AANWIJZINGEN EN TIPS
NORMALE BEDRIJFSGELUIDEN:
De volgende geluiden zijn normaal tijdens de
werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend geluid als het
koelmiddel door leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van de
compressor als het koelmiddel wordt
rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de binnenkant
van het apparaat veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en ongevaarlijk
natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de thermostaat als
de compressor aan of uit gaat.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
• Middelhoge temperatuurinstelling bewaart verse
en diepvriesproducten en bespaart energie.
• Compartiment voor vers voedsel (koelkast): Het
meest efficiënte gebruik van energie is
verzekerd in de configuratie met de lades in het
onderste deel van het apparaat en met de
rekken gelijkmatig verdeeld. De positie van de
deurbakken heeft geen invloed op het
energieverbruik.
• Bevroren compartiment (vriezer): De interne
configuratie van het apparaat zorgt voor het
meest efficiënte energiegebruik.
• Als de omgevingstemperatuur hoog is, de
temperatuurregeling op een lage temperatuur
staat en het apparaat volledig gevuld is, kan de
compressor continu aan staan waardoor er ijs
op de verdamper ontstaat. Stel in dit geval de
temperatuurregeling in op een hogere
temperatuur om automatisch ontdooien mogelijk
te maken en zo energie te besparen.
• De deur niet vaker openen of open laten staan
dan strikt noodzakelijk.
TIPS VOOR HET KOELEN VAN VERS
VOEDSEL
• Zet geen warm voedsel of verdampende
vloeistoffen in de koelkast.
• Dek het voedsel af of verpak het, in het
bijzonder als het een sterke geur heeft.
• Plaats het voedsel zodanig dat de lucht er
vrijelijk omheen kan circuleren.
TIPS VOOR HET KOELEN
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken verpakken
en op het glazen schap leggen, boven de
groentelade. Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude gerechten:
bedekken en op een schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in een
speciale lade leggen. Bananen, aardappelen,
uien en knoflook moeten als deze niet verpakt
zijn niet in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte bakjes
leggen of in aluminiumfolie of plastic zakjes
wikkelen om zoveel mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in de deur
plaatsen of (indien beschikbaar) in het
flessenrek.
TIPS VOOR HET INVRIEZEN
• Vries alleen verse en grondig schoongemaakte
levensmiddelen van uitstekende kwaliteit in.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en ontdooien
het voedsel in kleine porties.
• Wikkel het voedsel in aluminiumfolie of plastic.
Zorg ervoor dat de verpakking luchtdicht is.
• Om te voorkomen dat de temperatuur van al
ingevroren voedsel toeneemt, dient u vers
voedsel hier niet direct naast te plaatsen.
• Smalle pakjes zijn makkelijker te bewaren dan
dikke. Zout maakt voedsel minder lang
houdbaar.
• IJsblokjes, ingevroren water of waterijsjes niet
meteen nadat ze uit de vriezer zijn gehaald
opeten. Gevaar voor bevriezing.
• Het is aan te bevelen de invriesdatum op elk
pakje te vermelden, dan kunt u zien hoe lang het
al bewaard is.
TIPS VOOR HET BEWAREN VAN
INGEVROREN VOEDSEL
• Verzeker u ervan dat de commercieel ingevroren
levensmiddelen op geschikte wijze door de
winkelier werden bewaard.
• Zorg ervoor dat de ingevroren levensmiddelen
zo snel mogelijk van de winkel naar uw vriezer
gebracht worden.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is, bederft het
snel en kan het niet opnieuw worden ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan de door de
fabrikant aangegeven bewaarperiode.
8