Zanussi ZR8431WF Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

GETTING
STARTED?
EASY.
User Manual
ZWFC7265
NL Gebruiksaanwijzing
Wasautomaat
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor installatie en
gebruik van het apparaat. De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor letsel of schade veroorzaakt door een verkeerde installatie of
verkeerd gebruik. Bewaar de instructies altijd op een veilige en
toegankelijke plaats voor toekomstig gebruik.
VEILIGHEID VAN KINDEREN EN KWETSBARE
MENSEN
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en door mensen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis,
indien zij onder toezicht staan of instructies hebben gekregen
over het veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Kinderen tussen de 3 en 8 jaar oud en personen met zware en
complexe beperkingen dienen altijd uit de buurt van het
apparaat te worden gehouden, tenzij ze voortdurend onder
toezicht staan.
Kinderen jonger dan 3 jaar dienen, mits zij voortdurend onder
toezicht staan, bij het apparaat uit de buurt te worden
gehouden.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingen uit de buurt van kinderen en verwijder
ze op gepaste wijze.
Houd reinigingsmiddelen uit de buurt van kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het apparaat als
de deur open is.
Kinderen mogen zonder toezicht geen reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden aan het apparaat uitvoeren.
ALGEMENE VEILIGHEID
De specificatie van dit apparaat niet wijzigen.
Dit apparaat is bedoeld voor huishoudelijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen zoals:
2
personeelskeukens in winkels, kantoren of andere
werkomgevingen;
door gasten in hotels, motels, bed&breakfasts- en andere
woonomgevingen;
ruimtes voor gemeenschappelijk gebruik in gebouwen of
flats of in wasserettes.
Overschrijd het maximale laadvermogen van 7 kg niet
(raadpleeg hoofdstuk "Programmaschema").
De waterdruk bij het watertoevoerpunt van de aansluiting moet
liggen tussen 0,5 bar (0,05 MPa) en 8 bar (0,8 MPa).
De ventilatie-openingen in de onderkant mogen niet worden
afgedekt door tapijt, een mat of andere soorten vloerbedekking.
Het apparaat moet op de waterleiding worden aangesloten met
de nieuwe meegeleverde slangsets, of andere nieuwe
slangsets geleverd door het geautoriseerd servicecentrum.
Oude slangsets mogen niet opnieuw worden gebruikt.
Als het netsnoer beschadigd is, moet de fabrikant, een erkende
serviceverlener of een gekwalificeerd persoon deze vervangen
teneinde gevaarlijke situaties te voorkomen.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact
voordat u onderhoudshandelingen verricht.
Gebruik geen waterstralen onder druk en/of stoom om het
apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een vochtige doek. Gebruik
alleen neutrale schoonmaakmiddelen. Gebruik geen
schuurmiddelen, schuursponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
INSTALLATIE
De installatie moet voldoen aan de
relevante nationale voorschriften.
Verwijder alle verpakking en de transportbouten,
inclusief de rubberen mof met kunststof
afstandhouder.
Bewaar de transportbouten op een veilige plek.
Als het apparaat verplaatst moet worden in de
toekomst, moeten ze opnieuw bevestigd worden
om de trommel te vergrendelen om interne
schade te voorkomen.
Pas altijd op bij verplaatsing van het apparaat,
want het is zwaar. Gebruik altijd
veiligheidshandschoenen en gesloten schoeisel.
Volg de installatie-instructies op die zijn
meegeleverd met het apparaat.
Installeer en gebruik geen beschadigd apparaat.
Gebruik of installeer het apparaat niet op
plekken waar de temperatuur onder de 0°C
komt of waar het wordt blootgesteld aan
weersomstandigheden.
3
Zorg ervoor dat de vloer van de plaats waar u
het apparaat installeert, vlak, stabiel,
hittebestendig en schoon is.
Zorg dat er lucht tussen het apparaat en de
vloer kan circuleren.
Als het apparaat op zijn permanente plaats
wordt geplaatst, moet u nagaan of het waterpas
staat. Is dit niet het geval, stel de stelpootjes
hier dan op af.
Installeer het apparaat niet direct boven de
vloerafvoer.
Sproei geen water op het apparaat en stel het
niet bloot aan overmatige vochtigheid.
Plaats het apparaat niet op een plek waar de
deur niet helemaal open kan.
Plaats geen gesloten bak om mogelijke
waterlekkage op te vangen onder het apparaat.
Neem contact op met het geautoriseerd
servicecentrum om te raadplegen welke
accessoires gebruikt mogen worden.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
WAARSCHUWING! Gevaar voor
brand en elektrische schokken.
Dit apparaat moet worden aangesloten op een
geaard stopcontact.
Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
Zorg ervoor dat de parameters op het
vermogensplaatje overeenkomen met
elektrische vermogen van de netstroom.
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker en kabel niet
beschadigt. Indien de voedingskabel moet
worden vervangen, dan moet dit gebeuren door
onze Klantenservice.
Steek de stekker pas in het stopcontact als de
installatie is voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Raak de stroomkabel of stekker niet aan met
natte handen.
Trek niet aan het netsnoer om het apparaat los
te koppelen. Trek altijd aan de stekker.
Dit apparaat voldoet aan de EEG -richtlijnen.
WATERAANSLUITING
Beschadig de waterslangen niet.
Indien buizen lang niet zijn gebruikt, er
reparaties hebben plaatsgevonden of er nieuwe
apparaten zijn geplaatst (watermeters, enz.),
moet u, voordat de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen tot het
schoon en helder is.
Zorg ervoor dat er geen zichtbare waterlekken
zijn tijdens en na het eerste gebruik van het
apparaat.
Gebruik geen verlengslang als de toevoerslang
te kort is. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor vervanging van de
toevoerslang.
Bij het uitpakken van het apparaat is het
mogelijk om water uit de afvoerslang te zien
stromen. Dit komt door het testen met water van
het apparaat in de fabriek.
U kunt de afvoerslang maximaal 400 cm
verlengen. Neem contact op met de erkende
klantenservice voor de andere afvoerslang en
het verlengstuk.
Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
GEBRUIK
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel, elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade aan het
apparaat.
Volg de veiligheidsinstructies op de verpakking
van het wasmiddel op.
Plaats geen ontvlambare producten of items die
vochtig zijn door ontvlambare producten in, bij
of op het apparaat.
Was geen stoffen die zwaar bevuild zijn met
olie, vet of andere vettige substanties. Dit kan
rubberen onderdelen van de wasmachine
beschadigen. Was dergelijke stoffen met de
hand voor, voordat u ze in de wasmachine stopt.
Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas kan heet
worden.
Zorg ervoor dat alle metalen voorwerpen van het
wasgoed zijn verwijderd.
