Documenttranscriptie
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product.
WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en
vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden.
GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan.
© 2018 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden. Dell, EMC, en andere handelsmerken zijn
handelsmerken van Dell Inc. of zijn dochterondernemingen. Andere handelsmerken zijn mogelijk handelsmerken van hun respectieve
eigenaren.
2019 - 07
Ver. A01
Inhoudsopgave
1 De computer instellen................................................................................................................... 4
2 Chassis........................................................................................................................................7
Vooraanzicht.......................................................................................................................................................................... 7
Achteraanzicht.......................................................................................................................................................................8
Lay-out moederbord............................................................................................................................................................. 9
3 Systeemspecificaties...................................................................................................................11
Systeeminformatie................................................................................................................................................................ 11
Processor............................................................................................................................................................................... 11
Geheugen.............................................................................................................................................................................. 13
Storage.................................................................................................................................................................................. 13
Storage matrix...................................................................................................................................................................... 14
Audio...................................................................................................................................................................................... 14
Videokaart............................................................................................................................................................................. 14
Communicatie.......................................................................................................................................................................15
Poorten en connectoren..................................................................................................................................................... 15
Mediakaartlezer.................................................................................................................................................................... 16
Voeding..................................................................................................................................................................................16
Fysieke afmetingen systeem.............................................................................................................................................. 16
Computeromgeving..............................................................................................................................................................17
4 Systeeminstallatie...................................................................................................................... 18
Opstartmenu.........................................................................................................................................................................18
Navigatietoetsen.................................................................................................................................................................. 18
Opties voor System Setup..................................................................................................................................................19
Het BIOS updaten in Windows.......................................................................................................................................... 25
Het BIOS bijwerken op systemen waarop BitLocker is ingeschakeld..................................................................... 26
Uw systeem-BIOS bijwerken met behulp van een USB-flash-station....................................................................26
Het Dell BIOS bijwerken in Linux en Ubuntu-omgevingen........................................................................................27
Het flashen van het BIOS vanuit het eenmalige F12-opstartmenu......................................................................... 27
Systeem- en installatiewachtwoord..................................................................................................................................30
Een systeeminstallatiewachtwoord toewijzen........................................................................................................... 30
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen of wijzigen....................................................................31
5 Software................................................................................................................................... 32
Ondersteunde besturingssystemen.................................................................................................................................. 32
Windows-stuurprogramma's downloaden........................................................................................................................32
6 Behulpzame informatie vinden.....................................................................................................33
Contact opnemen met Dell................................................................................................................................................ 33
Inhoudsopgave
3
1
De computer instellen
1. Sluit het toetsenbord en de muis aan.
2. Maak verbinding met uw netwerk met behulp van een kabel of maak verbinding met een draadloos netwerk.
OPMERKING: De draadloze netwerkkaart is optioneel en moet apart worden aangeschaft.
3. Sluit het beeldscherm aan.
OPMERKING: Als u uw computer hebt besteld met een afzonderlijke grafische kaart, zijn de HDMI-poort en
DisplayPorts aan de achterzijde van de computer bedekt. Sluit het beeldscherm aan op de afzonderlijke grafische
kaart.
4. Sluit de stroomkabel aan.
4
De computer instellen
5. Druk op de aan-/uitknop.
6. Volg de instructies op het scherm om de installatie van Windows te voltooien:
a) Maak verbinding met een netwerk.
b) Meld u aan bij uw Microsoft-account of maak een nieuw account aan.
De computer instellen
5
7. Zoek naar Dell apps.
Tabel 1. Zoek naar Dell apps
Pictogrammen
Functies
Registreer uw computer
Hulp en ondersteuning van Dell
SupportAssist — Controleer en update uw computer
6
De computer instellen
2
Chassis
In dit hoofdstuk worden de verschillende chassis weergaven samen met de poorten en connectoren en worden de FNsneltoetscombinaties uitgelegd.
Onderwerpen:
•
•
•
Vooraanzicht
Achteraanzicht
Lay-out moederbord
Vooraanzicht
1.
3.
5.
7.
Aan-uitknop/diagnostiek-indicator
Combinatie 3,5 mm stereo headset/microfoon
Optische schijf/CAC-lezer (optioneel)
USB 3.1-poort type-C
2.
4.
6.
8.
Activiteitslampje harde schijf
USB 2.0-poorten type-A
mediakaartlezer (optioneel)
USB 3.0-poort type-A
Chassis
7
Achteraanzicht
1. Seriële poort
3. PS2-poort (muis)
5. DisplayPort x 2
7.
9.
11.
13.
15.
17.
19.
8
Twee USB 2.0 type-A (met SmartPower)
4 x USB 3.1 Gen1-poorten
PSU-scharnier voor ontgrendelingsschuifje
Veiligheidsschroef zijplaat
Kapontgrendelingsschuifje
Knop PSU ingebouwde zelftest (BIST)
PSU-scharnier voor ontgrendelingsschuifje
Chassis
2. PS2-poort (toetsenbord)
4. Servicetaglabel
6. Tijdelijke aanduiding voor optionele VGA-, DP-, HDMI-, type-Cdochterborden
8. RJ45-netwerkconnector (maximaal 1000 Mbps)
10. Audio-lijnuitgang
12. Uitbreidingskaartsleuven
14. Sleuf voor Kensington-/hangslot
16. Netconnectorpoort
18. PSU ingebouwde zelftest (BIST) voor lcd's
Lay-out moederbord
Tower-onderdelen van de systeemkaart
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Voeding (CPU)
VR-koelplaat (alleen beschikbaar bij een warmteafleideroplossing van 95 W)
Processorsocket
connector van de processorventilator
Geheugen-moduleconnector
Connector voor systeemventilator
Connector voor de intrusieschakelaar
Moduleconnector aan-/uitknop
ATX PSU-voedingsconnector
SD-kaartlezerconnector
USB Type-C aansluiting voorpaneel
USB-connector voorzijde
Knoopcelbatterij
SATA-connectoren
M.2-connector
Ventilatorconnector voorzijde
OPMERKING: Computers die voor 19 juli zijn aangeschaft, hebben geen voorziening voor de ventilator aan de
voorzijde en de oude systeemkaart beschikt mogelijk niet over deze connector.
17. CAC_PIV/BT-connector
18. Wachtwoordjumper
19. Aansluiting luidspreker
20. Audioconnector
21. PCIe-sleuven (van boven naar beneden):
a. PCIe x16 op volledige hoogte
b. PCI x1
c. Twee PCIe X4 op volledige hoogte
Chassis
9
3
Systeemspecificaties
OPMERKING: Aanbiedingen verschillen per regio. De volgende specificaties zijn slechts degene die volgens de wet met
uw computer moeten worden meegeleverd. Voor meer informatie over de configuratie van uw computer, gaat u naar
Help and Support (Help en ondersteuning) in uw Windows-besturingssysteem en selecteert u de optie om informatie
over uw computer weer te geven.
