De Dietrich DRC629JE de handleiding

Type
de handleiding
REFRIGERATEUR-
CONGELATEUR
KÜHL-
GEFRIERSCHRANK
TWEEDEURS-
KOELKAST
DRC629JE
2223 403-71
LES NOUVEAUX OBJECT DE VALEUR
Service Consommateurs De Dietrich
BP 9526
95069 CERGY PONTOISE CEDEX
Tel : +33 (0) 892 02 88 04*
*0,34 Eur TTC / min à partir d'un poste fixe
Tarif en vigueur au 1 avril 2004
Service fourni par
Brandt Customer Services société par actions simplifiée au capital de 2.500.000 euros
5/7 avenue des Béthunes, 95310 Saint Ouen l'Aumône
RCS Pontoise 440 303 303
Brandt Appliances - S. A. S. au capital de 10 000 000 Euros - RCS Nanterre B 440 302 347
30
WAARSCHUWINGEN EN BELANGRIJKE ADVIEZEN
Het is uiterst belangrijk dat het bij het apparaat behorende instructieboekje bewaard blijft. Zou het
apparaat door u aan iemand anders gegeven of verkocht worden, of zou het apparaat in het huis van
waaruit u verhuist achterblijven, dan dient de nieuwe gebruik(st)er over het instructieboekje en de
daarin opgenomen waarschuwingen te kunnen beschikken.
Indien dit apparaat in de plaats van een oud model met haak- of veersluiting opgesteld wordt, dan is
het raadzaam de sluiting van het oude apparaat, dat terzijde gezet wordt, onbruikbaar te maken.
Hiermee wordt voorkomen dat spelende kinderen zich erin opsluiten, hetgeen levensgevaarlijk is.
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te
hebben, alvorens u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Algemene veiligheid
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het
gebruik door volwassenen. Het is gevaarlijk om
kinderen het apparaat te laten bedienen of als
speelgoed te laten gebruiken.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te
veranderen.
Neem vóór u aan onderhouds- of
schoonmaakwerkzaamheden begint altijd de
stekker uit het stopcontact.
Dit apparaat is zwaar. Wees voorzichtig bij het tillen.
Het direct vanuit een vriesvak, vriesgedeelte of
vriezer consumeren van ijslolly’s en dergelijke, kan
verbranding van de mondhuid tot gevolg hebben;
Heel goed oppassen, tijdens het verplaatsen,
dat de delen van het koelcircuit niet zodanig
worden beschadigd, dat de koelvloeistof naar
buiten zou kunnen lekken.
Plaats het apparaat niet in de nabijheid van
een centrale verwarming of een gasfornuis.
Vermijd een installatieplaats met
rechtstreekse zoninval.
Zorg dat er voldoende lucht aan de achterkant
van het apparaat kan circuleren. Vermijd
schade aan de koelkringloop.
Alléén voor diepvrieskasten (uitgezonderd
ingebouwde): het apparaat kan zeer goed in
de kelder geplaatst worden.
Plaats elektrische apparaten (bijv.
ijsmachines) nooit in het apparaat.
Onderhoud / Reparatie
Een eventueel noodzakelijke wijziging aan de
elektrische huisinstallatie ten behoeve van de
installatie van dit apparaat, mag uitsluitend door
een daartoe bevoegd persoon uitgevoerd worden.
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaamheden
uitvoeren door een erkend servicecentrum en
laat geen andere dan originele
reserveonderdelen plaatsen.
Tracht, in geval van storing of een defect, dit
apparaat niet zelf te repareren. Reparaties welke
door niet-deskundige personen uitgevoerd
worden, kunnen tot schade of een ernstigere
storing leiden. Raadpleeg het plaatselijke
servicecentrum en vraag altijd om originele
reserveonderdelen.
Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen
dient daarom uitsluitend door deskundig
personeel uitgevoerd te worden.
Gebruik
Huishoudelijke koel- en/of vriesapparaten zijn
uitsluitend bedoeld voor het bewaren en/of
invriezen van eet- of drinkbare producten.
