HP Officejet J5700 All-in-One Printer series Handleiding

Categorie
Barebones voor pc / werkstation
Type
Handleiding
Informationen zur Sicherheit
Befolgen Sie bei Verwendung dieses Geräts stets die grundlegenden
Sicherheitsvorkehrungen, um die Verletzungsgefahr durch Brand oder
Stromschlag auf ein Minimum zu reduzieren.
1. Lesen und beachten Sie unbedingt die Anleitungen in der dem Gerät
beiliegenden Dokumentation.
2. Verwenden Sie ausschließlich eine geerdete Steckdose für den
Anschluss dieses Produktes an die Stromversorgung. Wenn Sie sich nicht
sicher sind, ob die Steckdose geerdet ist, so lassen Sie dies durch einen
qualifizierten Elektriker überprüfen.
3. Verwenden Sie beim Anschließen des Geräts an eine Steckdose
ausschließlich das im Lieferumfang enthaltene Netzkabel.
4. Wenn das Gerät das Faxen unterstützt, verwenden Sie das im
Lieferumfang enthaltene Telefonkabel.
5. Beachten Sie sämtliche auf dem Gerät angebrachten Warnhinweise
und Anweisungen.
6. Ziehen Sie vor dem Reinigen des Geräts den Netzstecker.
7. Dieses Gerät darf nicht in der Nähe von Wasser betrieben bzw. von
einer durchnässten Person aufgestellt oder bedient werden.
8. Stellen Sie das Gerät auf einer stabilen und sicheren Unterlage auf.
9. Wählen Sie für das Gerät einen geschützten Standort, an dem keine
Personen auf das Netzkabel treten oder darüber stolpern können. Das
Netzkabel darf nicht beschädigt werden.
10. Wenn das Gerät nicht ordnungsgemäß funktioniert, finden Sie weitere
Informationen unter „Wartung und Fehlerbehebung“ im Onscreen-
Benutzerhandbuch auf der Starter-CD.
11. Im Inneren des Geräts befinden sich keine Teile, die vom Endbenutzer
gewartet werden können. Beauftragen Sie mit Wartung und
Instandsetzung qualifiziertes Kundendienstpersonal.
Consignes de sécurité
Respectez toujours les mesures de sécurité élémentaires lorsque vous utilisez
ce produit afin de réduire les risques de blessures dues au feu ou à un choc
électrique.
1. Lisez attentivement toutes les instructions contenues dans la
documentation livrée avec l’appareil.
2. Utilisez toujours une prise de courant mise à la terre lors du
branchement de ce produit à une source d’alimentation. Si vous ne
savez pas si une prise de courant est mise à la terre, consultez un
électricien qualifié.
3. Lorsque vous branchez l’appareil sur la prise électrique, utilisez
uniquement le cordon d’alimentation fourni.
4. Si votre appareil dispose d’une fonction télécopie, utilisez le cordon
téléphonique fourni.
5. Respectez toutes les instructions et tous les avertissements indiqués
sur l’appareil.
6. Débranchez cet appareil des prises murales avant de procéder à
son nettoyage.
7. N’installez jamais cet appareil près d’une source d’eau, ni si vous
êtes mouillé.
8. Installez l’appareil en toute sécurité sur une surface stable.
9. Installez l’appareil en un lieu protégé où personne ne puisse marcher
sur le cordon ou trébucher sur celui-ci, et où le cordon ne puisse pas
être endommagé.
10. Si l’appareil ne fonctionne pas normalement, reportez-vous à la section
« Entretien et dépannage » du guide de l’utlisateur sur le CD de
démarrage.
11. L’appareil ne contient aucune pièce dont l’entretien doive être réalisé
par l’utilisateur. Confiez l’entretien à du personnel qualifié.
Informazioni sulla sicurezza
Per ridurre il rischio di danni dovuti a incendi o scosse elettriche, quando si
utilizza questo prodotto attenersi sempre alle precauzioni sulla sicurezza.
1. Si consiglia di leggere e apprendere tutte le istruzioni contenute nei
documenti forniti insieme al modello periferica.
2. Per collegare il prodotto a una presa di corrente, usare esclusivamente
una presa elettrica collegata a massa. In caso di dubbio, contattare un
elettricista qualificato per verificare che la presa elettrica sia collegata a
massa.
3. Per collegare la periferica alla presa elettrica di rete, utilizzare solo il
cavo di alimentazione fornito con la periferica stessa.
4. Se la periferica supporta la funzione di trasmissione fax, utilizzare il
cavo telefonico incluso con la periferica.
5. Osservare tutte le avvertenze e le istruzioni indicate sul prodotto.
6. Prima di effettuare le operazioni di pulizia, scollegare il prodotto dalle
prese a muro.
7. Non installare o utilizzare il prodotto nelle vicinanze di acqua o in
luoghi umidi.
8. Installare il prodotto collocandolo su una superficie stabile.
9. Installare il dispositivo in un luogo protetto dove non si possa
inciampare sul cavo di alimentazione che non deve essere
danneggiato.
10. Se il dispositivo non funziona correttamente, vedere la sezione
“Manutenzione e risoluzione dei problemi” della Guida dell’utente in
linea sul CD in dotazione.
11. All’interno non vi sono pezzi su cui l’utente possa effettuare riparazioni.
Per le riparazioni rivolgersi esclusivamente al personale qualificato.
Veiligheidsinformatie
Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit
product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand
of elektrische schokken.
1. Zorg dat u alle instructies in de bij het apparaat geleverde documentatie
heeft gelezen en begrepen.
2. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet
zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een
erkende elektricien.
3. Gebruik alleen het netsnoer dat met dit apparaat is meegeleverd als u
het apparaat op de wandcontactdoos aansluit.
4. Als uw apparaat de faxfunctie ondersteunt, gebruik dan de
telefoonkabel die met het apparaat is meegeleverd.
5. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn
aangegeven.
6. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit
apparaat gaat reinigen.
7. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat
bent.
8. Installeer het product op een stevig, stabiel oppervlak.
9. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan
trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd.
10. Raadpleeg Onderhoud en probleemoplossing in de
gebruikershandleiding op de installatie-cd als het product niet naar
behoren werkt.
11. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen
worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan
erkende onderhoudsmonteurs.
40
De fax installeren
Deze beknopte handleiding verschaft aanwijzingen
voor het installeren van de fax.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de
installatie-cd voor meer informatie over faxfuncties.
LET OP: Als u het meegeleverde snoer niet gebruikt om de
apparaat aan te sluiten op de telefoonaansluiting aan de
wand, kunt u mogelijk niet goed faxen.
Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die
u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. Raadpleeg het
hoofdstuk ”Faxproblemen oplossen“ als het meegeleverde
telefoonsnoer te kort is.
Stap 1: Ga na welk telefoonsysteem (parallel of serieel) u
gebruikt
Voordat u begint met het installeren van het apparaat
voor het uitvoeren van faxtaken, moet u bepalen welk
soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt.
OPMERKING: De instructies voor het instellen van de fax
verschillen, afhankelijk van de vraag of u een serieel of
een parallel telefoonsysteem hebt.
Als uw land/regio niet voorkomt in de volgende lijst,
gebruikt u waarschijnlijk een serieel telefoonsysteem.
Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u
gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw
telefoonmaatschappij.
Landen/regio’s met parallelle
telefoonsystemen
In een parallel telefoonsysteem kunt u gedeelde
telefoonapparatuur met de telefoonlijn verbinden via de
"2-EXT"-poort op de achterzijde van het apparaat.
OPMERKING: Wij raden u in dat geval aan om het
apparaat aan te sluiten op de telefoonaansluiting met
het tweeaderige telefoonsnoer dat bij het apparaat
werd geleverd.
Ga naar ”Stap 2: Bepaal het type telefoonlijn (speciaal
of gedeeld)“ als u een parallel telefoonsysteem gebruikt.
Landen/regio’s met seriële
telefoonsystemen
Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, kan het type
connector op uw gedeelde apparatuur voor telefonie
(modems, telefoon en antwoordapparaten) niet fysiek
worden aangesloten op de 2-EXT-poort op het
apparaat. In dit geval moet alle apparatuur worden
aangesloten op de telefoonaansluiting.
OPMERKING: In sommige landen/regio’s waar seriële
telefoonsystemen worden gebruikt, is het telefoonsnoer
dat bij het apparaat is meegeleverd soms voorzien van
een extra stekker. Hiermee kunt u ook andere
telecomapparaten op dezelfde telefoonaansluiting
aansluiten waarop ook het apparaat is aangesloten.
Raadpleeg de faxconfiguratiewebsite voor uw land/
regio voor informatie over hoe u het apparaat installeert
om te faxen met een serieel telefoonsysteem.
Argentinië Australië Brazilië
Canada Chili China
Colombia Griekenland India
Indonesië Ierland Japan
Korea Latijns-Amerika Maleisië
Mexico Filippijnen Polen
Portugal Rusland Saoedi-Arabië
Singapore Spanje Taiwan
Thailand V.S. Venezuela
Vietnam
Oostenrijk www.hp.com/at/faxconfig
België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig
België (Frans) www.hp.be/fr/faxconfig
Denemarken www.hp.dk/faxconfig
41
Nederlands
OPMERKING: Ga naar ”Stap 3: De faxinstellingen
beheren en configureren nadat u het apparaat hebt
ingesteld om te faxen.
Stap 2: Bepaal het type telefoonlijn (speciaal of gedeeld)
Als u hebt vastgesteld dat u een parallel telefoonsysteem
hebt, gaat u na of het apparaat over zijn eigen
telefoonlijn zal beschikken (speciale telefoonlijn) of het
de telefoonlijn met andere apparaten zal delen
(gedeelde telefoonlijn).
OPMERKING: Als u een voicemailservice hebt op
hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt,
kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de
faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf
aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te
beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch
ontvangt, neemt u contact op met uw
telefoonmaatschappij voor een abonnement op een
service voor specifieke belsignalen of om een aparte
telefoonlijn aan te vragen voor het faxen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op het scherm van
de installatie-cd om de instelling Automatisch
Antwoorden te wijzigen.
Aparte telefoonlijn
Gebruik dit gedeelte als u van plan bent het volgende
soort telefoonlijn te gebruiken voor de fax:
Aparte telefoonlijn (de lijn wordt niet gedeeld met
andere apparaten, zoals een telefoon of
antwoordapparaat).
Aparte telefoonlijn die niet met andere apparaten
wordt gedeeld maar waarvoor wel een abonnement
bestaat op een service met een specifiek belsignaal.
Een telefooncentrale- (PBX) of ISDN-lijn. Raadpleeg
de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor
meer informatie over PBX- en ISDN-lijnen.
1. Koppel alle telefoonapparaten los van de
telefoonaansluiting als u de apparaat gaat
verbinden.
2. Plaats het bij de apparaat geleverde telefoonsnoer
tussen de 1-LINE-poort op de apparaat en de
telefoonaansluiting.
3. Als u bent geabonneerd op een service voor
specifieke belsignalen, moet u de instelling
Antwoorden op rinkelsignaal wijzigen naar het
rinkelsignaal dat de telefoonmaatschappij aan uw
faxnummer heeft toegekend, zoals dubbele
belsignalen of drievoudige belsignalen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de
installatie-cd voor meer informatie over het
veranderen van deze instelling.
4. Ga naar ”Stap 3: De faxinstellingen beheren en
configureren“.
OPMERKING: Uw apparaat staat standaard ingesteld
op het beantwoorden van alle belpatronen. Als u niet
het correcte belpatroon instelt dat de
telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft
toegewezen, bestaat de kans dat het apparaat zowel
gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat het
apparaat helemaal niet reageert.
Finland www.hp.fi/faxconfig
Frankrijk www.hp.com/at/faxconfig
Duitsland www.hp.com/de/faxconfig
Ierland www.hp.com/de/faxconfig
Italië www.hp.com/de/faxconfig
Noorwegen www.hp.no/faxconfig
Nederland www.hp.nl/faxconfig
Portugal www.hp.pt/faxconfig
Spanje www.hp.es/faxconfig
Zweden www.hp.se/faxconfig
Zwitserland (Frans) www.hp.com/ch/fr/faxconfig
Zwitserland (Duits) www.hp.com/ch/de/faxconfig
Verenigd Koninkrijk www.hp.com/uk/faxconfig
42
Gedeelde telefoonlijn
Als de fax de telefoonlijn met andere apparaten, zoals
een telefoon, antwoordapparaat, computer of
computermodem of beller-ID-kastje, zal delen of als uw
lijn ook over voicemailservices beschikt, moet u deze
aanwijzingen volgen om te bepalen hoe u de fax moet
instellen.
1. Volg de stappen voor het gedeelte ”Aparte
telefoonlijn“.
2. Sluit bijkomende apparaten aan op de 2-EXT-poort
aan de achterzijde van de apparaat.
3. Met de volgende tabellen kunt u de rest van uw
faxconfiguratie bepalen.
De faxinstallatietabellen gebruiken
Bepaal hoe u gebruik zult maken van de telefoonlijn die uw faxtoestel zal gebruiken, en gebruik dan de
faxinstallatietabellen om u te helpen bij het instellen van de faxfunctie op uw apparaat. Zie ”De faxinstallatietabellen
gebruikenop pagina 46 voor informatie over de manier waarop u die tabellen moet lezen.
Tabel 1 Gesprekken en faxen
Tabel 2 Fax en internet
2-EXT
Gesprekken en faxen (zie Tabel 1) Gesprekken, faxen en internet (inbellen) (zie Tabel 3)
Fax en internet (zie Tabel 2) Gesprekken, faxen en internet (DSL) (zie Tabel 4)
Welke apparaten wilt u
verbinden met de
apparaat?
Telefoon Telefoon
Antwoordapparaat
Heeft uw lijn een service
met specifiek belsignaal?
Nee Ja Nee Ja
Uw faxinstallatie zou er zo
moeten uitzien...
Volg dan configuratie #
3 1, 9, 2 1, 7 1, 9, 7
Welke apparaten wilt u
verbinden met de
apparaat?
Computer
Modem
Welk lijntype wilt u met het
internet verbinden?
Inbellen DSL
Uw faxinstallatie zou er zo
moeten uitzien...
Volg dan configuratie #
4, 5, 1, 2, 6 8, 1, 2, 6
Splitter
DSL-filter
43
Nederlands
Tabel 3 Gesprekken, faxen en internet (inbellen)
Gebruik deze tabel als u een telefoon, een computer en
een computermodem op het apparaat aansluit.
OPMERKING: Zie Tabel4 als u een verbinding met het
internet maakt via een DSL-lijn..
Tabel 4 Gesprekken, faxen en internet (DSL)
Gebruik deze tabel als u een telefoon, een computer en
een computermodem op het apparaat aansluit.
OPMERKING: Als u verbinding maakt met het internet
via een inbelmodem, zie Tabel3.
Sluit u een
antwoordapparaat aan
op het apparaat?
Nee Ja
Heeft uw lijn een service
met specifiek
belsignaal?
Nee Ja Nee Ja
Uw faxinstallatie zou er
zo moeten uitzien...
Volg dan configuratie #
4, 10, 5, 3 4, 10, 5, 3, 9 4, 10, 5, 1, 7 4, 10, 5, 1, 9, 7
Splitter
Splitter
Sluit u een
antwoordapparaat aan
op het apparaat?
Nee Ja
Heeft uw lijn een dienst
met specifiek
belsignaal?
Nee Ja Nee Ja
Uw faxinstallatie zou er
zo moeten uitzien...
Volg dan configuratie #
8, 3 8, 3, 9 8, 1, 7 8, 1, 9, 7
2
Splitter
DSL-filter
Splitter
DSL-filter
44
Configuratierichtlijn
Configuratie # Configuratieaanwijzingen
1 Stel het apparaat in op het automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
2 (Optioneel) Wijzig de instelling Aantal belsignalen naar een of twee keer rinkelen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
3 Bepaal hoe het apparaat oproepen moet beantwoorden: automatisch of handmatig.
Als u de apparaat instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen, verloopt het
beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het ontvangen van faxen automatisch.
De apparaat zal in dat geval geen onderscheid kunnen maken tussen binnenkomende oproepen en
faxberichten. Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u deze
beantwoorden voordat de apparaat de oproep beantwoordt.
Als u de apparaat instelt op het handmatig beantwoorden van faxoproepen, moet u aanwezig zijn
om de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de apparaat anders geen faxen kan
ontvangen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
4
(Modem voor inbellen)
U kunt de modem en de apparaat niet gelijktijdig gebruiken omdat de computermodem de telefoonlijn
deelt met de apparaat. U kunt bijvoorbeeld de apparaat niet gebruiken om te faxen wanneer u de
computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of om te surfen op het internet.
5
(Modem voor inbellen)
Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de
computer, moet u die instelling uitschakelen.
Voorzichtig: De apparaat kan geen faxberichten ontvangen als u de instelling voor het automatisch
ontvangen van faxberichten niet uitschakelt in de software van uw computermodem.
6 Wanneer de telefoon gaat, neemt de apparaat automatisch op na het aantal belsignalen dat u in
Aantal belsignalen hebt opgegeven. Vervolgens verzendt het apparaat faxontvangsttonen naar het
apparaat dat het faxbericht verzendt en ontvangt het apparaat het faxbericht.
7
(Antwoordapparaat)
Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na vier keer rinkelen of minder.
Wijzig de instelling Aantal belsignalen op het apparaat naar zes keer rinkelen.
Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal keren
overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De apparaat controleert ondertussen de
telefoonlijn en “luistert” of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen
worden gedetecteerd, zendt de apparaat faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er
geen faxtonen worden waargenomen, stopt de apparaat met het controleren van de lijn en kan het
antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt.
8 Alleen DSL-lijnen: U zult bijkomende DSL-filters moeten kopen voor alle apparaten (telefoon, computer)
waarmee de DSL-telefoonlijn wordt gedeeld. Raadpleeg uw internet service provider voor bijkomende
informatie over de DSL-filtertypes die u nodig heeft.
9
(Service voor
specifieke belsignalen)
Wijzig de instelling Antwoorden op rinkelsignaal naar het rinkelsignaal dat de telefoonmaatschappij
aan uw faxnummer heeft toegekend, zoals dubbele belsignalen of drievoudige belsignalen.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van
deze instelling.
OPMERKING: Uw apparaat staat standaard ingesteld op het beantwoorden van alle belpatronen. Als u
niet het correcte belpatroon instelt dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegewezen,
bestaat de kans dat het apparaat zowel gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat het apparaat
helemaal niet reageert.
45
Nederlands
10 Er zijn twee verschillende manieren waarop u het apparaat kunt configureren voor gebruik met uw
computer op basis van het aantal telefoonpoorten op uw computer. U hebt ook bijkomende
telefoonsnoeren nodig (minstens 3 als uw computer slechts één telefoonpoort heeft en minstens twee als
uw computer twee telefoonpoorten heeft).
Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee telefoonpoorten beschikt:
Computer met één telefoonpoort
Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler) aanschaffen.
Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde.
Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee
RJ-11-poorten aan de achterzijde. U kunt een parallelle splitter kopen in een elektronicawinkel die
telefoonaccessoires verkoopt.
1. Verbind het ene uiteinde van het bijgeleverde telefoonsnoer met de wandcontactdoos en het andere
uiteinde met de 1-LINE-poort op het apparaat.
2. Verbind het ene uiteinde van een tweede telefoonsnoer met de 2-EXT-poort op het apparaat en het
andere uiteinde met de voorzijde van de parallelle splitter (het uiteinde met één telefoonpoort).
3. Verbind het ene uiteinde van een derde telefoonsnoer met de achterzijde van de parallelle splitter
(het uiteinde met twee telefoonpoorten) en het andere uiteinde met de computer.
4. Verbind het ene uiteinde van een vierde telefoonsnoer met de laatste open poort op de parallelle
splitter en het andere uiteinde met een telefoon of antwoordapparaat. Als u zowel een telefoon als
een antwoordapparaat wilt verbinden, verbindt u het vierde telefoonsnoer met het
antwoordapparaat waarna u met een vijfde telefoonsnoer het antwoordapparaat verbindt met de
telefoon.
OPMERKING: Als u het antwoordapparaat niet op deze manier verbindt, worden de faxtonen van
een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk vastgelegd op het antwoordapparaat en kunt u
geen faxen ontvangen met het apparaat.
Computer met twee telefoonpoorten
Als de computer over twee telefoonpoorten beschikt, verbindt u met de volgende stappen het apparaat
met de computer:
1. Verbind het ene uiteinde van het bijgeleverde telefoonsnoer met de wandcontactdoos en het andere
uiteinde met de 1-LINE-poort op het apparaat.
2. Verbind het ene uiteinde van een tweede telefoonsnoer met de 2-EXT-poort op het apparaat en het
andere uiteinde met de IN-poort op de computer.
3. Verbind het ene uiteinde van een derde telefoonsnoer met de OUT-poort op de computer en het
andere uiteinde met een telefoon of antwoordapparaat. Als u zowel een telefoon als een
antwoordapparaat wilt verbinden, verbindt u het derde telefoonsnoer met het antwoordapparaat
waarna u het antwoordapparaat verbindt met de telefoon.
OPMERKING: Als u het antwoordapparaat niet op deze manier verbindt, worden de faxtonen van
een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk vastgelegd op het antwoordapparaat en kunt u
geen faxen ontvangen met het apparaat.
46
De faxinstallatietabellen gebruiken
Zodra u heeft bepaald hoe de faxinstallatietabellen te gebruiken, gaat u als volgt tewerk:
Op de eerste rij bepaalt u welke andere apparaten
de telefoonlijn zullen delen met de all-in-one (telefoon,
computer, antwoordapparaat).
Op de volgende rijen bepaalt u of de telefoonlijn
beschikt over speciale diensten (voicemail of specifieke
belsignalen) en bepaalt u of u een inbel- of DSL-modem
hebt, indien de telefoonlijn met een computer zal
worden gebruikt.
Op de volgende rij vindt u een voorbeeld van hoe
uw faxinstallatie er zou kunnen uitzien op het vlak van
verbindingen van diverse apparaten met de all-in-one.
Op de laatste rij van de tabel vindt u getallen die
overeenstemmen met de ”Configuratierichtlijn“ tabel op
pagina 44. Met de tabel ”Configuratierichtlijn“ kunt u
de all-in-one zo installeren dat hij het best werkt op
basis van de manier waarop uw all-in-one is
geïnstalleerd.
OPMERKING: U moet de getallen volgen zoals ze
voorkomen op de laatste rij van elke faxinstallatietabel.
Als u de stappen niet in de juiste volgorde zet, kan dit
leiden tot problemen bij de faxinstallatie.
Stap 3: De faxinstellingen beheren en configureren
Nadat u het apparaat op een telefoonlijn hebt
aangesloten, stelt u de faxkopinformatie, datum- en
tijdinstellingen, en land/regio-instellingen in.
Als u de apparaat rechtstreeks met een computer wilt
verbinden, installeert u de software van de apparaat en
opent u dan de faxinstallatiewizard (Windows) of HP
Apparaatbeheer (Mac OS). U kunt deze tools ook later
nog openen vanuit Solution Center (Windows) of HP
Apparaatbeheer (Mac OS).
De instellingen kunt u ook vanuit het bedieningspaneel
configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding op
de installatie-cd voor meer informatie over het
bedieningspaneel.
Als uw apparaat op een netwerk aangesloten is, kunt u
de faxinstellingen ook configureren vanaf de
geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg de
gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer
informatie over het bedieningspaneel.
47
Nederlands
Stap 4: Faxinstellingen testen
U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de
apparaat te controleren en om na te gaan of de
instellingen juist zijn om te kunnen faxen. De test doet
het volgende:
Test de faxhardware
Controleert op de aanwezigheid van een kiestoon
Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is
aangesloten
Controleert de aanwezigheid van een kiestoon
Controleert op de aanwezigheid van een actieve
telefoonlijn
Controleert de status van de telefoonlijnverbinding
De apparaat drukt een verslag af met het testresultaat.
Als de test mislukt, bekijkt u het verslag voor informatie
over hoe u het probleem kunt oplossen en voert u de test
opnieuw uit. Zie ”Faxproblemen oplossen“ voor meer
informatie over het oplossen van problemen.
Faxinstellingen testen
1. Stel de apparaat in op faxen volgens de installatie-
instructies voor thuis of op kantoor.
2. Zorg ervoor dat de printcartridges en printkoppen
zijn geïnstalleerd en dat volledige vellen papier in
de invoerlade zijn geplaatst voordat u begint met de
test.
3. Druk vanaf het bedieningspaneel op Installeren.
4. Selecteer Tools en selecteer vervolgens Faxtest
uitvoeren.
De apparaat geeft de status van de test weer op het
scherm en drukt een rapport af.
5. Bekijk het rapport.
Als de test geslaagd is en u nog steeds
problemen heeft bij het faxen, controleer dan de
faxinstellingen die in het rapport zijn vermeld om
na te gaan of de instellingen correct zijn. Een
lege of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen
veroorzaken.
Als de test is mislukt, kunt u in het rapport
informatie vinden over het oplossen van de
aangetroffen problemen.
Stap 5: Snelkiescodes installeren
U kunt faxnummers of groepen faxnummers opslaan als
snelkiesnummers. Snelkiesnummers 1 tot 5 zijn
gekoppeld aan de vijf overeenstemmende
snelkeuzeknoppen op het bedieningspaneel. Hiermee
kunt u snel nummers via het bedieningspaneel kiezen.
OPMERKING: Als uw apparaat op een netwerk is
aangesloten, kunt u ook snelkiescodes installeren via de
geïntegreerde webserver.
Raadpleeg de gebruikershandleiding op het scherm van
de installatie-cd voor informatie over het instellen en
gebruiken van snelkiesnummers.
Snelkiescodes installeren
1. Druk vanaf het bedieningspaneel op Installeren.
2. Selecteer Snelkiesinstelling en voer een van de
volgende handelingen uit:
Een code toevoegen of wijzigen: Selecteer
Individuele snelkiescode of Groepssnelkiescode
en ga met de pijltjestoetsen naar een ongebruikt
codenummer, of typ een nummer in op het
toetsenblok. Typ het faxnummer in en druk dan
op OK. Vergeet niet om eventuele pauzes en
andere noodzakelijke nummers in te voeren,
zoals het kengetal, een toegangscode voor
nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9
of 0) of een kengetal voor internationaal bellen.
Typ de naam met het numerieke toetsenblok en
druk op OK.
Een of alle codes verwijderen: Selecteer
Snelkiezen verwijderen, druk op de
pijltjestoetsen om het snelkiesnummer te
markeren dat u wilt verwijderen, en druk
vervolgens op OK.
48
Faxproblemen oplossen
Raadpleeg het testrapport voor mogelijke oplossingen als een door u uitgevoerde faxtest is mislukt. Raadpleeg de
gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer specifieke informatie.
Het apparaat heeft problemen
met het verzenden en
ontvangen van faxen
Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd.
Andere apparatuur, die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat, is in gebruik.
Controleer of extra telefoontoestellen (telefoons op dezelfde telefoonlijn, maar niet verbonden
met het apparaat) of andere apparatuur niet in gebruik zijn of niet van de haak zijn. U kunt het
apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als een telefoon die gebruikmaakt van
dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te
surfen op het internet.
Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan de splitter problemen veroorzaken bij het faxen. Probeer
het apparaat rechtstreeks te verbinden met de wandcontactdoos.
Verbind het ene uiteinde van het telefoonsnoer met de wandcontactdoos en het andere uiteinde
met de poort met het label 1-LINE achter aan het apparaat.
Probeer een functionerende telefoon rechtstreeks te verbinden met de wandcontactdoos en
controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de
telefoonmaatschappij om de lijn te laten controleren.
U moet het apparaat verbinden met een analoge telefoonlijn, anders kunt u geen faxen
verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, verbindt u een
gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een kiestoon te horen is. Als u geen
normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk ingesteld voor digitale telefoons. Verbind het
apparaat met een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of te ontvangen.
Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis)
kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een
telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is
van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer
nogmaals te faxen.
Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een DSL-filter aansluiten.
Zonder filter kunt u niet faxen.
Als u een telefooncentrale (PBX) of ISDN gebruikt, controleert u of het apparaat is verbonden met
de juiste poort en of de terminaladapter goed is ingesteld op het correcte soort schakelaar voor
uw land/regio.
49
Nederlands
Het apparaat kan faxen
verzenden maar geen faxen
ontvangen
Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de functie
Specifieke belsignalen op het apparaat is ingesteld op Alle belsignalen.
Als Automatisch antwoorden op Uit staat of als u een voicemailservice gebruikt op het
telefoonnummer waarop u ook faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig
ontvangen.
Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als het apparaat, moet u controleren
of de software van de modem niet is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen.
Als u een antwoordapparaat op dezelfde telefoonlijn hebt als het apparaat:
Controleer of het antwoordapparaat goed functioneert.
Zorg ervoor dat uw instellingen er uitzien zoals in het tweede voorbeeld in Tabel 1 op
pagina 42.
Zorg dat het apparaat is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen.
Controleer of de instelling Keren rinkelen om te antwoorden de telefoon vaker laat overgaan
dan het antwoordapparaat.
Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen.
Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in
een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het
einde van het gesproken bericht.
De test mislukt mogelijk door de aanwezigheid van andere apparatuur die op dezelfde telefoonlijn
is aangesloten. U kunt alle andere apparaten loskoppelen en de test nogmaals uitvoeren. Als de
kiestoondetectietest slaagt, worden de problemen veroorzaakt door een of meer van de andere
apparaten. Voeg de apparaten een voor een toe en voer na elk toegevoegd onderdeel de test uit,
totdat u kunt vaststellen welk apparaat het probleem veroorzaakt.
Het apparaat kan geen faxen
verzenden, maar wel faxen
ontvangen.
Het apparaat kiest te snel of te vroeg. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen door “9” te
kiezen, voegt u als volgt een pauze in: 9-XXX-XXXX (waarbij XXX-XXXX het faxnummer is
waarnaar u verzendt). Als u een pauze wilt invoegen, drukt u op Opnieuw kiezen/pauze of
drukt u meerdere malen op de knop Spatie (#) totdat op het scherm een streepje (-) verschijnt.
Op het scherm wordt altijd
Telefoon van haak
weergegeven
U gebruikt het verkeerde telefoonsnoer. Zie de eerste twee problemen onder ”Het apparaat heeft
problemen met het verzenden en ontvangen van faxen“ op pagina 48.
Het apparaat heeft problemen
met het verzenden van een
handmatige fax
Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een tweeaderig telefoonsnoer
wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada,
Chili, China, Colombia, Griekenland, India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika,
Maleisië, Mexico, Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje,
Taiwan, Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam.
Zorg ervoor dat uw instellingen er uitzien zoals het eerste voorbeeld in Tabel 1 op pagina 42.
Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is verbonden met het
apparaat, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op de telefoon.
Er worden faxtonen
opgenomen op mijn
antwoordapparaat
Raadpleeg de informatie over problemen met antwoordapparaten voor het thema ”Het apparaat
kan faxen verzenden maar geen faxen ontvangen“ in deze tabel.
50
Het bij het apparaat geleverde
telefoonsnoer is niet lang
genoeg
Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een
verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een
elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een extra telefoonsnoer
nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt.
1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer, verbind het ene uiteinde met het
verbindingsstuk en verbind het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE op de
achterzijde van het apparaat.
2. Verbind het tweede telefoonsnoer met de open poort op het verbindingsstuk en de
wandcontactdoos.
51
Nederlands
Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard
A
. Duur van beperkte garantie
1. Hewlett-Packard (HP) garandeert de eindgebruiker dat bovenstaande HP-producten vrij van materiaal- en fabricagedefecten zijn
gedurende de hierboven aangegeven periode, die begint op de datum van aankoop door de klant. De klant moet een bewijs van
de datum van aankoop kunnen overleggen.
2. Met betrekking tot softwareproducten is de beperkte garantie van HP uitsluitend geldig voor het niet kunnen uitvoeren van
programmeringsinstructies. HP garandeert niet dat de werking van een product ononderbroken of vrij van fouten is.
3. De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die zich voordoen als resultaat van een normaal gebruik van het product
en is niet van toepassing in de volgende gevallen:
a. onjuist of onvoldoende onderhoud of wijziging van het product;
b. software, interfaces, afdrukmateriaal, onderdelen of benodigdheden die niet door HP worden geleverd of ondersteund;
c. gebruik dat niet overeenstemt met de specificaties van het product;
d. onrechtmatige wijzigingen of verkeerd gebruik.
4. Voor HP printerproducten is het gebruik van een cartridge die niet door HP is geleverd of een nagevulde cartridge niet van
invloed op de garantie aan de klant of een contract voor ondersteuning dat met de klant is gesloten. Als echter een defect of
beschadiging van de printer toegewezen kan worden aan het gebruik van een cartridge die niet van HP afkomstig is, een
nagevulde cartridge of een verlopen inktcartridge, brengt HP de gebruikelijke tijd- en materiaalkosten voor het repareren van de
printer voor het betreffende defect of de betreffende beschadiging in rekening.
5. Als HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een softwareproduct, in
afdrukmateriaal of in een inktproduct dat onder de garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP vervangen. Als HP
tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een hardwareproduct dat onder de
garantie van HP valt, wordt naar goeddunken van HP het defecte product door HP gerepareerd of vervangen.
6. Als het defecte product niet door HP respectievelijk gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het
defecte product dat onder de garantie valt, terugbetalen binnen een redelijke termijn nadat HP kennisgeving van het defect heeft
ontvangen.
7. HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling tot de klant het defecte product aan HP geretourneerd heeft.
8. Een eventueel vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn, vooropgesteld dat het ten minste dezelfde functionaliteit heeft
als het product dat wordt vervangen.
9. De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's waar het gegarandeerde product door HP wordt gedistribueerd, met
uitzondering van het Midden-Oosten, Afrika, Argentinië, Brazilië, Mexico, Venezuela en de tot Frankrijk behorende zogenoemde
"Départements d'Outre Mer". Voor de hierboven als uitzondering vermelde landen/regio's, is de garantie uitsluitend geldig in het
land/de regio van aankoop. Contracten voor extra garantieservice, zoals service op de locatie van de klant, zijn verkrijgbaar bij
elk officieel HP-servicekantoor in landen/regio's waar het product door HP of een officiële importeur wordt gedistribueerd.
10. Er wordt geen garantie gegeven op HP-inktpatronen die zijn nagevuld, opnieuw zijn geproduceerd, zijn opgeknapt en verkeerd
zijn gebruikt of waarmee op enigerlei wijze is geknoeid.
B. Garantiebeperkingen
IN ZOVERRE DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, BIEDEN NOCH HP, NOCH LEVERANCIERS (DERDEN)
ANDERE UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE
PRODUCTEN VAN HP EN WIJZEN ZIJ MET NAME DE STILZWIJGENDE GARANTIES EN VOORWAARDEN VAN
VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF.
C. Beperkte aansprakelijkheid
1. Voor zover bij de plaatselijke wetgeving toegestaan, zijn de verhaalsmogelijkheden in deze beperkte garantie de enige en
exclusieve verhaalsmogelijkheden voor de klant.
2. VOORZOVER DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE
VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN LEVERANCIERS (DERDEN) ONDER GEEN BEDING
AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, OF DIT NU
GEBASEERD IS OP CONTRACT, DOOR BENADELING OF ENIGE ANDERE JURIDISCHE THEORIE, EN ONGEACHT OF HP
VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS.
D. Lokale wetgeving
1. Deze garantieverklaring verleent de klant specifieke juridische rechten. De klant kan over andere rechten beschikken die in de
V.S. van staat tot staat, in Canada van provincie tot provincie en elders van land tot land of van regio tot regio kunnen
verschillen.
2. In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de plaatselijke wetgeving, zal deze garantieverklaring als aangepast en
in overeenstemming met dergelijke plaatselijke wetgeving worden beschouwd. Krachtens een dergelijke plaatselijke wetgeving is
het mogelijk dat bepaalde afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring niet op de klant van toepassing zijn. Sommige
staten in de Verenigde Staten en bepaalde overheden buiten de Verenigde Staten (inclusief provincies in Canada) kunnen
bijvoorbeeld:
a. voorkomen dat de afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring de wettelijke rechten van een klant beperken
(bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk);
b. op andere wijze de mogelijkheid van een fabrikant beperken om dergelijke niet-aansprakelijkheidsverklaringen of beperkingen
af te dwingen;
c. de klant aanvullende garantierechten verlenen, de duur van de impliciete garantie bepalen waarbij het niet mogelijk is dat de
fabrikant zich niet aansprakelijk verklaart of beperkingen ten aanzien van de duur van impliciete garanties niet toestaan.
3. DE IN DEZE VERKLARING GESTELDE GARANTIEVOORWAARDEN VORMEN, BEHALVE IN DE WETTELIJK TOEGESTANE
MATE, GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF WIJZIGING VAN, MAAR EEN AANVULLING OP DE VERPLICHTE EN
WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN HP-PRODUCTEN.
HP Fabrieksgarantie
Geachte klant,
A
ls bijlage ontvangt u hierbij een lijst met daarop de naam en het adres van de HP vestiging in uw land waar u terecht kunt voor de HP
fabrieksgarantie.
Naast deze fabrieksgarantie kunt u op basis van nationale wetgeving tevens jegens uw verkoper rechten putten uit de
verkoopovereenkomst. De HP fabrieksgarantie laat de wettelijke rechten onder de toepasselijke nationale wetgeving onverlet.
Nederland: Hewlett-Packard Nederland BV, Orteliuslaan 1000, 3528 BD Utrecht
Belgique: Hewlett-Packard Belgium BVBA/SPRL, Luchtschipstraat 1, B-1140 Brussels
HP product Duur van beperkte garantie
Softwaremedia 90 dagen
Printer 1 jaar
Print- of inktcartridges Tot het HP inktpatroon leeg is of de "einde garantie"-datum
(vermeld op het inktpatroon) is bereikt, afhankelijk van wat het eerst
van toepassing is. Deze garantie dekt geen HP inktproducten die
opnieuw zijn gevuld, opnieuw zijn gefabriceerd of zijn gerepareerd,
noch HP inktproducten die op verkeerde wijze zijn gebruikt of
behandeld.
Accessoires 1 jaar tenzij anders vermeld

Documenttranscriptie

Informationen zur Sicherheit Consignes de sécurité Befolgen Sie bei Verwendung dieses Geräts stets die grundlegenden Sicherheitsvorkehrungen, um die Verletzungsgefahr durch Brand oder Stromschlag auf ein Minimum zu reduzieren. Respectez toujours les mesures de sécurité élémentaires lorsque vous utilisez ce produit afin de réduire les risques de blessures dues au feu ou à un choc électrique. 1. Lesen und beachten Sie unbedingt die Anleitungen in der dem Gerät beiliegenden Dokumentation. 1. Lisez attentivement toutes les instructions contenues dans la documentation livrée avec l’appareil. 2. Verwenden Sie ausschließlich eine geerdete Steckdose für den Anschluss dieses Produktes an die Stromversorgung. Wenn Sie sich nicht sicher sind, ob die Steckdose geerdet ist, so lassen Sie dies durch einen qualifizierten Elektriker überprüfen. 2. Utilisez toujours une prise de courant mise à la terre lors du branchement de ce produit à une source d’alimentation. Si vous ne savez pas si une prise de courant est mise à la terre, consultez un électricien qualifié. 3. Verwenden Sie beim Anschließen des Geräts an eine Steckdose ausschließlich das im Lieferumfang enthaltene Netzkabel. 3. Lorsque vous branchez l’appareil sur la prise électrique, utilisez uniquement le cordon d’alimentation fourni. 4. Wenn das Gerät das Faxen unterstützt, verwenden Sie das im Lieferumfang enthaltene Telefonkabel. 4. Si votre appareil dispose d’une fonction télécopie, utilisez le cordon téléphonique fourni. 5. Beachten Sie sämtliche auf dem Gerät angebrachten Warnhinweise und Anweisungen. 5. Respectez toutes les instructions et tous les avertissements indiqués sur l’appareil. 6. Ziehen Sie vor dem Reinigen des Geräts den Netzstecker. 6. 7. Dieses Gerät darf nicht in der Nähe von Wasser betrieben bzw. von einer durchnässten Person aufgestellt oder bedient werden. Débranchez cet appareil des prises murales avant de procéder à son nettoyage. 7. 8. Stellen Sie das Gerät auf einer stabilen und sicheren Unterlage auf. N’installez jamais cet appareil près d’une source d’eau, ni si vous êtes mouillé. 9. Wählen Sie für das Gerät einen geschützten Standort, an dem keine Personen auf das Netzkabel treten oder darüber stolpern können. Das Netzkabel darf nicht beschädigt werden. 8. Installez l’appareil en toute sécurité sur une surface stable. 9. Installez l’appareil en un lieu protégé où personne ne puisse marcher sur le cordon ou trébucher sur celui-ci, et où le cordon ne puisse pas être endommagé. 10. Wenn das Gerät nicht ordnungsgemäß funktioniert, finden Sie weitere Informationen unter „Wartung und Fehlerbehebung“ im OnscreenBenutzerhandbuch auf der Starter-CD. 11. Im Inneren des Geräts befinden sich keine Teile, die vom Endbenutzer gewartet werden können. Beauftragen Sie mit Wartung und Instandsetzung qualifiziertes Kundendienstpersonal. 10. Si l’appareil ne fonctionne pas normalement, reportez-vous à la section « Entretien et dépannage » du guide de l’utlisateur sur le CD de démarrage. 11. L’appareil ne contient aucune pièce dont l’entretien doive être réalisé par l’utilisateur. Confiez l’entretien à du personnel qualifié. Informazioni sulla sicurezza Veiligheidsinformatie Per ridurre il rischio di danni dovuti a incendi o scosse elettriche, quando si utilizza questo prodotto attenersi sempre alle precauzioni sulla sicurezza. Volg altijd de standaard veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van dit product. Op deze manier beperkt u het risico van verwondingen door brand of elektrische schokken. 1. Si consiglia di leggere e apprendere tutte le istruzioni contenute nei documenti forniti insieme al modello periferica. 2. Per collegare il prodotto a una presa di corrente, usare esclusivamente una presa elettrica collegata a massa. In caso di dubbio, contattare un elettricista qualificato per verificare che la presa elettrica sia collegata a massa. 1. Zorg dat u alle instructies in de bij het apparaat geleverde documentatie heeft gelezen en begrepen. 2. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een erkende elektricien. 3. Per collegare la periferica alla presa elettrica di rete, utilizzare solo il cavo di alimentazione fornito con la periferica stessa. 3. Gebruik alleen het netsnoer dat met dit apparaat is meegeleverd als u het apparaat op de wandcontactdoos aansluit. 4. Se la periferica supporta la funzione di trasmissione fax, utilizzare il cavo telefonico incluso con la periferica. 4. Als uw apparaat de faxfunctie ondersteunt, gebruik dan de telefoonkabel die met het apparaat is meegeleverd. 5. Osservare tutte le avvertenze e le istruzioni indicate sul prodotto. 5. 6. Prima di effettuare le operazioni di pulizia, scollegare il prodotto dalle prese a muro. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het product zijn aangegeven. 6. Non installare o utilizzare il prodotto nelle vicinanze di acqua o in luoghi umidi. Trek de stekker van het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit apparaat gaat reinigen. 7. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat bent. 8. Installeer het product op een stevig, stabiel oppervlak. 9. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd. 7. 8. Installare il prodotto collocandolo su una superficie stabile. 9. Installare il dispositivo in un luogo protetto dove non si possa inciampare sul cavo di alimentazione che non deve essere danneggiato. 10. Se il dispositivo non funziona correttamente, vedere la sezione “Manutenzione e risoluzione dei problemi” della Guida dell’utente in linea sul CD in dotazione. 10. Raadpleeg Onderhoud en probleemoplossing in de gebruikershandleiding op de installatie-cd als het product niet naar behoren werkt. 11. All’interno non vi sono pezzi su cui l’utente possa effettuare riparazioni. Per le riparazioni rivolgersi esclusivamente al personale qualificato. 11. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs. De fax installeren Deze beknopte handleiding verschaft aanwijzingen voor het installeren van de fax. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over faxfuncties. LET OP: Als u het meegeleverde snoer niet gebruikt om de apparaat aan te sluiten op de telefoonaansluiting aan de wand, kunt u mogelijk niet goed faxen. Dit speciale telefoonsnoer verschilt van de telefoonsnoeren die u mogelijk thuis of op kantoor gebruikt. Raadpleeg het hoofdstuk ”Faxproblemen oplossen“ als het meegeleverde telefoonsnoer te kort is. Stap 1: Ga na welk telefoonsysteem (parallel of serieel) u gebruikt Voordat u begint met het installeren van het apparaat voor het uitvoeren van faxtaken, moet u bepalen welk soort telefoonsysteem in uw land/regio wordt gebruikt. De instructies voor het instellen van de fax verschillen, afhankelijk van de vraag of u een serieel of een parallel telefoonsysteem hebt. OPMERKING: Als uw land/regio niet voorkomt in de volgende lijst, gebruikt u waarschijnlijk een serieel telefoonsysteem. Als u niet zeker weet welk type telefoonsysteem u gebruikt (serieel of parallel), kunt u dat navragen bij uw telefoonmaatschappij. Landen/regio’s met parallelle telefoonsystemen In een parallel telefoonsysteem kunt u gedeelde telefoonapparatuur met de telefoonlijn verbinden via de "2-EXT"-poort op de achterzijde van het apparaat. Argentinië Australië Brazilië Canada Chili China Colombia Griekenland India Indonesië Ierland Japan Korea Latijns-Amerika Maleisië Mexico Filippijnen Polen Portugal Rusland Saoedi-Arabië Singapore Spanje Taiwan Thailand V.S. Venezuela Vietnam 40 OPMERKING: Wij raden u in dat geval aan om het apparaat aan te sluiten op de telefoonaansluiting met het tweeaderige telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. Ga naar ”Stap 2: Bepaal het type telefoonlijn (speciaal of gedeeld)“ als u een parallel telefoonsysteem gebruikt. Landen/regio’s met seriële telefoonsystemen Als u een serieel telefoonsysteem gebruikt, kan het type connector op uw gedeelde apparatuur voor telefonie (modems, telefoon en antwoordapparaten) niet fysiek worden aangesloten op de 2-EXT-poort op het apparaat. In dit geval moet alle apparatuur worden aangesloten op de telefoonaansluiting. OPMERKING: In sommige landen/regio’s waar seriële telefoonsystemen worden gebruikt, is het telefoonsnoer dat bij het apparaat is meegeleverd soms voorzien van een extra stekker. Hiermee kunt u ook andere telecomapparaten op dezelfde telefoonaansluiting aansluiten waarop ook het apparaat is aangesloten. Raadpleeg de faxconfiguratiewebsite voor uw land/ regio voor informatie over hoe u het apparaat installeert om te faxen met een serieel telefoonsysteem. Oostenrijk www.hp.com/at/faxconfig België (Nederlands) www.hp.be/nl/faxconfig België (Frans) www.hp.be/fr/faxconfig Denemarken www.hp.dk/faxconfig Finland www.hp.fi/faxconfig Zweden www.hp.se/faxconfig Frankrijk www.hp.com/at/faxconfig Zwitserland (Frans) www.hp.com/ch/fr/faxconfig Duitsland www.hp.com/de/faxconfig Zwitserland (Duits) www.hp.com/ch/de/faxconfig Ierland www.hp.com/de/faxconfig Verenigd Koninkrijk www.hp.com/uk/faxconfig Italië www.hp.com/de/faxconfig Noorwegen www.hp.no/faxconfig Nederland www.hp.nl/faxconfig Portugal www.hp.pt/faxconfig Spanje www.hp.es/faxconfig OPMERKING: Ga naar ”Stap 3: De faxinstellingen beheren en configureren“ nadat u het apparaat hebt ingesteld om te faxen. Stap 2: Bepaal het type telefoonlijn (speciaal of gedeeld) Als u hebt vastgesteld dat u een parallel telefoonsysteem hebt, gaat u na of het apparaat over zijn eigen telefoonlijn zal beschikken (speciale telefoonlijn) of het de telefoonlijn met andere apparaten zal delen (gedeelde telefoonlijn). 1. Koppel alle telefoonapparaten los van de telefoonaansluiting als u de apparaat gaat verbinden. 