SERVICE
Neem contact op met de erkende servicedienst
voor reparatie van het apparaat.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
VERWIJDERING
WAARSCHUWING! Gevaar voor
letsel of verstikking.
Haal de stekker uit het stopcontact en koppel
het apparaat los van de watertoevoer.
Snijd het netsnoer vlak bij het apparaat af en
gooi het weg.
Verwijder de deurvergrendeling om te
voorkomen dat kinderen of huisdieren binnen in
de trommel vast komen te zitten.
4
Gooi het apparaat weg conform de lokale
voorschriften voor de verwijdering van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA).
MONTAGE
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
UITPAKKEN
1. Verwijder de externe film. Gebruik zo nodig een
mes.
2. Verwijder de kartonnen bovenzijde en het poly-
styreen-verpakkingsmateriaal.
3. Open de deur. Haal al het wasgoed uit de trom-
mel.
4. Plaats het voorste polystyreenverpakkingsele-
ment op de vloer onder het apparaat. Zet het ap-
paraat voorzichtig op zijn achterkant.
5. Verwijder de polystyreenbescherming van de
onderkant. Zet het apparaat weer rechtop.
1
2
6. Verwijder het aansluitsnoer en de afvoerslang
van de slanghouders.
U kunt het water in de afvoerslang zien stromen.
Dit komt doordat de wasmachine in de fabriek is
getest.
5
7. Verwijder de drie transportbouten en trek de
kunststof afstandhouders weg.
8. Plaats de plastic doppen, die u in de zak met de
gebruiksaanwijzing aantreft, in de openingen.
Wij raden u aan om alle
transportbouten en verpakking te
bewaren voor als u het apparaat gaat
verplaatsen.
PLAATSING EN WATERPAS ZETTEN
1. Installeer het apparaat op een vlakke harde
vloer.
Zorg ervoor dat het apparaat geen
muren of andere apparaten raakt.
2. Gebruik de stelvoetjes om het apparaat
waterpas te zetten.
WAARSCHUWING! Plaats geen
karton, hout of vergelijkbare materialen
onder de voeten van het apparaat om
deze waterpas te stellen.
x4
Het apparaat moet waterpas en stabiel staan.
Een juiste afstelling van het apparaat
voorkomt trillingen en lawaai en het
bewegen van het apparaat als deze in
bedrijf is.
Als de machine op een plint wordt
geïnstalleerd of als de wasdroger op
de wasmachine wordt gezet, maak dan
gebruik van de accessoires die in het
hoofdstuk 'Accessoires' worden
beschreven. Lees de met de
accessoires en het apparaat
meegeleverde instructies zorgvuldig
door.
DE TOEVOERSLANG
1. Sluit de watertoevoerslang aan op de
achterkant van het apparaat.
2. Plaats hem naar rechts of links afhankelijk van
de positie van de waterkraan.
6
20º20º
45º45º
Zorg ervoor dat de toevoerslang niet
verticaal is geplaatst.
3. Maak indien nodig de ringmoer los om hem in
de juiste stand te zetten.
4. Sluit de watertoevoerslang aan op een
koudwaterkraan met 3/4"-schroefdraad.
LET OP! Zorg ervoor dat de
koppelingen niet lekken.
Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de klantenservice voor
vervanging van de toevoerslang.
WATERAFVOER
De afvoerslang moet rechtstreeks in een afvoerpijp
op een hoogte van niet minder dan 60 cm en niet
meer dan 100 cm van de vloer worden geplaatst.
U kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het verlengstuk.
De afvoerslang kan op verschillende manieren
worden aangesloten:
1. Maak een U-vorm van de afvoerslang en plaats
hem rond de plastic slanggeleider.
2. Aan de rand van een gootsteen - Maak de
geleider vast aan de waterkraan of aan de
wand.
Zorg dat de plastic geleider niet kan
bewegen als het apparaat water
afvoert.
Zorg ervoor dat het uiteinde van de
afvoerslang niet in water is
ondergedompeld. Er kan een vuil
water teruglopen in het apparaat.
3. Op een staande leiding met een
ventilatiegat - Steek de afvoerslang direct in
een afvoerleiding. Zie de illustratie.
7
Het einde van de afvoerslang moet
altijd geventileerd zijn, d.w.z. dat de
binnendiameter van de afvoerpijp (min.
38 mm - min. 1.5") groter moet zijn
dan de buitendiameter van de
afvoerslang.
4. Als het uiteinde van de afvoerslang er zo uitziet
(zie de afbeelding), dan kunt u het direct in de
standpijp plaatsen.
5. Zonder de plastic slanggeleider aan een
gootsteenafvoer - Doe de afvoerslang in de
gootsteenafvoer en zet deze vast met een klem.
Zie de illustratie.
Zorg dat de afvoerslang een bocht
maakt om te voorkomen dat deeltjes
uit de gootsteen in het apparaat
komen.
6. Plaats de slang direct op een ingebouwde
afvoerleiding in de kamerwand en zet vast
met een klem.
ACCESSOIRES
Alleen geschikte accessoires die door
ZANUSSI zijn goedgekeurd
waarborgen de veiligheidsnormen van
het apparaat. Als niet-goedgekeurde
onderdelen worden gebruikt, worden
alle claims ongeldig verklaard.
SET BEVESTIGINGSPLAATJES (4055171146)
Verkrijgbaar bij uw geautoriseerde verkooppunt.
Zet het apparaat goed vast met de
bevestigingsplaatjes als u het apparaat op een plint
plaatst.
Lees de met het accessoire meegeleverde
instructies zorgvuldig door.
TUSSENSTUK
De droogtrommel kan uitsluitend op de
wasautomaat worden gezet met gebruik van
het juiste tussenstuk dat is vervaardigd en
goedgekeurd door ZANUSSI.
WAARSCHUWING! Controleer of
het tussenstuk compatibel is door de
diepte van uw apparaten op te meten.
Zet de droogtrommel niet onder de
wasautomaat.
8
Het tussenstuk kan uitsluitend worden gebruikt met
de apparaten die worden gespecificeerd in de folder
die zich bij de accessoires bevindt. Lees de met de
accessoires en het apparaat meegeleverde in-
structies zorgvuldig door.
BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
APPARAATOVERZICHT
1 2 3
5
6
4
9
6
7
10
8
11 12
1
Bovenblad
2
Wasmiddellade
3
Bedieningspaneel
4
Handgreep
5
Typeplaatje
6
Sticker voor Snelle herinnering
7
Voetjes voor het waterpas zetten van het
apparaat
8
Afvoerslang
9
Aansluiting van de watertoevoerslang
10
Netsnoer
11
Transportbouten
12
Slangensteun
9
BEDIENINGSPANEEL
SPECIALE OPTIES
Uw nieuwe wasautomaat voldoet aan alle moderne
eisen voor een effectieve behandeling van wasgoed
met een laag water-, energie- en wasmiddelverbruik
en zorgt goed voor stoffen.
