Samsung AM071FNFDEH Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

02
kenmerken van uw nieuwe
airconditioner
t Koele zomeraanbieding
Tijdens die hete, broeiende zomerdagen en lange, rusteloze nachten is er geen betere plek
om te ontsnappen aan de hitte dan in uw eigen koele huis. Uw nieuwe airconditioner maakt
een einde aan uitputtende hete zomerdagen en laat u uitrusten. Ontsnap deze zomer aan de
hitte met uw eigen airconditioner.
t Kosteneffectief Systeem
Uw nieuwe airconditioner levert niet alleen maximale koeling in de zomer maar is tevens een
effectieve verwarmingsmethode voor in de winter dankzij het geavanceerde “warmtepomp”
systeem. Deze technologie is tot 300% efficiënter dan elektrische verwarming waardoor u
de verbruikskosten nog verder kunt verlagen. Nu kunt u één airconditioner het hele jaar door
gebruiken.
t Flexibele installatie
Het Duct type airconditioner heeft een dunner ontwerp en biedt verschillende oplossingen
voor wat voor een vorm kamer dan ook waardoor aan specifieke luchtstroomvereisten
voldaan kan worden. Tevens kan de luchtinname ingesteld worden op de onderkant of
achterkant van de unit waardoor de installatie flexibeler is.
03
NEDERLANDS
veiligheidsinformatie
Om een elektrische schok te voorkomen eerst de stekker uit het contact trekken
voordat u met onderhoud, schoonmaak of installatiewerkzaamheden aan de
airconditioner begint.
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees, voordat u uw nieuwe airconditioner gebruikt, deze handleiding zorgvuldig
door, zodat u zeker weet hoe u de uitgebreide mogelijkheden en functies van
uw nieuwe apparaat veilig en eciënt bedient.
Omdat de volgende gebruiksinstructies betrekking hebben op uiteenlopende
modellen kunnen de kenmerken van uw airconditioner iets afwijken van de
in deze handleiding beschreven kenmerken. Mocht u vragen hebben, bel dan
de dichtstbijzijnde contactcentrum of kijk voor hulp en informatie op internet
onder www.samsung.com.
Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen:
WAARSCHUWING
Gevaren door onveilig handelen met als gevolg ernstig persoonlijk
letsel of levensgevaar.
LET OP
Gevaren door onveilig handelen met als gevolg licht persoonlijk
letsel of schade aan eigendommen.
LET OP
Om het gevaar op brand, explosie, elektrische schok of persoonlijk
letsel te beperken tijdens het gebruik van de airconditioner deze
basisinstructies voor de veiligheid aanhouden:
Probeer dit NIET.
NIET demonteren.
NIET aanraken.
Volg de voorschriften zorgvuldig op.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat het apparaat geaard is om elektrische schok te
voorkomen.
Neem voor hulp contact op met het contactcentrum.
Aantekening.
Deze waarschuwingen zijn er om te voorkomen dat u of anderen gewond raken.
Volg ze zorgvuldig op.
Bewaart u dit onderdeel, nadat u het hebt gelezen, op een veilige plaats om alles later nog
eens te kunnen raadplegen.
04
veiligheidsinformatie
ERNSTIGE WAARSCHUWINGEN
Plaats de airconditioner niet naast gevaarlijke stoen of voorzieningen met
open vuur om brand, explosies of verwondingen te voorkomen.
t Potentiële risicos van brandgevaar of explosies
Installeer de buitenunit niet op een instabiele ondergrond of op een hoger
aangebracht oppervlak waar een potentieel risico bestaat dat de unit er af
valt.
t Het vallen van de buitenunit kan persoonlijk letsel of schade aan eigendommen
veroorzaken.
Het is mogelijk dat als gevolg van, niet in de installatiehandleiding
beschreven, wijzigingen of aanpassingen uitval of schade ontstaat. In dat
geval zijn de kosten van de reparatie voor rekening van de gebruiker.
Installeer de airconditioner zodanig dat deze niet is blootgesteld aan direct
zonlicht en verwarmingstoestellen en niet op een vochtige plaats.
t Voorzie de ramen van gordijnen om de koeleciëntie te verhogen en het risico van een
elektrische schok te vermijden.
Snijdt de netsteker er niet af en sluit geen ander elektrisch snoer aan.
Ruk niet aan het elektrische snoer en raak de netsteker niet met de handen
aan.
t Mogelijk gevaar voor brand of een elektrische schok.
Gebruik nooit een beschadigde of stoge elektrische steker, snoer of een
loszittende elektrische contactdoos.
t Mogelijk gevaar voor brand of een elektrische schok.
Installeer een aparte zekering en een kortsluitingbeveiliging voor de
airconditioner.
t Mogelijk gevaar van een elektrische schok of brand.
Steek niets, zoals vingers of takken, in de luchtopeningen van de airco als de
airco aan staat.
t Zorg ervoor dat kinderen niet in de buurt van de airco kunnen komen om te voorkomen
dat zij deze aanraken. Potentieel gevaar van persoonlijk letsel.
Zorg ervoor dat er geen water in de airco kan komen.
t Mogelijk gevaar van een elektrische schok.
t Als er water in de airco komt, zet deze dan onmiddellijk stil en haal daarna de netsteker
uit de contactdoos.
Zet de airco uit met behulp van de meegeleverde afstandsbediening of
bedieningsaccessoire (indien geleverd). Haal de netsteker niet uit de
contactdoos om de airco uit te zetten (tenzij er onmiddellijk gevaar dreigt).
WAARSCHUWING
05
NEDERLANDS
Zet de airco niet voor lange tijd achtereen aan in een kamer waarin babys,
bejaarden of mensen met een beperking zijn en waarvan de deur gesloten is.
t Zet ten minste één keer per uur een deur of raam open om uw kamer te ventileren en
zuurstofgebrek te voorkomen.
De airco bestaat uit bewegende onderdelen. Houdt kinderen op afstand van de
unit om fysiek letsel te voorkomen.
Overtuig u ervan dat er voorzorgsmaatregelen zijn getroen zodat kinderen
niet bij de airco kunnen komen en ermee kunnen spelen.
Maak de airco aan de binnenzijde niet zelf schoon.
t U zou onderdelen kunnen beschadigen die een elektrische schok of brand kunnen
veroorzaken.
t Raadpleeg het contactcentrum voor de reiniging van de binnenzijde van de airco.
Koppel geen verwarmingstoestel aan de airco of probeer niet om deze zelf te
demonteren, het model te wijzigen of te repareren.
t Mogelijk gevaar van storing, elektrische schok of brand. Raadpleeg het contactcentrum
als een reparatie noodzakelijk is.
Neem contact op met de verkoopleverancier of het contactcentrum voor het
installeren, herinstalleren of demonteren van de airco.
t Door een verkeerd uitgevoerde installatie ontstaat risico op storingen, lekkage van
water, een elektrische schok of brand.
t Raadpleeg bij installatie op bijzondere locaties zoals op een fabriekscomplex of in
een kustgebied met zoute lucht, de verkoopleverancier of het contactcentrum voor
specieke bijzonderheden voor de installatie.
t De units moeten in overeenstemming met de aangegeven afstanden worden
geïnstalleerd, opdat toegang van alle zijden mogelijk is, hetzij om een goede
uitvoering van het onderhoud, hetzij reparatie van producten, te verzekeren. De
onderdelen van de unit moeten onder veilige omstandigheden (voor mensen en
voorwerpen) volledig bereikbaar zijn en verwijderd kunnen worden.
Raadpleeg een dealer met betrekking tot de passende maatregelen om te
voorkomen dat de toegestane concentratie wordt overschreden.
t Als de koelvloeistof er uit lekt en er zo oorzaak van is dat de concentratielimiet wordt
overschreden, kan er gevaar ontstaan door zuurstofgebrek in de ruimte.
Als de unit voor binnenshuis nat wordt, onmiddellijk de stroom uitschakelen
en contact opnemen met het dichtstbijzijnde contactcentrum.
t Mogelijk gevaar van brand of een elektrische schok.
Zorg er altijd voor dat de stroomvoorziening in overeenstemming is
met de dan geldende veiligheidsnormen. Installeer de airco altijd in
overeenstemming met de dan geldende lokale veiligheidsnormen.
06
veiligheidsinformatie
ERNSTIGE WAARSCHUWINGEN (VERVOLG)
Verzekert u ervan dat het voltage en de frequentie van de elektriciteitstoevoer
in overeenstemming zijn met de specicaties en dat de aangebrachte
stroomvoorziening voldoende is om het gebruik van andere huishoudelijke
apparaten die op dezelfde toevoerleidingen zijn aangesloten, te garanderen.
Gebruik uitsluitend een zekering met een vaste stroomsterkte.
t Gebruik geen stalen of koperen draden als zekering. Daardoor kan er brand of storingen
in het functioneren van de unit ontstaan.
Stel het elektrische snoer niet bloot aan onnodige trekkrachten of plaats er
geen zwaar voorwerp op.
Buig het elektriciteitssnoer niet bovenmatig.
t Mogelijk gevaar van brand of een elektrische schok.
Om het artikel te beschermen tegen water en schok moeten het
elektriciteitssnoer en de verbindingssnoeren tussen de units binnen en buiten
in de beschermende buis worden gelegd.
Bij het openen en sluiten van het frontpaneel een stevig trapje gebruiken en
goed opletten waar u uw voeten neerzet.
De airco van het net koppelen voordat deze wordt gerepareerd of
gedemonteerd.
Maak de airco schoon nadat de inwendige propeller niet meer draait.
t Mogelijk gevaar van brand of een elektrische schok.
Gebruik een van een aardkabel voorziene stroomgroep. De groep moet
uitsluitend door de airco worden gebruikt.
t Onjuiste elektrisch aarden kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Verzekert u ervan dat de unit voorzien is van een aardleiding. Verbind
de aardkabel niet met gas- of waterleidingen, lantaarnpalen of telefoon
aardkabels.
t Als de unit niet op de juiste manier is geaard kan een elektrische schok het gevolg zijn.
Als u brandend plastic ruikt, vreemde geluiden hoort of rook uit de unit ziet
komen de airco onmiddellijk uitschakelen en het contactcentrum opbellen.
t Mogelijk gevaar van brand of een elektrische schok.
WAARSCHUWING
07
NEDERLANDS
LET OP SIGNALEN
De voorzijde van de airco niet blokkeren en er geen voorwerpen voor zetten.
Ga niet op de unit staan of hangen en zet er geen zware voorwerpen op.
t Potentieel gevaar op persoonlijk letsel.
Als er een storing of schade optreedt als gevolg van oneigenlijk gebruik dat
niet in het installatiehandboek staat, wordt het arbeidsloon voor de installatie
en montage extra in rekening gebracht.
t Mogelijk risico op storingen, elektrische schok of brand indien installaties worden
uitgevoerd door ongekwaliceerde servicemonteurs.
Spuit geen brandbare gassen zoals insecticide in de nabijheid van de airco.
t Mogelijk gevaar van elektrische schok, brand of storing.
Het rooster aan de voorzijde niet openen tijdens bedrijf.
t Mogelijk gevaar van elektrische schok of storing.
Koude lucht moet niet rechtstreeks in de richting van personen, huisdieren of
planten stromen.
t Deze is schadelijk voor uw gezondheid, huisdieren en planten.
Het water dat uit de airco loopt niet drinken.
t Mogelijk risico voor de gezondheid.
Sta niet toe dat kinderen op de airco klimmen.
De airco niet gebruiken als een precisie-instrument voor het koelen van
voedsel, huisdieren, planten, cosmetica of machines.
Niet aan de airco trekken of deze bovenmatig laten schokken.
t Mogelijk risico op brand of storing van de unit en risicos op persoonlijk letsel omdat de
unit zou kunnen vallen.
Geen water rechtstreeks op de airco spuiten en geen benzeen, thinner of
alcohol gebruiken om het oppervlak van de unit te reinigen.
t Mogelijk gevaar van een elektrische schok of brand.
t Mogelijk risico op schade aan de airco.
Plaats geen voorwerpen, vooral geen verpakkingen met vloeistoen, op de
airco.
Raak de pijp die verbonden is met de airco niet aan.
LET OP
08
veiligheidsinformatie
LET OP SIGNALEN (VERVOLG)
Installeer de unit voor binnen niet in de buurt van een lichtarmatuur dat
gebruik maakt van een stabilisator.
t Als u de draadloze afstandsbediening gebruikt kan een ontvangstfout optreden als
gevolg van de stabilisator van het lichtarmatuur.
Installeer de unit voor buiten op een plaats waar uw buren geen last hebben
van de bedrijfsgeluiden en vibraties en op een goed geventileerde plaats
zonder hindernissen.
t Mogelijk risico op storingen.
t Je buren kunnen last hebben van de bedrijfsgeluiden.
Zorg ervoor dat de airco niet wordt geblokkeerd door obstakels of deksels.
Laat genoeg ruimte over voor de luchtcirculatie.
t Onvoldoende ventilatie kan slecht functioneren veroorzaken.
Als de stroomkabel beschadigd is moeten de fabrikant of een gekwaliceerde
servicemonteur deze vervangen.
Indien stroomuitval optreedt terwijl de airco aan staat, de stroombron
onmiddellijk uitschakelen.
De maximale stroomsterkte wordt gemeten in overeenstemming met de IEC
norm voor veiligheid en de stroomsterkte wordt gemeten in overeenstemming
met de ISO- norm voor energie- eciëntie.
Controleer bij aevering op schade. Indien de airco beschadigd is, deze niet
installeren en onmiddellijk de verkoopleverancier opbellen.
Houd de binnentemperaturen stabiel en niet extreem koud, vooral niet
wanneer er kinderen, bejaarden of mensen met een beperking aanwezig zijn.
Verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen van de afstandsbediening
(optioneel) moeten in overeenstemming met de nationale normen worden
afgevoerd.
De gebruikte koelvloeistof in de airco moet worden behandeld als chemisch
afval. De koelvloeistof in overeenstemming met de nationale normen
afvoeren.
Laat de airco door een gekwaliceerde servicemonteur installeren en laat de
airco eerst proefdraaien.
Verbindt voor een goede waterafvoer de afvoerslang stevig met de airco.
LET OP
09
NEDERLANDS
Controleer het montageplatform van de buitenunit ten minste eenmaal per
jaar op beschadigingen.
t Potentieel gevaar op persoonlijk letsel en verkies van eigendommen.
Bij het gebruik van de afstandbediening moet de afstand tot de airco niet
meer bedragen dan 7 meter.
Als de afstandsbediening gedurende een langere tijd niet wordt gebruikt de
batterijen eruit nemen om lekken van elektrolyt te voorkomen.
Bij het schoonmaken van de buitenunit de ribben van de warmtewisselaar
uiterst behoedzaam aanraken.
t Bescherm uw handen door het dragen van dikke handschoenen.
Verzeker dat het condenswater dat uit de afvoerslang druppelt op de
gewenste en veilige manier wegloopt.
De installatie is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder
kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens
of gebrek aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan van of
geïnstrueerd zijn over het gebruik van de voorziening door iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid: Bij jonge kinderen moet er op worden
gelet dat zij niet met de voorziening spelen.
Voor gebruik in Europa: Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van
8 jaar en ouder en personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of metaal
vermogen of met onvoldoende ervaring en kennis, mits zij onder toezicht
staan of instructies hebben gekregen met betrekking tot het veilig gebruiken
van het apparaat en zij begrijpen wat de eventuele risico’s zijn. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mag niet
zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd.
Laat de toestand, elektrische verbindingen, buizen en de behuizing van de
airco regelmatig door een gekwaliceerde servicemonteur controleren.
Open tijdens bedrijf, tenzij dat echt nodig is, geen deuren en ramen in de
gekoelde ruimte.
De luchtopeningen van de airco niet blokkeren. Wanneer een voorwerp de
luchtstroom blokkeert kan dat leiden tot een storing of slechte werking.
Zorg ervoor dat er zich geen obstakels onder de binnenunit bevinden.
t Potentieel risico op brand of verlies van eigendom.
De airco moet uitsluitend worden gebruikt voor de toepassingen waarvoor
deze is ontwikkeld: de binnenunit is niet geschikt om te worden geïnstalleerd
in ruimtes die voor het doen van de was worden gebruikt.
10
veiligheidsinformatie
LET OP SIGNALEN (VERVOLG)
Onze units moeten worden geïnstalleerd in overeenstemming met de in
het installatiehandboek vermelde ruimten/afstanden om te garanderen
dat ze van beide zijden bereikbaar zijn en de mogelijkheid bestaat om
routineonderhoud en reparaties uit te voeren. De onderdelen van de unit
moeten bereikbaar zijn. Demontage moet plaats kunnen vinden onder
omstandigheden die absoluut veilig zijn voor mensen of voorwerpen.
Daarom worden, in het geval dat de voorschriften in het Installatiehandboek
de kosten die nodig zijn om toegang tot de unit te krijgen en de unit
te repareren (onder veilige omstandigheden zoals in de nu geldende
voorschriften wordt vereist) met banden, heftrucks, steigers of andere
voorzieningen voor hijsen en werken op hoogte, niet beschouwd als garantie
en bij de eindgebruiker in rekening gebracht.
Controleer dat de aan- uit en veiligheidsschakelaars op de juiste wijze zijn
geïnstalleerd.
Gebruik de airco niet als deze beschadigd is. Als zich problemen voordoen, de
airco onmiddellijk uitschakelen en de netsteker uit het stopcontact trekken.
Wanneer de airco gedurende een langere periode niet wordt gebruikt
(bijvoorbeeld gedurende meerdere maanden) de netsteker uit het stopcontact
trekken.
Neem contact op met de vestiging van aankoop of het contactcentrum als
reparaties nodig zijn.
t Mogelijk risico op storingen, elektrische schok of brand indien reparaties worden
uitgevoerd door ongekwaliceerde servicemonteurs.
LET OP
11
NEDERLANDS
Inhoud
UW AIRCONDITIONER BEKIJKEN
12
12 Staande unit
UW AIRCONDITIONER GEBRUIKEN
13
13 Tips voor het gebruik van uw airconditioner
UW AIRCONDITIONER
SCHOONMAKEN EN ONDERHOUDEN
14
14 Het filter schoonmaken
14 Luchtfilter
16 Uw airconditioner onderhouden
16 Periodieke controles
17 Interne beschermingen via het
controlesysteem van de unit
APPENDIX
18
18 Probleemoplossing
19 Bedieningsmarges
20 Modelspecificatie (gewicht en afmetingen)
UW AIRCONDITIONER INSTALLEREN
21
21 Installatiedeelte
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke
schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van
andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze
wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit
product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en productspecifieke wettelijke verplichtingen van Samsung, zoals REACH, WEEE, batterijen,
naar: samsung.com/uk/aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/data_corner.html
12
uw airconditioner bekijken
Gefeliciteerd met de aanschaf van de airconditioner. We hopen dat u zult genieten van de functies van uw
airconditioner en dat u met optimale efficiëntie koel of warm zult blijven.
Lees om te beginnen de gebruikershandleiding door om het beste uit de airconditioner te kunnen halen.
STAANDE UNIT
Uw airconditioner kan, afhankelijk van uw model, enigszins afwijken van de bovenstaande
afbeelding.
Filter
Luchtafvoer
Luchtinlaat
13
NEDERLANDS
uw airconditioner gebruiken
TIPS OVER HET GEBRUIK VAN UW AIRCONDITIONER
Hier staan een aantal tips die u kunt volgen tijdens het gebruik van uw airconditioner.
ONDERWERP AANBEVELING
Cooling (koelen) t Als de huidige buitentemperatuur veel hoger is dan de geselecteerde
binnentemperatuur, kan het wat langer duren voordat de
binnentemperatuur de gewenste koelte bereikt.
t Vermijd het drastisch verlagen van de temperatuur.
Energie wordt hierdoor verspild en het koelt de kamer niet sneller af.
Heating (verwarmen) t Aangezien de airconditioner de kamer verwarmt door warmte van
buiten te halen, kan het zijn dat de verwarmingscapaciteit verlaagd
wordt wanneer de buitentemperatuur erg laag is. Als u voelt dat de
airconditioner niet voldoende verwarmd, wordt het gebruik van een extra
verwarmingsapparaat in combinatie met de airconditioner aanbevolen.
Frost (vorst) &
De-ice (ontdooien)
t Wanneer de airconditioner in Heat (verwarmen) modus functioneert, zal
vorst gevormd worden vanwege het temperatuurverschil tussen de unit en
de buitenlucht.
Als dit gebeurt:
- stopt de airconditioner met verwarmen.
- zal de airconditioner 10 minuten automatisch functioneren in De-ice
(ontdooien) modus.
- de stoom die geproduceerd wordt door de buitenunit in De-ice
(ontdooien) modus is veilig.
Er is geen tussenkomst vereist; na ongeveer 10 minuten zal de
airconditioner weer normaal functioneren.
De unit zal niet functioneren wanneer deze begint met ontdooien.
Fan (ventilator) t Het kan zijn dat de ventilator op het begin voor ongeveer 3 – 5 minuten
niet functioneert om te voorkomen dat koude lucht wordt uitgestoten
terwijl de airconditioner opwarmt.
High indoor/outdoor
(hoge binnen/buiten)
temperaturen
t Als zowel de binnen- als de buitentemperatuur hoog is en de
airconditioner op Heat (verwarmen) modus staat, kan het zijn dat de
ventilator en compressor van de buitenunit af en toe stoppen. Dit is
normaal; wacht totdat de airconditioner weer aangaat.
Stroomuitval t Als de stroom uitvalt tijdens het gebruik van de airconditioner, zal de unit
meteen stoppen en uitgaan. Wanneer de stroom weer terugkomt, zal de
airconditioner automatisch weer beginnen te functioneren.
Beschermingsmechanisme
t Als de airconditioner net aangezet is wanneer het stopt of wanneer de
stekker erin gestoken wordt, zal er 3 minuten lang geen warme/koude
lucht uitkomen om zo de compressor van de buitenunit te beschermen.
14
Uw airconditioner
schoonmaken en onderhouden
HET FILTER SCHOONMAKEN
Zorg ervoor dat u de stekker uit de unit haalt voordat u het filter schoonmaakt. Er is geen speciaal gereedschap
nodig om de unit schoon te maken.
Luchtfilte
Wasbaar luchtfilter haalt grote deeltjes uit de lucht. Het filter moet schoongemaakt worden met
een stofzuiger of met de hand gewassen worden.
 Maak de schroeven (8) aan de bovenkant van de binnenunit los.
 Verwijder de voorzijde van de kast door de schroeven (8) aan de linker-/rechterkant van de
voorzijde van de kast los te maken.
3. Het luchtfilter verwijderen.
15
NEDERLANDS
4. Maak het luchtfilter schoon met een stofzuiger of een zachte borstel.
Wanneer er te veel stof ligt, kunt u het luchtfilter met warm water en een neutraal schoonmaakmiddel
afspoelen. Als u tijdens het schoonmaken echter over het luchtfilter wrijft, kan het luchtfilter beschadigd raken.
5. Droog het luchtfilter in een gebied met schaduw en plaats deze daarna terug in de binnenunit.
Vermijd direct zonlicht tijdens het drogen van het luchtfilter. Het luchtfilter kan vervormen wanneer het
blootgesteld wordt aan direct zonlicht.
6. Druk op de knop'JMUFSSFTFUGJMUFSSFTFUUFOknop op de afstandsbediening.
t Maak het luchtfilter om de twee weken schoon of wanneer de filterindicator ( ) op de
ontvanger van de afstandsbediening gaat branden. Het schoonmaken is echter afhankelijk
van de omgeving en het aantal gebruiksuren, dus de periode zal korter zijn in een stoffige
omgeving.
t Als u het luchtfilter schoon hebt gemaakt terwijl de filterindicator (
) niet brandde, moet u
de op knop 'JMUFSSFTFUGJMUFSSFTFUUFO drukken nadat u het filter hebt schoongemaakt.
16
Uw airconditioner
schoonmaken en onderhouden
UW AIRCONDITIONER ONDERHOUDEN
Als u de airconditioner langere tijd niet zult gebruiken, moet u de airconditioner drogen om te zorgen dat
deze in de beste staat blijft.
 Droog de airconditioner zorgvuldig door deze 3-4 uur lang in Fan (ventilator) modus te zetten
en de stekker eruit te halen. Als er vocht achterblijft in onderdelen kan dit leiden tot interne
schade.
 Droog de interne onderdelen van de airconditioner voordat u de airconditioner weer gaat
gebruiken door deze 3-4 uur lang in de Fan (ventilator) modus te zetten. Hierdoor worden
geuren verwijderd die eventueel zijn ontstaan door vochtigheid.
Periodieke controles
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner goed te onderhouden.
5ZQF #FTDISJKWJOH
.BBOEFMJKLT
&MLF
NBBOEFO
&FOLFFS
QFSKBBS
Binnenunit
Het luchtfilter schoonmaken (1)
O
De condensatie-afvoerbak schoonmaken (2)
O
De warmtevervanger goed schoonmaken (2)
O
De condensatie-afvoerpijp schoonmaken (2)
O
De batterijen van de afstandsbediening
vervangen (1)
O
Buitenunit
De warmtevervanger op de buitenkant van
de unit schoonmaken (2)
O
De warmtevervanger op de binnenkant
vande unit schoonmaken (2)
O
De elektronische onderdelen schoonmaken
met lucht (2)
O
Controleer of alle elektronische onderdelen
goed vastzitten (2)
O
De ventilator schoonmaken (2)
O
Controleren of de ventilator goed vastzit (2)
O
De condensatie-afvoerbak schoonmaken (2)
O
De controle en onderhoudshandelingen die hierboven omschreven staan, zijn belangrijk
om de efficiëntie van de airconditioner te garanderen. De frequentie van deze handelingen
verschilt afhankelijk van de kenmerken van het gebied, de hoeveelheid stof, etc.
(1) De beschreven handeling moet vaker uitgevoerd worden als het installatiegebied zeer
stoffig is.
(2) Deze handelingen moeten altijd uitgevoerd worden door bekwaam personeel.
Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie.
17
NEDERLANDS
Interne beschermingen via het bedieningssysteem van de unit
Deze interne bescherming treedt in werking als er een fout optreedt in de airconditioner.
5ZQF #FTDISJKWJOH
Tegen koude lucht
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de warm-
tepomp aan het verwarmen is.
Ontdooicyclus
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de warm-
tepomp aan het verwarmen is.
Anti-bescherming van
interne batterij
De compressor zal uitgaan om de interne batterijen te beschermen
wanneer de airconditioner in Cool (afkoelen) modus functioneert.
Compressor
beschermen
De airconditioner begint niet meteen te functioneren om zo de com-
pressor van de buitenunit te beschermen nadat het aangezet wordt.
Als de warmtepomp in Heat (verwarmen) modus functioneert, wordt de ontdooicyclus
ingesteld om vorst dat eventueel ontstaan is door lage temperaturen van de buitenunit
af te halen. De interne ventilator wordt automatisch uitgezet en weer aangezet nadat de
ontdooicyclus voltooid is.
18
Appendix
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg het volgende schema als uw airconditioner niet goed functioneert. Dit kan u tijd en onnodige
uitgaven besparen.
PROBLEEM OPLOSSING
De airconditioner begint niet
meteen te werken nadat
deze opnieuw opgestart is.
t Het apparaat start niet meteen vanwege het beschermende mechanisme om zo te
voorkomen dat de unit overbelast wordt.
De airconditioner zal na 3 minuten starten.
De airconditioner werkt
helemaal niet.
t Controleer of de stekker er goed in zit. Steek de stekker goed in het stopcontact.
t Controleer of de stroomonderbreker uitstaat.
t Controleer of er een stroomuitval is.
t Controleer uw zekering. Controleer of deze er uitgeblazen is.
De temperatuur verandert
niet.
t Controleer of de unit in Fan (ventilator) modus staat.
Druk op de knop .PEFNPEVT op de afstandsbediening om een andere modus
te selecteren.
De koele (warme) lucht komt
niet uit de airconditioner.
t Controleer of de ingestelde temperatuur hoger (lager) is dan de huidige temperatuur.
Druk op de knop 5FNQFSBUVVS op de afstandsbediening om de ingestelde
temperatuur te wijzigen.
Druk op de knop 5FNQFSBUVVS om de temperatuur te verlagen of verhogen.
t Controleer of het luchtfilter geblokkeerd wordt door vuil. Maak het luchtfilter elke 2
weken schoon.
t Controleer of de airconditioner net aan is gezet. Als dat zo is, wacht dan 3 minuten. Er
komt geen koude lucht uit om de compressor van de buitenunit te beschermen.
t Controleer of de airconditioner geïnstalleerd is op een plaats waar deze blootgesteld is
aan direct zonlicht.
Hang gordijnen voor de ramen om de koelefficiëntie te verhogen.
t Controleer of de hoes of een ander obstakel in de buurt van de buitenunit staat.
t Controleer of de koelmiddelpijp te lang is.
t Controleer of de airconditioner alleen beschikbaar is in Cool (koelen) modus.
t Controleer of de afstandsbediening alleen beschikbaar is voor het Cool (koelen) model.
De snelheid van de
ventilator verandert niet.
t Controleer of de unit in Auto of Dry (droog) modus staat.
De airconditioner past automatisch de snelheid van de ventilator aan naar Auto in
Auto/Dry(droog) modus.
De functie Timer is niet
ingesteld
t Controleer of u de knop 1PXFS op de afstandsbediening hebt ingedrukt nadat u de tijd
hebt ingesteld.
Geuren blijven in de kamer
hangen tijdens de werking
van het apparaat.
t Controleer of het apparaat in een rokerig gebied functioneert en of er een geur van
buiten naar binnen komt. Zet de airconditioner in fan (ventilator) modus of zet de
ramen open om de kamer te luchten.
De airconditioner maakt een
bubbelgeluid.
t Het kan zijn dat er een bubbelgeluid te horen is wanneer het koelmiddel door de
compressor circuleert. Zet de airconditioner in een geselecteerde modus.
t Wanneer u op de knop 1PXFS op de afstandsbediening drukt, kunt u een geluid
horen van de afvoerpijp binnenin de airconditioner.
Water drupt van de
luchtstroombladen af.
t Controleer of de airconditioner voor een lange tijd heeft gekoeld met de
luchtstroombladen naar beneden gericht. Er kan condensatie gegenereerd worden
door het verschil in temperatuur.
19
NEDERLANDS
PROBLEEM OPLOSSING
De afstandsbediening werkt
niet.
t Controleer of de batterijen nog vol zijn.
t Zorg ervoor dat de batterijen juist geplaatst zijn.
t Zorg ervoor dat niets de sensor van de afstandsbediening blokkeert.
t Controleer of er een sterk verlichtingsapparaat in de buurt van de airconditioner staat.
Sterk licht van fluorescerende lampen of neon kunnen elektrische golven verstoren.
De airconditioner kan niet
aan- of uitgezet worden met
de afstandsbediening.
t Controleer of u de afstandsbediening hebt ingesteld voor groepsbediening.
De afstandsbediening werkt
niet.
t Controleer of TEST-indicator getoond wordt op de afstandsbediening. Als dat zo is,
zet de unit dan uit en schakel de stroomonderbreker uit. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde contactcentrum.
De indicator van het digitale
scherm knippert.
t Druk op de knop 1PXFS op de afstandsbediening om de unit uit te zetten en
schakel de stroomonderbreker uit. Zet het apparaat daarna weer aan.
BEDIENINGSMARGES
De onderstaande tabel geeft de temperatuur- en vochtigheidsmarges aan waarin de airconditioner
functioneert. Raadpleeg de tabel voor efficiënt gebruik.
MODUS
#FEJFOJOHTUFNQFSBUVVS
70$)5*()&*%
BINNEN
*'0650'$0/%*5*0/&4
*/"/%&3&$0/%*5*&4
*/%003
#*//&/
065%003
#6*5&/
COOLING
(koelen)
18˚C to 32˚C -5˚C to 48˚C 80% of minder
Op de binnenunit kan
condensatie ontstaan met het
risico dat er water afwaait of op
de grond drupt.
HEATING
(verwarmen)
27˚C or less -20˚C to 24˚C -
Interne bescherming
wordt ingeschakeld en de
airconditioner stopt.
DRYING
(drogen)
18˚C to 32˚C -5˚C to 48˚C -
Op de binnenunit kan
condensatie ontstaan met het
risico dat er water afwaait of op
de grond drupt.
De gestandaardiseerde temperatuur voor verwarmen is 7˚C/45˚F. Als de buitentemperatuur daalt
tot 0˚C/32˚F of minder, kan het zijn dat de verwarmingscapaciteit verminderd afhankelijk van de
temperatuurconditie. Als de koeling gebruikt wordt bij meer dan 32˚C/90˚F (binnentemperatuur), koelt
deze niet op zijn volledige capaciteit.
20
Appendix
MODELSPECIFICATIE (GEWICHT EN AFMETINGEN)
5ZQF .PEFM /FUUPHFXJDIU
/FUUPBGNFUJOH# D )
#JOOFOVOJU
AM036FBFDEH/EU 23,0 kg
945 220 600 mm
AM056FBFDEH/EU 28,5 kg
1225 220 600 mm
AM071FBFDEH/EU 28,5 kg
1225 220 600 mm
#JOOFOVOJU
/"4"
AM036FNFDEH/EU 23,0 kg
945 220 600 mm
AM056FNFDEH/EU 28,5 kg
1225 220 600 mm
AM071FNFDEH/EU 28,5 kg
1225 220 600 mm
21
NEDERLANDS
Installatiegedeelte
De beste locatie selecteren
De installatie voorbereiden
Houd hij het kiezen van de locatie rekening met de volgende
voorwaarden, met de goedkeuring van de gebruiker.
De koelmiddelpijp moet voltooid worden voordat de bin-
nenunit geïnstalleerd wordt.
Kies een plaats waar de luchtstroom niet verstoord wordt.
Kies een plaats met een vlakke ondergrond en waar de
structuur het gewicht en de trillingen van de binnenunit
kan weerstaan. (Indien de structuur niet sterk genoeg is,
kan de binnenunit vallen en beschadigen of leiden tot
persoonlijk letsel.)
Kies een plaats met voldoende ruimte voor onderhoud
en andere services.
Kies een plaats waar condensatie makkelijk verwijderd
kan worden.
Kies een plaats waar de verbinding van de koelmiddel-
pijp voldoende ruimte heeft.
Kies een plaats waar de binnenunit niet blootgesteld
wordt aan direct zonlicht.
Kies een plaats waar een afstand van ten minste 1m
behouden kan worden tussen de stroom-/communica-
tiekabel en elektronische apparaten.
(Afhankelijk van de omstandigheden kunnen problemen
optreden, zelfs met een afstand van 1m.)
1.
Controleer het product en de locatie waar deze geïnstalleerd
zal worden.
2.
Controleer de vereiste installatievoorwaarden.
3.
Boor een gat in de vloer of de muur, en plaats verankerings-
bouten, zoals getoond
op de afbeelding.
- Gebruik bouten van
Φ9,52 of M10-bouten
voor de installatie.
- Er moeten ten minste
2 verankeringsbouten
gebruikt worden voor
het vastmaken van de
binnenunit.
1.
Selecteer een locatie zonder obstakels in de omgeving en
zorg dat de pijp en elektriciteit eenvoudig geïnstalleerd
kunnen worden. Kies ook een plaats waar de unit niet kan
vallen of geschud kan worden door trillingen of andere
externe krachten.
2.
Boor een gat voor de afvoer aan de onder- of achterkant
van de binnenunit met een diameter van 60~65mm.
3.
Zorg ervoor dat het product waterpas staat.
- Controleer of het product horizontaal staat met een water-
pas, etc.
t*OEJFOEFCJOOFOVOJUOJFUXBUFSQBTTUBBUEBOLBOFS
BGWPFSXBUFSJOEFCJOOFOVOJULPNFOWBOXFHFPOKVJTUF
metingen van het waterniveau.
-&501
4.
Maak de binnenunit vast door deze vast te maken aan de
verankeringsbout.
(Eenheid: mm)
A’ of meer
60 of meer
Luchtinvoer
Luchtafvoer
Luchtfilter
60
50 of minder
Deksel
Model A
77
036
77
700
77
056
77
980
77
071
77
980
Beton
Gat voor
vastzetbout
of plug
Vastzetbout (Φ9,52 of M10)
Installatie binnenunit
t"MMFPOEFSEFMFONPFUFOBQBSUHFLPDIUXPSEFO
t&SNPFUWPMEPFOEFSVJNUFWPPSPOEFSIPVE[JKO
-&501
De unit legen
De ontwerpen en de vorm zijn,
afhankelijk van het model,
onderhevig aan verandering.
Bij levering is de binnenunit gevuld met inert gas. Dit gas moet
geleegd worden voordat de buizen aangesloten worden. Volg
de volgende stappen om het gas te legen.
Schroef de stelschroef aan het einde van elke koelmiddelpijp los.
Resultaat: Al het inert gas stroomt uit de binnenunit.
Ingang
vloeibaar
koelmiddel
Ingang
gasvormig
koelmiddel
Nr Naam Beschrijving
Verbinding vloeistofbuis
77
036/056
77
:
ø6,35
77
071
77
:
ø9,52
Verbinding gasbuis
77
036/056
77
:
ø12,7
77
071
77
:
ø15,88
Verbinding afvoerbuis
ID ø18
Stroombedrading
-
Luchtinlaat -
Luchtafvoer -
Model "A" "B" "C"
77
036
77
945 mm 730 mm 700 mm
77
056/071
77
1225 mm 1010 mm 980 mm
Om te voorkomen dat vuil of
vreemde voorwerpen in de
pijpen komen tijdens de instal-
latie, mag u de
stelschroef niet helemaal verwij-
deren totdat u klaar bent om de
buizen te verbinden.
Opmerking
22
De koelmiddelpijp aansluiten
&S[JKOUXFFLPFMNJEEFMQJKQFONFUWFSTDIJMMFOEFEJBNFUFST
X Een kleinere voor vloeibaar koelmiddel.
X
Een grotere voor gasvormig koelmiddel.
X De binnenkant van de koperen pijp moet schoon zijn en
er mag geen stof opzitten.
De aansluitingsprocedure voor de koelmiddelpijpen
varieert afhankelijk van de positie van de uitgang van de
QJKQFOUFOPQ[JDIUFWBOEFCJOOFOVOJU[PBMTHF[JFOWBOBG
EFCJOOFOVOJUJOEFi"w[JKEF
X Ingang vloeibaar koelmiddel.
X Ingang gasvormig koelmiddel.
X Ingang afvoerslang.
A
De ontwerpen en de vorm zijn, afhankelijk van het model,
onderhevig aan verandering.
1.
Verwijder de stelschroef van de pijpen en sluit de buizen
aan op elke pijp, maak de moeren vast, eerst met de hand
en daarna met een moersleutel.
Koelolie
Torsiesleutel
Flaremoer
Unie
Sleutel
Buitenste diameter
(mm)
Torsie
LHGtDN /tN
6,35 140~180 14~18
9,52 350~430 34~42
12,70 500~620 49~61
15,88 690~830 68~82
Smeer koelolie op het flaregebied om lekken te
voorkomen.
Opmerking
2.
Zorg ervoor dat er geen scheuren of bobbels in het gebo-
gen gebied zitten.
-&,,"(&5&45.&545*,450'WØØSIFUPQFOFOWBOEFBGTMVJUJOHFO
Om eenvoudige lekkages van koelvloeistof te detecteren
voordat het vacuüm opnieuw gecreëerd wordt en de R-410A
opnieuw gaat circuleren, is het goed als de installateur het hele
systeem onder druk zet met stikstof (met behulp een drukre-
gelaar) op een druk hoger dan 4,1MPa (gauge).
Lekkagetest
Lekkagetest & Isolatie uitvoeren
-&,,"(&5&45.&53"OBIFUPQFOFOWBOEFBGTMVJUJOHFO
Haal vóór het openen van de afsluitingen al het stikstof uit het systeem
en creëer vacuüm. Controleer na het openen van alle afsluitingen op
lekkages met behulp van een lekdetector voor koelmiddel R-410A.
"MTVHFDPOUSPMFFSEIFCUPQMFLLBHFTJOIFUTZTUFFNLVOU
VEFCVJ[FOFOQJKQFOJTPMFSFO
1.
Plaats om condensatieproblemen te voorkomen T13,0 of een dikker
Acrylonitril Butadieen Rubber om elk van de koelmiddelpijpen.
Zorg ervoor dat de naad van de pijpen altijd naar
boven wijst.
Opmerking
2.
Wikkel isolatietape om de pijpen en afvoerslang, en zorg er
daarbij voor dat de isolatie niet te veel geplet wordt.
3.
Wikkel isolatietape om de rest van de pijpen die leiden naar
de buitenunit.
4.
De pijpen en elektriciteitskabel die aangesloten zijn tussen
de binnenunit en de buitenunit moeten in de muur
geïnstalleerd worden met geschikte leidingen.
Isolatie
Controleer op lekkages
Lekkagecontrole
.PFUEJDIUUFHFOIFUBQQBSBBU
aanzitten zonder tussenruimte.
Zorg ervoor dat de
isolatie overlapt.
Binnenunit
Isolatiepijp
Isolatie bedekking pijp
-&501
t"MMFLPFMNJEEFMBBOTMVJUJOHFONPFUFOUPFHBOLFMJKL
zijn zodat unit onderhouden of in het geheel
verwijderd kan worden.
-&501
t7FSXJKEFSBMIFUTUJLTUPGPNFFOWBDVàNUFDSFÑSFO
FOMBBEIFUTZTUFFN
-&501
23
NEDERLANDS
5.
Selecteer de isolatie van de koelmiddelpijp.
X Isoleer de pijp aan de gas- en vloeistofzijde met een
dikte die gebaseerd is op de pijpgrootte.
X Binnentemperatuur van 30°C en vochtigheid van 85%
is de standaard. Gebruik bij installatie in een omgeving
met hoge vochtigheid een graad dikkere isolatie op
basis van de onderstaande tabel. Gebruik een dikkere
isolatie als de unit geïnstalleerd wordt in ongunstige
condities.
X
De hittebestendige temperatuur van de isolatie moet
meer zijn dan 120°C.
Pijp Pijpgrootte
Isolatietype (verwarmen/koelen)
Opmerkingen
Standaard
[30°C, 85%]
Hoge vochtigheid
[30°C, meer dan 85%]
EPDM, NBR
Vloeistof
pijp
ø6,35~ø9,52 9t 9t
Interne
temperatuur
is hoger dan
120°C
ø12,70~ø50,80
13t 13t
Gas
Pijp
ø
6,35 13t 19t
ø9,52~ø25,40
19t
25t
ø28,58~ø44,45
32t
ø50,80 25t 38t
X Bij het installeren van isolatie op onderstaande plekken en
onder de onderstaande omstandigheden moet u isolatie
gebruik die bestemd is voor omstandigheden met hoge
vochtigheid.
<Geologische omstandigheden>
- Plekken met hoge vochtigheid, zoals aan de kust, bij warme
springbronnen, bij een meer of rivier, en rug (wanneer een deel
van een gebouw bedekt is met aarde en zand.)
<Omstandigheden doel werking>
- Plafond restaurant, sauna, zwembad, etc.
<Bouwomstandigheden>
- Het plafond wordt regelmatig blootgesteld aan vocht en koeling
is niet afgedekt.
bijv. de geïnstalleerde pijp in een hal van een slaapkamer en stu-
dio of in de buurt van een uitgang die vaak open en dicht gaat.
- De plek waarop de pijp geïnstalleerd is, is zeer vochtig vanwege
een gebrek aan een ventilatiesysteem.
,PFMNJEEFMQJKQWPPS&&7LJUFO.$6PG[POEFS&&7LJUFO.$6
X U kunt de pijpen van de gaszijde en vloeistofzijde
aansluiten maar de pijpen mogen niet onder druk staan.
Gebruik bij het verbinden van de gaszijde en de pijp aan
de gaszijde, 1 graad dikkere isolatie.
Gaspijp
Vloeistofpijp
Isolatie
Isolatie
,PFMWMPFJTUPGQJKQOB&&7LJUFO.$6
X Laat 10mm ruimte open wanneer u de pijpen van de
gaszijde en vloeistofzijde installeert. Gebruik bij het
verbinden van de gaszijde en de pijp aan de gaszijde,
1 graad dikkere isolatie.
Gaspijp
10mm
Vloeistofpijp
10mm10mm
t*OTUBMMFFSEFJTPMBUJFOJFUPNEFQJKQXJKEFSUFNBLFOFO
HFCSVJLIFUIFDIUNJEEFMPQEFWFSCJOEJOHTEFMFOPNUF
WPPSLPNFOEBUFSWPDIUCJOOFOLBOLPNFO
t8JLLFMJTPMBUJFUBQFPNEFLPFMNJEEFMQJKQBMTEF[FCMPPU
gesteld wordt aan direct zonlicht.
t*OTUBMMFFSEFLPFMNJEEFMQJKQFO[PSHFSWPPSEBUEFJTP
MBUJFOJFUEVOOFSXPSEUPQIFUHFCPHFOEFFMPGPQIBOH
draad van de pijp.
7PFHNFFSJTPMBUJFUPFBMTEFJTPMBUJFQMBBUEVOOFSXPSEU
Extra isolatie
Ophangdraad
Koelmiddelpijp isolatie
a×3
a
Installatie afvoerpijp en afvoerslang
1.
Installeer een afvoerpijp
conform de volgens instructies.
2.
Wanneer de installatie van de
afvoerslang klaar is, moet u er
water doorheen gieten om te
controleren of het water goed
afgevoerd wordt.
t;PSHFSWPPSEBUEFBGWPFSTMBOHOJFUWBTULPNUUF[JUUFOPGMPT
MBBUCJKEFBBOTMVJUJOH
t4MVJUJOEJFOOPEJHFFOWFSMFOHTMBOHBGWPFSTMBOHBBOPQEF
BGWPFSTMBOHWBOEFCJOOFOVOJUFOJTPMFFSIFUFYUFSOFPQQFSW
MBLUFWBOEFWFSMFOHTMBOHJOEJFOEF[FBBOHFTMPUFOJTCJOOFO
t"MTVFFOBGWPFSTMBOHIFCUHFÕOTUBMMFFSEPQFFOBGWPFSTMBOH
POEFSEFLPFMNJEEFMQJKQEBONPFUVFSWPPS[PSHFOEBUEF
afvoerslang goed vastzit.
t"MTVEFBGWPFSTMBOHJOTUBMMFFSUEPPSFFOHBUUFCPSFOJO
FFONVVSEBONPFUVFSWPPS[PSHFOEBUEF[FTDIVJOBGMPPQU
-&501
3.
Wanneer de slang door het geboorde gat in de muur gevoerd wordt,
moet u ervoor zorgen dat de volgende situaties zich niet voordoen.
Afvalwater
5cm
of
lager
Afvoerslang
buigt naar
boven
Uiteinde van de
afvoerslang zit
onder water
Afvoerslang
is gebogen
Afstand tussen
de afvoerslang en
de grond is te
klein
Uiteinde
van de afvo-
erslang ligt in
afvalwater
t"BOHF[JFOEFBGWPFSFFOOBUVVSMJKLFTPPSUBGWPFSJTNPFUEF
BGWPFSTMBOHJOFFOOFFSXBBSUTFSJDIUJOHHFÕOTUBMMFFSEXPSEFO
t"MTVEFBGWPFSTMBOHOJFUWBTUNBBLUNFUFFOLBCFMCJOEFSLBO
lekkage optreden.
t%FBGWPFSQJKQLBOWFSTUPQUSBLFOBMTFSWSFFNEFPCKFDUFOJO
EFBGWPFSCBL[JUUFOEVTVNPFUBMMFWSFFNEFWPPSXFSQFO
verwijderen voordat de installatie voltooid is.
t(FCSVJLHFFOBGWPFSTMBOHWFSMFOHTMBOHFOEJFTBNFONFU
een andere slangen aangesloten zijn.
8BUFSLBOMFLLFOCJKIFUBBOTMVJUJOHTHFEFFMUFEBBSPNNPFU
VEFBGWPFSTMBOHJOIFUHFIFFMJOTUBMMFSFO"MTEFMFOHUFFDI
ter te kort is en u kunt niet vermijden dat een aantal afvoer
TMBOHFOTBNFOBBOHFTMPUFOXPSEUEBONPFUVFSWPPS[PS
gen dat u een silicone afdichtingsmiddel of andere materiaal
EBUXBUFSCFTUFOEJHJTHFCSVJLU(FCSVJLHFFOJTPMBUJFCBOE
-&501
-&501
Interne waterpijp
(in het product)
(Buitenste diameter Ø19)
Externe waterpijp
(buiten het product)
(Buitenste diameter Ø19)
50cm
of meer
Afvoerbak
24
Test waterlekkage
Pijpisolatie
1.
Giet water in het gat voor de afvoertest of afvoerbak van de
binnenunit, zoals getoond op de afbeelding. (Ongeveer 1ℓ)
2.
Zorg ervoor dat de afvoering goed gaat door dit te
controleren aan het eind van de afvoerpijp.
3.
Indien water lekt, controleer dan of de binnenunit waterpas
is, de aansluiting van de afvoerslang/afvoerbak en zorg
ervoor dat de lek verholpen wordt.
Binnenunit
Goed vastmaken
zonder tussenruimte.
Aansluiting stroom- en communicatiekabel
Bedradingswerk
t/BIFUBBOTMVJUFOWBOEFBGWPFSQJKQPQEFCJOOFOVOJU
moet u een lektest uitvoeren. Indien de afvoertest
OJFUHPFEJTVJUHFWPFSELBOFSXBUFSJOEFCJOOFOVOJU
lekken wat schade kan veroorzaken.
t-FFHIFUDPOEFOTBUJFXBUFSVJUEFBGWPFSCBLWPPSEBU
reparaties/onderhoud uitgevoerd worden.
-&501
t6NPFUEFLPFMNJEEFMQJKQFOWFSCJOEJOHFOFOIFU
aansluitingsdeel van de pijp isoleren.
t;PSHFSWPPSEBUVFSWPPS[PSHUEBUFSHFFOSVJNUF[JU
UVTTFOEFJTPMBUJFWBOIFUHFCPHFOEFFMWBOEFQJKQFO
t;PSHFSWPPSEBUEFJTPMBUJFPWFSMBQUXBOOFFSVIFU
vastmaakt.
-&501
1.
Voordat u aan de slag gaat met bedradingswerk moet u de
stroom uitzetten.
2. Stroom voor de binnenunit moet geleverd worden door
de breker (ELCB of MCCB+ELB) die afgezonderd wordt
door de buitenstroom.
- ELCB: Earth Leakage Circuit Breaker (aardlekschakelaar)
- MCCB: Molded Case Circuit Breaker
- ELB: Earth Leakage Circuit Breaker (aardlekschakelaar)
3.
Voor het elektriciteitssnoer mogen alleen koperen draden
gebruikt worden.
4.
Verbind het elektriciteitssnoer {1(L), 2(N)} tussen de units
binnen de maximale lengte en per communicatiekabel (F1, F2).
5.
Verbind F3, F4 (voor communicatie) bij het installeren van
de bedrade afstandsbediening.
1.
Voordat u aan de slag gaat met bedradingswerk moet u de
stroom uitzetten.
2. Stroom voor de binnenunit moet geleverd worden door
de breker (ELCB of MCCB+ELB) die afgezonderd wordt
door de buitenstroom.
- ELCB: Earth Leakage Circuit Breaker (aardlekschakelaar)
- MCCB: Molded Case Circuit Breaker
- ELB: Earth Leakage Circuit Breaker (aardlekschakelaar)
3.
Voor het elektriciteitssnoer mogen alleen koperen draden
gebruikt worden.
4.
Verbind het elektriciteitssnoer {1(L), 2(N)} tussen de units
binnen de maximale lengte en per communicatiekabel (F1, F2).
5.
Verbind V1, V2(voor DC12V) en F3, F4(voor communicatie)
bij het installeren van de afstandsbediening.
ELCB : Noodzakelijke installatie
WAARSCHUWING: Zet de stroom uit voordat u draden
aansluit; binnen PBA zal beschadigen terwijl
V1,V2,F3,F4 elkaar zullen kortsluiten.
ELCB : Noodzakelijke installatie
WAARSCHUWING: Zet de stroom uit voordat u draden
aansluit; binnen PBA zal beschadigen terwijl
V1,V2,F3,F4 elkaar zullen kortsluiten.
Q
4FSJF".
777
'/'%&)
7
Q
4FSJF".
777
'#'%&)
7
ELCB
MCCB+
ELB
Binnenunit 1
Buitenunit
Binnenunit 2 Binnenunit 3
Afstandsbediening
220-240V~
or
ELCB
MCCB+
ELB
Binnenunit 1
Buitenunit
Binnenunit 2 Binnenunit 3
Afstandsbediening
220-240V~
or
25
NEDERLANDS
Specificatie van elektrische bedrading
Stroom
toevoer
MCCB
ELB
of
ELCB
Stroom
kabel
Aardings
kabel
Communicatie
kabel
Max : 242V
Min : 198V
XA
XA, 30mmA
0,1 s
2,5mm
2
2,5mm
2
0,75~1,5mm
2
Haal de transmissiebedrading tussen binnen- en
buitenunits door leidingen om deze te beschermen
tegen externe krachten, en trek de leiding samen met de
koelmiddelpijpen door de muur.
Stroomkabels van onderdelen van apparaten voor
buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibel snoer met
een polychloropreen mantel. (IEC-code IEC:60245 IEC 57 /
CENELEC: H05RN-F of IEC:60245 IEC 66 / CENELEC: H07RN-F)
X Bepaal de capaciteit van ELCB(of MCCB+ELB) met de
onderstaande formule.
De capaciteit van ELCB (of MCCBX_ELB) X[A] = 1,25 X 1,1 X ΣAi
X : De capaciteit van ELCB (of MCCB+ELB).
ΣAi : Som van stroom van elke binnenunit.
Raadpleeg alle installatiehandleidingen over de nominale
stroom van de binnenunit
X Kies de stroomkabelspecificatie en maximale lengte met 10%
stroomdaling tussen de binnenunits.
(
Coef×35,6×Lk×ik
)<
10% of input
voltage[V]
1000×Ak
n
k=1
coef: 1,55
T Lk: Afstand tussen elke binnenunit[m]
Ak: Specificatie stroomkabel [mm
2
]
Ik: stroom van elke unit [A]
Nominale
afmetingen
voor kabel
(mm
2
)
Nominale
afmetingen
voor schroef
(mm)
B
Standaard
afmeting
(mm)
Toegestaan
(mm)
1,5
4 6,6
± 0,2
48
2,5
4 6,6
± 0,2
4 8,5
4 4 9,5 ± 0,2
Dd1
Standaard
afmeting
(mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
afmeting
(mm)
Toegestaan
(mm)
3,4
+0,3
-0,2
1,7 ± 0,2
4,2
+0,3
-0,2
2,3 ± 0,2
5,6
+0,3
-0,2
3,4 ± 0,2
EFL d2 t
Min. Min. Max.
Standaard
afmeting
(mm)
Toegestaan
(mm)
Min.
4,1 6 16 4,3
+ 0,2
0
0,7
6 6 17,5 4,3
+ 0,2
0
0,8
6 5 20 4,3
+ 0,2
0
0,9
Selecteren van samengedrukt ringanker
Zilver soldeer
X
Zorg er bij het installeren van optionele producten voor dat
u de onderstaande stroomcapaciteit hanteert.
Optioneel product wordt niet geleverd door de producent.
Stroom aansluiten voor optionele producten
AC, Below 2A AC, Below 2A
HOT
T/B
1(L) 2(N) Vc Vc Vw Vw
POWER : L
VENTILATOR
OPTION
POWER : N
COIL
STROOM : L
STROOM : N
VENTILATOR
HEET SPOEL
OPTIE
AC, lager dan 2A AC, lager dan 2A
26
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Stel het adres van de binnenunit en installatieoptie in met de afstandsbedieningoptie.
Stel elke optie apart in aangezien u de opties adresinstelling en installatie-instelling van de binnenunit niet tegelijkertijd in kan
stellen. U moet het adres van de binnenunit en de installatieoptie apart instellen.
De procedure van de instelling van optie
0QUJFJOTUFMMJOHJTCFTDIJLCBBSWBO4&(UPU4&(
X 4&(4&(4&(4&([JKOOJFUJOHFTUFMEBMTQBHJOBPQUJF
X 4UFMEF4&(_4&(4&(_4&(JOPQ""/TUBUVTFO4&(_4&(_PQ6*5TUBUVT
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6 SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
0XXXXX1XXXXX
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18 SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
2XXXXX3XXXXX
Aan(SEG1~12) Uit(SEG13~24)
LET OP
4UBQ.PEVTJOWPFSFOPNPQUJFJOUFTUFMMFO
1. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen en ga naar de modus optie-instelling terwijl u op de knop hoge temperatuur en knop lage
temperatuur drukt.
3.
Controleer of het apparaat in de modus optie-instelling staat.
4UBQ%FQSPDFEVSFWBOPQUJFJOTUFMMJOH
Selecteer wanneer het apparaat in de modus optie-instelling staat de onderstaande optie.
Q
".
777
'/'%&)
7
4FSJF
MR-DC00, MR-DH00
Knop hoge
temperatuur
Knop hoge
ventilator
Modus wijzigen
Knop lage
temperatuur
Knop lage
ventilator
Modus voor
instelling
Optie-instelling
MR-EC00, MR-EH00
Knop hoge
temperatuur
Knop hoge
ventilator
Modus wijzigen
Knop lage
temperatuur
Knop lage
ventilator
Modus voor
instelling
Optie-instelling
Het display van de afstandsbediening kan anders zijn afhankelijk van het model.
27
NEDERLANDS
Optie-instelling Status
1. Instelling SEG2-, SEG3-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) ( ) om naar SEG2-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG3-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
2. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de AAN-status te zetten.
3. Instelling SEG4-, SEG5-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG4-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG5-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
4. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de AAN-status te zetten.
5. Instelling SEG6-, SEG8-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG6-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG8-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
6. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de AAN-status te zetten.
7. Instelling SEG9-, SEG10-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG9-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG10-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
8. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de AAN-status te zetten.
9. Instelling SEG11-, SEG12-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG11-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG12-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
10. Auto-modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Auto-modus op de UIT-status te zetten.
11. Instelling SEG14-, SEG15-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG14-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG15-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG2 SEG3
SEG4
SEG6
SEG9
SEG11
SEG14
SEG5
SEG8
SEG10
SEG12
SEG15
28
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
Optie-instelling Status
12. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de UIT-status te zetten.
13. Instelling SEG16-, SEG17-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG16-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG17-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
14. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de UIT-status te zetten.
15. Instelling SEG18-, SEG20-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG18-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG20-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
16. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de UIT-status te zetten.
17. Instelling SEG21-, SEG22-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG21-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG22-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
18. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de UIT-status te zetten.
19. Instelling SEG23-, SEG24-modus
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG23-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG24-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG16
SEG18
SEG21
SEG23
SEG17
SEG20
SEG22
SEG24
4UBQ*OWPFSPQUJF
Druk op de knop
met de richting van de afstandsbediening om in te stellen.
U moet de optie voor de correcte optie-instelling tweemaal invoeren.
4UBQ8FSLJOHDPOUSPMFSFO
1. Reset de binnenunit door op de knop RESET van de binnen- of buitenunit te drukken.
2. Haal de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk op de aan-/uitknop.
4UBQ$POUSPMFFSEFPQUJFEJFVIFCUJOHFTUFME
Druk na het instellen van de optie op de knop
om te controleren of de optiecode die u hebt ingevoerd correct is of niet.
¤
¤
¤
¤
¤
¤
¤
¤
¤
29
NEDERLANDS
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Wijs voor het installeren van de binnenunit een adres toe aan de binnenunit op
basis van het airconditioner systeemplan.
Instellen adres binnenunit (HOOFD/RMC)
0QUJF/S"9999999999999999999
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Instellen hoofdadres
100-cijfer van adres
binnenunit
10-cijfer van
binnenunit
Het unitcijfer van
binnenunit
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0A
0
Geen
hoofdadres
0~9 100-cijfer 0~9 100-cijfer 0~9
Een unit
cijfer
1
Instellingsmodus
hoofdadres
Optie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA
-
RMC-adres instellen
-
Groepskanaal (*16) Groepadres
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Geen
RMC-adres
RMC1 0~F RMC2 0~F
1
Instellingsmodus
RMC-adres
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Wijs een adres toe voor de binnenunit met behulp van de draadloze afstandsbediening.
- De oorspronkelijke adresstatus van binnenunit ADRES(HOOFD/RMC) is “0A0000-100000-200000- 300000”.
X 8BOOFFSi"w_w'wXPSEUJOHFWPFSEWPPS4&(_[BMIFU)00'%"%3&4WBOEFCJOOFOVOJUOJFUHFXJK[JHEXPSEFO
X 8BOOFFSVEF4&(JOTUFMUPQEBO[BMEFCJOOFOVOJUIFUWPSJHF)00'%"%3&4CFIPVEFO[FMGTXBOOFFSVEFPQUJFXBBSEF
4&(_JOWPFSU
X 8BOOFFSVEF4&(JOTUFMUPQ[BMEFCJOOFOVOJUIFUWPSJHF3.$"%3&4CFIPVEFO[FMGTXBOOFFSVEFPQUJFXBBSEF4&(_
invoert.
X 6LVOU4&(FO4&(OJFUUFHFMJKLFSUJKEJOTUFMMFOBMT'XBBSEF
LET OP
30
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Stel de installatieoptie in volgens de installatieconditie van een airconditioner.
- De standaardinstelling van een installatieoptie van een binnenunit is
“020010-100000- 200000-300000”.
- Individuele bediening met een afstandsbediening (SEG20) is de functie die een
binnenunit individueel bedient wanneer er meerdere binnenunits zijn.
Installatieoptie van een binnenunit instellen (geschikt voor de conditie van elke installatielocatie)
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Stel de optie binnenunit in met behulp van de draadloze afstandsbediening.
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
02 -
Externe
kamertemperatuursensor
/ Minimalisatie van
de ventilatoractiviteit
wanneer de thermostaat
is uitgeschakeld
Centrale bediening
RPM
ventilatorcompensatie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 Afvoerpomp Warm water verwarmer -
EEV-stap wanneer
heating (verwarming)
stopt
-
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 Externe bediening
Uitvoer externe bediening
/ Externe verwarming
Aan- of Uit-signaal
S-Plasma Ion
(S-plasma-ion)
Buzzer Aantal uren met lter
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie
verwarmingsinstelling
/ Gecondenseerd
water verwijderen in
verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tijdens oil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooiing) modus
Bewegingssensor -
X 1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS MODEL: Afvoerpomp (SEG8) zal ingesteld worden op GEBRUIK + 3 minuten vertraging’ zelfs
wanneer de afvoerpomp ingesteld staat op 0.
X 1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS, DUCTMODEL: Aantal uren met filter (SEG18) zal ingesteld worden op ‘1000 uur zelfs als de SEG18
ingesteld staat op behalve voor 2 of 6.
X Wanneer de optie ingesteld wordt op andere waarden dan de hierboven staande SEG-waarden, zal de optie ingesteld wor-
den op “0”.
X De optie centrale bediening SEG5 staat ingesteld op (gebruiken) dus u hoeft de optie centrale bediening niet extra in te stel-
len. Indien de centrale bediening niet is aangesloten, maar geen foutbericht weergeeft, dan moet u de optie centrale bedi-
ening instellen op 9 (niet gebruiken) om de binnenunit uit te sluiten van de centrale bediening.
X De uitvoer van heet water in SEG9 wordt gegenereerd vanaf de hete spoel van het aansluitblok in leidingmodellen.
F4
F3
F1 F2
V2
V1
1(L) 2(N)
2
1
HETE
SPOEL
WISSELSTROOM
BUITENCOMMUNICATIE
Bedrade
afstandsbediening
DC 12V
* De uitvoer van de hete spoelterminal is AC 220 V / 230 V
(Hetzelfde als de invoerstroom van de binnenunit)
COM1 COM2
(+)
L N
(-)
X De externe uitvoer van SEG15 wordt gegenereerd door de MIM-B14-aansluiting. (Raadpleeg de handleiding van MIM-B14.)
Q
*OTUBMMBUJFPQUJFTFSJF
31
NEDERLANDS
0QUJF/S9999999999999999999
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Gebruik van robot schoonmaak
Gebruik van externe kamertemperatuursensor /
Minimalisatie van de ventilatorwerking wanneer
de thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale
bediening
RPM
ventilatorcompensatie
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Gebruik van de externe
kamertemperatuursensor
Minimalisatie van de
ventilatorwerking
wanneer de
thermostaat is
uitgeschakeld
02
0 Niet gebruiken 0 Niet gebruiken Niet gebruiken 0 Niet gebruiken 0
Niet
gebruiken
1 Gebruiken
1 Gebruiken Niet gebruiken
1 Gebruiken
1
RPM-
compensatie
2 Niet gebruiken Gebruiken
(*1)
2
Kit voor hoog
plafond
3 Gebruiken Gebruiken
(*1)
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA
Gebruik van
afvoerpomp
Gebruik van heetwaterverwarming
EEV-stap wanneer heating
(verwarming) stopt
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Niet
gebruiken
0 Niet gebruiken 0
Standaard
waarde
1 Gebruiken 1 Gebruiken
(*2)
1
geluid
verminderende
instelling
2
Als een een
binnenunit
stopt, zal de
afvoerpomp
3 min.
werken.
2-
3 Gebruiken
(*2)
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg PAGINA
Gebruik van externe
bediening
Instellen van de uitvoer van
de externe bediening /Externe
verwarming Aan- of Uit-signaal
S-Plasma Ion (S-plasma-ion) Buzzerbediening Aantal uren met lter
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
Instellen
van de
uitvoer van
de externe
bediening
Aan/uit-
signaal
externe
verwarming
2
0
Niet
gebruiken
0
Thermo
aan
- 0 Niet gebruiken 0
Gebruiken
buzzer
2 1000 uur
1
On/O
(aan/uit)
bediening
1
Bediening
aan
-
1 Gebruiken 1
Niet gebruiken
buzzer
6 2000 uur2
O (uit)
bediening
2-
Gebruiken
(*3)
3
Scherm On/
O (aan/uit)
bediening
3-
Gebruiken
(*3)
Q
*OTUBMMBUJFPQUJFTFSJFHFEFUBJMMFFSE
32
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg PAGINA
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie verwarmingsinstelling / Gecondenseerd
water verwijderen in verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tjidensoil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooien) modus
Bewegingssensor
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Compensatie
verwarmingsinstelling
Gecondenseerd
water
verwijderen in
verwarmingsmodus
3
0 of 1 kanaal 1
0
Standaard
(*4)
Niet gebruiken 0 Standaardwaarde 0 Niet gebruiken
1 2 °C Niet gebruiken
1
Oil return
(olieterugvoer)
of geluid
verminderende
in defrost
(ontdooiing)
modus
1
Uitzetten binnen 30 min.
zonder beweging
2 kanaal 2 2 5 °C Niet gebruiken 2
Binnen 30 min. 60min.
zonder beweging
3 kanaal 3 3
Standaard
(*4)
Gebruiken
(*5)
3
Binnen 30 min. 120min.
zonder beweging
4 kanaal 4
4 2 °C Gebruiken
(*5)
4
Binnen 30 min. 180min.
zonder beweging
5 5 °C Gebruiken
(*5)
5
Uitzetten binnen 30min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
6
Uitzetten binnen 60min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
7
Uitzetten binnen 120min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
8
Uitzetten binnen 180min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
*Geavanceerde functie: Controlling cooling/heatingcurrent or power savingwith motion detect.
(*1)
Minimaliseren van de ventilatoractiviteit wanneer de thermostaat is uitgeschakeld
- De ventilator werkt 20 seconden met een interval van 5 minuten in de verwarmingsmodus.
(*2)
1: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200) op de
buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
(*3)
Wanneer de volgende 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe verwarming, zal het signaal voor het bewaken
van de externe contactregeling niet werken.
2: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200) op de
buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
Als de ventilator is uitgeschakeld voor het koelen van alleen de binnenunit door het instellen van de SEG9=3 of SEG15=3, hebt
u een externe sensor of een bedrade afstandsbedieningsensor nodig om de binnentemperatuur exact te detecteren.
(*4)
Standaardwaarde instelling
- 4-wegs cassette, mini 4-wegs cassette: 5 °C
- Andere binnenunits: 2 °C
33
NEDERLANDS
(*5)
Deze functie kan worden toegepast op de 4-wegs cassette en op mini 4-wegscassette alleen. Als de airconditioner in
verwarmingsmodus draait meteen na het voltooien van de koelingsmodus, zal het gecondenseerde water in de afvoerbak
verdampen door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit. Aangezien de waterdamp kan condenseren op de
binnenunit en in een leefruimte kan vallen, moet deze functie worden gebruikt om de waterdamp uit de binnenunit af te
voeren door de ventilator (maximaal 20 minuten) te laten werken zelfs wanneer de binnenunit wordt uitgeschakeld nadat de
koelmodus wordt omgezet naar de verwarmingsmodus.
X *OTUBMMFFSEFFMFLUSPOJTDIFWFSXBSNJOHOJFUJOIFUTUSPPNLBOBBMWBOEFWFOUJMBUPSWBOEFCJOOFOVOJU
Luchtstroom
Aanzuigkant Afvoerkant
Elektronische verwarming moet
niet worden geïnstalleerd
Leiding binnenunit
LET OP
Q
*OTUBMMBUJFPQUJFTFSJF
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
05
Gebruik van Auto Change
(auto wijzigen) uitsluitend
voor HR in auto-modus
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
heating (verwarmen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
cooling (koelen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor wijzigen
modus Heating
(verwarmen) Cooling
(koelen)
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor wijzigen
modus Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3) Vereiste
tijd voor wijzigen modus
Compensatie-optie voor
lange pijp of hoogteverschil
tussen binnenunits
--
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2- - - -
Bedieningsvariabelen
bij gebruik van heet
water / externe
verwarming
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3- - - - -
34
0QUJF/S9999999999999999999
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
Gebruik van Auto
Change Over (auto
wijzigen) voor
uitsluitend HR in Auto-
modus
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
heating (verwarmen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
cooling (koelen)
Compensatie
(Bij instelling
SEG3) Standaard
voor wijzigen
modus Heating
(verwarmen)
Cooling (koelen)
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
05
Volg
product
optie
0 0°C 0 0°C 0 1°C
1
Gebruik
Auto Change
Over (auto
wijzigen)
voor
uitsluitend
HR
1 0,5°C 1 0,5°C 1 1,5°C
2 1°C 2 1°C 2 2°C
3 1,5°C 3 1,5°C 3 2,5°C
4 2°C 4 2°C 4 3°C
5 2,5°C 5 2,5°C 5 3,5°C
6 3°C 6 3°C 6 4°C
7 3,5°C 7 3,5°C 7 4,5°C
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg
PAGINA
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor
wijzigen modus
Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3)
Vereiste tijd voor
wijzigen modus
Compensatie-optie voor
lange pijp of hoogte
verschil tussen binnenunits
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 1°C 0 5 min. 0
Gebruik
standaard-
waarde
1 1,5°C 1 7 min.
1
1) Hoogteverschil
1)
is meer dan 30 m of
2) Afstand
2)
is langer
dan 110 m
2 2°C 2 9 min.
3 2,5°C 3 11 min.
4 3°C 4 13 min.
2
1) Hoogteverschil
is1) 15~30 m of
2) Afstand2) is
50~110 m
5 3,5°C 5 15 min.
6 4°C 6 20 min.
7 4,5°C 7 30 min.
Q
*OTUBMMBUJFPQUJFTFSJFHFEFUBJMMFFSE
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
35
NEDERLANDS
Optie SEG13
SEG14 SEG15
SEG16 SEG17
SEG18
3)
Uitleg
Bedieningsvariabelen bij gebruik van heet water /
externe verwarming
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie
Details
Temp. voor
verwarming
instellen Aan/Uit
Vertragingstijd voor
verwarming Aan
2
0
Op dezelfde tijd als
thermo aan
Geen vertraging
1
Op dezelfde tijd als
thermo aan
10 minuten
2
Op dezelfde tijd als
thermo aan
20 minuten
3 1,5 °C Geen vertraging
4 1,5 °C 10 minuten
5 1,5 °C 20 minuten
6 3,0 °C Geen vertraging
7 3,0 °C 10 minuten
8 3,0 °C 20 minuten
9 4,5 °C Geen vertraging
A 4,5 °C 10 minuten
B 4,5 °C 20 minuten
C 6,0 °C Geen vertraging
D 6,0 °C 10 minuten
E 6,0 °C 20 minuten
1)
Hoogteverschil: Het verschil van hoogte tussen de overeenkomende binnenunit en de binnenunit die op de laagste plaats geïnstalleerd is.
Bijvoorbeeld, Selecteer optie “1” als de binnenunit 40m hoger geïnstalleerd is dan de binnenunit die op de laatste plaats
geïnstalleerd is.
2)
Afstand: Het verschil tussen de pijplengte van de binnenunit die het verst van een binnenunit geïnstalleerd is en de pijplengte van de bijbehorende
unit van een buitenunit. Bijvoorbeeld, selecteer optie “2” wanneer de verste pijplengte 100m is en de bijbehorende binnenunit 40m van
een buitenunit staat. (100 - 40 = 60m)
3)
Bediening verwarming wanneer de installatieoptie van de SEG9 van de 02-serie wordt ingesteld om de
heetwaterverwarming te gebruiken of wanneer de SEG15 is ingesteld om de externe verwarming te gebruiken
bijv. 1) Instellen van de 02-serie SEG9 =”1” / Instellen van de 05-serie SEG18 = “0”: Heetwaterverwarming wordt
op hetzelfde moment ingeschakeld als de verwarmingsthermostaat, en uitgeschakeld wanneer de
verwarmingsthermostaat is uitgeschakeld.
bijv. 2) Instellen van de 02-serie SEG15 =”2” / Instellen van de 05-serie SEG18 = A”:
Kamertemp. ≤ temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur 10 minuten wordt gehouden op 4,5°C.
Kamertemp. > temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur minuten wordt gehouden op 4,5 °C + 1°C
(1 °C is de hysteresis voor de selectie Aan/Uit.]
36
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
"BOWVMMFOEFJOGPSNBUJF4&(
Wanneer de SEG 3 ingesteld staat op “1” en Auto Change Over (auto wijzigen) voor uitsluitend HR-bediening, werkt het als volgt.
De modus Cooling(koelen)/Heating (verwarmen) kan gewijzigd worden wanneer de status Thermo O (thermo uit) gehandhaafd wordt tijdens de
tijd met SEG9.
A : Ingesteld met SEG4(˚C)
B : Ingesteld met SEG5(˚C)
C : Ingesteld met SEG6(˚C)
D : Ingesteld met SEG8(˚C)
Cooling Thermo O
(koelen thermo uit)
Heating Thermo O
(verwarmen thermo uit)
Cooling Thermo On
(koelen thermo aan)
Heating Thermo On
(verwarmen thermo aan)
BC
D
Ts
A
c
a
Temperatuur
d
b
Standaard temp. voor
Heating (verwarmen)
Standaard temp.
voorCooling (koelen)
Standaard temp. voor Heating
(verwarmen) Cooling (koelen)
Standaard
temp.voor
Cooling (koelen)
Heating
(verwarmen)
Temp. instellen
voor auto-modus
Een bepaalde optie wijzigen
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die u
wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0D
Optiemodus
1~6
Tien teken
van SEG
0~9
Eenheidteken
van SEG
0~9
De
gewijzigde
waarde
0~F
6LVOUFMLUFLFOWBOEFJOTUFMMJOHTPQUJFXJK[JHFO
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die
u wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Indicatie 0 D 2171
t 4UFMCJKIFUXJK[JHFOWBOFFOUFLFOWBOFFOBESFTJOTUFMPQUJFWBOFFOCJOOFOVOJUEF4&(BMTi"wJO
t 4UFMCJKIFUXJK[JHFOWBOFFOUFLFOWBOFFOJOTUBMMBUJFPQUJFWBOFFOCJOOFOVOJUEF4&(BMTiwJO
Bv.) Bij het instellen van de zoemer-bediening’ naar de niet gebruiken status.
Opmerking
37
NEDERLANDS
Instellen hoofdadres
X Het HOOFDadres is bedoeld voor communicatie tussen
de binnenunit en de buitenunit. U moet deze daarom
instellen zodat de airconditioner goed zal functioneren.
X U kunt het HOOFDadres instellen van ‘00’ tot ‘99’ door
SW01 en SW02 te mengen. Het HOOFDadres van ‘00’ tot
‘99’ moet van elkaar afwijken.
X Controleer het adres van de binnenunit op het plan dat u
gaat installeren en stel het adres in volgens het plan.
Het kan zijn dat u het hoofdadres niet hoeft in te
stellen als u Auto Adres Instelling hebt gekozen van de
buitenunit: zie de informatie in de installatiehandleiding
van de buitenunit.
Opmerking
#JKWPPSCFFME
wanneer Hoofdadres is ingesteld als “12”.
3.$BESFTJOTUFMMFO
X De SW03 en SW04 RMC-schakelaar is de adres instell-
ingsschakelaar voor het bedienen van de binnenunit met
de gecentraliseerde regelaar.
X U moet de SW03, SW04 en K2-schakelaar instellen wan-
neer u de gecentraliseerde regelaar gebruikt.
X U hoeft de SW03 en SW04 RMC-schakelaar niet in te stel-
len wanneer u de gecentraliseerde regelaar niet gebruikt.
SW03 SW04
#JKWPPSCFFME
wanneer RMS-adres is ingesteld als “12”.
1.
Wijs voor het installeren van de binnenunit een adres toe
aan de binnenunit op basis van het systeemplan van de air-
conditioner.
2. Het adres van de binnenunit wordt toegekend door het
aanpassen van MAIN(SW01, SW02) en RMC(SW02, SW04)
draaischakelaar.
De ontwerpen en de vorm zijn, afhankelijk van het model,
onderhevig aan verandering.
Q
".
777
'#'%&)
7
4FSJF
De functieschakelaar instellen
Schakelaar
nr.
Functie ON (aan) OFF (uit)
SW05
K1 - - -
K2
Gecentraliseerde
bediening
Niet gebruiken Gebruiken
K3 RPM-compensatie - -
K4 Afvoerpomp - -
SW06
K5
Gereviseerde
kamertemperatuur
in Heat (verwarmen)
modus
--
K6
Indicator filter schoon-
maken
1000 uur 2000 uur
K7 Heet water spoel - -
K8 Elektrische verwarming - -
SW07
K9
Minimum opening van
gestopte EEV tijdens
heating (verwarmen)
Vaste 80 stap
0 of
80 Stap
K10
Weergave status van
draadloze afstands-
bediening
Niet gebruiken Gebruiken
K11 Externe bediening Niet gebruiken Gebruiken
K12 - - -
Q
".
777
'#'%&)
7
4FSJF
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Samsung AM071FNFDEH Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor