Garmin Camper 660 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Camper 660
Gebruikershandleiding
Mei 2015 Gedrukt in Taiwan 190-01915-35_0A
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
ecoRoute
,
myGarmin
,
myTrends
,
trafficTrends
, nüMaps Guarantee
en nüMaps Lifetime
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het merk en de logo's van Bluetooth
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze naam door Garmin is een licentie verkregen.
microSD
en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Windows
®
, Windows Vista
®
en Windows XP
®
zijn geregistreerde handelsmerken van
Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Mac
®
is een handelsmerk van Apple Inc. ACSI
is een handelsmerk van Auto Camper Service
International Holding B.V. HD Radio
en het HD logo zijn een handelsmerk van iBiquity Digital Corporation. De HD Radio technologie is geproduceerd onder
licentie van iBiquity Digital Corporation. Amerikaanse en internationale patenten. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun
respectieve eigenaars.
Inhoudsopgave
Aan de slag..................................................................... 1
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding.................................. 1
GPS-signalen ontvangen............................................................ 1
Statusbalkpictogrammen............................................................ 1
Werken met de knoppen op het scherm..................................... 1
De slaapstand inschakelen en uitschakelen............................... 1
Het toestel uitschakelen......................................................... 1
Het volume regelen.....................................................................1
Automatisch volume inschakelen...........................................1
De helderheid van het scherm aanpassen................................. 2
Voertuigprofielen............................................................ 2
Een voertuigprofiel toevoegen.................................................... 2
Een voertuigprofiel activeren...................................................... 2
Een voertuigprofiel bewerken..................................................... 2
Navigeren naar uw bestemming................................... 2
Routes........................................................................................ 2
Een route starten........................................................................ 2
Naar huis navigeren............................................................... 2
Uw route op de kaart.................................................................. 2
Geavanceerde rijbaanassistentie.......................................... 3
Een lijst met afslagen weergeven.......................................... 3
De gehele route op de kaart weergeven................................ 3
Een locatie aan uw route toevoegen.......................................... 3
Uw route aanpassen................................................................... 3
Een omweg maken..................................................................... 3
De route stoppen........................................................................ 3
De routeberekeningsmodus wijzigen.......................................... 3
Een route starten op de kaart..................................................... 4
Meerdere routes vooraf bekijken................................................ 4
Reisplanner.................................................................................4
Een reis plannen.................................................................... 4
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis................. 4
De volgorde van tussenstops in een reis optimaliseren........ 4
Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen....... 4
Uw actieve route wijzigen en opslaan.................................... 4
Routeopties wijzigen.............................................................. 4
Vertrektijd en verblijfsduur plannen....................................... 4
Routesuggesties gebruiken........................................................ 5
Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden.................... 5
Files op uw route vermijden................................................... 5
Tolwegen vermijden............................................................... 5
Tolvignetten vermijden........................................................... 5
Punten vermijden op de route................................................ 5
Milieuzones vermijden........................................................... 5
Aangepast vermijden............................................................. 5
Offroad navigeren....................................................................... 6
Locaties zoeken.............................................................. 6
Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk....................... 6
Het zoekgebied wijzigen............................................................. 6
Nuttige punten............................................................................ 6
Een locatie zoeken op categorie............................................ 6
Zoeken binnen een categorie................................................ 6
Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie................ 6
ACSI™ kampeerplaatsen zoeken.......................................... 7
Foursquare®.......................................................................... 7
Eigen nuttige punten.............................................................. 7
Zoekfuncties............................................................................... 7
Een adres zoeken.................................................................. 7
Een kruispunt zoeken............................................................ 7
Een stad zoeken.................................................................... 7
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten................... 7
Zoeken naar recent gevonden bestemmingen........................... 7
De lijst met recent gevonden locaties wissen........................ 7
Uw vorige parkeerplaats vinden................................................. 8
De huidige locatiegegevens weergeven..................................... 8
Nooddiensten en tankstations vinden.................................... 8
Routebeschrijving naar uw huidige locatie............................ 8
Een snelkoppeling toevoegen.................................................... 8
Een snelkoppeling verwijderen.............................................. 8
Locaties opslaan......................................................................... 8
Een locatie opslaan................................................................8
Uw huidige locatie opslaan.................................................... 8
Een thuislocatie opslaan........................................................ 8
Een opgeslagen locatie bewerken......................................... 8
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen.............. 8
Een opgeslagen locatie verwijderen...................................... 8
De kaart gebruiken......................................................... 9
Kaartfuncties............................................................................... 9
Een kaartfunctie weergeven.................................................. 9
Kaartfuncties inschakelen...................................................... 9
Verderop..................................................................................... 9
Nuttige punten verderop zoeken............................................ 9
De categorieën verderop aanpassen..................................... 9
Reisinformatie............................................................................. 9
Reisgegevens op de kaart weergeven.................................. 9
De pagina met reisinformatie weergeven.............................. 9
Het reislog weergeven........................................................... 9
Reisinformatie herstellen....................................................... 9
Verkeersproblemen op uw route weergeven.............................. 9
Verkeersinformatie op de kaart weergeven........................... 9
Verkeersproblemen zoeken................................................. 10
Naderende hoogtewijzigingen weergeven................................ 10
Flitspaalinformatie.....................................................................10
De kaart aanpassen..................................................................10
Het voertuig aanpassen....................................................... 10
De kaartlagen aanpassen.................................................... 10
Het kaartgegevensveld aanpassen..................................... 10
Het kaartperspectief wijzigen............................................... 10
Verkeersinformatie....................................................... 10
Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een
verkeersinformatie-ontvanger................................................... 11
Verkeersinformatie ontvangen met behulp van Smartphone
Link........................................................................................... 11
Informatie over verkeersabonnementen................................... 11
Abonnement activeren......................................................... 11
Verkeersabonnementen weergeven.................................... 11
Een abonnement toevoegen................................................ 11
Verkeersinformatie inschakelen................................................11
Spraakopdrachten........................................................ 11
De activeerzin instellen............................................................. 11
Spraakopdrachten activeren..................................................... 11
Tips voor spraakopdrachten..................................................... 11
Een route starten met een spraakopdracht.............................. 11
Instructies dempen................................................................... 12
Spraakbesturing........................................................................12
Spraakbesturing configureren.............................................. 12
Spraakbesturing gebruiken.................................................. 12
Voice Control Tips................................................................12
Handsfree bellen.......................................................... 12
Uw telefoon koppelen............................................................... 12
Draadloze Bluetooth technologie inschakelen..................... 12
Tips na het koppelen van de toestellen............................... 12
Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken................. 12
Een gekoppelde telefoon verwijderen.................................. 12
Telefoneren...............................................................................12
Een nummer kiezen............................................................. 12
Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen................... 12
Een locatie bellen.................................................................12
Inhoudsopgave i
Een oproep ontvangen............................................................. 12
De oproepinfo gebruiken.......................................................... 12
De gespreksopties gebruiken................................................... 13
Een telefoonnummer thuis opslaan.......................................... 13
Naar huis bellen................................................................... 13
De apps gebruiken....................................................... 13
Help gebruiken..........................................................................13
Help-onderwerpen zoeken................................................... 13
Smartphone Link.......................................................................13
Smartphone Link downloaden............................................. 13
Verbinding maken met Smartphone Link............................. 13
Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden...... 13
Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met
Smartphone Link.................................................................. 13
Garmin Live Services................................................................13
Een abonnement nemen op Garmin Live Services............. 13
Over verkeerscamera's........................................................ 14
Over ecoRoute..........................................................................14
Het voertuigprofiel instellen..................................................14
De brandstofprijs wijzigen.................................................... 14
Het brandstofverbruik kalibreren.......................................... 14
ecoChallenge....................................................................... 14
Het brandstofverbruik weergeven........................................ 14
Afstandsrapporten................................................................14
ecoRoute informatie herstellen............................................ 14
Rijtips................................................................................... 14
myGarmin-berichten weergeven...............................................15
De weersverwachting weergeven............................................. 15
Het weer voor een andere plaats weergeven...................... 15
De weerradar weergeven.....................................................15
Weerwaarschuwingen weergeven....................................... 15
De omstandigheden op de weg controleren........................ 15
Recente routes en bestemmingen weergeven......................... 15
Het toestel aanpassen................................................. 15
Kaart- en voertuiginstellingen................................................... 15
Kaarten inschakelen............................................................ 15
Navigatie-instellingen................................................................15
Een gesimuleerde locatie instellen...................................... 16
Bluetooth instellingen............................................................... 16
Bluetooth uitschakelen......................................................... 16
Scherminstellingen................................................................... 16
Verkeersinstellingen................................................................. 16
Instellingen voor eenheden en tijd............................................ 16
De tijd instellen.....................................................................16
Taal- en toetsenbordinstellingen.............................................. 16
Gevarenzonealarminstellingen................................................. 16
Toestel- en privacyinstellingen................................................. 16
De instellingen herstellen......................................................... 17
Toestelinformatie......................................................... 17
Toestelonderhoud..................................................................... 17
De behuizing schoonmaken................................................ 17
Het aanraakscherm schoonmaken...................................... 17
Diefstalpreventie.................................................................. 17
Het toestel herstellen................................................................ 17
Specificaties..............................................................................17
Appendix....................................................................... 17
Ondersteuning en updates....................................................... 17
Garmin Express instellen..................................................... 17
nüMaps Guarantee™...........................................................17
Levenslange abonnementen............................................... 17
Kaarten en software bijwerken met Garmin Express........... 18
Gegevensbeheer...................................................................... 18
Bestandstypen..................................................................... 18
Informatie over geheugenkaarten........................................ 18
Het toestel aansluiten op uw computer................................ 18
Gegevens van uw computer overzetten.............................. 18
GPS-signaalstatus weergeven................................................. 19
Voedingskabels........................................................................ 19
Het toestel opladen.............................................................. 19
De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen.......... 19
Bevestigen op het dashboard................................................... 19
Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen...................... 19
Het toestel van de steun verwijderen................................... 19
De steun van de zuignap verwijderen.................................. 19
De zuignap van de voorruit halen........................................ 19
Extra kaarten kopen..................................................................19
Accessoires aanschaffen.......................................................... 19
Problemen oplossen.................................................... 19
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten................................. 19
Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen............................. 19
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto........................... 19
De batterij blijft niet erg lang opgeladen................................... 20
Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn
computer................................................................................... 20
Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn
computer................................................................................... 20
Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een
verwisselbaar station of volume op mijn computer................... 20
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel.................... 20
Index.............................................................................. 21
ii Inhoudsopgave
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
Update de kaarten en software op uw toestel.
Installeer het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de
voeding (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding)
.
Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen
ontvangen)
.
Pas het volume (Het volume regelen) en de helderheid aan
(De helderheid van het scherm aanpassen)
.
Stel een voertuigprofiel voor uw camper in (Een
voertuigprofiel toevoegen)
.
Navigeer naar uw bestemming (Een route starten).
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van
persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van
blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel
buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op
te laden.
1
Steek de voertuigvoedingskabel
À
in de USB-poort op het
toestel.
2
Druk de steun
Á
op de zuignap
Â
totdat de steun vastklikt.
3
Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel
Ã
naar
achteren, naar de voorruit toe.
4
Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de
achterzijde van het toestel.
5
Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een
klik hoort.
6
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
stroomvoorziening in uw auto.
GPS-signalen ontvangen
Als u wilt navigeren met het toestel, moet u satellieten zoeken.
op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet
weer. Het zoeken naar satellieten kan enkele minuten duren.
1
Het toestel inschakelen.
2
Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt.
3
Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge
gebouwen en bomen.
Statusbalkpictogrammen
De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De
pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de
functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u
selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie
weer te geven.
GPS-signaalstatus
Status
Bluetooth
®
(wordt weergegeven als Bluetooth is inge-
schakeld)
Voertuigprofielindicator
Huidige tijd
Batterijstatus
Verbonden met Smartphone Link
Temperatuur
Ongelezen myGarmin
berichten
Werken met de knoppen op het scherm
Selecteer om terug te keren naar het vorige menuscherm.
Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
Selecteer of voor meer keuzes.
Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
Selecteer om het menu met de opties voor het huidige
scherm weer te geven.
De slaapstand inschakelen en uitschakelen
U kunt de slaapstand gebruiken om te voorkomen dat de batterij
leeg raakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. In de slaapstand
verbruikt uw toestel zeer weinig stroom en kunt u het snel
activeren voor gebruik.
TIP:
Laad uw toestel sneller op door het in de slaapmodus te
zetten tijdens het opladen van de batterij.
Druk op de aan-uitknop
À
.
Het toestel uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop ingedrukt tot er een melding op het
scherm verschijnt.
De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop
loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel
over naar de slaapmodus.
2
Selecteer Uit
.
Het volume regelen
1
Selecteer Volume.
2
Selecteer een optie:
Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
Selecteer om het geluid te dempen.
Selecteer voor extra opties.
Automatisch volume inschakelen
Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op
basis van achtergrondgeluiden.
1
Selecteer Volume > .
2
Selecteer Automatisch volume
.
Aan de slag 1
De helderheid van het scherm aanpassen
1
Selecteer Instellingen >
Scherm > Helderheid
.
2
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
Voertuigprofielen
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd
met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties
rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande
waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk
beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd
met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt.
Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de
wegomstandigheden tijdens het rijden.
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt
aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatie-
en kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype
afzonderlijk worden aangepast.
Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of
onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de
afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig
die u hebt ingevoerd.
Een voertuigprofiel toevoegen
U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper
waarvoor u uw Camper 660 toestel gebruikt.
1
Selecteer Instellingen
> Voertuigprofiel >
.
2
Selecteer een optie:
Als u een motorhome met een vaste camper wilt
toevoegen, selecteert u Motorhome
.
Als u een camper wilt toevoegen die met een
standaardkoppeling achter een voertuig wordt getrokken,
selecteert u Trailer.
Als u een camper wilt toevoegen die met een
opleggerkoppeling achter een vrachtwagen wordt
getrokken, selecteert u
Vijfde wiel.
3
Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken
in te voeren.
Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel
bewerken en aanvullende gegevens invoeren, zoals het
voertuigidentificatienummer of het trailernummer (Een
voertuigprofiel bewerken)
.
Een voertuigprofiel activeren
Voordat u een voertuigprofiel kunt activeren, moet u het profiel
eerst toevoegen (Een voertuigprofiel toevoegen).
1
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.
2
Selecteer een voertuigprofiel.
De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven,
inclusief de afmetingen en het gewicht.
3
Selecteer Select.
.
Een voertuigprofiel bewerken
U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of
u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid,
toevoegen aan een voertuigprofiel.
1
Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel.
2
Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen.
3
Selecteer een optie:
Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen, selecteert u
en vervolgens het te wijzigen veld.
Als u de naam van een voertuigprofiel wilt wijzigen,
selecteert u > > Wijzig profielnaam.
Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u >
>
Wis
.
Navigeren naar uw bestemming
Routes
Een route is het traject vanaf uw huidige locatie naar een
bestemming. Een route kan meerdere locaties of tussenstops
bevatten op weg naar de bestemming (
Een locatie aan uw route
toevoegen)
. Het toestel berekent de route naar uw bestemming
op basis van de voorkeuren die u kiest in de navigatie-
instellingen, zoals de routeberekeningsmodus (
De
routeberekeningsmodus wijzigen) en te vermijden wegen
(Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden). Het toestel
kan ook wegen vermijden die niet passen bij het actieve
voertuigprofiel (Voertuigprofielen).
Een route starten
1
Selecteer
Waarheen?.
2
Selecteer Voer zoekopdracht in, voer een zoekterm in en
selecteer (Een locatie zoeken met behulp van de
zoekbalk)
.
TIP:
U kunt ook locaties zoeken op basis van categorieën,
met behulp van zoekfuncties of op andere manieren
(
Locaties zoeken)
.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Ga!.
Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw
bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de
kaart (Uw route op de kaart
).
Als u op extra locaties moet stoppen, kunt u deze locaties aan
uw route toevoegen (
Een locatie aan uw route toevoegen). U
kunt ook de loop van de route aanpassen (Uw route
aanpassen)
.
Naar huis navigeren
Selecteer Waarheen? > Naar huis.
De gegevens van uw thuislocatie bewerken
1
Selecteer Waarheen? >
Opgeslagen > Thuis
.
2
Selecteer .
3
Selecteer > Bewerk.
4
Voer uw wijzigingen in.
5
Selecteer
OK.
Uw route op de kaart
KENNISGEVING
Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie
en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen
van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan
het verkeer.
Garmin
®
is niet verantwoordelijk voor
verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet
houdt aan van toepassing zijnde verkeersregels en
verkeersborden.
Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met
gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart.
2 Voertuigprofielen
Boven aan de kaart worden instructies weergegeven om de
volgende afslag of afrit te nemen of een andere handeling uit te
voeren. Het symbool
À
geeft aan welke handeling u moet
uitvoeren en, indien beschikbaar, op welke rijbaan of rijbanen u
moet rijden. Het toestel geeft ook de afstand tot de volgende
handeling weer
Á
, evenals de naam van de straat of afrit
waarop die handeling betrekking heeft
Â
.
Een gekleurde lijn
Ã
geeft de loop van uw route op de kaart
aan. Pijlen op de kaart
Ä
geven aanstaande afslagen aan.
Wanneer u uw bestemming nadert, geeft een geruite vlag de
plaats van bestemming aan.
Onder aan de kaart worden uw rijsnelheid
Å
, de weg waarop u
rijdt
Æ
en uw geschatte aankomsttijd
Ç
weergegeven. U kunt
het gegevensveld voor de aankomsttijd aanpassen om andere
gegevens weer te geven (Het kaartgegevensveld aanpassen)
.
Als u op een hoofdweg rijdt, kan bijvoorbeeld de
maximumsnelheid in een gegevensveld worden weergegeven.
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
Geavanceerde rijbaanassistentie
Wanneer u tijdens het navigeren een afslag nadert, wordt een
gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven naast de
kaart (indien beschikbaar). Een gekleurde lijn
À
geeft de juiste
rijbaan voor de afslag aan.
Een lijst met afslagen weergeven
Als u een route aflegt, kunt u alle afslagen voor de volledige
route weergeven, inclusief de afstand tussen de afslagen.
1
Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de
bovenkant van de kaart.
2
Selecteer een afslag.
De details van de afslag worden weergegeven. Op
belangrijke wegen wordt er een afbeelding van de afslag
weergegeven indien deze beschikbaar is.
De gehele route op de kaart weergeven
1
Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een
route.
2
Selecteer .
Een locatie aan uw route toevoegen
Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een
route starten (Een route starten).
U kunt op weg naar uw bestemming naar extra locaties
navigeren. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als
volgende stopplaats op uw route. U kunt ook een locatie
toevoegen aan het eind van uw route.
TIP:
Voor het plannen van complexe routes met meerdere
locaties of geplande tussenstops kunt u de reisplanner
gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en
opslaan (
Een reis plannen).
1
Selecteer op de kaart >
Waarheen?
.
2
Zoek een locatie (Locaties zoeken)
.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer
Ga!.
5
Selecteer een optie:
Als u de locatie wilt toevoegen als volgende tussenstop op
uw route, selecteert u Toev. als volgende stop.
Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route,
selecteert u Toev. als laatste stop.
Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van locaties
op uw route wilt wijzigen, selecteert u Voeg toe aan
route
.
Uw toestel berekent de route opnieuw, inclusief de toegevoegde
locatie, en leidt u volgens de opgegeven volgorde naar de
locaties.
Uw route aanpassen
Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten
(
Een route starten)
.
U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te
wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een
bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een tussenstop of
andere bestemming aan de route toe te voegen.
1
Selecteer een willekeurig punt op de kaart.
2
Selecteer .
De routeaanpassingsmodus wordt gestart.
3
Selecteer een locatie op de kaart.
TIP:
U kunt
selecteren om op de kaart in te zoomen en
een exactere locatie te selecteren.
Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de
geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen.
4
Selecteer indien nodig een optie:
Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen,
selecteert u meer locaties op de kaart.
Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u .
5
Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u
Ga!
.
Een omweg maken
Voordat u een omweg kunt maken, moet u een route navigeren
en de functie voor het wijzigen van routes toevoegen aan het
menu met kaartfuncties (
Kaartfuncties inschakelen).
U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand
op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld
wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.
1
Selecteer op de kaart >
Wijzig route
.
2
Selecteer een optie:
Als u voor een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u
Omrijden over afstand
.
Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te
vermijden, selecteert u Omrijden via weg.
De route stoppen
Selecteer op de kaart
>
Stop
.
De routeberekeningsmodus wijzigen
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie > Berekenmodus
.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller
worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
Selecteer Offroad
om routes van beginpunt naar eindpunt
te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
Selecteer Zuinig rijden om routes te berekenen waar u
minder brandstof verbruikt.
Navigeren naar uw bestemming 3
OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar
wanneer u het voertuigprofiel voor auto's gebruikt
(Voertuigprofielen)
.
Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die
korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden
afgelegd.
Een route starten op de kaart
U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen.
1
Selecteer
Bekijk kaart.
2
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
weer te geven.
3
Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt
filteren, selecteert u .
Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven.
4
Selecteer een optie:
Selecteer een locatiemarkering.
Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
adres.
5
Selecteer
Ga!.
Meerdere routes vooraf bekijken
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer
Routes.
4
Selecteer een route.
Reisplanner
Met de reisplanner kunt u een reis plannen en opslaan en later
gebruiken als navigatieroute. U kunt zo bijvoorbeeld gemakkelijk
een leveringsroute, een vakantie of een tochtje plannen. U kunt
een opgeslagen reis later naar wens aanpassen en bijvoorbeeld
de volgorde van locaties wijzigen, de volgorde van rustpauzes
aanpassen en planningsinformatie en routepunten toevoegen.
U kunt de reisplanner ook gebruiken om uw huidige route te
wijzigen en op te slaan.
Een reis plannen
Een reis kan vele locaties omvatten en moet in elk geval een
begin- en eindpunt hebben. Het vertrekpunt is de locatie waar u
uw reis wilt beginnen. Als u de navigatie start op een andere
locatie, biedt het toestel u de mogelijkheid om eerst naar uw
vertrekpunt te navigeren. De bestemming is het eindpunt van de
reis. In een rondreis kunnen vertrekpunt en eindpunt dezelfde
locatie zijn. U kunt tussen vertrek- en eindpunt ook extra locaties
of tussenstops opnemen.
1
Selecteer Apps
> Reisplanner >
> Maak reis.
2
Selecteer
Selecteer startlocatie.
3
Kies een locatie als uw vertrekpunt en selecteer Select..
4
Selecteer
Selecteer bestemming.
5
Kies een locatie als uw eindpunt en selecteer Select..
6
Selecteer zo nodig Voeg locatie toe om extra locaties toe te
voegen.
7
Als u alle gewenste locaties hebt toegevoegd, selecteert u
Volgende >
Sla op
.
8
Voer een naam in en selecteer OK
.
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer
Ga!.
4
Selecteer uw volgende bestemming en selecteer Start
.
De volgorde van tussenstops in een reis
optimaliseren
Het toestel kan de volgorde van locaties in uw reis automatisch
optimaliseren om een kortere, efficiëntere route te bepalen.
Vertrekpunt en bestemming blijven ongewijzigd als u de
volgorde van locaties optimaliseert.
Selecteer tijdens het bewerken van de reis >
Optimaliseer volgorde.
Locaties in een reis wijzigen en de volgorde
aanpassen
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer een optie:
U kunt een locatie omhoog of omlaag verplaatsen door
te selecteren en de locatie te slepen naar een nieuwe
positie in de reis.
Als u na de geselecteerde locatie een nieuwe locatie wilt
toevoegen, selecteert u .
Als u de locatie wilt verplaatsen, selecteert u .
Uw actieve route wijzigen en opslaan
Als een route actief is, kunt u de route met de reisplanner
wijzigen en als reis opslaan.
1
Selecteer Apps > Reisplanner > Mijn actieve route.
2
Wijzig de route met een van de beschikbare
reisplannerfuncties.
Na elke wijziging wordt de route opnieuw berekend.
3
Selecteer Sla op om uw route op te slaan als een reis die u
later weer als navigatieroute kunt gebruiken (optioneel).
Routeopties wijzigen
U kunt de manier waarop routes voor uw reis worden berekend
wijzigen in de routeopties.
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer een of meer opties:
Als u het voertuigprofiel voor de reis wilt wijzigen,
selecteert u het pictogram voor het voertuigprofiel
(Voertuigprofielen)
.
Als u routepunten aan uw reis wilt toevoegen, selecteert u
>
Reisinstellingen > Bepaal vorm van route
en volgt
u de instructies op het scherm (Uw route aanpassen).
Als u de berekenmodus voor de reis wilt wijzigen,
selecteert u >
Reisinstellingen > Routevoorkeur
(De
routeberekeningsmodus wijzigen).
Vertrektijd en verblijfsduur plannen
U kunt aan elke locatie in uw reis planningsinformatie
toevoegen, zoals de gewenste aankomsttijd en de duur van een
tussenstop. Op die manier kunt u plannen hoe laat u moet
vertrekken om op tijd aan te komen op de locaties in uw reis.
1
Selecteer Apps > Reisplanner.
2
Selecteer een reis.
3
Selecteer > Reisinstellingen
> Wijzig planning
.
4
Selecteer een locatie en volg de instructies op het scherm
om de planningsinformatie in te voeren.
TIP:
Als u meerdere locaties in de reis moet plannen, moet u
beginnen bij het vertrekpunt en naar het eindpunt toe werken.
5
Herhaal stap 4 om de planningsinformatie voor extra locaties
in te voeren.
6
Selecteer als u klaar bent Sla op.
4 Navigeren naar uw bestemming
Wanneer u aan de reis begint, moet u vertrekken op het tijdstip
dat onder het vertrekpunt staat vermeld, zodat u op het
geplande tijdstip aankomt op uw stopplaatsen en
bestemmingen. De planning is slechts een schatting. Uw
werkelijke aankomsttijden zijn afhankelijk van verkeerssituaties,
wegwerkzaamheden en andere vertragingen.
Routesuggesties gebruiken
U dient ten minste één locatie op te slaan en de functie
reisgeschiedenis in te schakelen voordat u deze functie kunt
gebruiken (
Toestel- en privacyinstellingen).
Bij gebruik van de functie myTrends
voorspelt uw toestel uw
bestemming op basis van uw reisgeschiedenis, dag van de
week en tijd van de dag. Nadat u een aantal malen naar een
opgeslagen locatie bent gereden, wordt de locatie mogelijk
weergegeven in de navigatiebalk op de kaart, samen met de
verwachte reisduur en verkeersinformatie.
Selecteer de navigatiebalk om een routesuggestie voor de
locatie te bekijken.
Vertragingen, tol en bepaalde gebieden
vermijden
Files op uw route vermijden
Om files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie
ontvangen (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een
verkeersinformatie-ontvanger)
.
Het toestel berekent standaard de optimale route om files
automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in
de verkeersinstellingen (
Verkeersinstellingen)
, kunt u handmatig
verkeersinformatie bekijken en files vermijden.
1
Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo.