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
afvoersysteem, waardoor lichte pluizige vezels die
van de kleding afkomt met het water wordt
afgevoerd. Hierdoor wordt het overbodig deze zone
te betreden voor regelmatig onderhoud en
reiniging. Raadpleeg hoofdstuk 'Onderhoud en
reiniging' om het apparaat het beste te
onderhouden en te verzorgen.
Het AutoSense-systeem stemt de
programmaduur automatisch af op het wasgoed in
de trommel om in zo min mogelijk tijd perfecte
wasresultaten te behalen.
BESCHRIJVING BEDIENINGSPANEEL
1 2 3 4
910
7
6
8
5
1
Programmaknop
2
Centrif./Essorage reductie tiptoets
3
Temp. tiptoets
4
Scherm
5
Voorspoelen tiptoets
6
Uitgestelde start tiptoets
7
Extra spoeling tiptoets
8
Strijkvrij touchpad
9
Start/Pauze (Start/Pause) touchpad
10
Time Manager-tiptoetsen
10
WEERGAVE
A B
E D
C
A. Het tijdgedeelte:
Programmatijd.
De alarmcodes. Zie het hoofdstuk
“Probleemoplossing” voor de beschrijving.
Het niveau van de Time Manager .
B. Aanduiding Startuitstel.
C. Het indicatielampje Kinderslot.
D. Het indicatielampje Deurvergrendeling:
Het is aan, u kunt de deur niet openen.
Het is uit, u kunt de deur openen.
Het knippert, u kunt de deur niet openen.
Wacht een paar minuten tot het
indicatielampje uit is.
E. Wasfase-indicatielampjes.
: de wasfase
: de spoelfase
: de centrifugefase
PROGRAMMATABEL
Programma
Standaard tem-
peratuur
Temperatuurbe-
reik
Referentie
centrifugeer-
snelheid
Centrifugeer-
snelheidsbe-
reik
Maximale lading
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Wasprogramma's
Katoen - Co-
ton
40°C
90°C - koud
1600 tpm
(1600- 800
tpm)
7 kg Wit en bont katoen. Normaal, zwaar of licht
bevuild.
Katoen
Eco - Coton
Eco
1)
40°C
60°C- 40°C
1600 tpm
(1600- 800
tpm)
7 kg Wit katoen en kleurvast katoen. Normale
vervuiling. Het energieverbruik daalt en de
duurtijd van het wasprogramma neemt toe,
waardoor goede wasresultaten worden gega-
randeerd.
Synthetica -
Synthétiques
40°C
60°C - koud
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
3 kg Synthetische of gemengde stoffen. Nor-
male vervuiling.
Fijne Was -
Délicats
30°C
40°C - koud
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
3 kg Fijne stoffen zoals acryl, viscose en ge-
mengde stoffen hebben een milde was-
beurt nodig. Normale vervuiling.
11
Programma
Standaard tem-
peratuur
Temperatuurbe-
reik
Referentie
centrifugeer-
snelheid
Centrifugeer-
snelheidsbe-
reik
Maximale lading
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Speciale programma's
Daily
wash - Quoti-
dien
40 °C
60 °C - koud
1200 tpm
(1200 - 800
tpm)
3 kg Katoenen en synthetische items. Pro-
gramma om dagwas in korte tijd te wassen.
Normaal of licht bevuild.
Kort
30min - Rapi-
de 30 min
40°C
40°C - 30°C
1200 tpm
(1200- 800
tpm)
3 kg Synthetische en gemengde stoffen. Licht
vervuild.
Kort
14min - Rapi-
de 14 min
30 °C
800 tpm
(800- 800
tpm)
1,5 kg Synthetische en gemengde stoffen. Lich-
te vervuiling en op te frissen kleding.
Extra wasprogramma's
Centrifugeren
- Essorage
1600 tpm
(1600- 800
tpm)
7 kg Alle stoffen, behalve wol en zeer delica-
te stoffen. Om het wasgoed te centrifugeren
en het water uit de trommel te pompen.
Pompen - Vi-
dange
- 7 kg Om het water in de trommel af te voeren. Alle
stoffen.
Spoelen -
Rinçage
1600 tpm
(1600- 800
tpm)
7 kg Om het wasgoed te spoelen en te centrifuge-
ren. Alle stoffen, behalve wol en zeer delica-
te stoffen. Verlaag de centrifugeersnelheid af-
hankelijk van het type wasgoed.
Anti-allergie
60 °C
1600 tpm
(1600 - 800
tpm)
7 kg Witte katoenen kleding. Dit programma
verwijdert micro-organismes dankzij een was-
fase met een temperatuur die gedurende een
aantal minuten boven de 60°C wordt gehou-
den. Dit helpt ziektekiemen, bacteriën, micro-
organismen en andere deeltjes de verwijde-
ren. Een extra spoelbeurt zorgt voor een juiste
verwijdering van wasmiddelresten en pollen/
allergie veroorzakende stoffen. Op die manier
is het wassen effectiever.
Dekbed -
Couette
40 °C
60°C - koud
800 tpm
(800 - 800
tpm)
3 kg Speciaal programma voor één synthetische
deken, dekbed, sprei enz.
12
Programma
Standaard tem-
peratuur
Temperatuurbe-
reik
Referentie
centrifugeer-
snelheid
Centrifugeer-
snelheidsbe-
reik
Maximale lading
Programmabeschrijving
(Type lading en vervuiling)
Sport
30 °C
40°C - koud
1200 tpm
(1200 - 800
tpm)
3 kg Synthetische en delicate stoffen. Lichte
vervuiling of op te frissen kleding.
Wol/
Zijde - Laine/
Soie
40 °C
40°C - koud
1200 tpm
(1200 - 800
tpm)
1,5 kg Machinewasbestendige wol, handwas-
bestendige wol en andere stoffen voor-
zien van het symbool «handwas».
2)
1) Standaardprogramma's voor de Energielabel verbruikswaarden. Volgens de regelgeving
1061/2010 zijn deze programma's respectievelijk het «standaard 60°C katoenprogramma» en het «stan-
daard 40°C katoenprogramma». Dit zijn de meest efficiënte programma's qua elektriciteits- en waterver-
bruik bij het wassen van normaal vervuild katoenen wasgoed.
De watertemperatuur van de wasfase kan verschillen van de temperatuur die is aangegeven
voor het geselecteerde programma.
2) Tijdens deze cyclus draait de trommel langzaam om voorzichtig te wassen. Het kan lijken alsof de trom-
mel niet draait of niet goed draait. Dit is echter normaal voor dit programma.
