Nautilus E628 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual
MONTAGE- / GEBRUIKERSHANDLEIDING
E628
2
Belangrijke veiligheidsvoorschriften 3
Waarschuwingsklevers / Serienummer 5
Instructies i.v.m. de aarding 6
Specicaties 7
Voorafgaandaandemontage 7
Onderdelen 8
Montagemateriaal 9
Gereedschap 9
Montage 10
Het toestel verplaatsen 23
Het toestel nivelleren 24
Kenmerken 25
Consolekenmerken 26
Bluetooth
®
-connectiviteit 29
Op afstand bediende hartslagmonitor 30
Weerstands- en hellingsregeling op afstand 31
Suspension Adjust
-pedalen 31
Bedieningen 32
Opstart/Stand-by-modus 33
Initiële installatie 33
Snelstartprogramma 33
Gebruikersproelen 34
Proelprogramma's 36
Krachttrainingsprogramma's 39
Pauzeren of stoppen 41
Resultaten/Afkoel-modus 41
GOAL TRACK-statistieken 41
Instelmodus van de console 44
Onderhoud 45
Vervangen van de batterij van de
hartslagborstband 45
Onderhoudsonderdelen 46
Problemen oplossen 48
INHOUDSOPGAVE
Bewaar het oorspronkelijke bewijs van aankoop en noteer de volgende informatie om de garantieondersteuning te
valideren:
Serienummer __________________________
Datum van aankoop ____________________
Neem contact op met uw lokale distributeur om uw productgarantie te registreren.
Als u vragen hebt of problemen ondervindt met uw product, neem dan contact op met uw lokale Nautilus
®
-distributeur.
Om uw lokale distributeur te vinden gaat u naar: www.nautilusinternational.com
Nautilus,Inc.,www.nautilusinternational.com|Nautilus,Inc.,18225NERiversideParkway,Portland,OR97230VS|©2016
Nautilus, Inc. | ® verwijst naar handelsmerken die in de Verenigde Staten zijn geregistreerd. Deze merken mogen in andere landen
worden geregistreerd of anderszins worden beschermd door het gemeen recht. Nautilus, het Nautilus-logo, Nautilus Trainer,
Bowex,Schwinn,SuspensionAdjustenUniversalzijnhandelsmerkenineigendomvanofinlicentiegegevenaanNautilus,Inc.
Polar
®
, OwnCode
®
, Loctite
®
, iTunes
®
,GooglePlay™,UnderArmour
®
en MyFitnessPal
®
zijn handelsmerken van hun respectieve
rechthebbenden. Het Bluetooth
®
-woordmerkendelogo'szijngeregistreerdehandelsmerkenvanBluetoothSIG,Inc.,enelk
gebruik van deze merken door Nautilus, Inc. gebeurt onder licentie.
ORIGINELE HANDLEIDING - ENGELSE VERSIE ALLEEN
3
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht:
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel.
!
Lees aandachtig de montage-instructies. Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de
handleiding voor later gebruik.
!
Om het risico op een elektrische schok of het gebruik van de apparatuur zonder toezicht te
beperken trekt u altijd het best de stekker uit het stopcontact onmiddellijk na het gebruik van het
toestel of voordat u het schoonmaakt.
Houd omstanders en kinderen te allen tijde uit de buurt van het toestel dat u aan het monteren bent.
Sluit het toestel niet op het elektriciteitsnet aan totdat u dit gevraagd wordt.
Het toestel mag nooit onbewaakt worden achtergelaten wanneer het is aangesloten. Trek de stekker uit het
stopcontact wanneer het toestel niet in gebruik is en voordat u onderdelen installeert of verwijdert.
Controleer dit toestel voor elk gebruik op schade aan het netsnoer, losse onderdelen of tekenen van slijtage. Gebruik
het toestel niet als u een probleem vaststelt. Neem contact op met uw lokale distributeur voor informatie over een
eventuele reparatie.
• Umaggeenvoorwerpenineenopeningvanhettoestelstekenoflatenvallen.
Monteer het toestel niet buiten of in een vochtige of natte plaats.
Zorg ervoor dat u voldoende werkruimte hebt, uit de buurt van voorbijgangers en zonder omstanders in gevaar te
brengen.
Sommige componenten van het toestel kunnen zwaar of moeilijk hanteerbaar zijn. Roep de hulp in van een tweede
persoon wanneer u deze onderdelen monteert. Monteer geen zware of moeilijk hanteerbare onderdelen zonder de
hulp van een tweede persoon.
Installeer het toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Probeer het design of de functionaliteit van het toestel niet te wijzigen. Dit zou de veiligheid van het toestel in gevaar
kunnen brengen en maakt de garantie ongeldig.
Als u reserveonderdelen nodig hebt, gebruik dan uitsluitend originele reserveonderdelen en montagemateriaal van
Nautilus. Als u geen originele reserveonderdelen gebruikt, dan kan dit een risico inhouden voor de gebruikers, het
toestel verhinderen om correct te werken en de garantie ongeldig maken.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking in overeenstemming
met de handleiding.
Gebruik dit toestel alleen voor het beoogde gebruik, zoals beschreven in deze handleiding. Gebruik geen accessoires
die niet door de fabrikant worden aanbevolen.
Voer alle montagestappen in de opgegeven volgorde uit. Verkeerde montage kan leiden tot lichamelijke letsels of
onjuiste werking.
Sluit dit toestel aan op een correct geaard stopcontact (raadpleeg Instructies i.v.m. aarding).
Houd het netsnoer uit de buurt van warmtebronnen of hete oppervlakken.
Gebruik het toestel niet in een ruimte waar spuitbussen worden gebruikt.
• ZetomhettoesteluitteschakelenallebedieningselementenopdeUIT-standenverwijderdaarnadestekkeruithet
stopcontact.
Smeermiddel op basis van silicone is niet bedoeld voor consumptie door de mens. Buiten het bereik van kinderen
houden. Opbergen op een veilige plaats.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
4
Dit pictogram wijst op een potentieel gevaarlijke situatie die kan leiden tot de dood of ernstig letsel.
Neem de volgende waarschuwingen in acht voordat u dit toestel in gebruik neemt:
Lees aandachtig de volledige handleiding. Bewaar de handleiding voor later gebruik.
Lees aandachtig alle waarschuwingsklevers op dit toestel. Als de waarschuwingsklevers op een
gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of loskomen, neem dan contact op met uw
lokale distributeur om de klevers te vervangen.
Laat geen kinderen toe in de buurt van dit toestel. Bewegende onderdelen en andere voorzieningen van het
toestel kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen.
Niet geschikt voor gebruik door kinderen jonger dan 14 jaar.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwdheid op
deborstvoelt,kortademigwordtofuauwvoelt.Vraaguwartsomadviesvoordatuhettoestelopnieuwbegintte
gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend
ter informatie.
Controleer voor elk gebruik of het toestel geen losse onderdelen heeft of tekenen van slijtage vertoont. Gebruik
het toestel niet als u een probleem vaststelt. Houd nauw toezicht over de pedalen en de crankarmen. Neem
contact op met uw lokale distributeur voor informatie over een eventuele reparatie.
• Maximalegebruikersgewicht:158,8kg.Gebruikhettoestelnietwanneerumeerweegt.
Dit toestel is alleen geschikt voor thuisgebruik.
Draag geen losse kleding of sieraden. Dit toestel heeft bewegende onderdelen. Plaats uw vingers of andere
voorwerpen niet in de bewegende onderdelen van het trainingstoestel.
Installeer en gebruik dit toestel op een stevige, vlakke en horizontale ondergrond.
Maak de voetpedalen stabiel voordat u erop gaat staan. Wees voorzichtig bij het op- en afstappen van het toestel.
Bij onderhoud zorgt u ervoor dat het toestel niet meer op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Gebruik dit toestel niet buiten of in vochtige of natte plaatsen.
Bewaar aan beide zijden van het toestel een vrije ruimte van ten minste 0,6 m. Dit is de aanbevolen
veiligheidsafstand voor toegang en doorgang rond het toestel en voor het afstappen bij noodgevallen. Houd
omstanders buiten deze ruimte tijdens het gebruik van het toestel.
Span uzelf niet overdreven in tijdens het trainen. Gebruik het toestel in overeenstemming met de voorschriften in
deze handleiding.
Verstel en bevestig alle verstelbare onderdelen op een correcte en veilige manier. Zorg dat de verstelbare
onderdelen de gebruiker niet kunnen raken.
Houd de voetpedalen schoon en droog.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids- en
weerstandsveranderingen verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te
voorkomen.
Een toestel mag nooit onbewaakt worden achtergelaten wanneer het is aangesloten. Trek de stekker uit het
stopcontact wanneer het toestel niet in gebruik is en voordat u onderdelen installeert of verwijdert.
Dit toestel is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of personen met een verminderd lichamelijk, gevoels- of
mentaal vermogen, of personen zonder kennis over en ervaring met dit toestel, tenzij dit gebruik plaatsvindt onder
het toezicht van, of nadat men is geïnstrueerd over het gebruik van het toestel door, iemand die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid.
5
WAARSCHUWINGSKLEVERS EN SERIENUMMER
Serienummer
REVISIONS
ECO
REVISION
REV DESCRIPTION
APPROVED
DATE
TITLE.
PART NO.
REV.
SHEET 1 OF 1
SCALE: 1:1
DO NOT SCALE DRAWING
1. ALL ITEMS MUST BE RoHS COMPLIANT
2. ALL DIMENSIONS APPLY BEFORE PLATING OR COATING.
3. REMOVE ALL BURRS, BREAK SHARP EDGES 0.5 MM MAX.
4. ALL MACHINES SURFACES Ra 3.2 uM.
5. ALL APPLICABLE NAUTILUS STANDARDS AND
SPECIFICATIONS APPLY.
6. ALL DIMENSIONS ARE IN MILLIMETERS
7. ALL DUAL DIMENSIONS ARE IN INCH
UNLESS OTHERWISE SPECIFIED:
METRIC
THIRD ANGLE
PROJECTION
INTERPRET DIMENSIONS AND TOLERANCES
PER ASME Y14.5M - 1994
2.5
1.5
0.75
0.25
X.
X.X
X.XX
X.XXX
ANGULAR
C
SIZE
This document is the property of Nautilus, Inc. It may not be reproduced in whole or part, provided to third parties, or used for any purposes other than the performance of work for Nautilus, Inc. without written authorization. All rights are reserved, including copyrights.
TOLERANCES.
DRAWN
DESIGNED
DATE
METRIC_C_REV G
NAUTILUS, INC.
16400 SE NAUTILUS DRIVE, VANCOUVER, WA 98683
LIFECYCLE
7-22-10
APPROVALS
- -
- - - -
WARRANTY ITEM:
A RELEASED
NPI 13149 DLOVELY
7-22-10
D.LOVELY
D.LOVELY
07 /22 / 2010
D.LOVELY
A
004-0930
CRUSH WARNING
21.78mm
54.8mm
MATERIAL.
COLOR.
DIE LINE
PMS 152
PMS 109
BLACK
WHITE
Labels must be created from an agency approved tamper proof labeling system
such as "UL Recognized component marking and labeling system (example: UL PGGU2) or equivalent.
Label and adhesive must be rated for surface it is applied to (painted metal or ABS plastic),
Label and adhesive must be rated for 60 degrees C minimum. Labels must meet UL 1647 Permanence of Marking Test.
Productspecicatie
WAARSCHUWING
• Houd handen en voeten
veilig uit de buurt.
6
Instructies i.v.m. de aarding
Dit product moet elektrisch worden geaard. Als er een storing optreedt, dan vermindert een correcte aarding het risico
op een elektrische schok. Het netsnoer is uitgerust met een apparatuuraardgeleider en moet worden aangesloten op een
stopcontact dat correct is geïnstalleerd en geaard.
!
De elektrische bedrading moet voldoen aan alle geldende plaatselijke en provinciale normen en
eisen. Bij het verkeerd aansluiten van de apparatuuraardgeleider bestaat het risico op een
elektrische schok. Vraag om advies aan een erkend elektricien als u niet zeker weet of het
toestel correct geaard is. Voer geen wijzigingen uit aan de stekker van het toestel. Als de stekker
niet in het aanwezige stopcontact past, laat dan een erkend elektricien een geschikt stopcontact
installeren.
