Frigidaire RT 154 S Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

H/F/28-4. (04.)200362960
GEBRUIKSAANWIJZING
KOELKAST
RT 154 S (TTI 150****)
RU 204 S (190**** I)
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik
neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het
milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid
werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
3
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ............................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ...............................................................................4
Veiligheid van kinderen ...........................................................................................................4
Vóór het in gebruik nemen ......................................................................................................4
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan ......................................................................................4
Aanwijzingen voor de gebruiker................................................................................................5
Algemene informatie...............................................................................................................5
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen...............................................................5
Bedienen van het apparaat......................................................................................................6
In gebruik nemen ..............................................................................................................6
Temperatuur instellen .........................................................................................................6
Aanwijzingen voor het bewaren ............................................................................................6
Bewaartijden en temperaturen .............................................................................................7
Gebruik van de 4-sterren-vriesruimte ....................................................................................7
Gebruik van de koelruimte ..................................................................................................7
IJsblokjes maken...............................................................................................................7
Praktische informatie ..............................................................................................................7
Tips .....................................................................................................................................7
Energie besparen ..............................................................................................................7
Het apparaat en het milieu ..................................................................................................8
Onderhoud ...........................................................................................................................8
Ontdooien ........................................................................................................................8
Reiniging en onderhoud .....................................................................................................9
Als de koelkast niet in gebruik is ........................................................................................10
Problemen oplossen.............................................................................................................10
Lamp vervangen ..............................................................................................................10
Als iets niet werkt .................................................................................................................10
Aanwijzingen voor de installateur............................................................................................11
Technische gegevens ...........................................................................................................11
Installeren van het apparaat ...................................................................................................11
Vervoer, uitpakken ...........................................................................................................11
Reiniging ........................................................................................................................11
Opstelling .......................................................................................................................12
Deurdraairichting omzetten................................................................................................13
Deurdraairichting van de vriesruimte omzetten ......................................................................14
Elektrische aansluiting ......................................................................................................15
Bewaartijdentabel (1) ............................................................................................................16
Bewaartijdentabel (2) ............................................................................................................16
Garantievoorwaarden.............................................................................................................17
4
Belangri
Belangri
jk
jk
e aanwi
e aanwi
jzingen m.b.t. de v
jzingen m.b.t. de v
eiligheid
eiligheid
Algemene aanwijzingen
m.b.t. de veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en
dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van
het aansluitsnoer, mogen alleen door Service
worden uitgevoerd. Daarbij mogen alleen
originele Service-onderdelen gebruikt worden.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke
risico's voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker
uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het
apparaat gaat reinigen, dient u het altijd
spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan
het snoer, maar aan de stekker zelf uit het
stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar
is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt
platgedrukt of beschadigd door de achterkant
van het koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door
aan het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand
en/of een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze service-afdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er
dan niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok
of brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van
de binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het
ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen.
Die kunnen het apparaat beschadigen.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar en de verlichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen
of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het
apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit
het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo
dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende
kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar
of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen
dat u zich verbrandt aan warmte afgevende
onderdelen (compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het
aansluitsnoer staat.
Rond het apparaat moet voldoende
luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie
kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de
aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Als u zich niet aan deze aanwijzingen
houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen
voor isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en
explosief is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in
het inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen,
die niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden
geadviseerd.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen
m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of
chemische stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete
voorwerpen in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of
vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en
blikjes in de diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren
en schoonmaken. Bij verstopping kan het
verzamelde dooiwater storingen veroorzaken.
5
15
19
17
18
16
5
1
2
3
4
6
7
14
8
9
11
13
12
10
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koelkast met een
4-sterren-vriesruimte. Het is geschikt voor het koelen
van levensmiddelen, het bewaren van
diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen
en het maken van ijsblokjes.
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een
bepaalde klimaatklasse (bepaalde
omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
1. vriesruimte
2. rooster
3. dooiwaterafvoergootje
4. glasplaat
5. groentebak
6. typeplaatje
7. stelvoeten
8. ijsblokjesbakje
9. botervakje
10. verlichting
11. deurvak
12. deurrubber
13. flessenvak
14. eierrekje
15. luchtcirculatie
16. luchtrooster
17. condensor
18. condensbakje
19. compressor
De afbeeldingen laten model TTI 150**** zien.