De beste resultaten worden bereikt bij een
omgevingstemperatuur tussen +18°C en +43°C
(klasse T); tussen +18°C en 38°C (klasse ST);
tussen +16°C en 32°C (klasse N); +10°C en
32°C (klasse SN); de klasse staat op het
typeplaatje vermeld.
Attentie: u dient niet alleen rekening te houden
met de omgevingstemperatuur voor dit type
product, maar tevens met de volgende
aanwijzingen: wanneer de
omgevingstemperatuur onder de aangeduide
minimum waarde daalt, wordt de
bewaartemperatuur in het vriesvak niet meer
gegarandeerd; u kunt de bewaarde
levensmiddelen dan het beste zo snel mogelijk
nuttigen.
Ontdooide diepvriesproducten mogen niet
wederom ingevroren worden.
Volg de raadgevingen van de fabrikant op met
betrekking tot waar en hoe u spijzen en dranken
bewaart of invriest.
De vriezende binnenwanden of -vlakken in het
apparaat bevatten koelmiddel. Plaats geen
scherpe voorwerpen tegen zo’n wand of vlak .
Lekkage kan het gevolg zijn, hetgeen een
onherstelbare schade aan het apparaat en
bederf van de levensmiddelen veroorzaakt.
SCHRAAP EVENMIN MET SCHERPE
VOORWERPEN rijp of ijs af Rijp kan verwijderd
31
worden met een kunststof spatel. Verwijder ijs
niet met geweld. IJs wordt alleen verwijderd bij
het ontdooien van het apparaat.
Plaats geen koolzuurhoudende of mousserende
dranken in het vriesvak, het vriesgedeelte of de
vriezer, omdat de blikjes of flessen onder druk
komen te staan; Hierdoor kunnen deze
exploderen, waardoor het apparaat beschadigd
wordt. Gebruik geen andere mechanische
toestellen of kunstmatige middelen om het
ontdooiingsproces te versnellen dan die, die door
de fabrikant aanbevolen worden. Gebruik geen
metalen voorwerpen om uw apparaat schoon te
maken, omdat het hierdoor beschadigd kan
worden.
Installatie
Tijdens de normale werking worden de
condensator en de compressor aan de
achterkant behoorlijk warm. Uit
veiligheidsoverwegingen dient voor een minimum
aan ventilatie te worden gezorgd, zoals
aangeduid wordt in de instructies.
Let op: Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet bedekt worden.
Kijk uit dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Belangrijk: Als het aansluitsnoer beschadigd
raakt, moet het snoer, eventueel met stekkers,
vervangen worden; deze onderdelen zijn
verkrijgbaar bij de fabrikant of onze
serviceafdeling.
Indien het apparaat horizontaal vervoerd wordt
kan olie vanuit de compressor in het koelcircuit
vloeien. Wacht, na het plaatsen van het apparaat,
ten minste twee uur alvorens de stekker in het
stopcontact te steken, zodat de olie terug kan
vloeien naar de compressor.
Er zijn werkende delen die warm worden. Zorg
altijd voor een goede ventilatie, omdat anders
onderdelen kapot kunnen gaan en de inhoud van
de diepvriezer verloren kan gaan. Zie de
installatie-instructies.
Delen die heet worden mogen niet toegankelijk
zijn. Plaats het apparaat waar mogelijk tegen een
muur.
Milieubescherming
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in de
isolatie, geen ozononvriendelijke stoffen.
Het apparaat mag niet samen met huisvuil of
gesloopte apparaten weggegooid worden. Vermijd
dat het koelcircuit wordt beschadigd, vooral aan de
achterkant in de buurt van de warmtewisselaar.
Informeer bij uw gemeente naar de dumpgebieden
in uw woonplaats. De materialen in dit apparaat die
voorzien zijn van het symbool zijn geschikt voor
recycling.
Weggooien van oude apparaten
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar moet
worden afgegeven bij een verzamelpunt waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de
juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk
negatieve gevolgen voor mens en milieu die zich
zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde
afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie
over het recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging
of de winkel waar u het product hebt gekoch.
32
INHOUD
AANWIJZINGZN VOOR HET WEGWERPEN VAN
VERPAKKINGSMATERIAAL
Het verpakkingsmateriaal van onze grote elektische
huishoudelijke apparaten kan met uitzondering van
houten onderdelen, gerecycled worden en dus bij
het kringloopafval worden gezet.