Als u het toestel aansluit op een stopcontact met een differentieelschakelaar met beveiliging tegen overbelasting, dan kan
de werking van het toestel een kortsluiting veroorzaken. Een overspanningsbeveiliging is aanbevolen om het toestel te
beschermen.
Als er een overspanningsbeveiliging op dit toestel wordt gebruikt, zorg dan dat deze overeenstemt met het
vermogen van deze apparatuur. Sluit geen andere toestellen of apparaten samen met dit toestel op de
overspanningsbeveiliging aan.
Zorg dat het product wordt aangesloten op een stopcontact met dezelfde configuratie als de stekker. Er mag bij dit product
geen adapter worden gebruikt.
7
SPECIFICATIES
Voorafgaand aan de montage
Kies de plaats waar u het toestel wilt installeren en gebruiken. Voor een veilige werking moet het toestel op een
hardeenvlakkeondergrondwordengeïnstalleerd.Voorzieeentrainingsruimtevanminimaal1,9x3m.Zorgdatde
trainingsruimtedieugebruikt,voldoendehoogis.Houdhierbijrekeningmetdelengtevandegebruikerendemaximale
hellingshoogte van de pedalen.
Basisprincipes bij het monteren
Volg deze basisprincipes bij het monteren van uw toestel:
Leesaandachtigde'Belangrijke
veiligheidsvoorschriften'voorde
montage.
Verzamel alle onderdelen die u nodig
hebt bij iedere montagestap.
Met behulp van de aanbevolen moer-
sleutels draait u de bouten en moeren
naar rechts (met de klok mee) om
aan te spannen en naar links (tegen
de klok in) om los te draaien.
Wanneer u twee onderdelen vast-
maakt, heft u de constructie voorzich-
tig op en kijkt u door de boutgaten.
Op die manier kunt u de bout gemak-
kelijker door de gaten glijden.
Voor de montage zijn mogelijk twee
personen nodig.
Maximaal gebruikersgewicht: 158,8 kg
Totale benodigde ruimte (voetafdruk) van het toestel:12707cm2
Max. pedaalhoogte bij volledige helling: 72cm
Gewicht van het toestel: 95,1 kg
Stroomvoorziening:
Werkspanning: 220 - 240 V AC, 50/60 Hz
Werkstroom: 2 A
Hartslagborstband: 1 CR2032-batterij
170 cm
(66.9”)
185.5 cm
(73”)
68.5 cm
(27”)
Zet dit toestel NIET bij het afval. Het toestel moet worden gerecycled. Volg de voorgeschreven methoden op een
erkend afvalinzamelpunt om dit product correct te recyclen.
3m ( 119.5 )
1.9m
( 74.7” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
0.6m
( 24” )
8
Allerechtse('R ')enlinkse('L')onderdelenzijnvoorzienvaneenzelfkleveromdemontagetevergemakkelijken.
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
1 1 Consolemast 15 1 Linkerpedaal
2 1 Afdekkap consoleverbindingsstuk 16 1 Frame
3 1 Console 17 1 Onderstel vooraan
4 1 Vaste handgreep 18 1 Onderste handgreeparm, rechts
5 1 Beschermkap bidonhouder, rechts 19 1 Bovenste handgreeparm, rechts
6 1 Bidonhouder 20 1 Bovenste beschermkap
7 1 Beschermkap bidonhouder, links 21 1 Afdekking beschermkap
8 1 Bovenste handgreeparm, links 22 1 Rechterbeen
9 2 Beschermkap handgreep, buitenkant 23 1 Rechterpedaal
10 2 Beschermkap handgreep, binnenkant 24 1 Mp3-snoer
11 1 Railconstructie 25 1 Netsnoer
12 1 Armdraaistang 26 1 Hartslagborstband
13 1 Linkerbeen 27 1 Smeermiddel op basis van silicone,
es(nietafgebeeld)
14 1 Onderste handgreeparm, links
ONDERDELEN
24
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
10
9
11
12
13
14
15
16
20
17
18
19
21
22
23
26
9
Item Aantal Omschrijving Item Aantal Omschrijving
A 6 Bolkopinbusbout,M8x16(metLocti-
te
®
-lijm)
G 8 Borgring, M8
B 4 Getande veerring, M8 H 2 Ashuls
C 8 Brede sluitring, M8 I 5 Zelftappendekruiskopschroef,M4,2x16
D 4 Bolkopinbusbout,M8x16 J 4 Kruiskopschroevendraaier,M5x12
E 2 Inbusbout,M8x20
F 6 Gegolfde sluitring
Opmerking: Bepaalde onderdelen zijn meegeleverd op de montagekaart als reserveonderdelen. Het is dus normaal dat
er na de montage nog onderdelen overblijven.
MONTAGEMATERIAAL / GEREEDSCHAP
Gereedschap
Meegeleverd
6 mm
A B C D E F
G H
I
J
#2
13 mm
15 mm
19 mm
10
MONTAGE
1. Bevestig het onderstel vooraan aan het frame
Opmerking: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en is niet aanwezig op de montagekaart.
6mm
*
X4
*
*
17
16
11
2. Bevestig de railconstructie aan de frameconstructie
Opmerking: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en is niet aanwezig op de montagekaart. Scheid de
bevestigingsplaten van de rails (11a) en plaats de gaten tegenover elkaar om het montagemateriaal te
installeren.
De plastic krasbeschermingsstroken op de rails zijn bedoeld om de afwerking te beschermen tijdens
de montage.
11
11a
12
3. Sluit de kabels aan en bevestig de consolemast aan de frameconstructie
NB: Steek de consolemast door de opening in de bovenste beschermkap. Verwijder de kabelbinder die de
framekabels op de bevestigingsplaat houdt voordat u de kabels aansluit. Plooi de kabels niet. Zet het mon-
tagemateriaal vast.
1
20
B
D
6mm
X4
21
13
4. Bevestig de benen aan de frameconstructie
F
X2
22
13
A
C
G
X2
6mm
14
7a
1a
7
5
1a
5. Installeer de bidonhouder op de consolemast
NB: Geleid de kabel (1a) van de linkerkant van de mast naar de achterkant van de dwarsstang en door de ope-
ning(7a)indebeschermkapvandebidonhouder.Plooidekabelsniet.
Herhaal deze stap voor de rechterzijde.
Installeer het montagemateriaal en de bidonhouder. Duw de bidonhouder naar beneden totdat deze vastklikt.
I
X5
6
15
6. Bevestig de armdraaistang en de onderste handgreeparmen aan de frameconstructie
Opmerking: Breng de gegolfde sluitringen (F) op de armdraaistang aan voordat u de onderste handgreeparmen
bevestigt.
14
F
X2
C
G
E
X2
13 mm
12
18
16
7. Bevestig het linkerpedaal aan het been en de onderste handgreeparm
NB: Bevestig eerst het pedaal aan het been. Zorg dat de ashuls (H) vastzit in de afdekking van het scharnier van
de handgreep.
Herhaal deze stap aan de andere kant met het rechterpedaal (item 23).
23
15
H
C
H
G
A
6mm
15
A
C
G
F
6mm
17
8. Bevestig de bovenste handgreeparmen aan de frameconstructie
NB: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en is niet aanwezig op de montagekaart. Krimp de kabels
niet.
Zorg dat de bovenste handgreeparmen goed bevestigd zijn voordat u gaat trainen.
*
*
*
X8
19
8
6mm
18
9. Schroef het montagemateriaal uit de console
Opmerking: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en is niet aanwezig op de montagekaart. Kleef, indien
gewenst, de Frans-Canadese transparante laag op de voorkant van de console.
10. Geleid de consolekabels door de vaste handgreep en bevestig de vaste handgreep aan de console
NB: Leg de console voorzichtig met de voorzijde naar onderen op een zachte ondergrond. Geleid de
consolekabels door de vaste handgreep. Bevestig de vaste handgreep aan de console met behulp van de
schroeven die in stap 9 werden verwijderd. Sluit de hartslagkabel (4a) van de vaste handgreep aan op de
hartslagkabel van de console. Plooi de kabels niet.
3
#2
*
X4
3
4
4a
#2
*
X4
4a
19
11. Sluit de kabels aan en bevestig de gemonteerde vaste handgreep aan de consolemast
NB: Het montagemateriaal (*) is vooraf geïnstalleerd en is niet aanwezig op de montagekaart. Plaats de clips op
de kabelconnectoren tegenover elkaar en zorg dat de connectoren vastklikken. Plooi de kabels niet. Duw het
overschot aan kabel in de consolemast, zodat de as vrij kan bewegen.
12. Bevestig de afdekkap van het verbindingsstuk van de console
2
6mm
*
X3
*
*
20
13. Sluit de consolemastkabels aan op de kabels van de handgreeparmen en bevestig de achterste be-
schermkappen van de handgrepen
NB: Sluit de kabels aan. Geleid de draad door de 3 geleiders in de achterste beschermkappen van de
handgrepen en plaats de connectoren in de uitsparing, zoals afgebeeld. Plooi de kabels niet. Zorg dat de
binnenrand van de beschermkap van de handgreep in de beschermkap van de bidonhouder zit.
1a
9
10
1a
2X
1a
2X
21
14. Bevestig de voorste beschermkappen van de handgrepen en installeer de schroeven
NB: Plooi de kabels niet.
J
2X
J
2X
22
15. Sluit het stroomsnoer aan op de frameconstructie
Sluit dit toestel aan op een correct geaard stopcontact (raadpleeg Instructies i.v.m. aarding).
16. Laatste controle
Zorg dat al het montagemateriaal goed vastzit en dat de componenten correct gemonteerd zijn.
Opmerking: Verwijder de plastic krasbeschermingsstroken van de rails. Breng smeermiddel op
basis van silicone aan op een doek en smeer de rails om geluidshinder van de rol te
voorkomen.
Smeermiddel op basis van silicone is niet bedoeld voor consumptie door de mens. Buiten het bereik van
kinderen houden. Opbergen op een veilige plaats.
Noteer het serienummer in het daarvoor bedoelde veld vooraan in deze handleiding.
Gebruik het toestel niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking, in
overeenstemming met de gebruikershandleiding.
25
26
23
Het toestel verplaatsen
Het toestel kan door één of meerdere personen worden verplaatst, afhankelijk van hun fysieke mogelijkhe-
den en capaciteiten. Zorg dat u en de andere personen allemaal fysiek t zijn en in staat zijn om het toestel
veilig te verplaatsen.
1. Verwijder het stroomsnoer.
2. Gebruik de transportgreep om het toestel voorzichtig op de transportwielen te tillen.
3. Duw het toestel naar zijn plaats.
4. Laat het toestel voorzichtig op zijn plaats zakken.
NB: Wees voorzichtig wanneer u de crosstrainer verplaatst. Abrupte bewegingen kunnen de werking van de computer
beïnvloeden.
VOORDAT U VAN START GAAT
24
Het toestel nivelleren
Het toestel moet worden genivelleerd als uw trainingsruimte oneffen is of als de railconstructie lichtjes van de vloer komt.
Werkwijze voor het afstellen:
1. Plaats het toestel in uw trainingsruimte.
2. Ga gedurende ongeveer 20 seconden veilig achteraan op de railconstructie staan.
3. Stap van het toestel.
4. Draai de borgmoeren los en verstel de stelpootjes totdat ze allemaal de vloer raken.
Verstel de stelpootjes niet te hoog, zodat ze niet loskomen of van het toestel worden afgeschroefd. Dit zou
lichamelijk letsel of schade aan het toestel kunnen veroorzaken.
5. Verstel totdat het toestel waterpas staat. Draai de borgmoeren vast.
Zorg dat het toestel waterpas staat en stabiel is voordat u begint te trainen.