Compatibiliteit programma-opties
Programma
Centrif./Essorage
Katoen - Coton
Katoen Eco - Coton
Eco
Synthetica - Synthéti-
ques
Fijne Was - Délicats
Daily wash - Quoti-
dien
13
Programma
Centrif./Essorage
Kort 30min - Rapide
30 min
Kort 14min - Rapide
14 min
Centrifugeren - Esso-
rage
Pompen - Vidange
Spoelen - Rinçage
Anti-allergie
Dekbed - Couette
Sport
Wol/Zijde - Laine/
Soie
VERBRUIKSGEGEVENS
De aangewezen waarden zijn verkregen onder laboratoriumcondities met relevante stan-
daarden. Verschillende oorzaken kunnen de gegevens wijzigen: de hoeveelheid en het ty-
pe wasgoed en de omgevingstemperatuur. De waterdruk, netvoeding en de temperatuur
van het toevoerwater kunnen de duur van het wasprogramma ook beïnvloeden.
De technische specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd
om de kwaliteit van het product te verbeteren.
Bij start van het programma toont het display de programmaduur voor de maximale laad-
capaciteit.
Tijdens de wasfase wordt de programmaduur automatisch berekend en deze kan flink
worden verlaagd als de wasgoedlading lager is dan de maximale laadcapaciteit (bijv. ka-
toen 60°C, maximale laadcapaciteit 7 kg, de programmaduur is langer dan 2 uur, werkelij-
ke lading 1 kg, de programmaduur is minder dan 1 uur).
Als het apparaat de echte programmaduur berekent, knippert er een punt in het display.
14
Programma’s Lading (kg)
Energiever-
bruik (kWh)
Waterverbruik
(liter)
Gemiddelde
programma-
duur (minuten)
Resterend
vocht (%)
1)
Katoen - Coton
60°C
7 1,30 68 210 44
Katoen - Coton
40°C
7 1,12 61 205 44
Synthetica - Synthé-
tiques 40°C
3 0,60 56 140 35
Fijne Was - Délicats
40°C
3 0,55 59 95 35
Wol/Zijde - Laine/
Soie 30°C
2)
1,5 0,45 62 75 30
Standaard katoenprogramma's
Standaard 60°C ka-
toen
7 0,73 45 269 44
Standaard 60°C ka-
toen
3,5 0,49 34 222 44
Standaard 40°C ka-
toen
3,5 0,49 34 224 44
1) Aan het einde van de centrifugeerfase.
2) Niet beschikbaar voor sommige modellen.
Uit-modus (W) Modus aan laten (W)
0.30 0.30
De gegevens in de bovenstaande tabel zijn in overeenstemming met verordening 1015/2010 van de
Europese Commissie tot uitvoering van de richtlijn 2009/125/EG.
OPTIES
TEMP.
Kies deze optie als u de standaardtemperatuur wilt
wijzigen.
Controlelampje
= koud water.
Het controlelampje van de ingestelde temperatuur
gaat branden.
CENTRIF./ESSORAGE
Met deze optie kunt u de standaard
centrifugeersnelheid wijzigen.
Het controlelampje van de ingestelde snelheid gaat
branden.
Extra centrifugeeropties:
Niet centrifugeren
Stel deze optie in om alle centrifugeerfasen uit
te schakelen. Alleen de afvoerfase is
beschikbaar.
15
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Stel deze optie in voor fijne was.
De spoelfase verbruikt meer water voor
sommige wasprogramma's.
Spoelstop
Stel deze optie in om kreuken in stoffen te
voorkomen.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
Als het programma afgerond is, zit er water in
de trommel.
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
De deur blijft vergrendeld. U moet het water
afvoeren om de deur te kunnen openen.
Zie om het water weg te pompen "Aan
het einde van het programma".
VOORSPOELEN
Met deze optie kunt u een voorwasfase toevoegen
aan een wasprogramma.
Het desbetreffende indicatielampje gaat aan.
Gebruik deze functie om een voorwasfase toe te
voegen voor de wasfase.
Deze optie wordt aanbevolen voor zwaar
vervuild wasgoed, met in het bijzonder zand,
stof, modder en andere vaste deeltjes.
Deze optie kan de duur van het
programma verlengen.
UITGESTELDE START
Met deze optie kunt u het starten van een
programma uitstellen naar een handiger tijdstip.
Druk herhaaldelijk op de knop om de gewenste
uitsteltijd in te stellen. De tijd neemt toe van 30
minuten tot 20 uren.
Op de display verschijnt de indicatie en de
gekozen uitsteltijd. Na het aanraken van de toets
Start/Pauze (Start/Pause) begint het apparaat
af te tellen en wordt de deur vergrendeld.
EXTRA SPOELING
Deze optie voegt een paar koude spoelgangen toe
aan het gekozen wasprogramma.
Gebruik deze optie voor personen met
wasmiddelallergieën en een gevoelige huid.
Deze optie verlengt de duur van het
programma.
Het bijbehorende indicatielampje gaat aan.
STRIJKVRIJ
Het apparaat wast en centrifugeert het wasgoed
voorzichtig om te voorkomen dat het wasgoed
kreukt.
Het apparaat vertraagt de centrifugeersnelheid,
gebruikt meer water en past de programmaduur
aan het type wasgoed aan.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden.
TIME MANAGER
Met deze optie kunt u de programmaduur verkorten
naar gelang de grootte van de lading en de
bevuilingsgraad Als u een wasprogramma instelt,
toont het display de standaardduur en
streepjes.
Raak toets Time manager aan om de
programmaduur naar wens te verkorten. Het display
toont de nieuwe programmaduur en het aantal
streepjes zal overeenkomstig afnemen:
geschikt voor een volle lading normaal
bevuilde kleding.
een korte cyclus voor een volle lading weinig
bevuilde kleding.
een hele korte cyclus voor een kleinere lading
weinig bevuilde kleding (max. halve lading
aanbevolen)
de kortste cyclus om een kleine hoeveelheid
wasgoed op te frissen.
Time manager is alleen beschikbaar bij de
programma's in de tabel.
-indicator
Katoen - Coton
Katoen Eco - Coton Eco
Synthetica - Synthétiques
Fijne Was - Délicats
16
-indicator
Katoen - Coton
Katoen Eco - Coton Eco
Synthetica - Synthétiques
Fijne Was - Délicats
1)
1) Standaardduur voor alle programma's.
INSTELLINGEN
KINDERSLOT
Met deze optie kunt u voorkomen dat kinderen met
het bedieningspaneel spelen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot
het indicatielampje
aan/uit gaat.
U kunt deze optie inschakelen:
Nadat u op heeft gedrukt: worden de opties
en de programmaknop vergrendeld.
Voordat u op heeft gedrukt: kan het
apparaat niet starten.
PERMANENT EXTRA SPOELEN
Met deze optie kunt bij elke programma
automatisch een extra spoelbeurt instellen.
Voor het inschakelen/uitschakelen van deze
optie, drukt u tegelijkertijd op en tot het
indicatielampje aan/uit gaat.
GELUIDSSIGNALEN
De geluidssignalen weerklinken wanneer:
Het programma is voltooid.
Er een storing in het apparaat optreedt.
Voor het uitschakelen/inschakelen van de
geluidssignalen, drukt u tegelijkertijd op en
gedurende 3 seconden.
Als u de geluidssignalen uitschakelt,
werken ze wel als er een storing
optreedt.
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of voordat u het
apparaat voor het eerst gebruikt, kunt
u wat water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater dat in het
apparaat is achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige functietest werd
uitgevoerd om te garanderen dat het
apparaat in perfect functionerende
staat aan de klant wordt geleverd en is
geen reden voor ongerustheid.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Draai de waterkraan open.
3. Doe een klein beetje wasmiddel in het
doseervakje voor de wasfase.
4. Stel het programma voor katoen in op de
hoogste temperatuur zonder wasgoed en start
het programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de trommel en
de kuip.
17
DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
WASGOED IN DE MACHINE DOEN
1. Open de deur van het apparaat
2. Maak de zakken leeg en zorg ervoor dat de
items niet opgevouwen zijn voordat u ze in het
apparaat plaatst.
3. Doe de was in de trommel, één item tegelijk.
Zorg ervoor dat u niet te veel was in de trommel
plaatst.
4. Doe de deur stevig dicht.
Zorg dat er geen wasgoed tussen de
deur klemt om het risico op
waterlekkage en schade aan het
wasgoed te voorkomen.
Het wassen van hele vette of
olieachtige vlekken kan schade aan de
rubberen delen van de wasmachine
veroorzaken.
WASMIDDEL EN ADDITIEVEN (WASVERZACHTER, VLEKKENMIDDEL) TOEVOEGEN
Wasmiddelvakje voor wasfase.
Als u een vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt, dient u dit direct voor het
starten van het programma te
plaatsen.
Bakje voor vloeibare toevoegingen
(wasverzachter, stijfsel).
Dit is het maximale niveau voor
vloeibare toevoegingen.
Klep voor waspoeder of vloeibaar
wasmiddel.
Wanneer u een programma (of optie) instelt met een voorwas, doe dan het wasmiddel voor de voor-
wasfase rechtstreeks in de trommel.
Volg altijd de instructies op die u op de verpakking van het wasmiddel aantreft. We raden u
wel aan het maximaal aangegeven niveau niet te overschrijden ( ). Deze hoeveelheid zal u
echter de beste wasresultaten geven.
18
Verwijder na de wascyclus indien vereist achtergebleven wasmiddel uit het wasmiddelvakje.
VLOEIBAAR WASMIDDEL OF POEDER
A
De standaardpositie van de klep is A (waspoeder).
Om vloeibaar wasmiddel te gebruiken:
1. Verwijder de lade. Duw de rand van de lade op
de plaats van de pijl (PUSH) om de lade makkelijk
te verwijderen.
B
2.Zet de klep in stand B.
3.Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruim-
te.
Wanneer u vloeibaar wasmiddel ge-
bruikt:
Gebruik geen gelatineachtige of
dikke vloeibare wasmiddelen.
Gebruik niet meer dan 120 ml.
Stel niet het programma met voor-
was in.
Stel de startuitstelfunctie niet in.
Wanneer de klep zich in stand B bevindt en u was-
poeder wenst te gebruiken:
1. Verwijder de lade.
2.Zet de klep in stand A.
3.Plaats de wasmiddeldoseerlade terug in de ruim-
te.
19
EEN PROGRAMMA INSTELLEN
1. Draai de programmaschakelaar om het
programma in te stellen:
Het indicatielampje knippert.
Het display toont het niveau van de Time
Manager, de programmaduur en de
indicatielampjes van de programmafases.
2. Indien nodig, wijzig de temperatuur en de
centrifugeersnelheid of voeg extra opties toe.
Als u een optie activeert, gaat het
indicatielampje van de ingestelde optie
branden.
Als u iets niet goed instelt, toont het
display de melding .
EEN PROGRAMMA STARTEN ZONDER EEN
UITGESTELDE START
Druk op .
Het indicatielampje stopt met
knipperen en blijft branden.
Het indicatielampje begint te
knipperen.
Het programma start, de deur is
vergrendeld en het display toont de
weergave .
De afvoerpomp kan even werken als het
apparaat gevuld wordt met water.
Na ongeveer 15 minuten na de start
van het programma:
Het apparaat past automatisch de
programmaduur aan aan de
wasgoedbelading.
Op de display verschijnt de nieuwe
waarde.
EEN PROGRAMMA STARTEN MET EEN
UITGESTELDE START
1. Druk nogmaals op tot op het display het
gewenste startuitstel verschijnt.
Het bijbehorende indicatielampje gaat branden op
het display.
2. Druk op :
De machine begint de tijd af te tellen.
De deur wordt vergrendeld, het display
toont de aanduiding
.
Nadat het aftelproces voltooid is, wordt het
wasprogramma automatisch gestart.
U kunt de instelling van het startuitstel
annuleren of wijzigen voordat u op
drukt. De uitgestelde start annuleren:
Druk op om het apparaat
op pauze te zetten.
Druk op tot op het '
verschijnt.
Druk weer op om het
programma direct te starten.
DE TIMECARE SYSTEM LADINGDETECTIE
Na op de toets Start/Pauze (Start/Pause) te
hebben gedrukt:
1. Het TimeCare System begint het gewicht van
de lading te schatten om de werkelijke
programmaduur te berekenen. Tijdens deze
fase knippert de stip op het display.
2. Na ongeveer 15-20 minuten wordt een nieuwe
cyclusduur weergegeven.
Het apparaat past de programmaduur
automatisch aan de lading aan om in de kortst
mogelijke tijd zo perfect mogelijke
wasresultaten te krijgen.
EEN PROGRAMMA ONDERBREKEN EN DE
OPTIES WIJZIGEN
U kunt slechts enkele functies wijzigen voordat ze
gaan werken.
1. Druk op .
Het indicatielampje knippert.
2. Wijzig de opties.
3. Druk weer op .
Het wasprogramma gaat verder.
ACTIEF PROGRAMMA ANNULEREN
1. Druk de programmaknop naar om het
programma te annuleren en om het apparaat uit
te schakelen.
2. Druk opnieuw op de programmaknop om het
apparaat in te schakelen. Nu kunt u een nieuw
wasprogramma kiezen.
Het apparaat voert het water af
voordat u een nieuw programma start.
Zorg er in dit geval voor dat het
wasmiddel nog in het doseerbakje zit,
zo niet vul het dan bij.
20
DE DEUR VAN HET APPARAAT OPENEN
WANNEER HET STARTUITSTEL IN WERKING
IS
Als een startuitstel in werking is, is de deur van het
apparaat vergrendeld en is het indicatielampje
aan.
1. Druk op om het apparaat te pauzeren.
2. Wacht tot het indicatielampje van de
deurvergrendeling uitgaat.
3. U kunt de deur openen.
4. Sluit de deur en druk weer op de toets .
De uitgestelde start is weer geactiveerd.
DE DEUR OPENEN ALS HET PROGRAMMA
IN WERKING IS
Als een programma in werking is, is de deur van het
apparaat vergrendeld en is het indicatielampje
aan.
LET OP! Als de temperatuur en het
waterniveau in de trommel te hoog zijn,
kunt u de deur niet openen.
1. Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
2. Wacht een paar minuten met het openen van
de deur.
3. Sluit de deur van het apparaat.
4. Stel het programma opnieuw in.
AAN HET EINDE VAN HET PROGRAMMA
Het apparaat stopt vanzelf.
Als het geluidssignaal actief is, weerklinkt het
signaal.
In het display gaat aan.
Het lampje van gaat uit.
Het deurvergrendelingssymbool gaat uit.
U kunt de deur openen.
Haal het wasgoed uit het apparaat. Zorg ervoor
dat de trommel leeg is.
Draai de waterkraan dicht.
Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
Laat de deur iets open staan om de vorming van
schimmel en onaangename luchtjes te
voorkomen.
Het wasprogramma is voltooid, maar er staat
water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om kreukvorming
van het wasgoed te voorkomen.
Het deurvergrendelingssymbool
brandt.
Het controlelampje gaat knipperen. De deur
blijft vergrendeld.
U moet het water afvoeren om de deur te
kunnen openen.
Om het water weg te pompen:
1. De centrifugeersnelheid zo nodig verlagen. Als
u
instelt, pompt het apparaat alleen.
2. Druk op . Het apparaat voert het water af
en centrifugeert.
3. Als het programma is voltooid, gaat het
deurvergrendelingssymbool uit en kunt u
de deur openen.
4. Draai de programmaknop op om het
apparaat uit te schakelen.
Na ongeveer 18 uur begint het
apparaat automatisch met het afvoeren
van water en centrifugeren (behalve bij
het wolprogramma).
STAND-BY
Enkele minuten na het einde van het
wasprogramma wordt de energiezuinige modus
geactiveerd, wanneer u het apparaat niet
uitschakelt.
Hierdoor wordt het energieverbruik beperkt
wanneer het apparaat in de standby-stand staat.
Alle indicatielampjes en de display gaan uit.
Het indicatielampje van
knippert langzaam
Druk op een van de opties om de energiezuinige
modus te deactiveren.
Als u een programma of optie instelt
die eindigt met water in de trommel,
wordt de energiebesparingsfunctie
niet geactiveerd om u eraan te
herinneren het water weg te pompen.
21
AANWIJZINGEN EN TIPS
VOOR U HET WASGOED IN DE TROMMEL
DOET
Verdeel het wasgoed in: wit, gekleurd,
synthetisch, fijne was en wol.
Volg de wasinstructies die u op de waslabels
van het wasgoed vindt.
Was witte en bonte artikelen niet samen.
Sommige bonte items kunnen verkleuren met de
eerste wasbeurt. We raden je aan ze apart te
wassen voor de eerste keer.
Knoop kussenslopen dicht, sluit ritsen, haakjes
en drukknopen. Rol riemen op.
Draai meerlagige stoffen, wollen en kleding met
geverfde opdrukken binnenstebuiten.
Verwijder ingedroogde vlekken met een speciaal
wasmiddel.
Zwaar bevuilde was met vlekken moet
gewassen en voorbehandeld worden voordat
het in de trommel wordt gedaan
Wees voorzichtig met gordijnen. Verwijder de
haken of stop de gordijnen in een waszak of
kussensloop.
Was geen wasgoed zonder zomen of met
scheuren. Gebruik een waszakje om kleine
items te wassen (Bijv. beugelbh's, riemen,
panty's, etc.).
Een zeer kleine lading kan problemen
veroorzaken bij de centrifugefase. Als dit
gebeurt, kunt u de artikelen handmatig verdelen
in de trommel en de centrifugefase opnieuw
starten.
Vermijd het wassen van kleding vol met lange
haren van dieren of van kleren van slechte
kwaliteit die veel pluis afgeven, want dat kan het
afvoercircuit blokkeren en daarom leiden tot de
noodzaak van hulp van een technicus.
Maak alle zakken leeg en vouw alle artikelen
open.
HARDNEKKIGE VLEKKEN
Voor sommige vlekken is water en wasmiddel niet
voldoende.
We raden u aan om deze vlekken te behandelen
voordat u deze artikelen in de machine stopt.
Er zijn speciale vlekkenverwijderaars verkrijgbaar.
Gebruik een speciale vlekkenverwijderaar die
geschikt is voor het type vlek en stof.
WASMIDDELEN EN
NABEHANDELINGSMIDDELEN
Gebruik alleen wasmiddelen en
nabehandelingsproducten die bedoeld zijn voor
gebruik in een wasautomaat:
waspoeder voor alle soorten weefsels,
waspoeder voor delicate stoffen (40 °C
max) en wol,
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma's op lage temperatuur (60
°C max.) voor alle soorten weefsels, of
speciaal voor alleen wol.
Vermeng geen verschillende soorten wasmiddel
met elkaar.
Gebruik niet meer dan de benodigde
hoeveelheid wasmiddel om het milieu te
beschermen.
Volg altijd de instructies die u vindt op de
verpakking van deze producten.
Gebruik de juiste producten voor het type en de
kleur stof, de programmatemperatuur en de
mate van vervuiling.
Als uw machine geen wasmiddeldoseerbakje
heeft met klepje, voeg dan het vloeibare
wasmiddel toe met een doseerbol (meegeleverd
bij het wasmiddel).
MILIEUTIPS
Stel een programma in zonder de voorwasfase
om wasgoed dat normaal vervuild is te wassen.
Start een wasprogramma altijd met de maximum
toegestane hoeveelheid wasgoed.
Gebruik indien nodig een vlekkenverwijderaar
als u een programma met een lage temperatuur
instelt.
Controleer de waterhardheid van uw plaatselijke
systeem om de juiste hoeveelheid wasmiddel te
gebruiken. Zie "Waterhardheid".
WATERHARDHEID
Als de waterhardheid in uw gebied hoog of
gemiddeld is, raden we u het gebruik van
waterverzachter voor wasautomaten aan. In
gebieden waar de waterhardheid zacht is, is het
gebruik van een waterverzachter niet nodig.
Neem contact op met het plaatselijke
waterleidingbedrijf voor de waterhardheid in uw
gebied.
22
Gebruik de juiste hoeveelheid van de
waterverzachter. Volg altijd de instructies die u
vindt op de verpakking van het product.
REINIGING EN ONDERHOUD
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor
normaal huishoudelijk gebruik.
Lees het hoofdstuk zorgvuldig door
voor het beste onderhoud en zorg.
BUITENKANT REINIGEN
Het apparaat alleen schoonmaken met milde zeep
en warm water. Maak alle oppervlakken volledig
droog.
LET OP! Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP! Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op chloorbasis.
ONTKALKEN
Als de waterhardheid in uw gebied
hoog of gemiddeld is, raden we u het
gebruik van waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op kalkaanslag.
Normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we raden aan af
en toe een cyclus te draaien met een lege trommel
en een ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
ONDERHOUDSWAS
Bij herhaaldelijke en voortdurend gebruik van
programma´s bij lage temperaturen kunnen er
wasmiddelresten en pluizen achterblijven en kan er
bacteriëngroei in de trommel en de kuip ontstaan.
Dit kan slechte geurtjes en meeldauw veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en de
binnenkant van het apparaat te reinigen regelmatig
een onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal per
maand).
Raadpleeg het hoofdstuk
'Trommelreiniging'.
DE TROMMEL REINIGEN
Controleer de trommel regelmatig om ongewenste
aanslag te voorkomen.
Roestaanslag in de trommel kan voorkomen
vanwege roestende vreemde voorwerpen in de was
of door leidingwater dat ijzer bevat
Reinig de trommel met speciale producten voor
roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die u vindt op
de verpakking van het product.
Maak de trommel niet schoon met zure
ontkalkingsmiddelen, schuurmiddelen
die chloor of ijzer of staalwol bevatten.
Voor een grondige reiniging:
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Voer een Katoen - Coton-programma uit op de
hoogste temperatuur.
3. Voeg een kleine hoeveelheid waspoeder toe
aan de lege trommel om achtergebleven resten
weg te spoelen.
DEURAFDICHTING MET VAL MET DUBBELE
LIP
Dit apparaat is ontworpen met een zelfreinigend
drainagesysteem waardoor lichte pluisvezels die
van de kleren vallen samen met het water worden
afgevoerd op zo'n manier dat het niet nodig is dat
de klant dit gedeelte regelmatig onderhoudt en
reinigt.
Controleer het deurrubber regelmatig en verwijder
voorwerpen uit de binnenkant. Munten, knoppen en
andere kleine items vergeten in de zakken van uw
23
kleren worden tijdens de wascyclus gevangen in de
speciale val met dubbele lip in de
patrijspoortafdichting, waar ze gemakkelijk kunnen
worden uit gehaald aan het einde van de cyclus.
HET WASMIDDELDOSEERBAKJE REINIGEN
1. 2.
3. 4.
HET FILTER VAN DE TOEVOERSLANG EN HET KLEPFILTER REINIGEN
1
2
3
24
45°
20°
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ VORST
Als het apparaat is geïnstalleerd in een gebied waar
de temperatuur lager is dan 0° C, dan dient u het
resterende water uit de afvoerslang en de
afvoerpomp te verwijderen.
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Plaats de twee uiteinden van de toevoerslang
in een bak en laat het water uit de slang
stromen.
4. Leeg de afvoerpomp. Raadpleeg de
noodafvoerprocedure.
5. Als de afvoerpomp leeg is, installeert u de
toevoerslang opnieuw.
WAARSCHUWING! Zorg ervoor dat
de temperatuur hoger is dan 0°C
voordat u het apparaat opnieuw
gebruikt.
De fabrikant is niet verantwoordelijk
voor schade die door lage
temperaturen is veroorzaakt.
PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING! Raadpleeg de
hoofdstukken Veiligheid.
INTRODUCTIE
Het apparaat start of stopt niet tijdens de werking.
Probeer eerst het probleem zelf op te lossen (zie
tabel). Als het probleem aanhoudt, neemt u contact
op met de Servicedienst.
Bij sommige problemen werken de
geluidssignalen en toont de display een
alarmcode:
- Het apparaat wordt niet goed gevuld
met water. Start het apparaat nogmaals door te
drukken op toets Start/Pauze (Start/Pause). Na
10 seconden wordt de deur ontgrendeld.
- Het apparaat pompt geen water weg.
- De deur is open of niet goed gesloten.
Controleer de deur!
- De stroomtoevoer is onstabiel. Wacht
tot de stroomtoevoer stabiel is.
WAARSCHUWING! Schakel het
apparaat uit voordat u controles
uitvoert.
25
MOGELIJKE STORINGEN
Probleem Mogelijke oplossing
Het programma start niet.
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het stopcon-
tact.
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
Verzeker u ervan dat er geen beschadigde zekering in het zekerin-
genkastje is.
Zorg dat de knop Start/Pauze is ingedrukt.
Als uitgestelde start gekozen is: annuleer de instelling of wacht op
het einde van de aftelprocedure.
Schakel het kinderslot uit.
Het apparaat wordt niet
goed met water gevuld.
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is. Neem
voor deze informatie contactpersoon op met uw plaatselijke water-
leidingsbedrijf.
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door het filter van de toe-
voerslang of het filter van de afvoerklep die verstopt kan zijn. Zie het
hoofdstuk 'Onderhoud en reiniging'. Als het probleem opnieuw op-
treedt, neemt u contact op met de Servicedienst.
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoevoerslang
aanwezig zijn.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de waterinlaatslang in orde
is.
Verzeker u ervan dat de aansluitingen van de waterinlaatslangen in
orde zijn.
Het apparaat vult zich niet
met water en pompt dit di-
rect weg.
Verzeker u ervan dat de aftapslang in de juiste positie is. De slang
kan te laag hangen. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Het water niet wordt afge-
pompt uit de machine.
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten heeft.
Verzeker u ervan dat de aansluiting van de aftapslang in orde is.
Stel het afvoerprogramma in als u een programma zonder afvoerfa-
se instelt.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
De centrifugeerfase werkt
niet of de wascyclus duurt
langer dan normaal.
Stel de centrifugeersnelheid in.
Stel het afvoerprogramma in als u een optie instelt waarbij water in
de trommel blijft.
Dit probleem kan worden veroorzaakt door een verstopt afvoerfilter.
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Verdeel het wasgoed met de hand in de trommel en start de centri-
fugeerfase opnieuw. Dit probleem kan veroorzaakt zijn door even-
wichtsproblemen.
26
Probleem Mogelijke oplossing
Er is water op de vloer.
Verzeker u ervan dat de koppelingen van de waterslangen goed af-
gedicht zijn en dat er geen waterlekkage is.
Zorg ervoor dat de watertoevoer- en afvoerslangen niet beschadigd
zijn.
Zorg ervoor dat u het juiste wasmiddel in de juiste hoeveelheid ge-
bruikt.
U kunt de klep van de ma-
chine niet openen.
Controleer of het wasprogramma is voltooid.
Stel het afvoer- of centrifugeerprogramma in als er zich water in de
trommel bevindt.
Houd u zich aan de noodafvoerprocedure. Zie "Voorzorgsmaatre-
gelen bij vorst" (in het hoofdstuk "Onderhoud en reiniging").
Verzeker u ervan dat er elektrische stroom op de machine staat.
Dit probleem kan veroorzaakt zijn door een storing in de machine,
Neem contact op met een erkend servicecentrum.
Het apparaat maakt een
abnormaal geluid.
Zorg ervoor dat de machine goed waterpas staat. Raadpleeg 'Mon-
tage-instructies'.
Verzeker u ervan dat de verpakking en/of de transportbouten ver-
wijderd zijn. Raadpleeg 'Montage-instructies'.
Leg meer wasgoed in de trommel. De belading kan te gering zijn.
De cyclus is korter dan de
weergegeven tijd.
Het apparaat berekent een nieuwe tijd aan de hand van de was-
goedlading. Zie het hoofdstuk 'Verbruikswaarden'.
De cyclus is langer dan de
weergegeven tijd.
Een wasgoedlading die niet in balans is verlengt de duur. Dit is nor-
maal gedrag van het apparaat.
De wasresultaten laten te
wensen over.
Gebruik meer wasmiddel of gebruik een ander wasmiddel.
Gebruik speciale producten voor het verwijderen van hardnekkige
vlekken voordat u het wasgoed wast.
Verzeker u ervan dat u de juiste temperatuur gekozen heeft.
Verminder de wasgoedbelading.
U kunt geen optie instellen. Zorg dat u alleen op de gewenste tiptoets(en) drukt.
Schakel na de controle de machine in. Het programma wordt voortgezet vanaf het punt van onderbreking.
Als het probleem zich nogmaals voordoet: neem contact op met een erkend servicecentrum.
Als het display andere alarmcodes toont. Schakel de machine uit en zet hem weer aan. Als het probleem
zich blijft voordoen: neem contact op met een erkend servicecentrum.
TECHNISCHE GEGEVENS
Afmeting Breedte / hoogte / diepte /
totale diepte
600 mm/ 850 mm/ 559 mm/ 578 mm
Elektrische aansluiting Spanning (Voltage)
Totaal vermogen
Zekering
Frequentie
230 V
2200 W
10 A
50 Hz
27
Het beschermdeksel biedt bescherming tegen vaste stof-
fen en vochtigheid, behalve op plaatsen waar de laag-
spanningsapparatuur geen bescherming tegen vocht
biedt
IPX4
Watertoevoerdruk Minimum
Maximum
0,5 bar (0,05 MPa)
8 bar (0,8 MPa)
Watertoevoer
1) Koud water
Maximale belasting Katoen 7 kg
Energiebesparingsklasse A+++
Centrifugeersnelheid Maximale centrifugeersnel-
heid
1551 tpm
1) Sluit de waterinlaatslang aan op een waterkraan met een 3/4'' -schroefdraad.
PRODUCTINFORMATIEBLAD CONFORM E.U.-VERORDENING 1369/2017
Productinformatieblad
Handelsmerk ZANUSSI
Model ZWFC7265,
PNC914912491
Nominale capaciteit in kg 7
Energie-efficiëntieklasse A+++
Energieverbruik in kWh per jaar, gebaseerd op 220 standaard was-
cycli voor de katoenprogramma’s op 60 °C en 40 °C bij volledige en
gedeeltelijke lading, en het verbruik in standen met een laag opge-
nomen vermogen. Het werkelijke verbruik wordt bepaald door de
wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.
139
Het energieverbruik van het standaard 60°C katoenprogramma bij
volledige lading in kWh
0,73
Het energieverbruik van het standaard 60°C katoenprogramma bij
gedeeltelijke lading in kWh
0,49
Het energieverbruik van het standaard 40°C katoenprogramma bij
gedeeltelijke lading in kWh
0,49
Energieverbruik in de uitstand in W 0,3
Energieverbruik in de sluimerstand in W 0,3
Waterverbruik in liter per jaar, gebaseerd op 220 standaard wascycli
voor de katoenprogramma’s op 60 °C en 40 °C bij volledige en ge-
deeltelijke lading. Het werkelijke waterverbruik wordt bepaald door
de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt.
9499
Centrifuge-efficiëntieklasse op een schaal van G (minst efficiënt) tot
A (meest efficiënt)
A
De maximale centrifugesnelheid in rpm 1551
28
Restvochtgehalte in % 44
Het "standaard katoenprogramma op 60 °C" en het "standaard ka-
toenprogramma op 40 °C" de standaard wasprogramma’s zijn waar-
op de informatie op het etiket en de productkaart betrekking heeft,
dat deze programma’s geschikt zijn voor het wassen van normaal
bevuild katoenen wasgoed en dat ze de meest efficiënte program-
ma’s zijn wat het gecombineerd energie- en waterverbruik betreft.
-
Standaard katoenprogramma op 60 °C bij volledige en lading in mi-
nuten
269
Standaard katoenprogramma op 60 °C bij gedeeltelijke en lading in
minuten
222
Standaard katoenprogramma op 40 °C bij gedeeltelijke en lading in
minuten
224
De duur van de sluimerstand in minuten 5
De geluidsemissie via de lucht in db(A), wassen 51
De geluidsemissie via de lucht in db(A), centrifugeren 78
Ingebouwde apparatuur J/N Nee
De gegevens in de bovenstaande grafiek zijn in overeenstemming met de EU verordening 1015/2010 die
richtlijn 2009/125/EC implementeert.
MILIEUBESCHERMING
Recycleer de materialen met het symbool . Gooi
de verpakking in een geschikte afvalcontainer om
het te recycleren. Bescherm het milieu en de
volksgezondheid en recycleer op een correcte
manier het afval van elektrische en elektronische
apparaten. Gooi apparaten gemarkeerd met het
symbool niet weg met het huishoudelijk afval.
Breng het product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de gemeente.
29
*
30
31
WWW.ZANUSSI.COM/SHOP
192926100-A-192019
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Zanussi ZR8431WF Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor