39
HET APPARAAT IN-/UITSCHAKELEN
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Druk op de toets
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C14
C10
C15
C11
C8
ON/STAND-BY (D1). Na de inschakeling
start de airconditioner de werking met dezelfde modus als
bij de laatste uitschakeling.
• Druk voor de uitschakeling van het apparaat nogmaals op
de toets
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C14
C10
C15
C11
C8
ON/STAND-BY (D1).
Let op: Schakel het apparaat nooit uit door de stekker uit het
stopcontact te trekken. Druk voor de uitschakeling altijd op de
toets
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C14
C10
C15
C11
C8
ON/STAND-BY (D1) en wacht enkele minuten alvorens
de stekker te verwijderen. Alleen op deze manier kan het appa-
raat de standaardcontroles uitvoeren.
SELECTIE VAN DE BEDRIJFSMODUS
De via de toets MODE (D2) van de-afstandsbediening beschikba-
re bedrijfsmodi zijn gelijk aan die van het bedieningspaneel (C).
SELECTIE VAN DE TEMPERATUREN
Druk in de modus airconditioning op de toets (D4) of (D5)
om de gewenste temperatuur te selecteren.
SELECTIE VAN DE LUCHTSTROOM
Druk in de modus airconditioning of ventilator op de toets
(D3) om de gewenste luchtstroom te selecteren.
De beschikbare niveaus voor luchtstroom zijn:
Minimale luchtstroom: wanneer een maximaal
stille werking gewenst is.
Gemiddelde luchtstroom: voor een laag geluidsni-
veau, maar ook een goed comfortniveau.
Maximale luchtstroom: voor maximale prestaties.
Automatische luchtstroom: het apparaat kiest de
luchtstroom automatisch, gebaseerd op de geselec-
teerde temperatuur en de omgevingsomstandighe-
den. Deze selectie is alleen beschikbaar in de modus
airconditioning.
STILLE WERKING
(alleen beschikbaar in de modus
airconditioning en voor bepaalde modellen)
Door deze functie te activeren, wordt het geluidsniveau verder
beperkt. Druk voor de activering van de functie op de toets
(D6) op de afstandsbediening. Het display toont het bijbeho-
rende symbool.
SELECTEER HET TEMPERATUURBEREIK
De temperatuur kan in °C of °F worden weergegeven. Om de
meeteenheid van de temperatuur te wijzigen, moet de modus
airconditioning geselecteerd worden: houd vervolgens beide
toetsen verlagen (D5) en verhogen (D4) gedurende on-
geveer 3 seconden ingedrukt.
INSTELLING VAN DE TIMER
Door middel van de timer kan het apparaat vertraagd worden
in- of uitgeschakeld. Deze functie voorkomt energieverspilling
omdat de operationele perioden worden geoptimaliseerd.
De programmering van de vertraagde uitschake-
ling
• De vertraagde uitschakeling kan bij ingeschakeld apparaat
in alle bedrijfsmodi geprogrammeerd worden.
• Druk op de toets timer
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C14
C10
C15
C11
C8
(D7), het symbool van de timer
wordt weergegeven en de uren worden verlicht.
• Druk op de toetsen (D5) en (D4) tot het gewenste
aantal uren tot de uitschakeling op het display wordt weer-
gegeven.
Enkele seconden na de instelling van de timer wordt de instel-
ling verworven: het display toont de bedrijfsmodus en het sym-
bool van de timer blijft verlicht.
Bij het verstrijken van de ingestelde tijd, gaat de airconditioner
over naar de stand-bystatus.
Druk, om de programmering van de timer te annuleren, twee-
maal op de toets van de timer
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C14
C10
C15
C11
C8
(D7). Het symbool van de timer
gaat uit.
De programmering van de vertraagde inschakeling
• Steek de stekker van het apparaat in het stopcontact en
activeer de stand-by.
• Druk op de toets timer
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C14
C10
C15
C11
C8
(D7), het symbool van de timer
wordt weergegeven en de uren worden verlicht.
• Druk op de toetsen (D5) en (D4) tot het gewenste
aantal uren tot de inschakeling wordt weergegeven. De in-
schakeling kan geprogrammeerd worden op elke gewenste
tijd binnen de volgende 24 uur.
Bij het verstrijken van de ingestelde tijd begint het apparaat te
functioneren, met de eerder ingestelde bedrijfsmodus.
Druk, om de programmering van de timer te annuleren, twee-
maal op de toets van de timer
C1C2
C4
C13
C12
C9
C7
C5
C6
C3
C14
C10
C15
C11
C8
(D7). Het symbool van de timer
gaat uit.