19
NL
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen,
schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai
de zeke ringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat
de apparaatdeur open staan om geurvorming te voorkomen.
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheids-
bepalingen en de EU-richtlijnen 2014/30/EU en 2014/35/EU.
Binnenverlichting
De binnenverlichting gaat telkens aan, wanneer de deur van het
apparaat geopend wordt.
Wanneer de binnenverlichting ook bij een gesloten deur
van het apparaat moet branden, op de toets Light drukken.
Bovendien kan de helderheid van de verlichting worden
ingesteld.
• Druk de toets Light in.
• De toets Light ingedrukt houden
en tegelijkertijd met de tempera-
tuurinsteltoetsen lichter of donker-
der zetten.
De lichtintensiteit van de LED-verlichting komt overeen met
laserklasse 1/1M.
Opgelet!
De afdekking van de verlichting mag uitsluitend door de
technische dienst worden verwijderd.
Wanneer de afdekking verwijderd wordt, niet met optische
lenzen van korte afstand direct in de lamp kijken. De ogen
kunnen daarbij letsel oplopen.
Ventilatie door actief koollter
Wijnen ontwikkelen zich voortdurend verder naargelang de om-
gevingscondities: daardoor is de kwaliteit van de lucht bepalend
voor de conservering. Wij raden aan de afgebeelde lter jaarlijks
te vervangen. U kunt hem bestellen bij uw vakhandelaar.
Filter vervangen
Filter bij de greep vastnemen
en 90° naar rechts of naar links
draaien. Dan kunt u de lter
eruit trekken.
Filter inzetten
Filter met vertikale greep inzet-
ten en dan 90° naar rechts of
naar links draaien tot u hem
hoort klikken.
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatie-
openingen resp. -roosters niet afdekken.
- Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden
b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
Reinigen
Voor het reinigen altijd het apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen
eruit schroeven resp. laten aanspringen.
• Reinig de binnenkant en de buitenwand van het apparaat met
lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is toegevoegd.
Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of producten
die zand of zuren bevatten.
• Gebruik voor de reiniging van de glasoppervlakken een schoon-
maakmiddel voor glas en voor oppervlakken van roestvrij staal
een in de handel gebruikelijk schoonmaakmiddel voor roestvrij
staal.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen of het venti-
latierooster dringt.
• Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat nooit: het is belangrijk voor onze tech nische dienst.
Storingen
• Op het display verschijnt F1.
– Er is sprake van een storing van het apparaat. Neem contact op
met de technische dienst.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen.
• Het apparaat werkt niet. Controleer:
– of het apparaat is ingeschakeld;
– of de stekker goed in het stopcontact zit;
– of de zekering in de meterkast nog goed is.
• Bij het aanbrengen van de netstekker slaat het koelag-
gregaat niet aan, op het temperatuurdisplay wordt echter
een waarde weergegeven.
– De presentatiemodus is geactiveerd. Neem contact op met de
technische dienst.
• Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer:
– of het apparaat stabiel staat;
– of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Houd er rekening mee
dat stromingsgeluiden in het koelmiddelcircuit niet te vermijden
zijn.
• De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
– of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder "Temperatuur
instellen");
– of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
– of de ventilatie in orde is;
– of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Neem, indien geen van de
bovengenoemde oorzaken
van toepassing zijn en u de
storing niet zelf verhelpen
kun t , c o ntac t op met de di c h tst-
bijzijnde technische dienst
van de leverancier van het
apparaat. Geef de volgende
gegevens op het typeplaatje
door: de typeaanduiding
1
,
het servicenummer
2
en apparaatnummer
3
.
De positie van het typeplaatje is te vinden in het hoofdstuk Be-
schrijving van het apparaat.