2. Plaats het bij de apparaat geleverde telefoonsnoer tussen de 1-LINE-poort op de apparaat en de telefoonaansluiting. OPMERKING: Als u een voicemailservice hebt op hetzelfde telefoonnummer dat u voor faxen gebruikt, kunt u niet automatisch faxen ontvangen. U moet de faxen handmatig ontvangen, wat betekent dat u zelf aanwezig moet zijn om binnenkomende faxoproepen te beantwoorden. Als u uw faxen liever automatisch ontvangt, neemt u contact op met uw telefoonmaatschappij voor een abonnement op een service voor specifieke belsignalen of om een aparte telefoonlijn aan te vragen voor het faxen. Aparte telefoonlijn Gebruik dit gedeelte als u van plan bent het volgende soort telefoonlijn te gebruiken voor de fax: • Aparte telefoonlijn (de lijn wordt niet gedeeld met andere apparaten, zoals een telefoon of antwoordapparaat). • Aparte telefoonlijn die niet met andere apparaten wordt gedeeld maar waarvoor wel een abonnement bestaat op een service met een specifiek belsignaal. • Een telefooncentrale- (PBX) of ISDN-lijn. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over PBX- en ISDN-lijnen. 3. Als u bent geabonneerd op een service voor specifieke belsignalen, moet u de instelling Antwoorden op rinkelsignaal wijzigen naar het rinkelsignaal dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend, zoals dubbele belsignalen of drievoudige belsignalen. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van deze instelling. 4. Ga naar ”Stap 3: De faxinstellingen beheren en configureren“. OPMERKING: Uw apparaat staat standaard ingesteld op het beantwoorden van alle belpatronen. Als u niet het correcte belpatroon instelt dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegewezen, bestaat de kans dat het apparaat zowel gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat het apparaat helemaal niet reageert. 41 Nederlands Raadpleeg de gebruikershandleiding op het scherm van de installatie-cd om de instelling Automatisch Antwoorden te wijzigen. Gedeelde telefoonlijn 2. Sluit bijkomende apparaten aan op de 2-EXT-poort aan de achterzijde van de apparaat. Als de fax de telefoonlijn met andere apparaten, zoals een telefoon, antwoordapparaat, computer of computermodem of beller-ID-kastje, zal delen of als uw lijn ook over voicemailservices beschikt, moet u deze aanwijzingen volgen om te bepalen hoe u de fax moet instellen. 2-EXT 1. Volg de stappen voor het gedeelte ”Aparte 3. Met de volgende tabellen kunt u de rest van uw telefoonlijn“. faxconfiguratie bepalen. De faxinstallatietabellen gebruiken Bepaal hoe u gebruik zult maken van de telefoonlijn die uw faxtoestel zal gebruiken, en gebruik dan de faxinstallatietabellen om u te helpen bij het instellen van de faxfunctie op uw apparaat. Zie ”De faxinstallatietabellen gebruiken“ op pagina 46 voor informatie over de manier waarop u die tabellen moet lezen. • Gesprekken en faxen (zie Tabel 1) • Gesprekken, faxen en internet (inbellen) (zie Tabel 3) • Fax en internet (zie Tabel 2) • Gesprekken, faxen en internet (DSL) (zie Tabel 4) Tabel 1 Gesprekken en faxen Welke apparaten wilt u verbinden met de apparaat? • • Telefoon Heeft uw lijn een service met specifiek belsignaal? Telefoon Antwoordapparaat Nee Ja Nee Ja 3 1, 9, 2 1, 7 1, 9, 7 Uw faxinstallatie zou er zo moeten uitzien... Volg dan configuratie # Tabel 2 Fax en internet Welke apparaten wilt u verbinden met de apparaat? Welk lijntype wilt u met het internet verbinden? • • Computer Modem Inbellen DSL Uw faxinstallatie zou er zo moeten uitzien... DSL-filter Splitter Volg dan configuratie # 42 4, 5, 1, 2, 6 8, 1, 2, 6 Tabel 3 Gesprekken, faxen en internet (inbellen) Gebruik deze tabel als u een telefoon, een computer en een computermodem op het apparaat aansluit. Sluit u een antwoordapparaat aan op het apparaat? Zie Tabel4 als u een verbinding met het internet maakt via een DSL-lijn.. OPMERKING: Nee Heeft uw lijn een service met specifiek belsignaal? Nee Ja Ja Uw faxinstallatie zou er zo moeten uitzien... Nee Ja Splitter Splitter Volg dan configuratie # 4, 10, 5, 3 4, 10, 5, 3, 9 Tabel 4 Gesprekken, faxen en internet (DSL) Gebruik deze tabel als u een telefoon, een computer en een computermodem op het apparaat aansluit. Sluit u een antwoordapparaat aan op het apparaat? 4, 10, 5, 1, 7 Als u verbinding maakt met het internet via een inbelmodem, zie Tabel3. OPMERKING: Nee Heeft uw lijn een dienst met specifiek belsignaal? Nee 4, 10, 5, 1, 9, 7 Ja Ja Uw faxinstallatie zou er zo moeten uitzien... Nee Ja 8, 1, 7 8, 1, 9, 7 DSL-filter DSL-filter 2 Splitter 8, 3 8, 3, 9 Nederlands Volg dan configuratie # Splitter 43 Configuratierichtlijn Configuratie # 1 Configuratieaanwijzingen Stel het apparaat in op het automatisch beantwoorden van binnenkomende oproepen. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van deze instelling. 2 (Optioneel) Wijzig de instelling Aantal belsignalen naar een of twee keer rinkelen. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van deze instelling. 3 Bepaal hoe het apparaat oproepen moet beantwoorden: automatisch of handmatig. • Als u de apparaat instelt op het automatisch beantwoorden van oproepen, verloopt het beantwoorden van alle binnenkomende oproepen en het ontvangen van faxen automatisch. De apparaat zal in dat geval geen onderscheid kunnen maken tussen binnenkomende oproepen en faxberichten. Wanneer u vermoedt dat de oproep een gespreksoproep is, moet u deze beantwoorden voordat de apparaat de oproep beantwoordt. • Als u de apparaat instelt op het handmatig beantwoorden van faxoproepen, moet u aanwezig zijn om de binnenkomende faxoproepen te accepteren, omdat de apparaat anders geen faxen kan ontvangen. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van deze instelling. 4 U kunt de modem en de apparaat niet gelijktijdig gebruiken omdat de computermodem de telefoonlijn (Modem voor inbellen) deelt met de apparaat. U kunt bijvoorbeeld de apparaat niet gebruiken om te faxen wanneer u de computermodem gebruikt om een e-mailbericht te verzenden of om te surfen op het internet. 5 Als de software van de pc-modem is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen op de (Modem voor inbellen) computer, moet u die instelling uitschakelen. Voorzichtig: De apparaat kan geen faxberichten ontvangen als u de instelling voor het automatisch ontvangen van faxberichten niet uitschakelt in de software van uw computermodem. 6 Wanneer de telefoon gaat, neemt de apparaat automatisch op na het aantal belsignalen dat u in Aantal belsignalen hebt opgegeven. Vervolgens verzendt het apparaat faxontvangsttonen naar het apparaat dat het faxbericht verzendt en ontvangt het apparaat het faxbericht. 7 Stel het antwoordapparaat in op beantwoorden na vier keer rinkelen of minder. (Antwoordapparaat) Wijzig de instelling Aantal belsignalen op het apparaat naar zes keer rinkelen. Als de telefoon rinkelt, beantwoordt het antwoordapparaat de oproep na het ingestelde aantal keren overgaan. De door u ingesproken tekst wordt afgespeeld. De apparaat controleert ondertussen de telefoonlijn en “luistert” of er in de oproep ook faxtonen te horen zijn. Als er binnenkomende faxtonen worden gedetecteerd, zendt de apparaat faxontvangsttonen uit waarna het de fax ontvangt. Als er geen faxtonen worden waargenomen, stopt de apparaat met het controleren van de lijn en kan het antwoordapparaat een bericht opnemen van degene die belt. 8 Alleen DSL-lijnen: U zult bijkomende DSL-filters moeten kopen voor alle apparaten (telefoon, computer) waarmee de DSL-telefoonlijn wordt gedeeld. Raadpleeg uw internet service provider voor bijkomende informatie over de DSL-filtertypes die u nodig heeft. 9 Wijzig de instelling Antwoorden op rinkelsignaal naar het rinkelsignaal dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegekend, zoals dubbele belsignalen of drievoudige belsignalen. (Service voor specifieke belsignalen) Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het veranderen van deze instelling. OPMERKING: Uw apparaat staat standaard ingesteld op het beantwoorden van alle belpatronen. Als u niet het correcte belpatroon instelt dat de telefoonmaatschappij aan uw faxnummer heeft toegewezen, bestaat de kans dat het apparaat zowel gespreks- als faxoproepen beantwoordt of dat het apparaat helemaal niet reageert. 44 Er zijn twee verschillende manieren waarop u het apparaat kunt configureren voor gebruik met uw computer op basis van het aantal telefoonpoorten op uw computer. U hebt ook bijkomende telefoonsnoeren nodig (minstens 3 als uw computer slechts één telefoonpoort heeft en minstens twee als uw computer twee telefoonpoorten heeft). Controleer voordat u begint of uw computer over één of twee telefoonpoorten beschikt: Computer met één telefoonpoort Als uw computer slechts één telefoonpoort heeft, moet u een parallelle splitter (coupler) aanschaffen. Een parallelle splitter heeft een RJ-11-poort aan de voorzijde en twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. Gebruik geen telefoonsplitters voor twee lijnen, seriële splitters of parallelle splitters met twee RJ-11-poorten aan de achterzijde. U kunt een parallelle splitter kopen in een elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. 1. Verbind het ene uiteinde van het bijgeleverde telefoonsnoer met de wandcontactdoos en het andere uiteinde met de 1-LINE-poort op het apparaat. 2. Verbind het ene uiteinde van een tweede telefoonsnoer met de 2-EXT-poort op het apparaat en het andere uiteinde met de voorzijde van de parallelle splitter (het uiteinde met één telefoonpoort). 3. Verbind het ene uiteinde van een derde telefoonsnoer met de achterzijde van de parallelle splitter (het uiteinde met twee telefoonpoorten) en het andere uiteinde met de computer. 4. Verbind het ene uiteinde van een vierde telefoonsnoer met de laatste open poort op de parallelle splitter en het andere uiteinde met een telefoon of antwoordapparaat. Als u zowel een telefoon als een antwoordapparaat wilt verbinden, verbindt u het vierde telefoonsnoer met het antwoordapparaat waarna u met een vijfde telefoonsnoer het antwoordapparaat verbindt met de telefoon. OPMERKING: Als u het antwoordapparaat niet op deze manier verbindt, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk vastgelegd op het antwoordapparaat en kunt u geen faxen ontvangen met het apparaat. Computer met twee telefoonpoorten Als de computer over twee telefoonpoorten beschikt, verbindt u met de volgende stappen het apparaat met de computer: 1. Verbind het ene uiteinde van het bijgeleverde telefoonsnoer met de wandcontactdoos en het andere uiteinde met de 1-LINE-poort op het apparaat. 2. Verbind het ene uiteinde van een tweede telefoonsnoer met de 2-EXT-poort op het apparaat en het andere uiteinde met de IN-poort op de computer. 3. Verbind het ene uiteinde van een derde telefoonsnoer met de OUT-poort op de computer en het andere uiteinde met een telefoon of antwoordapparaat. Als u zowel een telefoon als een antwoordapparaat wilt verbinden, verbindt u het derde telefoonsnoer met het antwoordapparaat waarna u het antwoordapparaat verbindt met de telefoon. OPMERKING: Als u het antwoordapparaat niet op deze manier verbindt, worden de faxtonen van een faxapparaat dat een fax verzendt, mogelijk vastgelegd op het antwoordapparaat en kunt u geen faxen ontvangen met het apparaat. Nederlands 10 45 De faxinstallatietabellen gebruiken Zodra u heeft bepaald hoe de faxinstallatietabellen te gebruiken, gaat u als volgt tewerk: � Op de eerste rij bepaalt u welke andere apparaten de telefoonlijn zullen delen met de all-in-one (telefoon, computer, antwoordapparaat). � Op de volgende rijen bepaalt u of de telefoonlijn beschikt over speciale diensten (voicemail of specifieke belsignalen) en bepaalt u of u een inbel- of DSL-modem hebt, indien de telefoonlijn met een computer zal worden gebruikt. � Op de volgende rij vindt u een voorbeeld van hoe uw faxinstallatie er zou kunnen uitzien op het vlak van verbindingen van diverse apparaten met de all-in-one. � Op de laatste rij van de tabel vindt u getallen die overeenstemmen met de ”Configuratierichtlijn“ tabel op pagina 44. Met de tabel ”Configuratierichtlijn“ kunt u de all-in-one zo installeren dat hij het best werkt op basis van de manier waarop uw all-in-one is geïnstalleerd. OPMERKING: U moet de getallen volgen zoals ze voorkomen op de laatste rij van elke faxinstallatietabel. Als u de stappen niet in de juiste volgorde zet, kan dit leiden tot problemen bij de faxinstallatie. Stap 3: De faxinstellingen beheren en configureren Nadat u het apparaat op een telefoonlijn hebt aangesloten, stelt u de faxkopinformatie, datum- en tijdinstellingen, en land/regio-instellingen in. Als u de apparaat rechtstreeks met een computer wilt verbinden, installeert u de software van de apparaat en opent u dan de faxinstallatiewizard (Windows) of HP Apparaatbeheer (Mac OS). U kunt deze tools ook later nog openen vanuit Solution Center (Windows) of HP Apparaatbeheer (Mac OS). 46 De instellingen kunt u ook vanuit het bedieningspaneel configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het bedieningspaneel. Als uw apparaat op een netwerk aangesloten is, kunt u de faxinstellingen ook configureren vanaf de geïntegreerde webserver (EWS). Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer informatie over het bedieningspaneel. Stap 4: Faxinstellingen testen U kunt uw faxinstellingen testen om de status van de apparaat te controleren en om na te gaan of de instellingen juist zijn om te kunnen faxen. De test doet het volgende: 2. Zorg ervoor dat de printcartridges en printkoppen zijn geïnstalleerd en dat volledige vellen papier in de invoerlade zijn geplaatst voordat u begint met de test. • Test de faxhardware 3. Druk vanaf het bedieningspaneel op Installeren. • Controleert op de aanwezigheid van een kiestoon 4. Selecteer Tools en selecteer vervolgens Faxtest • Controleert of het telefoonsnoer op de juiste poort is aangesloten • Controleert de aanwezigheid van een kiestoon • Controleert op de aanwezigheid van een actieve telefoonlijn • Controleert de status van de telefoonlijnverbinding De apparaat drukt een verslag af met het testresultaat. Als de test mislukt, bekijkt u het verslag voor informatie over hoe u het probleem kunt oplossen en voert u de test opnieuw uit. Zie ”Faxproblemen oplossen“ voor meer informatie over het oplossen van problemen. uitvoeren. De apparaat geeft de status van de test weer op het scherm en drukt een rapport af. 5. Bekijk het rapport. • Als de test geslaagd is en u nog steeds problemen heeft bij het faxen, controleer dan de faxinstellingen die in het rapport zijn vermeld om na te gaan of de instellingen correct zijn. Een lege of onjuiste faxinstelling kan faxproblemen veroorzaken. • Als de test is mislukt, kunt u in het rapport informatie vinden over het oplossen van de aangetroffen problemen. Faxinstellingen testen 1. Stel de apparaat in op faxen volgens de installatie- instructies voor thuis of op kantoor. Stap 5: Snelkiescodes installeren OPMERKING: Als uw apparaat op een netwerk is aangesloten, kunt u ook snelkiescodes installeren via de geïntegreerde webserver. Raadpleeg de gebruikershandleiding op het scherm van de installatie-cd voor informatie over het instellen en gebruiken van snelkiesnummers. Snelkiescodes installeren 1. Druk vanaf het bedieningspaneel op Installeren. 2. Selecteer Snelkiesinstelling en voer een van de volgende handelingen uit: • Een code toevoegen of wijzigen: Selecteer Individuele snelkiescode of Groepssnelkiescode en ga met de pijltjestoetsen naar een ongebruikt codenummer, of typ een nummer in op het toetsenblok. Typ het faxnummer in en druk dan op OK. Vergeet niet om eventuele pauzes en andere noodzakelijke nummers in te voeren, zoals het kengetal, een toegangscode voor nummers buiten een PBX-systeem (meestal een 9 of 0) of een kengetal voor internationaal bellen. Typ de naam met het numerieke toetsenblok en druk op OK. • Een of alle codes verwijderen: Selecteer Snelkiezen verwijderen, druk op de pijltjestoetsen om het snelkiesnummer te markeren dat u wilt verwijderen, en druk vervolgens op OK. Nederlands U kunt faxnummers of groepen faxnummers opslaan als snelkiesnummers. Snelkiesnummers 1 tot 5 zijn gekoppeld aan de vijf overeenstemmende snelkeuzeknoppen op het bedieningspaneel. Hiermee kunt u snel nummers via het bedieningspaneel kiezen. 47 Faxproblemen oplossen Raadpleeg het testrapport voor mogelijke oplossingen als een door u uitgevoerde faxtest is mislukt. Raadpleeg de gebruikershandleiding op de installatie-cd voor meer specifieke informatie. Het apparaat heeft problemen Gebruik het telefoonsnoer dat bij het apparaat werd geleverd. met het verzenden en ontvangen van faxen Andere apparatuur, die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn als het apparaat, is in gebruik. Controleer of extra telefoontoestellen (telefoons op dezelfde telefoonlijn, maar niet verbonden met het apparaat) of andere apparatuur niet in gebruik zijn of niet van de haak zijn. U kunt het apparaat bijvoorbeeld niet gebruiken om te faxen als een telefoon die gebruikmaakt van dezelfde telefoonlijn van de haak is, of als u de computermodem gebruikt om te e-mailen of te surfen op het internet. Als u een telefoonsplitter gebruikt, kan de splitter problemen veroorzaken bij het faxen. Probeer het apparaat rechtstreeks te verbinden met de wandcontactdoos. Verbind het ene uiteinde van het telefoonsnoer met de wandcontactdoos en het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE achter aan het apparaat. Probeer een functionerende telefoon rechtstreeks te verbinden met de wandcontactdoos en controleer of u een kiestoon hoort. Als u geen kiestoon hoort, neemt u contact op met de telefoonmaatschappij om de lijn te laten controleren. U moet het apparaat verbinden met een analoge telefoonlijn, anders kunt u geen faxen verzenden of ontvangen. Als u wilt controleren of uw telefoonlijn digitaal is, verbindt u een gewone analoge telefoon met de lijn en luistert u of er een kiestoon te horen is. Als u geen normale kiestoon hoort, is de telefoonlijn mogelijk ingesteld voor digitale telefoons. Verbind het apparaat met een analoge telefoonlijn en probeer een fax te verzenden of te ontvangen. Mogelijk zit er ruis op de telefoonlijn. Telefoonlijnen met een slechte geluidskwaliteit (ruis) kunnen faxproblemen veroorzaken. Controleer de geluidskwaliteit van de telefoonlijn door een telefoontoestel op een telefoonaansluiting aan te sluiten en vervolgens te luisteren of er sprake is van storingen of andere ruis. Schakel als u ruis hoort de foutcorrectiemodus (ECM) uit en probeer nogmaals te faxen. Als u een digitale telefoonaansluiting (DSL-service) gebruikt, moet u een DSL-filter aansluiten. Zonder filter kunt u niet faxen. Als u een telefooncentrale (PBX) of ISDN gebruikt, controleert u of het apparaat is verbonden met de juiste poort en of de terminaladapter goed is ingesteld op het correcte soort schakelaar voor uw land/regio. 48 Het apparaat kan faxen verzenden maar geen faxen ontvangen Als u geen service voor specifieke belsignalen gebruikt, moet u ervoor zorgen dat de functie Specifieke belsignalen op het apparaat is ingesteld op Alle belsignalen. Als Automatisch antwoorden op Uit staat of als u een voicemailservice gebruikt op het telefoonnummer waarop u ook faxberichten ontvangt, kunt u de faxberichten alleen handmatig ontvangen. Als u een computermodem gebruikt op dezelfde telefoonlijn als het apparaat, moet u controleren of de software van de modem niet is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen. Als u een antwoordapparaat op dezelfde telefoonlijn hebt als het apparaat: • • • • • • Controleer of het antwoordapparaat goed functioneert. Zorg ervoor dat uw instellingen er uitzien zoals in het tweede voorbeeld in Tabel 1 op pagina 42. Zorg dat het apparaat is ingesteld om faxen automatisch te ontvangen. Controleer of de instelling Keren rinkelen om te antwoorden de telefoon vaker laat overgaan dan het antwoordapparaat. Koppel het antwoordapparaat los en probeer vervolgens een faxbericht te ontvangen. Neem een bericht op van ongeveer tien seconden. Spreek bij het opnemen van het bericht in een rustig tempo en met een niet te hard volume. Laat ten minste vijf seconden stilte na het einde van het gesproken bericht. De test mislukt mogelijk door de aanwezigheid van andere apparatuur die op dezelfde telefoonlijn is aangesloten. U kunt alle andere apparaten loskoppelen en de test nogmaals uitvoeren. Als de kiestoondetectietest slaagt, worden de problemen veroorzaakt door een of meer van de andere apparaten. Voeg de apparaten een voor een toe en voer na elk toegevoegd onderdeel de test uit, totdat u kunt vaststellen welk apparaat het probleem veroorzaakt. Het apparaat kan geen faxen Het apparaat kiest te snel of te vroeg. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen door “9” te verzenden, maar wel faxen kiezen, voegt u als volgt een pauze in: 9-XXX-XXXX (waarbij XXX-XXXX het faxnummer is ontvangen. waarnaar u verzendt). Als u een pauze wilt invoegen, drukt u op Opnieuw kiezen/pauze of drukt u meerdere malen op de knop Spatie (#) totdat op het scherm een streepje (-) verschijnt. Op het scherm wordt altijd Telefoon van haak weergegeven U gebruikt het verkeerde telefoonsnoer. Zie de eerste twee problemen onder ”Het apparaat heeft problemen met het verzenden en ontvangen van faxen“ op pagina 48. Het apparaat heeft problemen Deze mogelijke oplossing geldt alleen voor landen/regio's waar een tweeaderig telefoonsnoer met het verzenden van een wordt meegeleverd in de verpakking met het apparaat: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, handmatige fax Chili, China, Colombia, Griekenland, India, Indonesië, Ierland, Japan, Korea, Latijns-Amerika, Maleisië, Mexico, Filippijnen, Polen, Portugal, Rusland, Saoedi-Arabië, Singapore, Spanje, Taiwan, Thailand, V.S., Venezuela en Vietnam. Zorg ervoor dat uw instellingen er uitzien zoals het eerste voorbeeld in Tabel 1 op pagina 42. Als u een fax handmatig verzendt vanaf een telefoon die rechtstreeks is verbonden met het apparaat, moet u de fax verzenden via het toetsenblok op de telefoon. Raadpleeg de informatie over problemen met antwoordapparaten voor het thema ”Het apparaat kan faxen verzenden maar geen faxen ontvangen“ in deze tabel. Nederlands Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat 49 Het bij het apparaat geleverde Als het telefoonsnoer dat bij het apparaat is geleverd niet lang genoeg is, kunt u een verdeelstekker gebruiken en het snoer verlengen. U kunt een dergelijke verdeelstekker kopen in een telefoonsnoer is niet lang elektronicawinkel die telefoonaccessoires verkoopt. Daarnaast hebt u een extra telefoonsnoer genoeg nodig. Hiervoor kunt u een standaardtelefoonsnoer gebruiken, als u dat al in huis hebt. 1. Gebruik het bij het apparaat geleverde telefoonsnoer, verbind het ene uiteinde met het verbindingsstuk en verbind het andere uiteinde met de poort met het label 1-LINE op de achterzijde van het apparaat. 2. Verbind het tweede telefoonsnoer met de open poort op het verbindingsstuk en de wandcontactdoos. 50 Beperkte garantieverklaring van Hewlett-Packard Accessoires Duur van beperkte garantie 90 dagen 1 jaar Tot het HP inktpatroon leeg is of de "einde garantie"-datum (vermeld op het inktpatroon) is bereikt, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. Deze garantie dekt geen HP inktproducten die opnieuw zijn gevuld, opnieuw zijn gefabriceerd of zijn gerepareerd, noch HP inktproducten die op verkeerde wijze zijn gebruikt of behandeld. 1 jaar tenzij anders vermeld A. Duur van beperkte garantie 1. Hewlett-Packard (HP) garandeert de eindgebruiker dat bovenstaande HP-producten vrij van materiaal- en fabricagedefecten zijn gedurende de hierboven aangegeven periode, die begint op de datum van aankoop door de klant. De klant moet een bewijs van de datum van aankoop kunnen overleggen. 2. Met betrekking tot softwareproducten is de beperkte garantie van HP uitsluitend geldig voor het niet kunnen uitvoeren van programmeringsinstructies. HP garandeert niet dat de werking van een product ononderbroken of vrij van fouten is. 3. De beperkte garantie van HP geldt alleen voor defecten die zich voordoen als resultaat van een normaal gebruik van het product en is niet van toepassing in de volgende gevallen: a. onjuist of onvoldoende onderhoud of wijziging van het product; b. software, interfaces, afdrukmateriaal, onderdelen of benodigdheden die niet door HP worden geleverd of ondersteund; c. gebruik dat niet overeenstemt met de specificaties van het product; d. onrechtmatige wijzigingen of verkeerd gebruik. 4. Voor HP printerproducten is het gebruik van een cartridge die niet door HP is geleverd of een nagevulde cartridge niet van invloed op de garantie aan de klant of een contract voor ondersteuning dat met de klant is gesloten. Als echter een defect of beschadiging van de printer toegewezen kan worden aan het gebruik van een cartridge die niet van HP afkomstig is, een nagevulde cartridge of een verlopen inktcartridge, brengt HP de gebruikelijke tijd- en materiaalkosten voor het repareren van de printer voor het betreffende defect of de betreffende beschadiging in rekening. 5. Als HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een softwareproduct, in afdrukmateriaal of in een inktproduct dat onder de garantie van HP valt, wordt het defecte product door HP vervangen. Als HP tijdens de van toepassing zijnde garantieperiode kennisgeving ontvangt van een defect in een hardwareproduct dat onder de garantie van HP valt, wordt naar goeddunken van HP het defecte product door HP gerepareerd of vervangen. 6. Als het defecte product niet door HP respectievelijk gerepareerd of vervangen kan worden, zal HP de aankoopprijs voor het defecte product dat onder de garantie valt, terugbetalen binnen een redelijke termijn nadat HP kennisgeving van het defect heeft ontvangen. 7. HP is niet verplicht tot reparatie, vervanging of terugbetaling tot de klant het defecte product aan HP geretourneerd heeft. 8. Een eventueel vervangingsproduct mag nieuw of bijna nieuw zijn, vooropgesteld dat het ten minste dezelfde functionaliteit heeft als het product dat wordt vervangen. 9. De beperkte garantie van HP is geldig in alle landen/regio's waar het gegarandeerde product door HP wordt gedistribueerd, met uitzondering van het Midden-Oosten, Afrika, Argentinië, Brazilië, Mexico, Venezuela en de tot Frankrijk behorende zogenoemde "Départements d'Outre Mer". Voor de hierboven als uitzondering vermelde landen/regio's, is de garantie uitsluitend geldig in het land/de regio van aankoop. Contracten voor extra garantieservice, zoals service op de locatie van de klant, zijn verkrijgbaar bij elk officieel HP-servicekantoor in landen/regio's waar het product door HP of een officiële importeur wordt gedistribueerd. 10. Er wordt geen garantie gegeven op HP-inktpatronen die zijn nagevuld, opnieuw zijn geproduceerd, zijn opgeknapt en verkeerd zijn gebruikt of waarmee op enigerlei wijze is geknoeid. B. Garantiebeperkingen IN ZOVERRE DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, BIEDEN NOCH HP, NOCH LEVERANCIERS (DERDEN) ANDERE UITDRUKKELIJKE OF STILZWIJGENDE GARANTIES OF VOORWAARDEN MET BETREKKING TOT DE PRODUCTEN VAN HP EN WIJZEN ZIJ MET NAME DE STILZWIJGENDE GARANTIES EN VOORWAARDEN VAN VERKOOPBAARHEID, BEVREDIGENDE KWALITEIT EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL AF. C. Beperkte aansprakelijkheid 1. Voor zover bij de plaatselijke wetgeving toegestaan, zijn de verhaalsmogelijkheden in deze beperkte garantie de enige en exclusieve verhaalsmogelijkheden voor de klant. 2. VOORZOVER DOOR HET PLAATSELIJK RECHT IS TOEGESTAAN, MET UITZONDERING VAN DE SPECIFIEKE VERPLICHTINGEN IN DEZE GARANTIEVERKLARING, ZIJN HP EN LEVERANCIERS (DERDEN) ONDER GEEN BEDING AANSPRAKELIJK VOOR DIRECTE, INDIRECTE, SPECIALE EN INCIDENTELE SCHADE OF GEVOLGSCHADE, OF DIT NU GEBASEERD IS OP CONTRACT, DOOR BENADELING OF ENIGE ANDERE JURIDISCHE THEORIE, EN ONGEACHT OF HP VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE OP DE HOOGTE IS. D. Lokale wetgeving 1. Deze garantieverklaring verleent de klant specifieke juridische rechten. De klant kan over andere rechten beschikken die in de V.S. van staat tot staat, in Canada van provincie tot provincie en elders van land tot land of van regio tot regio kunnen verschillen. 2. In zoverre deze garantieverklaring niet overeenstemt met de plaatselijke wetgeving, zal deze garantieverklaring als aangepast en in overeenstemming met dergelijke plaatselijke wetgeving worden beschouwd. Krachtens een dergelijke plaatselijke wetgeving is het mogelijk dat bepaalde afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring niet op de klant van toepassing zijn. Sommige staten in de Verenigde Staten en bepaalde overheden buiten de Verenigde Staten (inclusief provincies in Canada) kunnen bijvoorbeeld: a. voorkomen dat de afwijzingen en beperkingen in deze garantieverklaring de wettelijke rechten van een klant beperken (bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk); b. op andere wijze de mogelijkheid van een fabrikant beperken om dergelijke niet-aansprakelijkheidsverklaringen of beperkingen af te dwingen; c. de klant aanvullende garantierechten verlenen, de duur van de impliciete garantie bepalen waarbij het niet mogelijk is dat de fabrikant zich niet aansprakelijk verklaart of beperkingen ten aanzien van de duur van impliciete garanties niet toestaan. 3. DE IN DEZE VERKLARING GESTELDE GARANTIEVOORWAARDEN VORMEN, BEHALVE IN DE WETTELIJK TOEGESTANE MATE, GEEN UITSLUITING, BEPERKING OF WIJZIGING VAN, MAAR EEN AANVULLING OP DE VERPLICHTE EN WETTELIJK VOORGESCHREVEN RECHTEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP DE VERKOOP VAN HP-PRODUCTEN. HP Fabrieksgarantie Geachte klant, Als bijlage ontvangt u hierbij een lijst met daarop de naam en het adres van de HP vestiging in uw land waar u terecht kunt voor de HP fabrieksgarantie. Naast deze fabrieksgarantie kunt u op basis van nationale wetgeving tevens jegens uw verkoper rechten putten uit de verkoopovereenkomst. De HP fabrieksgarantie laat de wettelijke rechten onder de toepasselijke nationale wetgeving onverlet. Nederland: Hewlett-Packard Nederland BV, Orteliuslaan 1000, 3528 BD Utrecht Belgique: Hewlett-Packard Belgium BVBA/SPRL, Luchtschipstraat 1, B-1140 Brussels 51 Nederlands HP product Softwaremedia Printer Print- of inktcartridges
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

HP Officejet J5700 All-in-One Printer series Handleiding

Categorie
Barebones voor pc / werkstation
Type
Handleiding

Andere documenten