RX-V363

Yamaha RX-V363 de handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Yamaha RX-V363 de handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT.
Nl
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16
Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek
waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel verplaatst, dient u op
A
STANDBY/ON te
drukken om dit toestel uit (standby) te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te halen.
19 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
20 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Dit toestel is niet afgesloten van de stroomvoorziening
zolang het is aangesloten op het stopcontact, ook niet
wanneer u het toestel zelf uitschakelt met
A
STANDBY/ON
. Deze staat wordt ook wel ‘standby’
of waakstand genoemd. In deze toestand is het toestel
ontworpen om een zeer kleine hoeveelheid stroom te
verbruiken.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC.
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
1 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
Kenmerken ............................................................. 2
Van start ................................................................. 3
Snelstartgids ........................................................... 4
Voorbereiding: Controleer de onderdelen ................ 4
Stap 1: Instellen van uw luidsprekers ....................... 5
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en andere
componenten aan .................................................. 6
Stap 3: Zet het toestel aan en druk op de
SCENE 1 toets ...................................................... 7
Wat wilt u doen met dit toestel? ............................... 8
Verbindingen .......................................................... 9
Achterpaneel ............................................................. 9
Luidsprekers opstellen ............................................ 10
Aansluiten van luidsprekers .................................... 11
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 13
Informatie over HDMI™ ........................................ 14
Aansluiten van videocomponenten ......................... 15
Aansluiten van audiocomponenten ......................... 17
Verbindingen met de VIDEO AUX aansluitingen
op het voorpaneel ............................................... 18
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 18
Aansluiten van het netsnoer .................................... 19
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 19
Display voorpaneel ................................................. 20
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan
uw kamer (YPAO) ........................................... 22
Gebruiken van het AUTO SETUP ......................... 22
Selecteren van de SCENE sjablonen .................. 25
Selecteren van het gewenste SCENE sjabloon ....... 25
Uw eigen SCENE sjablonen maken ....................... 28
Weergave .............................................................. 29
Basisbediening ........................................................ 29
Aanvullende mogelijkheden ................................... 30
Geluidsveldprogramma’s ................................... 34
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 34
FM/AM afstemmen ............................................. 37
Automatisch afstemmen ......................................... 37
Handmatig afstemmen ............................................ 37
Automatisch voorprogrammeren ............................ 38
Handmatig voorprogrammeren ............................... 38
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 39
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 39
Radio Data Systeem ontvangst
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
...... 40
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 40
Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
.............................................. 41
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) ..................... 42
Opnemen .............................................................. 43
Instelmenu .............................................................44
Gebruiken van het instelmenu ................................ 45
1 SOUND MENU ................................................... 46
2 INPUT MENU ..................................................... 49
3 OPTION MENU .................................................. 51
Geavanceerde setup .............................................52
Oplossen van problemen ......................................53
Woordenlijst .........................................................58
Technische gegevens .............................................60
Index ......................................................................61
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel ...............................................................i
Afstandsbediening ................................................. ii
Inhoud
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
AANVULLENDE INFORMATIE
APPENDIX (AANHANGSEL)
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
•“
A
STANDBY/ON” of “
4
DVD” (voorbeeld) geeft de
naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende onderdelen.
•Het ” symbool met bladzijdenummer(s) geeft de
bijbehorende bladzijde(n) aan.
Kenmerken
2 Nl
Ingebouwde 5-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(1 kHz, 0,9% THV, 6 )
Voor: 100 W/kanaal
Midden: 100 W
Surround: 100 W/kanaal
SCENE selectiefunctie
Voorgeprogrammeerde SCENE ‘sjablonen’
(voorgeprogrammeerde instellingen) voor allerlei situaties
Mogelijkheid tot het aanpassen van SCENE sjablonen
Decoders en DSP schakelingen
Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
multikanaals surroundweergave
Compressed Music Enhancer stand
Dolby Digital decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II decoder
DTS decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde FM/AM ontvanger
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen)
Overige kenmerken
192-kHz/24-bits D/A converter
6 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals
signalen
Component video ingangen/uitgang
(3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR
OUT)
Slaaptimer
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Extra mogelijkheden voor afstandsbediening
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“DTS” en “DTS Digital Surround” zijn gedeponeerde
handelsmerken van DTS, Inc.
Kenmerken
Van start
3 Nl
INLEIDING
Nederlands
Controleren van de meegeleverde
accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad
ontvangen hebt.
Afstandsbediening
Batterijen (2) (AAA, R03, UM-4)
AM ringantenne
FM binnenantenne
Optimalisatie-microfoon
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
R03, UM-4) in het vak met de polen (+ en –) de
goede kant op zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Van start
Opmerkingen
1
3
2
Snelstartgids
4 Nl
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven
waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw
eigen thuisbioscoop.
Breng de volgende onderdelen in gereedheid.
Luidsprekers
Voor-luidspreker ................................ x 2
Midden-luidspreker ............................ x 1
Surround-luidspreker ........................ x 2
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee
voor-luidsprekers nodig.
Actieve subwoofer ................................. x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
Luidsprekerkabel ................................... x 5
Subwooferkabel ...................................... x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp)
stekker.
DVD-speler .............................................. x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
Beeldscherm............................................ x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
Videokabel .............................................. x 2
Kies een RCA (tulpstekker) composiet
videokabel.
Coaxiaal digitale audiokabel ................. x 1
Snelstartgids
Rechter
voor-luidspreker
Subwoofer
Linker
surround-luidspreker
Linker
voor-luidspreker
Rechter
surround-luidspreker
Midden-luidspreker
Beeldscherm
DVD-speler
Geniet van uw DVD’s!
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
P. 5
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
Stap 3: Zet het toestel aan en
druk op de SCENE 1 toets
P. 6
P. 7
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Snelstartgids
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
1 Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2 Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd,
misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op
de “+” (rood) aansluitingen van dit toestel en uw
luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–”
(zwarte) aansluitingen.
3 Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als die
van de subwoofer allebei uit het stopcontact gehaald zijn.
2
Draai de blootliggende draadjes van de luidsprekerkabels
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen
onderdelen van dit toestel.
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Voor-luidsprekers
Midden- en surround-luidsprekers
4 Verbind de subwooferkabel met de
ingangsaansluiting van de subwoofer en met
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting van dit
toestel.
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
LRLR
LR
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
SPEAKERS
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
SURROUND CENTER FRONT B
FRONT A
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
R
P
B
12 3 4
Naar de rechter
voor-luidspreker
Naar de linker
voor-luidspreker
Los Inbrengen Vast
Naar de linker
surround-luidspreker
Naar de
midden-luidspreker
Naar de rechter
surround-luidspreker
Indrukken Inbrengen Loslaten
SUBWOOFER
OUTPUT
aansluiting
Subwooferkabel
Ingangsaansluiting
AV-receiver
Subwoofer
Snelstartgids
6 Nl
1 Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
2 Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw
DVD-speler en met de DVD VIDEO aansluiting
van dit toestel.
3 Verbind de videokabel met de video
ingangsaansluiting van uw beeldscherm en
met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van
dit toestel.
4 Doe de stekker van dit toestel en de stekkers
van de andere apparatuur in het stopcontact.
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
LRLR
LR
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
SPEAKERS
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
SURROUND CENTER FRONT B
FRONT A
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
R
P
B
Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit
toestel als die van de DVD-speler allebei
uit het stopcontact gehaald zijn.
Coaxiaal digitale
audio
uitgangsaansluiting
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
DVD-speler
AV-receiver
Composiet video
uitgangsaansluiting
Videokabel
DVD VIDEO aansluiting
DVD-speler
AV-receiver
Voor andere aansluitingen
Gebruiken van andere
luidsprekercombinaties
P. 10
Aansluiten van een beeldscherm en een
DVD-speler
P. 15
Aansluiten van een
kabel-TV/satellietontvanger en een
DVD-recorder
P. 15
Apparatuur verbinden met de HDMI
aansluitingen
P. 16
Apparatuur verbinden met de COMPONENT
VIDEO aansluitingen
P. 16
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
P. 18
Aansluiten van een CD-speler en een
MD-recorder
P. 17
Aansluiten van een DVD-speler via een
analoge multikanaals audioverbinding
P. 17
Aansluiten van een FM/AM buitenantenne
P. 18
Beeldscherm
AV-receiver
Video
ingangsaansluiting
Videokabel
VIDEO MONITOR
OUT aansluiting
Snelstartgids
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
1 Zet het beeldscherm aan en stel het
beeldscherm in op weergave van de signalen
van dit toestel.
2 Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel.
3 Druk op
P
SCENE 1.
De melding “DVD Movie Viewing” zal op het
display op het voorpaneel verschijnen en dit toestel
zal zijn eigen instellingen automatisch aanpassen aan
DVD weergave.
y
De indicator van de SCENE toets zal oplichten wanneer dit
toestel in de SCENE stand staat.
4 Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
5
Verdraai
H
VOLUME
om het volume te regelen.
Wanneer u een andere signaalbron of een ander
geluidsveldprogramma selecteert, wordt de SCENE functie
uitgeschakeld en zal de indicator van de SCENE toets uit gaan.
Over de SCENE functie
Door op een SCENE toets te drukken kunt u dit toestel aan
zetten en uw favoriete signaalbron en
geluidsveldprogramma oproepen op basis van het SCENE
sjabloon dat is toegewezen aan de SCENE toets. De
SCENE sjablonen zijn vooringestelde combinaties van
signaalbronnen en geluidsveldprogramma’s.
y
Als u een Yamaha product aansluit dat geschikt is voor SCENE
bedieningssignalen, kan dit toestel de component in kwestie automatisch
in werking stellen en de weergave laten beginnen. Raadpleeg de
handleiding van de DVD-speler in kwestie voor meer informatie.
Gebruiken van de andere SCENE toetsen
Stap 3: Zet het toestel aan en druk
op de SCENE 1 toets
Opmerking
Standaard
SCENE
toets
Naam en omschrijving van het
SCENE sjabloon
SCENE
1
DVD Movie Viewing
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: Movie Dramatic
Voor wanneer u naar een film wilt kijken via
de aangesloten DVD-speler.
SCENE
2
Music Disc Listening
signaalbron: DVD
geluidsveldprogramma: 2ch Stereo
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekdisc in de aangesloten DVD-speler.
SCENE
3
TV Viewing
*1
signaalbron: DTV/CBL
geluidsveldprogramma: STRAIGHT
Voor wanneer u naar een televisieprogramma
wilt kijken.
SCENE
4
Radio Listening
*2, *3, *4
signaalbron: TUNER
geluidsveldprogramma: Music Enh. 5ch
Voor wanneer u wilt luisteren naar een
muziekprogramma van een FM radiozender.
Snelstartgids
8 Nl
*1
U moet van tevoren een kabeltelevisie- of satellietontvanger
aansluiten op dit toestel. Zie bladzijde 16 voor details.
*2
U dient van tevoren de meegeleverde FM en AM antennes aan
te sluiten op dit toestel. Zie bladzijde 18 voor details.
*3
U moet van tevoren afstemmen op de gewenste radiozender.
Zie bladzijde 37 t/m 39 voor informatie omtrent het afstemmen
op radiozenders.
*4
Voor de best mogelijke ontvangst dient u de aangesloten AM
ringantenne correct te richten, of dient u de positie van het
uiteinde van de FM binnenantenne aan te passen.
y
Als de door u gewenste omstandigheden hier niet bij staan, kunt u
de SCENE instellingen voor de SCENE toetsen zelf selecteren en
aanpassen. Zie bladzijde 25 voor details.
Wanneer u klaar bent met dit toestel...
Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel om
dit toestel uit (standby) te zetten.
Het toestel gaat nu (standby). Om het toestel weer aan te
zetten wanneer het uit (standby) staat, drukt u op
A
STANDBY/ON (of op
A
POWER). Zie bladzijde 19
voor details.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Opmerkingen
Opmerking
Wat wilt u doen met dit toestel?
Aanpassen van de SCENE
instellingen
Gebruiken van diverse SCENE instellingen
P. 25
Gebruiken van diverse
signaalbronnen
Basisbediening van dit toestel
P. 29
Luisteren naar FM/AM radioprogramma’s
P. 37
Gebruiken van diverse
weergavefuncties
Gebruiken van diverse
geluidsveldprogramma’s
P. 34
Wijzigen van de instellingen van dit
toestel
Automatisch aanpassen van de
luidsprekerinstellingen aan uw kamer
(AUTO SETUP)
P. 22
Handmatig wijzigen van de diverse
instellingen van dit toestel
P. 44
Aanpassen van de geavanceerde
instellingen
P. 52
Extra functies
Automatisch uitschakelen van dit toestel
P. 33
10 Nl
Verbindingen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere
reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met
een volledig systeem.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet
alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe
hi-fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal.
De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de
subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte
om weerkaatsing via de wanden te verminderen.
Luidsprekers opstellen
60˚
30˚
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
FR
FL
C
SL
SR
SW
11 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Voor u apparatuur gaat verbinden met
de SPEAKERS aansluiting
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden
naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of
gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+”
(rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte)
aansluitingen.
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het
uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en
draai vervolgens de blootliggende draadjes
netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen.
Aansluiten van luidsprekers
Let op
Gebruik luidsprekers met de op het achterpaneel van dit toestel aangegeven impedantie.
Voor u de luidsprekers aansluit moet u ervoor zorgen dat de stekker uit het stopcontact gehaald is.
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
LRLR
LR
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
ANTENNA
SPEAKERS
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
SURROUND CENTER FRONT B
FRONT A
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
R
P
B
Subwoofer
Midden-
luidspreker
Voor-luidsprekers (B)
LinksRechts
Surround-luidsprekers
Voor-luidsprekers (A)
LinksRechts
LinksRechts
10 mm
12 Nl
Verbindingen
Apparatuur verbinden met de FRONT A
aansluitingen
1 Draai de knop los.
2 Steek het blote uiteinde van de
luidsprekerdraad in de sleuf van de
aansluiting.
3 Draai de draad vervolgens met de knop weer
vast.
Aansluiten met bananenstekkers (uitgezonderd
modellen voor Europa, Rusland, Korea en Azië)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels. Draai eerst de knop vast en steek
vervolgens de bananenstekker in het gat bovenin de
aansluiting.
Apparatuur verbinden met de FRONT B,
CENTER en SURROUND aansluitingen
1 Druk het lipje naar beneden.
2 Steek het blote uiteinde van de
luidsprekerdraad in het gat van de
aansluiting.
3 Laat het lipje los om de draad vast te zetten.
1
2
3
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
13 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-
aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL AUDIO COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL AUDIO OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met
een bemonsteringsfrequentie van maximaal 96 kHz.
In dit toestel is de verwerking van digitale signalen gescheiden
van de verwerking van analoge signalen. Daarom kunnen
audiosignalen die binnenkomen via de digitale
ingangsaansluitingen niet via de analoge AUDIO OUT (REC)
uitgangsaansluitingen worden weergegeven.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft twee soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
Informatie over aansluitingen en stekkers
VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y P
B
P
R
PB
Y
P
R
V
COAXIAL
DIGITAL AUDIO
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL AUDIO
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
Component
videostekkers
Audio-aansluitingen en Video-aansluitingen en
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
Opmerkingen
PR
P
B
Y
P
R
P
B
Y
Stroomschema videosignalen voor MONITOR OUT
Uitgang
(MONITOR OUT)
Ingang
COMPONENT
VIDEO
VIDEO
14 Nl
Verbindingen
U kunt beelden weergeven door uw beeldscherm en video-apparatuur met dit toestel te verbinden via HDMI
aansluitingen.
In dat geval zullen audio/videosignalen van de aldus aangesloten component (zoals een DVD-speler enz.) alleen via het
aangesloten beeldscherm worden weergegeven wanneer dit toestel aan staat en op de juiste signaalbron is ingesteld
(DVD of DTV/CBL).
Daarbij hangt het mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm welke audio/videosignalen kunnen
worden weergegeven. Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan
5 meter (16 ft) en die duidelijk is voorzien van het HDMI logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Informatie over HDMI™
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI aansluiting worden niet gereproduceerd via luidsprekeraansluitingen,
maar wel via het aangesloten beeldscherm.
Om te kunnen profiteren van geluidsweergave via op dit toestel aangesloten luidsprekers,
dient u in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens een analoge of digitale verbinding te maken
(zie bladzijde 16).
dient u de geluidsweergave van het aangesloten beeldscherm uit te schakelen.
HDMI stekker
HDMI
15 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
y
U kunt ook een beeldscherm, DVD-speler, digitale TV en kabel-
TV verbinden met dit toestel via de HDMI of COMPONENT
VIDEO aansluitingen (zie bladzijde 16).
Aansluiten van een beeldscherm en een
DVD-speler
*
Wanneer u de in de televisie ingebouwde ontvanger als
signaalbron gebruikt, dient u de digitale of analoge audio
uitgangsaansluitingen van de televisie te verbinden met de
digitale of analoge ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van een kabel-TV/
satellietontvanger en een DVD-recorder
Aansluiten van videocomponenten
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
MONITOR
OUT
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
Y
P
R
P
B
C
L
R
VV
DVD-speler Beeldscherm*
Video ingang
Audio uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
MONITOR
OUT
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
Y
P
R
P
B
L
R
L
R
L
R
VVV
O
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-recorder
Audio uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
Audio ingang
Video ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
16 Nl
Verbindingen
Apparatuur verbinden met de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen
U kunt profiteren van beelden met hoge kwaliteit door uw beeldscherm en video-apparatuur met dit toestel te verbinden
via de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluitingen.
U moet uw videocomponenten op dezelfde manier aansluiten op dit toestel als uw beeldscherm. Wanneer u bijvoorbeeld uw
beeldscherm op dit toestel heeft aangesloten via een HDMI of COMPONENT VIDEO aansluiting, dient u uw videocomponenten ook
via de HDMI of COMPONENT VIDEO aansluiting met dit toestel te verbinden.
HDMI aansluiting
Verbind de signaalbronnen met de HDMI DVD of HDMI DTV/
CBL aansluiting om de videobeelden weer te laten geven op de
het beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Audio/videosignalen van de aldus aangesloten component
(zoals een DVD-speler enz.) zullen alleen via het aangesloten
beeldscherm worden weergegeven wanneer dit toestel aan staat
en op de juiste signaalbron is ingesteld (DVD of DTV/CBL).
Welke audio/videosignalen kunnen worden weergegeven hangt
mede af van de specificaties van het aangesloten beeldscherm.
Raadpleeg de handleidingen van alle aangesloten componenten.
Apparatuur verbinden met de COMPONENT
VIDEO aansluitingen
Opmerking
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI aansluiting
worden niet gereproduceerd via luidsprekeraansluitingen,
maar wel via het aangesloten beeldscherm.
Om te kunnen profiteren van geluidsweergave via op dit
toestel aangesloten luidsprekers,
dient u in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens een
analoge of digitale verbinding te maken (zie bladzijde 15).
dient u de geluidsweergave van het aangesloten
beeldscherm uit te schakelen.
Opmerkingen
O
MPONENT VIDEO
HDMI
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
ANTENNA
D
TV/CBL DVR
DVD DTV/CBL
DVDOUT DTV/CBL
MONITOR
OUT
DVR
IN
OUT
MONITOR
OUT
AM
GND
FM
75
UNBAL.
Beeldscherm
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-speler
L
R
L
R
COMPONENT VIDEO
H
D
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
1
2
3
DVD DTV/CBL DVR
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
DVDOUT DTV/CBL
MO
N
O
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR
C
IN
OUT
IN
OUT
MONITOR
OUT
Y
P
R
P
B
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
P
R
P
B
Y
DVD-speler
Beeldscherm
Kabel TV of
satellietontvanger
DVD-recorder
Video ingang
Video uitgang
Video uitgang
Video uitgang
17 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder
Wanneer u uw CD-speler zowel via analoge als via digitale
verbindingen aansluit, zal het via de DIGITAL INPUT
aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Apparatuur verbinden met de MULTI CH INPUT aansluitingen
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (FRONT L/R, SURROUND L/R, CENTER en SUBWOOFER)
voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe decoder of sound processor. Verbind
de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er
goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor-
als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert
(zie bladzijde 30), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen
geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT
aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er
wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem
ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan een
5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik
maakt van deze functie.
Aansluiten van audiocomponenten
Opmerking
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
L
R
L
R
VIDEO
AUDIOMULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
OUTPUT
1
2
3
DVD
DVD
COAXIAL
OPTICAL
CD
DTV/CBL
DTV/
CBL
MONITOR
OUT
MD/
CD-R
SUB
WOOFER
OUT
(REC)
IN
(PLAY)
DVR
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR CD
IN
OUT
IN
OUT
GND
FM
75
UNBAL.
Y
P
B
L
R
L
R
L
R
O
CD-speler CD-recorder of
MD-recorder
Audio uitgangAudio uitgang Audio ingangAudio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
L
R
L
R
MULTI CH INPUT
1
2
3
DVD
COAXIAL
CD
DTV/
CBL
DVD
FRONT CENTER
SUBWOOFER
SURROUND
DTV/CBL DVR
IN
L
R
L
R
Multiformaat-speler of
externe decoder
Middenkana
Subwoofer uitgang
Surroundkanaal uitgang
Voorkanaal uitgang
Opmerkingen
18 Nl
Verbindingen
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
De audiosignalen die binnenkomen via de PORTABLE
ministekker-aansluiting hebben voorrang boven de via de
AUDIO L/R aansluitingen binnenkomende signalen.
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst. Verbind de antennes
op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen.
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Verbindingen met de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten laag zetten voor u de aansluitingen gaat
maken.
Opmerkingen
STANDBY
/ON
PHONES
SPEAKERS
A/B/OFF
SILENT CINEMA
EDIT
PRESET/TUNING
BAND A/B/C/D/E
TONE CONTROL
PROGRAM
STRAIGHT NIGHT
EFFECT
SCENE
PRESET/TUNING MEMORY
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
AUDIO SELEC T
INPUT
1234
VOLUME
R
L
AUDIO PORTABLE
VIDEO AUX
VIDEO
VIDEO L AUDIO R PORTABLE
VIDEO AUX
V
L
R
Spelcomputer of
videocamera
3,5 mm
stereo
ministekker
Audio uitgang
Video uitgang
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Opmerkingen
E
O
ANTENNA
L
R
SURROUND
AUDIO OUTPUT
DVR
CD
DVR
AM
GND
FM
UNBAL.
75
OUT
MONITOR
OUT
M
D
/
O
UT
IN
AM
ringantenne
(meegeleverd)
Aarde
Voor de grootst mogelijke
veiligheid en zo min mogelijk
storing dient u de antenne
GND aansluiting goed te
aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd
door een metalen staaf die in
vochtige grond gedreven is.
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat u
bijvoorbeeld uit een raam naar
buiten spant.
19 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van de draad van de AM
ringantenne
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u
verbindt met de AM of GND aansluiting.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
Wat voor soort AM ringantenne wordt meegeleverd hangt
mede af van het model in kwestie.
Pas wanneer alle verbindingen tot stand zijn gebracht kunt
u de stekker in het stopcontact steken.
Aan zetten van dit toestel
Druk op
A
STANDBY/ON (of
A
POWER) om dit
toestel aan te zetten.
y
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Uit (standby) zetten van dit toestel
Druk op
A
STANDBY/ON (of
2
STANDBY) om
dit toestel uit (standby) te zetten.
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Opmerking
Doe het
hendeltje open
Inbrengen Doe het hendeltje
weer dicht
Aansluiten van het netsnoer
Aan en uit zetten van dit toestel
Opmerking
Netsnoer
Naar het stopcontact
20 Nl
Verbindingen
1
Decoder indicator
Licht op wanneer één van de decoders van dit toestel in
werking is.
2
ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is geselecteerd (zie bladzijde 34).
3
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 36).
4
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er
een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 36).
5
Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6
YPAO indicator
Licht op wanneer u de “AUTO SETUP” doet en wanneer de
via de “AUTO SETUP” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 22).
7
Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat (zie bladzijde 37).
8
MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 30).
9
VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
0
PCM indicator
Licht op wanneer dit toestel PCM (pulscode modulatie)
digitale audiosignalen weergeeft.
A
Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(zie bladzijde 30).
B
SP A B indicators
Lichten op om aan te geven welke set voor-luidsprekers is
geselecteerd (zie bladzijde 29).
C
NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert
(zie bladzijde 31).
D
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert
(zie bladzijde 34).
E
Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
F
Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor Europa en Rusland)
PTY HOLD
Licht op wanneer dit toestel in de PTY SEEK functie
(zie bladzijde 41) staat.
PS, PTY, RT en CT
Lichten op aan de hand van de beschikbare Radio
Data Systeem gegevens.
EON
Licht op wanneer de EON dienst beschikbaar is.
G
SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(zie bladzijde 33).
H
Ingangskanaal en luidspreker indicators
LFE indicator
Licht op wanneer het ingangssignaal een LFE signaal
bevat.
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Display voorpaneel
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
q PL
q PL
ENHANCER
SILENT CINEMA
NIGHT
AUTO
YPAO
PRESET
PSHOLD RT
EON
PTYPTY
TUNED
MUTE
VOLUME
MEMORY
SLEEP
VIRTUAL
PCM
A B
SP
mS
ft
dB
LFE
LCR
SL SR
q
DIGITAL
t
dB
STEREO
CT
A0 C GFE
H
D
5
4 76 91 2 3 8
B
Indicators ingangskanalen
LFE
LCR
SL SR
LFE indicator
21 Nl
Verbindingen
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
1
Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
stoffige plekken
Opmerkingen
30º 30º
Ongeveer 6 m
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
22 Nl
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “AUTO
SETUP” procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “AUTO SETUP”
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
1 Controleer de volgende punten voor u met de
AUTO SETUP begint.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
Dit toestel staat aan.
Een eventueel aangesloten subwoofer moet
worden ingeschakeld en het volume moet
ongeveer halverwege (of iets lager) worden
ingesteld.
De crossoverfrequentie voor de aangesloten
subwoofer moet op de maximum stand worden
ingesteld.
De FRONT A luidsprekers zijn geselecteerd als
voorluidsprekersysteem (zie bladzijde 30).
De kamer moet voldoende stil zijn.
2 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
Het volgende verschijnt op het display op het
voorpaneel.
SETUP;;;;;AUTO
3 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de microfoonkop
naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon vastzetten op het statief
(enz.) met behulp van de statiefschroef.
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
Gebruiken van het AUTO SETUP
Opmerkingen
VOLUME
MIN
MAX
MIN MAX
CROSSOVER
HIGH CUT
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
Y
TUNING AUTO/MAN'L
OPTIMIZER MIC
AUDIO SELECT
VIDEO L AUDIO R PORTABLE
VIDEO AUX
Optimalisatie-
microfoon
Optimalisatie-microfoon
23 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
4 Druk op
J
l / h en selecteer “AUTO”.
Keuzes: AUTO, RELOAD, UNDO, DEFAULT
Selecteer “AUTO” om de hele “AUTO SETUP”
procedure automatisch te laten verlopen.
Selecteer “RELOAD” om de laatst gemaakte
“AUTO SETUP” instellingen opnieuw te laden en
de vorige instellingen te negeren.
Selecteer “UNDO” om de laatst gemaakte “AUTO
SETUP” instellingen ongedaan te maken en de
vorige instellingen te herstellen.
Selecteer “DEFAULT” om de “AUTO SETUP”
parameters terug te zetten op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
“RELOAD” en “UNDO” zijn alleen beschikbaar wanneer u
de “AUTO SETUP” al eerder heeft gedaan en de resultaten
daarvan heeft bevestigd.
5 Druk op
J
ENTER om de automatische
instelprocedure te laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische
instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de
automatische instelprocedure. Wanneer alle items
zijn ingesteld, zal “FINISH” verschijnen op het
display op het voorpaneel.
y
Druk op
J
k om de automatische instelprocedure te
annuleren.
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is.
Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de
automatische setup uitvoert. Het zal ongeveer 3 minuten
duren voor het toestel de automatische instelprocedure
heeft afgerond.
6 Wanneer alle metingen met succes zijn
verricht, zal “FINISH” verschijnen op het
display op het voorpaneel.
De luidspreker waarvoor het resultaat van de
automatische setup wordt weergegeven zal op
volgorde veranderen.
y
Druk herhaaldelijk op
J
k / n om het resultaat van de
automatische setup nog eens te bekijken.
Als u bij stap 4 “RELOAD” heeft geselecteerd zullen er
geen testtonen worden geproduceerd.
Als er een fout optreedt tijdens de “AUTO:CHECK”
procedure, zal de procedure worden geannuleerd en zal er
een foutmelding verschijnen. Zie “Als er een foutmelding
verschijnt” op bladzijde 24 voor details.
Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert tijdens
de “AUTO SETUP” procedure, zal “WARNING” en de
betreffende waarschuwingen verschijnen nadat het toestel
het resultaat van de automatische setup heeft getoond.
Voor details verwijzen we u naar de “AUTO SETUP”
paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen van problemen” op
bladzijde 55.
De afstanden bij de gemeten resultaten kunnen groter zijn
dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken
van uw subwoofer.
7 Druk op
J
l / h en selecteer “SET” of
“CANCEL”.
Keuzes: SET, CANCEL
Selecteer “SET” om de “AUTO SETUP” resultaten
te bevestigen.
Selecteer “CANCEL” om de “AUTO SETUP”
resultaten te annuleren.
Opmerking
Opmerkingen
INITIALIZING
WIRING/LEVEL
DISTANCE
SIZE
FINISH
Opmerkingen
FL: 3.3m +2
De afstand tussen de luidspreker
en de luisterplek
Luidspreker
FL/FR: Links/rechts voor
C: Midden
SL/SR: Links/rechts
surround
SW: Subwoofer
Het resultaat van
de instelling van
het
volumeniveau
24 Nl
Aanpassen van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer (YPAO)
8 Druk op
J
ENTER om uw keuze te
bevestigen.
“AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
9 Druk op
L
MENU om de “SET MENU” te
verlaten.
10 Koppel de optimalisatiemicrofoon los van dit
toestel.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand
tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem
niet bovenop dit toestel.
y
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten
luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de
inrichting van uw luisterruimte, moet u de “AUTO
SETUP” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te
optimaliseren.
Wanneer u het resultaat van de automatische setup in
detail wilt controleren of met de hand parameters wilt
instellen, dient u de “MANUAL SETUP” te gebruiken (zie
bladzijde 44).
Als er een foutmelding verschijnt
Als dit toestel een mogelijk probleem detecteert, zal er
tijdens de automatische setup een foutmelding verschijnen
op het display op het voorpaneel.
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen
verwijzen we u naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het
hoofdstuk “Oplossen van problemen” op bladzijde 55.
Na een paar seconden zullen de volgende keuzes
verschijnen. Druk op
J
l / h, selecteer “RETRY” of
“EXIT” en druk vervolgens op
J
ENTER.
Keuzes: RETRY, EXIT
Selecteer “RETRY” om de “AUTO SETUP” procedure
opnieuw te proberen.
Selecteer “EXIT” om de “AUTO SETUP” procedure
af te sluiten.
Als “WARNING” verschijnt
Wanneer dit toestel mogelijke problemen detecteert
tijdens de automatische setup, zal “WARNING”
verschijnen op het display op het voorpaneel na het
resultaat van elk van de luidsprekers in kwestie.
Controleer de waarschuwingen om uw
luidsprekerinstellingen te kunnen corrigeren.
Waarschuwingen verschillen van fouten in die zin dat de
automatische instelprocedure niet wordt geannuleerd door
waarschuwingen.
Druk op
J
n om gedetailleerde informatie over de
waarschuwing te kunnen bekijken.
Toont de gedetailleerde informatie over de waarschuwing
en laat de indicators van luidsprekers die hier niets mee te
maken hebben knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u
naar de “AUTO SETUP” paragraaf in het hoofdstuk “Oplossen
van problemen” op bladzijde 55.
Opmerking
NOISY
>RETRY EXIT
PHASE REVERSED
LFE
LCR
SL SR
Knippert
SELECTEREN VAN DE SCENE SJABLONEN
25 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Dit toestel heeft 12 SCENE ‘sjablonen’ of sets van
voorgeprogrammeerde instellingen voor allerlei
standaardsituaties waarin dit toestel gebruikt kan worden.
Als fabrieksinstellingen zijn de volgende SCENE sjablonen
(instellingen) toegewezen aan de SCENE toetsen:
SCENE 1: DVD Movie Viewing
SCENE 2: Music Disc Listening
SCENE 3: TV Viewing
SCENE 4: Radio Listening
Als u gebruik wilt maken van andere SCENE sjablonen, kunt
u de gewenste SCENE sjablonen selecteren uit het SCENE
sjabloonarchief en deze vervolgens toewijzen aan de SCENE
toetsen op het voorpaneel en de afstandsbediening.
1 Houd de gewenste
P
SCENE (of
3
SCENE)
toets tenminste 3 seconden ingedrukt.
De indicator van de geselecteerde SCENE toets op het
voorpaneel begint nu te knipperen en de naam van het
SCENE sjabloon dat daar op dit moment aan is toegewezen
zal verschijnen op het display op het voorpaneel.
2
Druk op
N
INPUT
l
/
h
(of druk op
J
l
/
h
)
om het gewenste sjabloon te selecteren.
3 Druk nog eens op de
P
SCENE
(of
3
SCENE) toets om uw keuze te
bevestigen.
Het geselecteerde SCENE sjabloon wordt nu
toegewezen aan de toets.
y
Druk op
K
RETURN om de procedure te annuleren.
Selecteren van de SCENE sjablonen
Selecteren van het gewenste
SCENE sjabloon
1
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Selecteer het gewenste SCENE sjabloon
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan
de SCENE toets
1
1
1
of
Afstandsbediening
Knippert
3 seconden
3 seconden
Voorpaneel
DVD Movie View
l INPUT h
ENTER
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
DVD Viewing
1
1
of
AfstandsbedieningVoorpaneel
26 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
Welk SCENE sjabloon wilt u selecteren?
y
U kunt ook uw eigen SCENE sjablonen maken door de voorgeprogrammeerde instellingen van de SCENE sjablonen te wijzigen. Zie
bladzijde 28 voor details.
Radio Listening
CD Listening
CD Music Listening
DVD Live Viewing
DVD Movie Viewing
DVD Viewing
Music Disc Listening
Disc Listening
DVR Viewing
TV Viewing
TV Sports Viewing
Game Playing
DVD
V-AUX
DTV/CBL
TUNER (FM/AM radio)
CD
DVD
DVR
Videobronnen
(DVD video,
opgenomen beelden)
TV programma’s
Videospelletjes
Radioprogramma’s
Muziekdiscs
(CD, SA-CD of DVD-Audio)
SCENE sjablonen
Welke component wilt u
laten weergeven?
Welke signaalbron wilt u
laten weergeven?
1
2
4
3
Standaard
SCENE toetsen
27 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
BASISBEDIENING
Nederlands
Beschrijvingen voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen
SCENE sjabloon
Kenmerken
Signaalbron Weergavefunctie
DVD Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u algemeen materiaal
weergeeft met uw DVD-speler.
DVD STRAIGHT
DVD Movie Viewing
(SCENE 1 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw
DVD-speler.
DVD Movie Dramatic
DVD Live Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u live muziekbeelden
weergeeft met uw DVD-speler.
DVD Pop/Rock
DVR Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u films weergeeft met uw
digitale videorecorder.
DVR Movie Dramatic
Music Disc Listening
(SCENE 2 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw DVD-speler.
DVD 2ch Stereo
Disc Listening
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u met uw DVD-speler
muziek afspeelt als achtergrondmuziek.
DVD 5ch Stereo
CD Listening
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u met uw CD-speler
muziek afspeelt als achtergrondmuziek.
CD 5ch Stereo
CD Music Listening
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u muziekdiscs afspeelt
met uw CD-speler.
CD 2ch Stereo
Radio Listening
(SCENE 4 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar FM of AM
radioprogramma’s luistert.
TUNER Music Enh. 5ch
TV Viewing
(SCENE 3 als standaardinstelling)
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar TV-programmas
kijkt.
DTV/CBL STRAIGHT
TV Sports Viewing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u naar sportprogramma’s
op uw TV kijkt.
DTV/CBL TV Sports
Game Playing
Selecteer dit SCENE sjabloon wanneer u videospelletjes wilt
spelen.
V-AUX Game
28 Nl
Selecteren van de SCENE sjablonen
U kunt voor elk van de SCENE toetsen uw eigen SCENE
sjabloon maken. U kunt gebruik maken van de 12
voorgeprogrammeerde SCENE sjablonen om uw eigen
SCENE sjablonen vast te leggen.
Aanpassen van de
voorgeprogrammeerde SCENE
sjablonen
Gebruik deze functie om de voorgeprogrammeerde
SCENE sjablonen aan te passen.
1 Houd de gewenste
3
SCENE toets
3 seconden lang ingedrukt.
Het bewerkingsscherm voor het SCENE sjabloon zal
op het display op het voorpaneel verschijnen.
Wanneer het SCENE sjabloon dat u wilt bewerken niet is
toegewezen aan één van de
3
SCENE toetsen, dient u net
zo vaak op
J
l / h te drukken tot het gewenste SCENE
sjabloon verschijnt (zie bladzijde 25).
2 Druk op
J
k / n om de gewenste instelling
van het SCENE sjabloon te selecteren en
gebruik vervolgens
J
l / h om de gewenste
waarde in te stellen.
U kunt de volgende instellingen van een SCENE
sjabloon wijzigen:
•De signaalbron
De ingeschakelde geluidsveldprogramma’s of
STRAIGHT functie
De nacht-luisterfunctie (zie bladzijde 31)
SYSTEM: Houd de huidige instelling voor de
nacht-luisterfunctie.
CINEMA: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
CINEMA.
MUSIC: Stelt de nacht-luisterfunctie in op
MUSIC.
3 Druk nog eens op de
3
SCENE toets om uw
wijziging te bevestigen.
y
Er zal een asterisk (*) bij de naam van het originele SCENE
sjabloon verschijnen.
Druk op
K
RETURN om de procedure te annuleren.
U kunt voor elk van de
3
SCENE toetsen een aangepast
SCENE sjabloon aanmaken, maar als u een ander aangepast
SCENE sjabloon aanmaakt, zal dit toestel het oude aangepaste
SCENE sjabloon vervangen door het nieuwe.
Het aangepaste SCENE sjabloon is alleen beschikbaar voor de
oorspronkelijk geselecteerde
3
SCENE toets.
Uw eigen SCENE sjablonen maken
Opmerking
: DVD Movie Viewing
: DVD
SCENE
INPUT
SCENE : DVD Movie Viewing
1
SCENE sjabloonarchief
(Voorbeeld)
Selecteer het gewenste
SCENE sjabloon
Wijs het SCENE
sjabloon toe aan de
SCENE toets
Maak uw eigen SCENE
sjabloon
1
3 seconden
Opmerkingen
1
WEERGAVE
29 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
2 Druk net zo vaak op de
I
SPEAKERS toets
tot u de voor-luidsprekers die u wilt
gebruiken geselecteerd heeft.
De corresponderende luidspreker indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op
N
INPUT l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
4
)) om de gewenste signaalbron te
selecteren.