Onderwerpen:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Systeeminformatie
Processor
Geheugen
Storage
Storage matrix
Audio
Videokaart
Communicatie
Poorten en connectoren
Mediakaartlezer
Voeding
Fysieke afmetingen systeem
Computeromgeving
Systeeminformatie
Tabel 2. Systeeminformatie
Functie
Specificaties
Chipset
Intel C246 chipset
DRAM-busbreedte
64-bits
FLASH-EPROM
SP1 128 Mbits
PCIe-bus
8 GHz
Externe busfrequentie
DMI 3.0-8GT/s
Processor
OPMERKING: Processornummers duiden niet op een prestatieniveau. De beschikbaarheid van de processor is
onderhevig aan wijzigingen en kan variëren per regio/land.
Tabel 3. Specificaties processor
Type
UMA Graphics
Intel Xeon E processors:
Intel Xeon E processor E-2224 (4 cores, 4 T, 8 MB cache, 3,3 GHz, Geen
4,5 Ghz Turbo, 71 W)
Systeemspecificaties
11
Type
UMA Graphics
Intel Pentium Gold G5420 (2 cores, 4 T, 4 MB cache, 3,6 GHz, 65
W)
Intel UHD Graphics 610
Intel Pentium Gold G5400 (2 cores, 4 T, 4 MB cache, 3,6 GHz, 65
W)
Intel UHD Graphics 610
Geheugen
Tabel 4. Geheugenspecificaties
Functie
Specificaties
Minimale geheugenconfiguratie
4 GB
Maximale geheugenconfiguratie
128 GB
Aantal sleuven
4 UDIMM-sleuven
Maximaal geheugen ondersteund per sleuf
32 GB
Geheugenopties
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Type
DDR4 SDRAM- of ECC-geheugen
Snelheid
•
•
4 GB DDR4 (1 x 4 GB) - niet-ECC
8 GB DDR4 (2 x 4 GB) - niet-ECC
8 GB DDR4 (1 x 8 GB) - ECC/niet-ECC
16 GB DDR4 (2 x 8 GB) - ECC/niet-ECC
16 GB DDR4 (4 x 4 GB) - niet-ECC
32 GB DDR4 (4 x 8 GB) - ECC/niet-ECC
32 GB DDR4 (2 x 16 GB) - ECC/niet-ECC
64 GB DDR4 (4 x 16 GB) - ECC/niet-ECC
128 GB DDR4 (4 x 32 GB) - ECC/niet-ECC
2666 MHz (6 cores)
2400 MHz (4 cores)
Storage
Tabel 5. Storagespecificaties
Type
Vormfactor
Interface
Solid-State Drive (SSD)
M.2 2280/2260/2242
PCIe x4
•
•
Beveiligingsoptie
Capaciteit
SATA AHCI, maximaal Ja, met SED-schijven
6 Gbps
PCIe 3 x 4 NVMe,
maximaal 32 Gbps
Tot 2 TB
Eén 2,5-inch Hard-Disk
Drive (HDD)
Ongeveer (2,760 x 3,959
x 0,374 inches)
SATA AHCI, maximaal 6
Gbps
Ja, met SED/FIPS HDD
Tot 2 TB
Eén 2,5 inch Solid Stateschijf (SSD)
Ongeveer (2,760 x 3,959
x 0,374 inches)
SATA AHCI, maximaal 6
Gbps
GEEN
Max. 1 TB
Eén 3,5 inch harde schijf
(HDD)
Circa (4,00 x 1,00 x 0,984 SATA AHCI, maximaal 6
inch)
Gbps
GEEN
Max. 8 TB
Zoom2-kaart
M.2 2280 PCIe x4
GEEN
Tot 2 TB
PCIe x 4, maximaal 32
Gbps
Systeemspecificaties
13
Storage matrix
Tabel 6. Storage-combinaties
Primaire/opstartschijf
Secundaire schijf
M.2-station
Tot 3 x 3,5 inch/4 x 2,5-inch SATA SSD/HDD/PCIe SSD M.2 interposer-kaart
2,5 inch station
Tot 2 x 3,5 inch/3 x 2,5-inch SATA SSD/HDD/1 x M.2 Station/PCIe SSD M.2
interposer-kaart
2,5 inch station
Tot 2 x 3,5 inch/3 x 2,5-inch SATA SSD/HDD/1 x M.2 Station/PCIe SSD M.2
interposer-kaart
Audio
Tabel 7. Audiospecificaties
Functie
Specificaties
Controller
Geïntegreerde Realtek ALC3234
Type
Tweekanaals high-definition audio
Luidsprekers
Eén
Interface
•
•
Interne luidsprekerversterker
2W
Universele audioconnector (achterkant)
Combinatie stereo headset/microfoon (voorkant)
Videokaart
Tabel 8. Specificaties van de videokaart
Controller
Type
CPUGeheugentype
afhankelijkheid van grafische
kaart
Capaciteit
Intel HD Graphics 630
UMA
Processors van Geïntegreerd
Intel Core i3-, i5of i7 8XXX serie
Gedeeld
DisplayPort X 2
systeemgeheuge
n
4096 × 2304
Intel UHD Graphics 610 UMA
Processors van
Intel Pentium
Gold G54XX
serie
Geïntegreerd
Gedeeld
DisplayPort X 2
systeemgeheuge
n
4096 × 2304
Intel UHD Graphics
630
UMA
Processors van Geïntegreerd
Intel Core i3-, i5of i7 9XXX serie
Gedeeld
DisplayPort X 2
systeemgeheuge
n
4096 × 2304
Intel UHD Graphics
P630
UMA
Processors van
Intel Xeon
E-21XXG en
22XXG serie
Geïntegreerd
Gedeeld
DisplayPort X 2
systeemgeheuge
n
4096 × 2304
nVIDIA Quadro P-serie
(P5000, P4000,
P2000, P1000, P620,
P400)
Los
N.v.t.
GDDR5/
GDDR5X
2 GB - 16 GB
4096 × 2304
14
Systeemspecificaties
Externe
Maximale resolutie
beeldschermonder
steuning
Maximaal vier
DisplayPorts (DP
1,4)
Controller
Type
CPUGeheugentype
afhankelijkheid van grafische
kaart
Capaciteit
Externe
Maximale resolutie
beeldschermonder
steuning
DVI-I
nVIDIA GeForceserie10 (GTX
1080/1060)
Los
N.v.t.
GDDR5/
GDDR5X
6 GB/8 GB
DVI-D
4096 × 2304
HDMI 2.0
3x DP1.3 (gereed
voor DP 1.4)
nVIDIA Quadro RTXserie (RTX4000,
RTX5000)
Los
N.v.t.
