewassen artikelen verminderen, teneinde goede resultaten te verkrijgen. Wasgoed dat niet geschikt is voor de droger • Bijzonder tere artikelen zoals synthetische gordijnen, wol en zijde, kleding met metalen onderdelen, nylon kousen, omvangrijke kledingstukken zoals anoraks, spreien, gewatteerde dekens, slaapzakken en dekbedden mogen niet in de machine gedroogd worden. • Droog donkere kleding niet tegelijk met licht gekleurde pluizige voorwerpen als handdoeken, want donkere kleding kan dan pluis aantrekken. • Verwijder het wasgoed wanneer het apparaat klaar is met drogen. • Om statische lading na het drogen te voorkomen gebruikt u een wasverzachter in de wasmachine of een speciaal voor wasdrogers verkrijgbare wasverzachter. • Kledingstukken gevoerd met schuimrubber of op schuimrubber lijkend materiaal mogen niet in de machine gedroogd worden; dit kan brandgevaar opleveren. 26 Onderhoud en reiniging • Evenmin mogen stoffen die resten bevatten van haarversteviger of haarlak, nagellakremover en dergelijke gedroogd worden in de machine om de vorming van schadelijke dampen te voorkomen. De wasmiddelen en nabehandelingsmiddelen moeten in het juiste vakje van de wasmiddellade worden gedaan voordat het wasprogramma wordt gestart. Als gebruik wordt gemaakt van vloeibaar wasmiddel, dient een programma zonder voorwas te worden gekozen. De wasautomaat is uitgerust met een recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik van geconcentreerd wasmiddel mogelijk maakt. Volg de aanbevelingen van de fabrikant op voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden en overschrijd het "MAX" teken in de wasmiddellade niet. Wasvoorschriften in de kleding Volg voor het drogen de aanwijzingen van de fabrikant op het label op: = mag in de wasdroger • = Drogen op hoge temperatuur • = Drogen op lage temperatuur • = Niet geschikt voor de wasdroger. • Duur droogcyclus De droogtijd kan variëren afhankelijk van: • toerental van de laatste centrifugegang • gewenste droogtegraad (strijkdroog, kastdroog) • soort wasgoed • gewicht van de hoeveelheid wasgoed. De gemiddelde droogtijd voor een tijdgestuurd droogprogramma vindt u in het hoofdstuk "Droogprogramma's". De ervaring zal u helpen uw wasgoed op de meest geschikte wijze te drogen, afhankelijk van de verschillende weefsels. Maak wat aantekeningen over de duur van het drogen van reeds uitgevoerde cycli. Extra drogen Als het wasgoed nog vochtig is na afloop van het droogprogramma, kies dan nog een korte droogcyclus. WAARSCHUWING! Laat het wasgoed niet te droog worden om te voorkomen dat kledingstukken erg gekreukt raken of krimpen. ONDERHOUD EN REINIGING U moet het apparaat LOSKOPPELEN van de elektrische voeding, voordat u welke reinigingsof onderhoudswerkzaamheden dan ook kunt uitvoeren. Ontkalken Het water dat wij gebruiken bevat gewoonlijk kalk. Het is aan te bevelen om regelmatig een waterontharder in de machine te gebruiken. Doe dit apart van het wassen van wasgoed en volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de waterontharder. Hiermee voorkomt u de vorming van kalkaanslag. Onderhoud en reiniging 27 Na elke wasbeurt Laat de deur een tijdje open staan. Dit helpt om de vorming van schimmel en onaangename luchtjes in het apparaat te voorkomen. Door de deur een tijdje open te laten staan na een wascyclus blijft de afdichting van de deur ook beter bewaard. Onderhoudswasbeurt Bij wasbeurten op lage temperaturen is het mogelijk dat er aanslag aan de binnenkant van de trommel blijft zitten. Wij raden u daarom aan regelmatig een onderhoudswasbeurt uit te voeren. Om een onderhoudswasbeurt uit te voeren: • Moet de trommel leeg zijn. • Moet u het heetste wasprogramma voor katoen kiezen. • Moet u een normale hoeveelheid wasmiddel gebruiken, dit moet waspoeder zijn met biologische eigenschappen. Schoonmaken van de buitenkant Maak de buitenkant van de behuizing van het apparaat alleen schoon met water en zeep, droog het daarna grondig af. Gebruik geen brandspiritus, oplosmiddelen of soortgelijke producten om de buitenkant van de machine te reinigen. Wasmiddellade De wasmiddellade moet regelmatig worden schoongemaakt. 1. Verwijder de wasmiddellade door hem stevig naar buiten te trekken. 2. Verwijder het tussenschotje van de wasverzachter uit het middelste vakje. 3. Maak alle onderdelen schoon met water. 4. Schuif het tussenschotje van de wasverzachter zo ver mogelijk naar binnen, zodat het stevig op zijn plaats zit. 5. 6. Maak het gehele inspoelbereik met een borstel schoon, in het bijzonder de sproeimonden in de bovenkant van inspoelvakjes. Plaats de wasmiddellade in de geleiderails en duw hem naar binnen. Wastrommel Roestaanslag in de trommel kan voorkomen vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was of door leidingwater dat ijzer bevat. 28 Onderhoud en reiniging Maak de trommel niet schoon met zure ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen die chloor bevatten of ijzer of staalwol. 1. 2. Verwijder alle roestaanslag op de trommel met een reinigingsmiddel voor roestvrij staal. Draai een wascyclus zonder was in de trommel om restanten van reinigingsmiddelen te verwijderen. Programma: Kort katoenprogramma op maximale temperatuur en voeg ong. een kwart maatbeker wasmiddel toe. Deurrubber Controleer van tijd tot tijd het deurrubber en haal evt. aanwezige voorwerpen weg die in de manchet terecht zijn gekomen. Afvoerpomp De pomp moet regelmatig worden gecontroleerd en in het bijzonder als: • de machine niet pompt en/of niet centrifugeert • de machine tijdens het pompen een abnormaal geluid maakt als gevolg van veiligheidsspelden, munten, enz. die de pomp blokkeren. Ga als volgt te werk: 1. Schakel de wasautomaat uit en trek de stekker uit het stopcontact. 2. Wacht indien nodig tot het water is afgekoeld. 3. Open het pompdeurtje. 4. 5. Plaats een opvangbak dichtbij de pomp om het vrijkomende water op te vangen. Maak de noodafvoerslang los, hang hem in de opvangbak en verwijder de stop ervan. Onderhoud en reiniging 29 6. Als er geen water meer naar buiten komt, de pomp losschroeven en verwijderen. Houd altijd een oude doek bij de hand om het eventueel gemorste water te kunnen opvegen als u de pomp verwijdert. 7. Verwijder eventuele voorwerpen uit het schoepenrad van de pomp, door dit rond te draaien. 8. Plaats de dop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats. 9. Schroef de pomp weer helemaal vast. 10. Sluit het pompdeurtje. WAARSCHUWING! Als het apparaat in werking is en afhankelijk van het gekozen programma kan er heet water in de pomp aanwezig zijn. Verwijder het pompdeksel nooit tijdens een wascyclus, wacht altijd tot de machine de cyclus heeft afgemaakt en u het wasgoed uit de trommel heeft gehaald. Wanneer u het deksel weer vastschroeft dient u goed te controleren of het stevig is 30 Onderhoud en reiniging vastgezet om lekkages te voorkomen en te voorkomen dat jonge kinderen het kunnen verwijderen. De watertoevoerfilters schoonmaken Als het apparaat niet met water wordt gevuld, het lange tijd duurt voordat het water wordt gevuld, de startknop geel knippert of het display (indien aanwezig) het bijbehorende alarm toont (zie hoofdstuk "Problemen oplossen" voor meer informatie), moet u controleren of de watertoevoerfilters niet geblokkeerd zijn. Om de watertoevoerfilters schoon te maken: 1. Draai de waterkraan dicht. 2. Schroef de slang van de kraan. 3. Reinig het zeefje in de slang met een harde borstel. 4. Schroef de waterslang weer op de kraan. Zorg ervoor dat de aansluiting stevig vast zit. 5. 6. Schroef de slang van het apparaat. Houd een oude doek bij de hand om eventueel gemorst water te kunnen opvegen. Maak het filter in de klep schoon met een stevige borstel of met een doek. Problemen oplossen 7. 8. 