De naam van de op dit moment geselecteerde
signaalbron wordt een paar seconden lang op het
display getoond.
4 Start de weergave op de geselecteerde
component of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 37 voor details omtrent het
afstemmen (FM/AM).
5
Verdraai
H
VOLUME
(of druk op
5
VOLUME +/
)
om het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
6 Druk herhaaldelijk op
K
PROGRAM l / h
(of druk op
8
PROG l / h) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
Zie bladzijde 34 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 30).
Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 36).
Om informatie over de op dit moment geselecteerde
signaalbron te laten weergeven op het display op het
voorpaneel, zie bladzijde 32 voor details.
Inhoudsgids
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw
luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw
CD-speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s.
Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
Basisbediening
INPUT:DVD
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
Beschikbare signaalbronnen
Op dit moment geselecteerde signaalbron
Opmerkingen
Wanneer u...
Zie
bladzijde
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen.
31
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
bewerken
35
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren
31
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken. 30
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven.
35
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten
33
Movie Dramatic
Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma
30 Nl
Weergave
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(zie bladzijde 36).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op
C
MUTE om de geluidsweergave
tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op
C
MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
U kunt ook
H
VOLUME verdraaien (of op
5
VOLUME +/
drukken) om de geluidsweergave te hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via “MUTE
TYP.” in het “SOUND MENU” (zie bladzijde 49).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Selecteren van de gewenste set
voor-luidsprekers
Druk herhaaldelijk op
I
SPEAKERS om de om
de set voor-luidsprekers aangesloten op de
FRONT A of FRONT B luidsprekeraansluitingen
aan of uit te zetten.
De actieve set voor-luidsprekers verandert als volgt:
Zet het volume van dit toestel uit wanneer u de instelling voor de
voor-luidsprekers omschakelt.
Gebruiken van Zone B
Wanneer u “FRONT B” instelt op “ZONE B” (zie
bladzijde 46), kunt u de luidsprekers die zijn verbonden
met de FRONT B luidsprekeraansluitingen in een andere
kamer gebruiken (Zone B).
Druk herhaaldelijk op
I
SPEAKERS op het
voorpaneel om de Zone B luidsprekers aan of uit
te zetten.
Wanneer u de Zone B luidsprekers inschakelt, zullen alle
luidsprekers in de hoofdzone buiten werking worden gesteld.
U kunt niet tegelijkertijd de luidsprekers in de hoofdzone en die
in Zone B gebruiken.
Als u het CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert en
de Zone B luidsprekers inschakelt, zal automatisch Virtual
CINEMA DSP worden ingeschakeld (zie bladzijde 36).
De met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden component als
signaalbron selecteren
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 17).
Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h (of druk op
B
MULTI CH IN) tot “MULTI CH” verschijnt op
het display op het voorpaneel.
y
Gebruik het “MULTI CH SET” menu in het “INPUT MENU” om de
parameter voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie bladzijde 50).
De ingangssignalen worden versterkt en direct weergegeven,
zonder bewerking van het geluid. Daarom kunt u geen
geluidsveldprogramma’s gebruiken of de nacht-luisterfunctie
enz. wanneer MULTI CH is geselecteerd als signaalbron.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
linker en rechter voorkanalen worden weergegeven.
Aanvullende mogelijkheden
Opmerkingen
SPEAKERS
PHONES
SILENT CINEMA
STANDBY
/ON
A/B/OFF
l
PRESET/TUNING
h
A/B/C/D/E
BAND
EDIT
PRESET/TUNING
MEMORY
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
AUDIO SELECT
NIGHTSTRAIGHT
EFFECT
TONE CONTROL
l INPUT hl PROGRAM h
VOLUME
SCENE
1234
VIDEO L AUDIO R PORTABLE
VIDEO AUX
Opmerking
Opmerkingen
Opmerkingen
FRONT A FRONT B
OFF
31 Nl
Weergave
BASISBEDIENING
Nederlands
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “AUDIO
SELECT” in het “OPTION MENU” (zie bladzijde 51).
Druk herhaaldelijk op
O
AUDIO SELECT (of
druk op
E
AUDIO SEL) om de gewenste
instelling voor de audio ingangsaansluiting
selectie te kiezen.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen
(2) Analoge signalen
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden
geselecteerd. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluiting is toegewezen aan de op dit moment
geselecteerde signaalbron.
Selecteren van de nacht-luisterfunctie
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
1 Druk herhaaldelijk op
F
NIGHT en selecteer
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC,
NIGHT OFF
Selecteer “NIGHT:CINEMA” om het dynamisch bereik
van een filmsoundtrack te verminderen en de gesproken
tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u alle
weergegeven geluiden beter verstaanbaar wilt maken.
Selecteer “NIGHT OFF” als u deze functie niet
wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
2 Druk op
J
l / h om het effectniveau te
regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of
“NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het
display op het voorpaneel.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet
gebruiken:
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron.
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
wanneer de bemonsteringsfrequentie van de signaalbron
hoger is dan 96 kHz.
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede
af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor
surroundweergave.
Toonregeling
Gebruik deze functie om de weergave van de lage tonen
en die van de hoge tonen voor de linker en rechter
luidsprekerkanalen te regelen.
Druk herhaaldelijk op
J
TONE CONTROL, kies
“BASS” (lage tonen) of “TREBLE” (hoge tonen)
en gebruik vervolgens
K
PROGRAM l / h om
de gekozen tonen te verzwakken of te versterken.
Instelbereik: –10 t/m +10 dB
Instelstap: 2
Selecteer “BASS” om de weergave van de lage tonen
te regelen.
Selecteer “TREBLE” om de weergave van de hoge
tonen te regelen.
De instellingen voor de luidsprekers en die voor de
hoofdtelefoon worden apart opgeslagen.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Opmerking
A.SEL:AUTO
DVR DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
Instelling van de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
Opmerkingen
Opmerkingen
32 Nl
Weergave
Instellen luidsprekerniveaus tijdens
weergave
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent.
Deze handeling overschrijft de niveau-instelling die is gemaakt
via “SP LEVEL” (zie bladzijde 47).
1 Druk net zo vaak op
I
LEVEL tot u de
luidspreker geselecteerd heeft die u wilt
instellen.
y
Wanneer u op
I
LEVEL op de afstandsbediening heeft
gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
J
k / n.
2 Druk op
J
l / h op de afstandsbediening
om het uitgangsniveau (volume) van de
luidspreker te regelen.
Het instelbereik loopt van –10 dB t/m +10 dB.
y
U kunt op
D
A/B/C/D/E drukken om een luidspreker te
selecteren en vervolgens met
E
PRESET/TUNING l / h het
uitgangsniveau van die luidspreker regelen.
Tonen van informatie over het signaal
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Druk op
L
MENU op de afstandsbediening.
“AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
;AUTO SETUP
2 Druk herhaaldelijk op
J
k / n om “SIGNAL
INFO” te selecteren en druk dan op
J
ENTER.
3 Druk op
J
k / n om de weergegeven
informatie om te schakelen.
De volgende informatie met betrekking tot de
signaalbron zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
4 Druk op
L
MENU om af te sluiten.
Opmerking
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SWFR
Subwoofer
SUR.L
Linker surround-luidspreker
SUR.R
Rechter surround-luidspreker
Display Beschrijving
Formattering
Signaalformattering.
Bemonsterin
gsfrequentie
Het aantal metingen per seconden van een
continu signaal om een digitaal signaal te
kunnen maken.
Kanaal Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE).
Bitsnelheid Het aantal bits aan gegevens dat per
seconde een bepaald meetpunt passeert.
Vlaggegevens
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby
Digital of PCM signalen is meegecodeerd
en die dit toestel in staat stelt automatisch
van decoder te wisselen.
33 Nl
Weergave
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt het toestel zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd.
Druk herhaaldelijk op
D
SLEEP om de gewenste
tijd in te stellen.
Met elke druk op
D
SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het display
keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma.
y
Druk op net zo vaak op
D
SLEEP op de afstandsbediening tot
“SLEEP OFF” op het display op het voorpaneel verschijnt.
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met
A
STANDBY/ON (of
2
STANDBY) dit toestel uit (standby)
te zetten.
Afspelen van video op de achtergrond
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen (
4
) op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
SLEEP 120min SLEEP 90min
SLEEP 60minSLEEP 30minSLEEP OFF
Audiobronnen
Videobronnen
DVD DVR V-AUX
MULTI CH IN
TUNER
MD/CD-RCD
DTV/CBL
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
34 Nl
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale
decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals
weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals
geluidsbron.
Druk op
K
PROGRAM l / h (of druk
herhaaldelijk op
8
PROG l / h).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
op het display op het voorpaneel verschijnen.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 30).
Wanneer er PCM signalen met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz binnenkomen, zal dit
toestel automatisch overschakelen naar de “STRAIGHT” stand
(zie bladzijde 36).
Bij een ingangssignaal met een hogere bemonsteringsfrequentie
dan 96 kHz zal dit toestel geen geluidsveldprogramma’s
toepassen.
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet
alleen op basis van de naam van het programma.
U kunt “Music Enh. 2ch” en “Music Enh. 5ch” selecteren door
herhaaldelijk op
H
ENHANCER te drukken.
De geluidsveldprogramma’s van dit toestel zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de
hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties
waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
Geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
Categorie Programma Kenmerken
MUSIC
Pop/Rock
CINEMA DSP verwerking. Dit programma geeft u de indruk dat u lijfelijk aanwezig bent bij een
pop, rock of jazz concert. Het geluidsveld reproduceert een zeer grote zaal, waarbij de nadruk ligt
op de vocalen van het centrale podium, op de solo-instrumenten en de ritmesectie.
Hall
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor klassieke en orkestrale
muziek. Dit programma maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een grote concertzaal in
Muenchen. Hierdoor kunt u genieten van mooie, verfijnde natrillingen en een majestueuze sfeer.
Jazz
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is bij uitstek geschikt voor jazz en fusion.
Het maakt gebruik van gegevens die zijn verzameld in een beroemde jazzclub in New York.
Hierdoor kunt u genieten van heldere natrillingen.
ENTERTAIN
Game
CINEMA DSP verwerking. Hierdoor kunt u profiteren van de spannende en dynamische
geluidseffecten die zo karakteristiek zijn voor computer- en videospellen. Dit programma geeft u
een gevoel van diepte door middel van de omhullende driedimensionale geluidsvelden waarin het
spel zich afspeelt en biedt bioscoopachtige geluidseffecten voor de videostukjes in de spellen.
TV Sports
CINEMA DSP verwerking. Hiermee kunt u genieten van sportuitzendingen in stereo en van
amusementsprogramma’s met live geluid. Bij sportprogramma’s zal het begeleidende commentaar
duidelijk vanuit het midden komen, terwijl de geluiden van het publiek en de sfeergeluiden uit het
stadion u zullen omhullen zodat u het gevoel krijgt dat u er echt bij bent.
MOVIE
Movie Spacious
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is geschikt voor films met veel spectaculaire
geluidseffecten en het gaat dan ook heel goed samen met breedbeeldweergave. Het programma
zorgt voor een weergave over een zeer groot dynamisch bereik, van fluisterende geluidseffecten tot
bulderend lawaai.
Movie Dramatic
CINEMA DSP verwerking. Dit geluidsveld is ook geschikt voor films met de nadruk op
driedimensionale geluidseffecten. Natrillingen worden gemiddeld onderdrukt, maar de
geluidseffecten en de achtergrondmuziek worden weergegeven op een zachte, driedimensionale
manier, gecentreerd op de heldere weergave in het midden van de stemmen van de acteurs.
STEREO
2ch Stereo
Brengt multikanaals materiaal terug tot 2 kanalen of geeft 2-kanaals materiaal onveranderd weer.
5ch Stereo
CINEMA DSP verwerking. Gebruik van dit programma vergroot de luisterplek. Dit geluidsveld is
geschikt voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen.
ENHANCER
Music Enh. 2ch
Music Enh. 5ch
Kies deze programma’s om kunstmatig gecomprimeerde signalen (zoals MP3 bestanden) in
2-kanaals of 5-kanaals stereo weer te laten geven. Dit programma verbetert de geluidsweergave door
de vanwege zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren.
Opmerking
35 Nl
Geluidsveldprogramma’s
BASISBEDIENING
Nederlands
Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Ingangssignalen afkomstig van 2 kanaals bronnen kunnen
ook via meerdere kanalen worden weergegeven.
Druk herhaaldelijk op
G
SUR. DECODE om een
decoder te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van
het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke
voorkeuren.
Wijzigen van geluidsveld instellingen
U kunt een goede geluidskwaliteit bereiken met de
fabrieksinstellingen. U hoeft deze begininstellingen niet te
veranderen, maar u kunt dat wel doen wanneer u de
weergave beter wilt proberen aan te passen aan de
specifieke omstandigheden in uw kamer.
1 Druk op
J
k / n terwijl u naar een bepaalde
signaalbron luistert om de gewenste
parameter te selecteren.
2 Druk op
J
l / h om de huidige waarde voor
deze parameter te wijzigen.
U kunt geen parameterwaarden wijzigen wanneer de
“MEM.GUARD” beveiliging in het “OPTION MENU” is
ingesteld op “ON” (zie bladzijde 51).
y
De begininstellingen voor elk van de parameters worden vet
aangegeven.
Voor Pop/Rock, Hall, Jazz, Game, TV Sports,
Movie Spacious en Movie Dramatic:
DSP niveau DSP LEVEL
Functie: Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
MIN, MID, MAX
Voor PRO LOGIC II Music:
Panorama PANORAMA
Functie: Stuurt stereosignalen naar de
surround-luidsprekers zowel als naar
de voor-luidsprekers voor een
omhullend effect.
Instelmogelijkheden:
OFF, ON
Dimensie DIMENSION
Functie: Zorgt voor een graduele aanpassing
van het geluidsveld naar voren of naar
achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren),
de begininstelling is STD (standaard).
Midden breedte CT WIDTH
Functie: Regelt het middengeluidsveld via alle
drie de voor-luidsprekers. Een grotere
waarde breidt het middenveld uit in de
richting van de linker en rechter
voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (geluid voor het middenkanaal
wordt alleen maar weergegeven via de
midden-luidspreker) t/m 7 (het
middenkanaal wordt helemaal via de
linker en rechter voor-luidsprekers
weergegeven), de begininstelling is 3.
Voor Music Enh. 2ch en Music Enh. 5ch
Effectniveau EFCL LVL
Functie: Regelt het effectniveau.
Instelmogelijkheden:
LOW, HIGH
STANDAARD Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor
elk bronmateriaal
PLII Movie
Dolby Pro Logic II verwerking voor
filmmateriaal
PLII Music
Dolby Pro Logic II verwerking voor
muziekmateriaal
PLII Game
Dolby Pro Logic II verwerking voor
spelmateriaal
Opmerking
36 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder
surround-luidsprekers door virtuele luidsprekers te
creëren.
Als u “SUR. LR” op “NONE” (zie bladzijde 48) instelt,
zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden
ingeschakeld wanneer u een geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 34).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “SUR. LR” op “NONE”
(zie bladzijde 46):
wanneer “5ch Stereo” (zie bladzijde 34) is geselecteerd.
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon
(SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met een
geluidsveldprogramma (uitgezonderd 2ch Stereo en Music
Enh. 2ch) (zie bladzijde 34). Wanneer SILENT CINEMA
is ingeschakeld, zal de SILENT CINEMA indicator
oplichten op het display op het voorpaneel.
Luisteren naar onbewerkte weergave
(‘Straight’ (rechtstreekse)
weergavefunctie)
Wanneer dit toestel in de “STRAIGHT” staat zal
multikanaals materiaal rechtstreeks via de diverse kanalen
worden weergegeven zonder verdere toevoeging van
effecten. Tweekanaals stereomateriaal zal alleen via de
linker en rechter voor-luidsprekers worden weergegeven.
Druk op
L
STRAIGHT (of op
9
STRAIGHT) en
selecteer “STRAIGHT”.
Om de “STRAIGHT” functie uit te schakelen dient u nog
eens op
L
STRAIGHT (of op
9
STRAIGHT) te drukken
zodat “STRAIGHT” verdwijnt van het display op het
voorpaneel.
Opmerking
FM/AM AFSTEMMEN
37 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders automatisch of met de hand
voorprogrammeren.
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h tot
“TUNER” op het display op het voorpaneel
verschijnt.
2 Druk op
C
BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3 Druk op
G
TUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet automatisch afstemmen. Druk op
B
PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4 Druk één keer op
E
PRESET/TUNING
l / h om het automatisch afstemmen te
laten beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h tot
“TUNER” op het display op het voorpaneel
verschijnt.
2 Druk op
C
BAND om de radioband te kiezen
(FM of AM (MG)).
3 Druk op
G
TUNING AUTO/MAN’L zodat de
AUTO indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet handmatig afstemmen. Druk op
B
PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te
schakelen.
4 Druk op
E
PRESET/TUNING l / h om met
de hand af te stemmen op de gewenste
zender.
U kunt de toets ingedrukt houden om de frequentie
doorlopend te laten veranderen.
FM/AM afstemmen
Automatisch afstemmen
AUTO
A
AM
1440
kHz
Licht op
Geen dubbele punt (:)
AUTO
TUNED
A
AM
1530
kHz
Licht op
Handmatig afstemmen
Opmerking
A
AM
1440
kHz
Geen dubbele punt (:)
38 Nl
FM/AM afstemmen
U kunt maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Druk net zo vaak op
N
INPUT l / h tot
“TUNER” op het display op het voorpaneel
verschijnt.
2 Druk op
C
BAND en selecteer “FM” als de
radioband.
3 Houd
F
MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer
5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer selecteren
waaronder de eerst gevonden zender zal worden opgeslagen door eerst
op
D
A/B/C/D/E
en vervolgens op
E
PRESET/TUNING
l
/
h
te
drukken.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een
zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te
stemmen zoals beschreven bij “Handmatig voorprogrammeren”
elders op deze bladzijde.
Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren
(alleen modellen voor Europa).
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie bladzijde 37 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
2 Druk op
F
MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer
30 seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op
D
A/B/C/D/E en
E
PRESET/TUNING l / h om de gewenste
voorkeuzegroep en het gewenste
voorkeuzenummer (A1 t/m E8) te selecteren
terwijl de MEMORY indicator knippert.
Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt
op het display.
4 Druk op
F
MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Automatisch voorprogrammeren
Opmerkingen
Knippert
AUTO
MEMORY
A1:FM 87.50MHz
Knippert
Handmatig voorprogrammeren
Opmerkingen
TUNED
MEMORY
:
C3
AM
630
kHz
Voorkeuzegroep en voorkeuzenummer
Knippert
De getoonde zender is opgeslagen als C3.
TUNED
:
C3
AM
630
kHz
39 Nl
FM/AM afstemmen
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u deze handeling uitvoert met de afstandsbediening,
moet u eerst op
4
TUNER drukken om “TUNER” als
signaalbron te selecteren.
1 Druk herhaaldelijk op
D
A/B/C/D/E
(of
7
A/B/C/D/E l / h) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op
E
PRESET/TUNING l / h
(of
7
PRESET l / h) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
D
A/B/C/D/E en
E
PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op
deze bladzijde.
2 Houd
B
PRESET/TUNING tenminste
3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
D
A/B/C/D/E en
E
PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” elders op
deze bladzijde.
4 Druk nog eens op
B
PRESET/TUNING.
“EXCHANGE E1–A5” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen wanneer de twee
voorkeuzezenders van plaats wisselen.
Selecteren van voorkeuzezenders
:
E1
FM
87.50
MHz
Omwisselen van voorkeuzezenders
MEMORY
:
E1
FM
87.50
MHz
Knippert
Knippert
MEMORY
:
A5
FM
90.50
MHz
Knippert
Knippert
RADIO DATA SYSTEEM ONTVANGST (ALLEEN MODELLEN VOOR EUROPA EN RUSLAND)
40 Nl
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT
(Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen
oplichten op het display op het voorpaneel (zie
bladzijde 20).
U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op
G
TUNING AUTO/MAN’L op
het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van
het display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie
is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op
het voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 38).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op
0
INFO op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
41 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 38).
1 Druk op
4
TUNER op de afstandsbediening
om “TUNER” als signaalbron te selecteren.
2 Druk op
0
PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
0
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
3 Druk op
6
PRESET l / h op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Knippert
NEWS
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Licht op
POP M
42 Nl
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor Europa en Rusland)
4 Druk op
0
PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
De naam van het geselecteerde programmatype
knippert en de PTY HOLD indicator zal oplichten op
het display op het voorpaneel.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op
0
PTY SEEK START op de
afstandsbediening te drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op
0
PTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de
4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit
toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u
af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de EON indicator wel gaat branden.
3 Druk herhaaldelijk op
0
EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de
0
EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van andere
netwerken (Enhanced Other Networks; EON)
Opmerkingen
EON
NEWS
Licht op
OPNEMEN
43 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 31), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 32) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 34) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Als uw signaalbron alleen digitaal is aangesloten, kunt u daarvan niet opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde AUDIO OUT (REC) kanaal.
Wanneer u opname-apparatuur heeft aangesloten op dit toestel, dient u de apparatuur in kwestie ingeschakeld te houden zolang u dit
toestel gebruikt. Als de apparatuur in kwestie wordt uitgeschakeld, kan de weergave van andere componenten gestoord worden.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Druk herhaaldelijk op
N
INPUT
l / h
(of druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
4
)) om de signaalbron waarvan u wilt
opnemen te selecteren.
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
4 Start de opname op de opnemende
component.
Opnemen
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
Instelmenu
44 Nl
Met behulp van het instelmenu kunt u allerlei systeeminstellingen wijzigen en kunt u de manier waarop het toestel werkt
aanpassen aan uw voorkeuren. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw
specifieke systeem en uw voorkeuren.
Automatische setup AUTO SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 22).
Handmatige setup MANUAL SETUP
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Geluidsmenu 1 SOUND MENU
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Ingangsmenu 2 INPUT MENU
Via dit menu kunt u met de hand de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of
een signaalbron een andere naam geven.
Instelmenu
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)SPEAKER SET
Selecteren van de afmetingen van de luidsprekers, de luidsprekers voor weergave van lage
tonen, de crossover frequentie en de locatie van de voor-luidsprekers die zijn aangesloten
op de FRONT B aansluitingen.
46
B)SP LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker.
47
C)SP DISTANCE
Instellen van de afstand voor elke luidspreker.
48
D)CENTER GEQ
Instellen van de klankkleur (toon) van de midden-luidspreker.
48
E)LFE LEVEL
Instellen van het uitgangsniveau van het LFE kanaal bij Dolby Digital of DTS signalen.
48
F)D.RANGE
Instellen van het dynamisch bereik bij Dolby Digital of DTS signalen.
48
G)AUDIO SET
Regelt de verlaging van het volume, de vertragingsinstellingen, het maximum
volumeniveau en het beginvolume.
49
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)INPUT ASSIGN
Toewijzen van ingangsaansluitingen op dit toestel aan de daarmee verbonden
componenten.
49
B)INPUT RENAME
Hiermee kunt u een signaalbron een andere naam geven.
50
C)VOLUME TRIM
Instellen van het uitgangsniveau van elke aansluiting.
50
D)DECODER MODE
Selecteren van de decoderfunctie voor de signaalbronnen die zijn aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
50
E)MULTI CH SET
Selecteren welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave
van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen.
50
45 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Optiemenu 3 OPTION MENU
Via dit menu kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Signaalinformatie SIGNAL INFO
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 32).
Gebruik de afstandsbediening om de menu’s te openen en
de instellingen te verrichten.
y
U kunt de parameters via het instelmenu wijzigen terwijl het
toestel geluid aan het weergeven is.
1 Druk op
L
MENU op de afstandsbediening.
“AUTO SETUP” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
;AUTO SETUP
2 Druk op
J
k / n en selecteer “MANUAL
SETUP”.
;MANUAL SETUP
3 Druk op
J
ENTER om de “MANUAL SETUP”
te openen.
“1 SOUND MENU” zal op het display op het
voorpaneel verschijnen.
1 SOUND MENU
4 Druk herhaaldelijk op
J
k / n om het
gewenste menu te selecteren en druk op
J
ENTER om het te openen.
De volgende menu’s zullen achtereenvolgens op het
display op het voorpaneel verschijnen wanneer u
herhaaldelijk op
J
k / n drukt.
5 Druk herhaaldelijk op
J
k / n om het
gewenste submenu te selecteren en druk op
J
ENTER om het te openen.
Herhaal deze stap om de gewenste instellingen op
te zoeken en te openen.
Druk op
8
RETURN om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
6 Druk op
J
k / n om de gewenste parameter
te selecteren en vervolgens op
J
l / h om
de instelling te wijzigen.
Druk op
J
h om de ingestelde waarde te
verhogen.
Druk op
J
l om de ingestelde waarde te
verlagen.
7 Druk op
L
MENU om het instelmenu te
verlaten.
Parameter Kenmerken
Bladzijde
A)DISPLAY SET
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen.
51
B)MEMORY GUARD
Vergrendelen van instellingen voor de geluidsveldprogramma’s en andere instellingen via
het instelmenu.
51
C)AUDIO SELECT
Standaard instellen van een bepaalde audio ingangsaansluiting selectiefunctie voor de op de
DIGITAL INPUT aangesloten signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
51
D)PARAM. INI
Terugzetten van alle parameters voor de geluidsveldprogramma’s op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
51
Gebruiken van het instelmenu
1 SOUND MENU
2 INPUT MENU
3 OPTION MENU
46 Nl
Instelmenu
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-instellingen
wijzigen of compenseren voor vertragingen bij het verwerken
van videosignalen bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren.
Luidspreker-instellingen
A)SPEAKER SET
Via dit menu kunt u met de hand de
luidspreker-instellingen wijzigen.
FRONT B luidspreker-instelling FRONT B
Gebruik deze functie om de locatie van de met de FRONT
B aansluitingen verbonden luidsprekers te bepalen.
Keuzes: FRONT, ZONE B
Selecteer “FRONT” om de FRONT A en B set aan of
uit te zetten wanneer de FRONT B luidsprekers zich in
uw belangrijkste luisterruimte (hoofdzone/eerste
ruimte) bevinden.
Selecteer “ZONE B” als de met de FRONT B
aansluitingen verbonden luidsprekers zich in een
andere kamer (‘zone’) bevinden. Als FRONT A wordt
uitgeschakeld en FRONT B wordt ingeschakeld, zullen
alle luidsprekers in de hoofdzone (eerste
luisterruimte/woonkamer) worden uitgeschakeld en zal
er alleen via de FRONT B aansluitingen geluid worden
weergegeven.
Als u een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting op dit
toestel doet, zal het geluid worden weergegeven via zowel de
hoofdtelefoon als de FRONT B aansluitingen wanneer
“FRONT B” is ingesteld op “ZONE B”.
Als er een DSP programma is ingeschakeld wanneer “FRONT
B” op “ZONE B” is ingesteld, zal het toestel automatisch in de
Virtual CINEMA DSP stand gaan (zie bladzijde 36).
Voor-luidsprekers FRONT
Keuzes: LARGE, SMALL
Wanneer de voor-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LARGE” (groot).
Wanneer de voor-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SMALL” (klein).
Wanneer “BASS OUT” is ingesteld op “FRNT”
(zie bladzijde 47), kunt u alleen “LARGE” kiezen bij “FRONT”.
Als “FRONT” van tevoren op een andere instelling dan
“LARGE” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch
veranderen naar “LARGE”.
Midden-luidspreker CENTER
Keuzes: NONE, SML, LRG
Wanneer de midden-luidspreker groot is
Selecteer “LRG” (groot).
Wanneer de midden-luidspreker klein is
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
midden-luidspreker
Selecteer “NONE” (geen). De signalen voor het
middenkanaal zullen naar de linker en rechter
voor-luidsprekers worden gestuurd.
Linker/rechter surround-luidsprekers SUR. LR
Keuzes: NONE, SML, LRG
Wanneer de surround-luidsprekers groot zijn
Selecteer “LRG” (groot).
Wanneer de surround-luidsprekers klein zijn
Selecteer “SML” (klein).
Wanneer u geen gebruik maakt van
surround-luidsprekers
Selecteer “NONE” (geen). Dit toestel wordt in de
Virtual CINEMA DSP stand gezet (zie bladzijde 36).
1 SOUND MENU
Opmerkingen
De woofer van de luidsprekerbox is 16 cm of groter:
groot
De woofer van de luidsprekerbox is kleiner dan 16 cm:
klein
Opmerking
47 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
LFE/Bass out BASS OUT
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: SWFR, FRNT, BOTH
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan
uw voorkeuren.
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op
dit toestel en u een natuurlijke weergave van
de lage tonen wilt
Selecteer “SWFR” (subwoofer). Zowel de LFE
signalen als de lage tonen in de signalen voor andere
luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
Wanneer er een subwoofer is aangesloten op
dit toestel en u een rijke weergave van de lage
tonen wilt
Selecteer “BOTH” (beide). De lage tonen worden voor
elke signaalbron weergegeven door de subwoofer.
Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen
voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “SML”
(of “SMALL”) worden naar de subwoofer gedirigeerd.
De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de
subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “FRONT”
instelling (zie bladzijde 46).
Wanneer u geen gebruik maakt van een
subwoofer
Selecteer “FRNT” (voor). De LFE signalen, de lage
tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage
tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op
“SML” (of “SMALL”) zullen allemaal gedirigeerd
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers,
ongeacht de “FRONT” instelling (zie bladzijde 46).
Crossover CROSSOVER
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor
alle luidsprekers die zijn ingesteld op “SML” (of “SMALL”)
of op “NONE” via “SPEAKER SET” (zie de bladzijden 45
en 46). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie
zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de
luidsprekers die zijn ingesteld op “LRG” (of “LARGE”) via
“SPEAKER SET” (zie de bladzijden 45 en 46).
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Subwooferfase SWFR PHASE
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
Keuzes: NRM, REV
Selecteer “NRM” als u de fase voor uw subwoofer niet
wilt omkeren.
Selecteer “REV” om de fase voor uw subwoofer om te
keren.
Luidsprekerniveau B)SP LEVEL
Gebruik deze functie om met de hand het uitgangsniveau
van elk van de luidsprekers in te stellen.
Instelbereik: –10 t/m +10 dB
Instelstap: 1 dB
Begininstelling: 0 dB
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
SP LEVEL Ingestelde luidspreker
FL
Linker voor-luidspreker
FR
Rechter voor-luidspreker
C
Midden-luidspreker
SL
Linker surround-luidspreker
SR
Rechter surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
Opmerking
48 Nl
Instelmenu
Luidsprekerafstand C)SP DISTANCE
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is
dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de
weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan
heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Eenheid UNIT
Keuzes: meters (m), feet (ft)
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: feet (ft)
[Overige modellen]: meters (m)
Selecteer “meters” om de afstanden van de
luidsprekers in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “feet” om de afstanden van de luidsprekers in
feet (voeten) in te kunnen voeren.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Instelstap: 0,10 m (0.5 ft)
Begininstelling:
FRONT L/FRONT R/SWFR: 3,00 m (10.0 ft)
CENTER: 2,60 m (8.5 ft)
SUR. L/SUR. R: 2,40 m (8.0 ft)
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af van
de luidsprekerinstellingen.
Grafische equalizer voor het
middenkanaal
D)CENTER GEQ
Gebruik deze functie om de ingebouwde
5-frequentiebanden (100 Hz, 300 Hz, 1 kHz, 3 kHz en
10 kHz) grafische equalizer zo in te stellen dat de
toonkleur van de midden-luidspreker overeenkomt met
die van de voor-luidsprekers. U kunt de instelling
verrichten terwijl u luistert naar de op dit moment
geselecteerde signaalbron, of naar een testtoon.
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Begininstelling: 0 dB
y
Druk op
J
k / n om een frequentieband te selecteren en op
J
l / h om de geselecteerde frequentieband in te stellen.
Hier volgt een voorbeeld waarin “100Hz” wordt
geselecteerd als de frequentieband.
Testtoon TEST
Gebruik deze functie om instellingen te verrichten voor
“CENTER GEQ” terwijl u luistert naar een testtoon.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de testtoon te stoppen en de op dit
moment geselecteerde signaalbron weer te laten geven.
Selecteer “ON” om de midden- en linker
voor-luidsprekers testtonen te laten produceren.
Niveau Lage Frequentie Effecten
E)LFE LEVEL
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling
werkt wanneer het ingangssignaal een LFE kanaal bevat.
Instelbereik: –20 t/m 0 dB
Instelstap: 1 dB
Luidspreker LFE SP LFE
Stelt het LFE luidsprekerniveau in.
Hoofdtelefoon LFE HP LFE
Stelt het LFE hoofdtelefoonniveau in.
Afhankelijk van de instellingen bij “BASS OUT”
(zie bladzijde 47) is het mogelijk dat sommige signalen niet via
de SUBWOOFER OUTPUT aansluiting worden gereproduceerd.
Dynamisch bereik F)D.RANGE
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS
signalen decodeert.
Keuzes: MIN, STD, MAX
Selecteer “MIN” (minimum) als u regelmatig bij een
laag volume wilt luisteren.
Selecteer “STD” (standaard) voor algemeen gebruik.
Selecteer “MAX” (maximum) om het grootste
dynamische bereik te behouden.
Luidspreker dynamisch bereik SP D.R
Stelt de compressie voor de luidsprekers in.
Hoofdtelefoon dynamisch bereik HP D.R
Stelt de compressie voor de hoofdtelefoon in.
SP DISTANCE Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
Opmerking
Opmerking
100Hz--||-- 0
49 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Audio instellingen G)AUDIO SET
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Tijdelijk uit of lager zetten van het geluid
MUTE TYP.
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt
(zie bladzijde 30).
Keuzes: FULL, –20dB
Selecteer “FULL” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “–20dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio vertraging A.DELAY
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors of projectoren.
Instelbereik: 0 t/m 160 ms
Instelstap: 1 ms
Maximum volume MAX VOL.
Gebruik deze functie om het maximum volume in te
stellen. Deze functie is nuttig om te voorkomen dat er per
ongeluk hele harde geluiden worden weergegeven. Het
oorspronkelijke volumebereik is bijvoorbeeld +16 dB t/m
–80 dB. Maar wanneer “MAX VOL.” is ingesteld op
–5 dB, wordt het volumebereik –5 dB t/m –80 dB.
Instelbereik: –30 dB t/m +10 dB, +16 dB
Instelstap: 5 dB
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.”
instelling. Als bijvoorbeeld “INI.VOL.” is ingesteld op –20 dB en
“MAX VOL.” is ingesteld op –30 dB, dan zal het volume
automatisch worden ingesteld op –30 dB wanneer u de volgende
keer het toestel weer aan zet.
Beginvolume INI.VOL.
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume moet
worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16 dB
Instelstap: 1 dB
De “MAX VOL.” instelling krijgt voorrang boven de “INI.VOL.”
instelling.
Via dit menu kunt u de ingangsaansluitingen toewijzen
aan andere apparatuur, de ingangsfunctie wijzigen of een
signaalbron een andere naam geven.
Toewijzen van ingangsaansluitingen
A)INPUT ASSIGN
U kunt de ingangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer er ingangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met NINPUT l / h (of met
de ingangskeuzetoetsen (
4
) op de afstandsbediening).
Voor DIGITAL INPUT COAXIAL aansluiting 1
IN (1)
Keuzes: (1) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
Voor de DIGITAL INPUT OPTICAL aansluitingen 2
en 3
IN (2)
IN (3)
Keuzes: (2) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
(3) CD, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR
U kunt een bepaald item niet meer dan één keer selecteren.
U kunt niet dezelfde signaalbron toewijzen aan zowel “IN (2)”
als “IN (3)”. Als u bijvoorbeeld “CD” toewijst aan “IN (2)”, zal
“––” verschijnen bij “IN (3)”.
Opmerking
Opmerking
2 INPUT MENU
Opmerkingen
50 Nl
Instelmenu
Signaalbronnen nieuwe namen
geven
B)INPUT RENAME
Met deze functie kunt u de namen van de signaalbronnen
zoals die op het display op het voorpaneel verschijnen
veranderen.
Hier volgt een voorbeeld waarin aan “DVD” een nieuwe
naam (“My DVD”) wordt gegeven.
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen
(
4
) of
B
MULTI CH IN om de signaalbron
waarvan u de naam wilt veranderen te
selecteren.
2 Druk op
J
l / h op de afstandsbediening
om de “_” (onderstreping) onder de spatie of
het teken dat u wilt bewerken te plaatsen.
3 Kies met
J
k / n het teken dat u wilt
gebruiken en ga vervolgens met
J
l / h
naar het volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op
J
n om de tekens als volgt te laten veranderen,
of druk op
J
k om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen:
A t/m Z, spatie, 0 t/m 9, spatie, a t/m z, spatie, symbolen
(#, *, –, +, enz.)
4 Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen
van andere signaalbronnen wilt veranderen.
5 Druk op
L
MENU om de “INPUT RENAME”
te verlaten.
Volume Trim C)VOLUME TRIM
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de aansluitingen op elkaar afstemmen. Dit
komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume
plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een
andere signaalbron.
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen (
4
) of
B
MULTI CH IN om de signaalbron waarvan u
het niveau wilt instellen te selecteren.
Keuzes: CD, TUNER, MD/CD-R, DVD, DTV/CBL,
V-AUX, DVR, MULTI CH IN
Instelbereik: –6,0 t/m +6,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Decoderfunctie D)DECODER MODE
Decoder keuzefunctie
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen voor signaalbronnen die zijn
verbonden met de DIGITAL INPUT aansluitingen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als u dit toestel automatisch het
soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoderfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
decoderfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is.
DTS decoder voorrangsinstelling
Keuzes: AUTO, DTS
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” wanneer u een DTS-CD wilt laten
weergeven.
Multikanaals ingangsinstelling
E)MULTI CH SET
BGV BGV
Gebruik deze functie om te kiezen welke
videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven
bij weergave van signalen die binnenkomen via de
MULTI CH INPUT aansluitingen.
Keuzes: LAST, DVR, V-AUX, DTV/CBL, DVD
y
Selecteer “LAST” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken.
Opmerkingen
DVR
p
DVD CD
V-AUX DTV/CBL
MD/CD-R
TUNER
DVD My DVD
DVD DVR V-AUX
MULTI CH IN
TUNER
MD/CD-RCD
DTV/CBL
51 Nl
Instelmenu
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen.
Display instellingen A)DISPLAY SET
Dimmer DIMMER
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Instelstap: 1
Druk op
J
l
om het display op het voorpaneel te dimmen.
Druk op
J
h om het display op het voorpaneel
helderder te maken.
Geheugen beveiliging B)MEMORY GUARD
Geheugen beveiliging MEM.GUARD
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma
instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
Keuzes: OFF, ON
Selecteer “OFF” om de “MEM.GUARD” functie uit te
schakelen.
Kies “ON” om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
geluidsveldprogrammaparameters
alle onderdelen van het instelmenu
alle luidsprekerniveaus
SCENE sjabloonparameters
Wanneer “MEM.GUARD” is ingesteld op “ON”, kunt u geen
andere items van het instelmenu meer selecteren of instellen.
Audio selectie C)AUDIO SELECT
Met deze functie kunt u een bepaalde audio
ingangsaansluiting standaard instellen voor de
signaalbronnen wanneer u dit toestel aan zet.
Keuzes: AUTO, LAST
Selecteer “AUTO” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Kies “LAST” om het toestel automatisch de
ingangsfunctie in te laten schakelen die het laatst met
de signaalbron in kwestie gebruikt is (zie bladzijde 31).
Parameters initialiseren D)PARAM. INI
Met deze functie kunt u alle parameters voor de
geluidsveldprogramma’s terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Instelmogelijkheden: NO, YES
Selecteer “NO” om het initialiseren van de parameters te
annuleren en terug te keren naar het vorige menuniveau.
Selecteer “YES” om alle geluidsveldparameters terug
te zetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
U kunt de eerder ingestelde waarden niet meer automatisch
terughalen nadat u de parameters voor de
geluidsveldprogramma’s heeft geïnitialiseerd.
U kunt geen individuele geluidsveldprogramma’s initialiseren.
3 OPTION MENU
Opmerking
Opmerkingen
Geavanceerde setup
52 Nl
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het
display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu
biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit
toestel functioneert aan te passen. Verander de
begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op
basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Alleen
A
STANDBY/ON,
K
PROGRAM l / h en
L
STRAIGHT functioneren terwijl u het uitgebreide
(geavanceerde) instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u
het uitgebreide instelmenu (de geavanceerde setup) aan het
gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display
op het voorpaneel.
1 Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2 Houd
J
TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op
A
STANDBY/ON om dit
toestel aan te zetten.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Druk op
K
PROGRAM l / h tot u de
parameter die u wilt instellen geselecteerd
heeft.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
4 Druk herhaaldelijk op
L
STRAIGHT om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
5 Druk op
A
STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen en dit toestel uit (standby) te
zetten.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Afstemstap tuner TU
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Initialiseren PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de instellingen van dit toestel
niet terug te zetten.
Select “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de instellingen van het instelmenu. De parameters
voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden
teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van
kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
Geavanceerde setup
Opmerkingen
Opmerkingen
Oplossen van problemen
53 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder
vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
Algemeen
Oplossen van problemen
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
11
Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe
elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of
een ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact,
wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en
probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
13-17
Er is geen geschikte audio
ingangsaansluiting selectiefunctie ingesteld.
Stel een geschikte selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting in.
31
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met
N
INPUT l / h op het voorpaneel (of met de
ingangskeuzetoetsen (
4
) op de afstandsbediening).
29, 30
De luidsprekers zijn niet goed aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
11
De te gebruiken voor-luidsprekers zijn
niet op de juiste manier geselecteerd.
Selecteer de gewenste set voor-luidsprekers met
I
SPEAKERS.
29
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
C
MUTE
of
5
VOLUME +/–
op de afstandsbediening om
de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen.
30
Er worden signalen van een broncomponent
ontvangen die dit toestel niet kan
weergeven, zoals van een CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI
aansluiting worden niet gereproduceerd via de
luidsprekeraansluitingen.
Maak in aanvulling op de HDMI aansluiting tevens
een analoge of digitale verbinding.
De instelling van de aangesloten
component is niet juist.
Maak de juiste instelling aan de hand van de
handleiding van de aangesloten component.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op
C
MUTE
of
5
VOLUME +/
op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
30
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
13-17
Onjuiste balans ingesteld via “SP LEVEL”.
Wijzig de “SP LEVEL” instellingen.
32
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de
midden-luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP programma,
zal dit signaal via het middenkanaal worden
weergegeven, terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
54 Nl
Oplossen van problemen
Er klinkt geen geluid
uit de
midden-luidspreker.
“CENTER” in het “SPEAKER SET” staat
op “NONE”.
Zet “CENTER” op “SML” of “LRG”.
46
Bij sommige geluidsveldprogramma’s
wordt er geen geluid weergegeven via de
midden-luidspreker.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
34
Er klinkt geen geluid
uit de
surround-luidsprekers.
“SUR. LR” in het “SPEAKER SET” staat
op “NONE”.
Zet “SUR. LR” op “SML” of “LRG”.
46
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op
L
STRAIGHT
op het voorpaneel zodat
“STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
36
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“BASS OUT” staat op “FRNT” in het
“SPEAKER SET” terwijl er een Dolby
Digital of DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “BASS OUT” op “SWFR” of “BOTH”.
47
“BASS OUT” in het “SPEAKER SET”
staat op “SWFR” of “FRNT” terwijl er een
2-kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “BASS OUT” op “BOTH”.
47
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronnen
worden weergegeven.
(De Dolby Digital of
DTS indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
31
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
U probeert het volume hoger te zetten dan
het ingestelde maximum volumeniveau.
Pas de “MAX VOL.” instelling aan.
49
De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen
van dit toestel aangesloten component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er kan niet worden
opgenomen door analoge
opname-apparatuur die is
aangesloten op de AUDIO
OUT (REC) aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
15, 17
De geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit toestel
kunnen niet worden
gewijzigd.
“MEM.GUARD” in het “OPTION
MENU” staat op “ON”.
Zet “MEM.GUARD” op “OFF”.
51
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES” zal
op het display op het
voorpaneel verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
11
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
55 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
AUTO SETUP
Voor AUTO SETUP
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de
zender te ver weg is of het
ontvangstsignaal dat binnenkomt via
de antenne niet sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
18
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
37
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
37
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer zenders voor.
38
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
37
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel
een TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
22
Unplug HP!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
56 Nl
Oplossen van problemen
Tijdens AUTO SETUP
Na AUTO SETUP
Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “AUTO SETUP” opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwing “PHASE REVERSED” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal
zijn.
Als de waarschuwingen “DISTANCE ERROR” of “LEVEL ERROR” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
NO FRONT L SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
11
NO FRONT R SP
NO SUR.L SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
11
NO SUR.R SP
NOISY
Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “AUTO SETUP” onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
NO MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “AUTO SETUP” procedure.
Verbind de meegeleverde
optimalisatie-microfoon met de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
22
USER CANCEL
De “AUTO SETUP” procedure is
geannuleerd door iets dat de gebruiker
gedaan heeft.
Doe de “AUTO SETUP” nog eens. 22
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
PHASE REVERSED
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen (+ of –).
11
DISTANCE ERROR
De afstand tussen de dichtstbijzijnde
luidspreker en de verst verwijderde
luidspreker ligt buiten het instelbare bereik.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
LEVEL ERROR
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers. (Er wordt geen correctie van
het niveau gemaakt.)
Als “SWFR: TOO LOUD” of “SWFR:
TOO LOW” verschijnt, dient u het
uitgangsniveau van de subwoofer in te
stellen.
22
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
11
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
Opmerkingen
57 Nl
Oplossen van problemen
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Afstandsbediening
Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1 Druk op
A
STANDBY/ON op het voorpaneel
om dit toestel uit (standby) te zetten.
2 Houd
J
TONE CONTROL ingedrukt en druk
vervolgens op
A
STANDBY/ON om dit
toestel aan te zetten.
Het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
3 Druk op
K
PROGRAM l / h en selecteer
“PRESET”.
4 Druk herhaaldelijk op
L
STRAIGHT en
selecteer “RESET”.
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te
annuleren zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk op
A
STANDBY/ON om uw keuze te
bevestigen en dit toestel uit (standby) te
zetten.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug,
inclusief de instellingen van het instelmenu. De parameters
voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden
teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van
kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt
ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen
aan te brengen, kunt u op
L
STRAIGHT drukken tot u
“CANCEL” geselecteerd heeft, waarna u op
A
STANDBY/ON
drukt.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
21
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
3
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Opmerkingen
Woordenlijst
58 Nl
Audio informatie
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met
3 voorkanalen (links, midden en rechts), en
2 surround-stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal
5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een
extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het
zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt
dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als
0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de
surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere
weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter
algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround.
Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het
hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de
5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze
plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt
de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit
toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen,
van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden
5-kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS DTS Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een
5.1-kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld
bezig aan een opmars in de bioscoop. DTS, Inc. heeft
tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u
gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS
digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
vrijwel vervormingsvrije 5.1-kanaals weergave (technisch
gesproken, linker, rechter en midden voorkanalen,
2 surroundkanalen, plus een LFE 0.1 kanaal voor de
subwoofer, dus anders gezegd 5.1 kanalen).
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1-kanaals
systeem.
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt
gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
Woordenlijst
59 Nl
Woordenlijst
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Geluidsveldprogramma informatie
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen
oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken
deze systemen het best in een theatrale ruimte met een
heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale
akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen
thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de
muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis
van een massa in het echt gemeten gegevens maakt nu
Yamaha CINEMA DSP programma gebruik van de
origineel door Yamaha ontwikkelde DSP technologie om
in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS
systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering
in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog
toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveldprogramma zijn parameters
voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat
alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen
worden weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Video informatie
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in P
B
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
Technische gegevens
60 Nl
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround
1 kHz, 0,9% THV, 6 ............................................ 100 W/kanaal
Maximum vermogen (JEITA)
1 kHz, 10% THV, 6 .............................................. 135 W/kanaal
MAX vermogen per kanaal
1 kHz, 0,7% THV, 4 .......................................... 105 W of meer
IEC vermogen
1 kHz, 0,1% THV, 6 ............................................ 90 W of meer
Dynamisch vermogen
(IHF, 6/4/2 Ω) ....................................................... 105/130/150 W
Dynamisch bereik
8 ..................................................................................... 0,41 dB
Frequentierespons
CD, enz. naar Voor ........................... 10 Hz t/m 100 kHz, 0/–3 dB
V-AUX naar Voor ............................... 10 Hz t/m 20 kHz, 0/–3 dB
Totale harmonische vervorming
CD enz. (2-kanaals stereo) naar Voor SP OUT,
1 kHz, 50 W/6 ................................................ 0,06% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
CD, enz. (STEREO) ingang kortgesloten
250 mV............................................................... 100 dB of meer
200 mV................................................................. 98 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 170 µV of minder
Kanaalscheiding
CD, enz. Ingang 5,1 k kortgesloten (1 kHz/10 kHz)
................................................................... 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling
BASS versterking/drempel .................................... ±10 dB/100 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/20 kHz
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 200 mV, 8 Ω)................................... 0,4 V/470
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangssignaal
CD, enz. 1 kHz, 0,5% THV (EFFECT ON) ............ 2,0 V of meer
Uitgangsniveau/uitgangsimpedantie
AUDIO OUT (REC) ............................................ 200 mV/1,2 k
SUBWOOFER OUTPUT
(2-kanaals stereo en FRONT SP: SMALL) ............. 4 V/1,2 k
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, Midden, Surround) ................................... 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Signaalniveau
Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Video Maximum ingangsniveau............................. 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding ............................................. 50 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component signaal ................................ 5 Hz t/m 60 MHz, –3 dB
FM GEDEELTE
Afstembereik ................................................ 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF, 100% mod.)
Mono ................................................................. 2,8 µV (20,2 dBf)
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 73 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................ 0,5%/0,5%
AM GEDEELTE
Afstembereik ........................................................ 531 t/m 1611 kHz
ALGEMEEN
Stroomvoorziening .................................230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik ...................................................................... 240 W
Stroomverbruik Uit (standby) ................................................. 0,8 W
Afmetingen (b x h x d) .................................... 435 x 151 x 318 mm
Gewicht ................................................................................... 8,0 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
Technische gegevens
INDEX
61 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Numerics
1 SOUND MENU ..........................44, 46
2 INPUT MENU ............................ 44, 49
2ch Stereo ............................................ 34
3 OPTION MENU .........................45, 51
5ch Stereo ............................................ 34
A
A)DISPLAY SET ................................ 51
A)INPUT ASSIGN .............................. 49
A)SPEAKER SET ............................... 46
A.DELAY ............................................49
Aansluiten van audiocomponenten ...... 17
Aansluiten van de AM antenne ............ 18
Aansluiten van de FM antenne ............ 18
Aansluiten van een beeldscherm .......... 15
Aansluiten van een CD-speler .............17
Aansluiten van een CD-speler en een
CD-recorder/MD-recorder ...............17
Aansluiten van een DVD-recorder ....... 15
Aansluiten van een DVD-speler .......... 15
Aansluiten van een kabel-TV/
satellietontvanger .............................15
Aansluiten van het netsnoer .................19
Aansluiten van luidsprekers ................. 11
Aansluiten van videocomponenten ...... 15
Achterpaneel .......................................... 9
AFFAIRS, Radio Data System
programmatype ................................41
Afspelen van video op de
achtergrond ...................................... 33
Afstemstap tuner ..................................52
AM afstemmen .................................... 37
ANTENNA aansluitingen ......................9
Apparatuur verbinden met de
CENTER aansluitingen ................... 12
Apparatuur verbinden met de
COMPONENT VIDEO
aansluitingen .................................... 16
Apparatuur verbinden met de
FRONT A aansluitingen ..................12
Apparatuur verbinden met de
FRONT B aansluitingen ..................12
Apparatuur verbinden met de
HDMI of COMPONENT VIDEO
aansluitingen .................................... 16
Apparatuur verbinden met de
MULTI CH INPUT aansluitingen ...17
Apparatuur verbinden met de
SURROUND aansluitingen ............. 12
Apparatuur verbinden met de
VIDEO AUX aansluitingen ............. 18
AUDIO aansluitingen ......................9, 13
Audio instellingen ................................49
AUDIO SELECT ................................. 31
Audio selectie ...................................... 51
Audio vertraging ..................................49
Audio-aansluitingen .............................13
Audiokabelstekkers ..............................13
AUTO SETUP .....................................22
AUTO SETUP .....................................44
AUTO SETUP, Foutmelding ...............55
Automatisch afstemmen .......................37
Automatisch voorprogrammeren .........38
Automatische setup ..............................44
B
B)INPUT RENAME ............................50
B)MEMORY GUARD .........................51
B)SP LEVEL ........................................47
BASS OUT ...........................................47
Beginvolume ........................................49
BGV .....................................................50
C
C)AUDIO SELECT .............................51
C)SP DISTANCE .................................48
C)VOLUME TRIM ..............................50
CD Listening ........................................27
CD Music Listening .............................27
CENTER ..............................................46
CINEMA DSP indicator ......................20
CLASSICS, Radio Data System
programmatype ................................41
COMPONENT VIDEO
aansluitingen ................................9, 13
Connect MIC!, Automatische setup
foutmelding ......................................55
CROSSOVER ......................................47
Crossover ..............................................47
CT WIDTH ..........................................35
CT, Radio Data Systeem informatie ....40
CULTURE, Radio Data System
programmatype ................................41
D
D)CENTER GEQ .................................48
D)DECODER MODE ..........................50
D)PARAM. INI ....................................51
De MULTI CH INPUT component als
signaalbron selecteren ......................30
Decoder indicator .................................20
Decoder keuzefunctie ...........................50
Decoderfunctie .....................................50
DIGITAL AUDIO COAXIAL
aansluitingen ....................................13
DIGITAL AUDIO OPTICAL
aansluitingen ....................................13
DIGITAL INPUT aansluitingen ............9
DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting,
ingangstoewijzing ............................49
DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluitingen,
ingangstoewijzing ............................49
Dimensie ..............................................35
DIMENSION .......................................35
DIMMER .............................................51
Dimmer ................................................51
Disc Listening ......................................27
Display instellingen ............................. 51
Display voorpaneel .............................. 20
DISTANCE ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 56
DRAMA, Radio Data System
programmatype ................................ 41
DSP LEVEL ........................................ 35
DSP niveau .......................................... 35
DTS decoder voorrangsinstelling ........ 50
DVD Live Viewing ............................. 27
DVD Movie Viewing .......................... 27
DVD Viewing ...................................... 27
DVR Viewing ...................................... 27
Dynamisch bereik ................................ 48
E
E)LFE LEVEL ..................................... 48
E)MULTI CH SET .............................. 50
EDUCATE, Radio Data System
programmatype ................................ 41
Eenheid ................................................ 48
ENHANCER indicator ........................ 20
EON ..................................................... 20
EON dataservice,
Radio Data System afstemmen ....... 42
F
F)D.RANGE ........................................ 48
FM afstemmen ..................................... 37
FRONT ................................................ 46
FRONT B ............................................ 46
FRONT B luidspreker-instelling ......... 46
G
G)AUDIO SET .................................... 49
Game .................................................... 34
Game Playing ...................................... 27
Gebruiken van de
afstandsbediening ............................ 21
Gebruiken van een hoofdtelefoon ....... 30
Geheugen beveiliging .......................... 51
Geluidsmenu ........................................ 44
Geluidsveldprogramma’s .................... 34
Genieten van 2-kanaals materiaal
met de standaard decoders ............... 35
Grafische equalizer voor het
middenkanaal .................................. 48
H
Hall ...................................................... 34
Handmatig afstemmen ......................... 37
Handmatig voorprogrammeren ........... 38
Handmatige setup ................................ 44
HDMI .................................................. 14
HDMI aansluiting, HDMI stekker ....... 14
Hoofdtelefoon dynamisch bereik ........ 48
Hoofdtelefoon indicator ....................... 20
Hoofdtelefoon LFE .............................. 48
HP D.R ................................................ 48
HP LFE ................................................ 48
Index
Index
62 Nl
I
IN (1), DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting ........................................ 49
IN (2), DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting ........................................ 49
IN (3), DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting ........................................ 49
Indicators ingangskanalen .................... 20
INFO, Radio Data System
programmatype ................................ 41
Infrarood venster .................................. 21
Ingangskanaal en luidspreker
indicators ......................................... 20
Ingangsmenu ........................................ 44
INI.VOL. .............................................. 49
Initialiseren .......................................... 52
Inschakelen van de stroom ................... 19
Instellen luidsprekerniveaus tijdens
weergave .......................................... 32
Instelmenu ............................................ 44
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening .............................. 3
J
Jazz ....................................................... 34
K
Klok/tijd, Radio Data Systeem
informatie ........................................ 40
L
LEVEL ERROR,
Automatische setup foutmelding ..... 56
LFE indicator ....................................... 20
LFE/Bass out ........................................ 47
LIGHT M, Radio Data System
programmatype ................................ 41
Linker/rechter surround-luidsprekers
.... 46
Luidspreker dynamisch bereik ............. 48
Luidspreker LFE .................................. 48
Luidsprekerafstand ............................... 48
Luidsprekerafstanden ........................... 48
Luidspreker-instellingen ...................... 46
Luidsprekerniveau ............................... 47
Luidsprekers opstellen ......................... 10
Luiteren naar onveranderde
ingangssignalen ............................... 36
M
M.O.R. M, Radio Data System
programmatype ................................ 41
MANUAL SETUP ............................... 44
MAX VOL. .......................................... 49
Maximum volume ................................ 49
Meegeleverde accessoires ...................... 3
MEM.GUARD ..................................... 51
Midden breedte .................................... 35
Midden-luidspreker .............................. 46
Middernacht luisterfunctie ................... 31
Movie Dramatic ................................... 34
Movie Spacious .................................... 34
MULTI CH INPUT aansluitingen ......... 9
Multifunctioneel display ...................... 20
Multikanaals ingangsinstelling ............ 50
Multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon ...................................36
Music Disc Listening ...........................27
Music Enh. 2ch ....................................34
Music Enh. 5ch ....................................34
MUTE indicator ...................................20
MUTE TYP. .........................................49
N
NEWS, Radio Data System
programmatype ................................41
NIGHT indicator ..................................20
Niveau Lage Frequentie Effecten .........48
NO FRONT L SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NO FRONT R SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NO MIC,
Automatische setup foutmelding .....56
NO SUR.L SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NO SUR.R SP,
Automatische setup foutmelding .....56
NOISY,
Automatische setup foutmelding .....56
O
Omwisselen van voorkeuzezenders .....39
Oplossen van problemen ......................53
Optiemenu ............................................45
Optimalisatie-microfoon ......................22
Optimalisatie-microfoon,
Automatische setup ..........................22
Optimaliseren van de luidspreker-
instelling ...........................................22
OPTIMIZER MIC aansluiting,
Automatische setup ..........................22
OTHER M, Radio Data System
programmatype ................................41
P
PANORAMA .......................................35
Parameters initialiseren ........................51
PCM indicator ......................................20
PHASE REVERSED,
Automatische setup foutmelding .....56
POP M,
Radio Data System programmatype
...41
Pop/Rock ..............................................34
PRESET ...............................................52
Programmaservice,
Radio Data System informatie .........40
Programmatype,
Radio Data System informatie .........40
PS, PTY, RT en CT ..............................20
PS, Radio Data Systeem informatie .....40
PTY HOLD ..........................................20
PTY SEEK functie,
Radio Data Systeem afstemmen ......41
PTY,
Radio Data Systeem informatie .......40
R
Radio Data Systeem afstemmen .......... 40
Radio Data Systeem indicators ............ 20
Radio Listening ................................... 27
Radiotekst,
Radio Data Systeem informatie ...... 40
Resetten van het systeem ..................... 57
ROCK M, Radio Data System
programmatype ............................... 41
RT, Radio Data Systeem informatie .... 40
S
SCENE 1 ............................................... 7
SCENE 1 ............................................... 7
SCENE 2 ............................................... 7
SCENE 3 ............................................... 7
SCENE 4 ............................................... 7
SCIENCE, Radio Data System
programmatype ............................... 41
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen ....................... 31
Selecteren van de nacht-luisterfunctie
.... 31
Selecteren van de SCENE sjablonen
... 25
Selecteren van voorkeuzezenders ........ 39
Selectie,
Radio Data System programmatype
.... 41
Signaalbron indicators ......................... 20
Signaalbron informatie ........................ 32
Signaalbronnen nieuwe namen geven
.... 50
Signaalinformatie ................................ 45
SIGNAL INFO .................................... 45
SILENT CINEMA .............................. 36
SILENT CINEMA indicator ............... 20
Slaaptimer ............................................ 33
SLEEP indicator .................................. 20
SP A B indicators ................................ 20
SP D.R ................................................. 48
SP LFE ................................................ 48
SPEAKERS aansluitingen ..................... 9
SPORT,
Radio Data System programmatype
.... 41
SUBWOOFER OUTPUT aansluiting ... 9
Subwooferfase ..................................... 47
SUR. LR .............................................. 46
SWFR PHASE .................................... 47
T
Technische gegevens ........................... 60
TEST ................................................... 48
Testtoon ............................................... 48
Tijdelijk uit of lager zetten van
het geluid ......................................... 49
Toewijzen van ingangsaansluitingen
.... 49
Toonregeling ....................................... 31
TU ........................................................ 52
Tuner (radio) indicators ....................... 20
TV Sports ............................................ 34
TV Sports Viewing .............................. 27
TV Viewing ......................................... 27
U
Uit (standby) zetten van dit toestel ...... 19
Uitschakelen van de stroom ................ 19
UNIT ................................................... 48
Index
63 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Unplug HP!,
Automatische setup foutmelding .....55
USER CANCEL,
Automatische setup foutmelding .....56
Uw eigen SCENE sjablonen maken ....28
V
VARIED, Radio Data System
programmatype ................................41
Verbetering gebruik andere netwerken,
Radio Data System afstemmen ........ 42
VIDEO aansluitingen ....................... 9, 13
Video-aansluitingen ............................. 13
Videostekkers .......................................13
Virtual CINEMA DSP ......................... 36
VIRTUAL indicator ............................. 20
VOLUME niveauaanduiding ............... 20
Volume Trim ........................................ 50
Voorgeprogrammeerde
SCENE sjablonen ............................ 27
Voor-luidsprekers ................................ 46
W
Wijzigen van geluidsveld instellingen
....35
Y
Yamaha Parametric Room Acoustic
Optimizer ......................................... 22
YPAO ................................................... 22
YPAO (Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer) ........................ 22
YPAO indicator ...................................20
Z
Zone B .................................................. 30
A
SPEAKERS” of “
4
DVD
(voorbeeld) geeft de naam aan van een
onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het
bijgevoegde vel of de bladzijden aan
het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende
onderdelen.
64 Nl
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product, onderdeel of de defecte onderdelen laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door een
gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement of de storing uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van een dergelijk
onweerlegbaar bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service of reparatie te weigeren en kan het product op kosten van de klant
aan de klant worden geretourneerd.
2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen
van Yamaha.
4. Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij wijzen u erop
dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt is wanneer het wordt geretourneerd om
nagezien of gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag van het
product, en (b) het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het
land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals
verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website:
http://www.yamaha-hifi.com/ of http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan
of verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie doet niet af aan de rechten die de consument toegekend worden onder de toepasselijke nationale wetten en regelgeving, noch aan de
rechten die de consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop/aankoop contract.
i
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/
Фронтальная панель
STANDBY
/ON
PHONES
SPEAKERS
A/B/OFF
SILENT CINEMA
EDIT
PRESET/TUNING
BAND A/B/C/D/E
TONE CONTROL
PROGRAM
STRAIGHT NIGHT
EFFECT
SCENE
PRESET/TUNING MEMORY
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
AUDIO SELECT
INPUT
1234
VOLUME
R
L
AUDI O POR TABL E
VIDEO AUX
VIDEO
A
IJKLMNO
BC D E F GH
P
The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual.
Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi.
Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung.
Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen.
I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni.
Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones.
De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing.
Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации.
Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/
Фронтальная панель
RX-V363
BGEF
STANDBY
/ON
PHONES
SPEAKERS
A/B/OFF
SILENT CINEMA
EDIT
PRESET/TUNING
BAND A/B/C/D/E
TONE CONTROL
PROGRAM
STRAIGHT NIGHT
EFFECT
SCENE
PRESET/TUNING MEMORY
OPTIMIZER MIC
TUNING AUTO/MAN'L
AUDIO SELECT
INPUT
1234
VOLUME
R
L
AUDIO PORTABLE
VIDEO AUX
VIDEO
A
IJKLMNO
BC D E F G H
P
00_Sheet_RX-V363_BGEF.book Page 1 Monday, January 21, 2008 2:40 PM
Black process 45.0° 240.0 LPI
1/395