GDDR5/
GDDR5X
6 GB/8 GB
DVI-D
7680x4320
HDMI 2.0
3x DP1.3 (gereed
voor DP 1.4)
nVIDIA GeForce-serie
20 (RTX2060 SI, RTX
2080B/ RTX 2080
Super)
Los
AMD Radeon Pro WX- Los
serie (2100, 3200,
3100, 4100, 5100,
7100) en RX580
N.v.t.
GDDR5/
GDDR5X
6 GB/8 GB
DVI-D
7680x4320
HDMI 2.0
3x DP1.3 (gereed
voor DP 1.4)
N.v.t.
GDDR5
2 GB - 8 GB
DP 1.3
4096 × 2304
2-4 mini-DP
OPMERKING: Voor grafische kaarten met een vermogen gelijk aan of meer dan 75 watt is een voedingsconnector van 6pins en/of 8-pins vereist.
Communicatie
Tabel 9. Communicatiespecificaties
Functie
Specificaties
Draadloos
Intel® Dual Band Wireless-AC 9260 (Thunder Peak 2) 802.11AC
2x2 Wi-Fi + BT 5 LE M.2 draadloze kaart
Frequentieband: dual-band 2,4 GHz/5 GHz
Qualcomm QCA9377 dual-band Wi-Fi en Bluetooth-kaart
Invoegtoepassingskaarten
1 GB NIC, 2,5 GB/5 Gb NIC
RJ45-netwerkadapter (10/100/1000 Mbps)
Intel® ethernetverbinding van I219-reeks
Poorten en connectoren
Tabel 10. Poorten en connectoren
Functie
Specificaties
Geheugenkaartlezer
Optionele SD 4.0-mediakaartlezer
Smartcardlezer
Optioneel
USB
•
•
•
•
Twee USB 2.0 type-A-poorten (voorkant)
Eén USB 3.1 Gen 2 type-C-poort (voorkant)
Eén USB 3.1 type A-poort (voorkant)
Vier USB 3.1 Gen 1-poorten (achterkant, met SmartPower)
Systeemspecificaties
15
Functie
Specificaties
•
Twee USB 2.0-poorten (achterkant, met SmartPower)
Beveiliging
Sleuf voor Noble Wedge-/Kensington-slot
Audio
Universele audioconnector (voorkant)
Lijnuitgang (achterkant)
Video
•
•
DisplayPort/HDMI/VGA/USB type-C (optioneel)
Twee DisplayPorts
Netwerkadapter
Eén RJ-45-connector
Seriële poort
Eén seriële poort
PS/2
•
•
Muis
Toetsenbord
Mediakaartlezer
Tabel 11. Specificaties mediakaartlezer
Functie
Specificaties
Type
Push-pulltype met USB 3.0-interface
Ondersteunde kaarten
•
•
•
•
•
SD
SDHC
SDXC
UHS-I
UHS-II
Voeding
Tabel 12. Voedingsspecificaties
Functie
Specificaties
Energie-efficiënte voeding
Intern
80 plus bronze-certificering
300 W EPA Bronze (Geen SD)
80 plus gold-certificering
460 W (met SD) en 850 W (met SD)
Recycleerbare verpakking
Optioneel, alleen in de VS
MultiPack-verpakking
Nee
Fysieke afmetingen systeem
Tabel 13. Fysieke afmetingen systeem
Functie
Specificaties
Chassisvolume (liter)
20,41
Chassis gewicht (pounds / kilogram)
23,37/10,6
16
Systeemspecificaties
Tabel 14. Afmetingen chassis
Functie
Specificaties
Hoogte (inch / cm)
13,19/33,50
Breedte (inch / cm)
6,95/ 17,66
Diepte (inch / cm)
13,58/34,50
Verzendgewicht (pounds/kilogram - omvat verpakkingsmaterialen) 33/14,97
Tabel 15. Verpakkingsparameters
Functie
Specificaties
Hoogte (inch / cm)
18,5/47
Breedte (inch / cm)
13,9/35,3
Diepte (inch / cm)
19,37/49,2
Computeromgeving
Luchtcontaminatieniveau: G1 zoals gedefinieerd door ISA-S71.04-1985
OPMERKING: Ga voor meer informatie over milieuaspecten van Dell naar het gedeelte over milieukenmerken. Bekijk uw
specifieke regio voor beschikbaarheid.
Tabel 16. Computeromgeving
Operationeel
Opslag
Temperatuurbereik
0°C tot 35°C (32°F tot 95°F)
-40 °C tot 65 °C (-40 °F tot 149 °F)
Relatieve vochtigheid (maximum)
10 % tot 80 % (niet-condenserend)
OPMERKING: Maximale
dauwpunttemperatuur = 26°C
10% tot 95% (niet-condenserend)
OPMERKING: Maximale
dauwpunttemperatuur = 33°C
Trilling (maximaal)
0,26 GRMS
1,37 GRMS
Schokken (maximaal)
40 G†
105 G‡
Hoogte (maximum)
-15,2 m tot 3048 m (-50 ft tot 10.000 ft)
-15,2 m tot 10.668 m (-50 ft tot 35.000 ft)
* Gemeten met een willekeurig trillingsspectrum dat de gebruikersomgeving nabootst.
† Gemeten met een halve sinuspuls van 2 ms wanneer de vaste schijf in gebruik is.
‡ Gemeten met een halve sinuspuls van 2 ms wanneer de kop van de vaste schijf geblokkeerd is.
Systeemspecificaties
17
4
Systeeminstallatie
Met systeeminstallatie kunt u uw tabletpcnotebook hardware beheren en BIOS-niveau-opties opgeven. Vanuit de systeeminstallatie kunt
u:
•
•
•
•
•
De NVRAM-instellingen wijzigen na het toevoegen of verwijderen van hardware;
De configuratie van de systeemhardware bekijken;
Geïntegreerde apparaten in- of uitschakelen;
Grenswaarden voor prestatie- en energiebeheer instellen;
De computerbeveiliging beheren.
Onderwerpen:
•
•
•
•
•
Opstartmenu
Navigatietoetsen
Opties voor System Setup
Het BIOS updaten in Windows
Systeem- en installatiewachtwoord
Opstartmenu
Druk op <F12> wanneer het Dell logo verschijnt om een eenmalig opstartmenu te openen met een lijst van de geldige opstartapparaten
voor het systeem. Diagnostiek en BIOS Setup-opties zijn ook opgenomen in dit menu. De apparaten die zijn opgenomen in het
opstartmenu hangen af van de opstartbare apparaten in het systeem. Dit menu is handig wanneer u probeert te starten vanaf een bepaald
apparaat of de diagnostiek voor het systeem wilt oproepen. Het opstartmenu gebruiken heeft geen wijzigingen tot gevolg in de
opstartvolgorde die in het BIOS is opgeslagen.