Wij bevelen u aan om:
Papier, karton en golfkarton in de speciale
papierbakken te werpen.
Plastik verpakkingsmateriaal in de speciaal
daarvoor bestemde plastic-containers te gooien.
Indien dit soort bakken in uw buurt nog niet
voorkomen mag u hat materiaal aan de
vuilnisman meegeven.
Als verpakkingsmateriaal gebruiken wij slechts
recycleerbare kunststoffen, zoals bijv.:
In de voorbeelden staatt
PE voor Polyethyleen** 02 = ^ PE-HD; 04 = ^ PE-LD
PP voor Polypropyleen
PS voor Polystyrol
PLASTIC BESTANDDELEN
Om er gemakkelijker achter te komen hoe u het
materiaal van dit apparaat moet wegwerpen en /of
recycleren zijn er op verschillende punten
herkenbare symbolen op aangebracht.
PS
SAN
ABS
02**
PE
05
PP
06
PS
Waarschuwingen en Belangrijke adviezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Aanwijzingzn voor het wegwerpen van verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Het gebruik - Reiniging van de binnenkant - Bedienings-en kontroleinrichting koelkast. . . . . . . . . . . . .
Ingebruikname - Temperatuurinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Het gebruik - Koelen van levensmiddelen - Verplaatsbare platen - Het verplaatsen . . . . . . . . . . . . . . .
van deurvakken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Het gebruik - De bescherming van voedingsmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Het gebruik - Bedienings-en kontroleinrichting Vrieskast - . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Het gebruik - Het invriezen van verse levensmiddelen - Bewaren van diepvriesprodukten - . . . . . . . . .
Het ontdooien van ingevroren produkten - Jslaatjes. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Tips - Tips het koelen - Tips het invriezen - Tips het diepvriesprodukten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Onderhoud - Schoonmaken - Geprolongeerd stilstand - Vervangen ven de lamp - Het ontdooien . . . 41
Storing - Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
Installatie - Plaats van opstelling - Schapblokkering - Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Installatie - Aanwijzingen voor de geintegreerde inbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
33
Reiniging van de binnenkant
Voor u de kast in gebruik neemt, dient u de
binnenkant met lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel te reinigen om de typische geur
van een nieuw apparaat weg te nemen. Droog
vervolgens de wanden goed af.
HET GEBRUIK
E
A
B
C
D
G
F
AUT O
FRESH
AUT O
FREEZE
Bedienings- en kontroleinrichting
Koelkast
Als u knop (l) indrukt, functioneert het apparaat
in zijn geheel.
Als u knop (B) indrukt, kan het koelgedeelte
afzonderlijk van het vriesgedeelte functioneren.
Dit kan alleen als het apparaat aan staat.
Toetsen voor
temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen „+“
(WARMER) en „-“ (KOUDER). De toetsen staan in
verbinding met de temperatuurindicatie.
Door te drukken op één van de twee toetsen „+“
(WARMER) of „-“ (KOUDER) wordt de
temperatuurindicatie van de WERKELIJKE
temperatuur (temperatuurindicatie brandt) op de
GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie
knippert) omgeschakeld.
Met elke verdere druk op één van beide toetsen
wordt de GEWENSTE temperatuur 1 °C verder
gesteld. De GEWENSTE temperatur dient binnen 24
uur te worden bereikt.
Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de
temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.)
automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur
terug.
A. netcontrole-indicatie (groen)
B. toets AAN/UIT van de koelkast
C. toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
D. temperatuurindicatie
E. toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
F. indicatie voor ingeschakelde Auto Fresh-functie (geel)
G. toets Auto Fresh
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte moet heersen. De
GEWENSTE temperatuur wordt met knipperende cijfers
aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op
dat moment werkelijk in de koelruimte heerst. De
WERKELIJKE temperatuur wordt met brandende cijfers
aangegeven.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten
informatie aangeven.
Bij normaal gebruik wordt de temperatuur
aangegeven die op dat moment in de koelruimte
heerst (WERKELIJKE temperatuur).
Tijdens de temperatuurinstelling wordt knipperend de
op dat moment ingestelde koelruimte temperatuur
aangegeven (GEWENSTE temperatuur).
In gebruik nemen - temperatuur instellen
1. Stekker in stopcontact steken.
2. Toets KOELEN AAN/UIT indrukken. Het groene
lichtnetlampje gaat branden. Het apparaat start.
3. Druk op de toetsen „+“ (WARMER) of „-“ (KOUDER).
De temperatuurindicatie schakelt om en geeft
Gebruik geen schurende
schoonmaakmiddelen, waarmee u de
afwerkingen van het apparaat zou kunnen
beschadigen.
34
knipperend de op dat moment ingestelde
GEWENSTE temperatuur aan.
4. Gewenste temperatuur door indrukken van de
toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER) instellen
(zie hoofdstuk "Toetsen voor temperatuurinstelling").
De temperatuurindicatie geeft direct de gewijzigde
instelling aan. Met elke druk op de toets wordt de
temperatuur 1 °C hoger ingesteld.
Uit voedingswetenschappelijk standpunt is +5 °C
voor de koelruimte koud genoeg als
bewaartemperatuur.
5. Als na het instellen van de temperatuur de toetsen
niet meer worden ingedrukt, schakelt de
temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 seconden)
om en geeft weer de WERKELIJKE temperatuur aan
die op dat moment in de koelruimte heerst.
Aanwijzing: als de instelling veranderd wordt, start de
compressor niet direct als op dat ogenblik
automatisch wordt ontdooid. Omdat de
bewaartemperatuur in de koelruimte snel wordt
bereikt, kunt u direct na het inschakelen
levensmiddelen in de koelruimte leggen.
Auto Fresh
De Auto Fresh-functie is geschikt voor het snel
afkoelen van grotere hoeveelheden in de koelruimte.
1. Door te drukken op de Auto Fresh toets wordt de
Auto Fresh-functie ingeschakeld. Het gele lampje
gaat branden.
De Auto Fresh-functie zorgt nu voor intensief koelen.
Daarbij wordt automatisch een temperatuur van +2
°C ingesteld. Na verloop van 6 uur wordt de Auto
Fresh-functie automatisch beëindigd. Het gele lampje
gaat uit.
2. De Auto Fresh toets te drukken kan de Auto Fresh-
functie te allen tijde handmatig beëindigd worden.
Het gele lampje gaat uit.
Belangrijk
Als de deur langer dan 7 minuten geopend is,
schakelt de binnenverlichting zichzelf uit;
daarna reset de binnenverlichting zich door het
openen en sluiten van de deur.
35
Koelen van levensmiddelen
Voor een optimaal gebruik van de koelruimte
adviseren wij u de volgende eenvoudige regels in
acht te nemen:
Plaats geen warme of dampende spijzen of
dranken in de koelruimte;
dek vooral sterk geurend voedsel af of verpak
het;
plaats de levensmiddelen zo, dat de lucht vrij
eromheen kan cirkuleren.
Het verplaatsen van deurvakken
De ruimte tussen deurvakken kan naar behoefte
aangepast worden. Ga daartoe als volgt te werk:
Trek het vak geleidelijk naar de door de pijlen
aangegeven richting totdat het loskomt. Daarna
verplaats het vak naar de gewenste hoogte.
Verplaatsbare platen
De koelkastwanden zijn van richels voorzien, zodat
u de platen naar wens op verschillende hoogten
kunt plaatsen.
U krijgt meer ruimte in de koeler, wanneer u het
voorste deel van de rekjes omklapt.
D338
PRXXX
36
Uitleg van de symbolische tekens van het koude gebied
Het symbool hiernaast duidt de plaats aan van het koudste gedeelte van ijskast.
Koudste gebied: lager of gelijk aan +4°C
Vlees, pluimvee, vis, vleeswaren, kant en klare gerechten, gemengde salades, gerechten en gebak gemaakt
van eieren of slagroom, verse pasta, taartdeeg, pizza/quiche, verse producten en kaas gemaakt van verse
melk, groenten klaar voor gebruik verpakt in plastic zakjes en meer in het algemeen alle verse producten,
waarvan de vervaldatum in verband staat met een conserveringtemperatuur die lager is dan of gelijk aan +4°C.