25
KENMERKEN
A Console O Bidonhouder
B Vaste handgreep P Weerstandsbedieningen op afstand
C Contactsensoren voor hartslagmeting (CHR) Q Telemetrische hartslagontvanger (HR)
D Bovenste handgreep R USB-poort
E Hellingsbedieningen op afstand S Mp3-ingang
F Volledig overkapt vliegwiel T Mediadraagblad
G Verstelbaar voetpedaal U Ventilator
H Rail V Luidsprekers
I Transportgreep W Bluetooth
®
-connectiviteit (niet afgebeeld)
J Stelpootje X Hartslagborstband
K Hellingsarm Y Mp3-snoer
L Onderstel Z Netsnoer
M Transportwiel AA Smeermiddelopbasisvansilicone,es(niet
afgebeeld)
N Stroomconnector/-schakelaar
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
A
Y
Z
X
WAARSCHUWING! Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten
uitsluitend ter informatie. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter informatie worden gebruikt. Overmatig trainen kan ernstig letsel of de dood veroorzaken.
Staak de training onmiddellijk als u zich zwak voelt.
26
Consolefuncties
De console verstrekt belangrijke informatie over uw training en stelt u in staat om de weerstandsniveaus tijdens uw
training te regelen. De console is voorzien van het Nautilus Dual Track
-display met aanraaktoetsen waarmee u door de
trainingsprogramma'skuntnavigeren.
Toetsenblokfuncties
Toets weerstandsverhoging () - Verhoogt het weerstandsniveau van de training
Toets weerstandsverlaging () - Verlaagt het weerstandsniveau van de training
Toets hellingsverhoging () - Verhoogt de hellingshoek van de railconstructie
Toets hellingsverlaging () - Verlaagt de hellingshoek van de railconstructie
QUICKSTART-toets-StarteenQuickStart-training
USER-toets-Voorhetselecterenvaneengebruikersproel
PROGRAMS-toets - Voor het selecteren van een categorie en een trainingsprogramma
PAUSE/END-toets-Pauzeerteenactievetraining,beëindigteenonderbrokentrainingofgaatterugnaarhetvorige
scherm
GOALTRACK-toets-Geeftdetrainingsresultatenenprestatiesvoorhetgeselecteerdegebruikersproelweer
Verhoogtoets () - Verhoogt een waarde (leeftijd, tijd, afstand of calorieën) of beweegt door de opties
Toets Links () - Geeft de verschillende trainingswaarden tijdens een training weer en beweegt door de opties
OK-toets - Start een programmatraining, bevestigt informatie of hervat een onderbroken training
Bovenste display
Onderste display
Sneltoetsen hellingsniveau
Sneltoetsen weerstandsniveau
Prestatie-indicatielampjes
Ventilator
27
Toets Rechts () - Geeft de verschillende trainingswaarden tijdens een training weer en beweegt door de opties
Verlaagtoets () - Verlaagt een waarde (leeftijd, tijd, afstand of calorieën) of beweegt door de opties
FAN-toets - Bedient de ventilator met drie snelheden
Sneltoetsen weerstandsniveaus - Verschuift de weerstandsniveaus snel tijdens een training naar de instelling
Sneltoetsen helling - Verschuift de helling snel tijdens een training naar de instelling
Prestatie-indicatielampen - wanneer een prestatieniveau wordt bereikt of een trainingsresultaat wordt bekeken, gaat de
prestatie-indicatielamp aan
Nautilus Dual Track
-display
Gegevens van het bovenste display
Programmadisplay
Hetprogrammadisplaygeeftinformatievoordegebruikerweerenhetrasterdisplaygebiedgeefthettrajectproelvan
hetprogrammaweer.Elkekolominhetproeltoontééninterval(trainingssegment).Hoehogerdekolom,hoehogerde
weerstand. De knipperende kolom geeft uw huidige interval weer.
Intensiteitsdisplay
Het intensiteitsdisplay toont het intensiteitsniveau op dat moment op basis van de huidige weerstand.
Hartslagzonedisplay
Het hartslagzonedisplay toont in welke zone de huidige hartslagwaarde valt voor de huidige gebruiker. Deze
hartslagzones kunnen worden gebruikt als een trainingsrichtsnoer voor een bepaalde doelzone (anaeroob, aeroob of
vetverbranding).
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter informatie worden gebruikt.
Opmerking: Als er geen hartslag wordt gedetecteerd, dan is het display leeg.
NB: Plaats geen persoonlijke elektronische apparaten aan de linkerkant van het mediadraagblad om interferentie met
de telemetrische hartslagontvanger te voorkomen.
Doeldisplay
Het Doeldisplay geeft het geselecteerde type doel (Afstand, Tijd of Calorieën) weer, de huidige waarde voor het bereiken
van het doel en het voltooide percentage van het te bereiken doel.
Gebruikersdisplay
HetGebruikersdisplaytoontwelkgebruikersproelmomenteelisgeselecteerd.
Gebruikersdisplay
Prestatiedisplay
Programmadisplay
28
Prestatiedisplay
Het Prestatiedisplay wordt geactiveerd wanneer een trainingsdoel is bereikt of wanneer een trainingsmijlpaal wordt
overtroffen ten opzichte van vorige trainingen. Het consoledisplay zal de gebruiker feliciteren en hem informeren van zijn
prestatie. Dit gaat gepaard met een feestelijk geluidje.
Gegevens van het onderste display
Het onderste display toont de trainingswaarden en kan voor iedere gebruiker worden aangepast. (Raadpleeg het deel
'Gebruikersproelbewerken'indezehandleiding).
Snelheid
Het Snelheidsdisplay toont de snelheid van het toestel in mijl per uur (mph) of kilometer per uur (km/u).
Tijd
HetTijdsdisplaytoontdetotaleduurvandetraining,degemiddeldeduurvoorhetgebruikersproelofdetotalewerkings-
tijd van het toestel.
Opmerking: In het geval van een Quick Start-training van meer dan 99 minuten en 59 seconden (99:59) verspringen de
tijdseenheden naar uren en minuten (1 uur, 40 minuten).
Afstand
Het Afstandsdisplay toont de afgelegde afstand (mijl of km) tijdens de training.
Opmerking:Raadpleeghetdeel'Instelmodusvandeconsole'vandezehandleidingomdemeeteenhedenteverande-
ren naar Engelse of metrische maten.
Niveau
Het Niveaudisplay toont het huidige weerstandsniveau tijdens de training.
Toerental
Het TPM-display toont de pedaalomwentelingen per minuut (TPM).
Hartslag (pols)
Het Hartslagdisplay toont het aantal slagen per minuut (BPM) van de hartslagmeter. Wanneer de console een hartslagsig-
naal ontvangt, begint het pictogram te knipperen.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter informatie worden gebruikt.
Wattage
Het WATTS-display toont het geschatte uitgangsvermogen bij de huidige pedaalverplaatsing en intensiteitsniveau, uitge-
druktinwatt(746watt=1pk).
Calorieën
Het Calorieëndisplay toont het aantal calorieën dat u naar schatting tijdens het trainen hebt verbrand.
29
Bluetooth
®
-connectiviteit met de ‘Nautilus Trainer™’-tnessapp
DittnesstoestelisuitgerustmetBluetooth
®
-connectiviteitenkandraadloossynchroniserenmetdetnessapp‘Nautilus
Trainer™’opondersteundeapparaten.Deappsynchroniseertmetuwtnesstoestelomhettotaleaantalverbruikte
calorieën, de duur, de afstand en nog veel meer bij te houden. Elke training wordt geregistreerd en opgeslagen voor
snelle consultatie. Bovendien synchroniseert de app uw trainingsgegevens automatisch met MyFitnessPal
®
enUnder
Armour
®
Connected Fitness, waardoor het bereiken van uw dagelijkse caloriedoel gemakkelijker wordt dan ooit tevoren!
Volg uw resultaten en deel ze met vrienden en familie.
1. Download de gratis softwareapp, Nautilus Trainer™. De app is beschikbaar op iTunes
®
en Google Play™.
Opmerking: Raadpleeg de softwareapp op iTunes
®
of Google Play™ voor een volledige lijst van ondersteunde
apparaten.
2. Volgdeinstructiesopdesoftwareappomuwapparaatmetuwtnesstoesteltesynchroniseren.
3. Om uw trainingsgegevens met MyFitnessPal
®
ofUnderArmour
®
Connected Fitness te synchroniseren klikt u op het
gewenste programma en meldt u zich aan met uw logingegevens.
Opmerking:De‘NautilusTrainer™’-fitnessappzaluwtrainingenautomatischsynchroniserennadeeerste
synchronisatie.
Opladen via USB
AlseenUSB-apparaatopdeUSB-poortwordtaangesloten,zalhetapparaatwordenopgeladenindiendatmogelijkis.
AfhankelijkvandestroomsterktevanhetapparaatishetvermogendatdoordeUSB-poortwordtafgeleverd,mogelijkniet
voldoende om het apparaat tegelijkertijd te gebruiken en op te laden.
Borstband
Met de meegeleverde hartslagborstband kunt u uw hartslag op elk gewenst moment tijdens uw training volgen:
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of
benauwdheid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het
toestel opnieuw begint te gebruiken. De hartslag die wordt weergegeven, is een benadering en mag alleen
ter informatie worden gebruikt.
De hartslagmeter is aan een borstband vastgemaakt, zodat u tijdens het trainen uw handen vrij hebt. De borstband
omdoen:
1. Maak de zender vast aan de elastische borstband.
2. Bevestig de band om uw borst met de kromming van de zender naar boven gericht, net
onder de borstspieren.
3. Trek de zender van uw borst en maak de twee geribbelde elektrodeplaten aan de ach-
terkant vochtig.
4. Controleer of de vochtige elektrodeplaten goed tegen de huid aanzitten.
De zender zal uw hartslag naar de ontvanger van het toestel verzenden en het geschatte
aantal slagen per minuut (BPM) weergeven.
Verwijder altijd de zender voordat u de borstband schoonmaakt. Maak de borstband
regelmatig schoon met milde zeep en laat hem goed drogen. Achterblijvend zweet en vocht
houden de zender mogelijk actief en kunnen belastend zijn voor de batterij. Maak de zender
dus na elk gebruik droog en veeg hem schoon.
Opmerking: Gebruik geen schurende of chemische middelen als staalwol of alcohol bij het schoonmaken van de
borstband. De elektroden kunnen er blijvend door beschadigd worden.
Als de console geen hartslag weergeeft, dan is de zender mogelijk defect. Controleer of de geribbelde contactvlakken op
de borstband contact maken met de huid. Het kan nodig zijn om de contactvlakken een beetje nat te maken. Controleer of
30
de kromming van de zender naar boven is gericht. Als er geen signaal verschijnt of als u meer hulp nodig hebt, neem dan
contact op met uw vertegenwoordiger van Nautilus.
Verwijder de batterij voordat u een borstband afdankt. Het afdanken moet gebeuren in overeenstemming
met de lokale regelgeving en/of bij erkende recyclingcentra.
Draadloze hartslagmeter
Het volgen van uw hartslag is een van de beste methoden om de intensiteit van uw training te controleren. De aanwezige
Contact Heart Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De console kan ook telemetrische
hartslagsignalenaezendoormiddelvaneenhartslagborstbanddieuitzendtopeenfrequentievan4,5-5,5kHz.
Opmerking: De borstband moet een ongecodeerde hartslagborstband van
Polar Electro zijn, of een ongecodeerd POLAR
®
-compatibel
model. (Gecodeerde Polar
®
-hartslagbanden zoals POLAR
®
OwnCode
®
-borstbanden zullen niet werken met deze
apparatuur.)
Vraag uw arts om advies voordat u een draadloze borstband of
een andere telemetrische hartslagmeter gebruikt als u een
pacemaker of een ander geïmplanteerd elektronisch apparaat
draagt.
NB: Plaats geen persoonlijke elektronische apparaten aan de linkerkant
van het mediadraagblad om interferentie met de telemetrische hart-
slagontvanger te voorkomen.*
Contactsensoren voor hartslagmeting
Contact Heart Rate-sensoren (CHR) verzenden uw hartslagsignalen naar de console. De CHR-sensoren zijn de roestvrij-
stalen onderdelen van de handgrepen. Om deze te gebruiken plaatst u uw handen comfortabel rond de sensoren. Zorg
dat uw handen de boven- en de onderkant van de sensoren aanraken. Houd de handgrepen stevig vast, maar niet te vast
of te los. Beide handen moeten contact maken met de sensoren, opdat de console een hartslag zou kunnen detecteren.