De opties zijn:
•
UEFI Boot (UEFI-opstartmodus):
•
Windows Boot Manager (Windows Opstartbeheer)
•
•
Andere opties:
•
•
•
•
BIOS Setup (BIOS-setup-programma)
BIOS Flash-Update
Diagnostiek
Instellingen voor opstartmodus wijzigen
Navigatietoetsen
OPMERKING: Voor de meeste System Setup-opties geldt dat de door u aangebrachte wijzigingen wel worden
opgeslagen, maar pas worden geëffectueerd nadat het systeem opnieuw is opgestart.
Toetsen
Navigatie
Pijl Omhoog
Gaat naar het vorige veld.
Pijl Omlaag
Gaat naar het volgende veld.
Enter
Hiermee kunt u een waarde in het geselecteerde veld invullen (mits van toepassing) of de link in het veld volgen.
Spatiebalk
Vergroot of verkleint een vervolgkeuzelijst, mits van toepassing.
Tabblad
Gaat naar het focusveld.
18
Systeeminstallatie
Toetsen
Navigatie
Esc
Gaat naar de vorige pagina totdat het hoofdscherm wordt weergegeven. Als u in het hoofdscherm op Esc drukt,
wordt een bericht weergegeven met de vraag om de niet-opgeslagen wijzigingen op te slaan en wordt het
systeem opnieuw opgestart.
Opties voor System Setup
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte
worden vermeld wel of niet worden weergegeven.
Tabel 17. Algemeen
Optie
Beschrijving
System Information
Dit gedeelte bevat de belangrijkste hardwarefuncties van de computer.
•
•
•
•
•
Boot Sequence
Hiermee kunt u de volgorde instellen waarin de computer een besturingssysteem probeert te
vinden.
•
•
•
Boot List Options
System Information
Geheugenconfiguratie
PCI Information
Processor Information
Apparaatinformatie
Windows Boot Manager
Onboard NIC (NIC op kaart)
Onboard NIC (NIC op kaart)
Hiermee kunt u de optie voor de opstartlijst wijzigen.
•
•
Legacy
UEFI (standaardinstelling)
Geavanceerde
opstartinstellingen
Hiermee kunt u Legacy-optie ROM's inschakelen
•
Enable Legacy Option ROMs (Legacy-optie ROM inschakelen) (Standaard: niet ingeschakeld)
UEFI Boot Path Security
•
•
•
Always, Except Internal HDD (Altijd, behalve interne HDD) (Standaard)
Always (Altijd)
Never (nooit)
Date/Time
Hiermee kunt u de datum en tijd wijzigen. De wijzigingen van de systeemdatum en -tijd worden
direct uitgevoerd.
Tabel 18. Systeemconfiguratie
Optie
Beschrijving
Integrated NIC
Hiermee kunt u de geïntegreerde LAN-controller configureren. De opties zijn:
•
•
•
Seriële poort
Hier worden de instellingen van de seriële poort opgegeven en gedefinieerd. U kunt de seriële poort
als volgt instellen:
•
•
•
•
•
SATA Operation
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled (ingeschakeld)
Enabled w/PXE (Ingeschakeld met PXE) (Standaardinstelling)
Disabled (uitgeschakeld)
COM1 (standaardinstelling)
COM2
COM3
COM4
Hiermee kunt u de interne SATA-harde-schijfcontroller configureren. De opties zijn:
Systeeminstallatie
19
Optie
Beschrijving
•
•
•
Drives
Disabled (uitgeschakeld)
AHCI
RAID On (Standaard)
Hiermee kunt u de SATA-stations configureren. De opties zijn:
•
•
•
•
•
•
SATA-0
SATA-1
SATA-2
SATA-3
SATA-4
M.2 PCIe SSD-0
Standaardinstelling: All drives are enabled (Alle stations zijn ingeschakeld).
SMART Reporting
Dit veld bepaalt of de harde-schijffouten voor de ingebouwde stations worden gemeld tijdens het
opstarten van het systeem. Deze technologie maakt deel uit van de SMART-specificatie (SelfMonitoring Analysis and Reporting Technology).
•
USB Configuration
Hiermee kunt u de USB-emulatiefunctie in- of uitschakelen. De opties zijn:
•
•
•
Front USB Configuration
Enable SMART Reporting (SMART-rapportage inschakelen): deze optie is standaard
uitgeschakeld.
Enable Boot Support (Opstartondersteuning inschakelen) (standaard)
Enable Front USB Ports (USB-poorten aan voorzijde inschakelen) (standaard)
Enable rear USB Ports (USB-poorten aan achterzijde inschakelen) (standaard)
Hiermee kunt u de configuratie van de USB aan de voorzijde in- of uitschakelen. De opties zijn:
•
•
•
•
Poort 1 voorzijde (links)
Poort 2 voorzijde (midden)
Poort 3 voorzijde (rechts)*
Poort 4 voorzijde (type C)*
*Geeft aan dat de poort geschikt is voor USB 3.0
Rear USB Configuration
Hiermee kunt u de configuratie van de USB aan de achterzijde in- of uitschakelen. De opties zijn:
•
•
•
•
•
•
Poort 1 achterzijde (linksboven)
Poort 2 achterzijde (rechts voor)
Poort 3 achterzijde (links)*
Poort 4 achterzijde (midden links)*
Poort 5 achterzijde (midden rechts)*
Poort 6 achterzijde (rechts)*
*Geeft aan dat de poort geschikt is voor USB 3.1 Gen-1.
Memory Map IO above 4 GB
De optie is standaard ingeschakeld.
USB PowerShare
Hiermee kunt u USB PowerShare in- of uitschakelen.
Enable USB PowerShare (Sleuf voor meerdere displays inschakelen): deze optie is standaard
uitgeschakeld.
Audio
Hiermee kunt u de geluidsfunctie in- of uitschakelen.
Enable Audio (Geluid inschakelen) (standaard)
•
•
Miscellaneous devices
Hiermee kunt u de diverse op de kaart ingebouwde apparaten in- of uitschakelen.
•
•
•
20
Systeeminstallatie
Enable Microphone (Microfoon inschakelen)(standaard)
Enable Internal Speaker (Interne luidspreker inschakelen) (standaard)
Enable PCI Slot (PCI-sleuf inschakelen) (standaard)
Enable Secure Digital (SD) card (SD-kaart inschakelen) (standaard)
SD-kaart veilig opstarten (standaard)
Tabel 19. Video
Optie
Beschrijving
Multi-Display
Deze optie is standaard geactiveerd.
Primary Display
Hiermee kunt u de primaire videocontroller configureren wanneer er meerdere controllers
beschikbaar zijn. De opties zijn:
•
•
•
Auto (Automatisch) (standaardinstelling)
Intel HD Graphics
NVIDIA HD Graphics
Tabel 20. Beveiliging
Optie
Beschrijving
Admin Password
Hiermee kunt u het beheerderswachtwoord instellen, wijzigen of wissen.
System Password
Hiermee kunt u het systeemwachtwoord instellen, wijzigen of wissen.
Internal HDD-0 Password
Hiermee kunt u de interne HDD van de computer instellen, wijzigen en wissen.
Strong Password
Met deze optie kunt u sterke wachtwoorden voor het systeem in- of uitschakelen. Deze optie is
standaard uitgeschakeld.
Password Configuration
Hiermee kunt u het minimum- en maximumaantal tekens instellen dat is toegestaan voor een
beheerderwachtwoord en het systeemwachtwoord. De aantal tekens ligt tussen 4 en 32.
Password Bypass
Met deze optie kunt u tijdens het opnieuw opstarten van het systeem het System (Boot) Password
(Systeem (Boot) wachtwoord) en het wachtwoord van de interne vaste schijf omzeilen.
•
•
Disabled (Uitgeschakeld): altijd vragen om het wachtwoord van het systeem en de interne HDD
wanneer deze zijn ingesteld. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Reboot Bypass (Overslaan bij hervatten): sla de wachtwoordprompts over bij opnieuw opstarten
(warm opstarten).
OPMERKING: Het systeem vraagt altijd om het wachtwoord van het systeem en de
interne HDD als het systeem wordt ingeschakeld als het systeem uit stond (koud
opstarten). Bovendien vraagt het systeem altijd om wachtwoorden op module-HDD's
die aanwezig kunnen zijn.
Password Change
Met deze optie kunt u bepalen of u wijzigingen wilt toestaan op het systeemwachtwoord en vasteschijfwachtwoord wanneer het beheerderwachtwoord is ingesteld.
Allow Non-Admin Password Changes (Non-admin-wachtwoordwijzigingen toestaan): deze
optie is standaard ingeschakeld.
UEFI Capsule Firmware Updates
Deze optie bepaalt of het systeem BIOS-updates via UEFI capsule updatepakketten toestaat. Deze
optie is standaard geactiveerd. Als u deze optie uitschakelt, worden BIOS-updates van diensten
zoals Microsoft Windows Update en Linux Vendor Firmware Service (LVFS) geblokkeerd.
TPM 2.0 Security
Hiermee kunt u instellen of de TPM (Trusted Platform Module) zichtbaar is voor het
besturingssysteem.
•
•
•
•
•
•
•
•
TPM On (TPM aan) (Standaard)
Clear (Wissen)
PPI Bypass for Enable Commands (PPI overslaan voor ingeschakelde opdrachten)
(standaard)
PPI Bypass for Disable Commands (PPI overslaan voor uitgeschakelde opdrachten)
PPI Bypass for Clear Commands (PPI overslaan voor gewiste opdrachten)
Attestation Enable (Attestatie inschakelen) (standaard)
Key Storage Enable (Sleutelopslag inschakelen) (standaard)
SHA-256 (standaard)
Kies een van de opties:
•
•
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld) (standaardinstelling)
Systeeminstallatie
21
Optie
Beschrijving
Computrace
Hiermee kunt u de BIOS-module-interface van de optionele Computrace Service van Absolute
Software activeren of uitschakelen. Hiermee schakelt u de optionele Computrace-service voor het
beheren van apparaten in of uit.
•
•
•
Chassis Intrusion
Deactivate (Deactiveren)
Disable (Uitschakelen)
Activate (Activeren) (standaard)
Hiermee wordt de functie voor het indringen van de systeemkast gereguleerd.
Kies een van de volgende opties:
•
•
•
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled (ingeschakeld)
On-Silent (standaard)
OROM Keyboard Access
•
•
•
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld) (standaardinstelling)
One Time Enable (Eenmalig inschakelen)
Admin Setup Lockout
Hiermee kunt u voorkomen dat gebruikers de Setup openen wanneer er een beheerderswachtwoord
is ingesteld. Deze optie is niet standaard ingeschakeld.
Master Password Lockout
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt ondersteuning van een master password uitgeschakeld.
Deze optie is niet standaard ingeschakeld.
SMM Security Mitigation
Hiermee kunt u extra bescherming met UEFI SSM Security Mitigation in- of uitschakelen. Deze optie
is niet standaard ingeschakeld.
Tabel 21. Secure Boot (Beveiligd opstarten)
Optie
Beschrijving
Secure Boot Enable
De optie is standaard ingeschakeld.
Secure Boot Mode
•
•
Expert Key Management
Hiermee kunt u Custom Mode Key Management in- of uitschakelen.
•
Deployed Mode (Geïmplementeerde modus) (standaard)
Audit-modus
Enable Custom Mode (Aangepaste modus inschakelen) (Deze optie is niet standaard
ingeschakeld)
Als deze optie is ingeschakeld, dan zijn de opties:
•
•
•
•
PK (standaard)
KEK
db
dbx
Tabel 22. Extensies van Intel Software Guard
Optie
Beschrijving
Intel SGX Enable
Stelt u in staat de extensies van Intel Software Guard te activeren of te deactiveren. De opties
zijn:
•
•
•
Enclave Memory Size
Hiermee kunt u de grootte van het Intel Software Guard Extensions reserve Enclave-geheugen
wijzigen. De opties zijn:
•
•
•
22
Systeeminstallatie
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled (ingeschakeld)
Software controlled (Door software gestuurd) (standaard)
32 MB
64 MB
128 MB
Tabel 23. Prestaties
Optie
Beschrijving
Multi Core Support
Dit veld geeft aan of een of alle kernen van de processor worden ingeschakeld. Bij meerdere
kernen zullen de prestaties van bepaalde applicaties toenemen. Deze optie is standaard
ingeschakeld. Hiermee kunt u de ondersteuning van meerdere kernen voor de processor in- of
uitschakelen. De opties zijn:
•
•
•
•
All (Alle) (standaard)
1
2
3
OPMERKING:
Intel SpeedStep
•
De getoonde opties kunnen verschillen op basis van de geplaatste processor.
•
De opties zijn afhankelijk van het aantal kernen dat wordt ondersteund door de
geplaatste processor (All, 1, 2, N-1 voor N-Core processoren)
Hiermee kunt u de functie Intel SpeedStep in- of uitschakelen.
Standaardinstelling: Enable Intel SpeedStep (Intel SpeedStep inschakelen)
C-States Control
Hiermee kunt u de aanvullende slaapstanden van de processor in- of uitschakelen.
C states (C-staten) (Deze opties is standaard geselecteerd)
Cache Prefetcher
•
•
Hardware Prefetcher (standaard)
Adjacent Cache Prefetch (standaard)
Wanneer hardware prefetcher is ingeschakeld, haalt de hardware prefetcher van de processor
automatisch gegevens en code op voor de processor
Als adjacent cache is ingeschakeld, haalt dit proces de momenteel aangevraagde cache line op,
evenals de daaropvolgende cache line.
Intel TurboBoost
Hiermee kunt u de Intel TurboBoost-modus van de processor in- of uitschakelen.
De optie Intel TurboBoost is standaard ingesteld.
Hyper-Thread Control
Hiermee kunt u HyperThreading in de processor in- of uitschakelen.
•
•
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled (Ingeschakeld)—standaard
Tabel 24. Energiebeheer
Optie
Beschrijving
AC Recovery
Specificeert hoe de computer handelt als de netvoeding na een stroomstoring hersteld is. U kunt
AC Recovery als volgt instellen:
•
•
•
Power Off (Uitgeschakeld) (standaardinstelling)
Power On (Stroom aan)
Last Power State (Laatste energiestand)
Enable Intel Speed Shift
Technology
Hiermee kunt u de ondersteuning voor Intel Speed Shift Technology in- of uitschakelen. De optie
Enable Intel Speed Shift Technology (Intel Speed Shift-technologie inschakelen) is standaard
ingesteld.
Auto On Time
Hiermee kunt u de tijd instellen waarop de computer automatisch moet worden ingeschakeld. De
opties zijn:
•
•
•
•
Deep Sleep Control
Disabled (Uitgeschakeld) (standaard)
Every Day (Elke dag)
Weekdays (Op werkdagen)
Select Days (Dagen selecteren)
Hiermee kunt u de besturingen definiëren wanneer Deep Sleep (Diepe slaap) is ingeschakeld.
Systeeminstallatie
23
Optie
Beschrijving
•
•
•
Fan Control Override
Disabled (uitgeschakeld)
Enabled in S5 only (Alleen ingeschakeld in S5)
Enabled in S4 en S5 (Ingeschakeld in S4 en S5) (Standaard)
Hiermee kunt u de snelheid van de systeemventilator beheren. De opties zijn:
De optie Ventilatiebesturing negeren is niet standaard ingeschakeld.
Wake on LAN/WLAN
Met deze optie kan de computer vanuit de uit-stand worden ingeschakeld via een speciaal LANsignaal. Opstarten uit de stand-bystand wordt niet beïnvloed door deze instelling en moet zijn
ingeschakeld in het besturingssysteem. Deze functie werkt alleen wanneer de computer is
aangesloten op wisselstroom.
•
•
•
•
•
Block Sleep
Disabled (Uitgeschakeld) (standaard)
LAN Only (Alleen LAN)
WLAN Only (Alleen WLAN)
LAN or WLAN (LAN of WLAN)
LAN with PXE Boot (Opstarten via LAN met PXE)
Hiermee kunt u voorkomen dat de computer naar de slaapstand (S3 stand) gaat in OS
Environment. De optie Block Sleep is standaard uitgeschakeld.
Tabel 25. POST Behavior (Gedrag POST)
Optie
Beschrijving
Numlock LED
Hiermee kunt u aangeven of de NumLock-functie wordt ingeschakeld wanneer het systeem wordt
opgestart. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Keyboard Errors
Hiermee wordt aangegeven of toetsenbord gerelateerde fouten worden gerapporteerd tijdens het
opstarten. Deze optie is standaard ingeschakeld.
Extend BIOS POST Time
Met deze optie creëert u een extra vertraging vóór het opstarten.
•
•
•
0 seconds (0 seconden) (standaard)
5 seconds (5 seconden)
10 seconds (10 seconden)
Logo op volledig scherm
Deze optie geeft het volledige logo weer op het scherm als uw afbeelding overeenkomt met de
schermresolutie. De optie 'Enable UEFI Network Stack' (UEFI netwerkstack inschakelen) is
standaard niet ingeschakeld.
Warnings and Errors
Deze optie zorgt ervoor dat het opstartproces alleen wordt gepauzeerd indien er waarschuwingen
of fouten worden aangetroffen. Kies een van de volgende opties:
•
•
•
Prompt on Warnings and Errors (Vragen bij waarschuwingen en foutmeldingen)
(standaard)
Ga verder bij waarschuwingen
Doorgaan ondanks waarschuwingen en fouten
Tabel 26. Beheerbaarheid
Optie
Beschrijving
USB voorziening
Deze optie is standaard niet ingeschakeld.
MEBx Hotkey
Deze optie is standaard geactiveerd.
Tabel 27. Virtualization Support (Ondersteuning virtualisatie)
Optie
Beschrijving
Virtualization
Deze optie geeft aan of een Virtual Machine Monitor (VMM) gebruik kan maken van de
aanvullende hardwaremogelijkheden die door Intel Vitalization Technology worden geleverd.
•
24
Systeeminstallatie
Enable Intel Virtualization Technology (Intel-virtualisatietechnologie inschakelen):
deze optie is standaard ingeschakeld.
Optie
Beschrijving
VT for Direct I/O
Hiermee schakelt u VVM (Virtual Machine Monitor) in of uit voor het gebruik van de extra
hardwaremogelijkheden van Intel Virtualization Technology voor directe I/O.
•
Trusted Execution
Enable VT for Direct I/O (VT voor directe I/O inschakelen): Deze optie is standaard
geselecteerd.
Met deze optie geeft u aan of een MVMM (Measured Virtual Machine Monitor) de extra
hardwareopties kan gebruiken die worden geboden door de Intel Trusted Execution Technology.
•
TPM Security (TPM-beveiliging): deze optie is standaard uitgeschakeld.
Tabel 28. Maintenance (Onderhoud)
Optie
Beschrijving
Service Tag
Toont de servicetag van uw computer.
Asset Tag
Hier kunt u een inventaristag voor de computer maken als er nog geen inventaristag is ingesteld.
Deze optie is niet standaard ingeschakeld.
SERR Messages
Hiermee kunt u het SERR-meldingsmechanisme regelen. Deze optie is niet standaard ingeschakeld.
Voor sommige grafische kaarten is vereist dat het SERR-meldingsmechanisme is uitgeschakeld.
BIOS Downgrade
Hiermee kunt u eerdere revisies van de systeemfirmware installeren. Deze optie is standaard
ingeschakeld.
Data Wipe
Hiermee kunt u veilig gegevens wissen van alle interne opslagapparaten. Deze optie is standaard
uitgeschakeld.
BIOS Recovery
Hiermee kunt u bepaalde corrupte BIOS-condities herstellen met behulp van een herstelbestand.
Deze optie is standaard ingeschakeld.
Tabel 29. Systeemlogboeken
Optie
Beschrijving
BIOS events
Toont het logboek voor systeemgebeurtenissen; hiermee kunt u het logboek wissen.
•
Logboek wissen
Tabel 30. Advanced configurations (Geavanceerde configuraties)
Optie
Beschrijving
ASPM
Hiermee kunt u het niveau voor Active State Power Management instellen:
•
•
•
Pcie LinkSpeed
Auto (Automatisch) (standaardinstelling)
Disabled (uitgeschakeld)
L1 Only (Alleen L1)
Hiermee selecteert u de maximaal haalbare PCIe-linksnelheid voor de apparaten binnen het
systeem.
•
•
•
Auto (standaard)
Gen1
Gen2
Het BIOS updaten in Windows
Het wordt aanbevolen om uw BIOS (Systeeminstallatie) bij te werken wanneer de systeemkaart wordt vervangen of als er een update
beschikbaar is. Bij een laptop moet u ervoor zorgen dat de batterij van de computer volledig is opgeladen en op de voeding is aangesloten,
voordat u een BIOS-update uitvoert.
OPMERKING: Als BitLocker is ingeschakeld, moet deze worden opgeschort voordat u het systeem-BIOS updatet en
vervolgens weer worden ingeschakeld nadat de BIOS-update is voltooid.
1. Start de computer opnieuw.
2. Ga naar Dell.com/support.
Systeeminstallatie
25
•
•
Vul de Service Tag of Express Service Code in en klik op Submit.
Klik of tik op Detect Product en volg de instructies op het scherm.
3. Als u geen product kunt detecteren of de servicetag niet kunt vinden, klikt u op Choose from all products.
4. Kies de categorie Products in de lijst.
OPMERKING: Kies de juiste categorie om naar de productpagina te gaan.
5. Selecteer uw computermodel en de pagina Product Support van uw computer verschijnt.
6. Klik op Get drivers en klik op Drivers and Downloads.
Het gedeelte met de drivers en downloads verschijnt.
7. Klik op Find it myself.
8. Klik op BIOS om de BIOS-versies weer te geven.
9. Bepaal het nieuwste BIOS-bestand en klik op Download.
10. Selecteer uw voorkeursmethode voor het downloaden in het venster Please select your download method below; klik op
Download File.
Het venster File Download wordt weergegeven.
11. Klik op Save om het bestand op uw computer op te slaan.
12. Klik op Run om de bijgewerkte BIOS-instellingen te installeren op uw computer.
Volg de aanwijzingen op het scherm.
Het BIOS bijwerken op systemen waarop BitLocker is
ingeschakeld
WAARSCHUWING: Als BitLocker niet wordt onderbroken voordat het BIOS wordt bijgewerkt, herkent het systeem de
BitLocker-sleutel niet de volgende keer dat u het systeem opnieuw opstart. U wordt vervolgens gevraagd om de
herstelsleutel in te voeren om verder te gaan en het systeem zal dit bij elke herstart vragen. Als de herstelsleutel niet
bekend is, kan dit leiden tot dataverlies of een onnodige herinstallatie van het besturingssysteem. Zie het Knowledgeartikel voor meer informatie over dit onderwerp: https://www.dell.com/support/article/sln153694
Uw systeem-BIOS bijwerken met behulp van een USBflash-station
Als het systeem niet kan laden in Windows, maar het BIOS toch moet worden geüpdatet, downloadt u het BIOS-bestand met behulp van
een ander systeem en slaat u dit op een opstartbare USB-flash-station op.
OPMERKING: U moet een opstartbaar USB-flash-station gebruiken. Raadpleeg het volgende artikel voor aanvullende
informatie: https://www.dell.com/support/article/sln143196/
1. Download het .exe-bestand voor de BIOS-update naar een ander systeem.
2. Kopieer het bestand, bijvoorbeeld O9010A12.exe, naar het opstartbare USB-flash-station.
3. Plaats het USB-flash-station in het systeem waarvoor de BIOS-update nodig is.
4. Start het systeem opnieuw op en druk op F12 wanneer het Dell Splash-logo verschijnt. Er wordt een eenmalig opstartmenu
weergegeven.
5. Gebruik de pijltoetsen, selecteer USB Storage Device en klik op Enter.
6. Het systeem start op en een dialoog C:\>-prompt wordt weergegeven.
7. Voer het bestand uit door de volledige bestandsnaam te typen, bijv. O9010A12.exe. Druk op Enter.
8. Het BIOS-updateprogramma wordt geladen. Volg de instructies op het scherm.
26
Systeeminstallatie
Afbeelding 1. DOS-BIOS Update-scherm
Het Dell BIOS bijwerken in Linux en Ubuntu-omgevingen
Zie https://www.dell.com/support/article/sln171755/ als u het systeem-BIOS wilt bijwerken in een Linux-omgeving zoals Ubuntu.
Het flashen van het BIOS vanuit het eenmalige F12opstartmenu
Uw systeem-BIOS bijwerken door gebruik te maken van een BIOS-update .exe-bestand gekopieerd naar een FAT32 USB-stick en door op
te starten vanuit het eenmalige F12-opstartmenu.
BIOS-update
U kunt het BIOS-updatebestand van Windows uitvoeren met een opstartbare USB-stick of u kunt het BIOS ook bijwerken via van het
eenmalige F12-opstartmenu van het systeem.
De meeste Dell systemen die na 2012 zijn gemaakt, hebben deze mogelijkheid en u kunt die bevestigen door uw systeem op te starten via
het eenmalige F12-opstartmenu en te controleren of BIOS FLASH UPDATE als opstartoptie is aangegeven op uw systeem. Het BIOS
ondersteunt deze BIOS-update-optie als de optie in de lijst staat.
OPMERKING: Alleen systemen met een BIOS-flashupdate-optie in het eenmalige F12-opstartmenu kunnen deze functie
gebruiken.
Het bijwerken van het het eenmalige opstartmenu
Om uw BIOS via het eenmalige F12-opstartmenu bij te werken, hebt u nodig:
•
•
•
•
USB-stick geformatteerd naar het bestandssysteem FAT32 (USB-stick hoeft niet opstartbaar te zijn)
Uitvoerbaar BIOS-bestand dat u hebt gedownload vanaf de ondersteuningswebsite van Dell en gekopieerd naar de hoofdmap van de
USB-stick
AC-adapter is aangesloten op het systeem
Functionele systeembatterij om het BIOS te flashen
Voer de volgende stappen uit om het BIOS-updateflashproces in het F12-menu uit te voeren:
WAARSCHUWING: Schakel het systeem niet uit tijdens het BIOS-updateproces. Als u het systeem uitschakelt, kan dat
tot gevolg hebben dat het systeem niet meer opstart.
1. Voer de USB-stick met daarop de flash in als het systeem uitstaat.
2. Schakel het systeem in en druk op de F12 om toegang tot het menu One-Time Boot (Eenmalig opstarten) te krijgen. Markeer BIOSupdate met de muis of de pijltoetsen en druk op Enter.
Systeeminstallatie
27
3. Het Bios flashmenu wordt geopend. Klik op Flash from file (Flashen uit bestand).
4. Extern USB-apparaat kiezen
28
Systeeminstallatie
5. Nadat het bestand is geselecteerd, dubbelklikt u op het doelbestandvoor flashen en drukt u op verzenden.
6. Klik op Update BIOS (BIOS updaten). Het systeem wordt opnieuw opgestart om het BIOS te flashen.
Systeeminstallatie
29
7. Zodra het proces is voltooid, wordt het systeem opnieuw opgestart en het BIOS-updateproces afgerond.
Systeem- en installatiewachtwoord
Tabel 31. Systeem- en installatiewachtwoord
Type wachtwoord
Beschrijving
System Password (Systeemwachtwoord)
Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te
loggen.
Installatiewachtwoord
Wachtwoord dat moet worden ingevuld voor toegang en het
aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw
computer.
U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
WAARSCHUWING: De wachtwoordfunctie zorgt voor een basisbeveiliging van de gegevens in uw computer.
WAARSCHUWING: Iedereen heeft toegang tot de gegevens op uw computer als deze onbeheerd en niet vergrendeld
wordt achtergelaten.
OPMERKING: De functie voor het systeem- en installatiewachtwoord is uitgeschakeld.
Een systeeminstallatiewachtwoord toewijzen
U kunt alleen een nieuw systeem- of beheerderswachtwoord instellen wanneer de status op Not Set staat.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de System Setup te gaan.
1. Selecteer in het scherm System BIOS of System Setup de optie Security en druk op Enter.
Het scherm Security (Beveiliging) wordt geopend.
2. Selecteer System/Admin Password en maak een wachtwoord aan in het veld Enter the new password.
Hanteer de volgende richtlijnen om het systeemwachtwoord toe te kennen:
•
•
•
•
Een wachtwoord mag bestaan uit maximaal 32 tekens.
Het wachtwoord mag de nummers 0 t/m 9 bevatten.
Er mogen alleen kleine letters worden gebruikt.
Alleen de volgende speciale tekens zijn toegestaan: spatie, (”), (+), (,), (-), (.), (/), (;), ([), (\), (]), (`).
3. Typ het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd in het veld Bevestig nieuw wachtwoord en klik op OK.
30
Systeeminstallatie
4. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
5. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een bestaand systeeminstallatiewachtwoord verwijderen
of wijzigen
Zorg ervoor dat Password Status in de System Setup is ontgrendeld voordat u het bestaande wachtwoord voor het systeem en de
installatie verwijdert of wijzigt. U kunt geen van beide wachtwoorden verwijderen of wijzigen als Password Status vergrendeld is.
Druk na het aanzetten of opnieuw opstarten van de computer onmiddellijk op F2 om naar de System Setup te gaan.
1. Selecteer System Security in het scherm System BIOS of System Setup en druk op Enter.
Het scherm System Security (Systeembeveiliging) wordt geopend.
2. Controleer in het scherm System Security (Systeembeveiliging) of Password Status (Wachtwoordstatus) op Unlocked
(Ontgrendeld) staat.
3. Selecteer System Password, wijzig of verwijder het bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab.
4. Selecteer Setup Password, wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
OPMERKING: Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord wijzigt, voert u het nieuwe wachtwoord opnieuw in
wanneer dit wordt gevraagd. Als u het systeem- en/of installatiewachtwoord verwijdert, moet u de verwijdering
bevestigen wanneer u hierom wordt gevraagd.
5. Druk op Esc waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6. Druk op Y om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
De computer start opnieuw op.
Systeeminstallatie
31
5
Software
In dit hoofdstuk worden de ondersteunde besturingssystemen beschreven. Bovendien vindt u hier instructies voor de installatie van
stuurprogramma's.
Onderwerpen:
•
•
Ondersteunde besturingssystemen
Windows-stuurprogramma's downloaden
Ondersteunde besturingssystemen
Tabel 32. Ondersteunde besturingssystemen
Ondersteunde besturingssystemen
Beschrijving
Windows-besturingssysteem
•
•
•
•
Microsoft Windows 10 Home (64-bits)
Microsoft Windows 10 Pro (64-bits)
Microsoft Windows 10 Pro National Academic (64-bits)
Microsoft Windows 10 Home National Academic (64-bits)
Overige
•
•
•
Ubuntu 16.04 SP1 LTS (64-bit)
Neokylin v6.0 SP4 (alleen China)
Red Hat Enterprise Linux 7.5
Windows-stuurprogramma's downloaden
1. Schakel de tabletdesktopnotebook in.
2. Ga naar Dell.com/support.
3. Klik op Product Support, voer de servicetag van uw tabletdesktopnotebook in en klik op Submit.
OPMERKING: Als u niet beschikt over de servicetag, gebruikt u de functie voor automatisch detecteren of
handmatig bladeren voor uw model tabletdesktopnotebook.
4. Klik op Drivers and Downloads (Drivers en downloads).
5. Selecteer het besturingssysteem dat op uw tabletdesktopnotebook is geïnstalleerd.
6. Blader naar beneden op de pagina en selecteer het stuurprogramma dat u wilt installeren.
7. Klik op Download File om het stuurprogramma voor uw tabletdesktopnotebook te downloaden.
8. Ga na het downloaden naar de map waar u het bestand met het stuurprogramma heeft opgeslagen.
9. Dubbelklik op het pictogram van het bestand met het stuurprogramma en volg de instructies op het scherm.
32
Software
6
Behulpzame informatie vinden
Onderwerpen:
•
Contact opnemen met Dell
Contact opnemen met Dell
OPMERKING: Als u geen actieve internetverbinding hebt, kunt u contactgegevens ook vinden op uw factuur, pakbon,
rekening of productcatalogus van Dell.
Dell biedt diverse online en telefonische ondersteunings- en servicemogelijkheden. De beschikbaarheid verschilt per land en product en
sommige services zijn mogelijk niet beschikbaar in uw regio. Wanneer u met Dell contact wilt opnemen voor vragen over de verkoop,
technische ondersteuning of de klantenservice:
1. Ga naar Dell.com/support.
2. Selecteer uw ondersteuningscategorie.
3. Zoek naar uw land of regio in het vervolgkeuzemenu Kies een land/regio onderaan de pagina.
4. Selecteer de juiste service- of ondersteuningslink op basis van uw probleem.
Behulpzame informatie vinden
33