Temperatuuraanduiding
Thermostaat die afgesteld moet worden Goede temperatuur
De temperatuuraanduiding maakt het mogelijk de goede werking van uw ijskast te controleren.
Op de aanduiding verschijnt het opschrift "OK", wanneer het koudste gebied een temperatuur bereikt die lager
is dan, of gelijk aan 4°C.
Indien de temperatuur hoger is dan 4°C blijft de aanduiding zwart. De gebruiker dient de temperatuur van de
ijskast in dit geval dus te verlagen door de thermostaat af te stellen.
LET OP: Als de deur van de ijskast lang open blijft staan, wordt de interne temperatuur verhoogd. Om de
temperatuur op de juiste manier te meten, dient de aanduiding binnen 30 seconden afgelezen te worden.
DE BESCHERMING VAN VOEDINGSMIDDELEN
37
Bedienings- en kontroleinrichting
Vrieskast/ apparaat
L
O
I
J
K
M
N
H
P
AUT O
FRESH
AUT O
FREEZE
H. netcontrole-indicatie (groen)
I. toets AAN/UIT van de apparaat
J. toets voor temperatuurinstelling (voor warmere temperaturen)
K. temperatuurindicatie van de diepvriezer
L. toets voor temperatuurinstelling (voor koudere temperaturen)
M. indicatie voor ingeschakelde AUTO FREEZE-functie (geel)
N. Toets AUTO FREEZE
O. Alarmcontrolelampje
P. Toets om het alarm uit te schakelen
Toetsen voor
temperatuurinstelling
De temperatuur wordt ingesteld via de toetsen „+“
(WARMER) en „-“ (KOUDER). De toetsen staan in
verbinding met de temperatuurindicatie.
Door te drukken op één van de twee toetsen „+“
(WARMER) of „-“ (KOUDER) wordt de
temperatuurindicatie van de WERKELIJKE
temperatuur (temperatuurindicatie brandt) op de
GEWENSTE temperatuur (temperatuurindicatie
knippert) omgeschakeld.
Met elke verdere druk op één van beide toetsen
wordt de GEWENSTE temperatuur 1 °C verder
gesteld. De GEWENSTE temperatur dient binnen
24 uur te worden bereikt.
Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de
temperatuurindicatie na korte tijd (ca. 5 sec.)
automatisch weer op de WERKELIJKE temperatuur
terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de diepvriezer moet heersen.
De GEWENSTE temperatuur wordt met
knipperende cijfers aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan
die op dat moment werkelijk in de diepvriezer heerst.
De WERKELIJKE temperatuur wordt met brandende
cijfers aangegeven.
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie kan meerdere soorten
informatie aangeven.
Bij normaal gebruik wordt de temperatuur
aangegeven die op dat moment in de diepvriezer
heerst (WERKELIJKE temperatuur).
Tijdens de temperatuurinstelling wordt
knipperend de op dat moment ingestelde
diepvriezer temperatuur aangegeven
(GEWENSTE temperatuur).
In gebruik nemen - temperatuur instellen
1. Stekker in stopcontact steken.
2. Toets Vriezer AAN/UIT indrukken. Het groene
lichtnetlampje gaat branden. Het
alarmcontrolelampje (O) knippert zodra de
ingestelde temperatuur bereikt worden. Het
geluidsalarm wordt ingeschakeld.
3. Druk op de toest “P” om het geluidsalarm uit te
schakelen.
4. Druk op de toetsen „+“ (J) of „-“ (L). De
temperatuurindicatie schakelt om en geeft
knipperend de op dat moment ingestelde
GEWENSTE temperatuur aan.
5. Gewenste temperatuur door indrukken van de
toetsen „+“ (J) en „-“ (L) instellen (zie hoofdstuk
"Toetsen voor temperatuurinstelling"). De
temperatuurindicatie geeft direct de gewijzigde
instelling aan. Met elke druk op de toets wordt de
temperatuur 1 °C hoger ingesteld.
38
Uit voedingswetenschappelijk standpunt is -18 °C
voor de diepvriezer koud genoeg als
bewaartemperatuur.
6. Het alarmcontrolelampje wordt uitgeschakeld
zodra de ingestelde temperatuur bereikt worden.
Druk op de alarmtoers om het geluidsalarm uit te
schakelen.
AUTO FREEZE
De AUTO FREEZE-functie versnelt het invriezen van
verse levensmiddelen en beschermt tegelijkertijd de
reeds ingevroren waren tegen ongewenste
verwarming.
1. Door te drukken op de AUTO FREEZE toets
wordt de AUTO FREEZE-functie ingeschakeld.
Het gele lampje gaat branden.
Als de AUTO FREEZE-functie niet handmatig
beëindigd wordt, schakelt de elektronica van het
apparaat de AUTO FREEZE-functie na 48 uur uit.
Het gele lampje gaat uit.
2. De AUTO FREEZE toets te drukken kan de
AUTO FREEZE-functie te allen tijde handmatig
beëindigd worden. Het gele lampje gaat uit.
Toets om het alarm uit te
schakelen
Een abnormale verhoging van de temperatuur in de
diepvries (bijv. uitvallen van de elektriciteit) wordt
aangeduid door het knipperen van het
controlelampje (O) en door een geluidsignaal.
Wanneer de normale omstandigheden hersteld
worden, gaat het geluidsalarm uit, terwijl het
alarmcontrolelampje blijft knipperen.
Door op alarmtoets (P) te drukken, verschijnt op de
aanduiding (K) gedurende enkele seconden de
hoogste temperatuur die in de diepvriezer ontstaan
is.
39
Het bewaren van diepgevroren
levensmiddelen
Bij de inwerkingstelling of na een tijd waarin de
diepvriezer niet gebruikt is, de levensmiddelen in het
apparaat doen, nadat het minstens gedurende twee
uur op de Super Frost functie gelopen heeft. Schakel
de functie vervolgens uit.
Belangrijk
Open de vriesvakdeur niet tijdens stroomuitval.
Wij adviseren u om na een stroomuitval de
diepvries-produkten in korte tijd te konsumeren
(een temperatuurstijging verkort de
houdbaarheidsduur van de produkten). De
normale houdbaarheid wordt niet aangetast
indien de stroomuitval kort was (minder dan 6-8
uur) en het vriesvak vol is.
Het ontdooien van ingevroren
produkten
De diepvriesprodukten moet u vóór gebruik in de
koelkast of bij kamertemperatuur laten ontdooien, al
naar gelang de beschikbare tijd.
Kleine of in stukken ingevroren produkten kunnen
onmiddellijk gekookt of gebakken worden. De kook-
of baktijd zal dan natuurlijk iets langer zijn.
Jslaatjes
Bij het apparaat worden 1 of meerdere ijslaatjes
voor het maken van ijsblokjes geleverd.
Vul ze met drinkwater en plaats ze in het vriesvak.
Gebruik geen metalen voorwerpen om de laatjes
los te wrikken!
Het invriezen van verse
levensmiddelen
Het vriesvak is geschikt om verse
levensmiddelen in te vriezen en om bevroren en
diepgevroren levensmiddelen gedurende lange tijd
te bewaren.
Druk minstens 24 uur tevoren op de Super Frost
toets (N), om verse levensmiddelen in te vriezen.
Doe de levensmiddelen die diepgevroren moeten
worden in het bovenste vak, omdat dit het koudste
punt is.
40
Tips het diepvriesprodukten
Neem de volgende regels in acht:
kontroleer dat de diepvrieprodukten in de winkel
op de juiste wijze bewaard worden;
breng de diepvriesprodukten na aankoop zo snel
mogelijk over naar het vriesvak;
open de deur altijd zo weinig en zo kort mogelijk.
Wees heel voorzichtig bij aankoop van
diepvriesprodukten, want gedeeltelijk ontdooide
waren mag u niet opnieuw invriezen.
Noteer de fabrikatiedatum en respekteer de
vervaldatum van de fabrikant.
TIPS
Tips het koelen
Enkele praktische tips:
Vlees (alle soorten): wordt in plastic zakjes op de
glazen plaat boven de groentelade geplaatst.
Bewaar vlees niet langer dan één of twee dagen.
Gekookt voedsel, koude schotels enz.: kunnen,
goed afgedekt, op elk rooster geplaatst worden.
Fruit en groente: worden schoongemaakt in de
groentelade(n) gelegd.
Boter en kaas: worden, om blootstelling aan de
lucht te voorkomen, in speciale koeldozen bewaard
of in plastic- of alluminiumfolie vepakt .
Flessen melk: worden, goed gesloten, in het
flessenrek geplaatst.
Bewaar niet-luchtdicht verpakte bananen,
aardappelen, uien of knoflook niet in de koelkast.
Tips het invriezen
Enkele belangrijke tips:
de max. hoeveelheid levensmiddelen die u kunt
invriezen in 24 uur staat aangegeven op het
“typeplaatje”;
het invriezen duurt 24 uur. Voeg gedurende deze
tijd geen andere in te vriezen levensmiddelen toe;
vries uitsluitend verse, goed schoongemaakte en
eerste kwaliteit levensmiddelen in;
verdeel de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooien:
verpak de levensmiddelen in handzame porties.
Deze vriezen sneller in en bij later gebruik hoeft u
slechts de benodigde hoeveelheid te ontdooie;
zorg ervoor dat in te vriezen pakjes niet in
aanraking komen met reeds ingevroren
produkten; de temperatuur van deze laatste zou
daardoor kunnen stijgen;
mager voedsel is ingevroren langer houdbaar
dan vet voedsel; ook zout verkort de
houdbaarheid;
vermijd rechtstreekse konsumptie van ijslollies uit
het vriesvak; u zou uw mondhuid kunnen
verbranden;
schrijf de invriesdatum op de pakjes zodat u de
houdbaarheidsduur kunt kontroleren;
De symbolen geven de diverse soorten diep-
vriesproducten aan.
De getallen geven voor iedere soort
diepvriesproduct de opslagtijd in maanden aan.
Of de hoogste of de laagste waarde van de
aangegeven opslagtijd geldt, hangt af van de
kwaliteit van de levensmiddelen en de
behandeling voorafgaand aan het invriezen.
plaats geen koolzuurhoudende of
mousserende dranken in het vriesvak; de
blikjes of flessen zouden kunnen ontploffen.
41
Het ontdooien
Het ontdooien van de koelkast heeft automatisch
plaats elke keer dat de kompressor stopt. Het
dooiwater wordt via een afvoerkanaaltje opgevangen
in een bakje dat zich aan de achterkant van het
apparaat boven de kompressor bevindt. Hier
verdampt het water.
Wij raden u aan het gaatje in het afvoerkanaal
regelmatig schoon te maken, teneinde te
voorkomen dat het dooiwater de levensmiddelen
nat maakt. Gebruik voor het doorprikken het
staafje dat zich in het gaatje bevindt.
D037
Schoonmaken
Gebruik nooit metalen voorwerpen voor het
schoonmaken van het apparaat; dit zou
beschadigingen tot gevolg kunnen hebben.
Reinig de binnenkant van de kast regelmatig met
lauw sodawater. Lap de wanden na met schoon
water en droog ze zorgvuldig.
Stop op de condensor verhoogt het energieverbruk.
Daarom eenmaal per jaar de condensor aan de
achterkant van het apparaat met een zachte borstel
of met de stopzuiger voorzichtig schoonmaken.
Geprolongeerd stilstand
Wij adviseren u vóór de periode dat de koelkast niet
gebruikt wordt de volgende handelingen uit te
voeren:
neem de steker uit de wandkontaktdoos;
verwijder alle spijzen en dranken uit de kast;
laat de kast geheel ontdooien en maak de
binnenwanden, rekken, korven en dergelijke
goed schoon;
laat de deuren open staan, teneinde het ontstaan
van onaangename geur te voorkomen.
Neem vóór iedere handeling altijd eerst de
steker uit de wandkontaktdoos.
Belangrijk: Dit apparaat bevat koolwaterstoffen in de
koudekringloop; het onderhoud en het bijvullen dient
daarom uitsluitend door door het bedrijf aangewezen
deskundig personeel uitgevoerd te worden.