Zodra de console vier stabiele pulssignalen detecteert, wordt uw initiële hartslag weergegeven.
Zodra de console uw initiële hartslag heeft gevonden, houdt u uw handen gedurende 10 à 15 seconden stil zonder ze te
verschuiven. De console gaat de hartslag nu valideren. Heel wat factoren hebben een invloed op het vermogen van de
sensoren om uw hartslag te detecteren:
Beweging van de spieren van het bovenlichaam (met inbegrip van de armen) produceert een elektrisch signaal (spier-
artefact) dat de pulsdetectie kan verstoren. Lichte beweging van de handen tijdens het contact met de sensoren kan
ook storingen veroorzaken.
Eelt op de handen en handlotion vormen een isolatielaag en verminderen de signaalsterkte.
Sommige personen wekken een onvoldoende sterk ECG-signaal op, dat niet kan worden gedetecteerd door de senso-
ren.
De nabijheid van andere elektronische apparaten kan storing veroorzaken.
Als uw hartslagsignaal op enig moment verstoord lijkt te zijn na validatie, maakt u uw handen en de sensoren schoon en
probeert u het opnieuw.
Hartslagberekeningen
Uwmaximalehartslagdaaltdoorgaansvan220slagenperminuut(BPM)alskindtotongeveer160BPMopdeleeftijd
van60.Dezedalingvandemaximalehartslagverlooptmeestallineair,metongeveeréénBPMperjaar.Erzijngeen
aanwijzingendatdedalingvandemaximalehartslagdoortrainingkanwordenbeïnvloed.Mensenvandezelfdeleeftijd
kunnenverschillendemaximalehartslagenhebben.Omdezewaardenauwkeurigteberekenenlegtudusbetereen
stresstest af in plaats van de formule op basis van de leeftijd toe te passen.
*
31
Uwhartslaginrusttoestandwordtbeïnvloeddoorduurtraining.Dedoorsneevolwasseneheefteenhartslagin
rusttoestandvanongeveer72slagenperminuut,terwijlintensiefgetraindelopers40slagenperminuutoflagerkunnen
halen.
De hartslagtabel is een schatting van welke hartslagzone (HRZ) effectief is om vet te verbranden en uw cardiovasculaire
conditie te verbeteren. Fysieke omstandigheden variëren. Daarom is het mogelijk dat uw individuele HRZ verschillende
slagen hoger of lager ligt dan wat wordt weergegeven.
Demeestefciëntemethodeomvetteverbrandentijdenshettrainenistebeginnenopeenlaagtempoendeintensiteit
geleidelijkteverhogentotdatuwhartslag60-85%vanuwmaximalehartslagbereikt.Gadooropdattempo,waarbijuuw
hartslag in die doelzone houdt gedurende meer dan 20 minuten. Hoe langer u uw doelhartslag aanhoudt, hoe meer vet
uw lichaam verbrandt.
Degraekiseenbeknopterichtlijnmetdedoorgaansvoorgesteldedoelhartslagwaardenvoorpersonenvanuwleeftijd.
Zoals we hierboven reeds vermeldden, kan uw optimale doelhartslag hoger of lager liggen. Vraag uw arts om advies in
verband met uw persoonlijke doelhartslagzone.
Opmerking:Zoalsmetalletrainingenentnessprogramma'shetgevalis,moetuookhierdeintensiteitendeduurvan
de training naar eigen goeddunken verhogen.
Weerstands- en hellingsregeling op afstand
De weerstands- en hellingsregeling op afstand bevindt zich op de bovenste handgreeparmen. De weerstand en helling
kunnen vanaf deze toetsenblokken worden geregeld. Het toetsenblok op de bovenste handgreeparm aan de linkerkant
bevat een toets om de weerstand te verhogen () en een toets om de weerstand te verlagen (). Het toetsenblok op de
bovenste handgreeparm aan de rechterkant bevat een toets om de helling te verhogen () en een toets om de helling te
verlagen ().Dezetoetsenfunctionerenopexactdezelfdemanieralsdeverhoog-enverlaagtoetsenvoorweerstanden
helling op de console.
Suspension Adjust™-pedalen
De pedalen zijn uitgerust met het hoogwaardige dempingssysteem Suspension Adjust™, dat de hoek en de
schokvastheid van de pedalen aanpast. De aanpassing van de pedalen kan dezelfde training zodanig wijzigen dat
andere spiergroepen worden getraind. De hiel van de pedalen kan over 10 graden hoger of lager worden gezet. Met de
verstelhendel kan de vastheid van de werking worden ingesteld naargelang het gewicht van de gebruiker.
20-24
Doelhartslag voor vetverbranding
Hartslag BPM (slagen per minuut)
Leeftijd
25-29
0
50
100
150
200
250
30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70+
196
191
186
181
176
171
166
161
156
151
146
167
162
158
154
150
145
141
137
133
128
126
Maximale Hartslag
Doelhartslagzone
(blijf binnen deze zone voor
een optimale vetverbranding)
118
115
112
109
106
103
100
97
94
91
88
32
BEDIENINGEN
Wat te dragen
Draag sportschoenen met rubberen zolen. Om te trainen hebt u geschikte kleding nodig waarin u vrij kunt bewegen.
Hoe vaak moet u trainen
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig
en mag alleen ter informatie worden gebruikt.
3 keer per week gedurende 30 minuten per dag.
Plan trainingen op voorhand en probeer het schema te volgen.
Afstellen van de pedalen
De pedalen zijn uitgerust met het hoogwaardige dempingssysteem Suspension
Adjust™, dat de hoek en de schokvastheid van de pedalen aanpast. De aanpassing
van de pedalen kan dezelfde training zodanig wijzigen dat andere spiergroepen worden
getraind. Met de verstelhendel kunnen de hoek en de vastheid van de werking worden
ingesteld naargelang het gewicht van de gebruiker: 0 is de laagste instelling van het
kussen (plat); 1 voor minder dan 68 kg; 2 voor 68-102 kg; 3 voor meer dan 102 kg.
Opmerking: Het is raadzaam om beide pedalen op dezelfde stand in te stellen.
Het pedaal afstellen:
1. Kantel de achterkant van het pedaal omhoog.
2. Duw de verstelhendel omhoog uit de inkeping van de huidige instelling en
verschuif deze naar de gewenste instelling. Zorg dat de hendel goed in de
inkeping van de nieuwe instelling zit.
Opstappen en afstappen
Wees voorzichtig wanneer u op en af het toestel stapt.
Denk eraan dat de pedalen en de handgrepen met elkaar zijn verbonden en dat beide onderdelen bewegen
wanneer een van deze onderdelen wordt bewogen. Neem alleen de vaste handgreep vast om uzelf in even-
wicht te houden. U zou zich anders ernstig kunnen verwonden.
Hettnesstoestelopstappen:
1. Draai de pedalen totdat het dichtstbijzijnde pedaal helemaal naar onderen staat.
2. Neem de vaste handgreep vast onder de console.
3. Houd u vast aan de vaste handgreep, ga op het onderste pedaal staan en plaats uw andere voet op het andere
pedaal.
Hettnesstoestelafstappen:
1. Draai het pedaal waarvan u wilt afstappen helemaal naar boven en breng het toestel volledig tot stilstand.
Dit toestel is niet uitgerust met een vrijwielsysteem. Houd de trapsnelheid onder controle en vertraag
geleidelijk.
2. Neem de vaste handgreep onder de console vast om uzelf in evenwicht te houden.
3. Steun met uw gewicht op de onderste voet en zwaai de bovenste voet van het toestel neer op de vloer.
4. Stap van het toestel en laat de vaste handgreep los.
33
Opstart/Stand-by-modus
De console wordt in de Opstart/Stand-by-modus geplaatst wanneer hij op het net wordt aangesloten en de stroomschake-
laar wordt ingeschakeld, wanneer er een toets wordt ingedrukt of wanneer hij een signaal ontvangt van de toerentalsen-
sor door trapbewegingen op het toestel.
Automatisch uitschakelen (slaapstand)
Als de console gedurende ongeveer 5 minuten geen enkele input ontvangt, dan wordt hij automatisch uitgeschakeld, ten-
zij hij in demonstratiemodus staat.
Druk op gelijk welke toets om de console (opnieuw) te activeren. Als uw toestel in demonstratiemodus staat, houd dan de
PAUSE/END-toetsendetoetsLinksgedurende3secondensameningedrukt.
Opmerking: DeconsoleheeftgeenAan/Uit-schakelaar.
Om de console uit te schakelen zet u alle bedieningselementen op de uit-stand en verwijdert u daarna de
stekker uit het stopcontact.
Initiële installatie
Wanneer de console voor de eerste keer wordt opgestart, moeten de datum, de tijd en uw voorkeur voor de meeteenhe-
den worden ingesteld.
1. Datum: Druk op de verhoog- en verlaagtoetsen om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op
de toetsen Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
2. Druk op OK om in te stellen.
3. Tijd: Druk op de verhoog- en verlaagtoetsen om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de
toetsen Links/Rechts om de selectie van de huidige actieve waarde (uur/minuten/AM of PM) te veranderen.
4. Druk op OK om in te stellen.
5. Meeteenheden:Drukopdeverhoog-enverlaagtoetsenomtekiezentussen'MILES'(Engelsematen)of'KM'
(metrische maten).
6. Druk op OK om in te stellen. De console keert terug naar het Opstart/Stand-by-scherm.
Opmerking: Omdezeinstellingenaantepassengaatunaarhetdeel'Instelmodusvandeconsole'.
Snelstartprogramma (handmatig)
Met het handmatige snelstartprogramma kunt u een training starten zonder enige informatie in te voeren.
Bij een handmatige training staat iedere kolom voor een periode van 2 minuten. De actieve kolom verschuift om de 2
minuten verder over het scherm. Als de training langer duurt dan 30 minuten, dan wordt de actieve kolom vastgezet op de
verste kolom aan de rechterkant en worden de vorige kolommen van het display geduwd.
1. Ga op het toestel staan.
2. Drukopde'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.Alsunoggeengebruikersproelhebtingesteld,dan
kuntueenproelzonderaangepastegegevenskiezen(alleenstandaardwaarden).
3. DrukopdeQUICKSTART-knopomhethandmatige programma te starten.
4. Om de weerstand te veranderen drukt u op de toetsen voor het verhogen of verlagen van de weerstand. Het huidige
interval en de daaropvolgende intervallen worden ingesteld op het nieuwe niveau. De standaardwaarde van de
weerstand voor het handmatige programma is 4. De klok telt op vanaf 0:00.
Opmerking: In geval van een handmatige training van meer dan 99 minuten en 59 seconden (99:59) verspringen de
tijdseenheden naar uren en minuten (1 uur, 40 minuten).
5. StopmettrappenendrukopPAUSE/ENDomdetrainingtepauzerenwanneeruklaarbent.DruknogmaalsopPAU-
SE/END om de training te beëindigen.
Opmerking: De trainingsresultaten worden in het huidige gebruikersprofiel opgeslagen.
34
Gebruikersprofielen
Op de console kunt u 4 gebruikersprofielen opslaan en gebruiken. De resultaten van iedere training worden automatisch
in de gebruikersprofielen opgeslagen, waar ze kunnen worden bekeken.
De volgende gegevens worden in het gebruikersprofiel opgeslagen:
Naam-maximaal10tekens
Leeftijd
Gewicht
Lengte
Geslacht
Gewenste trainingswaarden
Een gebruikersprofiel kiezen
Iederetrainingwordtopgeslagenineengebruikersproel.Zorgdatuhetjuistegebruikersproelkiestvoordatueentrai-
ning start. De laatste gebruiker die een training heeft voltooid, wordt standaard geselecteerd.
Gebruikersproelenzijningesteldopdestandaardwaardentotdatzewordenaangepast.Vergeetuwgebruikersproeldus
niet te bewerken voor meer accurate informatie over calorieverbruik en hartslagwaarden.
Kiesophetopstartschermeenvandegebruikersproelenmetbehulpvande'User'-toets.Opdeconsolewordtdenaam
enhetpictogramvanhetgebruikersproelweergegeven.
Gebruikersprofiel bewerken
1. Kiesophetopstartschermeenvandegebruikersprofielenmetbehulpvande'User'-toets.
2. Druk op OK om het profiel te selecteren.
3. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'EDIT'(Bewerken)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
DrukopOKomdeoptie'Gebruikersprofielbewerken'testarten.