31 Schroef de slang terug op de machine en zorg dat de aansluiting stevig vast zit. Draai de waterkraan open. Voorzorgsmaatregelen bij vorst Als de machine op een plaats staat waar de temperatuur tot beneden het vriespunt kan dalen, ga dan als volgt te werk: 1. Sluit de kraan en schroef de watertoevoerslang los van de kraan; 2. Plaats het uiteinde van de noodafvoerslang en van de toevoerslang in een op de vloer geplaatste opvangbak en laat het aanwezige water weglopen; 3. Schroef de watertoevoerslang weer aan de kraan en zet de noodafvoerslang weer op zijn plaats na eerst de stop te hebben teruggeplaatst. Daardoor wordt evt. in de machine achtergebleven water verwijderd en wordt de vorming van ijs en daardoor beschadiging van de machine voorkomen. Als u de machine weer wilt gebruiken, controleer dan of de omgevingstemperatuur boven de 0°C ligt. Machine legen in geval van nood Ga, als het water niet wordt afgevoerd, als volgt te werk om de machine leeg te laten lopen: 1. trek de stekker uit het stopcontact; 2. draai de waterkraan dicht; 3. wacht indien nodig totdat het water is afgekoeld; 4. open het pompdeurtje; 5. zet een opvangbak op de vloer en houd het uiteinde van de noodafvoerslang in de bak. Trek de stop eruit. Het water zou door de zwaartekracht in de opvangbak moeten lopen. Plaats als de opvangbak vol is de stop terug op de slang. Gooi de opvangbak leeg. Herhaal deze procedure totdat er geen water meer uit de slang komt; 6. reinig indien nodig de pomp, zoals hierboven beschreven; 7. plaats de stop terug op de noodafvoerslang en zet de slang terug op zijn plaats; 8. schroef de pomp weer vast en sluit het deurtje. PROBLEMEN OPLOSSEN Bepaalde problemen zijn het gevolg van een gebrek aan eenvoudig onderhoud of van onoplettendheid; dergelijke problemen kunnen zonder de hulp van een monteur gemakkelijk 32 Problemen oplossen worden opgelost. Controleer eerst de hieronder staande checklist, voordat u contact opneemt met onze Klantenservice. Tijdens de werking van de machine kan het gele controlelampje van toets 7 gaan knipperen, een van de volgende alarmcodes verschijnt op het display en tegelijkertijd klinken er om de 20 seconden enkele geluidssignalen waarmee aangegeven wordt dat de machine niet werkt: : probleem met de watertoevoer • : probleem met de waterafvoer • : deur open • : Anti-overloopsysteem geactiveerd • Druk, nadat het probleem is verholpen, op toets 7 om het programma opnieuw te starten. Als het probleem, na alle controles, zich nog steeds voordoet, neem dan contact op met onze service-afdeling. Storing Mogelijke oorzaak/oplossing De wasautomaat start niet: De deur is niet goed gesloten. • Doe de deur stevig dicht. De stekker zit niet goed in het stopcontact. • Steek de stekker in het stopcontact. Er staat geen spanning op het stopcontact. • Controleer de elektrische installatie in uw woning. De hoofdzekering is doorgebrand. • Vervang de zekering. De keuzeknop is niet goed ingesteld en er is niet op toets 7 gedrukt. • Draai de keuzeknop en druk nogmaals op toets 7. De uitgestelde start is gekozen. • Als het wasgoed meteen gewassen moet worden, annuleer dan de uitgestelde start. Het kinderslot is geactiveerd. • Schakel deze functie uit. De machine wordt niet met water gevuld: De waterkraan is gesloten. • Draai de waterkraan open. De toevoerslang is bekneld of geknikt. • Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang. Het filter in de toevoerslang of het inlaatklepfilter is verstopt. • Reinig de watertoevoerfilters. (Zie 'Wateraanvoerfilters reinigen' voor meer informatie) De deur is niet goed gesloten. • Doe de deur stevig dicht. Er stroomt water in de machine en dat loopt meteen weer weg: Het uiteinde van de afvoerslang is te laag. • Zie de betreffende paragraaf in het hoofdstuk 'Waterafvoer'. Problemen oplossen 33 Storing Mogelijke oorzaak/oplossing De machine pompt het water niet weg en/of centrifugeert niet: De afvoerslang is bekneld of geknikt. • Controleer de aansluiting van de afvoerslang. Het afvoerfilter is verstopt. • Maak het afvoerfilter schoon. Er is een optie of programma gekozen waarbij het water in de trommel niet wordt weggepompt of een programma dat alle spoelfasen annuleert. • Kies programma POMPEN of CENTRIFUGEREN. Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld. • Verdeel het wasgoed opnieuw. Er ligt water op de vloer: Er is te veel of een verkeerd wasmiddel gebruikt (te veel schuimvorming). • Verminder de hoeveelheid wasmiddel of gebruik een ander middel. Controleer of een van de koppelingen van de toevoerslang lekkage vertoont. Dit is niet altijd gemakkelijk te zien, omdat het water langs de slang naar beneden loopt; controleer of de slang vochtig is. • Controleer de aansluiting van de watertoevoerslang. De watertoevoerslang is beschadigd. • Vervang deze door een nieuwe. De dop op de noodafvoerslang is na het schoonmaken niet teruggeplaatst of het filter is niet goed vastgeschroefd. • Zet de dop terug op de noodafvoerslang en draai het filter volledig aan. Onbevredigende wasresultaten: Er is te weinig of een verkeerd wasmiddel gebruikt. • Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander middel. Hardnekkige vlekken zijn niet voor aanvang van het wassen behandeld. • Gebruik normaal in de handel verkrijgbare producten om hardnekkige vlekken te behandelen. De juiste temperatuur is niet gekozen. • Controleer of u de juiste temperatuur hebt gekozen. Te veel wasgoed in de trommel. • Verminder het wasgoed in de trommel. 34 Problemen oplossen Storing Mogelijke oorzaak/oplossing De deur gaat niet open: Het programma loopt nog. • Wacht tot het wasprogramma is afgelopen. De deur is niet ontgrendeld. • Wacht tot het symbool 9.4uit is. Er staat water in de trommel. • Kies het programma pompen of centrifugeren om het water af te voeren. De machine staat te schudden of maakt lawaai: De transportbouten en het verpakkingsmateriaal zijn niet verwijderd. • Controleer of de machine correct geïnstalleerd is. De steunvoetjes zijn niet afgesteld. • Controleer of de machine goed waterpas staat. Het wasgoed is niet gelijkmatig in de trommel verdeeld. • Verdeel het wasgoed opnieuw. Mogelijk bevat de trommel te weinig wasgoed. • Plaats meer wasgoed in de trommel. Centrifugeren begint traag of de machine centrifugeert niet: De elektronische voorziening voor onbalansdetectie is ingeschakeld omdat het wasgoed niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld. Het wasgoed wordt opnieuw verdeeld doordat de machine de trommel in tegenovergestelde richting ronddraait. Dit kan verschillende keren nodig zijn voordat de verkeerde balans verdwijnt en het normale centrifugeren kan worden hervat. Als na enkele minuten het wasgoed nog steeds niet gelijkmatig in de trommel is verdeeld, zal de machine niet centrifugeren. • Misschien zit er te weinig wasgoed in de trommel, voeg wat wasgoed toe, verdeel de lading met de hand en kies dan het programma centrifugeren. De machine droogt niet of droogt niet goed: De droogtijd is niet gekozen. • Selecteer de droogtijd. De waterkraan is dicht. • Draai de waterkraan open. Het afvoerfilter is verstopt. • Maak het afvoerfilter schoon. Er zit te veel wasgoed in de machine. • Verminder het wasgoed in de trommel. De gekozen droogtijd of droogtegraad was niet geschikt voor het wasgoed. • Kies de geschikte droogtijd of droogtegraad voor het wasgoed. Technische gegevens 35 Storing Mogelijke oorzaak/oplossing De machine maakt een ongebruikelijk geluid: De machine is uitgerust met een type motor die vergeleken met andere traditionele motoren een vreemd geluid maakt. Deze nieuwe motor zorgt voor een soepelere start en een betere verdeling van het wasgoed in de trommel tijdens het centrifugeren en voor een betere stabiliteit van de machine. Er is geen water zichtbaar in de trommel: Machines die gebaseerd zijn op moderne technologie werken erg zuinig en verbruiken weinig water zonder dat dit ten koste gaat van de prestatie van de machine. Op het display verschijnt de alarmcode : Anti-overloopsysteem geactiveerd. • Trek de stekker uit het stopcontact, draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze service-afdeling. Het wasgoed zit vol met pluisjes van verschillende kleuren: De stof gewassen in de vorige cyclus heeft pluisjes met een andere kleur afgegeven. • De droogfase helpt een deel van deze pluisjes te verwijderen. • Reinig de kleding met een pluisjesverwijderaar. Laat bij veel pluizen in de trommel het speciale reinigingsprogramma lopen (zie “PLUISJES OP KLEDING” voor meer details). Als u het probleem niet kunt vinden of oplossen, neem dan contact op met onze Klantenservice. Noteer alvorens te bellen het model, serienummer en de aankoopdatum van de machine: de Klantenservice zal om deze informatie vragen. TECHNISCHE GEGEVENS Afmeting Breedte Hoogte Diepte 60 cm 82 cm 63 cm 36 Verbruikswaarden Aansluiting aan het elektriciteitsnet Spanning - Totale vermogen Zekering Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat. Leidingwaterdruk Minimaal Maximaal 0,05 MPa 0,8 MPa Bescherming tegen het binnendringen van vaste stoffen en vocht IPX4 Maximale belading Katoen 8 kg Maximale belading (droge was) Katoen Grote capaciteit katoenen wasgoed Synthetische 4 Kg 6 Kg 3 Kg Centrifugeersnelheid Maximaal 1400 toeren per minuut VERBRUIKSWAARDEN Programma Energieverbruik (kWh) Waterverbruik (liter) Witte katoen 95° 2.5 62 Katoen 60° 1.7 63 Katoen ECO 60° 1) 1.36 60 Katoen 40° 0.97 62 Synthetische stoffen 40° 0.55 51 Fijne was 40° 0.53 67 Wol/Handwas 30° 0.32 64 Programmaduur (Minuten) Raadpleeg voor de duur van de programma's, het display op het bedieningspaneel. 1) "Katoen ECO" op 60°C met een belading van 8 kg is het referentieprogramma voor de gegevens die op het energielabels staan, overeenkomstig de richtlijnen 92/75/EEG. De verbruiksgegevens in deze tabel zijn slechts richtlijnen, ze kunnen variëren afhankelijk van de hoeveelheid en soort wasgoed, de temperatuur van het aangevoerde water en de omgevingstemperatuur. MONTAGE-INSTRUCTIES MONTAGE Uitpakken Alle transportbouten en verpakkingsmaterialen moeten worden verwijderd alvorens de machine in gebruik te nemen. Montage 37 Wij raden u aan alle transportbeveiligingen te bewaren, zodat zij kunnen worden gemonteerd als de machine ooit nog eens moet worden vervoerd. 1. Nadat u al het verpakkingsmateriaal verwijderd heeft, de machine voorzichtig op zijn achterkant leggen om de basis van piepschuim van de onderkant te kunnen verwijderen. 2. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang van de slanghouders op de achterkant van het apparaat. 3. Draai de drie bouten los met de sleutel die bij de machine geleverd is. 38 Montage 4. Schuif de betreffende kunststof afstandhouders naar buiten. 5. Open de vuldeur, neem de watertoevoerslang uit de trommel en verwijder het polystyreen blokje dat op de afdichting van de deur zit. 6. Maak het kleine gaatje aan de bovenkant en de twee grotere gaten dicht met de plastic doppen die in het zakje zitten van de gebruiksaanwijzing. Sluit de watertoevoerslang aan zoals beschreven in paragraaf "Watertoevoer". 7. Montage 39 Plaatsing en waterpas zetten Installeer de machine op een vlakke harde vloer. Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de machine niet wordt belemmerd door tapijten, vloerbedekking, enz. Voordat u de machine op kleine tegels plaatst, een rubber mat gebruiken. Probeer nooit oneffenheden van de vloer te corrigeren door houten blokjes, karton of iets dergelijks onder de machine te plaatsen. Als het onvermijdelijk is om de machine naast een gasfornuis of kolenkachel te plaatsen, moet er een isolatieplaat bedekt met aluminiumfolie aan de kant van het fornuis of de kachel tussen beide apparaten geplaatst worden. De machine mag niet geïnstalleerd worden in ruimtes waar de temperatuur onder 0°C kan komen. De watertoevoer- en afvoerslang mogen niet geknikt zijn. Zorg ervoor dat het apparaat na installatie makkelijk bereikbaar is voor de reparateur voor het geval er een storing moet worden verholpen. Zet de machine zorgvuldig waterpas door de stelpootjes in of uit te draaien. Leg nooit karton, hout of vergelijkbare materialen onder de machine om evt. oneffenheden in de vloer op te heffen. Rubberen voetenset (4055126249) Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt. De rubberen voeten zijn vooral handig op zwevende, gladde en houten vloeren. Monteer de rubberen voeten om trillingen, lawaai of verschuiving van de machine tijdens de werking te voorkomen. Lees de bij de kit geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Watertoevoer Een toevoerslang is meegeleverd; deze is te vinden in de trommel van de machine. Dit apparaat moet aangesloten worden op een koud watertoevoer. Gebruik voor aansluiting op de waterleiding niet de slang van uw vorige machine. 40 Montage 1. 2. Open de vuldeur en neem de toevoerslang uit de trommel. Sluit de slang met de haakse aansluiting op de machine aan. Bevestig de toevoerslang niet naar beneden gericht. Bevestig de slang altijd onder een hoek naar links of naar rechts, afhankelijk van de plaats waar de waterkraan zich bevindt. 3. Breng de slang in de juiste positie door de ringmoer los te draaien. Als de toevoerslang zich in de juiste positie bevindt, draai de ringmoer dan weer vast om lekkage te voorkomen. 4. Sluit de slang aan op een kraan met 3/4"-schroefdraad. Gebruik altijd de bij de machine geleverde slang. De toevoerslang mag niet worden verlengd. Als de slang te kort is en u de kraan niet wilt verplaatsen, zult u een nieuwe, langere slang moeten kopen die speciaal voor dit doel is gemaakt. De installatie moet voldoen aan de vereisten van het plaatselijke waterleidingbedrijf en de bouwvoorschriften. Controleer de minimale waterdruk die vereist is voor de veilige werking van het apparaat in hoofdstuk "Technische gegevens. Montage 41 Waterstop De toevoerslang is voorzien van een waterstop, een beveiligingsvoorziening tegen schade veroorzaakt door waterlekkage die kan ontstaan door natuurlijke slijtage van de slang. Deze storing wordt aangegeven door een rood vlak in venster "A". Indien dit gebeurt, de kraan dichtdraaien en contact opnemen met de Klantenservice om de slang te laten vervangen. A Waterafvoer Het uiteinde van de afvoerslang kan op drie manieren worden geplaatst: 1. Over de rand van een gootsteen; gebruik hiervoor de bij de machine geleverde slanggeleider van kunststof. Zorg er in dit geval voor dat het uiteinde niet van de rand kan losschieten als de wasautomaat aan het leeglopen is. U kunt de slang met een stuk touw aan de kraan vastbinden of aan de wand bevestigen. 2. In een aftakking van een gootsteenafvoer. De aftakking dient zich boven de sifon te bevinden, zodat de bocht zich ten minste 60 cm boven de grond bevindt. 3. Rechtstreeks in een afvoerpijp op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet meer dan 90 cm. Het einde van de afvoerslang moet altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de binnendiameter van de afvoerpijp groter moet zijn dan de buitendiameter van de afvoerslang. De afvoerslang mag niet geknikt zijn. 42 Aansluiting aan het elektriciteitsnet De afvoerslang kan verlengd worden tot een maximum van 4 meter. Een extra afvoerslang en koppelstuk is verkrijgbaar bij de Klantenservice bij u in de buurt. AANSLUITING AAN HET ELEKTRICITEITSNET Informatie over de elektrische aansluiting staat op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur van het apparaat. Controleer of de elektrische installatie in uw woning geschikt is voor het maximale vereiste vermogen; houd hierbij rekening met andere apparaten die in gebruik zijn. WAARSCHUWING! Sluit de machine aan op een geaard stopcontact. WAARSCHUWING! De fabrikant kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade of letsel die voortkomt uit het niet opvolgen van bovengenoemde veiligheidsvoorschriften. WAARSCHUWING! Het aansluitsnoer moet na de installatie van de machine toegankelijk zijn. WAARSCHUWING! Indien de voedingskabel moet worden vervangen, dan moet dit gebeuren door onze Klantenservice. MILIEUBESCHERMING Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld, maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht. Milieubescherming 43 Verpakkingsmaterialen Materialen met het symbool zijn recyclebaar. >PE<=polyethyleen >PS<=polystyreen >PP<=polypropyleen Dit betekent dat ze gerecycled kunnen worden als u ze netjes weggooit in de daarvoor bestemde containers. Milieutips Om water en energie te besparen en om het milieu te helpen beschermen, raden wij u aan de volgende tips ter harte te nemen: • Normaal vuile was kan zonder voorwas worden gewassen om wasmiddel, water en tijd te besparen (ook het milieu wordt zo beschermd!). • De machine werkt economischer als hij volledig wordt gevuld. • Met de juiste voorbehandeling kunnen vlekken en vuil worden verwijderd; het wasgoed kan daarna bij een lagere temperatuur worden gewassen. • Doseer het wasmiddel aan de hand van de waterhardheid, de mate van vervuiling van het wasgoed en de hoeveelheid wasgoed.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88

Aeg-Electrolux L14950A Handleiding

Type
Handleiding

in andere talen