ONDERHOUD
Vervangen van de lamp
Om de lamp eventueel te vervangen, dient men op de
achterste vasthechting te drukken en tegelijkertijd het
dekseltje in de richting van de pijltjes weg te nemen.
Let op:
Vervang de lamp met een exemplaar van gelijke
sterkte (het maximum vermogen staat op de
lichtverspreider aangegeven).
42
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed funkioneert,
kontroleer dan:
of de steker goed in het stopkontakt zit;
of de elektriciteit soms uitgevallen is;
of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de dichtsbijzijnde
servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
In het vriesvak dient u echter de rijp te verwijderen,
wanneer deze een laag van circa 4 mm vormt.
Gebruik hiervoor de meegeleverde plastic spatel.
Voor het uitvoeren van deze handeling hoeft u het
apparaat niet uit te schakelen of het vriesvak leeg te
maken. Wanneer zich een dikke laag ijs gevormd
heeft, dient u het gehele apparaat te ontdooien.
Ga als volgt te werk:
1. Druk op de AAN/UIT toets (I);
2. omwikkel de levensmiddelen met meerdere
kranten en bewaar ze op een koele plaats;
3. laat deur open staan;
4. steek de kunststof schraper in de opening onder
het diepvriesvak en plaats daar een schaaltje
onder;
5. Bewaar de schraper na het ontdooien om hem
later te gebruiken; laat de deur open staan;
6. bedenk dat, in verband met uw vloerbedekking,
mogelijk wat dooiwater van de deur kan lopen.
Maak, na het ontdooien, de binnenwanden van
het vriesvak schoon en zeem ze goed droog;
7. Druk op de AAN/UIT toets (I). Na twee of drie uur
te hebben gewerkt, is het apparaat weer klaar om
er diepvriesproducten in te bewaren.
8. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten
weer terugplaatsen.
TECHNISCHE GEGEVENS
Deze gegevens vindt u op het garantiebewijs of op het typeplaatje van het apparaat.
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
D068
43
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast
staan aangegeven, overeenkomen met de netspan-
ning en de netfrekwentie in uw woning. Een afwijking
op de netspanning tot plus of minus 6% is
toegestaan.
Bij aansluiting op een andere spanning dient u een
geschikte transformator te gebruiken.
De steker mag alleen geplaatst worden in een
geaard stopkontakt.
De kast is daarom voorzien van een speciaal drie-
aderig snoer, geschikt voor een geaard stopkontakt.
Mocht het stopkontakt in uw woning niet geaard zijn,
dan dient een erkend installateur het apparaat
volgens de geldende normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-
richtlijnen:
- 87/308 EG-richtlijnvan 2.6.87 met betrekking tot
de radio-ontstoring.
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning)
en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzingen.
INSTALLATIE
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle
zonnestralen enz.
Zie voor inbouw de betreffende aanwijzingen.
Attentie
Het apparaat moet van het elektriciteitsnet
afgehaald kunnen worden; de stekker moet dus ook
na de installatie bereikbaar blijven.
Schapblokkering
Uw apparatuur is voorzien van schapblokkeringen,
zodat de schappen tijdens het transport op hun
plaats blijven.
Handel als volgt om deze te verwijderen:
Til het schap aan de achterkant op en duw het in de
richting van de pijl tot het los raakt en verwijder de
blokkeringen.
B
A
44
Aanwijzingen voor de
geïntegreerde inbouw
Nismaten
Hoogte (1) 1780 mm
Diepte (2) 550 mm
Breedte (3) 560 mm
Om veiligheidsredenen moet de ventilatie zodanig
zijn als aangegeven in Fig.
Attentie: zorg ervoor dat de ventilatie openingen
tijdens gebruik niet worden afgedekt.
De nis moet tevens voorzien zijn van een
luchtkanaal met de volgende afmetningen:
diepte 50 mm
breedte 540 mm
PR01
540
50
3
2
1
50 mm
min.
200 cm
2
200 cm
2
min.
D567
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

De Dietrich DRC629JE de handleiding

Type
de handleiding