DrukopdetoetsPAUSE/ENDomdeoptie'Gebruikersproelbewerken'teverlaten.Deconsolekeertnaarhet
Opstartscherm terug.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'NAME'(Naam)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
Opmerking: Het veld voor de naam van de gebruiker is leeg als dit de eerste bewerking is. De naam van een gebrui-
kersprofiel is beperkt tot 10 tekens.
Het huidige actieve segment knippert. Gebruik de verhoog- en verlaagtoetsen om door het alfabet en een spatie (te
vinden tussen A en Z) te navigeren. Voor het instellen van elk segment gebruikt u de toetsen Links () of Rechts ()
om van het ene segment naar het andere te gaan.
Druk op OK om de weergegeven gebruikersnaam te accepteren.
5. Voor het bewerken van de andere gebruikersgegevens (EDIT AGE, EDIT WEIGHT, EDIT HEIGHT, EDIT GENDER)
gebruikt u de verhoog- en verlaagtoetsen om de waarden aan te passen en drukt u op OK om iedere invoer vast te
leggen.
6. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SCAN'(Scannen).Metdezeoptiecontroleertuhoede
trainingswaarden tijdens een training op het onderste display worden weergegeven. Wanneer deze optie is
uitgeschakeld, kan de gebruiker met behulp van de toetsen RECHTS of LINKS de andere trainingswaarden
bekijken wanneer hij dat wenst. Wanneer de optie is ingeschakeld, geeft de console om de 6 seconden een andere
trainingswaarde weer.
De optie is standaard uitgeschakeld.
Druk op de OK-toets om de manier waarop de trainingswaarden worden weergegeven, vast te leggen.
7. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'WIRELESSHR'(Draadlozehartslagmeting).Alsudeluidsprekers
van de console gebruikt met hoge instellingen en/of een groter persoonlijk elektronisch apparaat gebruikt, dan
wordt de hartslagmeting op de console mogelijk verstoord door interferentie. Met deze optie kunt u de telemetrische
hartslagontvanger uitschakelen om de interferentie te blokkeren.
Ophetbovenstedisplayzietudehuidigewaarde-instelling:'ON'of'OFF'.Drukopdeverhoog-() of verlaagtoet ()
om de waarde te veranderen.
35
De optie is standaard ingeschakeld.
Druk op de OK-toets om de telemetrische hartslagontvanger te activeren.
8. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'EDITLOWERDISPLAY'(Onderstedisplaybewerken).Metdeze
optie bepaalt u welke trainingswaarden worden weergegeven tijdens een training.
Op het onderste display verschijnen alle trainingswaarden, waarbij de actieve trainingswaarde knippert. Op het
bovenstedisplayzietudeactievewaarde-instelling:'ON'of'OFF'.Drukopdeverhoog-() of verlaagtoets
() om de actieve trainingswaarde te verbergen en gebruik de toetsen Links () of Rechts () om de actieve
trainingswaarde te veranderen.
Opmerking: Om een verborgen trainingswaarde zichtbaar te maken herhaalt u de procedure en verandert u de instel-
lingvoordiewaardeophetbovenstedisplaynaar'ON'.
Wanneer u klaar bent met het bewerken van het onderste display, drukt u op OK om de instellingen vast te leggen.
9. De console keert terug naar het Opstartscherm met de geselecteerde gebruiker.
Een gebruikersprofiel resetten
1. Kiesophetopstartschermeenvandegebruikersprofielenmetbehulpvande'User'-toets.
2. Druk op OK om het profiel te selecteren.
3. Ophetconsoledisplayverschijntdenaamvanhethuidigegebruikersprofielendeboodschap'EDIT'(Bewerken).
Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om de boodschap te veranderen.
Opmerking: DrukopdetoetsPAUSE/ENDomdeoptie'Gebruikersproelbewerken'teverlaten.Deconsolekeertnaar
het Opstartscherm terug.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'RESET'(Resetten)endenaamvanhethuidigegebruikersprofiel.
DrukopOKomdeoptie'Gebruikersprofielresetten'testarten.
5. De console zal nu vragen om het verzoek voor het resetten van het gebruikersprofiel te bevestigen (de
standaardkeuzeis'NO').Drukopdeverhoog-() of verlaagtoets () om de keuze aan te passen.
6. Druk op OK om uw keuze te maken.
7. DeconsolekeertterugnaarhetOpstartscherm.
De weerstand aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van het weerstandsniveau
om de weerstand op ieder gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen.
Om de weerstand snel aan te passen drukt u op de gewenste weerstandssneltoets.
De console zal de weerstand aanpassen tot het ingestelde weerstandsniveau van de
sneltoets.
De helling aanpassen
Druk op de toetsen voor het verhogen () of verlagen () van de helling om de hoek
van de railconstructie op ieder gewenst moment in een trainingsprogramma te wijzigen.
Om de helling snel aan te passen drukt u op de gewenste hellingssneltoets. De conso-
le zal de helling aanpassen tot het ingestelde hellingsniveau van de sneltoets.
Zorg dat de ruimte onder het toestel vrij is voordat u de railconstructie laat
zakken. Laat de hellingsinrichting na elke training volledig zakken.
Het gebruik van dit toestel vereist coördinatie en evenwicht. Tijdens het trainen kunt u snelheids-, hellings-
36
en weerstandsveranderingen verwachten. Wees dus voorzichtig om evenwichtsverlies en mogelijk letsel te
voorkomen.
Opmerking: Zorg dat de trainingsruimte die u gebruikt, voldoende hoog is. Houd hierbij rekening met de lengte van de
gebruikerendemaximalehellingvandecrosstrainer.Hoeweldehellingshoekdebewegingverandert,heeftdeze
geen invloed op de caloriewaarden.
Profielprogramma's
Dezeprogramma'sautomatiserenverschillendeweerstands-entrainingsniveaus.Deproelprogramma'szijngeorgani-
seerd in categorieën (Fun Rides, Mountains en Challenges).
Opmerking:Zodraeengebruikerallecategorieënziet,wordenzeuitgevouwenzodatdeprogramma'sbinnenelke
categorie worden weergegeven.
FUN RIDES
Rolling Hills Ride in the Park
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Easy Tour Stream Crossing
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
MOUNTAINS
Pike’s Peak Mount Hood
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Pyramids Summit Pass
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
CHALLENGES
UphillFinish Cross-Training
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
Interval Stairs
Secondary Case 6: Profile Programs
Rolling Hills
FUN RIDES
Ride in the Park Easy Tour
Pike’s Peak
MOUNTAINS
Mount Hood Pyramids
Uphill Finish
CHALLENGES
Cross-Training Interval
Stream Crossing
Summit Pass
Stairs
REVED : 122612
37
Trainingsprofiel en doelprogramma
Opdeconsolekuntuhetproelprogrammaenhettypedoelvooruwtrainingkiezen(Afstand,DuurofCalorieën).Ukunt
ook de doelwaarde instellen.
1. Ga op het toestel staan.
2. Drukopde'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.
3. Druk op de toets Programs.
4. Druk op de toetsen Links () of Rechts () om een trainingscategorie te kiezen.
5. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om een profieltraining te kiezen, en druk op OK.
6. Gebruik de verhoog- () of verlaagtoets () om een doeltype (Afstand, Duur of Calorieën) te kiezen, en druk op OK.
7. Gebruikdeverhoog-() of verlaagtoets () om de trainingswaarde aan te passen.
8. Druk op OK om de doelgerichte training te starten. De GOAL-waarde neemt af naarmate de waarde voor voltooid
percentage toeneemt.
Opmerking: Bij een caloriedoel staat iedere kolom voor een periode van 2 minuten. De actieve kolom verschuift om
de 2 minuten verder over het scherm. Als de training langer duurt dan 30 minuten, dan wordt de actieve
kolom vastgezet op de laatste kolom aan de rechterkant en worden de vorige kolommen van het display
geduwd.
Conditietestprogramma
De conditietest meet de verbeteringen van uw fysieke conditie. De test vergelijkt uw afgeleverde vermogen (in watt) met
uw hartslag. Naarmate uw conditie beter wordt, stijgt uw afgeleverde vermogen bij een bepaalde hartslag.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren
(CHR) of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
UkuntdeconditieteststartenvanuitdecategorieFEEDBACK.Hetconditietestprogrammavraagtueerstomuwcondi-
tieniveautekiezen-Beginner('BEG')ofAdvanced('ADV').Deconsolezalopbasisvandeleeftijds-engewichtswaarden
vanhetgeselecteerdegebruikersproeluwconditiescoreberekenen.
Start de training en houd de hartslagsensoren vast. Wanneer de test start, wordt de intensiteit van de training langzaam
opgevoerd. Dit betekent dat u harder moet werken en uw hartslag zal toenemen. De intensiteit blijft automatisch
toenementotdatuwhartslagde'TestZone'bereikt.Dezezoneisindividueelberekendopongeveer75procentvande
maximalehartslagvanuwgebruikersproel.Wanneerude'TestZone'bereikt,houdthettoesteldeintensiteitconstant
gedurende 3 minuten. Hierdoor kunt u een stabiele toestand bereiken (waarin uw hartslag constant wordt). Na deze 3
minuten meet de console uw hartslag en het afgeleverde vermogen. De computer gebruikt deze waarden, samen met uw
leeftijd en gewicht, om een conditiescore te berekenen.
Opmerking: Conditietestscores mogen alleen worden vergeleken met uw vorige scores en niet met andere
gebruikersprofielen.
Vergelijk uw conditiescores om uw vooruitgang te zien.
Hersteltestprogramma
De hersteltest geeft aan hoe snel uw hart zich vanuit een trainingstoestand herstelt naar een meer rustige toestand. Een
hoger herstel is een indicator van toenemende conditie.
Opmerking: Voor een goede werking moet de console de hartslaggegevens van de Contact Heart Rate-sensoren
(CHR) of de hartslagmeter (HRM) kunnen aflezen.
Kiesbijeenverhoogdehartslaghethersteltestprogramma.Opdeconsoleverschijnt'STOPEXERCISING'(Stopmet
trainen), waarbij de doelwaarde begint af te tellen. Stop met trainen, maar blijf de hartslagsensoren vasthouden. Na 5
secondenverschijnter'RELAX'(Ontspan)ophetdisplayenwordterafgeteldtot00:00.Gedurendedeheleminuutwordt
ookuwhartslagopdeconsoleweergegeven.Umoetdehartslagsensorengedurendedeheletestvasthoudenalsugeen
draadloze hartslagmeter gebruikt.
38
Ophetdisplayblijftdeboodschap'RELAX'enuwhartslagtezientotdathetdoel00:00bereikt.Deconsolezalvervolgens
uw herstelscore berekenen.
Herstelscore=uwhartslagbij1:00(hetbeginvandetest)minusuwhartslagbij00:00(heteindevandetest).
Hoe hoger de hersteltestscore, hoe sneller uw hartslag terugvalt naar een meer rustige toestand, wat een indicatie is van
een verbeterde conditie. Wanneer u deze waarden registreert over een langere periode, kunt u een tendens zien naar een
betere gezondheid.
Wanneeruhethersteltestprogrammakiestenergeenhartslagsignaalof-weergaveis,verschijnteropdeconsole'NEED
HEARTRATE'(Hartslagnodig).Dezeboodschapwordtgedurende5secondenweergegeven.Alsergeensignaalwordt
gedetecteerd, wordt het programma beëindigd.
Praktische tip: Voor een meer relevante score probeert u gedurende 3 minuten een stabiele hartslag te verkrijgen voordat
u het herstelprogramma start. Dit is gemakkelijker in het handmatige programma, waar u de beste resultaten verkrijgt,
omdat u er het weerstandsniveau kunt regelen.
Trainingsprogramma's met hartslagcontrole (HRC)
Indeprogramma'smethartslagcontrole(HRC)kuntueenhartslagdoelvooruwtraininginstellen.Hetprogrammabe-
waakt uw hartslag in slagen per minuut (BPM) door middel van de CHR-sensoren op het toestel of een hartslagborstband,
en past de training zo aan dat uw hartslag in de geselecteerde zone blijft.
Opmerking: Voor een goede werking van het HRC-programma moet de console de hartslaggegevens van de CHR-
sensoren of de HRM-borstband kunnen aflezen.
Deprogramma'smetdoelhartslaggebruikenuwleeftijdenanderegebruikersinformatieomdehartslagzonewaardenvoor
uw training in te stellen. Op het consoledisplay verschijnen vervolgens boodschappen voor het instellen van uw training:
1. KieshetniveauvandeHeartRateControl-training:BEGINNER('BEG')ofADVANCED('ADV'),endrukopOK.
2. Gebruik de verhoog- () of verlaagtoets ()omhetpercentagevandemaximalehartslagteselecteren:50–60%,
60–70%,70–80%,80–90%.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig
en mag alleen ter informatie worden gebruikt.
3. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om de doelwaarde voor de training in te stellen.
Opmerking: Voorzie bij het instellen van het doel tijd voor het bereiken van de gewenste hartslagzone.
5. Druk op OK om de training te starten.
Eengebruikerkaneenhartslagzoneinstelleninplaatsvaneenwaardedoorhet'HeartRateControl-User'-programmate
kiezen. De console zal de training aanpassen om de gebruiker in de gewenste hartslagzone te houden.
1. KiesHEARTRATECONTROL-USERendrukopOK.
2. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om de hartslagzone voor de training in te stellen, en druk op OK. Op de
console verschijnen links de hartslagzone (procent) en rechts het hartslagbereik voor de gebruiker.
3. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om de waarde voor de training in te stellen.
5. Druk op OK om de training te starten.
39
Aangepaste programma’s
In het aangepaste programma kunt u het weerstandsniveau voor elk interval zelf instellen en het doeltype (Afstand, Tijd of
Calorieën)kiezenomeengepersonaliseerdetrainingtemaken.Voorelkgebruikersproeliséénaangepastprogramma
beschikbaar.
1. Ga op het toestel zitten.
2. Drukopde‘User’-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.
3. Druk op de toets Programs.
4. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om eenaangepastprogramma(CUSTOM)tekiezen,endrukopOK.
5. Deconsolegeeftdehartslagcontroleweer.DrukopOKom‘HeartRateControl’teselecteren.
Om in het aangepaste programma te blijven drukt u op de toets Links. De console geeft het aangepaste programma
opnieuw weer. Druk op OK.
6. Voor het bewerken van het aangepaste programma gebruikt u de toets Rechts () om naar het volgende interval te
gaan en de verhoog- () of verlaagtoets () om de weerstandswaarden aan te passen. Druk op OK om de weerge-
geven waarden te accepteren.
7. Gebruikde verhoog- () of verlaagtoets () om een doeltype (Afstand, Duur of Calorieën) te kiezen, en druk op OK.
8. Gebruik de verhoog- () of verlaagtoets () om de trainingswaarde aan te passen.
9. Druk op OK om de training te starten. De GOAL-waarde neemt af naarmate de waarde voor voltooid percentage
toeneemt.
Krachttrainingsprogramma's
Indekrachttrainingsprogramma'skuntueendoelinstellenvoorhetafgeleverdevermogen(inwatt)vooruwtraining.
Dezeprogramma'szijn:POWERHIIT(intervaltrainingmethogeintensiteit,doelwatts)enCONSTANTPOWER
(programma'smetconstantafgeleverdvermogen,tijds-ofafstandsdoel).
1. Ga op het toestel staan.
2. Drukopde'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.
3. Druk op de toets Programs.
4. Druk op de toetsen Links () of Rechts () om naar de krachttrainingscategorie te gaan, en druk op OK.
5. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om de gewenste krachttraining te kiezen —POWER HIIT of CONSTANT
POWER. Druk op OK.
Vraag een arts om advies voordat u een trainingsprogramma start. Staak de training als u pijn of benauwd-
heid op de borst voelt, kortademig wordt of u auw voelt. Vraag uw arts om advies voordat u het toestel
opnieuw begint te gebruiken. Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of
opgemeten uitsluitend ter informatie. De hartslag die op de console wordt weergegeven, is onnauwkeurig
en mag alleen ter informatie worden gebruikt.
POWER HIIT (intervaltraining)
Hetintervalprogrammametvermogensdoelbestaatuit7intervalperioden—eeninspanningsperiodevan30secondenen
een rustperiode van 90 seconden—voor een totale trainingsduur van 14 minuten, plus een afkoelperiode van 3 minuten
aan het einde). De gebruiker stelt de doelwaarden in watt in voor de inspannings- en rustperioden.
1. NadathetprogrammaPOWERHIITisgeselecteerd,geeftdeconsoleSETTARGETWATTS-HIGH('Doelwaardein
wattinstellen-Hoog')weer.Dehogewaardeverwijstnaardehoogstedoelwaardevoorafgeleverdvermogentijdens
de inspanningsperiode. Gebruik de verhoog- () of verlaagtoets () om de HOGE doelwaarde in watt aan te passen,
en druk op OK.
Destandaardwaardeis90watt.Demaximalewaardeis300watt.Dewaardewordtweergegeveninstappenvan5
watt.
Opmerking: Wanneer u de knop ingedrukt houdt, rollen de selectiewaarden sneller over het display.
40
2. De lage waarde verwijst naar de laagste doelwaarde voor afgeleverd vermogen tijdens de rustperiode. Gebruik de
verhoog- () of verlaagtoets () om de LAGE doelwaarde in watt voor de rustperiode in te stellen.
De standaardwaarde is 40 watt. De minimale waarde is 30 watt. De waarde wordt weergegeven in stappen van 5
watt.
3. Druk op OK om de training te starten. De doelwaarde in watt voor het interval wordt gedurende de gehele intervalperi-
ode weergegeven. De waarde van het huidige afgeleverde vermogen wordt op het onderste display weergegeven.
Om de doelwaarde in watt tijdens de training aan te passen gebruikt u de verhoog- () of verlaagtoets () of de toet-
sen voor het verhogen of verlagen van de weerstand.
Opmerking: De sneltoetsen voor het weerstandsniveau worden tijdens de training weergegeven.
CONSTANT POWER (met tijds- of afstandsdoel)
In het CONSTANT POWER-programma kan de gebruiker een doelwaarde in watt instellen voor een bepaalde tijdsduur of
afstand.
1. NadathetprogrammaCONSTANTPOWERisgeselecteerd,geeftdeconsoleSELECTGOALTYPE('Doeltypekie-
zen')weer.
2. Gebruik de verhoog- () of verlaagtoets () om het doeltype (Tijd of Afstand) te kiezen, en druk op OK.
3. Gebruik de verhoog- () of verlaagtoets () om de doelwaarde aan te passen, en druk op OK.
De standaardtijd is 30 minuten. De standaardafstand is 10 mijl.
Opmerking: Wanneer u de knop ingedrukt houdt, rollen de selectiewaarden sneller over het display.
4. Gebruik de verhoog- () of verlaagtoets () om de doelwaarde in watt aan te passen.
Destandaardwaardeis120watt.Demaximalewaardeis300watt.Deminimalewaardeis30watt.Dewaardewordt
weergegeven in stappen van 5 watt.
Opmerking: Wanneer u de knop ingedrukt houdt, rollen de selectiewaarden sneller over het display.
5. Druk op OK om de doelgerichte training te starten. De doelwaarde in watt wordt bovenaan op het scherm
weergegeven. De GOAL-waarde neemt af naarmate de waarde voor voltooid percentage toeneemt.
Om de doelwaarde in watt tijdens de training aan te passen gebruikt u de verhoog- () of verlaagtoets () of de toet-
sen voor het verhogen of verlagen van de weerstand.
Als het afgeleverde vermogen niet overeenstemt met de doelwaarde in watt (+/- 10 %), dan begint de WATTS
TARGET-waarde te knipperen. Druk indien nodig op de verhoog- () of verlaagtoets () of de toetsen voor het
verhogen of verlagen van de weerstand om de WATTS TARGET-waarde aan te passen.
Van trainingsprogramma veranderen tijdens een training
Via de console kunt u vanuit een actieve training een ander trainingsprogramma starten.
1. Druk tijdens een actieve training op PROGRAMS.
2. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om het gewenste trainingsprogramma te kiezen, en druk op OK.
3. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om het doeltype te kiezen, en druk op OK.
4. Druk op de verhoog- () of verlaagtoets () om de waarde voor de training in te stellen.
5. Druk op OK om de actieve training te stoppen en de nieuwe training te starten.
Devorigetrainingswaardenwordenopgeslageninhetgebruikersproel.
41
Pauzeren of stoppen
DeconsolewordtindepauzestandgezetalsdegebruikertijdenseentrainingstoptmettrappenenopPAUSE/ENDdrukt,
of wanneer er gedurende 5 seconden geen toerentalsignaal meer is (gebruiker trapt niet). De console doorloopt een reeks
berichten die om de 4 seconden veranderen:
-WORKOUTPAUSED(Trainingoppauzegezet)
-PEDALTOCONTINUE(Trapomverdertegaan-indieneenets)/STRIDETOCONTINUE(Stapomverderte
gaan - indien een crosstrainer)
-PUSHENDTOSTOP(DrukopENDomtestoppen)
Tijdens een onderbroken training kunt u de verhoog- en verlaagtoetsen gebruiken om handmatig door de resultaten te
navigeren.
1. StopmettrappenendrukopdetoetsPAUSE/ENDomuwtrainingteonderbreken.
2. Om uw training voort te zetten drukt u op OK of begint u te trappen.
OmdetrainingtestoppendruktuopdePAUSE/END-toets.DeconsolewordtindeResultaten/Afkoel-modusge-
plaatst.
Resultaten/Afkoel-modus
Na een training wordt op het GOAL-display de resterende tijd van de afkoelperiode weergegeven, waarbij er wordt afge-
teld vanaf 03:00. Tijdens deze afkoelperiode verschijnen de trainingsresultaten op de console. Alle trainingen, behalve
Quick Start, hebben een afkoelperiode van 3 minuten.
Op het lcd-scherm worden de huidige trainingswaarden weergegeven in drie kanalen: Druk op de toetsen Links () of
Rechts ()omhandmatigdoorderesultatentenavigeren.Voorniet-krachttrainingsprogramma'szijndekanalen:
a.) TIJD (totaal), AFSTAND (totaal) en CALORIEËN (totaal)
b.) SNELHEID (gemiddeld), TPM (gemiddeld) en HARTSLAG (gemiddeld)
c.) TIJD(gemiddeld),NIVEAU(gemiddeld)enCALORIEËN(gemiddeld).
Voorkrachttrainingsprogramma'szijndekanalen:
a.) TIJD (totaal), AFSTAND (totaal) en CALORIEËN (totaal)
b.) SNELHEID (gemiddeld), TPM (gemiddeld) en WATTS (totaal)
c.) TIJD(gemiddeld),NIVEAU(gemiddeld)enHARTSLAG(gemiddeld).
Tijdens de afkoelperiode wordt de weerstand aangepast naar een derde van het gemiddelde niveau van de training. De
weerstand in de afkoelperiode kan met behulp van de toetsen voor het verhogen en verlagen van de weerstand worden
aangepast. De console zal de waarde echter niet weergeven.
MetdePAUSE/END-toetskuntudeafkoelperiodeonderbrekenennaardeopstartmodusterugkeren.Zondertoerental-of
hartslagsignaal wordt de console automatisch in slaapstand gezet.
GOAL TRACK-statistieken (en prestaties)
Destatistiekenvanelketrainingwordenopgeslagenineengebruikersproel.
De Nautilus Dual Track™-console geeft de Goal Track-trainingsstatistieken weer op het onderste display in drie kanalen.
Voorniet-krachttrainingsprogramma'szijndekanalen:
a.) TIJD (totaal), AFSTAND (totaal) en CALORIEËN (totaal)
b.) SNELHEID (gemiddeld), TPM (gemiddeld) en HARTSLAG (gemiddeld)
c.) TIJD(gemiddeld),AFSTAND(gemiddeld)ofNIVEAU(gemiddeld)* en CALORIEËN (gemiddeld)
*AlsdeGoalTrack-statistiekeenenkeletrainingbetreft,danwordtNIVEAU(gemiddeld)weergegeven.Als
de Goal Track-statistiek een combinatie van meerdere trainingen betreft, dan wordt AFSTAND (gemiddeld)
weergegeveninplaatsvanNIVEAU(gemiddeld).