6
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker
in het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan
de rechterkant van de koelruimte vanuit 0 rechtsom
(zie afb.). Op stand 0 is het apparaat buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t.
de instelling.
Bedienen van het apparaat
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en
schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere tijd
uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of
kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op
3 draait. In dit geval wordt de temperatuur in de
koelruimte automatisch +5 °C of kouder. Stand 3 is
geschikt voor normaal gebruik.
De temperatuur in de koelkast is niet alleen afhankelijk
van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook
van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de
deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand 5, de hoogste stand, (bijv. tijdens een
hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft
geen negatieve invloed op het functioneren van het
apparaat.
Aanwijzingen voor het bewaren
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. diepvriesproducten bewaren, consumptie-ijs
en ijsblokjes maken verse levensmiddelen
invriezen
2. gebak, kant-en-klare producten
3. levensmiddelen in schaaltjes
4. open blikjes
5. melk, zuivelproducten
6. vers vlees, vleeswaren, worst enz.
7. fruit, groenten
8. kaas, boter
9. eieren
10. yoghurt, zure room
11. kleine flessen
12. grote flessen
De afbeelding laat model TTI 150**** zien.
7
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing
informeren u over bewaartijden van
diepvriesproducten en verse levensmiddelen.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven,
omdat hij afhankelijk is van de versheid en de
behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden
zijn daarom slechts richtlijnen.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard
worden, als ze niet ontdooid zijn voordat ze in de
vriesruimte worden geplaatst.
Gebruik van de 4-sterren-vriesruimte
Afhankelijk van de instelling van de
temperatuurregelaar wordt hier een temperatuur van
-18 °C of kouder bereikt.
Bij deze temperatuur kunt u gekochte
diepvriesproducten een bepaalde tijd bewaren. U kunt
ook kleine hoeveelheden verse levensmiddelen zelf
invriezen en bewaren.
In 24 uur tijd kunt u ongeveer 2 kg verse
levensmiddelen invriezen.
Verpak de levensmiddelen in plastic of aluminium
folie, laat ze in de koelruimte afkoelen en zet ze dan in
de vriesruimte.
Schrijf op de verpakking de invriesdatum.
U kunt weer levensmiddelen invriezen als de eerder
ingevroren levensmiddelen door en door bevroren
zijn.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het
apparaat nodig. Bedek daarom de roosters niet
geheel met papier, grote schalen enz.
Zet geen hete levensmiddelen in de
koelkast. Laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Op deze manier
voorkomt u onnodige rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar
overnemen. Bewaar levensmiddelen
daarom in gesloten schaaltjes, aluminiumfolie,
vetvrij papier of vershoudfolie. Op deze manier
behouden de levensmiddelen hun vochtigheid en
bijv. groenten drogen niet uit.
IJsblokjes maken
Vul het ijsblokjesbakje met water en zet het in de
vriesruimte. Als u de bodem van het ijsblokjesbakje
nat maakt en de temperatuurregelaar op de
maximale stand zet, gaat het invriezen sneller.
Vergeet niet, de temperatuurregelaar na het
invriezen weer op de normale stand te draaien.
U kunt de ijsblokjes makkelijker losmaken door het
ijsblokjesbakje onder stromend water te houden
en het dan iets te verdraaien.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de
koelruimte aan uw eisen aanpassen. U kunt
de platen ook verplaatsen als de deur 90° open
staat.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het
apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U
vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast
een warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de
compressor voldoende ventilatie hebben.
Bedek de ventilatie-openingen niet.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje
of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet
langer open staan dan nodig is.
8
Als u de deur van de vriesruimte sluit, zorg er dan
voor dat de grendel in de richting van de pijl
beweegt, zodat de deur goed sluit.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten
schaaltje.
Laat warme levensmiddelen altijd eerst tot
kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het
apparaat zet.
Houd de condensor aan de achterkant van het
apparaat schoon.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag
kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met
huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden.
Uit het oogpunt van milieubescherming moeten
afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de
plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt
worden. Informeer bij de gemeente naar de
mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het
koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool zijn geschikt
voor recycling.
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens
het gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect.
Het koelvermogen wordt minder, de temperatuur
stijgt, er is meer energie nodig en als ijs of rijp te dik
worden, kan de deur van de vriesruimte niet meer
open, de deur kan zelfs kapotgaan.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de
koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets
hoeft te doen.
De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking
van de compressor. Het koelen wordt dan
onderbroken, de temperatuur in de koelruimte stijgt
en het ontdooien begint. Na het ontdooien start de
thermostaat het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in
het condensbakje bovenop de compressor en
verdampt door de warmte.
Controleer regelmatig of het
dooiwaterafvoergootje niet verstopt is. Als
het afvoergootje verstopt is, kan het dooiwater
schade veroorzaken aan de isolatie van het
apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde
krabbertje (zie afb.). Het krabbertje kunt u weer in het
gootje opbergen.
9
Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoergootje
niet verstopt is.
Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier
verpakte levensmiddelen. Het papier komt in
aanraking met de achterzijde van de koelruimte en
vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de
koelruimte haalt, scheurt het papier en dat kan tot
verstopping van het afvoergootje leiden. Doe dus
voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen.
Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens
een hittegolf, werkt de koelkast soms continu.
Er wordt dan niet automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine
restjes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte
achterblijven.
De vriesruimte kan niet automatisch ontdooid worden,
omdat de diepvriesproducten geen hogere
temperaturen kunnen verdragen.
M.b.v. de meegeleverde kunststof schraper kunt u
kleine stukjes rijp en ijs verwijderen die zich soms
afzetten op de vriesruimte en op de afdichting van de
deur.
Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat
meegeleverd!
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof
schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte
ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per
jaar).
Neem de levensmiddelen uit de koel- en vriesruimte
en wikkel ze in enkele lagen krantenpapier of dekens.
Bewaar ze op een zo koel mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren
van vries- en koelruimte open.
Veeg het dooiwater aldoor met een zachte doek of
spons weg.
Na het ontdooien de binnenzijde van vries- en
koelruimte droog wrijven, de stekker weer in het
stopcontact steken en de levensmiddelen weer in het
apparaat leggen.
Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de
hoogste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk
weer de geschikte bewaartemperatuur kan bereiken.
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de koelkast elke
3 tot 4 weken schoon te maken.
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde
van het apparaat met handwarm water schoonmaken
en droog wrijven.
Reinig het magnetische deurrubber met schoon water.
Steek na het reinigen de stekker weer in het
stopcontact.
10
U kunt de vriesruimte het beste schoonmaken en
ontdooien als hij leeg of slechts gedeeltelijk vol is.
Stof en vuil die zich op de condensor op de
achterkant van de koelkast hebben afgezet, dient u
één of twee maal per jaar te verwijderen. Maak dan
ook het condensbakje bovenop de compressor
schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor
beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Problemen oplossen
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf
kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het
opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te
horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake
van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de
compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat
niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit
het stopcontact trekken, voordat u elektrische
onderdelen aanraakt.
Lamp vervangen
Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Schroef de afdekking los en trek hem in de richting
van de pijl. Nu kunt u de lamp vervangen. (Type
gloeilamp: Mignon 322, 230 V, 15 W, fitting E 14)
Zet daarna de afdekking weer terug, draai de schroef
vast en steek de stekker in het stopcontact.
Als de lamp defect is, heeft dat geen nadelige invloed
op de werking van de koelruimte.
11
Probleem
Het apparaat koelt niet
voldoende.
Het apparaat koelt te
sterk.
Het apparaat koelt
helemaal niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
U hebt te veel levensmiddelen tegelijk in het
apparaat gezet.
U hebt zeer warme levensmiddelen in het apparaat
gezet.
De deur is niet goed gesloten.
Er is geen koude luchtcirculatie binnenin het
apparaat.
De temperatuurregelaar is te hoog ingesteld.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De temperatuurregelaar staat op stand 0.
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
Minder levensmiddelen in het apparaat zetten.
Levensmiddelen eerst tot kamertemperatuur laten
afkoelen.
Controleren of de deur dicht is.
Voor koude luchtcirculatie zorgen.
Op een lagere stand instellen.
De aansluiting controleren.
Stopcontact controleren.
Stand van de temperatuurregelaar controleren.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier
voeten moeten op de vloer staan).
Model/Type
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
Energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
steraanduiding vriesruimte
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
aansluitwaarde (W)
gewicht (kg)
RT 154 S (TTI 150****)
vriesruimte: 18
koelruimte: 128
vriesruimte: 18
koelruimte: 122
550
850
600
0,60
219
A
****
2
11
80
37
RU 204 S (190**** I)
vriesruimte: 18
koelruimte: 172
vriesruimte: 18
koelruimte: 166
550
1050
600
0,65
237
A
****
2
11
90
40
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de
originele verpakking vervoeren. Zie ook de
aanwijzingen op de verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 2 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op
transportschade. Neem in geval van transportschade
contact op met de leverancier en sluit het apparaat
niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in
het apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met
handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af.
Gebruik een zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
12
2
1
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een
plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het
uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De
klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de
temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de
compressor langer werken, de automatische
ontdooiing werkt niet meer, de temperatuur in de
koelruimte stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De
afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten.
Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen
deze afstandsringen worden verwijderd.
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een
verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden,
dan moeten de volgende minimale afstanden worden
aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-
isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de
twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
13
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt.
U kunt dit het beste met twee personen doen.
Draai de stelvoeten aan beide zijden uit (2 stuks),
daarna de schroeven die de onderste
deurscharnieren vasthouden (3 stuks) en de
schroef aan de andere kant van het apparaat.
Zet de stift in de onderste deurscharnierplaat in de
richting van de pijl over.
Bevestig de plaat aan de andere kant en laat de
stand van de deur ongewijzigd.
Draai dan de ene schroef in de vrijgekomen plaats
aan de andere kant, daarna de stelvoeten (2 stuks)
en zet het apparaat weer rechtop.
Om het bovenste deurscharnier om te zetten draait
u de schroeven (2 stuks) los die het kunststof
bovenblad op de achterzijde van het apparaat
vasthouden.
Duw het bovenblad terug en til het van het
apparaat.
Draai de schroeven uit die het bovenste
deurscharnier vasthouden (2 stuks).
Zet dan de stift in de deurscharnierplaat in de
richting van de pijl om.
Bevestig de deurscharnierplaat aan de andere kant
zonder de deur te verplaatsen.
Zet het kunststof bovenblad op het apparaat terug
en trek het naar voren.
Bevestig het bovenblad met de schroeven (2 stuks)
op de achterkant van het apparaat.
Zet de handgreep en de kunststof pluggen op de
andere kant over.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
14
Deurdraairichting van het
vriesvak omzetten
Nadat u de buitendeur hebt omgezet, moet ook de
deurdraairichting van het vriesvak worden omgezet.
Ga te werk zoals in de afbeelding aangegeven.
Verwijder de onderste stift die de deur van het
vriesvak vasthoudt (1).
Open de deur en neem hem voorzichtig uit de
omlijsting (2).
Draai de deur om.
Neem het afstandsbusje (3) en de bovenste stift (4)
uit de deur en verplaats dan het busje (3) naar
beneden en de stift (4) naar boven.
Draai de schroef die de deurgrendel vasthoudt los
en zet de deurgrendel m.b.v. deze schroef op de
andere kant (5).
Bevestig de deur van het vriesvak met de onderste
stift (1).
U kunt ook contact opnemen met onze service-
afdeling. Een servicetechnicus kan tegen betaling het
deurscharnier overzetten.
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een
volgens de voorschriften geïnstalleerd
stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact
niet aanwezig is, laat het dan door een erkend
installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl.
wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl.
wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
15
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (1)
abel (1)
Verse levensmiddelen in de koelkast bewaren
X: normale bewaartijd
x: mogelijke bewaartijd (geldt alleen voor echt verse producten)
Soort Bewaartijd in dagen Verpakking
1234567
rauw vlees XXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookt vlees XXXx x x afgesloten schaaltje
gebraden vlees XXXx x afgesloten schaaltje
rauw gehakt X afgesloten schaaltje
gebraden gehakt XXx x afgesloten schaaltje
vleeswaren XXx x vershoudfolie, vetvrij papier
verse vis X x x vershoudfolie, luchtdicht
gekookte vis XXx x afgesloten schaaltje
gebakken vis XXx x x afgesloten schaaltje
vis uit blik X x x afgesloten schaaltje
verse kip XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden kip XXXx x x afgesloten schaaltje
verse eend, gans XXXx x x vershoudfolie, luchtdicht
gebraden eend, gans XXXXx x x afgesloten schaaltje
boter ongeopend XXXXXXXoriginele verpakking
boter geopend XXxxxxxoriginele verpakking
melk XXXx x originele verpakking
room XXx x kunststof schaaltje
zure room XXXXx x x kunststof schaaltje
kaas (hard) XXXXXXXaluminium folie
kaas (zacht) XXXXx x x vershoudfolie
kwark XXXXx x x vershoudfolie
eieren XXXXXXX
spinazie. XXx x vershoudfolie
erwten, bonen XXXXx x x vershoudfolie
paddestoelen XXx x x vershoudfolie
wortelen, bieten XXXXXXXvershoudfolie
tomaten XXXXXXXvershoudfolie
kool XXXXXx x vershoudfolie
snel rottend fruit (aardbei, framboos enz.) XXXx x vershoudfolie
ander fruit XXXXx x x vershoudfolie
fruit uit blik XXXx x afgesloten schaaltje
Be
Be
w
w
aar
aar
ti
ti
jdent
jdent
abel (2)
abel (2)
Diepvriesproducten bewaren
16
Soort in de koelruimte in de ****-vriesruimte
+2  +7 °C -18 °C
groente 1 dag 12 maanden
kant-en-klare producten 1 dag 6 maanden
aardappelgerechten, pastagerechten 1 dag 12 maanden
soep 1 dag 6 maanden
fruit 1 dag 12 maanden
vlees 1 dag 5 maanden
consumptie-ijs 1 dag 3 weken
17
Gar
Gar
antie
antie
v
v
oor
oor
w
w
aar
aar
den
den
Onze producten worden met de grootst mogelijke
zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het
voorkomen dat er een defect optreedt. Onze
servicedienst zal dit op verzoek herstellen, zowel
binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur
van het product wordt daardoor niet negatief
beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op
de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek.
De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar
de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens
onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de
voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het
product die zich openbaren binnen 24 maanden
vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker.
In geval van professioneel of daarmee gelijk te
stellen gebruik is de garantie beperkt tot 12
maanden. Voor tweedehands producten geldt
eveneens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product
kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die
het had voor het defect optrad. Gebrekkige
onderdelen worden hersteld of vervangen.
Kosteloos vervangen onderdelen worden ons
eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om
mogelijke verdere schade te voorkomen. De
garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet
binnen twee maanden na vaststelling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het
aankoopbewijs met aankoop- en/of
leveringsdatum te worden overlegd. Bij ontbreken
daarvan dient ander overtuigend bewijs te worden
overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan
kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch)
glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door
onzorgvuldig gebruik
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine
afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de
waarde en deugdelijkheid van het product
onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade
veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking
van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het
algemeen
c. voor het product oneigenlijke
bedrijfsomstandigheden
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken
door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-
vakkundige installatie of montage, verkeerd
gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in
acht nemen van de gebruiks- of
montageaanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het
defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet
deskundig zijn, of wanneer het product
voorzien werd van toebehoren of onderdelen
die niet origineel zijn en daardoor een defect
veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden
vervoerd dienen te worden overhandigd aan of
gezonden naar onze servicedienst. Herstelling
ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor
grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd,
ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen
samen meer dan 30 minuten bedraagt, worden
de hierdoor ontstane extra kosten aan de
gebruiker in rekening gebracht. Schade die
ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten
laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling
van hetzelfde defect herhaaldelijk mislukt of de
herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in
overleg met de gebruiker een gelijkwaardige
vervanging geleverd. In geval van vervanging
behouden we ons het recht voor om een
vergoeding te rekenen naar rato van de
verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen
verlenging van de garantietermijn noch
aanvang van een nieuwe garantietermijn tot
gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12
maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder
vergoeding van schade ontstaan buiten het
product, zijn uitgesloten voor zover een
aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een
vergoeding de aankoopwaarde van het product
niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is
bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland
gekochte en/of in gebruik zijnde producten. Indien
een product naar het buitenland wordt gebracht dient
de gebruiker na te gaan of het product voldoet aan de
technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie,
installatievoorschriften, gassoort,
klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor
in het buitenland aangeschafte producten dient de
gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in
Nederland. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen
vallen niet onder de garantie, en kunnen niet altijd
worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze
servicedienst u ter beschikking.
Adres Servicedienst:
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
18
19
Printed by Xerox Hungary Ltd.
2004. 03. 29.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

Frigidaire RT 154 S Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor