programmaknop om een nieuw was-
programma te selecteren.
• Haal het wasgoed uit het apparaat.
Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
• Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaange-
name luchtjes te voorkomen.
• Draai de waterkraan dicht.
Het wasprogramma is voltooid, maar
er staat water in de trommel:
– De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
– De deur blijft vergrendeld.
– U moet het water afvoeren om de
deur te kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. Indien nodig, verlaag het centrifu-
getoerental.
2.
Druk op de toets Start/Pauze
4
.
Het apparaat gaat afpompen en
centrifugeren.
Het apparaat pompt het water
automatisch af en begint te cen-
trifugeren na ongeveer 18 uur.
3. Als het programma is voltooid, gaat
het deurvergrendelingssymbool uit
en kunt u de deur openen
4. Schakel het apparaat uit.
NUTTIGE AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN
DE TROMMEL DOET
• Verdeel het wasgoed in: wit, bont,
synthetisch, fijne was en wol.
• Voor een juiste wijze van wassen
dient u de instructies op de wasla-
bels van het wasgoed op te volgen.
• Was witte en bonte artikelen niet sa-
men.
• Sommige bonte weefsels kunnen uit-
lopen als zij de eerste keer worden
gewassen. We raden daarom aan om
dit soort kleding de eerste keer dan
ook apart te wassen.
• Knoop kussenslopen dicht, sluit rit-
sen, haakjes en drukknopen. Rol rie-
men op.
• Verwijder hardnekkige vlekken.
• Behandel delen met zware vervuiling
met een speciaal wasmiddel.
• Wees voorzichtig met gordijnen. Ver-
wijder de haken of stop de gordijnen
in een zak.
• Niet in de machine wassen:
– Wasgoed zonder zomen of met
scheuren
– Beugelbeha's.
– Gebruik een waszakje om kleine
stuks wasgoed te wassen.
• Een zeer kleine lading kan proble-
men veroorzaken bij de centrifugefa-
se. Als dit gebeurt, kunt u de artike-
len handmatig verdelen in de trom-
mel en de centrifugefase opnieuw
starten.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
• Gebruik alleen wasmiddelen en na-
behandelingsproducten die bedoeld
zijn voor gebruik in een wasauto-
maat.
• Gebruik niet meer dan de juiste hoe-
veelheid afwasmiddel om het milieu
te beschermen.
• Volg altijd de instructies die u vindt
op de verpakking van deze produc-
ten.
• Gebruik de juiste producten voor het
type en de kleur stof, de programma-
temperatuur en de mate van vervui-
ling.
• Stel de voorwasfase niet in als u
vloeibare wasmiddelen gebruikt.
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied
hoog of gemiddeld is, raden we u het
gebruik van waterverzachter voor was-
NEDERLANDS 19