2
Selecteer
Alternatieve route, indien beschikbaar.
3
Selecteer Ga!
.
Tolwegen vermijden
Uw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt
waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of
congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve
routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een
tolgebied in uw route opneemt.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie.
2
Selecteer een optie:
OPMERKING:
Het menu verandert op basis van uw regio en
de kaartgegevens op uw toestel.
Selecteer Tolwegen
.
Selecteer Tol en kosten
> Tolwegen
.
3
Selecteer een optie:
Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd.
Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden,
selecteert u Vermijd
.
Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert
u
Sta toe.
4
Selecteer
Sla op
Tolvignetten vermijden
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
De kaartgegevens op uw toestel bevatten mogelijk
gedetailleerde informatie over tolvignetten voor sommige
landen. U kunt tolvignetten voor elk land vermijden of toestaan.
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie > Tol en kosten >
Tolvignetten
.
2
Selecteer een land.
3
Selecteer een optie:
Als wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u
Vraag altijd.
Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden,
selecteert u Vermijd.
Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert
u
Sta toe.
4
Selecteer
Sla op.
Punten vermijden op de route
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie > Te vermijden
.
2
Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt
tegenkomen en selecteer Sla op.
Milieuzones vermijden
Uw toestel kan gebieden vermijden waarin milieu- of
uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw
voertuig. Deze optie is van toepassing op het voertuigtype in het
actieve voertuigprofiel (Voertuigprofielen).
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Milieuzones.
2
Selecteer een optie:
Als u wilt dat uw toestel voordat u een milieuzone inrijdt
steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u
Vraag altijd.
Als het toestel milieuzones altijd moet vermijden,
selecteert u
Vermijd.
Als het toestel milieuzones altijd moet toestaan, selecteert
u
Sta toe.
3
Selecteer
Sla op
Aangepast vermijden
Een weg vermijden
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie > Aangepast vermijden
.
2
Selecteer
Voeg te vermijden weg toe.
3
Selecteer het vertrekpunt op een weg die u wilt vermijden en
selecteer Volgende.
4
Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende
.
5
Selecteer
OK.
Een gebied vermijden
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie > Aangepast vermijden
.
2
Selecteer indien nodig Voeg te vermijden toe.
3
Selecteer Voeg te vermijden gebied toe.
4
Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt
vermijden en selecteer Volgende.
5
Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt
vermijden en selecteer Volgende.
Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven
op de kaart.
6
Selecteer
OK.
Een eigen te vermijden punt uitschakelen
U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder
het te wissen.
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie > Aangepast vermijden
.
2
Selecteer een te vermijden punt.
3
Selecteer > Schakel uit.
Te vermijden punten verwijderen
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.
2
Selecteer een optie:
Selecteer om alle eigen te vermijden punten te
verwijderen.
Als u een eigen te vermijden punt wilt verwijderen,
selecteert u het te vermijden punt en vervolgens > Wis.
Navigeren naar uw bestemming 5
Offroad navigeren
Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroad-
modus gebruiken.
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie
.
2
Selecteer Berekenmodus
> Offroad > Sla op
.
De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de
locatie.
Locaties zoeken
Op de kaarten op uw toestel staan locaties, bijvoorbeeld
restaurants, hotels, garages en gedetailleerde straatgegevens.
Het menu Waarheen? helpt u uw bestemming te vinden door
verschillende methoden te bieden om door deze informatie te
bladeren en locaties te vinden en op te slaan.
Door zoektermen in te voeren kunt u alle locatiegegevens
snel vinden (Een locatie zoeken met behulp van de
zoekbalk).
U kunt nuttige punten op categorie zoeken of doorbladeren
(Nuttige punten)
.
U kunt Foursquare nuttige punten zoeken en u inchecken
(Nuttige punten
Foursquare zoeken).
Met behulp van zoekfuncties kunt u specifieke locaties
vinden, zoals adressen, kruisingen of geografische
coördinaten (Zoekfuncties
).
U kunt locaties zoeken in de buurt van een andere stad of
wijk
(
Het zoekgebied wijzigen)
.
U kunt uw favoriete locaties opslaan om ze later snel te
kunnen terugvinden (Locaties opslaan).
U kunt ook terugkeren naar recent gevonden locaties
(Zoeken naar recent gevonden bestemmingen)
.
Een locatie zoeken met behulp van de
zoekbalk
U kunt de zoekbalk gebruiken om locaties te zoeken door een
categorie, merk, adres of plaatsnaam in te voeren.
1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer
Voer zoekopdracht in in de zoekbalk.
3
Voer de zoekterm gedeeltelijk of helemaal in.
Onder de zoekbalk worden zoeksuggesties weergegeven.
4
Selecteer een optie:
Als u een type bedrijf wilt zoeken, voer dan een categorie
in (bijvoorbeeld "bioscoop").
Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voer dan de naam
van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in.
Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voert u een
straatnaam en een huisnummer in.
Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voert u
een straatnaam, het huisnummer, de plaats en de
provincie in.
Als u een plaats wilt zoeken, voer dan de plaats en de
provincie in.
Als u op coördinaten wilt zoeken, voer dan de breedte- en
lengtecoördinaten in.
5
Selecteer een optie:
Als u een zoeksuggestie wilt gebruiken, dient u deze te
selecteren.
Als u wilt zoeken met de door u ingevoerde tekst,
selecteer dan .
6
Selecteer, indien nodig, een locatie.
Het zoekgebied wijzigen
1
Selecteer in het hoofdmenu Waarheen?.
2
Selecteer Zoeken nabij:.
3
Selecteer een optie.
Nuttige punten
Een nuttig punt is een plek met een voor u nuttige of
interessante functie. Nuttige punten worden gegroepeerd in
categorieën en omvatten bekende reisdoelen als tankstations,
restaurants, hotels en entertainmentcentra.
Een locatie zoeken op categorie
1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën.
3
Selecteer indien nodig een subcategorie.
4
Selecteer een locatie.
Zoeken binnen een categorie
Nadat u naar een nuttig punt hebt gezocht, worden er mogelijk
bepaalde categorieën in een snelzoeklijst weergegeven met de
laatste vier bestemmingen die u hebt geselecteerd.
1
Selecteer Waarheen?
.
2
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën
.
3
Selecteer een categorie.
4
Selecteer indien van toepassing een bestemming in de
snelzoeklijst.
5
Selecteer indien van toepassing de juiste bestemming.
Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie
U kunt een route uitstippelen naar een nuttig punt binnen een
grotere locatie, zoals een winkel in een winkelcentrum of een
bepaalde terminal op een luchthaven.
1
Selecteer Waarheen? > Voer zoekopdracht in.
2
Selecteer een optie:
Als u de locatie wilt vinden, voert u de naam of het adres
van de locatie in, selecteert u en gaat u naar stap 3.
Als u het nuttige punt wilt vinden, voert u de naam van het
nuttige punt in, selecteert u en gaat u naar stap 5.
3
Selecteer de locatie.
Onder de locatie wordt een lijst met categorieën
weergegeven, zoals restaurants, autoverhuurbedrijven of
terminals.
4
Selecteer een categorie.
5
Selecteer het nuttige punt en vervolgens Ga!.
Het toestel stippelt een route uit naar de parkeerplaats of ingang
die het dichtst bij het nuttige punt is gelegen. Wanneer u op de
bestemming aankomt, geeft een geruite vlag de aanbevolen
parkeerplaats aan. De locatie van het nuttige punt binnen de
locatie wordt aangeduid met een stip met naambordje.
Een locatie verkennen
U kunt een lijst van alle nuttige punten binnen elke locatie
weergeven.
1
Selecteer een locatie.
2
Selecteer >
Ontdek deze plaats
.
6 Locaties zoeken
ACSI
kampeerplaatsen zoeken
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
U kunt zoeken naar kampeerplaatsen van Auto Camper Service
International (ACSI
) op basis van de beschikbare voorzieningen.
1
Selecteer Waarheen?
> ACSI
.
2
Selecteer indien nodig Filter op voorzieningen. Selecteer
een of meerdere voorzieningen en selecteer vervolgens Sla
op.
3
Selecteer een locatie.
Foursquare
®
Foursquare is een locatiegebonden sociaal netwerk. Uw toestel
is voorzien van vooraf geïnstalleerde Foursquare nuttige punten,
die in de zoekresultaten voor uw locatie worden aangeduid met
het
Foursquare logo.
Voor extra functies kunt u via Smartphone Link op uw
compatibele smartphone verbinding maken met uw Foursquare
account. Wanneer u verbinding maakt met uw Foursquare
account via Smartphone Link, kunt u Foursquare
locatiegegevens bekijken, inchecken op een locatie en nuttige
punten zoeken in de online Foursquare database.
Nuttige punten Foursquare
zoeken
U kunt op uw toestel geladen Foursquare nuttige punten
zoeken. Wanneer u verbinding maakt met uw Foursquare
account via Smartphone Link, verkrijgt u met uw zoekopdracht
de meest actuele resultaten uit de online Foursquare database
en aangepaste resultaten uit uw Foursquare gebruikersaccount.
Selecteer
Waarheen?
> Categorieën > Foursquare®
.
Verbinding maken met uw Foursquare
account
1
Maak met uw toestel verbinding met Smartphone Link
(Verbinding maken met Smartphone Link).
2
Open op uw smartphone de app Smartphone Link.
3
Open de instellingen van de Smartphone Link app en
selecteer Foursquare®
> Aanmelden
.
4
Voer uw
Foursquare aanmeldingsgegevens in.
Foursquare locatiegegevens weergeven
Voordat u Foursquare
locatiegegevens kunt bekijken, moet u
verbinding maken met een ondersteunde telefoon die over
Smartphone Link beschikt en u aanmelden bij uw Foursquare
account.
U kunt vervolgens gedetailleerde Foursquare locatiegegevens
inzien, zoals gebruikersbeoordelingen, restaurantprijzen en
openingstijden.
1
Selecteer in de zoekresultaten voor de locatie een
Foursquare nuttig punt.
2
Selecteer .
Inchecken bij Foursquare
Voordat u kunt inchecken bij Foursquare, moet u verbinding
maken met een ondersteunde telefoon die over Smartphone
Link beschikt en uzelf aanmelden bij uw Foursquare account.
1
Selecteer Apps
> Foursquare® > Check in
.
2
Selecteer een nuttig punt.
3
Selecteer >
Check in
.
Eigen nuttige punten
Eigen nuttige punten zijn punten die u zelf hebt ingesteld op de
kaart. Dit kunnen waarschuwingen zijn dat u zich dicht bij een
aangewezen punt bevindt of bijvoorbeeld sneller gaat dan een
bepaalde snelheid.
POI Loader installeren
U kunt eigen lijsten met nuttige punten maken of op uw
computer downloaden en die op uw toestel installeren met
behulp van de POI Loader-software.
1
Ga naar www.garmin.com/poiloader.
2
Volg de instructies op het scherm.
Eigen nuttige punten zoeken
Voordat u eigen nuttige punten kunt zoeken, moet u eigen
nuttige punten op uw toestel laden met behulp van de POI
Loader-software (POI Loader installeren).
1
Selecteer Waarheen? >
Categorieën
.
2
Schuif naar de sectie Andere categorieën en selecteer een
categorie.
Zoekfuncties
Met behulp van de zoekfuncties kunt u bepaalde locatiesoorten
zoeken door instructies te volgen op het scherm.
Een adres zoeken
OPMERKING:
De volgorde van de stappen is mede afhankelijk
van de kaartgegevens die op het toestel zijn geladen.
1
Selecteer Waarheen?.
2
Selecteer indien nodig Zoeken nabij: om het zoekgebied te
wijzigen (Het zoekgebied wijzigen).
3
Selecteer
Adres.
4
Volg de instructies op het scherm om de adresinformatie in te
voeren.
5
Selecteer het adres.
Een kruispunt zoeken
U kunt een kruispunt of knooppunt tussen twee straten,
snelwegen of andere wegen zoeken.
1
Selecteer Waarheen?
> Categorieën > Kruispunten
.
2
Volg de instructies op het scherm om de straatnamen in te
voeren.
3
Selecteer het kruispunt.
Een stad zoeken
1
Selecteer Waarheen? >
Categorieën > Plaatsen
.
2
Selecteer een optie:
Selecteer een stad in de lijst met nabijgelegen steden.
Als u in de buurt van een andere locatie wilt zoeken,
selecteert u Zoeken nabij: (Het zoekgebied wijzigen).
Als u een stad op naam wilt zoeken, selecteert u Voer
zoekopdracht in
. Voer de naam van een stad in en
selecteer
.
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten
U kunt een locatie zoeken door de lengtegraad en de
breedtegraad in te voeren. Dit kan handig zijn als u geocaches
zoekt.
1
Selecteer Waarheen?
> Categorieën > Coördinaten
.
2
Selecteer indien noodzakelijk en wijzig de
coördinaatindeling of datum.
3
Voer de breedte- en lengtecoördinaten in.
4
Selecteer Geef weer op kaart
.
Zoeken naar recent gevonden
bestemmingen
De vijftig laatste gevonden locaties worden op het toestel
opgeslagen.
1
Selecteer Waarheen? >
Recent
.
2
Selecteer een locatie.
De lijst met recent gevonden locaties wissen
Selecteer Waarheen?
> Recent >
> Wis > Ja.
Locaties zoeken 7
Uw vorige parkeerplaats vinden
Als u het toestel loskoppelt van de voertuigvoeding terwijl het
toestel is ingeschakeld, wordt uw huidige locatie als
parkeerplaats opgeslagen.
Selecteer
Apps
> Vorige locatie
.
De huidige locatiegegevens weergeven
U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om informatie over uw
huidige locatie weer te geven. Deze functie komt van pas als u
uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten.
Selecteer het voertuig op de kaart.
Nooddiensten en tankstations vinden
U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om de dichtstbijzijnde
ziekenhuizen, politiebureaus of benzinestations te vinden.
1
Selecteer het voertuig op de kaart.
2
Selecteer Ziekenhuizen, Politiebureaus of Brandstof.
Voor de geselecteerde service wordt een lijst met locaties
weergegeven, met de dichtstbijzijnde locatie bovenaan.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer een optie:
Als u naar de locatie wilt navigeren, selecteert u Ga!
Als u het telefoonnummer en andere locatiegegevens wilt
weergeven, selecteert u .
Routebeschrijving naar uw huidige locatie
Als u aan iemand anders uw huidige locatie moet doorgeven,
kan uw toestel u een routebeschrijving geven.
1
Selecteer het voertuig op de kaart.
2
Selecteer > Routebeschr. naar mij.
3
Selecteer een beginlocatie.
4
Selecteer Select.
.
Een snelkoppeling toevoegen
U kunt snelkoppelingen toevoegen aan het menu Waarheen?.
Een snelkoppeling kan verwijzen naar een locatie, een categorie
of een zoekfunctie.
Het menu Waarheen? kan tot wel 36
snelkoppelingspictogrammen bevatten.
1
Selecteer Waarheen?
> Voeg kortere manier toe
.
2
Selecteer een item.
Een snelkoppeling verwijderen
1
Selecteer Waarheen? > >
Wis snelkoppeling(en)
.
2
Selecteer de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
3
Selecteer de snelkoppeling opnieuw om te bevestigen.
4
Selecteer
Sla op.
Locaties opslaan
Een locatie opslaan
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer .
4
Selecteer
Sla op.
5
Voer, indien nodig, een naam in en selecteer OK
.
Uw huidige locatie opslaan
1
Selecteer het voertuigpictogram op de kaart.
2
Selecteer Sla op.
3
Voer een naam in en selecteer OK
.
4
Selecteer OK
.
Een thuislocatie opslaan
U kunt een thuislocatie instellen voor de locatie waar u het
vaakst naartoe terugkeert.
1
Selecteer Waarheen?
>
>
Stel thuislocatie in
.
2
Selecteer
Voer mijn adres in, Gebruik huidige locatie of
Recent gevonden.
De locatie wordt opgeslagen als "Thuis" in het menu
Opgeslagen.
Naar huis navigeren
Selecteer Waarheen?
> Naar huis
.
De gegevens van uw thuislocatie bewerken
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen >
Thuis
.
2
Selecteer .
3
Selecteer > Bewerk.
4
Voer uw wijzigingen in.
5
Selecteer
OK.
Een opgeslagen locatie bewerken
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer indien nodig een categorie.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer .
5
Selecteer > Bewerk.
6
Selecteer een optie:
Selecteer Naam.
Selecteer Telefoonnummer.
Selecteer Categorieën
om categorieën aan de
opgeslagen locatie toe te wijzen.
Selecteer Wijzig kaartsymbool om het symbool te
wijzigen waarmee de opgeslagen locatie op de kaart
wordt gemarkeerd.
7
Wijzig de informatie.
8
Selecteer OK.
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen
U kunt uw eigen categorieën toevoegen om uw opgeslagen
locaties te ordenen.
OPMERKING:
Categorieën worden in het menu met
opgeslagen locaties weergegeven nadat u ten minste 12
locaties hebt opgeslagen.
1
Selecteer Waarheen? >
Opgeslagen
.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer .
4
Selecteer > Bewerk >
Categorieën
.
5
Voer een of meer categorienamen in, van elkaar gescheiden
met een komma.
6
Selecteer indien nodig een voorgestelde categorie.
7
Selecteer OK
.
Een opgeslagen locatie verwijderen
OPMERKING:
Verwijderde locaties kunnen niet worden
teruggezet.
1
Selecteer Waarheen?
> Opgeslagen
.
2
Selecteer > Wis opgeslagen plaatsen.
3
Selecteer het vak naast de opgeslagen locaties die u wilt
wissen en selecteer Wis
.
8 Locaties zoeken
De kaart gebruiken
U kunt de kaart gebruiken om een route te volgen (
Uw route op
de kaart)
of om uw directe omgeving te bekijken, als er geen
route actief is.
1
Selecteer Bekijk kaart.
2
Selecteer een willekeurig punt op de kaart.
3
Selecteer een optie:
Versleep de kaart om naar links en naar rechts of naar
boven en naar beneden over de kaart te bewegen.
Selecteer of als u wilt inzoomen of uitzoomen.
Selecteer als u wilt schakelen tussen Noord boven en
3D-weergave.
Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt
filteren, selecteert u .
Als u een route wilt starten, selecteert u een locatie op de
kaart en vervolgens Ga! (Een route starten op de kaart).
Kaartfuncties
Kaartfuncties bieden snel toegang tot informatie en
toestelfuncties, terwijl u op de kaart kijkt. Zo kunt u bijvoorbeeld
verkeersinformatie lezen, een omweg kiezen of de helderheid
van het scherm aan te passen zonder de kaart te verlaten.
Wanneer u een kaartfunctie activeert, wordt deze weergegeven
in een paneel aan de rand van de kaart.
Een kaartfunctie weergeven
1
Selecteer op de kaart.
2
Selecteer een kaartfunctie.
De kaartfunctie wordt weergegeven in een paneel aan de
rand van de kaart.
3
Als u klaar bent met de kaartfunctie, selecteert u .
Kaartfuncties inschakelen
Standaard zijn in het kaartfunctiemenu alleen de meest
gebruikte kaartfuncties ingeschakeld. U kunt extra functies
inschakelen.
1
Selecteer op de kaart > .
2
Schakel het selectievakje naast elke functie in om deze toe te
voegen.
3
Selecteer Sla op.
Verderop
U kunt de bedrijven en diensten verderop op uw route
weergeven. Diensten worden op categorie gefilterd.
Nuttige punten verderop zoeken
1
Selecteer op de kaart >
Verderop
.
2
Selecteer een categorie.
3
Selecteer een nuttig punt op de kaart.
De categorieën verderop aanpassen
U kunt de categorieën wijzigen waarnaar u zoekt, de volgorde
van de categorieën wijzigen en zoeken naar specifieke bedrijven
of categorieën.
1
Selecteer op de kaart >
Verderop
.
2
Selecteer een servicepictogram.
3
Selecteer .
4
Selecteer een optie:
Als u een categorie omhoog of omlaag wilt verplaatsen in
de lijst, selecteert en sleept u het pijltje naast de
categorienaam naar de gewenste positie.
Als u een categorie wilt wijzigen, selecteert u de
desbetreffende categorie.
Als u een eigen categorie wilt maken, selecteert u een
categorie, selecteert u
Aangepast zoeken en voert u de
naam in van een bedrijf of categorie.
5
Selecteer
OK.
Reisinformatie
Reisgegevens op de kaart weergeven
Voordat u reisgegevens op de kaart kunt weergeven, moet u de
functie toevoegen aan het menu met kaartfuncties
(Kaartfuncties inschakelen)
.
Selecteer op de kaart
>
Reisgegevens
.
De reisgegevensvelden aanpassen
Voordat u de gegevens kunt wijzigen die in de
reisgegevensvelden op de kaart worden weergegeven, moet u
de Reisgegevensfunctie toevoegen aan het menu met
kaartfuncties
(
Kaartfuncties inschakelen)
.
1
Selecteer Bekijk kaart
.
2
Selecteer > Reisgegevens.
3
Selecteer een reisgegevensveld.
4
Selecteer een optie.
Het nieuwe reisgegevensveld wordt in de reisgegevenslijst
weergegeven.
De pagina met reisinformatie weergeven
Op de reisinformatiepagina wordt uw snelheid weergegeven en
wordt nuttige informatie over uw reis gegeven.
OPMERKING: Als u onderweg regelmatig stopt, schakel het
toestel dan niet uit. Op die manier kan de verstreken reistijd
nauwkeurig worden gemeten.
Selecteer op de kaart Snelheid.
Het reislog weergeven
Uw toestel houdt een reislog bij; een overzicht van de door u
afgelegde weg.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig >
Kaartlagen
.
2
Schakel het selectievakje Reislog
in.
Reisinformatie herstellen
1
Selecteer op de kaart Snelheid.
2
Selecteer > Herstel veld(en).
3
Selecteer een optie:
Selecteer terwijl u niet navigeert Selecteer alles
als u alle
gegevensvelden op de eerste pagina, behalve de
snelheidsmeter, opnieuw wilt instellen.
Selecteer
Herstel reisgegevens als u de informatie op de
tripcomputer opnieuw wilt instellen.
Selecteer Herstel max. snelheid als u de
maximumsnelheid opnieuw wilt instellen.
Selecteer
Herstel reis B als u de kilometerteller opnieuw
wilt instellen.
Verkeersproblemen op uw route weergeven
U kunt de naderende verkeersproblemen langs de route waarop
u zich bevindt, weergeven.
1
Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo.
Het dichtstbijzijnde verkeersprobleem wordt rechts van de
kaart in een deelvenster weergegeven.
2
Selecteer het verkeersprobleem om meer informatie weer te
geven.
Verkeersinformatie op de kaart weergeven
Op de kaart met verkeersinformatie worden met kleurcodes de
verkeersstroom en vertragingen op wegen in de buurt
weergegeven.
De kaart gebruiken 9
1
Selecteer in het hoofdmenu Apps
> Verkeersinfo
.
2
Selecteer indien noodzakelijk > Legenda om de legenda
voor de verkeerskaart weer te geven.
Verkeersproblemen zoeken
1
Selecteer in het hoofdmenu Apps
> Verkeersinfo
.
2
Selecteer > Problemen.
3
Selecteer een item in de lijst.
4
Als er meerdere problemen zijn, gebruikt u de pijlen om de
overige problemen weer te geven.
Naderende hoogtewijzigingen weergeven
U kunt naderende hoogtewijzigingen op uw route weergeven. Zo
kunt u alvast rekening houden met steile hellingen of afdalingen,
of deze helemaal vermijden.
1
Selecteer op de kaart >
Hoogte
.
2
Selecteer de kaart om deze schermvullend weer te geven.
Op het toestel wordt uw huidige hoogte
À
, de afstand naar
de volgende steile helling of afdaling
Á
en een kaart met
hoogtes op langere afstand weergegeven. Steile hellingen en
afdalingen
Â
worden rood gemarkeerd op de kaart.
3
Selecteer een optie:
Selecteer of om het afstandsbereik van de kaart te
wijzigen.
Selecteer de pijlen om de kaart te verschuiven.
Flitspaalinformatie
KENNISGEVING
Garmin
is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van of
consequenties van het gebruik van een database met eigen
nuttige punten of flitspaalinformatie.
OPMERKING:
Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's
of productmodellen.
Informatie over flitspaallocaties en snelheidslimieten is in
bepaalde gebieden en voor sommige productmodellen
beschikbaar. Ga naar
www.garmin.com/safetycameras
om de
beschikbaarheid en compatibiliteit te controleren of een
abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk
gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio
aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden.
U kunt flitspaallocaties voor een huidig flitspaalabonnement
bijwerken op
http://my.garmin.com. Werk uw toestel regelmatig
bij om de meest recente flitspaalgegevens te ontvangen.
Voor sommige toestellen en gebieden zijn algemene
flitspaalgegevens mogelijk al inbegrepen bij uw toestel. Updates
of een abonnement vallen niet onder de inbegrepen gegevens.
De kaart aanpassen
Het voertuig aanpassen
U kunt het voertuig aanpassen dat op de kaart wordt
weergegeven. U kunt meer voertuigen downloaden via Garmin
Express
.
Selecteer Instellingen >
Kaart en voertuig > Voertuig
.
De kaartlagen aanpassen
U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt
weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en
wegomstandigheden.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig
> Kaartlagen
.
2
Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven en
selecteer
Sla op.
Het kaartgegevensveld aanpassen
1
Selecteer een gegevensveld op de kaart.
OPMERKING:
U kunt Snelheid niet wijzigen.
2
Selecteer welk type gegevens u wilt weergeven.
Het kaartperspectief wijzigen
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig >
Autokaartweergave.
2
Selecteer een optie:
Selecteer Koers boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met uw reisrichting bovenaan.
Selecteer Noord boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met het noorden bovenaan.
Selecteer 3D
om de kaart driedimensionaal weer te
geven.
3
Selecteer Sla op.
Verkeersinformatie
KENNISGEVING
Garmin
is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de
verkeersinformatie.
Op sommige plaatsen en in sommige landen is
verkeersinformatie mogelijk niet beschikbaar. Ga voor meer
informatie over verkeersinformatie-ontvangers en
dekkingsgebieden naar www.garmin.com/traffic.
Een verkeersinformatie-ontvanger wordt meegeleverd in
sommige producten, ingebouwd in ofwel de
voertuigvoedingskabel of het toestel, en is een optioneel
accessoire voor alle modellen.
Er verschijnen verkeerswaarschuwingen op de kaart
wanneer er sprake is van verkeersproblemen op uw route of
in uw gebied.
U kunt verkeersinformatie ontvangen via een
verkeersinformatie-ontvanger of met een abonnement via
Smartphone Link (Garmin
Live Services).
Het toestel moet zijn verbonden met Smartphone Link met
een actief verkeersabonnement om zo verkeersinformatie via
Smartphone Link te ontvangen.
Het toestel moet zijn aangesloten op de voertuigvoeding om
verkeersinformatie te kunnen ontvangen via een
verkeersinformatie-ontvanger.
Om verkeersinformatie te ontvangen, moeten de aangesloten
verkeersinformatie-ontvanger en het toestel zich in het
gegevensbereik van een station bevinden dat
verkeersinformatie uitzendt.
U hoeft het abonnement dat bij uw toestel of
verkeersinformatie-ontvanger werd geleverd, niet te
activeren.
Als uw toestel gebruikmaakt van een externe antenne voor
verkeersinformatie, dient u deze externe antenne altijd
aangesloten te laten voor de beste ontvangst.
10 Verkeersinformatie
Verkeerinformatie ontvangen met behulp van
een verkeersinformatie-ontvanger
KENNISGEVING
Door verwarmde (gemetalliseerde) ruiten kunnen de prestaties
van de verkeersinformatie-ontvanger afnemen.
Voordat u verkeersinformatie kunt ontvangen met een
verkeersinformatie-ontvanger, moet u beschikken over een
voedingskabel met antenne voor verkeersinformatie. Als uw
model inclusief levenslange verkeersinformatie is, moet u de
voedingskabel voor het voertuig gebruiken die bij uw toestel is
geleverd. Als uw model geen verkeersinformatie kan ontvangen,
moet u een verkeersinformatie-ontvanger van Garmin
aanschaffen. Ga naar www.garmin.com/traffic
voor meer
informatie.
Uw toestel kan verkeersinformatiesignalen ontvangen van een
station dat verkeersinformatie uitzendt.
OPMERKING: In sommige regio's kan verkeersinformatie
worden ontvangen van FM-radiostations met HD Radio
technologie.
1
Sluit de voedingskabel met antenne voor verkeersinformatie
op een externe voedingsbron aan.
2
Sluit de voedingskabel met antenne voor verkeersinformatie
op het toestel aan.
Wanneer u zich binnen een dekkingsgebied voor
verkeersinformatie bevindt, wordt de verkeersinformatie op het
toestel weergegeven.
Verkeersinformatie ontvangen met behulp
van Smartphone Link
De Verkeerscameraservice biedt real-time verkeersinformatie.
1
Download Smartphone Link naar uw compatibele telefoon
(Smartphone Link downloaden).
2
Neem een abonnement op de Verkeerscameraservice Een
abonnement nemen op Garmin Live Services).
3
Sluit het toestel aan op de telefoon waarop Smartphone Link
wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link).
Informatie over verkeersabonnementen
U kunt extra abonnementen aanschaffen of een abonnement
vernieuwen wanneer het verloopt. Ga naar
http://www.garmin.com/traffic
.
Abonnement activeren
U hoeft het abonnement dat bij uw FM-verkeersinformatie-
ontvanger werd geleverd, niet te activeren. Het abonnement
wordt automatisch geactiveerd nadat uw toestel satellietsignalen
heeft ontvangen en ook verkeersinformatiesignalen ontvangt
van de provider van de betaalservice.
Verkeersabonnementen weergeven
Selecteer Instellingen
> Verkeersinfo > Abonnementen
.
Een abonnement toevoegen
U kunt abonnementen voor verkeersinformatie in andere regio's
of landen aanschaffen.
1
Selecteer in het hoofdmenu Verkeersinfo.
2
Selecteer Abonnementen
>
.
3
Noteer de toestel-id van de FM-ontvanger voor
verkeersinformatie.
4
Ga naar www.garmin.com/fmtraffic
om een abonnement af te
sluiten en een code van 25 tekens op te halen.
De verkeersabonnementcode kan niet opnieuw worden
gebruikt. Elke keer dat u de service wilt verlengen, hebt u
een nieuwe code nodig. Indien u meerdere FM-
verkeersinformatie-ontvangers hebt, hebt u voor elke
ontvanger een nieuwe code nodig.
5
Selecteer
Volgende op uw toestel.
6
Voer de code in.
7
Selecteer
OK.
Verkeersinformatie inschakelen
U kunt verkeersinformatie in- of uitschakelen. Wanneer
verkeersinformatie is uitgeschakeld, ontvangt het toestel geen
verkeersinformatie maar zullen potentiële filegebieden toch
worden vermeden met behulp van de functie trafficTrends
,
indien deze is ingeschakeld.
1
Selecteer Instellingen >
Verkeersinfo
.
2
Schakel het selectievakje Verkeersinfo in.
Spraakopdrachten
OPMERKING: Spraakopdracht is niet voor alle talen of regio's
beschikbaar en is wellicht niet beschikbaar op alle modellen.
OPMERKING:
Spraakgestuurde navigatie functioneert mogelijk
niet naar wens in een rumoerige omgeving.
Met de functie Spraakopdracht kunt u het toestel bedienen door
middel van gesproken opdrachten. Het menu Spraakopdracht
biedt gesproken aanwijzingen en een lijst met beschikbare
opdrachten.
De activeerzin instellen
De activeerzin bestaat uit een of meer woorden die u moet
uitspreken om de modus Spraakopdracht te activeren. De
standaard activeerzin is Spraakopdracht.
TIP:
U kunt het per ongeluk activeren van Spraakopdracht
voorkomen door een ongebruikelijke zin als activeerzin te
gebruiken.
1
Selecteer Apps > Spraakopdracht > > Activeerzin.
2
Voer een nieuwe activeerzin in.
De moeilijkheidsgraad van de activeerzin wordt weergegeven
terwijl u de zin inspreekt.
3
Selecteer OK.
Spraakopdrachten activeren
Spreek de activeerzin uit.
Het menu Spraakopdracht wordt weergegeven.
Tips voor spraakopdrachten
Spreek op normale toon in de richting van het toestel.
Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, zoals stemmen of de
radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te
verbeteren.
Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden
weergegeven.
Reageer indien nodig op de gesproken aanwijzingen van het
toestel.
Maak uw activeerzin langer om de kans dat de
spraakbediening per ongeluk wordt geactiveerd, te
verkleinen.
Luister naar de twee tonen die aangeven dat de modus
Spraakopdracht wordt gestart en gestopt.
Een route starten met een spraakopdracht
U kunt hierbij de namen van populaire, bekende locaties
uitspreken.
1
Zeg de activeerzin (De activeerzin instellen).
2
Zeg
Zoek op naam.
Spraakopdrachten 11
3
Wacht op de gesproken melding en zeg de naam van de
locatie.
4
Zeg het regelnummer.
5
Zeg
Navigeren.
Instructies dempen
U kunt de gesproken instructies voor spraakopdrachten
uitschakelen zonder het toestel te dempen.
1
Selecteer Apps
> Spraakopdracht >
.
2
Selecteer Dempinstructies
> Ingeschakeld
.
Spraakbesturing
For regions where the Voice Command feature is unavailable,
the Voice Control feature is activated. Voice Control allows you
to use your voice to control the device. Before you can use the
Voice Control feature, you must configure it for your voice.
Spraakbesturing configureren
De functie
Spraakbesturing moet voor de stem van een
specifieke gebruiker worden geconfigureerd en werkt niet voor
andere gebruikers.
1
Selecteer Apps
> Spraakbesturing
.
2
Volg de instructies op het scherm om opdrachten op te
nemen voor elke opdrachtzin.
OPMERKING:
U hoeft niet exact hetzelfde te zeggen als op
het scherm staat. U kunt ook een alternatieve opdracht
opnemen met dezelfde betekenis die uw voorkeur heeft.
Als u een spraakopdracht wilt gebruiken, zegt u de opdracht die
u hebt opgenomen voor die functie.
Spraakbesturing gebruiken
1
Zeg de opdracht die u hebt opgenomen voor de opdrachtzin
van de Spraakbesturing.
Het spraakbesturingsmenu wordt weergegeven.
2
Volg de instructies op het scherm.
Voice Control Tips
Spreek op normale toon in de richting van het toestel.
Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, zoals stemmen of de
radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te
verbeteren.
Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden
weergegeven.
Listen for a tone to confirm when the device successfully
receives a command.
Handsfree bellen
OPMERKING: Hoewel de meeste telefoons worden
ondersteund, is er geen garantie dat een bepaalde telefoon kan
worden gebruikt. Mogelijk zijn niet alle functies beschikbaar voor
uw telefoon.
Via draadloze Bluetooth technologie kunt u het toestel als
handsfree-toestel aansluiten op uw mobiele telefoon.
Vervolgens kunt u met uw toestel bellen en gebeld worden.
Uw telefoon koppelen
1
Plaats uw telefoon en Camper 660 toestel binnen 10 m
(33 ft.) van elkaar.
2
Schakel op uw telefoon draadloze Bluetooth technologie in
en stel de telefoon in op waarneembaar.
3
Selecteer op uw Camper 660 toestel Instellingen >
Bluetooth.
4
Volg de instructies op het scherm van uw telefoon en uw
Camper 660 toestel.
Draadloze
Bluetooth technologie inschakelen
1
Selecteer Instellingen >
Bluetooth
.
2
Selecteer Bluetooth.
Tips na het koppelen van de toestellen
Nadat de toestellen eenmaal zijn gekoppeld, kunnen ze
automatisch verbinding maken zodra u ze inschakelt.
Wanneer uw telefoon is verbonden met uw toestel, kunt u
spraakoproepen ontvangen.
Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een
koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon
waaraan het was gekoppeld.
Mogelijk dient u uw telefoon zodanig in te stellen dat deze
automatisch koppelt met het toestel wanneer het toestel
wordt ingeschakeld.
Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken
U kunt tijdelijk de verbinding met een Bluetooth
toestel
verbreken zonder het toestel te verwijderen uit de lijst met
gekoppelde toestellen. Het Bluetooth toestel kan dan in de
toekomst nog steeds automatisch verbinding maken met uw
Camper 660 toestel.
1
Selecteer Instellingen >
Bluetooth
.
2
Selecteer het toestel waarmee u de verbinding wilt
verbreken.
3
Schakel het selectievakje voor het toestel uit.
Een gekoppelde telefoon verwijderen
U kunt een gekoppelde telefoon verwijderen zodat de telefoon
niet langer automatisch verbinding kan maken met uw toestel.
1
Selecteer Instellingen > Bluetooth.
2
Selecteer de telefoon en selecteer vervolgens Toestel
ontkoppelen.
Telefoneren
Een nummer kiezen
1
Selecteer Apps
> Telefoon > Kies
.
2
Voer het nummer in.
3
Selecteer Kies
.
Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen
Telkens wanneer u de telefoon op het toestel aansluit, wordt het
telefoonboek naar het toestel overgezet. Het kan enkele
minuten duren voordat het telefoonboek beschikbaar is.
Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet.
1
Selecteer Apps
> Telefoon > Telefoonboek
.
2
Selecteer een contactpersoon.
3
Selecteer Oproep
.
Een locatie bellen
1
Selecteer Apps >
Telefoon > Blader door categorieën
.
2
Selecteer een nuttig punt.
3
Selecteer
Oproep.
Een oproep ontvangen
Selecteer Beantwoord
of Negeer als u een oproep ontvangt.
De oproepinfo gebruiken
Telkens wanneer u de telefoon met het toestel verbindt, wordt
uw oproepinfo van de telefoon naar het toestel overgezet. Het
kan enkele minuten duren voordat de oproepinfo beschikbaar is.
Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet.
1
Selecteer Apps
> Telefoon > Oproepinfo
.
2
Selecteer een categorie.
12 Handsfree bellen
De lijst met oproepen wordt weergegeven en de meest
recente oproepen staan boven aan de lijst.
3
Selecteer een oproep.
De gespreksopties gebruiken
Tijdens een gesprek kunt u de gespreksopties selecteren op de
kaart.
Als u het geluid wilt overzetten naar de telefoon, selecteer
dan .
TIP:
Gebruik deze functie als u het toestel wilt uitschakelen
terwijl u het telefoongesprek voortzet of als u behoefte hebt
aan privacy.
Als u het kiesvenster wilt gebruiken, selecteer dan .
TIP:
U kunt deze functie gebruiken zodat u automatische
systemen kunt gebruiken, zoals voicemail.
Als u de microfoon wilt dempen, selecteer dan .
Als u het gesprek wilt beëindigen, selecteer dan .
Een telefoonnummer thuis opslaan
TIP:
Nadat u een telefoonnummer thuis hebt opgeslagen, kunt u
het nummer wijzigen via de optie "Thuis" in uw lijst met
opgeslagen locaties (
Een opgeslagen locatie bewerken).
1
Selecteer Apps
> Telefoon >
> Stel telefoonnr. thuis in.
2
Voer uw telefoonnummer in.
3
Selecteer
OK.
Naar huis bellen
U kunt uw telefoonnummer thuis alleen bellen nadat u het
telefoonnummer van uw thuislocatie hebt opgegeven.
Selecteer Apps
> Telefoon > Bel thuis
.
De apps gebruiken
Help gebruiken
Selecteer
Apps > Help om informatie over het toestel weer
te geven.
Help-onderwerpen zoeken
Selecteer Apps
> Help >
.
Smartphone Link
Smartphone Link is een telefoontoepassing waarmee u
locatiegegevens kunt synchroniseren met uw telefoon en
toegang kunt krijgen tot live-informatie via de dataverbinding van
uw telefoon. Uw toestel brengt gegevens vanaf Smartphone
Link over met behulp van draadloze Bluetooth technologie. Live-
informatie is beschikbaar via gratis en betaalde abonnementen
van
Garmin Live Services (
Garmin Live Services).
Opgeslagen locaties en recent gevonden locaties worden met
uw telefoon gesynchroniseerd telkens wanneer uw toestel
verbinding maakt met Smartphone Link.
Smartphone Link downloaden
Smartphone Link is voor een aantal smartphones beschikbaar.
Ga naar www.garmin.com/smartphonelink of ga naar de app-
store op uw telefoon voor informatie over compatibiliteit en
beschikbaarheid.
Download Smartphone Link in de app-store op uw
ondersteunde telefoon.
Raadpleeg de handleiding bij uw telefoon voor informatie
over het downloaden en installeren van toepassingen.
Verbinding maken met Smartphone Link
Voordat u verbinding kunt maken met Smartphone Link, moet u
de toepassing Smartphone Link downloaden en op uw telefoon
installeren.
1
Start Smartphone Link op uw telefoon.
2
Selecteer op uw toestel Instellingen >
Bluetooth
.
3
Schakel het selectievakje Bluetooth in.
4
Schakel op uw telefoon draadloze Bluetooth technologie in
en scan naar in de buurt aanwezige Bluetooth toestellen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw telefoon voor
meer informatie.
5
Selecteer op uw telefoon uw toestel in de lijst met in de buurt
aanwezige toestellen.
6
Volg de instructies op het scherm van uw telefoon en van uw
toestel om het koppelingsverzoek te bevestigen.
verschijnt op de statusbalk van uw toestel wanneer er
verbinding is met Smartphone Link.
Een locatie van uw telefoon naar uw toestel
verzenden
Smartphone Link is als navigatietoepassing op uw telefoon
geregistreerd.
1
Selecteer op uw telefoon de knop om de navigatie naar een
locatie te starten (zie de handleiding bij uw telefoon voor
meer informatie).
2
Selecteer in het toepassingsmenu Smartphone Link
.
De volgende keer dat u uw toestel met uw telefoon verbindt,
wordt de locatie overgebracht naar de recent gevonden items op
uw toestel.
Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met
Smartphone Link
Wanneer het toestel is verbonden met de telefoon en Garmin
Live Services ontvangt, kunt u handsfree bellen uitschakelen.
1
Selecteer Instellingen >
Bluetooth
.
2
Selecteer uw telefoon.
3
Schakel het selectievakje Telefoongesprekken uit.
Garmin
Live Services
Voordat u
Garmin Live Services kunt gebruiken, moet uw toestel
verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (
Verbinding maken met
Smartphone Link).
Door verbinding te maken met Smartphone Link krijgt u toegang
tot
Garmin Live Services. Garmin Live Services biedt gratis en
betaalde abonnementen waarmee u live-gegevens op uw
toestel kunt weergeven, zoals verkeersomstandigheden en
weersinformatie.
Sommige services, zoals Weer, zijn als aparte apps op uw
toestel beschikbaar. Andere services, zoals Verkeer, bieden een
uitbreiding op bestaande navigatiefuncties op uw toestel. Bij
functies die toegang tot Garmin Live Services vereisen, wordt
het Smartphone Link-symbool weergegeven en deze functies
verschijnen alleen als het toestel is verbonden met Smartphone
Link.
Een abonnement nemen op Garmin Live Services
Voordat u zich kunt abonneren op Garmin Live Services, moet u
de app Smartphone Link op uw telefoon installeren.
1
Start de app Smartphone Link op uw telefoon (Verbinding
maken met Smartphone Link).
2
Selecteer
Mijn account.
Er wordt een lijst met services en abonnementsprijzen
weergegeven.
3
Selecteer een service.
De apps gebruiken 13
4
Selecteer de prijs.
5
Selecteer Abonneer
.
6
Volg de instructies op het scherm.
Over verkeerscamera's
Verkeerscamera's geven livebeelden van
verkeersomstandigheden op belangrijke snelwegen en
kruispunten. U kunt camera's opslaan die u regelmatig wilt
raadplegen.
Een verkeerscamera opslaan
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u een abonnement
nemen op de photoLive service, en uw toestel moet zijn
verbonden met een ondersteunde smartphone waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (Smartphone Link).
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
1
Selecteer Apps
> photoLive
.
2
Selecteer Tik om toe te voegen.
3
Selecteer een weg.
4
Selecteer een kruispunt.
5
Selecteer Sla op.
Een verkeerscamera weergeven
Voordat u beelden van een verkeerscamera kunt weergeven,
moet u de desbetreffende camera opslaan (Een
verkeerscamera opslaan).
1
Selecteer Apps
> photoLive
.
2
Selecteer een camera.
Over ecoRoute
In bepaalde gebieden dient u voordat u ecoRoute
functies kunt
gebruiken, eerst een ontgrendelingscode aan te schaffen. Ga
naar www.garmin.com/ecoroute
voor meer informatie.
OPMERKING:
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u het
voertuigprofiel voor auto's gebruikt (
Voertuigprofielen)
.
Met ecoRoute kunt u het brandstofverbruik en de
brandstofkosten uitrekenen om een bepaalde bestemming te
bereiken, en beschikt u over hulpmiddelen om het
brandstofverbruik te verlagen.
De gegevens die worden verkregen met ecoRoute zijn alleen
een schatting. De gegevens zijn niet specifiek op uw voertuig
van toepassing.
Het voertuigprofiel instellen
Wanneer u de ecoRoute functies voor de eerste keer gaat
gebruiken, moet u de voertuiggegevens invoeren.
1
Selecteer Apps
> ecoRoute™
.
2
Volg de instructies op het scherm.
De brandstofprijs wijzigen
1
Selecteer Apps
> ecoRoute™ > Bij de pomp
.
2
Voer de actuele brandstofprijs in en selecteer Volgende.
3
Selecteer Ja.
Het brandstofverbruik kalibreren
U kunt het brandstofverbruik kalibreren om nauwkeuriger
brandstofrapporten voor uw specifieke voertuig en rijgewoonten
te ontvangen. Kalibreer het brandstofverbruik wanneer u uw
tank hebt gevuld.
1
Selecteer Apps
> ecoRoute™ > Bij de pomp
.
2
Voer de actuele brandstofprijs in.
3
Voer de hoeveelheid brandstof in die is verbruikt sinds u de
laatste keer de tank helemaal had gevuld.
4
Voer de afstand in die u hebt afgelegd sinds u de tank de
laatste keer helemaal had gevuld.
5
Selecteer Volgende.
Het toestel berekent uw gemiddelde brandstofverbruik.
6
Selecteer Sla op.
ecoChallenge
Met behulp van ecoChallenge kunt u uw rijgedrag beoordelen
en uw brandstofverbruik mogelijk verminderen. Hoe hoger uw
ecoChallenge-scores, hoe meer brandstof u bespaart. Met
ecoChallenge worden gegevens verzameld en wordt een score
berekend als uw voertuig in beweging is en de
verplaatsingsmodus Auto wordt gebruikt.
Uw ecoChallenge-scores bekijken
Selecteer Apps
> ecoRoute™ > ecoChallenge
.
Over de ecoChallenge-score
Remmen
: Geeft het gemiddelde voor zacht en geleidelijk
remmen weer. U verliest punten wanneer u te hard remt.
Snelheid: Geeft uw score voor rijden met de optimale snelheid
voor brandstofbesparing.
Totaal
: Geeft het gemiddelde van de snelheids-, acceleratie- en
remscore weer.
Versnellen
: Geeft het gemiddelde voor rustig en geleidelijk
optrekken weer. U verliest punten wanneer u te snel optrekt.
De ecoChallenge-scores resetten
1
Selecteer Apps > ecoRoute™ > ecoChallenge.
2
Selecteer > Herstel.
Het brandstofverbruik weergeven
1
Selecteer Apps
> ecoRoute™ > Brandstofverbruik
.
2
Selecteer een deel van de grafiek om in te zoomen.
Afstandsrapporten
Het afstandsrapport biedt gegevens over de afstand, de tijd, het
gemiddelde brandstofverbruik en de brandstofkosten van de
route naar een bestemming.
Voor elke route die u rijdt, wordt een afstandsrapport gemaakt.
Als u een route beëindigt op uw toestel, wordt een
afstandsrapport gemaakt voor de afstand die u hebt afgelegd.
Een afstandsrapport bekijken
U kunt opgeslagen afstandsrapporten op het toestel bekijken.
TIP:
U kunt het toestel aansluiten op uw computer en
afstandsrapporten openen in de map Rapporten op het toestel.
1
Selecteer Apps
> ecoRoute™ > Afstandsrapport
.
2
Selecteer een rapport.
ecoRoute informatie herstellen
1
Selecteer Apps
> ecoRoute™ > Voertuigprofiel
.
2
Selecteer
Herstel.
Rijtips
Rijd de maximumsnelheid. Voor de meeste voertuigen geldt
dat een snelheid tussen de 70 en 100 km/h een optimaal
brandstofverbruik oplevert.
Houd een constante snelheid aan.
Pas uw snelheid geleidelijk en consistent aan.
Vermijd stilstaand verkeer en de spits.
Laat uw voet niet op het rempedaal rusten.
Gebruik de cruise control.
Zet uw auto uit in plaats van deze stationair te laten draaien
bij korte stops.
Combineer korte ritten in één langere rit met meerdere stops.
Schakel de airconditioning uit en open de ramen, tenzij u met
hoge snelheid over de snelweg rijdt.
Draai de tankdop goed aan.
Parkeer uw auto in de schaduw of in de garage.
14 De apps gebruiken
Verwijder overtollig gewicht uit de auto. Verwijder overbodige
voorwerpen uit uw voertuig.
Laad geen voorwerpen op het dak. Verwijder imperialen en
verwijderbare rekken wanneer u deze niet gebruikt.
Zorg ervoor dat u de aanbevolen bandenspanning behoudt.
Controleer de bandenspanning regelmatig en voor langere
ritten.
Zorg ervoor dat uw voertuig altijd goed is afgesteld en houd
de door de voertuigfabrikant aanbevolen hoeveelheid
periodieke onderhoudscontroles aan.
Ververs de olie en vervang uw olie- en luchtfilters regelmatig.
Gebruik de brandstofsoort met het laagst aanbevolen
octaangehalte. Gebruik biobrandstoffen waar mogelijk, zoals
E85 en biodiesel.
myGarmin-berichten weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (
Verbinding maken met
Smartphone Link). Deze functie is niet in alle regio's
beschikbaar.
U kunt berichten weergeven die afkomstig zijn van myGarmin,
zoals meldingen voor software- en kaartupdates.
1
Selecteer Apps
> myGarmin™
.
Als u ongelezen berichten hebt, wordt het aantal ongelezen
berichten op het pictogram myGarmin weergegeven.
2
Selecteer het onderwerp van een bericht.
Het volledige bericht wordt weergegeven.
De weersverwachting weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (
Verbinding maken met
Smartphone Link). Deze functie is niet in alle regio's
beschikbaar.
1
Selecteer Apps
> Weer
.
2
Selecteer een dag.
De gedetailleerde weersverwachting voor die dag wordt
weergegeven.
Het weer voor een andere plaats weergeven
1
Selecteer Apps > Weer > Huidige locatie.
2
Selecteer een optie:
Als u het weer voor een favoriete plaats wilt bekijken,
selecteert u de plaats in de lijst.
Als u een favoriete plaats wilt toevoegen, selecteert u
Voeg stad toe
en typt u de naam van de plaats.
De weerradar weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met behulp van Smartphone
Link.
De weerradar is een bewegende weergave met kleurcodes van
de huidige weersomstandigheden. Daarnaast wordt er een
weerpictogram op de kaart weergegeven. Aan het
weerpictogram herkent u de weersomstandigheden in de
omgeving, zoals regen, sneeuw en onweersbuien.
1
Selecteer Apps
> Weer
.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Weerradar.
Weerwaarschuwingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met behulp van Smartphone
Link.
Terwijl u met het toestel onderweg bent, kunnen er
waarschuwingen over het weer op de kaart worden
weergegeven. U kunt ook een kaart met weerwaarschuwingen
weergeven voor uw huidige locatie of een geselecteerde plaats.
1
Selecteer Apps
> Weer
.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Weerwaarschuwingen.
De omstandigheden op de weg controleren
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service
Geavanceerd weer aanschaffen met Smartphone Link.
1
Selecteer Apps
> Weer
.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Wegomstandigheden.
Recente routes en bestemmingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen (
Toestel- en privacyinstellingen)
.
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer
Apps > Waar ik was.
Het toestel aanpassen
Kaart- en voertuiginstellingen
Selecteer
Instellingen >
Kaart en voertuig
.
Voertuig: Hiermee kiest u een pictogram voor het aangeven
van uw positie op de kaart. Ga naar www.garmingarage.com
voor meer pictogrammen.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als
er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartfuncties: Hiermee selecteert u de snelkoppelingen die in
het menu met kaartfuncties worden weergegeven.
Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven (De kaartlagen
aanpassen)
.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP:
Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar
http://buy.garmin.com.
1
Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig
> Mijn Kaarten
.
2
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Als u de pagina met navigatie-instellingen wilt openen,
selecteert u vanuit het hoofdmenu
Instellingen >
Navigatie
.
Berekenmodus: Hiermee stelt u de methode voor
routeberekening in.
Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op
een route wilt vermijden.
Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
Het toestel aanpassen 15
Milieuzones: Hiermee stelt u uw voorkeuren in voor te
vermijden gebieden waarin mileu- of uitstootbeperkingen
gelden die van toepassing zijn op uw voertuig.
Tolwegen: Stel voorkeuren in voor het vermijden van tolwegen.
Tol en kosten: Stel voorkeuren in voor het vermijden van
tolwegen en tolvignetten.
OPMERKING:
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
Beperkte modus: Hiermee schakelt u alle functies van het
navigatiesysteem uit die veel aandacht van de gebruiker
vragen en u tijdens het rijden kunnen afleiden.
GPS Simulator: Hiermee stelt u in dat het toestel geen GPS-
signalen meer ontvangt, waarmee u de batterij spaart.
