NL
15
Starten en gebruik
Het apparaat starten
! Voordat u het apparaat in gebruik stelt, dient u de
instructies voor wat betreft de installatie na te
volgen (zie Installatie).
! Voordat u het apparaat aansluit, dient u zowel het
koel- als het diepvriesgedeelte, alsook het toebehoren
met lauw water en soda te reinigen.
1. Steek de stekker in het stopcontact en verzeker u
ervan dat het controlelampje TEMPERATUUR op
stand +4° staat.
2. Indien noodzakelijk draait u aan de speciale
REGELKNOP om de temperatuur op een
middelmatige waarde te zetten. Na een paar uur kunt
u de levensmiddelen in de koelkast zetten.
Regelen van de temperaturen
De temperatuur in het koelgedeelte wordt automatisch
geregeld op basis van het controlelampje dat
overeenkomt met de geselecteerde temperatuur.
+8° = minder koud
+2° = kouder
Wij raden u over het algemeen een gemiddelde stand
in te stellen (+4°/+6°)
Het koelsysteem van dit apparaat bevindt zich aan de
binnenkant van de achterwand van het koelgedeelte.
Hiermee ontstaat een grotere en efficiëntere binnenruimte
en een verbeterd esthetisch effect. Deze achterwand zal
tijdens de werking van het apparaat ofwel bedekt zijn met
ijs, ofwel met waterdruppels, naar gelang de compressor
wel of niet in gebruik is. Maakt u zich hier dus geen
zorgen om! De koelkast werkt op normale wijze
PURE WIND SYSTEM
Dit herkent u aan het mechanisme aan de bovenkant
van het koelgedeelte (zie afbeelding).
A
B
B
B
A
Door middel van het Pure Wind System kunt u
levensmiddelen optimaal bewaren. Het systeem zorgt
ervoor dat, nadat de deur open is geweest, de
temperatuur binnen het apparaat weer snel op
hetzelfde niveau wordt teruggebracht en overal goed
wordt verspreid: de geblazen lucht (A) wordt afgekoeld
als hij in contact komt met de koele wand, terwijl de
warmere lucht (B) wordt weggezogen (zie afbeelding).
Als u de temperatuur instelt op lagere temperaturen
(kouder) en er tegelijkertijd veel etenswaar en een hoge
buitentemperatuur is, zou het kunnen gebeuren dat het
apparaat constant werkt. Dit heeft een overtollige
ijsproductie als gevolg en een overmatig
elektriciteitsverbruik: voorkom dit door aan de
REGELKNOP te draaien en de temperatuur op een
hogere waarde te zetten (minder koud). Er zal een
automatische ontdooiing plaatsvinden.
Optimaal gebruik van de koelkast
Door aan de REGELKNOP te draaien kunt u de
functie SUPER COOL activeren (snel afkoelen) om
de temperatuur snel te verlagen, bijvoorbeeld
wanneer u de koelkast vult met veel boodschappen.
Als er voldoende tijd is verstreken wordt deze functie
automatisch uitgeschakeld.
Zet alleen koude of lauwe levensmiddelen in de koelkast,
nooit warme (zie Voorzorgsmaatregelen en advies).
Denk eraan dat u gekookte etenswaren niet langer kunt
bewaren dan rauwe.
Zet geen vloeistoffen in open flessen of bakken in de
koelkast: dit brengt een toename van de
vochtigheidsgraad teweeg en een daaropvolgende
condensproductie.
Hygiëne van de etenswaren
1. Na aankoop van de etenswaren verwijdert u de
papieren/kartonnen of andere verpakking , die
bacteriën of vuil in de koelkast kunnen introduceren.
2. Bescherm de etenswaren (vooral die niet lang
houdbaar zijn en die een sterke lucht verspreiden)
op zodanige wijze dat ze niet met elkaar in contact
komen; zo vermijdt u de mogelijkheid van
besmetting onder elkaar door kiemen/bacteriën
zowel als het verspreiden van geuren in de koelkast
3. Zorg voor voldoende vrije luchtcirculatie om de
etenswaren heen
4. Houd de binnenkant van de koelkast schoon maar
vermijd gebruik van bijtende of schuurmiddelen
5. Als de vervaldatum is afgelopen moeten de
etenswaren uit de koelkast worden verwijderd
6. Voor een correcte manier van conserveren moeten
de minder houdbare etenswaren (verse kazen,
rauwe vis, vlees enz) op de koelste plaats worden
gezet, namelijk bovenop de groenteladen, waar de
temperatuurindicator zich bevindt.