Indesit LDZ 226 A IX/HA Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding
NL
49
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Installatie, 50-51
Plaatsing en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Technische gegevens
Beschrijving van het apparaat, 52
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 53
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Starten en gebruik, 54
Het starten van de afwasautomaat
Het vaatwasmiddel toevoegen
Afwasopties
Programmas, 55
Programmatabel
Glansmiddel en onthardingszout, 56
Het glansmiddel toevoegen
Het onthardingszout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 57
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van het watertoevoerfilter
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 58
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Storingen en oplossingen, 59
Service, 60
Nederland, 49
NL
LDZ 226
AFWASAUTOMAAT
NL
50
Installatie
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te
bewaren.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden;
als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen.
Plaatsing en waterpas zetten
1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat het
geen schade heeft geleden tijdens het transport.
Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten
maar de dealer inschakelen.
2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant
tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden
geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het aanrecht
worden ingebouwd
* (zie Montageblad).
3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige vloer.
Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste
stelvoetjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat
horizontaal staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en
voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen.
4. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen moet
u draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan de onder-/
voorzijde in het midden van de afwasautomaat. Gebruik
hiervoor een zeshoekige sleutel met een opening van 8 mm.
Draai rechtsom om de hoogte te vermeerderen, linksom om
de hoogte te verminderen (zie instructieblad voor de inbouw
die bij de documentatie wordt geleverd).
Hydraulische en elektrische
aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en
hydraulische systeem mag alleen door erkende technici
worden uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de
elektrische voedingskabel worden geplaatst.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding
met nieuwe buizen.
Gebruik geen oude buizen.
De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van het water,
en de elektrische voedingskabel kunnen voor een optimale
installatie zowel naar rechts als naar links worden gericht (zie
afbeelding).
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de toevoerbuis
op een kraan met schroefdraad van 3/4 gas. Voor u hem
vastschroeft moet u het water laten lopen tot het compleet
helder is. Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het
apparaat doen verstoppen.
Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een centrale
verwarming is met radiatoren kan de afwasautomaat
worden voorzien met warm water mits dit water niet warmer
is dan 60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de
koudwateraansluiting.
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient
u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende
monteur (zie Service).
De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die
staan vermeld in de tabel met Technische gegevens (zie
hiernaast).
Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of
samengedrukt.
Lekkagebeveiliging
Om lekkages te voorkomen is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt
in geval van storingen of lekkages van binnenuit.
Enkele modellen zijn voorzien van een aanvullend
beveiligingsmechanisme New Acqua Stop
*, dat de lekkage
ook voorkomt in het geval de toevoerbuis kapotgaat.
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden: hij
bevat onderdelen die onder spanning staan.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
51
Aansluiting van de buis op de waterafvoer
Verbind de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een
afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4 cm. U kunt
hem ook op de rand van een wasbak of een badkuip hangen;
het vrije uiteinde van de afvoerbuis mag niet onder water
liggen.
De speciale plastic
elleboogpijp* zorgt ervoor dat u
hem goed vast kunt zetten:
bevestig de elleboogpijp goed
aan de muur om te voorkomen
dat de afvoerbuis beweegt en
het water lekt.
Het deel van de buis dat is
aangegeven met de letter A
moet zich op een hoogte van
tussen de 40 en de 100 cm van de grond bevinden (zie
afbeelding).
We raden u af verlengbuizen te gebruiken.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich
ervan verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te dragen. Dit vermogen wordt aangegeven op
het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (zie
hoofdstuk Beschrijving van de afwasautomaat);
de spanningswaarden zich bevinden tussen de waarden
die staan aangegeven op het typeplaatje aan de
binnenkant van de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact
overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een
bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten
vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of
dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de
elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te
bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
In het geval dat de voedingskabel beschadigd is, dient
deze vervangen te worden door de fabrikant of door uw In-
stallateur, zodat elk risico vermeden wordt. (Zie Service)
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als
deze normen niet worden nageleefd.
Anticondensstrip*
Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur en
plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak,
zodat u het beschermt tegen eventuele condens.
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de eerste
afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met water vullen en
ongeveer 1 kg onthardingszout toevoegen (zie hoofdstuk
Glansmiddel en onthardingszout): het is normaal dat er tijdens
deze handeling water overloopt. Selecteer de hardheid van het
water (zie hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout).
- Na het vullen van het onthardingszout gaat het controlelampje
ZOUT TOEVOEGEN
* uit.
Als u geen onthardingszout toevoegt kan de waterontharder
en het verwarmingselement worden beschadigd.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit 12 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
Netspanning Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermogen
Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende
EU richtlijnen:
- 2006/95/CE van 16/01/2007
(Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen
- 89/336/EEG van 03/05/89
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en
daaropvolgende wijzigingen
- 97/17/EG (Etikettering)
- 2002/96/EC
A
NL
52
Aanzichttekening
Beschrijving van het
apparaat
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelen hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Bestekkorf
8. Filter
9. Zoutreservoir
10. Bakjes voor afwasmiddel en
glansmiddelreservoir
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
***
***Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Bedieningspaneel
Toets Uitgestelde Start
Toets ON-OFF/Reset
Controlelampje ON-OFF
Controlelampje
Toevoegen
Onthardingszout
Toets Kies Programma
Controlelampje Glansmiddel
Toevoegen
Controlelampjes
Uitgestelde Start
Led programmanummer
NL
53
Het laden van de rekken
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Onderrek
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen, volgens de Inlaadvoorbeelden.
Grote deksels en borden kunnen het beste aan de zijkanten
van het rek worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze het draaien
van de bovenste sproeiarm niet verhinderen.
Enkele modellen
afwasautomaat
beschikken over
uitklapbare delen
*.
Deze kunnen in
verticale stand worden gebruikt voor het laden van borden, of
in horizontale stand voor het laden van pannen en slakommen.
Bestekkorf
De bestekkorf verschilt aan de hand van het model
afwasautomaat: niet demonteerbaar, demonteerbaar,
verschuivend. De niet demonteerbare korf mag alleen aan de
voorzijde van het onderrek worden geplaatst.
Het is mogelijk de
demonteerbare korf in
tweeën te delen. Dit is
vooral handig bij het
wassen van een halve
lading (bij modellen die beschikken over deze optie). De
bestekkorf kan op elke gewenste plek van het onderrek
worden verschoven door hem tussen de vaste en uitklapbare
delen te plaatsen.
- Beide zij voorzien van beweegbare rekjes waarmee u het
bestek beter kunt opbergen.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe
punten dienen met de punten naar beneden in de bestekkorf of
in horizontale positie in de opklaprekjes van de het bovenrek
geplaatst te worden.
Inlaadvoorbeelden bestekkorf
Bovenrek
Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes,
mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage, niet
zo vuile pannen, zoals beschreven in de Inlaadvoorbeelden.
Mokken en kopjes, lange en scherpe messen,
opschepbestek: plaats deze op de opklaprekjes
**.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger
of lager zetten: (voor het inladen van Baby producten bij modellen
die zijn voorzien van een Baby cyclus moet het bovenrek op de
laagste stand staan).
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als
het REK LEEG IS.
Til of laat het rek nooit aan een enkele kant neer.
Open de grendeltjes van de rails aan de
rechter- en aan de linkerkant en haal het rek
naar buiten; plaats het boven of onder en
schuif het over de rails totdat ook de
voorste wieltjes erin zitten; sluit vervolgens
de grendeltjes (zie afbeelding).
Als het rek voorzien is van Dual Space
*
hendels (zie afbeelding) haalt u het
bovenrek naar voren tot aan het einde,
houdt u de hendels aan de zijkant van het
rek vast en verplaatst u het naar boven of
naar onder. Laat het rek langzaam naar
beneden zakken.
Voorbeelden van het inladen van het bovenrek
Voorbeelden van het inladen van het onderrek
Baby Opklaprekjes
*
In de modellen afwasautomaat waar een Baby
Cyclus aanwezig is, worden speciale
opklaprekjes geleverd voor het wassen van
zuigflessen, ringen en spenen.
(zie
bijgeleverd instructieblad)
Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat
Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn of met
delen die zijn vastgelijmd.
Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin.
Niet hittebestendige plastic voorwerpen.
Antiek of handbeschilderd porselein.
Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een fijn
programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het niet in
contact komt met andere metalen.
We raden u aan vaatwerk te gebruiken dat wel geschikt is
voor de afwasautomaat.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
** Variabele aantallen en standen.
NL
54
Starten en gebruik
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Open de deur en druk op de ON-OFF toets: u hoort een
korte pieptoon. Het controlelampje ON/OFF, het display en het
controlelampje van de opties gaan aan.
3. Doseer het vaatwasmiddel (zie onder).
4. Laad de rekken (zie Het laden van de rekken).
5. Kies het afwasprogramma naar gelang het soort vaatwerk
en het type vuil (zie de programmatabel)
door op de toets P
te drukken.
6. Selecteer de wasopties (zie hiernaast).
7. Als u de deur sluit start het programma: een lange pieptoon
geeft aan dat het programma is begonnen.
8. Aan het einde zullen twee korte en een lange pieptoon
aangeven dat het programma is beëindigd. Het nummer van
het programma zal op het display gaan knipperen. Open de
deur, schakel het apparaat uit met de ON-OFF toets, doe de
waterkraan dicht en haal de stekker uit het stopcontact.
9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om te
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend
met het onderrek.
- Om het energieverbruik te verminderen,
wordt de machine onder bepaalde
omstandigheden van NIET gebruik automatisch
uitgezet.
PROGRAMMAS AUTO*: dit model afwasautomaat
beschikt over een speciale sensor die kan waarnemen hoe
vuil de vaat is en het meest efficiënte en zuinige
wasprogramma ervoor kiezen.
De duur van de automatische programmas hangt als gevolg
af van wat de sensor waarneemt.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor
u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd
te drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit en hoort
u een lange pieptoon. Doe het apparaat weer aan met de ON/
OFF toets en selecteer het nieuwe programma en de
eventuele opties. Start de afwasautomaat door de deur te
sluiten.
Het toevoegen van overige vaat
Zonder de afwasautomaat uit te zetten opent u de deur. Pas
op de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de
afwasautomaat. Sluit de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het
werd onderbroken als de deur weer dichtgaat of wanneer de
stroom terugkeert.
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte
dosering van het vaatwasmiddel. Teveel wasmiddel
betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging.
Bovendien is dit niet goed voor het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de
hand wassen.
Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan
schuimresiduen overlaten aan het einde van de
wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken
bij uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE
TABLETTEN bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u
met het gebruik van een vaatwasmiddel in
poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en
onthardingszout.
bakje A: Vaatwasmiddel hoofdwas
bakje B: Vaatwasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door te
drukken op de knop D.
2. Doseer het vaatwasmiddel met
behulp van de Programmatabel:
vaatwasmiddel in poeder: bakjes A
en B.
tabletten: wanneer het programma
1 tablet vereist doet u hem in het
bakje A en sluit u het deksel. Wanneer het programma 2
tabletten vereist, doet u de tweede op de bodem van de
afwasautomaat.
3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van
het bakje en sluit het deksel met een klik.
Afwasopties
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde pro-
gramma (zie programmatabel) zal de betreffende led 3 maal
snel knipperen en hoort u 2 korte pieptonen.
Uitgestelde start
Het is mogelijk het starten van een programma 3, 6 of 9 uur uit
te stellen:
1. Druk op de toets UITGESTELDE START: elke keer dat u op
de toets drukt hoort u een geluidssignaal en zal de gekozen
tijd worden getoond;
2. Selecteer het programma en sluit de deur: na de pieptoon
begint het terugtellen;
3. Als de tijd verstreken is gaat het controlelampje uit en start
het programma.
Om de uitgestelde start te wijzigen en een korter uitstel te
selecteren moet u op de toets UITGESTELDE START drukken.
Om dit te annuleren drukt u enkele keren op de toets totdat
het controlelampje van de uitgestelde start uitgaat. Het
programma wordt gestart op het moment dat de deur
dichtgaat.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
55
Programmas
* Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programmas. Dit programma heeft
echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN vergelijkingsproef kunt u
contact opnemen met: [email protected]
Om de dosering van het wasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat:
1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa - 1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel circa
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
N.B.:
De beste prestaties van de programma's "Snel" worden bereikt als u het aantal aangegeven couverts niet overschrijdt.
Vaatwasmiddel
(A) = bakje A
(B) = bakje B
Aanwijzingen voor de
programmakeuze
Programma
Poeder Vloeibaar Tabletten
Program-
ma's met
droog
functie
Opties
Duur van het
programma
(tolerantie
±10%)
Hr. Min.
Zeer vuile vaat en pannen (niet
te gebruiken voor teer
vaatwerk).
1. Intensief
30 g (A)
30 ml (A)
1 (A)
Ja
Uitgestelde
start
2:25
Normaal vuile vaat en pannen.
Standaard programma dagelijks.
2. Normaal
25 g (A)
5 g (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
Ja
Uitgestelde
start
1:50
Voorwas in afwachting van de
lading van de volgende maaltijd.
3. Weken
Nee
Nee
Nee
Nee
Uitgestelde
start
0:08
Ecologisch wasprogramma met
laag energieverbruik, geschikt
voor vaat en pannen.
4. Eco
*
25 g (A)
5 g (B)
25 ml (A)
5 ml (B)
1 (A)
Ja
Uitgestelde
start
2:35
Zuinige snelle cyclus voor niet
zo vuile vaat, direct na gebruik.
(2 borden + 2 glazen + 4 delen
bestek + 1 pan + 1 pannetje)
5. Snel
25 g (A)
25 ml (A)
1 (A)
Nee
Uitgestelde
start
0:35
Zuinige, snelle cyclus voor teer
vaatwerk dat gevoelig is voor
hoge temperaturen, direct na
gebruik. (wijnglazen bovenrek +
breekbare borden, onderrek).
6. Kristal
30 g (A)
30 ml (A)
1 (A)
Ja
Uitgestelde
start
1:30
NL
56
Glansmiddel en
onthardingszout
Gebruik uitsluitend producten die speciaal
voor afwasautomaten zijn bestemd.
Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en
ook geen wasmiddelen voor handwas. Volg de
aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctie product gebruikt is het niet nodig
een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel aan
onthardingszout toe te voegen als het water hard of zeer
hard is. Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het
normaal dat de controlelampjes ZOUT
TOEVOEGEN
* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN*
blijven aan staan.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het
water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier
voorkomt u strepen en vlekken.
Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
als op het bedieningspaneel het controlelampje
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN
* aangaat;
1. Open het reservoir door de
dop (G) tegen de klok in te
draaien.
2. Giet het glansmiddel in het
reservoir zonder te morsen. Als u
wel morst, moet u het product
gelijk met een droge doek
verwijderen.
3. Schroef de dop weer op zijn
plaats.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over de droogresultaten, kunt u de
dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een
schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen
tussen 6 verschillende standen (de fabrieksinstelling is op
stand 4):
als u op de vaat strepen aantreft moet u een lagere stand
instellen (1-3).
als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een
hogere stand instellen (4-6).
Instellen hardheid van het water
Elke afwasautomaat is voorzien van een waterontharder die,
met behulp van speciaal onthardingszout, kalkvrij water levert
voor het wassen van de vaat.
In deze afwasautomaat kan de waterontharder aan de hand
van de waterhardheid worden geregeld voor het beperken
van de vervuiling en het optimaliseren van de wasprestaties.
Dit gegeven kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen.
- Open de deur en schakel het apparaat in door op de ON/
OFF toets te drukken.
- Druk ongeveer 5 seconden op de P toets. U hoort twee korte
pieptonen. Op het display knippert langzaam het nummer van
de ingestelde hardheid (de ontharder staat standaard op
stand n.3).
- Druk net zolang op de P toets tot u de gewenste hardheid
bereikt (1-2-3-4-5
* Zie tabel Hardheid van het water).
- Om de functie te verlaten wacht u circa 30 seconden of drukt
u op een andere optie toets of schakelt u de afwasautomaat uit
met de ON/OFF toets.
Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u toch het
zoutreservoir vullen.
dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in
Franse graden - mmol/l = millimol/liter)
Het onthardingszout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd controleren
of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het zout verwijdert
het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag
op de vaat achterblijft.
Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet worden gevuld:
als de groene drijver
* niet zichtbaar is wanneer u de dop
van het zoutreservoir bekijkt;
als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN
* aangaat;
1. Haal het onderrek naar voren en draai
de dop van het zoutreservoir tegen de
klok in.
2. Alleen voor de eerste afwasbeurt: vul
het reservoir tot aan de rand met water.
3. Plaats de trechter* op de opening (zie
afbeelding) en vul het reservoir tot aan de rand met zout
(ongeveer 1 kg); het is normaal dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter*, reinig de eventuele zoutresten op de
opening. Spoel de dop onder het water af voor u hem weer
terugschroeft door hem ondersteboven onder de waterstraal
te plaatsen en het water uit de 4 gleuven aan de onderzijde
van de dop te laten stromen. (Dop onthardingszout met
groene drijver
*)
We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te
voeren als u onthardingszout bijvult.
Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen
geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de
waterontharder zou onherstelbaar kunnen worden
beschadigd).
Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct daarna
een wascyclus starten zodat de overgelopen zoutoplossing
direct wordt verwijderd.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
G
F
Tabel Waterhardheid
°dH °fH mmol/l niveau
0 6 0 10 0 1 1
6 11 11 20 1,1 2 2
12 17 21 30 2,1 3 3
17 34 31 60 3,1 6 4
34 50 61 90 6,1 9
5
*
Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen
onthardingszout te gebruiken.
* bij deze instelling kan de duur van de cycli
iets langer zijn.
NL
57
Onderhoud en
verzorging
Water en elektrische stroom afsluiten
Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage
te voorkomen.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging
en onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen
worden gereinigd met een natte, niet schurende
doek. Gebruik geen oplosmiddelen of
schuurmiddelen.
De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat
kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat
azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van
vocht te voorkomen.
Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en
de wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo
vermijdt u het ophopen van etensresten die de
hoofdoorzaak zijn van vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er etensresten aan de
sproeiarmen blijven kleven en de gaatjes waar water uit
komt verstoppen: u doet er goed aan ze regelmatig te
controleren en te reinigen met een niet-metalen
borsteltje.
De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden
gehaald.
Om de bovenste sproeiarm uit
elkaar te halen dient u de
plastic dop linksom los te
schroeven.De bovenste
sproeiarm moet worden
gemonteerd met de gaten naar
boven gericht.
De onderste sproeiarm haalt u
uit elkaar door druk uit te
oefenen op de lipjes aan de
zijkant en door hem daarna
naar boven te trekken.
Reinigen van het watertoevoerfilter*
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt,
laat dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het
water lopen totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes.
Als u dit niet doet loopt u het risico dat het punt waar het
water binnenkomt verstopt raakt en uw afwasautomaat
beschadigt.
Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan.
- Doe de waterkraan dicht.
- Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder
het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water.
- Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast.
Reinigen van de filters
De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten
uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon in
het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat
moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los
filter worden gebruikt.
Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op zijn
plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede werking
van de afwasautomaat.
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af.
Laat de deur op een kier staan.
 Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg
draaien.
Controleer na enkele wasbeurten de filtergroep. Reinig
hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water met
behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande
aanwijzingen:
1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar
buiten (afb. 1).
2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te oefenen
op de lipjes aan de zijkant (Afb. 2);
3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek (afb. 3).
4. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele
etensresten. VERWIJDER NOOIT de bescherming van de
waspomp (zwart element) (afb. 4).
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
1
C
2
C
B
3
A
4
NL
58
Voorzorgsmaatregelen en advies
Het apparaat is ontworpen en gebouwd overeenkomstig
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
geschreven om veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Deze afwasmachine mag niet gebruikt worden door
personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
zintuiglijke of mentale capaciteiten, of gebrek aan ervaring
en kennis, tenzij zij onder toezicht staan van of instructies
met betrekking tot het gebruik ontvangen door een
persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Volwassenen dienen toezicht te houden om te voorkomen
dat kinderen met het apparaat spelen.
Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
Dit apparaat moet worden gebruikt voor het wassen van
huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen volgens de
aanwijzingen die terug zijn te vinden in dit boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het is zeer
gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door eraan te
trekken, maar door hem beet te pakken.
Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud uitvoert
moet u de waterkraan afsluiten en de stekker uit het
stopcontact halen.
In het geval van een storing mag u in geen enkel geval aan
de interne mechanismen sleutelen om een reparatie
trachten uit te voeren.
Raak nooit de weerstand aan.
Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat zou om
kunnen vallen.
De deur dient niet in openstaande stand gelaten te worden
omdat men erover zou kunnen struikelen.
Houd was- en glansmiddelen buiten het bereik van
kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de
locale normen, zodat het verpakkingsmateriaal kan worden
hergebruikt.
De Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet
dat elektrische apparaten niet met het gewone huisvuil
mogen worden meegegeven. Afgedankte apparaten
moeten gescheiden worden ingezameld om het recyclen en
herwinnen van de gebruikte materialen te optimaliseren en
potentiële schade voor de gezondheid en het milieu te
voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis
staat op alle producten om de consument eraan te
herinneren dit product gescheiden in te zamelen.
Voor meer informatie betreffende het verwijderen van
elektronische apparatuur kan de consument zich wenden
tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper.
Energiebesparing en respect voor het
milieu
Water en energie besparen
Start de afwasautomaat alleen als hij volgeladen is. Als u
moet wachten totdat de afwasautomaat compleet gevuld is,
kunt u vervelende luchtjes vermijden door het programma
Weken te gebruiken (zie Programmas).
Selecteer een programma wat geschikt is voor het type
vaat en het soort vuil door de Programmatabel te
raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het programma
Eco, dat een laag energie- en waterverbruik garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve
lading
* (zie Starten en gebruik).
Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of dagen
goedkopere tarieven heeft, dient u de afwasautomaat te
gebruiken op deze tijden. De optie Uitgestelde start
* (zie
Starten en gebruik) kan u erbij helpen het wassen op deze
wijze te organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor en
met enzymen.
We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder fosfaten of
chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn voor het
behoud van het milieu.
Enzymen zorgen voor een effectieve werking op
temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kunt u met
vaatwasmiddelen met enzymen op lage temperaturen
resultaten bereiken die u anders pas op 65°C zou hebben.
Doseer het afwasmiddel goed op basis van de
aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid, de
hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo
verspillingen te voorkomen. Ook al zijn ze biologisch
afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen die het
evenwicht van de natuur verstoren.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
59
Storingen en
oplossingen
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de
Servicedienst wendt.
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossingen:
De afwasautomaat start niet.
De stekker zit niet goed in het stopcontact of het hele huis zit zonder
stroom.
De deur van de afwasautomaat is niet goed dicht.
U heeft een Uitgestelde start ingesteld
(zie Starten en gebruik)
.
De afwasautomaat pompt het
water niet af.
Het programma is nog niet beëindigd.
De waterafvoerbuis is gebogen
(zie Installatie)
.
De afvoer van de wasbak is verstopt.
Het filter is verstopt met etensresten
De afwasautomaat maakt geluid.
De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet
geschikt voor de afwasautomaat (
zie Starten en gebruik
).
Er blijven op vaat en glazen
kalkafzettingen achter of een witte
aanslag.
Er zit niet genoeg zout in het reservoir of de afregeling is niet
toereikend voor de waterhardheid
(zie Glansmiddel en onthardingszout)
.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed dicht.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Het vaatwerk is voorzien van een antiaanbaklaag.
Er blijven op vaat en glazen
strepen of blauwe kringen achter.
Er wordt teveel glansmiddel gebruikt.
De vaat is niet droog genoeg.
U heeft een programma zonder drogen ingesteld.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend
(zie Glansmiddel
en onthardingszout)
.
De regeling van het glansmiddel is niet juist.
De vaat is niet schoon.
De rekken zijn te vol geladen (
zie Het laden van de rekken
).
De vaat is niet goed verdeeld.
De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
Het wasprogramma is niet energiek genoeg (
zie Programma’s
).
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet
geschikt voor de afwasautomaat (
zie Starten en gebruik
).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed afgesloten.
Het filter is vuil of verstopt (
zie Onderhoud en verzorging
).
Er zit geen onthardingszout meer in het reservoir (
zie Glansmiddel en
onthardingszout
).
De afwasautomaat vult zich niet
met water/Alarm kraan dicht.
(u hoort enkele korte pieptonen)
(het controlelampje ON/OFF knippert en op
het display verschijnt het nummer 6).
Er zit geen water in de centrale waterleiding.
De watertoevoerbuis is gebogen (
zie Installatie
).
Open de kraan en de machine start na enkele minuten vanzelf.
Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na de
pieptonen.
Schakel de machine uit met de ON/OFF knop, open de kraan en
schakel hem na 20 seconden opnieuw in door middel van dezelfde
knop. Herprogrammeer het apparaat en start het opnieuw.
Alarm storing aan de
elektromagnetische klep van de
watertoevoer
(het controlelampje ON/OFF knippert en op
het display verschijnt het nummer 2).
Schakel het apparaat uit door te drukken op de toets ON/OFF en
schakel het na een minuut weer in. Als het alarm blijft gaan moet u
de waterkraan dichtdraaien om lekkages te vermijden, vervolgens de
stekker uit het stopcontact halen en de Servicedienst inschakelen.
Alarm buis
watertoevoer/Watertoevoerfilter
verstopt.
(het controlelampje ON/OFF knippert en op
het display verschijnt het nummer 7)
Schakel het apparaat uit door op de ON/OFF toets te drukken. Draai
de waterkraan dicht om lekkage te voorkomen en haal de stekker uit
het stopcontact. Controleer of het watertoevoerfilter niet verstopt is
met vuildeeltjes. (zie hoofdstuk "Onderhoud en verzorging")
NL
60
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
Dient u te controleren of u de storing zelf kunt oplossen (zie Storingen en Oplossingen).
Start het programma opnieuw om te controleren of het probleem is opgelost.
Als dit niet het geval is dient u de erkende Technische Servicedienst in te schakelen.
Wendt u nooit tot niet erkende technici.
U dient door te geven:
het type storing;
het model van het apparaat (Mod.);
het serienummer (S/N).
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat (zie Beschrijving van het apparaat).
Service

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing AFWASAUTOMAAT NL Nederland, 49 Inhoud NL Installatie, 50-51 Plaatsing en waterpas zetten Hydraulische en elektrische aansluitingen Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus Technische gegevens Beschrijving van het apparaat, 52 Aanzichttekening Bedieningspaneel Het laden van de rekken, 53 Onderrek Bestekkorf Bovenrek LDZ 226 Starten en gebruik, 54 Het starten van de afwasautomaat Het vaatwasmiddel toevoegen Afwasopties Programma’s, 55 Programmatabel Glansmiddel en onthardingszout, 56 Het glansmiddel toevoegen Het onthardingszout toevoegen Onderhoud en verzorging, 57 Water en elektrische stroom afsluiten Reinigen van de afwasautomaat Vermijden van vervelende luchtjes Reinigen van de sproeiarmen Reinigen van het watertoevoerfilter Reinigen van de filters Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat Voorzorgsmaatregelen en advies, 58 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en respect voor het milieu Storingen en oplossingen, 59 Service, 60 49 Installatie NL Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren. Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden; als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen. Plaatsing en waterpas zetten Aansluiting van de buis voor de watertoevoer 1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat het geen schade heeft geleden tijdens het transport. Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten maar de dealer inschakelen. • Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de toevoerbuis op een kraan met schroefdraad van 3/4 gas. Voor u hem vastschroeft moet u het water laten lopen tot het compleet helder is. Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het apparaat doen verstoppen. 2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant tegen de aangrenzende kastjes of de wand worden geïnstalleerd. Dit apparaat kan ook onder het aanrecht worden ingebouwd* (zie Montageblad). 3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige vloer. Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste stelvoetjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat horizontaal staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en voorkomt trillingen, geluiden en verplaatsingen. 4. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen moet u draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan de onder-/ voorzijde in het midden van de afwasautomaat. Gebruik hiervoor een zeshoekige sleutel met een opening van 8 mm. Draai rechtsom om de hoogte te vermeerderen, linksom om de hoogte te verminderen (zie instructieblad voor de inbouw die bij de documentatie wordt geleverd). Hydraulische en elektrische aansluitingen Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en hydraulische systeem mag alleen door erkende technici worden uitgevoerd. De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de elektrische voedingskabel worden geplaatst. Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding met nieuwe buizen. Gebruik geen oude buizen. De buizen voor de toevoer (A) en de afvoer (B) van het water, en de elektrische voedingskabel kunnen voor een optimale installatie zowel naar rechts als naar links worden gericht (zie afbeelding). • Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een centrale verwarming is met radiatoren kan de afwasautomaat worden voorzien met warm water mits dit water niet warmer is dan 60°C. Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de koudwateraansluiting. Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende monteur (zie Service). De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die staan vermeld in de tabel met Technische gegevens (zie hiernaast). Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of samengedrukt. Lekkagebeveiliging Om lekkages te voorkomen is de afwasautomaat: - voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt in geval van storingen of lekkages van binnenuit. Enkele modellen zijn voorzien van een aanvullend beveiligingsmechanisme New Acqua Stop*, dat de lekkage ook voorkomt in het geval de toevoerbuis kapotgaat. BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING! De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden: hij bevat onderdelen die onder spanning staan. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 50 Aansluiting van de buis op de waterafvoer Verbind de afvoerbuis, zonder hem te buigen, aan een afvoerleiding met een minimum doorsnede van 4 cm. U kunt hem ook op de rand van een wasbak of een badkuip hangen; het vrije uiteinde van de afvoerbuis mag niet onder water liggen. De speciale plastic elleboogpijp* zorgt ervoor dat u hem goed vast kunt zetten: bevestig de elleboogpijp goed aan de muur om te voorkomen dat de afvoerbuis beweegt en het water lekt. Het deel van de buis dat is aangegeven met de letter A moet zich op een hoogte van tussen de 40 en de 100 cm van de grond bevinden (zie afbeelding). A Anticondensstrip* Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur en plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak, zodat u het beschermt tegen eventuele condens. Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de eerste afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met water vullen en ongeveer 1 kg onthardingszout toevoegen (zie hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout): het is normaal dat er tijdens deze handeling water overloopt. Selecteer de hardheid van het water (zie hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout). - Na het vullen van het onthardingszout gaat het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* uit. Als u geen onthardingszout toevoegt kan de waterontharder en het verwarmingselement worden beschadigd. We raden u af verlengbuizen te gebruiken. Elektrische aansluiting Technische gegevens Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich ervan verzekeren dat: Afmetingen breedte cm 59,5 hoogte cm 82 diepte cm 57 Capaciteit 12 bordensets Waterdruk toevoer 0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar) 7,25 – 145 psi Netspanning Zie typeplaatje Totaal opnemingsvermogen Zie typeplaatje Zekering Zie typeplaatje • het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende normen; • het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen. Dit vermogen wordt aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur (zie hoofdstuk Beschrijving van de afwasautomaat); • de spanningswaarden zich bevinden tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur; • de stekker van het apparaat en het stopcontact overeenkomen. Als dit niet het geval is moet u een bevoegde monteur inschakelen om de stekker te laten vervangen (zie Service); gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de elektrische voedingskabel en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn. De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt. Deze afwasautomaat voldoet aan de volgende EU richtlijnen: - 2006/95/CE van 16/01/2007 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen - 89/336/EEG van 03/05/89 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen - 97/17/EG (Etikettering) - 2002/96/EC In het geval dat de voedingskabel beschadigd is, dient deze vervangen te worden door de fabrikant of door uw Installateur, zodat elk risico vermeden wordt. (Zie Service) De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als deze normen niet worden nageleefd. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 51 NL Beschrijving van het apparaat NL Aanzichttekening 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. Bovenrek Bovenste sproeiarm Opklaprekjes Regelen hoogte rek Onderrek Onderste sproeiarm Bestekkorf Filter Zoutreservoir Bakjes voor afwasmiddel en glansmiddelreservoir Typeplaatje Bedieningspaneel*** Bedieningspaneel Controlelampje Glansmiddel Toevoegen Toets Kies Programma Led programmanummer Controlelampje ON-OFF Toets ON-OFF/Reset Controlelampje Toevoegen Onthardingszout ***Alleen op modellen voor volledige inbouw. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Toets Uitgestelde Start Controlelampjes Uitgestelde Start Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat. 52 Het laden van de rekken Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten verwijderen en glazen en bekers legen. Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien. Onderrek In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen, bestek, etc. plaatsen, volgens de Inlaadvoorbeelden. Grote deksels en borden kunnen het beste aan de zijkanten van het rek worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze het draaien van de bovenste sproeiarm niet verhinderen. Enkele modellen afwasautomaat beschikken over uitklapbare delen*. Deze kunnen in verticale stand worden gebruikt voor het laden van borden, of in horizontale stand voor het laden van pannen en slakommen. Het regelen van de hoogte van het bovenrek Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger of lager zetten: (voor het inladen van Baby producten bij modellen die zijn voorzien van een Baby cyclus moet het bovenrek op de laagste stand staan). We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen als het REK LEEG IS. Til of laat het rek nooit aan een enkele kant neer. Open de grendeltjes van de rails aan de rechter- en aan de linkerkant en haal het rek naar buiten; plaats het boven of onder en schuif het over de rails totdat ook de voorste wieltjes erin zitten; sluit vervolgens de grendeltjes (zie afbeelding). Als het rek voorzien is van “Dual Space*” hendels (zie afbeelding) haalt u het bovenrek naar voren tot aan het einde, houdt u de hendels aan de zijkant van het rek vast en verplaatst u het naar boven of naar onder. Laat het rek langzaam naar Bestekkorf De bestekkorf verschilt aan de hand van het model afwasautomaat: niet demonteerbaar, demonteerbaar, verschuivend. De niet demonteerbare korf mag alleen aan de voorzijde van het onderrek worden geplaatst. Het is mogelijk de demonteerbare korf in tweeën te delen. Dit is vooral handig bij het wassen van een halve lading (bij modellen die beschikken over deze optie). De bestekkorf kan op elke gewenste plek van het onderrek worden verschoven door hem tussen de vaste en uitklapbare delen te plaatsen. - Beide zij voorzien van beweegbare rekjes waarmee u het bestek beter kunt opbergen. beneden zakken. Voorbeelden van het inladen van het bovenrek Voorbeelden van het inladen van het onderrek Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe punten dienen met de punten naar beneden in de bestekkorf of in horizontale positie in de opklaprekjes van de het bovenrek geplaatst te worden. Inlaadvoorbeelden bestekkorf Baby Opklaprekjes* In de modellen afwasautomaat waar een Baby Cyclus aanwezig is, worden speciale opklaprekjes geleverd voor het wassen van zuigflessen, ringen en spenen. (zie bijgeleverd instructieblad) Bovenrek Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes, mokken, bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage, niet zo vuile pannen, zoals beschreven in de Inlaadvoorbeelden. • Mokken en kopjes, lange en scherpe messen, opschepbestek: plaats deze op de opklaprekjes**. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. ** Variabele aantallen en standen. Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat • Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn of met delen die zijn vastgelijmd. • Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin. • Niet hittebestendige plastic voorwerpen. • Antiek of handbeschilderd porselein. • Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een fijn programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het niet in contact komt met andere metalen. We raden u aan vaatwerk te gebruiken dat wel geschikt is voor de afwasautomaat. 53 NL Starten en gebruik NL Het starten van de afwasautomaat 1. Open de waterkraan. 2. Open de deur en druk op de ON-OFF toets: u hoort een korte pieptoon. Het controlelampje ON/OFF, het display en het controlelampje van de opties gaan aan. 3. Doseer het vaatwasmiddel (zie onder). 4. Laad de rekken (zie Het laden van de rekken). 5. Kies het afwasprogramma naar gelang het soort vaatwerk en het type vuil (zie de programmatabel) door op de toets P te drukken. 6. Selecteer de wasopties (zie hiernaast). 7. Als u de deur sluit start het programma: een lange pieptoon geeft aan dat het programma is begonnen. 8. Aan het einde zullen twee korte en een lange pieptoon aangeven dat het programma is beëindigd. Het nummer van het programma zal op het display gaan knipperen. Open de deur, schakel het apparaat uit met de ON-OFF toets, doe de waterkraan dicht en haal de stekker uit het stopcontact. 9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om te voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend met het onderrek. - Om het energieverbruik te verminderen, wordt de machine onder bepaalde omstandigheden van NIET gebruik automatisch uitgezet. PROGRAMMA’S AUTO*: dit model afwasautomaat beschikt over een speciale sensor die kan waarnemen hoe vuil de vaat is en het meest efficiënte en zuinige wasprogramma ervoor kiezen. De duur van de automatische programma’s hangt als gevolg af van wat de sensor waarneemt. Het wijzigen van een reeds gestart programma Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor u niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd te drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit en hoort u een lange pieptoon. Doe het apparaat weer aan met de ON/ OFF toets en selecteer het nieuwe programma en de eventuele opties. Start de afwasautomaat door de deur te sluiten. Het toevoegen van overige vaat Zonder de afwasautomaat uit te zetten opent u de deur. Pas op de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de afwasautomaat. Sluit de deur: de wascyclus wordt hervat. Onvoorziene onderbrekingen Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het werd onderbroken als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom terugkeert. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 54 Het vaatwasmiddel toevoegen Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte dosering van het vaatwasmiddel. Teveel wasmiddel betekent niet automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit niet goed voor het milieu. Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel. GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de hand wassen. Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan schuimresiduen overlaten aan het einde van de wascyclus. We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN bestaat. De beste was- en droogprestaties bereikt u met het gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm, een vloeibaar glansspoelmiddel en onthardingszout. bakje A: Vaatwasmiddel hoofdwas bakje B: Vaatwasmiddel voorwas 1. Open het deksel C door te drukken op de knop D. 2. Doseer het vaatwasmiddel met behulp van de Programmatabel: • vaatwasmiddel in poeder: bakjes A en B. • tabletten: wanneer het programma 1 tablet vereist doet u hem in het bakje A en sluit u het deksel. Wanneer het programma 2 tabletten vereist, doet u de tweede op de bodem van de afwasautomaat. 3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het bakje en sluit het deksel met een klik. Afwasopties Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie programmatabel) zal de betreffende led 3 maal snel knipperen en hoort u 2 korte pieptonen. Uitgestelde start Het is mogelijk het starten van een programma 3, 6 of 9 uur uit te stellen: 1. Druk op de toets UITGESTELDE START: elke keer dat u op de toets drukt hoort u een geluidssignaal en zal de gekozen tijd worden getoond; 2. Selecteer het programma en sluit de deur: na de pieptoon begint het terugtellen; 3. Als de tijd verstreken is gaat het controlelampje uit en start het programma. Om de uitgestelde start te wijzigen en een korter uitstel te selecteren moet u op de toets UITGESTELDE START drukken. Om dit te annuleren drukt u enkele keren op de toets totdat het controlelampje van de uitgestelde start uitgaat. Het programma wordt gestart op het moment dat de deur dichtgaat. Programma’s Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat. NL Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken. Aanwijzingen voor de programmakeuze Zeer vuile vaat en pannen (niet te gebruiken voor teer vaatwerk). Voorwas in afwachting van de lading van de volgende maaltijd. 3. Weken Ecologisch wasprogramma met laag energieverbruik, geschikt voor vaat en pannen. 4. Eco* Zuinige, snelle cyclus voor teer vaatwerk dat gevoelig is voor hoge temperaturen, direct na gebruik. (wijnglazen bovenrek + breekbare borden, onderrek). Poeder Vloeibaar Tabletten 30 g (A) 30 ml (A) 1 (A) Ja Uitgestelde start 2:25’ 25 g (A) 5 g (B) 25 ml (A) 5 ml (B) 1 (A) Ja Uitgestelde start 1:50’ Nee Nee Nee Nee Uitgestelde start 0:08’ 25 g (A) 5 g (B) 25 ml (A) 5 ml (B) 1 (A) Ja Uitgestelde start 2:35’ 25 g (A) 25 ml (A) 1 (A) Nee Uitgestelde start 0:35’ 30 g (A) 30 ml (A) 1 (A) Ja Uitgestelde start 1:30’ 1. Intensief 2. Normaal Opties Duur van het programma (tolerantie ±10%) Hr. Min. Programma's met droog functie Programma Normaal vuile vaat en pannen. Standaard programma dagelijks. Zuinige snelle cyclus voor niet zo vuile vaat, direct na gebruik. (2 borden + 2 glazen + 4 delen bestek + 1 pan + 1 pannetje) Vaatwasmiddel (A) = bakje A (B) = bakje B 5. Snel 6. Kristal N.B.: De beste prestaties van de programma's "Snel" worden bereikt als u het aantal aangegeven couverts niet overschrijdt. * Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programma’s. Dit programma heeft echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu. Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: [email protected] Om de dosering van het wasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat: 1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa - 1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel circa 55 Glansmiddel en onthardingszout NL Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor afwasautomaten zijn bestemd. Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en ook geen wasmiddelen voor handwas. Volg de aanwijzingen op de verpakking. - Druk net zolang op de P toets tot u de gewenste hardheid bereikt (1-2-3-4-5* Zie tabel Hardheid van het water). - Om de functie te verlaten wacht u circa 30 seconden of drukt u op een andere optie toets of schakelt u de afwasautomaat uit met de ON/OFF toets. Als u een multifunctie product gebruikt is het niet nodig een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel aan onthardingszout toe te voegen als het water hard of zeer hard is. Volg de aanwijzingen op de verpakking. Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u toch het zoutreservoir vullen. Tabel Waterhardheid °dH 0 6 6 11 12 17 17 34 34 50 Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het normaal dat de controlelampjes ZOUT TOEVOEGEN* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* blijven aan staan. Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine. Het regelen van de dosis glansmiddel Als u niet tevreden bent over de droogresultaten, kunt u de dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een schroevendraaier aan de regelaar (F) draaien en kiezen tussen 6 verschillende standen (de fabrieksinstelling is op stand 4): • als u op de vaat strepen aantreft moet u een lagere stand instellen (1-3). • als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een hogere stand instellen (4-6). Instellen hardheid van het water Elke afwasautomaat is voorzien van een waterontharder die, met behulp van speciaal onthardingszout, kalkvrij water levert voor het wassen van de vaat. In deze afwasautomaat kan de waterontharder aan de hand van de waterhardheid worden geregeld voor het beperken van de vervuiling en het optimaliseren van de wasprestaties. Dit gegeven kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen. - Open de deur en schakel het apparaat in door op de ON/ OFF toets te drukken. - Druk ongeveer 5 seconden op de P toets. U hoort twee korte pieptonen. Op het display knippert langzaam het nummer van de ingestelde hardheid (de ontharder staat standaard op stand n.3). 56 10 20 30 60 90 mmol/l 0 1 1,1 2 2,1 3 3,1 6 6,1 9 niveau 1 2 3 4 5* Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen onthardingszout te gebruiken. * bij deze instelling kan de duur van de cycli iets langer zijn. Het glansmiddel toevoegen Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier voorkomt u strepen en vlekken. Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld: • als op het bedieningspaneel het controlelampje GLANSMIDDEL TOEVOEGEN* aangaat; 1. Open het reservoir door de dop (G) tegen de klok in te draaien. 2. Giet het glansmiddel in het reservoir zonder te morsen. Als u F wel morst, moet u het product gelijk met een droge doek G verwijderen. 3. Schroef de dop weer op zijn plaats. °fH 0 11 21 31 61 dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in Franse graden - mmol/l = millimol/liter) Het onthardingszout toevoegen Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd controleren of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het zout verwijdert het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag op de vaat achterblijft. Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de afwasautomaat (zie Beschrijving) en moet worden gevuld: • als de groene drijver* niet zichtbaar is wanneer u de dop van het zoutreservoir bekijkt; • als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT TOEVOEGEN* aangaat; 1. Haal het onderrek naar voren en draai de dop van het zoutreservoir tegen de klok in. 2. Alleen voor de eerste afwasbeurt: vul het reservoir tot aan de rand met water. 3. Plaats de trechter* op de opening (zie afbeelding) en vul het reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer 1 kg); het is normaal dat er wat water overloopt. 4. Verwijder de trechter*, reinig de eventuele zoutresten op de opening. Spoel de dop onder het water af voor u hem weer terugschroeft door hem ondersteboven onder de waterstraal te plaatsen en het water uit de 4 gleuven aan de onderzijde van de dop te laten stromen. (Dop onthardingszout met groene drijver*) We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te voeren als u onthardingszout bijvult. Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de waterontharder zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd). Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct daarna een wascyclus starten zodat de overgelopen zoutoplossing direct wordt verwijderd. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Onderhoud en verzorging Water en elektrische stroom afsluiten • Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te voorkomen. • Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en onderhoud. Reinigen van de afwasautomaat • De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen. • De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat azijn. Vermijden van vervelende luchtjes • Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van vocht te voorkomen. • Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en de wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo vermijdt u het ophopen van etensresten die de hoofdoorzaak zijn van vervelende luchtjes. Reinigen van de sproeiarmen Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen: u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te reinigen met een niet-metalen borsteltje. De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden gehaald. Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan. NL - Doe de waterkraan dicht. - Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los, verwijder het filter en reinig het voorzichtig onder stromend water. - Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast. Reinigen van de filters De filtergroep wordt gevormd door drie filters die etensresten uit het waswater verwijderen en zorgen dat het weer schoon in het watercircuit terechtkomt: voor een optimaal resultaat moeten de filters regelmatig worden schoongemaakt. Reinig de filters regelmatig. De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een los filter worden gebruikt. • Controleer na enkele wasbeurten de filtergroep. Reinig hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water met behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg onderstaande aanwijzingen: 1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar buiten (afb. 1). 2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te oefenen op de lipjes aan de zijkant (Afb. 2); 3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek (afb. 3). 4. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele etensresten. VERWIJDER NOOIT de bescherming van de waspomp (zwart element) (afb. 4). Om de bovenste sproeiarm uit elkaar te halen dient u de plastic dop linksom los te schroeven.De bovenste sproeiarm moet worden gemonteerd met de gaten naar boven gericht. De onderste sproeiarm haalt u uit elkaar door druk uit te oefenen op de lipjes aan de zijkant en door hem daarna naar boven te trekken. Reinigen van het watertoevoerfilter* Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water lopen totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit niet doet loopt u het risico dat het punt waar het water binnenkomt verstopt raakt en uw afwasautomaat beschadigt. B C 2 1 C A 3 4 Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede werking van de afwasautomaat. Als u langere tijd geen gebruik maakt van de afwasautomaat • Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af. • Laat de deur op een kier staan. • Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg draaien. * Alleen aanwezig op bepaalde modellen. 57 Voorzorgsmaatregelen en advies NL Het apparaat is ontworpen en gebouwd overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn geschreven om veiligheidsredenen en moeten zorgvuldig worden doorgenomen. Algemene veiligheid • Deze afwasmachine mag niet gebruikt worden door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten, of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan van of instructies met betrekking tot het gebruik ontvangen door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. • Volwassenen dienen toezicht te houden om te voorkomen dat kinderen met het apparaat spelen. • Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Dit apparaat moet worden gebruikt voor het wassen van huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen volgens de aanwijzingen die terug zijn te vinden in dit boekje. • De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het is zeer gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en onweer. • Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan. • Haal de stekker niet uit het stopcontact door eraan te trekken, maar door hem beet te pakken. • Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud uitvoert moet u de waterkraan afsluiten en de stekker uit het stopcontact halen. • In het geval van een storing mag u in geen enkel geval aan de interne mechanismen sleutelen om een reparatie trachten uit te voeren. • Raak nooit de weerstand aan. • Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat zou om kunnen vallen. • De deur dient niet in openstaande stand gelaten te worden omdat men erover zou kunnen struikelen. • Houd was- en glansmiddelen buiten het bereik van kinderen. • Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen. Energiebesparing en respect voor het milieu Water en energie besparen • Start de afwasautomaat alleen als hij volgeladen is. Als u moet wachten totdat de afwasautomaat compleet gevuld is, kunt u vervelende luchtjes vermijden door het programma Weken te gebruiken (zie Programma’s). • Selecteer een programma wat geschikt is voor het type vaat en het soort vuil door de Programmatabel te raadplegen: - voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het programma Eco, dat een laag energie- en waterverbruik garandeert. - als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve lading* (zie Starten en gebruik). • Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of dagen goedkopere tarieven heeft, dient u de afwasautomaat te gebruiken op deze tijden. De optie Uitgestelde start* (zie Starten en gebruik) kan u erbij helpen het wassen op deze wijze te organiseren. Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor en met enzymen. • We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn voor het behoud van het milieu. • Enzymen zorgen voor een effectieve werking op temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kunt u met vaatwasmiddelen met enzymen op lage temperaturen resultaten bereiken die u anders pas op 65°C zou hebben. • Doseer het afwasmiddel goed op basis van de aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid, de hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo verspillingen te voorkomen. Ook al zijn ze biologisch afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen die het evenwicht van de natuur verstoren. Afvalverwijdering • Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de locale normen, zodat het verpakkingsmateriaal kan worden hergebruikt. • De Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat elektrische apparaten niet met het gewone huisvuil mogen worden meegegeven. Afgedankte apparaten moeten gescheiden worden ingezameld om het recyclen en herwinnen van de gebruikte materialen te optimaliseren en potentiële schade voor de gezondheid en het milieu te voorkomen. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dit product gescheiden in te zamelen. Voor meer informatie betreffende het verwijderen van elektronische apparatuur kan de consument zich wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkoper. 58 *Alleen aanwezig op bepaalde modellen. Storingen en oplossingen Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u zich tot de Servicedienst wendt. Storingen: NL Mogelijke oorzaken / Oplossingen: De afwasautomaat start niet. • De s t e k k e r z i t n i e t g o e d i n h e t s t o p c o n t a c t o f h e t h e l e h u i s z i t z o n d e r s t ro o m . • De d e u r v a n d e a f wa s a u t o m a a t i s n i e t g o e d d i c h t . • U he e f t e e n U i t g e s t e l d e s t a rt i n g e s t e l d ( zi e S t a rt e n e n g e b r u i k ) . D e a fw a s a u to m a a t p o m p t h e t w a te r n i e t a f. • • • • D e a fw a s a u to m a a t m a a k t g e l u i d . • De v a a t s t o o t t e g e n e l k a a r o f t e g e n d e s p ro e i a rm e n . • Ove rt o l l i g s c h u i m : h e t wa s m i d d e l i s n i e t g o e d g e d o s e e rd o f i s n i e t g e s c h i k t v o o r d e a f w a s a u t o m a a t ( zi e S t a rt e n e n g e b r u i k ). E r b l i jv e n o p v a a t e n g l a z e n k a l k a fz e tti n g e n a c h t e r o f e e n w i tte aanslag. • Er zi t n i e t g e n o e g z o u t i n h e t re s e r v o i r o f d e a f re g e l i n g i s n i e t t o e re i k e n d v o o r d e wa t e rh a r d h e i d ( zi e G l a n s m i d d e l e n o n t h a r d i n g s zo u t ). • Het d e ks e l va n h e t z o u t r e s e rv o i r i s n i e t g o e d d i c h t . • Het g l a n sm i d d e l i s o p o f d e d o s e ri n g i s o n t o e re i k e n d . • Het v a a t we rk i s v o o r z i e n v a n e e n a n t i a a n b a k l a a g . E r b l i jv e n o p v a a t e n g l a z e n s tr e p e n o f b l a u w e k r i n g e n a c h te r . • Er wo rd t t e ve e l g l a n s m i d d e l g e b r u i k t . De vaat is niet droog genoeg. • U he e f t e e n p ro g ra m m a z o n d e r d ro g e n i n g e s t e l d . Het p ro g ra m m a i s n o g n i e t b e ë i n d i g d . De wa t e ra f v o e rb u i s i s g e b o g e n ( zi e I n s t a l l a t i e ). De a f v o e r v a n d e w a s b a k i s v e rs t o p t . Het f i l t e r i s ve rs t o p t m e t e te n s re s t e n • Het g l a n sm i d d e l i s o p o f d e d o s e r i n g i s o n t o e re i k e n d ( zi e G l a n s m i d d e l e n o n t h a rd i n g s zo u t ). • De re g e l i n g v a n h e t g l a n s m i d d e l i s n i e t j u i s t . De vaat is niet schoon. • • • • D e re k k e n z i j n t e v o l g e l a d e n ( zi e H e t l a d e n v a n d e re k k e n ). De vaat is niet goed verdeeld. D e s p ro e i a rm e n k u n n e n n i e t v ri j u i t d ra a i e n . H e t wa s p r o g r a m m a i s n i e t e n e rg i e k g e n o e g ( zi e P r o g r a m m a ’s ). • O v e rt o l l i g s c h u i m : h e t wa s m id d e l i s n i e t g o e d g e d o s e e rd o f i s n i e t g e s c h i k t v o o r d e a f w a s a u t o m a a t ( zi e S t a rt e n e n g e b r u i k ). H e t d e k s e l va n h e t zo u t re s e rvo i r i s n i e t g o e d a f g e s l o t e n . H e t f i l t e r i s v u i l o f v e r s t o p t ( zi e O n d e r h o u d e n v e r zo rg i n g ). E r z i t g e e n o n t h a rd i n g s z o u t m e e r i n h e t re s e r v o i r ( zi e G l a n s m i d d e l e n o n t h a rd i n g s zo u t ). • • • D e a fw a s a u to m a a t v u l t z i c h n i e t m e t w a te r / Al a r m k r a a n d i c h t. (u hoort enkele korte pieptonen) (het controlelampje ON/OFF knippert en op het display verschijnt het nummer 6). • Er z i t g e e n wa t e r i n d e c e n t ra l e wa t e rl e i d i n g . • De wa t e rt o e v o e r b u i s i s g e b o g e n ( zi e I n s t a l l a t i e ). • Open d e k ra a n e n d e m a c hi n e s t a rt n a e n k e l e m i n u t e n v a n z e l f . • Het a p p a ra a t i s g e b l o k k e e r d o m d a t u n i e t h e e f t i n g e g re p e n n a d e pieptonen. • Scha k e l d e m a c h i n e u i t m et d e O N / O F F k n o p , o p e n d e k ra a n e n s c h a k e l h e m n a 2 0 s e c o n d e n o p n i e u w i n d o o r m i d d e l va n d e z e l f d e k n o p . H e r p ro g r a m m e e r h e t a p p a r a a t e n s t a rt h e t o p n i e u w . Al a r m s to r i n g a a n d e e l e k tr o m a g n e ti s c h e k l e p v a n d e w a te r to e v o e r (het controlelampje ON/OFF knippert en op het display verschijnt het nummer 2). • Sc h a k e l h e t a p p a ra a t u i t d o o r t e d ru k k e n o p d e t o e t s O N / O F F e n s c h a k e l h e t n a e e n m i n u u t w e e r i n . A l s h e t a l a rm b l i j f t g a a n m o e t u d e wa t e rk ra a n d i c h t d r a a i e n o m l e k k a g e s t e v e rm i j d e n , v e r v o l g e n s d e s t e k k e r u i t h e t s t o p c o n t a c t ha l e n e n d e S e r v i c e d i e n s t i n s c h a k e l e n . Al a r m b u i s w a te r to e v o e r / W a te r to e v o e r fi l te r v e r s to p t. (het controlelampje ON/OFF knippert en op het display verschijnt het nummer 7) • S c h a k e l h e t a p p a ra a t u i t d o o r o p d e O N / O F F t o e t s t e d r u k k e n . D ra a i d e wa t e rk ra a n d i c h t o m l e k k a g e t e v o o rk o m e n e n h a a l d e s t e k k e r u i t h e t s t o p c o n t a c t . C o n t ro l e e r o f h e t w a t e rt o e v o e rf i l t e r n i e t v e rs t o p t i s m e t v u i l d e e l t j e s . (z i e h o o f d s t u k " O n d e rh o u d e n v e rz o r g i n g " ) 59 Service NL Voordat u de Servicedienst inschakelt: • Dient u te controleren of u de storing zelf kunt oplossen (zie Storingen en Oplossingen). • Start het programma opnieuw om te controleren of het probleem is opgelost. • Als dit niet het geval is dient u de erkende Technische Servicedienst in te schakelen. Wendt u nooit tot niet erkende technici. U dient door te geven: • het type storing; • het model van het apparaat (Mod.); • het serienummer (S/N). Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat (zie Beschrijving van het apparaat). 60
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Indesit LDZ 226 A IX/HA Gebruikershandleiding

Categorie
Vaatwassers
Type
Gebruikershandleiding