Een gesimuleerde locatie instellen
Als u zich binnenshuis bevindt en het toestel ontvangt geen
satellietsignalen, kunt u de GPS gebruiken om een
gesimuleerde locatie in te stellen.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie >
GPS Simulator
.
2
Selecteer
Bekijk kaart in het hoofdmenu.
3
Tik twee keer op de kaart om een gebied te selecteren.
Het adres van de locatie wordt onder in het scherm
weergegeven.
4
Selecteer de beschrijving voor de locatie.
5
Selecteer Stel locatie in.
Bluetooth instellingen
Selecteer
Instellingen > Bluetooth.
Bluetooth: Hiermee schakelt u draadloze Bluetooth technologie
in.
Zoek toestellen: Hiermee zoekt u naar nabije Bluetooth
toestellen.
Toestelnaam: Hiermee kunt u een toestelnaam invoeren ter
identificatie van uw toestel op andere toestellen met
draadloze Bluetooth technologie.
Bluetooth uitschakelen
1
Selecteer Instellingen > Bluetooth.
2
Selecteer Bluetooth.
Scherminstellingen
Als u de pagina met scherminstellingen wilt openen, selecteert u
vanuit het hoofdmenu
Instellingen > Scherm.
Kleurmodus: Hiermee stelt u in of het toestel dag- of
nachtkleuren weergeeft. U kunt Auto
selecteren om het
toestel automatisch te laten overschakelen naar dag- of
nachtkleuren op basis van de tijd van de dag.
Helderheid: Hiermee past u de helderheid van de weergave
aan.
Time-out voor scherm: Hiermee kunt u opgeven hoe lang het
moet duren voordat het toestel in de slaapstand wordt gezet.
Schermafdruk: Hiermee maakt u een opname van het
toestelscherm. Schermafbeeldingen worden op het toestel in
de map Screenshot opgeslagen.
Verkeersinstellingen
Selecteer in het hoofdmenu
Instellingen > Verkeersinfo.
Verkeersinfo: Hiermee wordt verkeersinformatie ingeschakeld.
Huidige aanbieder: Hiermee wordt de verkeersinfoprovider
ingesteld voor verkeersinformatie. Met de optie Auto
selecteert u automatisch de beste beschikbare
verkeersinformatie.
Abonnementen: Hiermee worden de huidige
verkeersabonnementen vermeld.
Optimaliseer route: Hiermee kan het toestel automatisch of op
verzoek gebruikmaken van geoptimaliseerde alternatieve
routes (Files op uw route vermijden)
.
Verkeerswaarschuwingen: Hiermee stelt u de ernst van de
vertraging in waarbij het toestel een verkeerswaarschuwing
weergeeft.
trafficTrends™: Hiermee schakelt u de trafficTrends
functie in
.
Instellingen voor eenheden en tijd
Als u de pagina met instellingen voor eenheden en tijd wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu
Instellingen >
Eenheden en tijd.
Huidige tijd: Hiermee stelt u de tijd van het toestel in.
Tijdweergave: Hiermee kunt u een 12-uurs, 24-uurs of UTC-
tijdweergave selecteren.
Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.
Positieweergave: Hiermee stelt u de coördinatennotatie en
datum in voor geografische coördinaten.
De tijd instellen
1
Selecteer de tijd in het hoofdmenu.
2
Selecteer een optie:
Selecteer
Automatisch om de tijd automatisch in te
stellen aan de hand van GPS-informatie.
Sleep de nummers omhoog of omlaag om de tijd
handmatig in te stellen.
Taal- en toetsenbordinstellingen
Als u de pagina met instellingen voor taal en toetsenbord wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu
Instellingen > Taal
en toetsenbord.
Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken
aanwijzingen in.
Taal voor tekst: Hiermee wijzigt u de taal voor alle tekst op het
scherm in de geselecteerde taal.
OPMERKING:
Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de
kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of door de
gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd.
Taal voor toetsenbord: Hiermee schakelt u andere talen voor
het toetsenbord in.
Gevarenzonealarminstellingen
OPMERKING:
Gevarenzonealarmen worden alleen
weergegeven wanneer u eigen nuttige punten (POI's) hebt
geladen.
Selecteer
Instellingen >
Gevarenzonealarm
.
Audio: Hiermee kunt u het type alarm instellen dat klinkt
wanneer u een gevarenzone nadert.
Waarschuwingen: Hiermee stelt u het type gevarenzone in
waarvoor een alarm klinkt.
Toestel- en privacyinstellingen
Als u de toestelinstellingen wilt openen, selecteert u
Instellingen > Toestel.
Over: Hiermee geeft u het versienummer van de software, het
id-nummer van het toestel en informatie over verschillende
andere softwarefuncties weer.
EULA's: Hiermee geeft u de licentieovereenkomsten voor
eindgebruikers weer.
OPMERKING:
U hebt deze gegevens nodig om de
systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens
aan te schaffen.
Positierapportage: Hiermee deelt u uw positiegegevens met
Garmin
om de inhoud te verbeteren.
16 Het toestel aanpassen
Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel informatie
registreren voor de functies myTrends, Waar ik ben geweest
en Reislog.
Wis reisgeschiedenis: Hiermee wordt uw reisgeschiedenis
gewist voor de functies myTrends, Waar ik ben geweest en
Reislog.
De instellingen herstellen
U kunt een bepaalde categorie met instellingen of alle
instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
1
Selecteer
Instellingen.
2
Selecteer indien nodig een instellingencategorie.
3
Selecteer > Herstel.
Toestelinformatie
Toestelonderhoud
KENNISGEVING
Laat uw toestel niet vallen.
Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm
te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.
Stel het toestel niet bloot aan water.
De behuizing schoonmaken
KENNISGEVING
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die
de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
1
Maak de behuizing van het toestel (niet het aanraakscherm)
schoon met een doek die is bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel.
2
Veeg het toestel vervolgens droog.
Het aanraakscherm schoonmaken
1
Gebruik een zachte, schone, pluisvrije doek.
2
Bevochtig de doek zo nodig licht met water.
3
Als u een vochtige doek gebruikt, schakel het toestel dan uit
en koppel het los van de voeding.
4
Veeg het scherm voorzichtig met de doek schoon.
Diefstalpreventie
Om diefstal te voorkomen raden we u aan het toestel en de
bevestiging uit het zicht te verwijderen wanneer u deze niet
gebruikt.
Verwijder de afdruk van de zuignapsteun op de voorruit.
Bewaar het toestel niet in het handschoenenvak.
Registreer uw toestel op http://my.garmin.com.
Het toestel herstellen
U kunt het toestel herstellen als het niet meer reageert.
Houd de aan-uitknop 12 seconden ingedrukt.
Specificaties
Bedrijfstemperatuur-
bereik
-20° tot 55°C (-4° tot 131°F)
Laadtemperatuurbe-
reik
0° tot 45°C (32° tot 113°F)
Ingangsspanning Voertuigvoeding via meegeleverde voertuigvoe-
dingskabel. Netvoeding via een optioneel
accessoire (alleen voor gebruik in huis en op
kantoor).
Batterijduur Maximaal 1 uur, afhankelijk van het gebruik en
de instellingen
Batterijtype Oplaadbare lithium-ion
Appendix
Ondersteuning en updates
Garmin Express
biedt eenvoudige toegang tot deze diensten
voor Garmin toestellen.
Productregistratie
Producthandleidingen
Software-updates
Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect
Kaart- of baanupdates
Voertuigpictogrammen, stemmen en andere extra's
Garmin Express
instellen
1
Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer.
2
Ga naar www.garmin.com/express.
3
Volg de instructies op het scherm.
nüMaps Guarantee
Uw toestel komt mogelijk in aanmerking voor een gratis
kaartupdate binnen 90 dagen nadat u voor het eerst satellieten
hebt gezocht tijdens het rijden. Ga naar www.garmin.com
/numaps
voor de voorwaarden.
Levenslange abonnementen
Sommige modellen bevatten levenslange abonnementen voor
bepaalde functies. Ga voor meer informatie naar
www.garmin.com/lmt
.
LT
: Dit model is inclusief een levenslang abonnement op
verkeersinformatie en een verkeersinformatie-ontvanger.
LM
: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime
abonnement. U
krijgt dan elk kwartaal kaartupdates gedurende de nuttige
levensduur van uw toestel. Ga naar www.garmin.com/us
/maps/numaps_lifetime voor de voorwaarden.
LMT: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime
abonnement,
een levenslang abonnement op verkeersinformatie en een
verkeersinformatie-ontvanger.
LMTHD of LMT-D: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime
abonnement, een levenslang abonnement op digitale
verkeersinformatie en een digitale verkeersinformatie-
ontvanger.
Levenslange kaartupdates activeren
OPMERKING:
Levenslange kaartupdates zijn niet van
toepassing op producten die niet beschikken over vooraf
geladen kaarten.
OPMERKING:
Met levenslange kaartupdates kunt u
kaartupdates voor één compatibel Garmin product ontvangen
als en wanneer dergelijke updates door Garmin beschikbaar
worden gesteld totdat de nuttige levensduur van uw product is
afgelopen of (als dit zich eerder voordoet) totdat Garmin geen
kaartgegevens van de externe leverancier meer ontvangt. Een
toelichting op het begrip "nuttige levensduur" en andere
belangrijke voorwaarden en bepalingen vindt u op
www.garmin.com/numapslifetime.
1
Ga naar www.garmin.com/express.
2
Volg de instructies op het scherm.
Toestelinformatie 17
OPMERKING:
Als u uw toestel registreert, kunt u e-
mailmeldingen ontvangen wanneer er een kaartupdate
beschikbaar is.
Kaarten en software bijwerken met
Garmin Express
Gebruik Garmin Express software om de nieuwste kaart- en
software-updates voor uw toestel te downloaden en installeren.
Kaartupdates bevatten de meest recente kaartgegevens zodat
uw toestel de routes naar uw bestemmingen accuraat en
efficiënt kan blijven berekenen. Garmin Express
is beschikbaar
voor Windows
®
en Mac
®
computers.
1
Ga op de computer naar www.garmin.com/express
.
2
Selecteer een optie:
Als u wilt installeren op een Windows computer, selecteert
u Download voor Windows.
Als u wilt installeren op een Mac computer, selecteert u
Mac-versie.
3
Open het gedownloade bestand en volg de instructies op het
scherm om de installatie te voltooien.
4
Start Garmin Express.
5
Sluit uw Garmin toestel met een USB-kabel aan op de
computer.
De
Garmin Express software detecteert uw toestel.
6
Voer een e-mailadres in voor productregistratie (optioneel).
7
Klik op
sla toestel op.
8
Klik op Controleer op updates.
Er wordt een lijst met beschikbare kaart- en software-updates
weergegeven.
9
Selecteer de updates die u wilt installeren.
10
Klik op
Installeer nu.
De
Garmin Express software downloadt en installeert de
updates op uw toestel. Kaartupdates zijn erg groot en dit proces
kan veel tijd in beslag nemen met een langzame
internetverbinding.
Gegevensbeheer
U kunt bestanden opslaan op uw toestel. In de
geheugenuitsparing van het toestel kan een extra
geheugenkaart worden geplaatst.
OPMERKING:
Het toestel is niet compatibel met Windows 95,
98, ME, Windows NT
®
, en
Mac OS 10.3 en ouder.
Bestandstypen
Het toestel biedt ondersteuning voor de volgende
bestandstypen.
Kaarten en GPX-waypointbestanden van myGarmin
kaartsoftware, waaronder MapSource
®
,
BaseCamp
en
HomePort
(Eigen nuttige punten).
GPI-bestanden met eigen nuttige punten van Garmin POI
Loader (POI Loader installeren).
Informatie over geheugenkaarten
Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. U kunt
ook geheugenkaarten met vooraf geladen kaarten van Garmin
aanschaffen (www.garmin.com). U kunt op de geheugenkaarten
behalve kaarten en kaartgegevens ook afbeeldingsbestanden,
geocaches, routes, waypoints en eigen nuttige punten opslaan.
Een geheugenkaart installeren
Het toestel biedt ondersteuning voor microSD
en microSDHC-
geheugenkaarten.
1
Plaats een geheugenkaart in de uitsparing op het toestel.
2
Druk op de kaart totdat deze vastklikt.
Het toestel aansluiten op uw computer
Sluit het toestel aan op uw computer via een USB-kabel.
1
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op
het toestel.
2
Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een USB-
poort op uw computer.
Er verschijnt een afbeelding van uw toestel dat op een
computer is aangesloten op het scherm van het toestel.
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als
draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar
volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.
Gegevens van uw computer overzetten
1
Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten
op uw computer).
Het toestel wordt op uw computer weergegeven als
draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar
volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem.
2
Open de bestandsbrowser op de computer.
3
Selecteer een bestand.
4
Selecteer Bewerken
> Kopiëren
.
5
Blader naar een map op het toestel.
OPMERKING:
Plaats geen computerbestanden in de Garmin
map op verwisselbare stations en volumes.
6
Selecteer Bewerken > Plakken.
De USB-kabel loskoppelen
Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows
-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
18 Appendix
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
Op
Windows-computers: Selecteer het pictogram
Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
Op
Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de
prullenbak.
2
Koppel de kabel los van uw computer.
GPS-signaalstatus weergeven
Houd
drie seconden ingedrukt.
Voedingskabels
Uw toestel kan op diverse manieren van stroom worden
voorzien.
Voertuigvoedingskabel
USB-kabel
Netadapter (optionele accessoire)
Het toestel opladen
OPMERKING:
Dit Klasse III-product dient van stroom te worden
voorzien door een LPS-voedingsbron (Limited Power Supply).
U kunt de batterij in het toestel op een van de volgende
manieren opladen.
Sluit het toestel aan op de voertuigvoedingskabel.
Sluit het toestel aan op een computer met een USB-kabel.
Het toestel wordt mogelijk langzaam opgeladen als het is
aangesloten op een computer. Sommige draagbare
computers laden het toestel mogelijk niet op.
Sluit het toestel aan op een optionele voedingsadapter, zoals
een netspanningsadapter.
U kunt een goedgekeurde Garmin netspanningsadapter voor
gebruik in huis en op kantoor aanschaffen bij een Garmin
dealer of op www.garmin.com.
De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen
KENNISGEVING
Bij het vervangen van zekeringen moet u ervoor zorgen dat u
geen onderdeeltjes verliest en dat u deze op de juiste plek
terugplaatst. De voertuigvoedingskabel werkt alleen als deze op
juiste wijze is samengesteld.
Als het toestel in het voertuig is aangesloten maar niet kan
worden opgeladen, moet u mogelijk de zekering aan het
uiteinde van de voertuigadapter vervangen.
1
Draai de dop
À
90 graden naar links om deze los te maken.
TIP:
U dient wellicht een munt te gebruiken om de dop te
verwijderen.
2
Verwijder de dop, het zilverkleurige pinnetje
Á
en de
zekering
Â
.
3
Plaats een nieuwe snelle zekering met hetzelfde voltage,
zoals 1 A of 2 A.
4
Zorg dat het zilverkleurige pinnetje in de dop zit.
5
Plaats de dop terug en draai de dop 90 graden naar rechts
om deze te bevestigen op de voertuigvoedingskabel
Ã
.
Bevestigen op het dashboard
KENNISGEVING
De permanente plakstrip is zeer moeilijk te verwijderen nadat
deze is geïnstalleerd.
U kunt een optionele montageschijf gebruiken om het toestel op
het dashboard te monteren en zo aan de regelgeving in
bepaalde landen te voldoen. Zie www.garmin.com voor meer
informatie.
1
Reinig en droog de plaats op het dashboard waar u de schijf
wilt plaatsen.
2
Verwijder de beschermfolie van de plaklaag aan de
achterkant van de schijf.
3
Plaats de schijf op het dashboard.
4
Verwijder de doorzichtige plastic laag van de bovenkant van
de schijf.
5
Plaats de zuignapsteun op de schijf.
6
Duw de hendel naar beneden (in de richting van de schijf).
Het toestel, de steun en de zuignap
verwijderen
Het toestel van de steun verwijderen
1
Druk op de ontgrendelingsknop op de steun.
2
Kantel het toestel naar voren.
De steun van de zuignap verwijderen
1
Draai de steun naar rechts of links.
2
Blijf kracht uitoefenen tot de steun los komt van de bal aan
de zuignap.
De zuignap van de voorruit halen
1
Kantel de hendel op de zuignap naar u toe.
2
Trek het lipje van de zuignap naar u toe.
Extra kaarten kopen
1
Ga naar de productpagina van uw toestel op
(www.garmin.com).
2
Klik op het tabblad Kaarten.
3
Volg de instructies op het scherm.
Accessoires aanschaffen
Ga naar
http://buy.garmin.com.
Problemen oplossen
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten
1
Reinig de zuignap en de voorruit met schoonmaakalcohol.
2
Droog af met een schone, droge doek.
3
Bevestig de zuignap (Het toestel aansluiten op
voertuigvoeding)
.
Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen.
Controleer of de GPS-simulator is uitgeschakeld (Navigatie-
instellingen)
.
Neem uw toestel mee naar een open plek, buiten
parkeergarages en uit de buurt van hoge gebouwen en
bomen.
Blijf enkele minuten stilstaan.
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto
Controleer de zekering in de voertuigvoedingskabel (De
zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen).
Problemen oplossen 19
Het voertuig moet zijn ingeschakeld om stroom aan de
stroomvoorziening te kunnen leveren.
Controleer of de binnentemperatuur van het voertuig binnen
het in de specificaties vermelde laadtemperatuurbereik ligt.
Controleer of de zekering van de voertuigvoeding niet kapot
is.
De batterij blijft niet erg lang opgeladen
Verminder de helderheid van het scherm
(Scherminstellingen)
.
Verkort de time-out voor het scherm (Scherminstellingen)
.
Verlaag het volume (Het volume regelen).
Schakel
Bluetooth draadloze technologie uit (
Bluetooth
uitschakelen)
.
Zet het toestel in de slaapstand als het niet wordt gebruikt
(De slaapstand inschakelen en uitschakelen).
Stel uw toestel niet bloot aan sterke
temperatuurschommelingen.
Laat het toestel niet in direct zonlicht liggen.
Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar
station op mijn computer
Op de meeste
Windows-computers maakt het toestel verbinding
via het Media Transfer Protocol (MTP). In de MTP-modus wordt
het toestel weergegeven als draagbaar toestel, en niet als een
verwisselbaar station. De MTP-modus wordt ondersteund door
Windows 7, Windows Vista
®
en
Windows XP Service Pack 3 met
Windows Media Player 10.
Het toestel verschijnt niet als draagbaar
toestel op mijn computer
Op
Mac-computers en sommige Windows-computers wordt het
toestel verbonden via de USB-massaopslagmodus. In de USB-
massaopslagmodus wordt het toestel weergegeven als een
verwisselbaar station of volume, en niet als een draagbaar
toestel. Windows versies ouder dan Windows XP Service Pack
3 maken gebruik van de USB-massaopslagmodus.
Het toestel verschijnt niet als een draagbaar
toestel of als een verwisselbaar station of
volume op mijn computer
1
Koppel de USB-kabel los van de computer.
2
Schakel het toestel uit.
3
Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van uw computer
en op het toestel.
TIP:
Uw toestel moet rechtstreeks op een USB-poort van uw
computer worden aangesloten, en niet op een USB-hub.
Het toestel wordt automatisch ingeschakeld en schakelt over
naar de MTP-modus of de USB-massaopslagmodus.
Vervolgens verschijnt er een afbeelding van het toestel dat op
een computer is aangesloten op het scherm van het toestel.
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het
toestel
Selecteer Instellingen >
Bluetooth
.
Het veld
Bluetooth moet zijn ingesteld op Ingeschakeld.
Schakel draadloze Bluetooth technologie op uw telefoon in
en houd uw telefoon op minder dan 10 meter (33 ft.) afstand
van het toestel.
Ga naar www.garmin.com/bluetooth
voor meer informatie.
20 Problemen oplossen
Index
Symbolen
2D-kaartweergave 
10
3D-kaartweergave 
10
A
aan-uitknop 
1
aanraakscherm schoonmaken 17
aanwijzingen 
3
abonnementen
Garmin Live Services 
13
nüMaps Lifetime 
17
verkeer
17
accessoires 
19
adressen, zoeken 
7
afstandsrapporten 
14
audio, gevarenzones 
16
automatisch volume, inschakelen 
1
B
batterij
maximaliseren 
20
opladen 
1
, 19
problemen 
20
bellen 
12
beperkingen, voertuig 
2
bestanden
ondersteunde typen 
18
overbrengen 
18
bestemmingen.
Zie
locaties
bewerken, opgeslagen reizen 4
bijwerken
kaarten
18
software
18
Bluetooth technologie 
12
, 20
inschakelen 
12
instellingen 
16
uitschakelen 
16
verbinding met toestel verbreken 
12
brandstof
prijzen 
14
stations
8
brandstofprijs, wijzigen 
14
brandstofverbruik. 
14
Zie ook ecoRoute
brandstofverbruik kalibreren 
14
breedtegraad en lengtegraad 
7
C
camera's, veiligheid 
10
camper, profielen 
2
centra 
6
computer
aansluiten 
20
verbinden 
18
coördinaten 
7
D
dashboardsteun 
19
dempen, audio 
12
diefstal, vermijden 
17
diensten zoeken, verderop
9
E
ecoChallenge 
14
ecoChallenge-score 
14
resetten
14
ecoRoute 
14
afstandsrapport 
14
afstandsrapporten 
14
brandstofverbruik kalibreren 
14
ecoChallenge-score 
14
voertuigprofiel 
14
een route aanpassen 
3
eigen nuttige punten 
7
EULA's 16
extra, kaart
9
extra's, eigen nuttige punten 
7
F
flitspaalinformatie, abonnementen 
10
Foursquare
7
G
Garmin Express
17
software bijwerken 
17
, 18
toestel registreren 
17
Garmin Live Services 
13
abonneren 
13
geavanceerde rijbaanassistentie 
3
geheugenkaart 
18
geocaching 
7
gesimuleerde locaties 
16
gevarenzonealarmen, instellingen 
16
GPS
1
, 19
H
helderheid 
2
help. 
13
Zie ook productondersteuning
herstellen
reisgegevens 
9
toestel
17
het toestel schoonmaken 
17
hoogteprofiel 
10
huidige locatie 
8
I
id-nummer 
16
instellingen 
15
, 16
instellingen herstellen 
17
K
kaart, extra
9
kaarten
4
, 9, 15
bijwerken 
17
, 18
detailniveau 
15
gegevensveld 
2
, 9, 10
kopen 
19
lagen 
10
levenslang 
17
nüMaps Guarantee 
17
nüMaps Lifetime 
17
routes weergeven 
2
, 3
symbolen 
2
thema
15
kaartlagen, aanpassen 
10
kaartweergave
2D
10
3D
10
kabels, voeding 
19
koppelen 
12
telefoon 
12
, 20
verbinding verbreken 
12
kruispunten, zoeken
7
L
levenslange kaartupdates 
17
lijst met afslagen 
3
locaties 
7
, 15
bellen 
12
centra
6
gesimuleerd 
16
huidige 
8
opslaan 
8
recent gevonden 
7
thuis instellen 
8
zoeken naar 
6
, 7
locaties zoeken. 
6
, 7
Zie ook locaties
adressen 
7
categorieën 
6
coördinaten 
7
kruispunten 
7
steden
7
M
microSD-kaart, installeren 
18
myGarmin, berichten 
15
myTrends, routes
5
N
naar huis 
2
, 8
navigatie 
2
, 6
instellingen 
15
offroad
6
routes vooraf bekijken 
4
nooddiensten 
8
nüMaps Guarantee 
17
nüMaps Lifetime 
17
nuttige punt, eigen 
7
nuttige punten 
6
, 7
centra
6
eigen 
7
extra's
7
POI Loader
7
O
offroad-navigatie 
6
omwegen 
3
onderhoud van uw toestel 
17
opgeslagen locaties 
4
bewerken 
8
categorieën 
8
verwijderen 
8
oproepen 
12
, 13
beantwoorden 
12
bellen 
12
contactpersonen 
12
geschiedenis 
12
plaatsen 
12
thuis
13
uitschakelen 
13
oproepen beantwoorden 
12
opslaan, huidige locatie 
8
P
parkeerplaats, vorige parkeerplaats 8
pictogrammen
statusbalk
1
voertuig 
10
POI Loader
7
problemen oplossen 
19
, 20
productondersteuning 
13
productregistratie 
17
profielen, camper
2
R
rapporten, afstand
14
recent gevonden locaties 
7
reisgeschiedenis 
16
reisinformatie 
9
herstellen 
9
weergeven 
9
reislog, weergeven 
9
reisplanner 
4
een reis bewerken 
4
routepunten 
4
routebeschrijvingen 
3
routes
2
aanpassen 
3
bekijken 
4
berekenen 
3
berekenmodus 
4
myTrends
5
punt toevoegen 
3
, 4
starten
2
, 4
stoppen 
3
suggesties 
5
weergeven op de kaart 
2
, 3
S
satellietsignalen
ontvangen 
1
weergeven 
19
scherm, helderheid 
2
schermafbeeldingen 
16
scherminstellingen 
16
schermknoppen 
1
slaapstand 
1
Smartphone Link 
13
Garmin Live Services 
13
Index 21
oproepen uitschakelen 
13
verbinden 
13
Snel zoeken 
6
snelkoppelingen
toevoegen 
8
verwijderen 
8
software
bijwerken 
17
, 18
versie 16
specificaties 
17
spraakbesturing 
12
Spraakbesturing 
12
tips
12
spraakherkenning 
11
spraakopdracht 
11
activeerzin 
11
activeren 
11
navigeren met 
11
tips voor gebruik 
11
steun, verwijderen 
19
steun verwijderen 
19
T
taal
spraak
16
toetsenbord 
16
te vermijden 
5
gebied 
5
tolgebieden 
5
verwijderen 
5
weg
5
wegkenmerken 
5
te vermijden punt, uitschakelen 
5
telefoon
koppelen 
12
, 20
verbinding verbreken 
12
telefoonboek 
12
telefoongesprekken 
12
beantwoorden 
12
, 13
bellen 
13
dempen 
13
spraakgestuurd kiezen 
13
thuis
bellen 
13
gaan 
2
, 8
locatie bewerken 
2
, 8
locaties instellen 
8
telefoonnummer 
13
tijdinstellingen 
16
toestel aanpassen 
15
toestel bevestigen
auto
1
dashboard 19
van steun verwijderen 
19
zuignap 
1
, 19
toestel opladen 
1
, 19
toestel registreren 
17
toestel schoonmaken 
17
toestel-id 
16
toetsenbord
indeling 
16
taal
16
tolgebieden, vermijden 
5
U
USB, loskoppelen 
18
V
verbinding verbreken, toestel Bluetooth 12
verderop
aanpassen 
9
diensten zoeken 
9
verkeer
9
–11
abonnement activeren 
11
abonnementen toevoegen 
11
alternatieve route 
5
camera's
14
kaart
9
levenslange abonnementen 
17
ontvanger 
11
problemen 
10
zoeken naar vertragingen 
10
verkeerscamera's 
14
weergeven 
14
verkeersinformatie 
16
verwijderen
gekoppeld Bluetooth toestel 
12
reizen 
4
voedingskabels 
19
voertuig 
1
zekering vervangen 
19
voertuigpictogram 
10
voertuigprofiel 
14
camper
2
voertuigvoedingskabel 
1
volgende afslag 
2
volume, aanpassen 
1
W
Waar ben ik?
8
weer
15
radar
15
wegomstandigheden 
15
wegomstandigheden, weer
15
Z
zekering, wijzigen 
19
zoekbalk 
6
zoekgebied wijzigen 
6
zuignap 
19
22 Index
www.garmin.com/support
+43 (0) 820 220230 + 32 2 672 52 54
0800 770 4960 1-866-429-9296
+385 1 5508 272
+385 1 5508 271
+420 221 985466
+420 221 985465
+ 45 4810 5050 + 358 9 6937 9758
+ 331 55 69 33 99 + 39 02 36 699699
(+52) 001-855-792-7671 0800 0233937
+47 815 69 555
00800 4412 454
+44 2380 662 915
(+35) 1214 447 460 +386 4 27 92 500
0861 GARMIN (427 646)
+27 (0)11 251 9999
+34 93 275 44 97
+ 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2
0808 238 0000
+44 (0) 870 8501242
+49 (0)180 6 427646
20 ct./Anruf. a. d.
deutschen Festnetz,
Mobilfunk max. 60 ct./Anruf
913-397-8200
1-800-800-1020
© 2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen

Documenttranscriptie

Camper 660 Gebruikershandleiding Mei 2015 Gedrukt in Taiwan 190-01915-35_0A Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product. Garmin en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin. ® ecoRoute™, myGarmin™, myTrends™, trafficTrends™, nüMaps Guarantee™ en nüMaps Lifetime™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin. Het merk en de logo's van Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze naam door Garmin is een licentie verkregen. microSD™ en het microSDHC logo zijn handelsmerken van SD-3C, LLC. Windows , Windows Vista en Windows XP zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en andere landen. Mac is een handelsmerk van Apple Inc. ACSI™ is een handelsmerk van Auto Camper Service International Holding B.V. HD Radio™ en het HD logo zijn een handelsmerk van iBiquity Digital Corporation. De HD Radio technologie is geproduceerd onder licentie van iBiquity Digital Corporation. Amerikaanse en internationale patenten. Overige handelsmerken en merknamen zijn het eigendom van hun respectieve eigenaars. ® ® ® ® ® Inhoudsopgave Aan de slag..................................................................... 1 Het toestel aansluiten op voertuigvoeding .................................. 1 GPS-signalen ontvangen ............................................................ 1 Statusbalkpictogrammen ............................................................ 1 Werken met de knoppen op het scherm ..................................... 1 De slaapstand inschakelen en uitschakelen ............................... 1 Het toestel uitschakelen ......................................................... 1 Het volume regelen ..................................................................... 1 Automatisch volume inschakelen ........................................... 1 De helderheid van het scherm aanpassen ................................. 2 Voertuigprofielen............................................................ 2 Een voertuigprofiel toevoegen .................................................... 2 Een voertuigprofiel activeren ...................................................... 2 Een voertuigprofiel bewerken ..................................................... 2 Navigeren naar uw bestemming................................... 2 Routes ........................................................................................ 2 Een route starten ........................................................................ 2 Naar huis navigeren ............................................................... 2 Uw route op de kaart .................................................................. 2 Geavanceerde rijbaanassistentie .......................................... 3 Een lijst met afslagen weergeven .......................................... 3 De gehele route op de kaart weergeven ................................ 3 Een locatie aan uw route toevoegen .......................................... 3 Uw route aanpassen ................................................................... 3 Een omweg maken ..................................................................... 3 De route stoppen ........................................................................ 3 De routeberekeningsmodus wijzigen .......................................... 3 Een route starten op de kaart ..................................................... 4 Meerdere routes vooraf bekijken ................................................ 4 Reisplanner ................................................................................. 4 Een reis plannen .................................................................... 4 Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis ................. 4 De volgorde van tussenstops in een reis optimaliseren ........ 4 Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen ....... 4 Uw actieve route wijzigen en opslaan .................................... 4 Routeopties wijzigen .............................................................. 4 Vertrektijd en verblijfsduur plannen ....................................... 4 Routesuggesties gebruiken ........................................................ 5 Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden .................... 5 Files op uw route vermijden ................................................... 5 Tolwegen vermijden ............................................................... 5 Tolvignetten vermijden ........................................................... 5 Punten vermijden op de route ................................................ 5 Milieuzones vermijden ........................................................... 5 Aangepast vermijden ............................................................. 5 Offroad navigeren ....................................................................... 6 Locaties zoeken.............................................................. 6 Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk ....................... 6 Het zoekgebied wijzigen ............................................................. 6 Nuttige punten ............................................................................ 6 Een locatie zoeken op categorie ............................................ 6 Zoeken binnen een categorie ................................................ 6 Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie ................ 6 ACSI™ kampeerplaatsen zoeken .......................................... 7 Foursquare® .......................................................................... 7 Eigen nuttige punten .............................................................. 7 Zoekfuncties ............................................................................... 7 Een adres zoeken .................................................................. 7 Een kruispunt zoeken ............................................................ 7 Een stad zoeken .................................................................... 7 Een locatie zoeken met behulp van coördinaten ................... 7 Zoeken naar recent gevonden bestemmingen ........................... 7 De lijst met recent gevonden locaties wissen ........................ 7 Inhoudsopgave Uw vorige parkeerplaats vinden ................................................. 8 De huidige locatiegegevens weergeven ..................................... 8 Nooddiensten en tankstations vinden .................................... 8 Routebeschrijving naar uw huidige locatie ............................ 8 Een snelkoppeling toevoegen .................................................... 8 Een snelkoppeling verwijderen .............................................. 8 Locaties opslaan ......................................................................... 8 Een locatie opslaan ................................................................ 8 Uw huidige locatie opslaan .................................................... 8 Een thuislocatie opslaan ........................................................ 8 Een opgeslagen locatie bewerken ......................................... 8 Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen .............. 8 Een opgeslagen locatie verwijderen ...................................... 8 De kaart gebruiken ......................................................... 9 Kaartfuncties ............................................................................... 9 Een kaartfunctie weergeven .................................................. 9 Kaartfuncties inschakelen ...................................................... 9 Verderop ..................................................................................... 9 Nuttige punten verderop zoeken ............................................ 9 De categorieën verderop aanpassen ..................................... 9 Reisinformatie ............................................................................. 9 Reisgegevens op de kaart weergeven .................................. 9 De pagina met reisinformatie weergeven .............................. 9 Het reislog weergeven ........................................................... 9 Reisinformatie herstellen ....................................................... 9 Verkeersproblemen op uw route weergeven .............................. 9 Verkeersinformatie op de kaart weergeven ........................... 9 Verkeersproblemen zoeken ................................................. 10 Naderende hoogtewijzigingen weergeven ................................ 10 Flitspaalinformatie ..................................................................... 10 De kaart aanpassen .................................................................. 10 Het voertuig aanpassen ....................................................... 10 De kaartlagen aanpassen .................................................... 10 Het kaartgegevensveld aanpassen ..................................... 10 Het kaartperspectief wijzigen ............................................... 10 Verkeersinformatie ....................................................... 10 Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger ................................................... 11 Verkeersinformatie ontvangen met behulp van Smartphone Link ........................................................................................... 11 Informatie over verkeersabonnementen ................................... 11 Abonnement activeren ......................................................... 11 Verkeersabonnementen weergeven .................................... 11 Een abonnement toevoegen ................................................ 11 Verkeersinformatie inschakelen ................................................ 11 Spraakopdrachten........................................................ 11 De activeerzin instellen ............................................................. 11 Spraakopdrachten activeren ..................................................... 11 Tips voor spraakopdrachten ..................................................... 11 Een route starten met een spraakopdracht .............................. 11 Instructies dempen ................................................................... 12 Spraakbesturing ........................................................................ 12 Spraakbesturing configureren .............................................. 12 Spraakbesturing gebruiken .................................................. 12 Voice Control Tips ................................................................ 12 Handsfree bellen.......................................................... 12 Uw telefoon koppelen ............................................................... 12 Draadloze Bluetooth technologie inschakelen ..................... 12 Tips na het koppelen van de toestellen ............................... 12 Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken ................. 12 Een gekoppelde telefoon verwijderen .................................. 12 Telefoneren ............................................................................... 12 Een nummer kiezen ............................................................. 12 Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen ................... 12 Een locatie bellen ................................................................. 12 i Een oproep ontvangen ............................................................. 12 De oproepinfo gebruiken .......................................................... 12 De gespreksopties gebruiken ................................................... 13 Een telefoonnummer thuis opslaan .......................................... 13 Naar huis bellen ................................................................... 13 De apps gebruiken....................................................... 13 Help gebruiken ..........................................................................13 Help-onderwerpen zoeken ................................................... 13 Smartphone Link ....................................................................... 13 Smartphone Link downloaden ............................................. 13 Verbinding maken met Smartphone Link ............................. 13 Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden ...... 13 Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met Smartphone Link .................................................................. 13 Garmin Live Services ................................................................ 13 Een abonnement nemen op Garmin Live Services ............. 13 Over verkeerscamera's ........................................................ 14 Over ecoRoute .......................................................................... 14 Het voertuigprofiel instellen .................................................. 14 De brandstofprijs wijzigen .................................................... 14 Het brandstofverbruik kalibreren .......................................... 14 ecoChallenge ....................................................................... 14 Het brandstofverbruik weergeven ........................................ 14 Afstandsrapporten ................................................................ 14 ecoRoute informatie herstellen ............................................ 14 Rijtips ................................................................................... 14 myGarmin-berichten weergeven ............................................... 15 De weersverwachting weergeven ............................................. 15 Het weer voor een andere plaats weergeven ...................... 15 De weerradar weergeven ..................................................... 15 Weerwaarschuwingen weergeven ....................................... 15 De omstandigheden op de weg controleren ........................ 15 Recente routes en bestemmingen weergeven ......................... 15 Gegevens van uw computer overzetten .............................. 18 GPS-signaalstatus weergeven ................................................. 19 Voedingskabels ........................................................................ 19 Het toestel opladen .............................................................. 19 De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen .......... 19 Bevestigen op het dashboard ................................................... 19 Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen ...................... 19 Het toestel van de steun verwijderen ................................... 19 De steun van de zuignap verwijderen .................................. 19 De zuignap van de voorruit halen ........................................ 19 Extra kaarten kopen .................................................................. 19 Accessoires aanschaffen .......................................................... 19 Problemen oplossen.................................................... 19 De zuignap blijft niet op de voorruit zitten ................................. 19 Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen. ............................ 19 Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto ........................... 19 De batterij blijft niet erg lang opgeladen ................................... 20 Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn computer ................................................................................... 20 Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn computer ................................................................................... 20 Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een verwisselbaar station of volume op mijn computer ................... 20 Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel .................... 20 Index.............................................................................. 21 Het toestel aanpassen ................................................. 15 Kaart- en voertuiginstellingen ................................................... 15 Kaarten inschakelen ............................................................ 15 Navigatie-instellingen ................................................................ 15 Een gesimuleerde locatie instellen ...................................... 16 Bluetooth instellingen ............................................................... 16 Bluetooth uitschakelen ......................................................... 16 Scherminstellingen ................................................................... 16 Verkeersinstellingen ................................................................. 16 Instellingen voor eenheden en tijd ............................................ 16 De tijd instellen ..................................................................... 16 Taal- en toetsenbordinstellingen .............................................. 16 Gevarenzonealarminstellingen ................................................. 16 Toestel- en privacyinstellingen ................................................. 16 De instellingen herstellen ......................................................... 17 Toestelinformatie......................................................... 17 Toestelonderhoud ..................................................................... 17 De behuizing schoonmaken ................................................ 17 Het aanraakscherm schoonmaken ...................................... 17 Diefstalpreventie .................................................................. 17 Het toestel herstellen ................................................................ 17 Specificaties .............................................................................. 17 Appendix....................................................................... 17 Ondersteuning en updates ....................................................... 17 Garmin Express instellen ..................................................... 17 nüMaps Guarantee™ ........................................................... 17 Levenslange abonnementen ............................................... 17 Kaarten en software bijwerken met Garmin Express ........... 18 Gegevensbeheer ...................................................................... 18 Bestandstypen ..................................................................... 18 Informatie over geheugenkaarten ........................................ 18 Het toestel aansluiten op uw computer ................................ 18 ii Inhoudsopgave Aan de slag WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. • Update de kaarten en software op uw toestel. • Installeer het toestel in uw voertuig en sluit het aan op de voeding (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding). • Zorg dat u GPS-signalen ontvangt (GPS-signalen ontvangen). • Pas het volume (Het volume regelen) en de helderheid aan (De helderheid van het scherm aanpassen). • Stel een voertuigprofiel voor uw camper in (Een voertuigprofiel toevoegen). • Navigeer naar uw bestemming (Een route starten). Het toestel aansluiten op voertuigvoeding WAARSCHUWING Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren. Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op te laden. 1 Steek de voertuigvoedingskabel À in de USB-poort op het toestel. selecteren om instellingen aan te passen of verdere informatie weer te geven. GPS-signaalstatus Status Bluetooth (wordt weergegeven als Bluetooth is ingeschakeld) ® Voertuigprofielindicator Huidige tijd Batterijstatus Verbonden met Smartphone Link Temperatuur Ongelezen myGarmin™ berichten Werken met de knoppen op het scherm • Selecteer om terug te keren naar het vorige menuscherm. • Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het hoofdmenu. • Selecteer of voor meer keuzes. • Houd of ingedrukt om sneller te bladeren. • Selecteer om het menu met de opties voor het huidige scherm weer te geven. De slaapstand inschakelen en uitschakelen U kunt de slaapstand gebruiken om te voorkomen dat de batterij leeg raakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. In de slaapstand verbruikt uw toestel zeer weinig stroom en kunt u het snel activeren voor gebruik. TIP: Laad uw toestel sneller op door het in de slaapmodus te zetten tijdens het opladen van de batterij. Druk op de aan-uitknop À. 2 Druk de steun Á op de zuignap  totdat de steun vastklikt. 3 Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel à naar achteren, naar de voorruit toe. 4 Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de achterzijde van het toestel. 5 Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een klik hoort. 6 Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een stroomvoorziening in uw auto. GPS-signalen ontvangen Als u wilt navigeren met het toestel, moet u satellieten zoeken. op de statusbalk geeft de signaalsterkte van de satelliet weer. Het zoeken naar satellieten kan enkele minuten duren. 1 Het toestel inschakelen. 2 Wacht terwijl het toestel satellieten zoekt. 3 Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge gebouwen en bomen. Statusbalkpictogrammen De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u Aan de slag Het toestel uitschakelen 1 Houd de aan-uitknop ingedrukt tot er een melding op het scherm verschijnt. De melding verschijnt na vijf seconden. Als u de aan-uitknop loslaat voordat de melding verschijnt, schakelt het toestel over naar de slaapmodus. 2 Selecteer Uit. Het volume regelen 1 Selecteer Volume. 2 Selecteer een optie: • Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen. • Selecteer om het geluid te dempen. • Selecteer voor extra opties. Automatisch volume inschakelen Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op basis van achtergrondgeluiden. 1 Selecteer Volume > . 2 Selecteer Automatisch volume. 1 De helderheid van het scherm aanpassen • Als u de naam van een voertuigprofiel wilt wijzigen, selecteert u > > Wijzig profielnaam. • Als u het voertuigprofiel wilt verwijderen, selecteert u > Wis. 1 Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid. 2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen. Voertuigprofielen WAARSCHUWING Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de wegomstandigheden tijdens het rijden. De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van uw voertuigprofiel. Het geactiveerde voertuigprofiel wordt aangegeven door een pictogram op de statusbalk. De navigatieen kaartinstellingen op uw toestel kunnen per voertuigtype afzonderlijk worden aangepast. Wanneer u een camperprofiel activeert, worden verboden of onbegaanbare gebieden in routes vermeden op basis van de afmetingen, het gewicht en andere kenmerken van het voertuig die u hebt ingevoerd. Een voertuigprofiel toevoegen U moet een voertuigprofiel toevoegen voor elke camper waarvoor u uw Camper 660 toestel gebruikt. 1 Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel > . 2 Selecteer een optie: • Als u een motorhome met een vaste camper wilt toevoegen, selecteert u Motorhome. • Als u een camper wilt toevoegen die met een standaardkoppeling achter een voertuig wordt getrokken, selecteert u Trailer. • Als u een camper wilt toevoegen die met een opleggerkoppeling achter een vrachtwagen wordt getrokken, selecteert u Vijfde wiel. 3 Volg de instructies op het scherm om de voertuigkenmerken in te voeren. Nadat u een voertuigprofiel hebt toegevoegd, kunt u het profiel bewerken en aanvullende gegevens invoeren, zoals het voertuigidentificatienummer of het trailernummer (Een voertuigprofiel bewerken). Een voertuigprofiel activeren Voordat u een voertuigprofiel kunt activeren, moet u het profiel eerst toevoegen (Een voertuigprofiel toevoegen). 1 Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel. 2 Selecteer een voertuigprofiel. De informatie over het voertuigprofiel wordt weergegeven, inclusief de afmetingen en het gewicht. 3 Selecteer Select.. Een voertuigprofiel bewerken U kunt de algemene informatie wijzigen in een voertuigprofiel of u kunt gedetailleerde informatie, zoals de maximumsnelheid, toevoegen aan een voertuigprofiel. 1 Selecteer Instellingen > Voertuigprofiel. 2 Selecteer het voertuigprofiel dat u wilt wijzigen. 3 Selecteer een optie: • Als u de voertuigprofielgegevens wilt wijzigen, selecteert u en vervolgens het te wijzigen veld. 2 > Navigeren naar uw bestemming Routes Een route is het traject vanaf uw huidige locatie naar een bestemming. Een route kan meerdere locaties of tussenstops bevatten op weg naar de bestemming (Een locatie aan uw route toevoegen). Het toestel berekent de route naar uw bestemming op basis van de voorkeuren die u kiest in de navigatieinstellingen, zoals de routeberekeningsmodus (De routeberekeningsmodus wijzigen) en te vermijden wegen (Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden). Het toestel kan ook wegen vermijden die niet passen bij het actieve voertuigprofiel (Voertuigprofielen). Een route starten 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer Voer zoekopdracht in, voer een zoekterm in en selecteer (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk). TIP: U kunt ook locaties zoeken op basis van categorieën, met behulp van zoekfuncties of op andere manieren (Locaties zoeken). 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer Ga!. Het toestel berekent een route naar de locatie en leidt u naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart (Uw route op de kaart). Als u op extra locaties moet stoppen, kunt u deze locaties aan uw route toevoegen (Een locatie aan uw route toevoegen). U kunt ook de loop van de route aanpassen (Uw route aanpassen). Naar huis navigeren Selecteer Waarheen? > Naar huis. De gegevens van uw thuislocatie bewerken Selecteer Waarheen? > Opgeslagen > Thuis. Selecteer . Selecteer > Bewerk. Voer uw wijzigingen in. Selecteer OK. 1 2 3 4 5 Uw route op de kaart KENNISGEVING Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan van toepassing zijnde verkeersregels en verkeersborden. ® Het toestel leidt u tijdens uw reis naar uw bestemming met gesproken aanwijzingen en informatie op de kaart. Voertuigprofielen 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer Ga!. 5 Selecteer een optie: Boven aan de kaart worden instructies weergegeven om de volgende afslag of afrit te nemen of een andere handeling uit te voeren. Het symbool À geeft aan welke handeling u moet uitvoeren en, indien beschikbaar, op welke rijbaan of rijbanen u moet rijden. Het toestel geeft ook de afstand tot de volgende handeling weer Á, evenals de naam van de straat of afrit waarop die handeling betrekking heeft Â. Een gekleurde lijn à geeft de loop van uw route op de kaart aan. Pijlen op de kaart Ä geven aanstaande afslagen aan. Wanneer u uw bestemming nadert, geeft een geruite vlag de plaats van bestemming aan. Onder aan de kaart worden uw rijsnelheid Å, de weg waarop u rijdt Æ en uw geschatte aankomsttijd Ç weergegeven. U kunt het gegevensveld voor de aankomsttijd aanpassen om andere gegevens weer te geven (Het kaartgegevensveld aanpassen). Als u op een hoofdweg rijdt, kan bijvoorbeeld de maximumsnelheid in een gegevensveld worden weergegeven. Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. Geavanceerde rijbaanassistentie Wanneer u tijdens het navigeren een afslag nadert, wordt een gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven naast de kaart (indien beschikbaar). Een gekleurde lijn À geeft de juiste rijbaan voor de afslag aan. Een lijst met afslagen weergeven Als u een route aflegt, kunt u alle afslagen voor de volledige route weergeven, inclusief de afstand tussen de afslagen. 1 Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de bovenkant van de kaart. 2 Selecteer een afslag. De details van de afslag worden weergegeven. Op belangrijke wegen wordt er een afbeelding van de afslag weergegeven indien deze beschikbaar is. De gehele route op de kaart weergeven 1 Selecteer een plek op de kaart tijdens het navigeren van een route. 2 Selecteer . Een locatie aan uw route toevoegen Voordat u een locatie aan uw route kunt toevoegen, moet u een route starten (Een route starten). U kunt op weg naar uw bestemming naar extra locaties navigeren. U kunt bijvoorbeeld een tankstation toevoegen als volgende stopplaats op uw route. U kunt ook een locatie toevoegen aan het eind van uw route. TIP: Voor het plannen van complexe routes met meerdere locaties of geplande tussenstops kunt u de reisplanner gebruiken. Daarmee kunt u uw route plannen, wijzigen en opslaan (Een reis plannen). > Waarheen?. 1 Selecteer op de kaart 2 Zoek een locatie (Locaties zoeken). Navigeren naar uw bestemming • Als u de locatie wilt toevoegen als volgende tussenstop op uw route, selecteert u Toev. als volgende stop. • Als u de locatie wilt toevoegen aan het eind van uw route, selecteert u Toev. als laatste stop. • Als u de locatie wilt toevoegen en de volgorde van locaties op uw route wilt wijzigen, selecteert u Voeg toe aan route. Uw toestel berekent de route opnieuw, inclusief de toegevoegde locatie, en leidt u volgens de opgegeven volgorde naar de locaties. Uw route aanpassen Voordat u uw route kunt vormgeven, moet u een route starten (Een route starten). U kunt uw route handmatig aanpassen om de loop ervan te wijzigen. U kunt op die manier de route verleggen via een bepaalde weg of een bepaald gebied zonder een tussenstop of andere bestemming aan de route toe te voegen. 1 Selecteer een willekeurig punt op de kaart. 2 Selecteer . De routeaanpassingsmodus wordt gestart. 3 Selecteer een locatie op de kaart. TIP: U kunt selecteren om op de kaart in te zoomen en een exactere locatie te selecteren. Het toestel berekent de route opnieuw, waarbij de geselecteerde locatie in de nieuwe route wordt opgenomen. 4 Selecteer indien nodig een optie: • Als u meer routepunten aan de route wilt toevoegen, selecteert u meer locaties op de kaart. • Als u een routepunt wilt verwijderen, selecteert u . 5 Als u klaar bent met het aanpassen van de route, selecteert u Ga!. Een omweg maken Voordat u een omweg kunt maken, moet u een route navigeren en de functie voor het wijzigen van routes toevoegen aan het menu met kaartfuncties (Kaartfuncties inschakelen). U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of over bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen. 1 Selecteer op de kaart > Wijzig route. 2 Selecteer een optie: • Als u voor een bepaalde afstand wilt omrijden, selecteert u Omrijden over afstand. • Als u wilt omrijden om een bepaalde weg op de route te vermijden, selecteert u Omrijden via weg. De route stoppen Selecteer op de kaart > Stop. De routeberekeningsmodus wijzigen 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus. 2 Selecteer een optie: • Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn. • Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt te berekenen, zonder rekening te houden met wegen. • Selecteer Zuinig rijden om routes te berekenen waar u minder brandstof verbruikt. 3 OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u het voertuigprofiel voor auto's gebruikt (Voertuigprofielen). • Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd. Een route starten op de kaart U kunt uw route starten door op de kaart een locatie te kiezen. 1 Selecteer Bekijk kaart. 2 Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied weer te geven. 3 Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt filteren, selecteert u . Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de kaart weergegeven. 4 Selecteer een optie: • Selecteer een locatiemarkering. • Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of adres. 5 Selecteer Ga!. Meerdere routes vooraf bekijken 1 2 3 4 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie). Selecteer een locatie in de zoekresultaten. Selecteer Routes. Selecteer een route. Reisplanner Met de reisplanner kunt u een reis plannen en opslaan en later gebruiken als navigatieroute. U kunt zo bijvoorbeeld gemakkelijk een leveringsroute, een vakantie of een tochtje plannen. U kunt een opgeslagen reis later naar wens aanpassen en bijvoorbeeld de volgorde van locaties wijzigen, de volgorde van rustpauzes aanpassen en planningsinformatie en routepunten toevoegen. U kunt de reisplanner ook gebruiken om uw huidige route te wijzigen en op te slaan. Een reis plannen Een reis kan vele locaties omvatten en moet in elk geval een begin- en eindpunt hebben. Het vertrekpunt is de locatie waar u uw reis wilt beginnen. Als u de navigatie start op een andere locatie, biedt het toestel u de mogelijkheid om eerst naar uw vertrekpunt te navigeren. De bestemming is het eindpunt van de reis. In een rondreis kunnen vertrekpunt en eindpunt dezelfde locatie zijn. U kunt tussen vertrek- en eindpunt ook extra locaties of tussenstops opnemen. 1 Selecteer Apps > Reisplanner > > Maak reis. 2 Selecteer Selecteer startlocatie. 3 Kies een locatie als uw vertrekpunt en selecteer Select.. 4 Selecteer Selecteer bestemming. 5 Kies een locatie als uw eindpunt en selecteer Select.. 6 Selecteer zo nodig Voeg locatie toe om extra locaties toe te voegen. 7 Als u alle gewenste locaties hebt toegevoegd, selecteert u Volgende > Sla op. 8 Voer een naam in en selecteer OK. Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis. 3 Selecteer Ga!. 4 Selecteer uw volgende bestemming en selecteer Start. 4 De volgorde van tussenstops in een reis optimaliseren Het toestel kan de volgorde van locaties in uw reis automatisch optimaliseren om een kortere, efficiëntere route te bepalen. Vertrekpunt en bestemming blijven ongewijzigd als u de volgorde van locaties optimaliseert. Selecteer tijdens het bewerken van de reis > Optimaliseer volgorde. Locaties in een reis wijzigen en de volgorde aanpassen 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer een optie: • U kunt een locatie omhoog of omlaag verplaatsen door te selecteren en de locatie te slepen naar een nieuwe positie in de reis. • Als u na de geselecteerde locatie een nieuwe locatie wilt toevoegen, selecteert u . • Als u de locatie wilt verplaatsen, selecteert u . Uw actieve route wijzigen en opslaan Als een route actief is, kunt u de route met de reisplanner wijzigen en als reis opslaan. 1 Selecteer Apps > Reisplanner > Mijn actieve route. 2 Wijzig de route met een van de beschikbare reisplannerfuncties. Na elke wijziging wordt de route opnieuw berekend. 3 Selecteer Sla op om uw route op te slaan als een reis die u later weer als navigatieroute kunt gebruiken (optioneel). Routeopties wijzigen U kunt de manier waarop routes voor uw reis worden berekend wijzigen in de routeopties. 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis. 3 Selecteer een of meer opties: • Als u het voertuigprofiel voor de reis wilt wijzigen, selecteert u het pictogram voor het voertuigprofiel (Voertuigprofielen). • Als u routepunten aan uw reis wilt toevoegen, selecteert u > Reisinstellingen > Bepaal vorm van route en volgt u de instructies op het scherm (Uw route aanpassen). • Als u de berekenmodus voor de reis wilt wijzigen, selecteert u > Reisinstellingen > Routevoorkeur (De routeberekeningsmodus wijzigen). Vertrektijd en verblijfsduur plannen U kunt aan elke locatie in uw reis planningsinformatie toevoegen, zoals de gewenste aankomsttijd en de duur van een tussenstop. Op die manier kunt u plannen hoe laat u moet vertrekken om op tijd aan te komen op de locaties in uw reis. 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een reis. 3 Selecteer > Reisinstellingen > Wijzig planning. 4 Selecteer een locatie en volg de instructies op het scherm om de planningsinformatie in te voeren. TIP: Als u meerdere locaties in de reis moet plannen, moet u beginnen bij het vertrekpunt en naar het eindpunt toe werken. 5 Herhaal stap 4 om de planningsinformatie voor extra locaties in te voeren. 6 Selecteer als u klaar bent Sla op. Navigeren naar uw bestemming Wanneer u aan de reis begint, moet u vertrekken op het tijdstip dat onder het vertrekpunt staat vermeld, zodat u op het geplande tijdstip aankomt op uw stopplaatsen en bestemmingen. De planning is slechts een schatting. Uw werkelijke aankomsttijden zijn afhankelijk van verkeerssituaties, wegwerkzaamheden en andere vertragingen. Routesuggesties gebruiken U dient ten minste één locatie op te slaan en de functie reisgeschiedenis in te schakelen voordat u deze functie kunt gebruiken (Toestel- en privacyinstellingen). Bij gebruik van de functie myTrends™ voorspelt uw toestel uw bestemming op basis van uw reisgeschiedenis, dag van de week en tijd van de dag. Nadat u een aantal malen naar een opgeslagen locatie bent gereden, wordt de locatie mogelijk weergegeven in de navigatiebalk op de kaart, samen met de verwachte reisduur en verkeersinformatie. Selecteer de navigatiebalk om een routesuggestie voor de locatie te bekijken. Vertragingen, tol en bepaalde gebieden vermijden Files op uw route vermijden Om files te kunnen vermijden moet u verkeersinformatie ontvangen (Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger). Het toestel berekent standaard de optimale route om files automatisch te vermijden. Als u deze optie hebt uitgeschakeld in de verkeersinstellingen (Verkeersinstellingen), kunt u handmatig verkeersinformatie bekijken en files vermijden. 1 Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo. 2 Selecteer Alternatieve route, indien beschikbaar. 3 Selecteer Ga!. Tolwegen vermijden Uw toestel kan zorgen dat uw route niet door tolgebieden loopt waarvoor u tolgeld moet betalen, zoals tolwegen, tolbruggen of congestiezones. Als er geen redelijk begaanbare alternatieve routes zijn, kan het voorkomen dat het toestel toch een tolgebied in uw route opneemt. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie. 2 Selecteer een optie: OPMERKING: Het menu verandert op basis van uw regio en de kaartgegevens op uw toestel. • Selecteer Tolwegen. • Selecteer Tol en kosten > Tolwegen. 3 Selecteer een optie: • Als u wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd. • Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd. • Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe. 4 Selecteer Sla op Tolvignetten vermijden OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. De kaartgegevens op uw toestel bevatten mogelijk gedetailleerde informatie over tolvignetten voor sommige landen. U kunt tolvignetten voor elk land vermijden of toestaan. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Tol en kosten > Tolvignetten. 2 Selecteer een land. 3 Selecteer een optie: Navigeren naar uw bestemming • Als wilt dat uw toestel voordat u een tolgebied inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd. • Als het toestel tolgebieden altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd. • Als het toestel tolgebieden altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe. 4 Selecteer Sla op. Punten vermijden op de route 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden. 2 Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt tegenkomen en selecteer Sla op. Milieuzones vermijden Uw toestel kan gebieden vermijden waarin milieu- of uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw voertuig. Deze optie is van toepassing op het voertuigtype in het actieve voertuigprofiel (Voertuigprofielen). 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Milieuzones. 2 Selecteer een optie: • Als u wilt dat uw toestel voordat u een milieuzone inrijdt steeds eerst vraagt of u dit wilt, selecteert u Vraag altijd. • Als het toestel milieuzones altijd moet vermijden, selecteert u Vermijd. • Als het toestel milieuzones altijd moet toestaan, selecteert u Sta toe. 3 Selecteer Sla op Aangepast vermijden Een weg vermijden 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. 2 Selecteer Voeg te vermijden weg toe. 3 Selecteer het vertrekpunt op een weg die u wilt vermijden en selecteer Volgende. 4 Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende. 5 Selecteer OK. Een gebied vermijden Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. Selecteer indien nodig Voeg te vermijden toe. Selecteer Voeg te vermijden gebied toe. Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt vermijden en selecteer Volgende. 5 Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt vermijden en selecteer Volgende. Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven op de kaart. 6 Selecteer OK. 1 2 3 4 Een eigen te vermijden punt uitschakelen U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder het te wissen. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. 2 Selecteer een te vermijden punt. 3 Selecteer > Schakel uit. Te vermijden punten verwijderen 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. 2 Selecteer een optie: • Selecteer om alle eigen te vermijden punten te verwijderen. • Als u een eigen te vermijden punt wilt verwijderen, selecteert u het te vermijden punt en vervolgens > Wis. 5 Offroad navigeren Het zoekgebied wijzigen Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroadmodus gebruiken. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie. 2 Selecteer Berekenmodus > Offroad > Sla op. De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de locatie. 1 Selecteer in het hoofdmenu Waarheen?. 2 Selecteer Zoeken nabij:. 3 Selecteer een optie. Locaties zoeken Op de kaarten op uw toestel staan locaties, bijvoorbeeld restaurants, hotels, garages en gedetailleerde straatgegevens. Het menu Waarheen? helpt u uw bestemming te vinden door verschillende methoden te bieden om door deze informatie te bladeren en locaties te vinden en op te slaan. • Door zoektermen in te voeren kunt u alle locatiegegevens snel vinden (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk). • U kunt nuttige punten op categorie zoeken of doorbladeren (Nuttige punten). • U kunt Foursquare nuttige punten zoeken en u inchecken (Nuttige punten Foursquare zoeken). • Met behulp van zoekfuncties kunt u specifieke locaties vinden, zoals adressen, kruisingen of geografische coördinaten (Zoekfuncties). • U kunt locaties zoeken in de buurt van een andere stad of wijk (Het zoekgebied wijzigen). • U kunt uw favoriete locaties opslaan om ze later snel te kunnen terugvinden (Locaties opslaan). • U kunt ook terugkeren naar recent gevonden locaties (Zoeken naar recent gevonden bestemmingen). Nuttige punten Een nuttig punt is een plek met een voor u nuttige of interessante functie. Nuttige punten worden gegroepeerd in categorieën en omvatten bekende reisdoelen als tankstations, restaurants, hotels en entertainmentcentra. Een locatie zoeken op categorie 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer een categorie of selecteer Categorieën. 3 Selecteer indien nodig een subcategorie. 4 Selecteer een locatie. Zoeken binnen een categorie Nadat u naar een nuttig punt hebt gezocht, worden er mogelijk bepaalde categorieën in een snelzoeklijst weergegeven met de laatste vier bestemmingen die u hebt geselecteerd. 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer een categorie of selecteer Categorieën. 3 Selecteer een categorie. 4 Selecteer indien van toepassing een bestemming in de snelzoeklijst. Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk U kunt de zoekbalk gebruiken om locaties te zoeken door een categorie, merk, adres of plaatsnaam in te voeren. 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer Voer zoekopdracht in in de zoekbalk. 3 Voer de zoekterm gedeeltelijk of helemaal in. Onder de zoekbalk worden zoeksuggesties weergegeven. 4 Selecteer een optie: • Als u een type bedrijf wilt zoeken, voer dan een categorie in (bijvoorbeeld "bioscoop"). • Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voer dan de naam van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in. • Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voert u een straatnaam en een huisnummer in. • Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voert u een straatnaam, het huisnummer, de plaats en de provincie in. • Als u een plaats wilt zoeken, voer dan de plaats en de provincie in. • Als u op coördinaten wilt zoeken, voer dan de breedte- en lengtecoördinaten in. 5 Selecteer een optie: • Als u een zoeksuggestie wilt gebruiken, dient u deze te selecteren. • Als u wilt zoeken met de door u ingevoerde tekst, selecteer dan . 6 Selecteer, indien nodig, een locatie. 6 5 Selecteer indien van toepassing de juiste bestemming. Navigeren naar nuttige punten binnen een locatie U kunt een route uitstippelen naar een nuttig punt binnen een grotere locatie, zoals een winkel in een winkelcentrum of een bepaalde terminal op een luchthaven. 1 Selecteer Waarheen? > Voer zoekopdracht in. 2 Selecteer een optie: • Als u de locatie wilt vinden, voert u de naam of het adres van de locatie in, selecteert u en gaat u naar stap 3. • Als u het nuttige punt wilt vinden, voert u de naam van het nuttige punt in, selecteert u en gaat u naar stap 5. 3 Selecteer de locatie. Onder de locatie wordt een lijst met categorieën weergegeven, zoals restaurants, autoverhuurbedrijven of terminals. 4 Selecteer een categorie. 5 Selecteer het nuttige punt en vervolgens Ga!. Het toestel stippelt een route uit naar de parkeerplaats of ingang die het dichtst bij het nuttige punt is gelegen. Wanneer u op de bestemming aankomt, geeft een geruite vlag de aanbevolen parkeerplaats aan. De locatie van het nuttige punt binnen de locatie wordt aangeduid met een stip met naambordje. Een locatie verkennen U kunt een lijst van alle nuttige punten binnen elke locatie weergeven. 1 Selecteer een locatie. 2 Selecteer > Ontdek deze plaats. Locaties zoeken ACSI™ kampeerplaatsen zoeken 2 Volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. U kunt zoeken naar kampeerplaatsen van Auto Camper Service International (ACSI) op basis van de beschikbare voorzieningen. 1 Selecteer Waarheen? > ACSI. 2 Selecteer indien nodig Filter op voorzieningen. Selecteer een of meerdere voorzieningen en selecteer vervolgens Sla op. 3 Selecteer een locatie. Eigen nuttige punten zoeken Voordat u eigen nuttige punten kunt zoeken, moet u eigen nuttige punten op uw toestel laden met behulp van de POI Loader-software (POI Loader installeren). 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën. 2 Schuif naar de sectie Andere categorieën en selecteer een categorie. Foursquare Met behulp van de zoekfuncties kunt u bepaalde locatiesoorten zoeken door instructies te volgen op het scherm. ® Foursquare is een locatiegebonden sociaal netwerk. Uw toestel is voorzien van vooraf geïnstalleerde Foursquare nuttige punten, die in de zoekresultaten voor uw locatie worden aangeduid met het Foursquare logo. Voor extra functies kunt u via Smartphone Link op uw compatibele smartphone verbinding maken met uw Foursquare account. Wanneer u verbinding maakt met uw Foursquare account via Smartphone Link, kunt u Foursquare locatiegegevens bekijken, inchecken op een locatie en nuttige punten zoeken in de online Foursquare database. Nuttige punten Foursquare zoeken U kunt op uw toestel geladen Foursquare nuttige punten zoeken. Wanneer u verbinding maakt met uw Foursquare account via Smartphone Link, verkrijgt u met uw zoekopdracht de meest actuele resultaten uit de online Foursquare database en aangepaste resultaten uit uw Foursquare gebruikersaccount. Selecteer Waarheen? > Categorieën > Foursquare®. Verbinding maken met uw Foursquare account 1 Maak met uw toestel verbinding met Smartphone Link (Verbinding maken met Smartphone Link). 2 Open op uw smartphone de app Smartphone Link. 3 Open de instellingen van de Smartphone Link app en selecteer Foursquare® > Aanmelden. 4 Voer uw Foursquare aanmeldingsgegevens in. Foursquare locatiegegevens weergeven Voordat u Foursquare locatiegegevens kunt bekijken, moet u verbinding maken met een ondersteunde telefoon die over Smartphone Link beschikt en u aanmelden bij uw Foursquare account. U kunt vervolgens gedetailleerde Foursquare locatiegegevens inzien, zoals gebruikersbeoordelingen, restaurantprijzen en openingstijden. 1 Selecteer in de zoekresultaten voor de locatie een Foursquare nuttig punt. 2 Selecteer . Inchecken bij Foursquare Voordat u kunt inchecken bij Foursquare, moet u verbinding maken met een ondersteunde telefoon die over Smartphone Link beschikt en uzelf aanmelden bij uw Foursquare account. 1 Selecteer Apps > Foursquare® > Check in. 2 Selecteer een nuttig punt. 3 Selecteer > Check in. Eigen nuttige punten Eigen nuttige punten zijn punten die u zelf hebt ingesteld op de kaart. Dit kunnen waarschuwingen zijn dat u zich dicht bij een aangewezen punt bevindt of bijvoorbeeld sneller gaat dan een bepaalde snelheid. POI Loader installeren U kunt eigen lijsten met nuttige punten maken of op uw computer downloaden en die op uw toestel installeren met behulp van de POI Loader-software. 1 Ga naar www.garmin.com/poiloader. Locaties zoeken Zoekfuncties Een adres zoeken OPMERKING: De volgorde van de stappen is mede afhankelijk van de kaartgegevens die op het toestel zijn geladen. 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer indien nodig Zoeken nabij: om het zoekgebied te wijzigen (Het zoekgebied wijzigen). 3 Selecteer Adres. 4 Volg de instructies op het scherm om de adresinformatie in te voeren. 5 Selecteer het adres. Een kruispunt zoeken U kunt een kruispunt of knooppunt tussen twee straten, snelwegen of andere wegen zoeken. 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Kruispunten. 2 Volg de instructies op het scherm om de straatnamen in te voeren. 3 Selecteer het kruispunt. Een stad zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Plaatsen. 2 Selecteer een optie: • Selecteer een stad in de lijst met nabijgelegen steden. • Als u in de buurt van een andere locatie wilt zoeken, selecteert u Zoeken nabij: (Het zoekgebied wijzigen). • Als u een stad op naam wilt zoeken, selecteert u Voer zoekopdracht in. Voer de naam van een stad in en selecteer . Een locatie zoeken met behulp van coördinaten U kunt een locatie zoeken door de lengtegraad en de breedtegraad in te voeren. Dit kan handig zijn als u geocaches zoekt. 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Coördinaten. 2 Selecteer indien noodzakelijk en wijzig de coördinaatindeling of datum. 3 Voer de breedte- en lengtecoördinaten in. 4 Selecteer Geef weer op kaart. Zoeken naar recent gevonden bestemmingen De vijftig laatste gevonden locaties worden op het toestel opgeslagen. 1 Selecteer Waarheen? > Recent. 2 Selecteer een locatie. De lijst met recent gevonden locaties wissen Selecteer Waarheen? > Recent > > Wis > Ja. 7 Uw vorige parkeerplaats vinden Als u het toestel loskoppelt van de voertuigvoeding terwijl het toestel is ingeschakeld, wordt uw huidige locatie als parkeerplaats opgeslagen. Selecteer Apps > Vorige locatie. De huidige locatiegegevens weergeven U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om informatie over uw huidige locatie weer te geven. Deze functie komt van pas als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten. Selecteer het voertuig op de kaart. Nooddiensten en tankstations vinden U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om de dichtstbijzijnde ziekenhuizen, politiebureaus of benzinestations te vinden. 1 Selecteer het voertuig op de kaart. 2 Selecteer Ziekenhuizen, Politiebureaus of Brandstof. Voor de geselecteerde service wordt een lijst met locaties weergegeven, met de dichtstbijzijnde locatie bovenaan. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer een optie: • Als u naar de locatie wilt navigeren, selecteert u Ga! • Als u het telefoonnummer en andere locatiegegevens wilt weergeven, selecteert u . Routebeschrijving naar uw huidige locatie Als u aan iemand anders uw huidige locatie moet doorgeven, kan uw toestel u een routebeschrijving geven. 1 Selecteer het voertuig op de kaart. 2 Selecteer > Routebeschr. naar mij. 3 Selecteer een beginlocatie. 4 Selecteer Select.. Een snelkoppeling toevoegen U kunt snelkoppelingen toevoegen aan het menu Waarheen?. Een snelkoppeling kan verwijzen naar een locatie, een categorie of een zoekfunctie. Het menu Waarheen? kan tot wel 36 snelkoppelingspictogrammen bevatten. 1 Selecteer Waarheen? > Voeg kortere manier toe. 2 Selecteer een item. Een snelkoppeling verwijderen 1 Selecteer Waarheen? > > Wis snelkoppeling(en). 2 Selecteer de snelkoppeling die u wilt verwijderen. 3 Selecteer de snelkoppeling opnieuw om te bevestigen. 4 Selecteer Sla op. Locaties opslaan Een locatie opslaan 1 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie). 2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten. 3 Selecteer . 4 Selecteer Sla op. 5 Voer, indien nodig, een naam in en selecteer OK. Uw huidige locatie opslaan 1 Selecteer het voertuigpictogram op de kaart. 2 Selecteer Sla op. 3 Voer een naam in en selecteer OK. 4 Selecteer OK. 8 Een thuislocatie opslaan U kunt een thuislocatie instellen voor de locatie waar u het vaakst naartoe terugkeert. 1 Selecteer Waarheen? > > Stel thuislocatie in. 2 Selecteer Voer mijn adres in, Gebruik huidige locatie of Recent gevonden. De locatie wordt opgeslagen als "Thuis" in het menu Opgeslagen. Naar huis navigeren Selecteer Waarheen? > Naar huis. De gegevens van uw thuislocatie bewerken Selecteer Waarheen? > Opgeslagen > Thuis. Selecteer . Selecteer > Bewerk. Voer uw wijzigingen in. Selecteer OK. 1 2 3 4 5 Een opgeslagen locatie bewerken 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer indien nodig een categorie. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer . 5 Selecteer > Bewerk. 6 Selecteer een optie: • Selecteer Naam. • Selecteer Telefoonnummer. • Selecteer Categorieën om categorieën aan de opgeslagen locatie toe te wijzen. • Selecteer Wijzig kaartsymbool om het symbool te wijzigen waarmee de opgeslagen locatie op de kaart wordt gemarkeerd. 7 Wijzig de informatie. 8 Selecteer OK. Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen U kunt uw eigen categorieën toevoegen om uw opgeslagen locaties te ordenen. OPMERKING: Categorieën worden in het menu met opgeslagen locaties weergegeven nadat u ten minste 12 locaties hebt opgeslagen. 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer een locatie. 3 Selecteer . 4 Selecteer > Bewerk > Categorieën. 5 Voer een of meer categorienamen in, van elkaar gescheiden met een komma. 6 Selecteer indien nodig een voorgestelde categorie. 7 Selecteer OK. Een opgeslagen locatie verwijderen OPMERKING: Verwijderde locaties kunnen niet worden teruggezet. 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer > Wis opgeslagen plaatsen. 3 Selecteer het vak naast de opgeslagen locaties die u wilt wissen en selecteer Wis. Locaties zoeken De kaart gebruiken U kunt de kaart gebruiken om een route te volgen (Uw route op de kaart) of om uw directe omgeving te bekijken, als er geen route actief is. 1 Selecteer Bekijk kaart. 2 Selecteer een willekeurig punt op de kaart. 3 Selecteer een optie: • Versleep de kaart om naar links en naar rechts of naar boven en naar beneden over de kaart te bewegen. • Selecteer of als u wilt inzoomen of uitzoomen. • Selecteer als u wilt schakelen tussen Noord boven en 3D-weergave. • Als u de weergegeven nuttige punten op categorie wilt filteren, selecteert u . • Als u een route wilt starten, selecteert u een locatie op de kaart en vervolgens Ga! (Een route starten op de kaart). Kaartfuncties Kaartfuncties bieden snel toegang tot informatie en toestelfuncties, terwijl u op de kaart kijkt. Zo kunt u bijvoorbeeld verkeersinformatie lezen, een omweg kiezen of de helderheid van het scherm aan te passen zonder de kaart te verlaten. Wanneer u een kaartfunctie activeert, wordt deze weergegeven in een paneel aan de rand van de kaart. Een kaartfunctie weergeven 1 Selecteer op de kaart. 2 Selecteer een kaartfunctie. De kaartfunctie wordt weergegeven in een paneel aan de rand van de kaart. 3 Als u klaar bent met de kaartfunctie, selecteert u . Kaartfuncties inschakelen Standaard zijn in het kaartfunctiemenu alleen de meest gebruikte kaartfuncties ingeschakeld. U kunt extra functies inschakelen. 1 Selecteer op de kaart > . 2 Schakel het selectievakje naast elke functie in om deze toe te voegen. Selecteer Sla op. 3 Verderop U kunt de bedrijven en diensten verderop op uw route weergeven. Diensten worden op categorie gefilterd. Nuttige punten verderop zoeken 1 Selecteer op de kaart > Verderop. 2 Selecteer een categorie. 3 Selecteer een nuttig punt op de kaart. De categorieën verderop aanpassen U kunt de categorieën wijzigen waarnaar u zoekt, de volgorde van de categorieën wijzigen en zoeken naar specifieke bedrijven of categorieën. 1 Selecteer op de kaart > Verderop. 2 Selecteer een servicepictogram. 3 Selecteer . 