42
Voorkrachttrainingsprogramma'szijndekanalen:
a.) TIJD (totaal), AFSTAND (totaal) en CALORIEËN (totaal)
b.) SNELHEID (gemiddeld), TPM (gemiddeld) en WATTS (totaal)
c.) TIJD(gemiddeld),AFSTAND(gemiddeld)ofNIVEAU(gemiddeld)* en HARTSLAG (gemiddeld)
Extragegevensdiekunnenwordengeëxporteerd,zijn:WATTS(gemiddeld)enWATTS(maximaleoutput).
DeGOALTRACK-statistiekenvaneengebruikersproelbekijken:
1. Drukvanafhetopstartschermopde'User'-toetsomhetjuistegebruikersproeltekiezen.
2. Druk op de GOAL TRACK-toets. Op de console worden de meest recente trainingswaarden weergegeven en wordt
het overeenkomstige prestatielampje geactiveerd.
Opmerking: Goal Track-statistieken kunnen zelfs tijdens een training worden bekeken. Druk op GOAL TRACK om
de meest recente trainingswaarden weer te geven. De trainingswaarden voor de huidige training zullen
worden verborgen, behalve voor het GOAL-display. Druk nogmaals op GOAL TRACK om terug te keren
naar het opstartscherm.
3. Druk op de verhoogtoets ()omnaardevolgendeGOALTRACK-statistiektegaan,'LAST7DAYS'(afgelopen7
dagen). Op de console worden de verbruikte calorieën weergegeven (50 calorieën per segment) voor de afgelopen
zeven dagen, samen met de totalen van de trainingswaarden. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door
alle trainingsstatistieken te navigeren.
4. Druk op de verhoogtoets ()omnaar'LAST30DAYS'(afgelopen30dagen)tegaan.Opdeconsoleverschijnende
totale waarden van de afgelopen dertig dagen. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainingssta-
tistieken te navigeren.
5. Druk op de verhoogtoets ()omnaar'LONGESTWORKOUT'(Langstetraining)tegaan.Opdeconsoleverschijnen
de trainingswaarden met de hoogste Tijd-waarde. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainings-
statistieken te navigeren.
6. Druk op de verhoogtoets ()omnaar'CALORIERECORD'(Calorierecord)tegaan.Opdeconsoleverschijnende
trainingswaarden met de hoogste Calorie-waarde. Gebruik de toetsen Links () of Rechts () om door alle trainings-
statistieken te navigeren.
7. Drukopdeverhoogtoets()omnaar'BMI',ofBodyMassIndex, te gaan. Op de console wordt de BMI-waarde weer-
gegeven op basis van de gebruikersinstellingen. Zorg ervoor dat uw lengte correct is ingevoerd in uw gebruikerspro-
el,endatuwgewichtactueelis.
De BMI-meting is een handig hulpmiddel waarmee de verhouding tussen gewicht en lengte kan worden gemeten en dat
eenindicatiegeeftoverlichaamsvetengezondheidsrisico's.Indeonderstaandetabelvindtueenalgemenebeoordeling
van de BMI-score:
Ondergewicht Onder 18,5
Normaal 18,5–24,9
Overgewicht 25,0–29,9
Zwaarlijvigheid 30,0 en hoger
Opmerking: De beoordeling overschat mogelijk het lichaamsvet bij atleten en andere personen die atletisch gebouwd
zijn. De beoordeling kan het lichaamsvet echter ook onderschatten, onder andere bij oudere mensen en andere personen
die spiermassa hebben verloren.
Raadpleeg uw arts voor meer informatie over de 'Body Mass Index' (BMI) en het gewicht dat voor u ideaal is.
Gebruik de waarden die door de computer van het toestel worden berekend of opgemeten uitsluitend ter
informatie.
43
8. Druk op de verhoogtoets ()omnaardeboodschap'SAVETOUSB-OK?'(OpslaanopUSB-OK?)tegaan.Druk
opOK.Nuverschijntdeboodschap'AREYOUSURE?-NO'(Bentuzeker?-Nee').Drukopdeverhoogtoets() om
'Ja'teselecteren,endrukopOK.DeconsolezaluvragenomdeUSB-stickintevoeren('INSERTUSB').Steekeen
USB-stickindeUSB-poort.DeconsolezaldestatistiekenopdeUSB-stickopslaan.
Opdeconsoleverschijnteerst'SAVING'(Bezigmetopslaan),envervolgens'REMOVEUSB'(VerwijderUSB-stick)
wanneerhetveiligisomdeUSB-stickteverwijderen.
Opmerking:DrukopdePAUSE/END-toetsomdeboodschap'SAVING'teverwijderen.
9. Druk op de verhoogtoets ()omnaardeboodschap'CLEARWORKOUTDATA-OK?'(Trainingsgegevenswissen-
OK?)tegaan.DrukopOK.Nuverschijntdeboodschap'AREYOUSURE?-NO'(Bentuzeker?-Nee').Drukopde
verhoogtoets ()om'AREYOUSURE?-YES'(Bentuzeker?-Ja)teselecteren,endrukopOK.Detrainingenvan
de gebruiker werden gereset.
10. Druk op GOAL TRACK om terug te keren naar het opstartscherm.
Wanneer een gebruiker tijdens een training de waarden 'LONGESTWORKOUT' of 'CALORIERECORD' van de vorige
trainingen overtreft, zal de console de gebruiker feliciteren met een hoorbaar geluid en hem informeren van de nieuwe
prestatie. Het overeenkomstige prestatie-indicatielampje zal ook gaan branden.
44
In de Instelmodus van de console kunt u de datum en de tijd invoeren, de meeteenheden instellen op Engelse of
metrischematen,degeluidsinstellingenregelen(aan/uit)ofonderhoudsstatistiekenbekijken(foutenlogenwerkuren–
alleen voor de onderhoudsmonteur).
1. HouddePAUSE/END-toetsendeverhoogtoetsgedurende3secondensameningedruktterwijluindeOpstartmodus
bent om naar de Instelmodus van de console te gaan.
Opmerking:DrukopPAUSE/ENDomdeInstelmodusvandeconsoleteverlatenennaarhetOpstartschermterugte
keren.
2. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Date'(Datum)metdehuidigeinstelling.Drukopdeverhoog-en
verlaagtoetsen om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de
selectie van de huidige actieve waarde (maand/dag/jaar) te veranderen.
3. Druk op OK om in te stellen.
4. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Time'(Tijd)metdehuidigeinstelling.Drukopdeverhoog-enver-
laagtoetsen om de huidige actieve waarde (die knippert) aan te passen. Druk op de toetsen Links/Rechts om de
selectie van de huidige actieve waarde (uur/minuten/AM of PM) te veranderen.
5. Druk op OK om in te stellen.
6. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'Units'(Eenheden)metdehuidigeinstelling.Omdezeinstellingte
wijzigendruktuopOKomdeoptie'Units'testarten.Drukopdeverhoog-enverlaagtoetsenomtekiezentussen
'MILES'(Engelsematen)of'KM'(metrischematen).
Opmerking: Als de eenheden worden gewijzigd wanneer er in de gebruikersstatistieken gegevens aanwezig zijn, dan
worden de statistieken omgezet naar de nieuwe eenheden.
7. DrukopOKomintestellen.
8. Ophetconsoledisplayverschijntdeboodschap'SoundSettings'(Geluidsinstellingen)metdehuidigeinstelling.Druk
opdeverhoog-enverlaagtoetsenomtekiezentussen'ON'(Aan)en'OFF'(Uit).
9. Druk op OK om in te stellen.
10. Opdeconsoleverschijnthettotaleaantalbedrijfsuren(TOTALRUNHOURS)vanhettoestel.
11. Druk op OK voor de volgende boodschap.
12. Ophetconsoledisplayverschijntdeprompt'SoftwareVersion'.
13. Druk op OK voor de volgende boodschap.
14. De console geeft het opstartscherm weer.
INSTELMODUS VAN DE CONSOLE
45
ONDERHOUD
Lees alle onderhoudsinstructies volledig voordat u aan een reparatie begint. Sommige taken kunt u alleen met de hulp
van een tweede persoon uitvoeren.
Het toestel moet regelmatig worden geïnspecteerd om schade vast te stellen en reparaties uit te voeren. De
eigenaar is verantwoordelijk voor het regelmatig uitvoeren van onderhoud. Versleten of beschadigde
onderdelen moeten onmiddellijk worden gerepareerd of vervangen. Er mogen uitsluitend door de fabrikant
aangeleverde onderdelen worden gebruikt om het product te onderhouden en te repareren.
Als de waarschuwingsklevers op een gegeven moment niet meer goed kleven, onleesbaar worden of
loskomen, neem dan contact op met uw lokale distributeur om de klevers te vervangen.
!
Om het risico op een elektrische schok of het gebruik van de apparatuur zonder toezicht te
beperken trekt u altijd het best de stekker uit het stopcontact en het toestel en wacht u 5 minuten voordat u het
toestel begint schoon te maken, te onderhouden of te repareren. Bewaar het netsnoer op een veilige plaats.
Dagelijks:
Inspecteer het trainingstoestel voor elk gebruik op loszittende, defecte, beschadigde of versleten
onderdelen. Gebruik het toestel niet als u een probleem vaststelt. Repareer of vervang alle onder-
delen bij de eerste tekenen van slijtage. Veeg na elke training vocht van het toestel en de console
met behulp van een vochtige doek.
Opmerking: Gebruik voor de console niet te veel water.
NB: Gebruik zo nodig alleen een mild afwasmiddel met een zachte doek om de console schoon te
maken. Maak het toestel niet schoon met een oplosmiddel op basis van aardolie of met een
product dat ammoniak bevat. Maak de console niet schoon in direct zonlicht of bij hoge tempe-
raturen. Zorg dat de console niet nat wordt.
Wekelijks:
Controleer of de rol nog vlot draait. Veeg het toestel schoon om stof, vuil of viezigheid te verwijde-
ren. Maak de rails en het oppervlak van de rol schoon met een vochtige doek.
Breng smeermiddel op basis van silicone aan op een droge doek en smeer de rails om
geluidshinder van de rol te voorkomen.
Smeermiddel op basis van silicone is niet bedoeld voor consumptie door de mens.
Buiten het bereik van kinderen houden. Opbergen op een veilige plaats.
Opmerking: Gebruik geen producten op basis van aardolie.
Maandelijks
of na 20 uur:
Controleer of alle bouten en schroeven goed zijn vastgedraaid. Zet ze indien nodig beter vast.
Vervangen van de batterij van de hartslagborstband
De hartslagborstband maakt gebruik van een CR2032-batterij.
!
Voer deze procedure niet buiten of in vochtige of natte
plaatsen uit.
1. Maak het gegleufde deksel op het batterijcompartiment los
met behulp van een muntstuk. Verwijder het deksel en de
batterij.
2. Plaats de batterij, wanneer u ze vervangt, in het batterijcom-
partiment met het +-symbool naar boven gericht.
3. Plaats het deksel terug op de band.
CR2032
+
46
Onderhoudsonderdelen
N
Q
PP
RR
QQ
T
FF
A
B
C
I
E
G
H
J
R
S
K
L
M
X
U
V
W
DD
F
O
P
SS
R
S
AA
BB
CC
Y
Z
D
EE
UU
TT
II
JJ
HH
GG
LL
U
NN
MM
KK
OO
4. Verwijder de oude batterij. Het afdanken moet gebeuren in overeenstemming met de lokale regelgeving en/of bij
erkende recyclingcentra.
5. Inspecteer de borstband om de goede werking ervan te garanderen.
Gebruik de uitrusting niet totdat het volledig gemonteerd en gecontroleerd is op correcte werking, in
overeenstemming met de gebruikershandleiding.
47
A Console Q Beschermkap, links GG Aandrijfriem
B Hartslagkabel R Beschermkap handgreep,
buitenkant
HH Aandrijfpoelie
C Vast stuur S Beschermkap handgreep,
binnenkant
II Snelheidssensormagneten (8)
D Gegevenskabel (I/O),
bovenaan
T Gegevenskabel (I/O),
onderaan
JJ TPM-sensor (snelheid)
E Armdraaistang U Hellingsverstelinrichting KK EMS-motor
F Consolemast V Frameconstructie LL Motorbesturingskaart, watt
G Bidonhouder W Onderstel vooraan MM Hellingsmotorblok
H Handgreeparm, rechts
onderaan
X Railconstructie NN Motorbesturingskaarthenrichting
I Handgreeparm, rechts
bovenaan
Y Gemonteerde krukas, links OO Aan/uit-schakelaar
J Pedaalarm, rechts Z Been, links PP Netsnoer
K Gemonteerde krukas, rechts AA Pedaalarm, links QQ Mediakabel
L Been, rechts BB Handgreeparm, links onderaan RR Smeermiddel op basis van silicone,
es
M Wieltje CC Handgreeparm, links bovenaan SS Afdekkap, consoleverbindingsstuk
N Beschermkap, rechts DD Transportwielsamenstel TT Draad voor hellingsregeling op
afstand
O Afdekking beschermkap EE Motorkabelhenrichting,
bovenaan
UU Draad voor weerstandsregeling op
afstand
P Beschermkap, bovenaan FF Motorkabelhenrichting,
onderaan
48
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Geen weergave/gedeelte-
lijke weergave/toestel wil
niet opstarten
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang het
stroomsnoer of de aansluiting van een toestel als een van
beide beschadigd is.
Controleer de aan/
uit-schakelaar
Schakel de stroom in met de aan/uit-schakelaar.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer of het console-
display niet beschadigd is
Zoek naar zichtbare tekenen dat het consoledisplay gebar-
sten of anderszins beschadigd is. Vervang de console, indien
beschadigd.
Consoledisplay Als alle aansluitingen prima zijn en de console toch niet alles
behoorlijk weergeeft, dan moet u hem vervangen.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale distributeur voor verdere
hulp.
Het toestel werkt, maar
de contactsensoren voor
hartslagmeting worden
niet weergegeven
Hartslagkabel aangeslo-
ten op console
Zorg dat de kabel veilig op de console is aangesloten.
Aansluiting aftakdoos van
hartslagkabel
Zorg dat de kabels van de handgrepen en de kabel naar de
console veilig en onbeschadigd zijn.
Sensorgreep Zorg dat uw handen goed op de hartslagsensoren geplaatst
zijn.Umoetuwhandenstilhoudenmeteenrelatiefgelijke
drukuitoefening aan beide kanten.
Droge of eeltige handen Sensoren kunnen moeite hebben met uitgedroogde of eeltige
handen. Een geleidende elektrodecrème (hartslaggel) kan de
geleiding beter maken. Deze crèmes zijn verkrijgbaar op het
internet,inmedischewinkelsofinenkelegroteretnesscentra.
Vaste handgreep Als uit tests blijkt dat er geen andere problemen zijn, dan moet
de vaste handgreep worden vervangen.
Het toestel werkt,
maar de telemetrische
hartslagmeting wordt niet
weergegeven
Borstband (optioneel)
Deborstbandmoet'POLAR
®
'-compatibelenongecodeerdzijn.
Zorg ervoor dat de borstband direct contact maakt met de huid
en dat het contactvlak nat is.
Batterijen borstband Als de band is voorzien van vervangbare batterijen, plaats dan
nieuwe batterijen.
Controleer het gebruiker-
sproel
Selecteerdeoptie'EditUserProle'(Gebruikersproelbewer-
ken)voorhetgebruikersproel.Ganaardeinstelling'WIRE-
LESSHR'(Draadlozehartslagmeting)enzorgervoordatde
huidigewaardeisingesteldop'ON'.
Interferentie Probeer het toestel wat verder uit de buurt van storingsbronnen
(tv, magnetron, enz.) te plaatsen.
Vervang de borstband Als de storing is verholpen en de hartslagmeting nog niet
werkt, vervang dan de borstband.
Vervang de console Als de hartslagmeting nog altijd niet werkt, vervang dan de
console.
PROBLEMEN OPLOSSEN
49
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Het toestel werkt,
maar de telemetrische
hartslagmeting wordt
verkeerd weergegeven
Interferentie Zorg dat de HR-ontvanger niet wordt verstoord door een
persoonlijk elektronisch apparaat aan de linkerkant van het
mediadraagblad.
Geen weergave van snel-
heid/toerental, console
geeftfoutmelding'Gelieve
testappen'weer
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De magneten moeten op de poelie bevestigd zijn.
Controleer de
snelheidssensor (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De snelheidssensor moet gelijk worden gezet met de mag-
neten en met de datakabel worden verbonden. Verplaats de
sensor indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt
aan de sensor of de aansluitdraad.
Weerstand verandert niet
(toestel kan worden inge-
schakeld en werkt)
Controleer de console Zoek naar zichtbare tekenen dat de console beschadigd is.
Vervang de console, indien beschadigd.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. Herinstalleer alle aansluitingen. De kleine kabelsluiting op
de connector moet juist zijn ingevoerd en vastklikken.
Aansluiting van de
weerstandsbediening in
de handgreep (hiervoor
moet de beschermkap
van de handgreep worden
verwijderd)
Zorg dat de kabel van de bovenste handgreep aan de linker-
kant en de kabels naar de console veilig en onbeschadigd zijn.
Motorbesturingskaart
(hiervoor moet de
beschermkap worden
verwijderd)
Vervang de motorbesturingskaart.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale distributeur voor verdere
hulp.
De helling kan niet
worden aangepast (het
toestel kan wel worden
ingeschakeld en werkt)
Controleer de console Zoek naar zichtbare tekenen dat de console beschadigd is.
Vervang de console, indien beschadigd.
Aansluiting van de
hellingsbediening in de
handgreep (hiervoor moet
de beschermkap van
de handgreep worden
verwijderd)
Zorg dat de kabel van de bovenste handgreep aan de rechter-
kant en de kabels naar de console veilig en onbeschadigd zijn.
50
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Onderste en bovenste
I/O-kabels (hiervoor moet
de beschermkap worden
verwijderd)
Alle draden in de kabels moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Hellingsverstelinrichting
(hiervoor moet de
beschermkap worden
verwijderd)
Zorg dat de hellingsverstelinrichting is verbonden met de aan-
drijfschroef van de hellingsmotor.
Als de bovenstaande stappen het probleem niet oplossen,
neem dan contact op met uw lokale distributeur voor verdere
hulp.
De console wordt uitge-
schakeld (slaapstand)
tijdens het gebruik
Controleer het stopcontact Zorg dat het toestel is aangesloten op een werkend stopcon-
tact.
Controleer de aansluiting
aan de voorkant van het
toestel
De aansluiting moet veilig en onbeschadigd zijn. Vervang de
adapter of aansluiting van een toestel als een van beide be-
schadigd is.
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
Controleer de positie van
de magneet (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De magneten moeten op de poelie bevestigd zijn.
Controleer de
snelheidssensor (hiervoor
moet de beschermkap
worden verwijderd)
De snelheidssensor moet gelijk worden gezet met de magneet
en met de datakabel worden verbonden. Verplaats de sensor
indien nodig. Vervang de sensor als u schade vaststelt aan de
sensor of de aansluitdraad.
De ventilator start of stopt
niet
Controleer de integriteit
van de datakabel
Alle draden in de kabel moeten intact zijn. Vervang de kabel
als u vaststelt dat er draden geplooid of doorgesneden zijn.
Controleer de
aansluitingen/oriëntatie
van de datakabel
Zorg dat de kabel veilig is aangesloten en goed georiënteerd
is. De kleine kabelsluiting op de connector moet juist zijn inge-
voerd en vastklikken.
Reset het toestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 3 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
De ventilator start niet,
maar de console werkt
Controleer of de ventilator
niet geblokkeerd is
Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 5 minuten. Ver-
wijder vuil van de ventilator. Maak de console indien nodig los
om dit te vergemakkelijken. Vervang de console als u niet in
staat bent om de blokkering te verhelpen.
Het toestel schommelt/
staat niet gelijk
Controleer de afstelling
van de stelpootjes
Verstel de stelpootjes totdat het toestel waterpas staat.
Controleer de vloer onder
het toestel
Het verstellen van de stelpootjes is mogelijk niet voldoende in
hetgevalvaneenextreemoneffenvloer.Verplaatshettoestel
naar een effen ruimte.
Loszittende voetpedalen/
toestel moeilijk te
bedienen
Montagemateriaal Draai al het montagemateriaal op de pedaalarmen en de hand-
greeparmen stevig aan.
51
Situatie/Probleem Te controleren Oplossing
Klik/tik-geluidaandrijijn
eenmaal per volledige
crankomwenteling
Controleer crank/poelie-
samenstel
Koppel de gemonteerde linker- en rechtervoet los en draai
de crank. Vervang het crank/poelie-samenstel als het geluid
aanhoudt. Als het geluid niet van de draaiende crank komt,
controleer dan de gemonteerde voeten en de bovenste/onder-
ste handgrepen.
Controleer de gemon-
teerde voeten, benen en
handgrepen
Beweeg de gemonteerde voeten, benen en handgrepen met
de hand om te ontdekken waar het geluid vandaan komt. Ver-
vang het onderdeel dat lawaai maakt.
Controleer op loszittend
montagemateriaal
Draai al het montagemateriaal op de stabilisatiesteunen en de
voet van de consolemast stevig aan.
Klopgeluid tijdens de
werking van het toestel
Controleer het
montagemateriaal aan
de verbinding tussen de
onderste handgreep en
het pedaal
Controleer of het gelijkstellipje op de ashuls in de sleuf in de
opening zit. Zorg dat de ashuls ook door de tegenoverliggende
opening in de afdekking van de verbinding doorloopt.
Piepend geluid dat enkele
minuten na het starten
van een training optreedt
en normaal gezien
geleidelijk erger wordt
naarmate de training
vordert
Bout die de
bewegingsarmen met de
as verbindt die door de
consolemast loopt
Draai de draaistangbout lichtjes los totdat het lawaai verdwijnt.
Wit lithiumvet kan ook worden aangebracht voor een tijdelijke
oplossing. Neem contact op met uw lokale distributeur voor
hulp.
Rol piept op rail Breng smeermiddel op basis van silicone aan op een droge
doek en smeer de rails om geluidshinder van de rol te
voorkomen.
De console doorloopt
continu de programma-
schermen
De console is in demon-
stratiemodus
HouddePAUSE/END-toetsendetoetsLinksgedurende3
seconden samen ingedrukt.
De trainingsresultaten
worden niet
gesynchroniseerd met het
Bluetooth
®
-apparaat
Huidige consolemodus De machine moet in stand-bymodus staan om te synchroni-
seren.DrukopdePAUZE/END-toetstotdathetopstartscherm
wordt weergegeven.
Totale trainingsduur Een training moet langer duren dan 1 minuut om door de con-
sole te worden opgeslagen en gepost.
Fitnesstoestel Trek de stekker uit het stopcontact gedurende 5 minuten.
Steek de stekker terug in het stopcontact.
Bluetooth
®
-apparaat Controleer uw apparaat om er zeker van te zijn dat de
draadloze Bluetooth
®
-functie is ingeschakeld.
Fitness-app Raadpleegdespecicatiesvandetness-appencontroleerof
uw apparaat compatibel is.
Neem contact op met uw lokale distributeur voor verdere hulp.
Trainingsresultaten
worden niet gepost vanaf
Nautilus Trainer™ naar
MyFitnessPal
®
/Under
Armour
®
Connected
Fitness.
Synchroniseer de ac-
counts
Kies via het menupictogram op de Nautilus Trainer™-app de
optie‘SynctoMyFitnessPal
®
orUnderArmour
®
Connected
Fitness’.
De synchronisatie mislukt Controleer account- en wachtwoordgegevens voor
MyFitnessPal
®
/UnderArmour
®
Connected Fitness.
Neem contact op met uw lokale distributeur voor verdere hulp.
Nautilus® Bowex® Schwinn® Universal®
8013560.120117.B
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Nautilus E628 Assembly & Owner's Manual

Type
Assembly & Owner's Manual