4 Selecteer een optie: • Als u een categorie omhoog of omlaag wilt verplaatsen in de lijst, selecteert en sleept u het pijltje naast de categorienaam naar de gewenste positie. • Als u een categorie wilt wijzigen, selecteert u de desbetreffende categorie. De kaart gebruiken • Als u een eigen categorie wilt maken, selecteert u een categorie, selecteert u Aangepast zoeken en voert u de naam in van een bedrijf of categorie. 5 Selecteer OK. Reisinformatie Reisgegevens op de kaart weergeven Voordat u reisgegevens op de kaart kunt weergeven, moet u de functie toevoegen aan het menu met kaartfuncties (Kaartfuncties inschakelen). > Reisgegevens. Selecteer op de kaart De reisgegevensvelden aanpassen Voordat u de gegevens kunt wijzigen die in de reisgegevensvelden op de kaart worden weergegeven, moet u de Reisgegevensfunctie toevoegen aan het menu met kaartfuncties (Kaartfuncties inschakelen). 1 Selecteer Bekijk kaart. 2 Selecteer > Reisgegevens. 3 Selecteer een reisgegevensveld. 4 Selecteer een optie. Het nieuwe reisgegevensveld wordt in de reisgegevenslijst weergegeven. De pagina met reisinformatie weergeven Op de reisinformatiepagina wordt uw snelheid weergegeven en wordt nuttige informatie over uw reis gegeven. OPMERKING: Als u onderweg regelmatig stopt, schakel het toestel dan niet uit. Op die manier kan de verstreken reistijd nauwkeurig worden gemeten. Selecteer op de kaart Snelheid. Het reislog weergeven Uw toestel houdt een reislog bij; een overzicht van de door u afgelegde weg. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartlagen. 2 Schakel het selectievakje Reislog in. Reisinformatie herstellen 1 Selecteer op de kaart Snelheid. 2 Selecteer > Herstel veld(en). 3 Selecteer een optie: • Selecteer terwijl u niet navigeert Selecteer alles als u alle gegevensvelden op de eerste pagina, behalve de snelheidsmeter, opnieuw wilt instellen. • Selecteer Herstel reisgegevens als u de informatie op de tripcomputer opnieuw wilt instellen. • Selecteer Herstel max. snelheid als u de maximumsnelheid opnieuw wilt instellen. • Selecteer Herstel reis B als u de kilometerteller opnieuw wilt instellen. Verkeersproblemen op uw route weergeven U kunt de naderende verkeersproblemen langs de route waarop u zich bevindt, weergeven. 1 Selecteer tijdens het navigeren > Verkeersinfo. Het dichtstbijzijnde verkeersprobleem wordt rechts van de kaart in een deelvenster weergegeven. 2 Selecteer het verkeersprobleem om meer informatie weer te geven. Verkeersinformatie op de kaart weergeven Op de kaart met verkeersinformatie worden met kleurcodes de verkeersstroom en vertragingen op wegen in de buurt weergegeven. 9 1 Selecteer in het hoofdmenu Apps > Verkeersinfo. 2 Selecteer indien noodzakelijk > Legenda om de legenda voor de verkeerskaart weer te geven. Verkeersproblemen zoeken 1 Selecteer in het hoofdmenu Apps > Verkeersinfo. 2 Selecteer > Problemen. 3 Selecteer een item in de lijst. 4 Als er meerdere problemen zijn, gebruikt u de pijlen om de overige problemen weer te geven. Naderende hoogtewijzigingen weergeven U kunt naderende hoogtewijzigingen op uw route weergeven. Zo kunt u alvast rekening houden met steile hellingen of afdalingen, of deze helemaal vermijden. 1 Selecteer op de kaart > Hoogte. 2 Selecteer de kaart om deze schermvullend weer te geven. Op het toestel wordt uw huidige hoogte À, de afstand naar de volgende steile helling of afdaling Á en een kaart met hoogtes op langere afstand weergegeven. Steile hellingen en afdalingen  worden rood gemarkeerd op de kaart. 3 Selecteer een optie: • Selecteer of om het afstandsbereik van de kaart te wijzigen. • Selecteer de pijlen om de kaart te verschuiven. Flitspaalinformatie KENNISGEVING Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van of consequenties van het gebruik van een database met eigen nuttige punten of flitspaalinformatie. OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle regio's of productmodellen. Informatie over flitspaallocaties en snelheidslimieten is in bepaalde gebieden en voor sommige productmodellen beschikbaar. Ga naar www.garmin.com/safetycameras om de beschikbaarheid en compatibiliteit te controleren of een abonnement of eenmalige update aan te schaffen. U kunt op elk gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden. U kunt flitspaallocaties voor een huidig flitspaalabonnement bijwerken op http://my.garmin.com. Werk uw toestel regelmatig bij om de meest recente flitspaalgegevens te ontvangen. Voor sommige toestellen en gebieden zijn algemene flitspaalgegevens mogelijk al inbegrepen bij uw toestel. Updates of een abonnement vallen niet onder de inbegrepen gegevens. De kaart aanpassen Het voertuig aanpassen U kunt het voertuig aanpassen dat op de kaart wordt weergegeven. U kunt meer voertuigen downloaden via Garmin Express™. Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Voertuig. 10 De kaartlagen aanpassen U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en wegomstandigheden. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartlagen. 2 Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven en selecteer Sla op. Het kaartgegevensveld aanpassen 1 Selecteer een gegevensveld op de kaart. OPMERKING: U kunt Snelheid niet wijzigen. 2 Selecteer welk type gegevens u wilt weergeven. Het kaartperspectief wijzigen 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Autokaartweergave. 2 Selecteer een optie: • Selecteer Koers boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met uw reisrichting bovenaan. • Selecteer Noord boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met het noorden bovenaan. • Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te geven. 3 Selecteer Sla op. Verkeersinformatie KENNISGEVING Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de verkeersinformatie. Op sommige plaatsen en in sommige landen is verkeersinformatie mogelijk niet beschikbaar. Ga voor meer informatie over verkeersinformatie-ontvangers en dekkingsgebieden naar www.garmin.com/traffic. Een verkeersinformatie-ontvanger wordt meegeleverd in sommige producten, ingebouwd in ofwel de voertuigvoedingskabel of het toestel, en is een optioneel accessoire voor alle modellen. • Er verschijnen verkeerswaarschuwingen op de kaart wanneer er sprake is van verkeersproblemen op uw route of in uw gebied. • U kunt verkeersinformatie ontvangen via een verkeersinformatie-ontvanger of met een abonnement via Smartphone Link (Garmin Live Services). • Het toestel moet zijn verbonden met Smartphone Link met een actief verkeersabonnement om zo verkeersinformatie via Smartphone Link te ontvangen. • Het toestel moet zijn aangesloten op de voertuigvoeding om verkeersinformatie te kunnen ontvangen via een verkeersinformatie-ontvanger. • Om verkeersinformatie te ontvangen, moeten de aangesloten verkeersinformatie-ontvanger en het toestel zich in het gegevensbereik van een station bevinden dat verkeersinformatie uitzendt. • U hoeft het abonnement dat bij uw toestel of verkeersinformatie-ontvanger werd geleverd, niet te activeren. • Als uw toestel gebruikmaakt van een externe antenne voor verkeersinformatie, dient u deze externe antenne altijd aangesloten te laten voor de beste ontvangst. Verkeersinformatie Verkeerinformatie ontvangen met behulp van een verkeersinformatie-ontvanger KENNISGEVING Door verwarmde (gemetalliseerde) ruiten kunnen de prestaties van de verkeersinformatie-ontvanger afnemen. Voordat u verkeersinformatie kunt ontvangen met een verkeersinformatie-ontvanger, moet u beschikken over een voedingskabel met antenne voor verkeersinformatie. Als uw model inclusief levenslange verkeersinformatie is, moet u de voedingskabel voor het voertuig gebruiken die bij uw toestel is geleverd. Als uw model geen verkeersinformatie kan ontvangen, moet u een verkeersinformatie-ontvanger van Garmin aanschaffen. Ga naar www.garmin.com/traffic voor meer informatie. Uw toestel kan verkeersinformatiesignalen ontvangen van een station dat verkeersinformatie uitzendt. OPMERKING: In sommige regio's kan verkeersinformatie worden ontvangen van FM-radiostations met HD Radio™ technologie. 1 Sluit de voedingskabel met antenne voor verkeersinformatie op een externe voedingsbron aan. 2 Sluit de voedingskabel met antenne voor verkeersinformatie op het toestel aan. Wanneer u zich binnen een dekkingsgebied voor verkeersinformatie bevindt, wordt de verkeersinformatie op het toestel weergegeven. Verkeersinformatie ontvangen met behulp van Smartphone Link De Verkeerscameraservice biedt real-time verkeersinformatie. 1 Download Smartphone Link naar uw compatibele telefoon (Smartphone Link downloaden). Neem een abonnement op de Verkeerscameraservice Een 2 abonnement nemen op Garmin Live Services). 3 Sluit het toestel aan op de telefoon waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link). Informatie over verkeersabonnementen U kunt extra abonnementen aanschaffen of een abonnement vernieuwen wanneer het verloopt. Ga naar http://www.garmin.com/traffic. Abonnement activeren U hoeft het abonnement dat bij uw FM-verkeersinformatieontvanger werd geleverd, niet te activeren. Het abonnement wordt automatisch geactiveerd nadat uw toestel satellietsignalen heeft ontvangen en ook verkeersinformatiesignalen ontvangt van de provider van de betaalservice. Verkeersabonnementen weergeven Selecteer Instellingen > Verkeersinfo > Abonnementen. Een abonnement toevoegen U kunt abonnementen voor verkeersinformatie in andere regio's of landen aanschaffen. 1 Selecteer in het hoofdmenu Verkeersinfo. 2 Selecteer Abonnementen > . 3 Noteer de toestel-id van de FM-ontvanger voor verkeersinformatie. 4 Ga naar www.garmin.com/fmtraffic om een abonnement af te sluiten en een code van 25 tekens op te halen. De verkeersabonnementcode kan niet opnieuw worden gebruikt. Elke keer dat u de service wilt verlengen, hebt u een nieuwe code nodig. Indien u meerdere FM- Spraakopdrachten verkeersinformatie-ontvangers hebt, hebt u voor elke ontvanger een nieuwe code nodig. 5 Selecteer Volgende op uw toestel. 6 Voer de code in. 7 Selecteer OK. Verkeersinformatie inschakelen U kunt verkeersinformatie in- of uitschakelen. Wanneer verkeersinformatie is uitgeschakeld, ontvangt het toestel geen verkeersinformatie maar zullen potentiële filegebieden toch worden vermeden met behulp van de functie trafficTrends™, indien deze is ingeschakeld. 1 Selecteer Instellingen > Verkeersinfo. 2 Schakel het selectievakje Verkeersinfo in. Spraakopdrachten OPMERKING: Spraakopdracht is niet voor alle talen of regio's beschikbaar en is wellicht niet beschikbaar op alle modellen. OPMERKING: Spraakgestuurde navigatie functioneert mogelijk niet naar wens in een rumoerige omgeving. Met de functie Spraakopdracht kunt u het toestel bedienen door middel van gesproken opdrachten. Het menu Spraakopdracht biedt gesproken aanwijzingen en een lijst met beschikbare opdrachten. De activeerzin instellen De activeerzin bestaat uit een of meer woorden die u moet uitspreken om de modus Spraakopdracht te activeren. De standaard activeerzin is Spraakopdracht. TIP: U kunt het per ongeluk activeren van Spraakopdracht voorkomen door een ongebruikelijke zin als activeerzin te gebruiken. 1 Selecteer Apps > Spraakopdracht > > Activeerzin. 2 Voer een nieuwe activeerzin in. De moeilijkheidsgraad van de activeerzin wordt weergegeven terwijl u de zin inspreekt. 3 Selecteer OK. Spraakopdrachten activeren Spreek de activeerzin uit. Het menu Spraakopdracht wordt weergegeven. Tips voor spraakopdrachten • Spreek op normale toon in de richting van het toestel. • Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, zoals stemmen of de radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te verbeteren. • Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden weergegeven. • Reageer indien nodig op de gesproken aanwijzingen van het toestel. • Maak uw activeerzin langer om de kans dat de spraakbediening per ongeluk wordt geactiveerd, te verkleinen. • Luister naar de twee tonen die aangeven dat de modus Spraakopdracht wordt gestart en gestopt. Een route starten met een spraakopdracht U kunt hierbij de namen van populaire, bekende locaties uitspreken. 1 Zeg de activeerzin (De activeerzin instellen). 2 Zeg Zoek op naam. 11 3 Wacht op de gesproken melding en zeg de naam van de Draadloze Bluetooth technologie inschakelen 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer Bluetooth. Instructies dempen • Nadat de toestellen eenmaal zijn gekoppeld, kunnen ze automatisch verbinding maken zodra u ze inschakelt. • Wanneer uw telefoon is verbonden met uw toestel, kunt u spraakoproepen ontvangen. • Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon waaraan het was gekoppeld. • Mogelijk dient u uw telefoon zodanig in te stellen dat deze automatisch koppelt met het toestel wanneer het toestel wordt ingeschakeld. locatie. 4 Zeg het regelnummer. 5 Zeg Navigeren. U kunt de gesproken instructies voor spraakopdrachten uitschakelen zonder het toestel te dempen. 1 Selecteer Apps > Spraakopdracht > . 2 Selecteer Dempinstructies > Ingeschakeld. Spraakbesturing For regions where the Voice Command feature is unavailable, the Voice Control feature is activated. Voice Control allows you to use your voice to control the device. Before you can use the Voice Control feature, you must configure it for your voice. Spraakbesturing configureren De functie Spraakbesturing moet voor de stem van een specifieke gebruiker worden geconfigureerd en werkt niet voor andere gebruikers. 1 Selecteer Apps > Spraakbesturing. 2 Volg de instructies op het scherm om opdrachten op te nemen voor elke opdrachtzin. OPMERKING: U hoeft niet exact hetzelfde te zeggen als op het scherm staat. U kunt ook een alternatieve opdracht opnemen met dezelfde betekenis die uw voorkeur heeft. Als u een spraakopdracht wilt gebruiken, zegt u de opdracht die u hebt opgenomen voor die functie. Spraakbesturing gebruiken 1 Zeg de opdracht die u hebt opgenomen voor de opdrachtzin van de Spraakbesturing. Het spraakbesturingsmenu wordt weergegeven. 2 Volg de instructies op het scherm. Voice Control Tips • Spreek op normale toon in de richting van het toestel. • Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, zoals stemmen of de radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te verbeteren. • Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden weergegeven. • Listen for a tone to confirm when the device successfully receives a command. Handsfree bellen OPMERKING: Hoewel de meeste telefoons worden ondersteund, is er geen garantie dat een bepaalde telefoon kan worden gebruikt. Mogelijk zijn niet alle functies beschikbaar voor uw telefoon. Via draadloze Bluetooth technologie kunt u het toestel als handsfree-toestel aansluiten op uw mobiele telefoon. Vervolgens kunt u met uw toestel bellen en gebeld worden. Uw telefoon koppelen 1 Plaats uw telefoon en Camper 660 toestel binnen 10 m (33 ft.) van elkaar. 2 Schakel op uw telefoon draadloze Bluetooth technologie in en stel de telefoon in op waarneembaar. 3 Selecteer op uw Camper 660 toestel Instellingen > Bluetooth. 4 Volg de instructies op het scherm van uw telefoon en uw Camper 660 toestel. 12 Tips na het koppelen van de toestellen Verbinding met een Bluetooth toestel verbreken U kunt tijdelijk de verbinding met een Bluetooth toestel verbreken zonder het toestel te verwijderen uit de lijst met gekoppelde toestellen. Het Bluetooth toestel kan dan in de toekomst nog steeds automatisch verbinding maken met uw Camper 660 toestel. 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer het toestel waarmee u de verbinding wilt verbreken. 3 Schakel het selectievakje voor het toestel uit. Een gekoppelde telefoon verwijderen U kunt een gekoppelde telefoon verwijderen zodat de telefoon niet langer automatisch verbinding kan maken met uw toestel. 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer de telefoon en selecteer vervolgens Toestel ontkoppelen. Telefoneren Een nummer kiezen 1 Selecteer Apps > Telefoon > Kies. 2 Voer het nummer in. 3 Selecteer Kies. Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen Telkens wanneer u de telefoon op het toestel aansluit, wordt het telefoonboek naar het toestel overgezet. Het kan enkele minuten duren voordat het telefoonboek beschikbaar is. Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet. 1 Selecteer Apps > Telefoon > Telefoonboek. 2 Selecteer een contactpersoon. 3 Selecteer Oproep. Een locatie bellen 1 Selecteer Apps > Telefoon > Blader door categorieën. 2 Selecteer een nuttig punt. 3 Selecteer Oproep. Een oproep ontvangen Selecteer Beantwoord of Negeer als u een oproep ontvangt. De oproepinfo gebruiken Telkens wanneer u de telefoon met het toestel verbindt, wordt uw oproepinfo van de telefoon naar het toestel overgezet. Het kan enkele minuten duren voordat de oproepinfo beschikbaar is. Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet. 1 Selecteer Apps > Telefoon > Oproepinfo. 2 Selecteer een categorie. Handsfree bellen De lijst met oproepen wordt weergegeven en de meest recente oproepen staan boven aan de lijst. 3 Selecteer een oproep. De gespreksopties gebruiken Tijdens een gesprek kunt u de gespreksopties selecteren op de kaart. • Als u het geluid wilt overzetten naar de telefoon, selecteer dan . TIP: Gebruik deze functie als u het toestel wilt uitschakelen terwijl u het telefoongesprek voortzet of als u behoefte hebt aan privacy. • Als u het kiesvenster wilt gebruiken, selecteer dan . TIP: U kunt deze functie gebruiken zodat u automatische systemen kunt gebruiken, zoals voicemail. • Als u de microfoon wilt dempen, selecteer dan . • Als u het gesprek wilt beëindigen, selecteer dan . Een telefoonnummer thuis opslaan TIP: Nadat u een telefoonnummer thuis hebt opgeslagen, kunt u het nummer wijzigen via de optie "Thuis" in uw lijst met opgeslagen locaties (Een opgeslagen locatie bewerken). 1 Selecteer Apps > Telefoon > > Stel telefoonnr. thuis in. 2 Voer uw telefoonnummer in. 3 Selecteer OK. Naar huis bellen U kunt uw telefoonnummer thuis alleen bellen nadat u het telefoonnummer van uw thuislocatie hebt opgegeven. Selecteer Apps > Telefoon > Bel thuis. De apps gebruiken Help gebruiken Selecteer Apps > Help om informatie over het toestel weer te geven. Help-onderwerpen zoeken Selecteer Apps > Help > . Smartphone Link Smartphone Link is een telefoontoepassing waarmee u locatiegegevens kunt synchroniseren met uw telefoon en toegang kunt krijgen tot live-informatie via de dataverbinding van uw telefoon. Uw toestel brengt gegevens vanaf Smartphone Link over met behulp van draadloze Bluetooth technologie. Liveinformatie is beschikbaar via gratis en betaalde abonnementen van Garmin Live Services (Garmin Live Services). Opgeslagen locaties en recent gevonden locaties worden met uw telefoon gesynchroniseerd telkens wanneer uw toestel verbinding maakt met Smartphone Link. Smartphone Link downloaden Smartphone Link is voor een aantal smartphones beschikbaar. Ga naar www.garmin.com/smartphonelink of ga naar de appstore op uw telefoon voor informatie over compatibiliteit en beschikbaarheid. Download Smartphone Link in de app-store op uw ondersteunde telefoon. Raadpleeg de handleiding bij uw telefoon voor informatie over het downloaden en installeren van toepassingen. De apps gebruiken Verbinding maken met Smartphone Link Voordat u verbinding kunt maken met Smartphone Link, moet u de toepassing Smartphone Link downloaden en op uw telefoon installeren. 1 Start Smartphone Link op uw telefoon. 2 Selecteer op uw toestel Instellingen > Bluetooth. 3 Schakel het selectievakje Bluetooth in. 4 Schakel op uw telefoon draadloze Bluetooth technologie in en scan naar in de buurt aanwezige Bluetooth toestellen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw telefoon voor meer informatie. 5 Selecteer op uw telefoon uw toestel in de lijst met in de buurt aanwezige toestellen. 6 Volg de instructies op het scherm van uw telefoon en van uw toestel om het koppelingsverzoek te bevestigen. verschijnt op de statusbalk van uw toestel wanneer er verbinding is met Smartphone Link. Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden Smartphone Link is als navigatietoepassing op uw telefoon geregistreerd. 1 Selecteer op uw telefoon de knop om de navigatie naar een locatie te starten (zie de handleiding bij uw telefoon voor meer informatie). 2 Selecteer in het toepassingsmenu Smartphone Link. De volgende keer dat u uw toestel met uw telefoon verbindt, wordt de locatie overgebracht naar de recent gevonden items op uw toestel. Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met Smartphone Link Wanneer het toestel is verbonden met de telefoon en Garmin Live Services ontvangt, kunt u handsfree bellen uitschakelen. 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer uw telefoon. 3 Schakel het selectievakje Telefoongesprekken uit. Garmin Live Services Voordat u Garmin Live Services kunt gebruiken, moet uw toestel verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link). Door verbinding te maken met Smartphone Link krijgt u toegang tot Garmin Live Services. Garmin Live Services biedt gratis en betaalde abonnementen waarmee u live-gegevens op uw toestel kunt weergeven, zoals verkeersomstandigheden en weersinformatie. Sommige services, zoals Weer, zijn als aparte apps op uw toestel beschikbaar. Andere services, zoals Verkeer, bieden een uitbreiding op bestaande navigatiefuncties op uw toestel. Bij functies die toegang tot Garmin Live Services vereisen, wordt het Smartphone Link-symbool weergegeven en deze functies verschijnen alleen als het toestel is verbonden met Smartphone Link. Een abonnement nemen op Garmin Live Services Voordat u zich kunt abonneren op Garmin Live Services, moet u de app Smartphone Link op uw telefoon installeren. 1 Start de app Smartphone Link op uw telefoon (Verbinding maken met Smartphone Link). 2 Selecteer Mijn account. Er wordt een lijst met services en abonnementsprijzen weergegeven. 3 Selecteer een service. 13 4 Selecteer de prijs. 5 Selecteer Abonneer. 6 Volg de instructies op het scherm. Over verkeerscamera's Verkeerscamera's geven livebeelden van verkeersomstandigheden op belangrijke snelwegen en kruispunten. U kunt camera's opslaan die u regelmatig wilt raadplegen. Een verkeerscamera opslaan Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u een abonnement nemen op de photoLive service, en uw toestel moet zijn verbonden met een ondersteunde smartphone waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Smartphone Link). Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. 1 Selecteer Apps > photoLive. 2 Selecteer Tik om toe te voegen. 3 Selecteer een weg. 4 Selecteer een kruispunt. 5 Selecteer Sla op. Een verkeerscamera weergeven Voordat u beelden van een verkeerscamera kunt weergeven, moet u de desbetreffende camera opslaan (Een verkeerscamera opslaan). 1 Selecteer Apps > photoLive. 2 Selecteer een camera. Over ecoRoute In bepaalde gebieden dient u voordat u ecoRoute™ functies kunt gebruiken, eerst een ontgrendelingscode aan te schaffen. Ga naar www.garmin.com/ecoroute voor meer informatie. OPMERKING: Deze functie is alleen beschikbaar wanneer u het voertuigprofiel voor auto's gebruikt (Voertuigprofielen). Met ecoRoute kunt u het brandstofverbruik en de brandstofkosten uitrekenen om een bepaalde bestemming te bereiken, en beschikt u over hulpmiddelen om het brandstofverbruik te verlagen. De gegevens die worden verkregen met ecoRoute zijn alleen een schatting. De gegevens zijn niet specifiek op uw voertuig van toepassing. Het voertuigprofiel instellen Het toestel berekent uw gemiddelde brandstofverbruik. 6 Selecteer Sla op. ecoChallenge Met behulp van ecoChallenge kunt u uw rijgedrag beoordelen en uw brandstofverbruik mogelijk verminderen. Hoe hoger uw ecoChallenge-scores, hoe meer brandstof u bespaart. Met ecoChallenge worden gegevens verzameld en wordt een score berekend als uw voertuig in beweging is en de verplaatsingsmodus Auto wordt gebruikt. Uw ecoChallenge-scores bekijken Selecteer Apps > ecoRoute™ > ecoChallenge. Over de ecoChallenge-score Remmen: Geeft het gemiddelde voor zacht en geleidelijk remmen weer. U verliest punten wanneer u te hard remt. Snelheid: Geeft uw score voor rijden met de optimale snelheid voor brandstofbesparing. Totaal: Geeft het gemiddelde van de snelheids-, acceleratie- en remscore weer. Versnellen: Geeft het gemiddelde voor rustig en geleidelijk optrekken weer. U verliest punten wanneer u te snel optrekt. De ecoChallenge-scores resetten 1 Selecteer Apps > ecoRoute™ > ecoChallenge. 2 Selecteer > Herstel. Het brandstofverbruik weergeven 1 Selecteer Apps > ecoRoute™ > Brandstofverbruik. 2 Selecteer een deel van de grafiek om in te zoomen. Afstandsrapporten Het afstandsrapport biedt gegevens over de afstand, de tijd, het gemiddelde brandstofverbruik en de brandstofkosten van de route naar een bestemming. Voor elke route die u rijdt, wordt een afstandsrapport gemaakt. Als u een route beëindigt op uw toestel, wordt een afstandsrapport gemaakt voor de afstand die u hebt afgelegd. Een afstandsrapport bekijken U kunt opgeslagen afstandsrapporten op het toestel bekijken. TIP: U kunt het toestel aansluiten op uw computer en afstandsrapporten openen in de map Rapporten op het toestel. 1 Selecteer Apps > ecoRoute™ > Afstandsrapport. 2 Selecteer een rapport. Wanneer u de ecoRoute functies voor de eerste keer gaat gebruiken, moet u de voertuiggegevens invoeren. 1 Selecteer Apps > ecoRoute™. 2 Volg de instructies op het scherm. ecoRoute informatie herstellen 1 Selecteer Apps > ecoRoute™ > Voertuigprofiel. 2 Selecteer Herstel. De brandstofprijs wijzigen 1 Selecteer Apps > ecoRoute™ > Bij de pomp. 2 Voer de actuele brandstofprijs in en selecteer Volgende. 3 Selecteer Ja. • Rijd de maximumsnelheid. Voor de meeste voertuigen geldt dat een snelheid tussen de 70 en 100 km/h een optimaal brandstofverbruik oplevert. • Houd een constante snelheid aan. • Pas uw snelheid geleidelijk en consistent aan. • Vermijd stilstaand verkeer en de spits. • Laat uw voet niet op het rempedaal rusten. • Gebruik de cruise control. • Zet uw auto uit in plaats van deze stationair te laten draaien bij korte stops. • Combineer korte ritten in één langere rit met meerdere stops. • Schakel de airconditioning uit en open de ramen, tenzij u met hoge snelheid over de snelweg rijdt. • Draai de tankdop goed aan. • Parkeer uw auto in de schaduw of in de garage. Het brandstofverbruik kalibreren U kunt het brandstofverbruik kalibreren om nauwkeuriger brandstofrapporten voor uw specifieke voertuig en rijgewoonten te ontvangen. Kalibreer het brandstofverbruik wanneer u uw tank hebt gevuld. 1 Selecteer Apps > ecoRoute™ > Bij de pomp. 2 Voer de actuele brandstofprijs in. 3 Voer de hoeveelheid brandstof in die is verbruikt sinds u de laatste keer de tank helemaal had gevuld. 4 Voer de afstand in die u hebt afgelegd sinds u de tank de laatste keer helemaal had gevuld. 5 Selecteer Volgende. 14 Rijtips De apps gebruiken • Verwijder overtollig gewicht uit de auto. Verwijder overbodige voorwerpen uit uw voertuig. • Laad geen voorwerpen op het dak. Verwijder imperialen en verwijderbare rekken wanneer u deze niet gebruikt. • Zorg ervoor dat u de aanbevolen bandenspanning behoudt. Controleer de bandenspanning regelmatig en voor langere ritten. • Zorg ervoor dat uw voertuig altijd goed is afgesteld en houd de door de voertuigfabrikant aanbevolen hoeveelheid periodieke onderhoudscontroles aan. • Ververs de olie en vervang uw olie- en luchtfilters regelmatig. • Gebruik de brandstofsoort met het laagst aanbevolen octaangehalte. Gebruik biobrandstoffen waar mogelijk, zoals E85 en biodiesel. Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service Geavanceerd weer aanschaffen met Smartphone Link. 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer indien nodig een plaats. 3 Selecteer > Wegomstandigheden. myGarmin-berichten weergeven Recente routes en bestemmingen weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link). Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. U kunt berichten weergeven die afkomstig zijn van myGarmin, zoals meldingen voor software- en kaartupdates. 1 Selecteer Apps > myGarmin™. Als u ongelezen berichten hebt, wordt het aantal ongelezen berichten op het pictogram myGarmin weergegeven. 2 Selecteer het onderwerp van een bericht. Het volledige bericht wordt weergegeven. De weersverwachting weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link). Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer een dag. De gedetailleerde weersverwachting voor die dag wordt weergegeven. Het weer voor een andere plaats weergeven 1 Selecteer Apps > Weer > Huidige locatie. 2 Selecteer een optie: • Als u het weer voor een favoriete plaats wilt bekijken, selecteert u de plaats in de lijst. • Als u een favoriete plaats wilt toevoegen, selecteert u Voeg stad toe en typt u de naam van de plaats. De weerradar weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service Geavanceerd weer aanschaffen met behulp van Smartphone Link. De weerradar is een bewegende weergave met kleurcodes van de huidige weersomstandigheden. Daarnaast wordt er een weerpictogram op de kaart weergegeven. Aan het weerpictogram herkent u de weersomstandigheden in de omgeving, zoals regen, sneeuw en onweersbuien. 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer indien nodig een plaats. 3 Selecteer > Weerradar. Weerwaarschuwingen weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de service Geavanceerd weer aanschaffen met behulp van Smartphone Link. Het toestel aanpassen Terwijl u met het toestel onderweg bent, kunnen er waarschuwingen over het weer op de kaart worden weergegeven. U kunt ook een kaart met weerwaarschuwingen weergeven voor uw huidige locatie of een geselecteerde plaats. 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer indien nodig een plaats. 3 Selecteer > Weerwaarschuwingen. De omstandigheden op de weg controleren Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor reisgeschiedenis inschakelen (Toestel- en privacyinstellingen). U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt op de kaart bekijken. Selecteer Apps > Waar ik was. Het toestel aanpassen Kaart- en voertuiginstellingen Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig. Voertuig: Hiermee kiest u een pictogram voor het aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar www.garmingarage.com voor meer pictogrammen. Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de kaart in. Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als er meer details worden weergegeven, wordt de kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend. Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens wijzigen. Kaartfuncties: Hiermee selecteert u de snelkoppelingen die in het menu met kaartfuncties worden weergegeven. Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de kaartpagina worden weergegeven (De kaartlagen aanpassen). Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten het toestel gebruikt. Kaarten inschakelen U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn geïnstalleerd. TIP: Ga voor het aanschaffen van andere kaartproducten naar http://buy.garmin.com. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn Kaarten. 2 Selecteer een kaart. Navigatie-instellingen Als u de pagina met navigatie-instellingen wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Navigatie. Berekenmodus: Hiermee stelt u de methode voor routeberekening in. Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op een route wilt vermijden. Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden. 15 Milieuzones: Hiermee stelt u uw voorkeuren in voor te vermijden gebieden waarin mileu- of uitstootbeperkingen gelden die van toepassing zijn op uw voertuig. Tolwegen: Stel voorkeuren in voor het vermijden van tolwegen. Tol en kosten: Stel voorkeuren in voor het vermijden van tolwegen en tolvignetten. OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. Beperkte modus: Hiermee schakelt u alle functies van het navigatiesysteem uit die veel aandacht van de gebruiker vragen en u tijdens het rijden kunnen afleiden. GPS Simulator: Hiermee stelt u in dat het toestel geen GPSsignalen meer ontvangt, waarmee u de batterij spaart. Een gesimuleerde locatie instellen Als u zich binnenshuis bevindt en het toestel ontvangt geen satellietsignalen, kunt u de GPS gebruiken om een gesimuleerde locatie in te stellen. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > GPS Simulator. 2 Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu. 3 Tik twee keer op de kaart om een gebied te selecteren. Het adres van de locatie wordt onder in het scherm weergegeven. 4 Selecteer de beschrijving voor de locatie. 5 Selecteer Stel locatie in. Bluetooth instellingen Selecteer Instellingen > Bluetooth. Bluetooth: Hiermee schakelt u draadloze Bluetooth technologie in. Zoek toestellen: Hiermee zoekt u naar nabije Bluetooth toestellen. Toestelnaam: Hiermee kunt u een toestelnaam invoeren ter identificatie van uw toestel op andere toestellen met draadloze Bluetooth technologie. Bluetooth uitschakelen 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer Bluetooth. Scherminstellingen Als u de pagina met scherminstellingen wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Scherm. Kleurmodus: Hiermee stelt u in of het toestel dag- of nachtkleuren weergeeft. U kunt Auto selecteren om het toestel automatisch te laten overschakelen naar dag- of nachtkleuren op basis van de tijd van de dag. Helderheid: Hiermee past u de helderheid van de weergave aan. Time-out voor scherm: Hiermee kunt u opgeven hoe lang het moet duren voordat het toestel in de slaapstand wordt gezet. Schermafdruk: Hiermee maakt u een opname van het toestelscherm. Schermafbeeldingen worden op het toestel in de map Screenshot opgeslagen. Verkeersinstellingen Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Verkeersinfo. Verkeersinfo: Hiermee wordt verkeersinformatie ingeschakeld. Huidige aanbieder: Hiermee wordt de verkeersinfoprovider ingesteld voor verkeersinformatie. Met de optie Auto selecteert u automatisch de beste beschikbare verkeersinformatie. Abonnementen: Hiermee worden de huidige verkeersabonnementen vermeld. 16 Optimaliseer route: Hiermee kan het toestel automatisch of op verzoek gebruikmaken van geoptimaliseerde alternatieve routes (Files op uw route vermijden). Verkeerswaarschuwingen: Hiermee stelt u de ernst van de vertraging in waarbij het toestel een verkeerswaarschuwing weergeeft. trafficTrends™: Hiermee schakelt u de trafficTrends functie in. Instellingen voor eenheden en tijd Als u de pagina met instellingen voor eenheden en tijd wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Eenheden en tijd. Huidige tijd: Hiermee stelt u de tijd van het toestel in. Tijdweergave: Hiermee kunt u een 12-uurs, 24-uurs of UTCtijdweergave selecteren. Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in. Positieweergave: Hiermee stelt u de coördinatennotatie en datum in voor geografische coördinaten. De tijd instellen 1 Selecteer de tijd in het hoofdmenu. 2 Selecteer een optie: • Selecteer Automatisch om de tijd automatisch in te stellen aan de hand van GPS-informatie. • Sleep de nummers omhoog of omlaag om de tijd handmatig in te stellen. Taal- en toetsenbordinstellingen Als u de pagina met instellingen voor taal en toetsenbord wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Taal en toetsenbord. Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken aanwijzingen in. Taal voor tekst: Hiermee wijzigt u de taal voor alle tekst op het scherm in de geselecteerde taal. OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of door de gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd. Taal voor toetsenbord: Hiermee schakelt u andere talen voor het toetsenbord in. Gevarenzonealarminstellingen OPMERKING: Gevarenzonealarmen worden alleen weergegeven wanneer u eigen nuttige punten (POI's) hebt geladen. Selecteer Instellingen > Gevarenzonealarm. Audio: Hiermee kunt u het type alarm instellen dat klinkt wanneer u een gevarenzone nadert. Waarschuwingen: Hiermee stelt u het type gevarenzone in waarvoor een alarm klinkt. Toestel- en privacyinstellingen Als u de toestelinstellingen wilt openen, selecteert u Instellingen > Toestel. Over: Hiermee geeft u het versienummer van de software, het id-nummer van het toestel en informatie over verschillende andere softwarefuncties weer. EULA's: Hiermee geeft u de licentieovereenkomsten voor eindgebruikers weer. OPMERKING: U hebt deze gegevens nodig om de systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens aan te schaffen. Positierapportage: Hiermee deelt u uw positiegegevens met Garmin om de inhoud te verbeteren. Het toestel aanpassen Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel informatie registreren voor de functies myTrends, Waar ik ben geweest en Reislog. Wis reisgeschiedenis: Hiermee wordt uw reisgeschiedenis gewist voor de functies myTrends, Waar ik ben geweest en Reislog. Ingangsspanning Voertuigvoeding via meegeleverde voertuigvoedingskabel. Netvoeding via een optioneel accessoire (alleen voor gebruik in huis en op kantoor). Batterijduur Maximaal 1 uur, afhankelijk van het gebruik en de instellingen Batterijtype Oplaadbare lithium-ion De instellingen herstellen U kunt een bepaalde categorie met instellingen of alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. 1 Selecteer Instellingen. 2 Selecteer indien nodig een instellingencategorie. 3 Selecteer > Herstel. Toestelinformatie Toestelonderhoud KENNISGEVING Laat uw toestel niet vallen. Bewaar het toestel niet op een plaats waar het langdurig aan extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit onherstelbare schade kan veroorzaken. Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken. Stel het toestel niet bloot aan water. De behuizing schoonmaken KENNISGEVING Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de kunststofonderdelen kunnen beschadigen. 1 Maak de behuizing van het toestel (niet het aanraakscherm) schoon met een doek die is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel. 2 Veeg het toestel vervolgens droog. Het aanraakscherm schoonmaken 1 Gebruik een zachte, schone, pluisvrije doek. 2 Bevochtig de doek zo nodig licht met water. 3 Als u een vochtige doek gebruikt, schakel het toestel dan uit en koppel het los van de voeding. 4 Veeg het scherm voorzichtig met de doek schoon. Diefstalpreventie • Om diefstal te voorkomen raden we u aan het toestel en de bevestiging uit het zicht te verwijderen wanneer u deze niet gebruikt. • Verwijder de afdruk van de zuignapsteun op de voorruit. • Bewaar het toestel niet in het handschoenenvak. • Registreer uw toestel op http://my.garmin.com. Het toestel herstellen U kunt het toestel herstellen als het niet meer reageert. Houd de aan-uitknop 12 seconden ingedrukt. Specificaties Bedrijfstemperatuur- -20° tot 55°C (-4° tot 131°F) bereik Laadtemperatuurbe- 0° tot 45°C (32° tot 113°F) reik Toestelinformatie Appendix Ondersteuning en updates Garmin Express biedt eenvoudige toegang tot deze diensten voor Garmin toestellen. • Productregistratie • Producthandleidingen • Software-updates • Gegevens worden geüpload naar Garmin Connect™ • Kaart- of baanupdates • Voertuigpictogrammen, stemmen en andere extra's Garmin Express instellen 1 Sluit het toestel met een USB-kabel aan op uw computer. 2 Ga naar www.garmin.com/express. 3 Volg de instructies op het scherm. nüMaps Guarantee™ Uw toestel komt mogelijk in aanmerking voor een gratis kaartupdate binnen 90 dagen nadat u voor het eerst satellieten hebt gezocht tijdens het rijden. Ga naar www.garmin.com /numaps voor de voorwaarden. Levenslange abonnementen Sommige modellen bevatten levenslange abonnementen voor bepaalde functies. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/lmt. LT: Dit model is inclusief een levenslang abonnement op verkeersinformatie en een verkeersinformatie-ontvanger. LM: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime™ abonnement. U krijgt dan elk kwartaal kaartupdates gedurende de nuttige levensduur van uw toestel. Ga naar www.garmin.com/us /maps/numaps_lifetime voor de voorwaarden. LMT: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime abonnement, een levenslang abonnement op verkeersinformatie en een verkeersinformatie-ontvanger. LMTHD of LMT-D: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime abonnement, een levenslang abonnement op digitale verkeersinformatie en een digitale verkeersinformatieontvanger. Levenslange kaartupdates activeren OPMERKING: Levenslange kaartupdates zijn niet van toepassing op producten die niet beschikken over vooraf geladen kaarten. OPMERKING: Met levenslange kaartupdates kunt u kaartupdates voor één compatibel Garmin product ontvangen als en wanneer dergelijke updates door Garmin beschikbaar worden gesteld totdat de nuttige levensduur van uw product is afgelopen of (als dit zich eerder voordoet) totdat Garmin geen kaartgegevens van de externe leverancier meer ontvangt. Een toelichting op het begrip "nuttige levensduur" en andere belangrijke voorwaarden en bepalingen vindt u op www.garmin.com/numapslifetime. 1 Ga naar www.garmin.com/express. 2 Volg de instructies op het scherm. 17 OPMERKING: Als u uw toestel registreert, kunt u emailmeldingen ontvangen wanneer er een kaartupdate beschikbaar is. Kaarten en software bijwerken met Garmin Express Gebruik Garmin Express software om de nieuwste kaart- en software-updates voor uw toestel te downloaden en installeren. Kaartupdates bevatten de meest recente kaartgegevens zodat uw toestel de routes naar uw bestemmingen accuraat en efficiënt kan blijven berekenen. Garmin Express is beschikbaar voor Windows en Mac computers. 1 Ga op de computer naar www.garmin.com/express. ® kan veel tijd in beslag nemen met een langzame internetverbinding. Gegevensbeheer U kunt bestanden opslaan op uw toestel. In de geheugenuitsparing van het toestel kan een extra geheugenkaart worden geplaatst. OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows 95, 98, ME, Windows NT , en Mac OS 10.3 en ouder. ® ® Bestandstypen Het toestel biedt ondersteuning voor de volgende bestandstypen. • Kaarten en GPX-waypointbestanden van myGarmin kaartsoftware, waaronder MapSource , BaseCamp™ en HomePort™ (Eigen nuttige punten). • GPI-bestanden met eigen nuttige punten van Garmin POI Loader (POI Loader installeren). ® Informatie over geheugenkaarten 2 Selecteer een optie: • Als u wilt installeren op een Windows computer, selecteert u Download voor Windows. • Als u wilt installeren op een Mac computer, selecteert u Mac-versie. 3 Open het gedownloade bestand en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. 4 Start Garmin Express. 5 Sluit uw Garmin toestel met een USB-kabel aan op de computer. Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. U kunt ook geheugenkaarten met vooraf geladen kaarten van Garmin aanschaffen (www.garmin.com). U kunt op de geheugenkaarten behalve kaarten en kaartgegevens ook afbeeldingsbestanden, geocaches, routes, waypoints en eigen nuttige punten opslaan. Een geheugenkaart installeren Het toestel biedt ondersteuning voor microSD™ en microSDHCgeheugenkaarten. 1 Plaats een geheugenkaart in de uitsparing op het toestel. 2 Druk op de kaart totdat deze vastklikt. Het toestel aansluiten op uw computer Sluit het toestel aan op uw computer via een USB-kabel. 1 Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op het toestel. 2 Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een USBpoort op uw computer. Er verschijnt een afbeelding van uw toestel dat op een computer is aangesloten op het scherm van het toestel. Het toestel wordt op uw computer weergegeven als draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem. De Garmin Express software detecteert uw toestel. 6 Voer een e-mailadres in voor productregistratie (optioneel). 7 Klik op sla toestel op. 8 Klik op Controleer op updates. Er wordt een lijst met beschikbare kaart- en software-updates weergegeven. 9 Selecteer de updates die u wilt installeren. 10 Klik op Installeer nu. Gegevens van uw computer overzetten 1 Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten 2 3 4 5 6 op uw computer). Het toestel wordt op uw computer weergegeven als draagbaar toestel, verwisselbaar station of verwisselbaar volume, dit is afhankelijk van het besturingssysteem. Open de bestandsbrowser op de computer. Selecteer een bestand. Selecteer Bewerken > Kopiëren. Blader naar een map op het toestel. OPMERKING: Plaats geen computerbestanden in de Garmin map op verwisselbare stations en volumes. Selecteer Bewerken > Plakken. De USB-kabel loskoppelen Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw Windows-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te koppelen. De Garmin Express software downloadt en installeert de updates op uw toestel. Kaartupdates zijn erg groot en dit proces 18 Appendix 1 Voer een van onderstaande handelingen uit: • Op Windows-computers: Selecteer het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en selecteer uw toestel. • Op Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de prullenbak. 2 Koppel de kabel los van uw computer. GPS-signaalstatus weergeven Houd drie seconden ingedrukt. Voedingskabels Uw toestel kan op diverse manieren van stroom worden voorzien. • Voertuigvoedingskabel • USB-kabel • Netadapter (optionele accessoire) Het toestel opladen OPMERKING: Dit Klasse III-product dient van stroom te worden voorzien door een LPS-voedingsbron (Limited Power Supply). U kunt de batterij in het toestel op een van de volgende manieren opladen. • Sluit het toestel aan op de voertuigvoedingskabel. • Sluit het toestel aan op een computer met een USB-kabel. Het toestel wordt mogelijk langzaam opgeladen als het is aangesloten op een computer. Sommige draagbare computers laden het toestel mogelijk niet op. • Sluit het toestel aan op een optionele voedingsadapter, zoals een netspanningsadapter. U kunt een goedgekeurde Garmin netspanningsadapter voor gebruik in huis en op kantoor aanschaffen bij een Garmin dealer of op www.garmin.com. De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen KENNISGEVING Bij het vervangen van zekeringen moet u ervoor zorgen dat u geen onderdeeltjes verliest en dat u deze op de juiste plek terugplaatst. De voertuigvoedingskabel werkt alleen als deze op juiste wijze is samengesteld. Als het toestel in het voertuig is aangesloten maar niet kan worden opgeladen, moet u mogelijk de zekering aan het uiteinde van de voertuigadapter vervangen. 1 Draai de dop À 90 graden naar links om deze los te maken. Bevestigen op het dashboard KENNISGEVING De permanente plakstrip is zeer moeilijk te verwijderen nadat deze is geïnstalleerd. U kunt een optionele montageschijf gebruiken om het toestel op het dashboard te monteren en zo aan de regelgeving in bepaalde landen te voldoen. Zie www.garmin.com voor meer informatie. 1 Reinig en droog de plaats op het dashboard waar u de schijf wilt plaatsen. 2 Verwijder de beschermfolie van de plaklaag aan de achterkant van de schijf. 3 Plaats de schijf op het dashboard. 4 Verwijder de doorzichtige plastic laag van de bovenkant van de schijf. 5 Plaats de zuignapsteun op de schijf. 6 Duw de hendel naar beneden (in de richting van de schijf). Het toestel, de steun en de zuignap verwijderen Het toestel van de steun verwijderen 1 Druk op de ontgrendelingsknop op de steun. 2 Kantel het toestel naar voren. De steun van de zuignap verwijderen 1 Draai de steun naar rechts of links. 2 Blijf kracht uitoefenen tot de steun los komt van de bal aan de zuignap. De zuignap van de voorruit halen 1 Kantel de hendel op de zuignap naar u toe. 2 Trek het lipje van de zuignap naar u toe. Extra kaarten kopen 1 Ga naar de productpagina van uw toestel op (www.garmin.com). 2 Klik op het tabblad Kaarten. 3 Volg de instructies op het scherm. Accessoires aanschaffen Ga naar http://buy.garmin.com. Problemen oplossen De zuignap blijft niet op de voorruit zitten 2 3 4 5 TIP: U dient wellicht een munt te gebruiken om de dop te verwijderen. Verwijder de dop, het zilverkleurige pinnetje Á en de zekering Â. Plaats een nieuwe snelle zekering met hetzelfde voltage, zoals 1 A of 2 A. Zorg dat het zilverkleurige pinnetje in de dop zit. Plaats de dop terug en draai de dop 90 graden naar rechts om deze te bevestigen op de voertuigvoedingskabel Ã. 1 Reinig de zuignap en de voorruit met schoonmaakalcohol. 2 Droog af met een schone, droge doek. 3 Bevestig de zuignap (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding). Mijn toestel ontvangt geen satellietsignalen. • Controleer of de GPS-simulator is uitgeschakeld (Navigatieinstellingen). • Neem uw toestel mee naar een open plek, buiten parkeergarages en uit de buurt van hoge gebouwen en bomen. • Blijf enkele minuten stilstaan. Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto • Controleer de zekering in de voertuigvoedingskabel (De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen). Problemen oplossen 19 • Het voertuig moet zijn ingeschakeld om stroom aan de stroomvoorziening te kunnen leveren. • Controleer of de binnentemperatuur van het voertuig binnen het in de specificaties vermelde laadtemperatuurbereik ligt. • Controleer of de zekering van de voertuigvoeding niet kapot is. De batterij blijft niet erg lang opgeladen • Verminder de helderheid van het scherm (Scherminstellingen). • Verkort de time-out voor het scherm (Scherminstellingen). • Verlaag het volume (Het volume regelen). • Schakel Bluetooth draadloze technologie uit (Bluetooth uitschakelen). • Zet het toestel in de slaapstand als het niet wordt gebruikt (De slaapstand inschakelen en uitschakelen). • Stel uw toestel niet bloot aan sterke temperatuurschommelingen. • Laat het toestel niet in direct zonlicht liggen. Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn computer Op de meeste Windows-computers maakt het toestel verbinding via het Media Transfer Protocol (MTP). In de MTP-modus wordt het toestel weergegeven als draagbaar toestel, en niet als een verwisselbaar station. De MTP-modus wordt ondersteund door Windows 7, Windows Vista en Windows XP Service Pack 3 met Windows Media Player 10. ® Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn computer Op Mac-computers en sommige Windows-computers wordt het toestel verbonden via de USB-massaopslagmodus. In de USBmassaopslagmodus wordt het toestel weergegeven als een verwisselbaar station of volume, en niet als een draagbaar toestel. Windows versies ouder dan Windows XP Service Pack 3 maken gebruik van de USB-massaopslagmodus. Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een verwisselbaar station of volume op mijn computer 1 Koppel de USB-kabel los van de computer. 2 Schakel het toestel uit. 3 Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van uw computer en op het toestel. TIP: Uw toestel moet rechtstreeks op een USB-poort van uw computer worden aangesloten, en niet op een USB-hub. Het toestel wordt automatisch ingeschakeld en schakelt over naar de MTP-modus of de USB-massaopslagmodus. Vervolgens verschijnt er een afbeelding van het toestel dat op een computer is aangesloten op het scherm van het toestel. Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel • Selecteer Instellingen > Bluetooth. Het veld Bluetooth moet zijn ingesteld op Ingeschakeld. • Schakel draadloze Bluetooth technologie op uw telefoon in en houd uw telefoon op minder dan 10 meter (33 ft.) afstand van het toestel. • Ga naar www.garmin.com/bluetooth voor meer informatie. 20 Problemen oplossen Index Symbolen 2D-kaartweergave 10 3D-kaartweergave 10 A aan-uitknop 1 aanraakscherm schoonmaken 17 aanwijzingen 3 abonnementen Garmin Live Services 13 nüMaps Lifetime 17 verkeer 17 accessoires 19 adressen, zoeken 7 afstandsrapporten 14 audio, gevarenzones 16 automatisch volume, inschakelen 1 B batterij maximaliseren 20 opladen 1, 19 problemen 20 bellen 12 beperkingen, voertuig 2 bestanden ondersteunde typen 18 overbrengen 18 bestemmingen. Zie locaties bewerken, opgeslagen reizen 4 bijwerken kaarten 18 software 18 Bluetooth technologie 12, 20 inschakelen 12 instellingen 16 uitschakelen 16 verbinding met toestel verbreken 12 brandstof prijzen 14 stations 8 brandstofprijs, wijzigen 14 brandstofverbruik. 14 Zie ook ecoRoute brandstofverbruik kalibreren 14 breedtegraad en lengtegraad 7 C camera's, veiligheid 10 camper, profielen 2 centra 6 computer aansluiten 20 verbinden 18 coördinaten 7 D dashboardsteun 19 dempen, audio 12 diefstal, vermijden 17 diensten zoeken, verderop 9 E ecoChallenge 14 ecoChallenge-score 14 resetten 14 ecoRoute 14 afstandsrapport 14 afstandsrapporten 14 brandstofverbruik kalibreren 14 ecoChallenge-score 14 voertuigprofiel 14 een route aanpassen 3 eigen nuttige punten 7 EULA's 16 extra, kaart 9 extra's, eigen nuttige punten 7 Index F N flitspaalinformatie, abonnementen 10 Foursquare 7 naar huis 2, 8 navigatie 2, 6 instellingen 15 offroad 6 routes vooraf bekijken 4 nooddiensten 8 nüMaps Guarantee 17 nüMaps Lifetime 17 nuttige punt, eigen 7 nuttige punten 6, 7 centra 6 eigen 7 extra's 7 POI Loader 7 G Garmin Express 17 software bijwerken 17, 18 toestel registreren 17 Garmin Live Services 13 abonneren 13 geavanceerde rijbaanassistentie 3 geheugenkaart 18 geocaching 7 gesimuleerde locaties 16 gevarenzonealarmen, instellingen 16 GPS 1, 19 H helderheid 2 help. 13 Zie ook productondersteuning herstellen reisgegevens 9 toestel 17 het toestel schoonmaken 17 hoogteprofiel 10 huidige locatie 8 I id-nummer 16 instellingen 15, 16 instellingen herstellen 17 K kaart, extra 9 kaarten 4, 9, 15 bijwerken 17, 18 detailniveau 15 gegevensveld 2, 9, 10 kopen 19 lagen 10 levenslang 17 nüMaps Guarantee 17 nüMaps Lifetime 17 routes weergeven 2, 3 symbolen 2 thema 15 kaartlagen, aanpassen 10 kaartweergave 2D 10 3D 10 kabels, voeding 19 koppelen 12 telefoon 12, 20 verbinding verbreken 12 kruispunten, zoeken 7 L levenslange kaartupdates 17 lijst met afslagen 3 locaties 7, 15 bellen 12 centra 6 gesimuleerd 16 huidige 8 opslaan 8 recent gevonden 7 thuis instellen 8 zoeken naar 6, 7 locaties zoeken. 6, 7 Zie ook locaties adressen 7 categorieën 6 coördinaten 7 kruispunten 7 steden 7 M microSD-kaart, installeren 18 myGarmin, berichten 15 myTrends, routes 5 O offroad-navigatie 6 omwegen 3 onderhoud van uw toestel 17 opgeslagen locaties 4 bewerken 8 categorieën 8 verwijderen 8 oproepen 12, 13 beantwoorden 12 bellen 12 contactpersonen 12 geschiedenis 12 plaatsen 12 thuis 13 uitschakelen 13 oproepen beantwoorden 12 opslaan, huidige locatie 8 P parkeerplaats, vorige parkeerplaats 8 pictogrammen statusbalk 1 voertuig 10 POI Loader 7 problemen oplossen 19, 20 productondersteuning 13 productregistratie 17 profielen, camper 2 R rapporten, afstand 14 recent gevonden locaties 7 reisgeschiedenis 16 reisinformatie 9 herstellen 9 weergeven 9 reislog, weergeven 9 reisplanner 4 een reis bewerken 4 routepunten 4 routebeschrijvingen 3 routes 2 aanpassen 3 bekijken 4 berekenen 3 berekenmodus 4 myTrends 5 punt toevoegen 3, 4 starten 2, 4 stoppen 3 suggesties 5 weergeven op de kaart 2, 3 S satellietsignalen ontvangen 1 weergeven 19 scherm, helderheid 2 schermafbeeldingen 16 scherminstellingen 16 schermknoppen 1 slaapstand 1 Smartphone Link 13 Garmin Live Services 13 21 oproepen uitschakelen 13 verbinden 13 Snel zoeken 6 snelkoppelingen toevoegen 8 verwijderen 8 software bijwerken 17, 18 versie 16 specificaties 17 spraakbesturing 12 Spraakbesturing 12 tips 12 spraakherkenning 11 spraakopdracht 11 activeerzin 11 activeren 11 navigeren met 11 tips voor gebruik 11 steun, verwijderen 19 steun verwijderen 19 T taal spraak 16 toetsenbord 16 te vermijden 5 gebied 5 tolgebieden 5 verwijderen 5 weg 5 wegkenmerken 5 te vermijden punt, uitschakelen 5 telefoon koppelen 12, 20 verbinding verbreken 12 telefoonboek 12 telefoongesprekken 12 beantwoorden 12, 13 bellen 13 dempen 13 spraakgestuurd kiezen 13 thuis bellen 13 gaan 2, 8 locatie bewerken 2, 8 locaties instellen 8 telefoonnummer 13 tijdinstellingen 16 toestel aanpassen 15 toestel bevestigen auto 1 dashboard 19 van steun verwijderen 19 zuignap 1, 19 toestel opladen 1, 19 toestel registreren 17 toestel schoonmaken 17 toestel-id 16 toetsenbord indeling 16 taal 16 tolgebieden, vermijden 5 problemen 10 zoeken naar vertragingen 10 verkeerscamera's 14 weergeven 14 verkeersinformatie 16 verwijderen gekoppeld Bluetooth toestel 12 reizen 4 voedingskabels 19 voertuig 1 zekering vervangen 19 voertuigpictogram 10 voertuigprofiel 14 camper 2 voertuigvoedingskabel 1 volgende afslag 2 volume, aanpassen 1 W Waar ben ik? 8 weer 15 radar 15 wegomstandigheden 15 wegomstandigheden, weer 15 Z zekering, wijzigen 19 zoekbalk 6 zoekgebied wijzigen 6 zuignap 19 U USB, loskoppelen 18 V verbinding verbreken, toestel Bluetooth 12 verderop aanpassen 9 diensten zoeken 9 verkeer 9–11 abonnement activeren 11 abonnementen toevoegen 11 alternatieve route 5 camera's 14 kaart 9 levenslange abonnementen 17 ontvanger 11 22 Index www.garmin.com/support +43 (0) 820 220230 + 32 2 672 52 54 0800 770 4960 1-866-429-9296 +385 1 5508 272 +385 1 5508 271 +420 221 985466 +420 221 985465 + 45 4810 5050 + 358 9 6937 9758 + 331 55 69 33 99 + 39 02 36 699699 (+52) 001-855-792-7671 0800 0233937 +47 815 69 555 00800 4412 454 +44 2380 662 915 (+35) 1214 447 460 +386 4 27 92 500 0861 GARMIN (427 646) +27 (0)11 251 9999 +34 93 275 44 97 + 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2 0808 238 0000 +44 (0) 870 8501242 +49 (0)180 6 427646 20 ct./Anruf. a. d. deutschen Festnetz, Mobilfunk max. 60 ct./Anruf 913-397-8200 1-800-800-1020 © 2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28

Garmin Camper 660 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor