Samsung AM220FNHDEH/EU Handleiding

Type
Handleiding
01_ kenmerken
kenmerken van uw nieuwe
airconditioner
t Koele zomeraanbieding
Tijdens die hete, broeiende zomerdagen en lange, rusteloze nachten is er geen betere plek
om te ontsnappen aan de hitte dan in uw eigen koele huis. Uw nieuwe airconditioner maakt
een einde aan uitputtende hete zomerdagen en laat u uitrusten. Ontsnap deze zomer aan de
hitte met uw eigen airconditioner.
t Kosteneffectief Systeem
Uw nieuwe airconditioner levert niet alleen maximale koeling in de zomer maar is tevens een
effectieve verwarmingsmethode voor in de winter dankzij het geavanceerde “warmtepomp”
systeem. Deze technologie is tot 300% efficiënter dan elektrische verwarming waardoor u
de verbruikskosten nog verder kunt verlagen. Nu kunt u één airconditioner het hele jaar door
gebruiken.
t Flexibele installatie
Het Duct type airconditioner heeft een dunner ontwerp en biedt verschillende oplossingen
voor wat voor een vorm kamer dan ook waardoor aan specifieke luchtstroomvereisten
voldaan kan worden. Tevens kan de luchtinname ingesteld worden op de onderkant of
achterkant van de unit waardoor de installatie flexibeler is.
veiligheidsinformatie _02
NEDERLANDS
veiligheidsinformatie
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u uw nieuwe airconditioner
in gebruik neemt, zodat u weet hoe u op veilige en eciënte wijze
gebruikmaakt van de uitgebreide mogelijkheden en functies van uw nieuwe
apparaat.
Aangezien de gebruiksinstructies gelden voor meerdere modellen, kunnen
de eigenschappen van uw airconditioner verschillen van de beschrijving
in deze handleiding. Als u vragen hebt, kunt u contact opnemen met het
dichtstbijzijnde contactcentrum. U kunt online via www.samsung.com
ondersteuning en informatie krijgen.
Belangrijke veiligheidssymbolen en voorzorgsmaatregelen:
WAARSCHUWING
Gevaren of onveilige praktijken die kunnen resulteren in
ernstig lichamelijk letsel of overlijden.
LET OP
Gevaren of onveilige praktijken die kunnen resulteren in licht
lichamelijk letsel of schade aan eigendommen.
Volg de richtlijnen.
NIET proberen.
Zorg ervoor dat de machine is geaard om elektrische
schokken te voorkomen.
Trek de stekker uit het stopcontact.
NIET uit elkaar halen.
VOOR INSTALLATIE WAARSCHUWING
Gebruik een voedingskabel die minimaal voldoet aan de stroomspecicaties van het
product en gebruik de voedingskabel alleen voor dit product. Gebruik bovendien
geen verlengsnoer.
XWanneer de voedingskabel wordt verlengd, kan dit resulteren in elektrische
schokken of brand.
XGebruik geen elektrische omvormer. Dit kan resulteren in elektrische schokken
of brand.
XAls de spanning/frequentie/stroomsterkte afwijkt, kan dit brand veroorzaken.
De installatie van dit apparaat moet worden verricht door een erkend installateur of
servicebedrijf.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken, brand,
explosie, problemen met het product of letsel.
03_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
VOOR INSTALLATIE WAARSCHUWING
Installeer een schakelaar en stroomonderbreker voor de airconditioner.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
Bevestig de buitenunit stevig, zodat het elektrische gedeelte van de unit niet wordt
blootgesteld aan de elementen.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
Installeer dit apparaat niet bij een verwarming of bij ontvlambaar materiaal.
Installeer dit apparaat niet in een vochtige, vettige of stoge omgeving, of op
een plaats die blootstaat aan direct zonlicht en water (regendruppels). Plaats het
apparaat niet op een locatie waar gas kan vrijkomen.
XDit kan leiden tot elektrische schokken of brand.
Installeer de buitenunit nooit op een locatie zoals aan een hoge buitenmuur waar
die kan vallen.
XAls de buitenunit valt, kan dit resulteren in letsel, de dood of schade aan
eigendommen.
Dit apparaat moet goed zijn geaard. Aard het apparaat niet aan een gasleiding,
plastic waterleiding of telefoonlijn.
XIndien dat wel gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken, brand, een
explosie of andere problemen met het product.
XSteek de stekker nooit in een stopcontact dat niet juist is geaard en zorg dat
het stopcontact voldoet aan de plaatselijke en landelijke voorschriften.
VOOR INSTALLATIE LET OP
Plaats uw apparaat op een vlakke en harde ondergrond met voldoende
draagvermogen voor het gewicht van het apparaat.
XWanneer u dat niet doet, kan dit resulteren in abnormale trillingen, lawaai of
problemen met het product.
Zorg voor een correcte installatie van de afvoerslang, zodat het water goed wordt
afgevoerd.
XAls u dit niet doet, kan dit leiden tot waterlekkage en materiële schade.
Wanneer u de buitenunit installeert, moet u ervoor zorgen dat de afvoerslang wordt
aangesloten zodat het water goed wordt afgevoerd.
XHet water dat tijdens het verwarmen door de buitenunit wordt gegenereerd,
kan overlopen en resulteren in materiële schade. Met name in de winter kan
vallend ijs resulteren in letsel, de dood of materiële schade.
veiligheidsinformatie _04
NEDERLANDS
VOOR VOEDING WAARSCHUWING
Als de stroomonderbreker is beschadigd, neemt u contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
Trek niet te hard aan de voedingskabel en buig deze niet overmatig. Draai de
voedingskabel niet en leg er geen knopen in. Haak de voedingskabel niet achter
een metalen object, plaats geen zware voorwerpen op de voedingskabel, plaats de
voedingskabel niet tussen objecten en druk de kabel niet achter het apparaat.
XDit kan leiden tot elektrische schokken of brand.
VOOR VOEDING LET OP
Schakel de stroomonderbreker bij onweer of als de airconditioner gedurende lange
tijd niet wordt gebruikt.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
VOOR GEBRUIK WAARSCHUWING
Als het apparaat overstroomt, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
Als u een vreemd geluid, een brandlucht of rook waarneemt, trekt u direct de
stekker uit het stopcontact en neemt u contact op met het dichtstbijzijnde
servicecentrum.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
Als er sprake is van een gaslek (zoals propaan, LPG, enz.) moet u de ruimte
onmiddellijk ventileren en raakt u de voedingskabel niet aan. Raak het apparaat of
de voedingskabel niet aan.
XGebruik geen ventilator.
XEen vonkje kan een explosie of brand veroorzaken.
Wanneer de airconditioner opnieuw moet worden geïnstalleerd, neemt u contact op
met uw dichtstbijzijnde servicecentrum.
XIndien dat niet gebeurt, kan dat leiden tot problemen met het product,
waterlekken, elektrische schokken of brand.
XEr is niet voorzien in een aeveringsservice voor het product. Als u het product
opnieuw installeert op een andere locatie, worden extra kosten voor de
opbouw en installatie in rekening gebracht.
XNeem zeker contact op met het dichtstbijzijnde servicecentrum als u
het product op een ongebruikelijke plaats wilt installeren, zoals op een
bedrijvenpark of in nabijheid van de zee waar het product wordt blootgesteld
aan zout in de lucht.
05_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
VOOR GEBRUIK WAARSCHUWING
Raak de stroomonderbreker niet met natte handen aan.
XDit kan resulteren in een elektrische schok.
Voorkom dat er excessief veel kracht op de airconditioner wordt uitgeoefend.
XDit kan resulteren in brand, letsel of problemen met het product.
Plaats geen objecten in de buurt van de buitenunit die kinderen de mogelijkheid
bieden op het apparaat te klimmen.
XHierdoor kunnen ernstig letsel oplopen.
Gebruik de stroomonderbreker niet om de airconditioner uit te schakelen wanneer
deze aan staat.
XWanneer u de airconditioner uit- en inschakelt, kunnen er vonken ontstaan,
wat kan resulteren in elektrische schokken of brand.
Zorg dat u het verpakkingsmateriaal na het uitpakken van de airconditioner, uit de
buurt houdt van kinderen. Verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk zijn voor kinderen.
XAls een kind een zak over zijn hoofd trekt, kan dit leiden tot verstikking.
Steek geen vingers of vreemde stoen in het stopcontact wanneer de airconditioner
in bedrijf is of het luchtstroomblad wordt gesloten.
XZorg ervoor dat kinderen geen letsel oplopen door hun vingers in het product
te steken.
Raak het luchtstroomblad niet met uw handen of vingers aan wanneer de
airconditioner verwarmt.
XDit kan leiden tot elektrische schokken of brandwonden.
Steek geen vingers of vreemde stoen in de luchtinlaat-/-uitlaat van de
airconditioner.
XZorg ervoor dat kinderen geen letsel oplopen door hun vingers in het product
te steken.
Gebruik deze airconditioner langdurig op een slecht geventileerde locatie of in de
buurt van mensen met een zwakke gezondheid.
XDit kan door het ontstaan van zuurstofgebrek tot een gevaarlijke situatie
leiden. Open minimaal een uur een raam.
Als een vreemde substantie zoals water in het product is gekomen, onderbreekt u
de stroomtoevoer naar het product door de stekker uit het stopcontact te trekken
en de stroomonderbreker uit te schakelen. Vervolgens neemt u contact op met het
dichtstbijzijnde servicecentrum.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
veiligheidsinformatie _06
NEDERLANDS
VOOR GEBRUIK WAARSCHUWING
Probeer het apparaat niet zelf te repareren, demonteren of aan te passen.
XGebruik geen andere zekeringen (zoals koper, staaldraad, enz.) dan de
standaardzekering.
XAls u dat toch doet, kan dat leiden tot elektrische schokken, brand, problemen
met het product of letsel.
VOOR GEBRUIK LET OP
Plaats geen objecten of apparaten onder de binnenunit.
XDruppend water uit de binnenunit kan resulteren in brand of materiële schade.
Controleer het installatieframe van de buitenunit minimaal één keer per jaar op
beschadigingen.
XAls u dit niet doet, kan dit leiden persoonlijk letsel, de dood of materiële
schade.
De maximale stroom wordt gemeten overeenkomstig de IEC-veiligheidsnorm en de
stroom wordt gemeten overeenkomstig de ISO-norm voor energie-eciëntie.
Ga niet op het apparaat staan en plaats geen objecten (zoals wasgoed, brandende
kaarsen, aangestoken sigaretten, de vaatwas, chemicaliën, metalen objecten, enz.)
op het apparaat.
XDit kan dat leiden tot elektrische schokken, brand, problemen met het product
of letsel.
Bedien het apparaat niet met natte handen.
XDit kan resulteren in een elektrische schok.
Spuit geen vluchtige stoen zoals insecticiden op het oppervlak van het apparaat.
XDat is niet alleen schadelijk voor de mens, maar kan ook leiden tot elektrische
schokken, brand of problemen met het product.
Het water uit de airconditioner is niet drinkbaar.
XHet water kan schadelijk zijn voor mensen.
Oefen niet te veel kracht uit op de afstandsbediening en haal de afstandsbediening
niet uit elkaar.
Raak nooit de leidingen aan die zijn aangesloten op het product.
XAls u dit wel doet, kan dit leiden tot brandwonden of letsel.
Gebruik deze airconditioner niet voor de opslag van precisie-instrumenten, voedsel,
dieren, planten, cosmetica of andere ongebruikelijke doeleinden.
XDit kan resulteren in materiële schade.
Voorkom dat mensen, dieren of planten gedurende langere tijd worden
blootgesteld aan de luchtstroom van airconditioner.
XDit kan schadelijk zijn voor mensen, dieren of planten.
07_ veiligheidsinformatie
veiligheidsinformatie
VOOR GEBRUIK LET OP
Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (waaronder kinderen) met een
verminderd fysiek, zintuiglijk of mentaal vermogen of met onvoldoende ervaring
en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen met
betrekking tot het gebruik van het apparaat van een persoon die verantwoordelijk
is voor hun veiligheid. Kinderen mogen het apparaat uitsluitend onder toezicht
gebruiken om te voorkomen dat ze ermee gaan spelen.
Voor gebruik in Europa:
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en personen met een verminderd fysiek, zintuiglijk of metaal vermogen of met
onvoldoende ervaring en kennis, mits zij onder toezicht staan of instructies hebben
gekregen met betrekking tot het veilig gebruiken van het apparaat en zij begrijpen
wat de eventuele risicos zijn. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
Reiniging en onderhoud mag niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd.
VOOR REINIGING WAARSCHUWING
Reinig het apparaat niet door rechtstreeks water op het apparaat te spuiten.
Gebruik geen wasbenzine, verdunner, alcohol of aceton om het apparaat te
reinigen.
X Dit kan leiden tot verkleuring, vervorming, schade, elektrische schokken of brand.
Als u het apparaat wilt reinigen of onderhoud aan het apparaat wilt verrichten,
moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken en wachten totdat de
ventilator is gestopt.
XIndien dat niet gebeurt, kan dit leiden tot elektrische schokken of brand.
VOOR REINIGING LET OP
Wees voorzichtig wanneer u het oppervlak van de warmtewisselaar van de
buitenunit reinigt, aangezien deze scherpe randen heeft.
XDraag tijdens het reinigen dikke katoenen handschoen om te voorkomen dat
u zich in de vingers snijdt.
Reinig de binnenkant van de airconditioner nooit zelf.
XAls u de binnenkant van het apparaat wilt reinigen, neemt u contact op met
het dichtstbijzijnde servicecentrum.
XWanneer u het interne lter reinigt, raadpleegt u de beschrijving in het
gedeelte ‘De airconditioner reinigen en onderhouden.
XWanneer u dit niet doet, kan dit resulteren in een elektrische schok of brand.
inhoud _08
NEDERLANDS
UW AIRCONDITIONER BEKIJKEN
10
10 Groot duct-type
UW AIRCONDITIONER GEBRUIKEN
11
11 Tips over het gebruik van uw airconditioner
DE AIRCONDITIONER SCHOONMAKEN
EN ONDERHOUDEN
12
12 Uw airconditioner onderhouden
12 Periodieke controles
13 Interne beschermingen via het unit
beheersingsysteem
APPENDIX
14
14 Probleemoplossing
15 Bedieningsmarges
15 Modelspecificatie (gewicht en afmetingen)
inhoud
UW AIRCONDITIONING INSTALLEREN
16
16 Installatie gedeelte
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
(Van toepassing in landen waar afval gescheiden wordt ingezameld)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires
(bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur.
Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u
deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van
materiaalbronnen wordt bevorderd.
Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze
wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen.
Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen.
Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd.
Ga voor informatie over de milieuverbintenissen en productspecifieke wettelijke verplichtingen van Samsung, zoals REACH, WEEE,
batterijen, naar: samsung.com/uk/aboutsamsung/samsungelectronics/corporatecitizenship/data_corner.html
09_ uw airconditioner bekijken
uw airconditioner bekijken
Gefeliciteerd met de aanschaf van de airconditioner. We hopen dat u zult genieten van de functies van uw
airconditioner en met optimale efficiëntie koel of warm blijft.
Lees om te beginnen de gebruikershandleiding door om het beste uit de airconditioner te kunnen halen.
GROOT DUCT-TYPE
Uw airconditioner kan, afhankelijk van uw model, enigszins afwijken van de bovenstaande
afbeelding.
Luchtinlaat
Luchtafvoer
uw airconditioner gebruiken _10
NEDERLANDS
uw airconditioner gebruiken
TIPS OVER HET GEBRUIK VAN UW AIRCONDITIONER
Hier staan een aantal tips die u kunt volgen tijdens het gebruik van uw airconditioner.
ONDERWERP AANBEVELING
Koelen t Als de huidige buitentemperatuur veel hoger is dat de geselecteerde
binnentemperatuur kan het wat langer duren voordat de
binnentemperatuur de gewenste koelte bereikt.
t 7FSNJKEIFUESBTUJTDIWFSMBHFOWBOEFUFNQFSBUVVS&OFSHJFXPSEUIJFSEPPS
verspild en het koelt de kamer niet sneller af.
Verwarmen t Aangezien de airconditioner de kamer verwarmt door warmte van
buiten te halen kan het zijn dat de verwarmingscapaciteit verlaagd
wordt wanneer de buitentemperatuur erg laag is. Als u voelt dat de
airconditioner niet voldoende verwarmt, wordt het gebruik van een extra
verwarmingsapparaat in combinatie met de airconditioner aanbevolen.
Vorst & Ontdooien t Wanneer de airconditioner in Warmte modus functioneert zal, door het
temperatuursverschil tussen de unit en de buitenlucht, vorst gevormd
worden.
Als dit gebeurt:
- Stopt de airconditioner met verwarmen.
- Zal de airconditioner 10 minuten automatisch functioneren in Ontdooi
modus
- De stoom die geproduceerd wordt door de buitenunit in Ontdooi modus
is veilig.
Er is geen tussenkomst vereist; na ongeveer 10 minuten zal de
airconditioner weer normaal functioneren.
De unit zal niet functioneren wanneer het begint te ontdooien.
Ventilator t Het kan zijn dat de ventilator op het begin voor ongeveer 3 – 5 minuten
niet functioneert om te voorkomen dat koude lucht wordt uitgestoten
terwijl de airconditioner opwarmt.
Hoge binnen/buiten
temperaturen
t Als zowel de binnen als de buitentemperatuur hoog is en de airconditioner
op Warmte modus staat, kan het zijn dat de ventilator en compressor
van de buitenunit af en toe stoppen. Dit is normaal; wacht totdat de
airconditioner weer aangaat.
Stoomuitval t Als de stroom uitvalt tijdens het gebruik van de airconditioner zal de unit
meteen stoppen en uitgezet worden. Wanneer de stroom weer terugkomt,
zal de airconditioner automatisch weer beginnen te functioneren.
Beschermingsmechanisme
t Als de airconditioner net aangezet is wanneer het stopt of wanneer de
stekker erin gestoken wordt, zal er 3 minuten lang geen warme/koude
lucht uitkomen om zo de compressor van de buitenunit te beschermen.
11_ uw airconditioner gebruiken
de airconditioner schoonmaken
en onderhouden
UW AIRCONDITIONER ONDERHOUDEN
Als u de airconditioner voor langere tijd niet zult gebruiken droog de airconditioner dan om te zorgen dat
deze in de beste staat blijft.
 %SPPHEFBJSDPOEJUJPOFS[PSHWVMEJHEPPSEF[FWPPSVVSJO7FOUJMBUPSNPEVTUF[FUUFO
en de stekker eruit te halen. Als er vocht achterblijft in onderdelen kan dit leiden tot interne
schade.
 Droog de interne onderdelen van de airconditioner voordat u de airconditioner weer gaat
HFCSVJLFOEPPSEF[FWPPSVVSJOEF7FOUJMBUPSNPEVTUF[FUUFO)JFSEPPSXPSEFOHFVSFO
verwijderd die eventueel zijn ontstaan door vochtigheid.
Periodieke controles
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner goed te onderhouden.
Type Beschrijving
Maandelijks
&MLF
maanden
&FOLFFS
QFSKBBS
Binnenunit
Het luchtfilter schoonmaken (1)
O
De condensatie afvoerbak schoonmaken (2)
O
De warmtevervanger goed schoonmaken (2)
O
De condensatie afvoerpijp schoonmaken (2)
O
De batterijen van de afstandsbediening
vervangen (1)
O
Buitenunit
De warmtevervanger op de buitenkant van
de unit schoonmaken (2)
O
De warmtevervanger op de binnenkant van
de unit schoonmaken (2)
O
De electronische onderdelen schoonmaken
middels luchtstromen (2)
O
Controleren dat alle elektronische
onderdelen goed vastzitten (2)
O
De ventilator schoonmaken (2)
O
Controleren dat de ventilator goed vastzit (2)
O
De condensatie afvoerbak schoonmaken (2)
O
De controle en onderhoudshandelingen die hierboven omschreven staan, zijn belangrijk
om de efficiëntie van de airconditioner te garanderen. De frequentie van deze handelingen
verschilt afhankelijk van de kenmerken van het gebied, de hoeveelheid stof, etc.
(1) De beschreven handeling moet vaker uitgevoerd worden als het installatiegebied zeer
stoffig is.
(2) Deze handelingen moeten altijd uitgevoed worden door bekwaam personeel. Raadpleeg
de Installatiehandleiding voor meer informatie.
uw airconditioner gebruiken _12
NEDERLANDS
Interne beschermingen via het unit beheersingsysteem
Deze interne bescherming treedt in werking als een fout optreedt in de airconditioner.
Type Beschrijving
Tegen koude lucht
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de
warmtepomp aan het verwarmen is.
Ontdooi cyclus
De interne ventilator zal uitgaan tegen koude lucht wanneer de
warmtepomp aan het verwarmen is.
Antibescherming van
Interne batterij
De compressor zal uitgaan om de interne batterijen te beschermen
wanneer de airconditioner in Koel modus functioneert.
Compressor
beschermen
De airconditioner begint niet meteen te functioneren om zo de
compressor van de buitenunit te beschermen nadat het aangezet wordt.
Als de warmtepomp in Warmte modus functioneert, wordt de ontdooicyclus ingesteld om
vorst dat eventueel ontstaan is door lage temperaturen van de buitenunit af te halen.
De interne ventilator wordt automatisch uitgezet en weer aangezet nadat de ontdooicyclus
voltooid is.
13_ appendix
appendix
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg het volgende schema om uw airconditioner niet goed functioneert. Dit kan u tijd en onnodige
uitgaven besparen.
PROBLEEM OPLOSSING
De airconditioner werkt niet
meteen nadat deze opnieuw
gestart wordt.
t Het apparaat start niet meteen vanwege het beschermende mechanisme om zo te
voorkomen dat de unit overbelast wordt.
De airconditioner zal na 3 minuten starten.
De airconditioner werkt
helemaal niet.
t Controleer dat de stekker er goed in zit. Steek de stekker goed in het stopcontact.
t $POUSPMFFSPGEFTUSPPNPOEFSCSFLFSVJUTUBBU
t $POUSPMFFSPGFSFFOTUSPPNVJUWBMJT
t $POUSPMFFSVX[FLFSJOH$POUSPMFFSPGEF[FFSVJUHFCMB[FOJT
De temperatuur verandert
niet.
t $POUSPMFFSPGEFVOJUJO7FOUJMBUPSNPEVTTUBBU%SVLPQEFMode knop op de
afstandsbediening om een andere modus te selecteren.
De koele (warme) lucht komt
niet uit de airconditioner.
t Controleer of de ingestelde temperatuur hoger (lager) is dan de huidige
temperatuur. Druk op de Temperatuur knop op de afstandsbediening om de
ingestelde temperatuur te wijzigen.
Druk op de Temperatuur knop om de temperatuur te verlagen of verhogen.
t $POUSPMFFSPGIFUMVDIUGJMUFSHFCMPLLFFSEXPSEUEPPSWVJM.BBLIFUMVDIUGJMUFSFMLF
weken schoon.
t $POUSPMFFSPGEFBJSDPOEJUJPOFSOFUBBOIFFGUHFTUBBO"MTEBU[PJTXBDIUEBO
3 minuten. Koude lucht komt er niet uit om de compressor van de buitenunit te
beschermen.
t $POUSPMFFSPGEFBJSDPOEJUJPOFSHFÕOTUBMMFFSEJTPQFFOQMBBUTXBBSEF[FCMPPUHFTUFME
is aan direct zonlicht. Hang gordijnen voor de ramen om de koelefficiëntie te
verhogen.
t $POUSPMFFSPGEFIPFTPGFFOBOEFSPCTUBLFMJOEFCVVSUWBOEFCVJUFOVOJUTUBBU
t $POUSPMFFSPGEFLPFMNJEEFMQJKQOJFUUFMBOHJT
t $POUSPMFFSPGEFBJSDPOEJUJPOFSBMMFFOCFTDIJLCBBSJTJO,PFMNPEVT
t $POUSPMFFSPGEFBGTUBOETCFEJFOJOHBMMFFOCFTDIJLCBBSJTJO,PFMNPEVT
De ventilator snelheid
verandert niet.
t Controleer of de unit in Auto of Droog modus staat. De airconditioner past
automatisch de ventilator snelheid aan naar Auto in Auto/Droog modus.
Timer functie is niet ingesteld. t Controleer of u de Power knop hebt ingedrukt nadat u de tijd hebt ingesteld.
Geuren blijven in de kamer
hangen.
t Controleer of het apparaat in een rokerig gebied functioneert en of er een geur van
CVJUFOOBBSCJOOFOLPNU;FUEFBJSDPOEJUJPOFSJO7FOUJMBUPSNPEVTPG[FUEFSBNFO
open om de kamer te luchten.
De airconditioner maakt een
bubbelgeluid.
t U kunt een bubbelgeluid kan horen wanneer het koelmiddel door de compressor
circuleert. Zet de airconditioner in een geselecteerde modus.
t 8BOOFFSVPQEFPower knop op de afstandsbediening drukt kunt u een geluid
horen van de afvoerpijp binnenin de airconditioner.
Water drupt van de
luchtstroombladen af.
t Controleer of de airconditioner voor een lange tijd heeft gekoeld met de
luchtstroombladen naar beneden gericht. Condensatie kan gegenereerd worden
door het verschil in temperatuur.
De afstandsbediening werkt
niet.
t Controleer of de batterijen het nog doen.
t ;PSHFSWPPSEBUEFCBUUFSJKFOKVJTUHFQMBBUTU[JKO
t ;PSHFSWPPSEBUFSOJFUTJOEFXFH[JUWBOEFBGTUBOETCFEJFOJOHTFOTPS
t $POUSPMFFSPGFSFFOTUFSLWFSMJDIUJOHTBQQBSBBUJOEFCVVSUWBOEFBJSDPOEJUJPOFS
staat. Sterk licht van fluorescerende lampen of neon kunnen elektrische golven
verstoren.
De airconditioner kan niet
aan of uitgezet worden met
de afstandsbediening.
t Controleer of u de afstandsbediening hebt ingesteld voor groepsbediening.
De afstandsbediening werkt
niet.
t Controleer of TEST indicator getoond wordt op de afstandsbediening. Als dat zo is,
zet de unit dan uit en schakel de stroomonderbreker uit. Neem contact op met uw
dichtstbijzijnde contactcentrum.
De indicator van het digitale
scherm knippert.
t Druk op de Power knop op de afstandsbediening om de unit uit te zetten en
schakel de stroomonderbreker uit. Zet het daarna weer aan.
appendix _14
NEDERLANDS
BEDIENINGSMARGES
De onderstaande tabel geeft de temperatuur en vochtigheidsmarges aan waarin de airconditioner
functioneert. Raadpleeg de tabel voor efficiënt gebruik.
MODUS
BEDIENINGSTEMPERATUUR
#*//&/
VOCHTIGHEID
*/"/%&3&$0/%*5*&4
BINNEN BUITEN
KOELEN 18˚C tot 32˚C -5˚C tot 48˚C 80% of minder
Op de binnenunit kan
condensatie ontstaan met het
risico dat er water afwaait of op
de grond drupt.
VERWARMEN
27˚C of minder -20˚C tot 24˚C -
Interne bescherming
wordt ingeschakeld en de
airconditioner stopt.
DROGEN 18˚C tot 32˚C -5˚C tot 48˚C -
Op de binnenunit kan
condensatie ontstaan met het
risico dat er water afwaait of op
de grond drupt.
De gestandaardiseerde temperatuur voor verwarmen is 7˚C. Als de buitentemperatuur daalt tot
0˚C of minder, kan het zijn dat de verwarmingscapaciteit verminderd wordt afhankelijk van de
temperatuurconditie. Als de koeling gebruikt wordt bij meer dan 32˚C (binnentemperatuur), koelt het
niet op zijn volledige capaciteit.
MODELSPECIFICATIE (GEWICHT EN AFMETINGEN)
Type Model /FUUPHFXJDIU
/FUUPBGNFUJOH# D H)
Binnenunit
(NASA)
AM220FNHDEH/EU 89,0 kg
1240 1040 470 mm
AM280FNHDEH/EU 89,0 kg
1240 1040 470 mm
15_ uw airconditioning installeren
Installatie Binnenunit
Het wordt aangeraden om de Y-verbinding te installeren
voordat u de binnenunit installeert.
1.
Plaats het installatieblad op het plafond op de plaats waar u
de binnenunit wilt installeren.
Aangezien het diagram van papier is, kan
het afhankelijk van de temperatuur of
vochtigheid krimpen of uitrekken.
Zorg er daarom voor dat de afstanden tussen
de markeringen juist zijn voordat u de gaten
boort.
Opmerking
2.
Plaats de verankeringbouten, gebruik bestaande
plafondsteunen of construeert een geschikte steun zoals
getoond wordt op de afbeelding.
3.
Installeer de ophangbouten afhankelijk van het
plafondtype.
X
Zorg ervoor dat het plafond sterk genoeg is om
het gewicht van de binnenunit te ondersteunen.
Test voordat u de unit ophangt de sterkte van
elke vastgemaakte ophangbout.
X
Als de lengte van de ophangbout meer dan 1,5m
bedraagt, moet trilling voorkomen worden.
X
Creëer indien dit niet mogelijk is een vals
plafond om het te kunnen gebruiken om
de vereiste handelingen uit te voeren op de
binnenunit.
4.
Schroef acht moeren op de ophangbouten zodat er ruimte
ontstaat om de binnenunit op te hangen.
U moet meer dan vier ophangbouten installeren
bij het installeren van de binnenunit.
5.
Hang de binnenunit aan de ophangbouten tussen de twee moeren.
De pijpen moeten gelegd worden en binnenin het
plafond verbonden worden wanneer de unit
opgehangen wordt. Leg de pijpen als het plafond al
gebouwd is in de verbindingspositie voor verbinding
aan de unit voordat u de unit in het plafond plaatst.
Opmerking
6.
Schroef de moeren op hun plek om de unit op te hangen.
7.
Kijk met behulp van een maatplaat voor alle 4 zijden of de
unit recht hangt.
Geef de unit voor de juiste afvoer van condensatie een
helling van 1° aan de linker- of rechterkant van de unit
die aangesloten zal worden aan de afvoerpijp zoals
getoond op de afbeelding. Maak een helling als u de
afvoerpomp ook wilt installeren.
Opmerking
Lekkagetest & Isolatie uitvoeren
LEKKAGETEST MET STIKSTOF(vóór het openen van de afsluitingen)
Om simpele koelmiddellekkage te detecteren, voor het creëren van het
vacuüm en het opnieuw circuleren van de R-410A, is het verstandig om
het hele systeem onder druk te zetten met stikstof(met behulp van een
drukregelaar) onder een druk van 4,1MPa(vermogen).
LEKKAGETEST MET R-410A(na het openen van de afsluitingen)
Haal vóór het openen van de afsluitingen al het stikstof uit het systeem en
creëer vacuüm. Controleer na het openen van de afsluitingen met behulp
van een lekkagedetector voor koelmiddel R-410A op lekkages.
Lekkagetest
Rubber
1.
Plaats om condensatieproblemen te voorkomen T13,0 of
een dikker Acrylonitril Butadieen Rubber om elk van de
koelmiddelpijpen.
Zorg ervoor dat de naad van de pijpen altijd
naar boven wijzen.
Opmerking
Als u eenmaal hebt gecontroleerd dat er geen lekkages zijn in
het systeem kunt u de pijpen en de slang isoleren.
Isolatie
Geen ruimte
NBRT(T13,0 of dikker)
Installatie Gedeelte
Plafondsteun
Ingang afvoerslang
Verwijder al het stikstof om een vacuüm te creëren en
laad het systeem.
LET OP
LET OP
LET OP
Lekkagecontrole
Beton
Verankeringbout(Φ9,52 of M10)
Gat in verankering
Gat in plug
Aanbrengen
uw airconditioning installeren _16
NEDERLANDS
Installatie afvoerpijp en afvoerslang
1.
Installeer de afvoerslang zo kort mogelijk.
X Geef de afvoerslang een helling van 10mm voor
een goede afvoer van gecondenseerd water.
X Maak de afvoerslang met een tie wrap vast zodat
deze niet loskomt van de unit.
X De ingang van de afvoerslang wordt gebruikt
wanneer een afvoerpomp gebruikt wordt.
Opmerking
2.
Isoleer de afvoerslang en maak deze zoals aangegeven vast.
X Maak de flexibele slang tussen de binnenunit en de afvo-
erpijp vast met klemmen.
X De klemmen van de flexibele slang moeten stevig
vastgemaakt worden om te voorkomen dat ze loskomen.
Als ze loskomen, kan het zijn dat er water lekt.
Opmerking
Flexibele slangIsolatie
Tie wrap
Klem
2. Wikkel isolatietape om de pijpen en afvoerslang en zorg er
daarbij voor dat de isolatie niet te veel geplet wordt.
3. Wikkel isolatietape om de rest van de pijpen die leiden naar
de buitenunit.
4. De pijpen en elektriciteitskabel die aangesloten zijn
tussen de binnenunit en de buitenunit moeten in de muur
geïnstalleerd worden met geschikte leidingen.

Moet dicht tegen het
apparaat aanzitten
zonder tussenruimte.
Isolatie bedekkingpijp
Binnenunit
Zorg ervoor dat de isolatie overlapt
Isolatiepijp
Alle koelmiddel verbindingen moeten toegankelijk zijn
zodat er onderhoud op de unit uitgevoerd kan worden en
ze geheel verwijderd kunnen worden.
5. Selecteer de isolatie van de koelmiddelpijp.
X Isoleer de pijp aan de gas- en vloeistofzijde met een
dikte die gebaseerd is op de pijpgrootte.
X In een normale omgeving is de binnentemperatuur 30°C
en de luchtvochtigheid 85%.
Gebruik één graad dikkere isolatiemateriaal, wanneer de
airconditioner in een omgeving wordt bevestigd met een
hoge luchtvochtigheid. Gebruik hiervoor onderstaande
tabel.
Indien bevestiging plaatsvindt in een ongunstige omgeving,
kiest u voor één graad dikker
X De hittebestendige temperatuur van de isolatie moet
meer zijn dan 120°C.
LET OP
LET OP
Leiding
Leiding
afmetingen
Isolatie Type(Verwarmen/Koelen)
Opmerkingen
Standaard
[30°C
,85%
]
Hoge luchtvochtigheid
[30°C
,Meer dan 85%
]
EPDM,NBR
Vloeistoeiding
Φ6,35~Φ9,52 9t
ĕ
Interne temperatuur
is hoger dan 120°C
Φ12,7~Φ50,80 13t
ĕ
Gasleiding
Φ6,35 13t 19t
Φ9,52
19t
25t
Φ12,70
Φ15,88
Φ19,05
Φ22,23
Φ25,40
Φ28,58
32t
Φ31,75
Φ38,10
Φ44,45
Φ50,80 25t 38t
X Installeer de isolatie niet om de pijp wijder te maken en
gebruik het hechtmiddel op de verbindingsdelen om te
voorkomen dat er vocht binnen kan komen.
X Wikkel isolatietape om de koelmiddelpijp als deze
blootgesteld wordt aan direct zonlicht.
X Installeer de koelmiddelpijp en zorg ervoor dat de
isolatie niet dunner wordt op het gebogen deel van de
pijp of ophangdraad.
X Voeg meer isolatie toe als de isolatieplaat dunner wordt
.
Extra isolatie
Koelmiddelpijp isolatie
a×3
a
Ophangdraad
LET OP
17_ uw airconditioning installeren
1.
Installeer de horizontale afvoerpijp met een helling van 1/100
of meer en plaats deze met een ruimte van 1-1,5m.
2.
Installeer een U bocht aan het einde van de afvoerpijp om
te voorkomen dat vieze geuren de binnenunit bereiken.
3.
Installeer de afvoerpijp niet in een opwaartse positie. Dit
kan ertoe leiden dat water terugstroomt naar de unit.
Afvoerpijp Verbinding
Zonder de afvoerpomp
Met de afvoerpomp
1.
De afvoerpijp moet binnen 300mm tot 550mm van de flexibele slang
geïnstalleerd worden en daarna 20mm of meer gezakt worden.
2.
Installeer de horizontale afvoerpijp met een helling van 1/100
of meer en plaats deze met een ruimte van 1-1,5m.
3
Installeer de ontluchtingsopeningen in de horizontale
afvoerpijp om te voorkomen dat water terugstroomt naar
de binnenunit.
Het kan zijn dat u dit niet hoeft te installeren
als er een goede helling in de horizontale
afvoerpijp zit.
Opmerking
4
De flexibele slang mag niet in een opwaartse positie
geïnstalleerd worden omdat dit ertoe kan leiden dat water
terugstroomt in de binnenunit.
1.
Installeer de horizontale afvoerpijp met een helling van 1/100
of meer en plaats deze met een ruimte van 1-1,5m.
2.
Installeer een U bocht aan het einde van de afvoerpijp om
te voorkomen dat vieze geuren de binnenunit bereiken.
Gecentraliseerde Afvoer
Zonder de afvoerpomp
1.
Installeer wanneer er meer dan drie binnenunits geïnstalleerd
worden de ontluchtingsgaten aan de voorkant van de
binnenunit die het verste van de hoofdafvoer afzit.
2.
Het kan zijn dat u aparte ontluchtingsgaten moet installeren
om te voorkomen dat water terugstroomt naar de bovenkant
van de afvoerpijp van elke binnenunit.
Met de afvoerpomp
Ophangdraad
Hoofd afvoerpijp
Individuele
ontluchtingsgaten
Hoofd ontluchtingsgat
Gecentraliseerde horizontale afvoerpijp
(helling van meer dan 1/100)
330mm of
minder
1~1,5m
1~1,5m
200mm
of meer
200mm
of meer
Ophangdraad
binnen
330mm
Ontluchtingsgat
300mm of minder
Flexibele slang
Horizontale afvoerpijp
helling van meer dan 1/100
Plafond
Bedradingwerk
Zilver soldeer
1.
Voordat u aan de slag gaat met bedradingwerk moet u de
stroom uitzetten.
2.
Stroom voor de binnenunit moet geleverd worden door de
breker(ELCB or MCCB+ELB) die afgezonderd wordt door de
buiten stroom.
ELCB: Earth Leakage Circuit Breaker
MCCB:Molded Case Circuit Breaker
ELB:Earth Leakage Breaker
3.
Voor het elektriciteitssnoer mogen alleen koperen draden
hebben.
4.
Verbind het elektriciteitssnoer{1(L), 2(N)} tussen de units
met een maximale lengte en communicatiekabel(F1, F2).
5.
Verbind F3, F4 (voor communicatie) bij het installeren van
de bedrade afstandsbediening.
Aansluiting stroom- en communicatiekabel
ELCB
MCCB+
ELB
Binnenunit 1
Buitenunit
Afstandsbediening
220-240V~
K
ELCB: Noodzakelijke Installatie
Binnenunit 2 Binnenunit 3
Selecteren van samengedrukt ringanker
Nominale
dimensies
voor kabel
(mm
2
)
Nominale
dimensies
voor schroef
(mm)
BDd1EFLd2t
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Min. Min. Max.
Standaard
dimensie
(mm)
Toegestaan
(mm)
Min.
1,5
4 6,6
±0,2 3,4
+0,3
-0,2
1,7 ±0,2 4,1 6 16 4,3
+0,2
0
0,7
48
2,5
4 6,6
±0,2 4,2
+0,3
-0,2
2,3 ±0,2 6 6 17,5 4,3
+0,2
0
0,8
4 8,5
4 4 9,5 ±0,2 5,6
+0,3
-0,2
3,4 ±0,2 6 5 20 4,3
+0,2
0
0,9
Specificatie van elektrische bedrading
Stroomtoevoer
MCCB ELB or ELCB
Stroomkabel
Geaarde
kabel
Communicatiekabel
Max : 242V
Min : 198V
XA
X A, 30mmA
0,1 s
2,5mm
2
2,5mm
2
0,75~1,5mm
2
X Bepaal de capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB) met behulp van de volgende formule.
X Stroomkabels van onderdelen van apparaten voor buitengebruik mogen niet lichter
zijn dan flexibel snoer met een polychloropreen mantel.
IEC:60245 IEC 57 / CENELEC:
H05RN-F or IEC:60245 IEC 66 / CENELEC: H07RN-F
)
De capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB) X [A] = 1,25 X 1,1 X ∑Ai
7X
: De capaciteit van ELCB(or MCCB+ELB)
7
Ai : Som van stroom van elke binnenunit.
7
Raadpleeg elke installatiehandleidingen over de stroom van de binnenunit.
K
Voer de transmissiebedrading tussen de binnen- en buitenunits door voorzien van
kabelbuis ter bescherming tegen externe krachten, en voer de kabelbuis en de
koelmiddelleiding door de muur.
X Kies de stroomkabel specificatie en maximale lengte met 10%
stroomdaling tussen de binnenunits.
7Coef: 1,55
7L
k: Afstand tussen elke binneunit[m],
A
k: stroomkabel specificatie[mm
2
], ik: stroom van elke unit[A]
∑ (
Coef×35,6×L
k×ik
)<
10% van
ingangsspanning[V]
1000×A
k
n
k=1
WAARSCHUWING
Schakel het apparaat uit alvorens u enige draden aansluit; De binnens-
huis PBA zal schade ondervinden en V1, V2, F3, F4 zullen kortsluiten.
or
H
2
1
1~1,5m
Horizontale afvoerpijp
helling van meer dan 1/100
Plafond
H≥
50mm
Ophangdraad
Schoonmaakgat
afvoerpijp
100mm of meer
Plafond
Horizontale afvoerpijp
helling van meer dan 1/100
uw airconditioning installeren _18
NEDERLANDS
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie
Stel het adres van de binnenunit en installatieoptie in met de afstandsbedieningoptie.
Stel elke optie apart in aangezien u de opties adresinstelling en installatie-instelling van de binnenunit niet tegelijkertijd in kan
stellen. U moet het adres van de binnenunit en de installatieoptie apart instellen.
De procedure van de instelling van optie
Optie-instelling is beschikbaar van SEG1 tot SEG 24
X SEG1, SEG7, SEG13, SEG19 zijn niet ingesteld als paginaoptie.
X Stel de SEG2~SEG6, SEG8~SEG12 in op AAN-status en SEG14~18, SEG20~24 op UIT-status.
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6 SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
0XXXXX1XXXXX
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18 SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
2XXXXX3XXXXX
Aan(SEG1~12) Uit(SEG13~24)
LET OP
Stap 1. Modus invoeren om optie in te stellen
1. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
2. Plaats de batterijen en ga naar de modus optie-instelling terwijl u op de knop hoge temperatuur en knop lage
temperatuur drukt.
3. Controleer of het apparaat in de modus optie-instelling staat.
Stap 2. De procedure van optie-instelling
Selecteer wanneer het apparaat in de modus optie-instelling staat de onderstaande optie.
MR-DC00, MR-DH00
Knop hoge
temperatuur
Knop hoge
ventilator
Modus wijzigen
Knop lage
temperatuur
Knop lage
ventilator
Modus voor
instelling
Optie-instelling
MR-EC00, MR-EH00
Knop hoge
temperatuur
Knop hoge
ventilator
Modus wijzigen
Knop lage
temperatuur
Knop lage
ventilator
Modus voor
instelling
Optie-instelling
Het display van de afstandsbediening kan anders zijn afhankelijk van het model.
19_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
Optie-instelling Status
1. Instelling SEG2-, SEG3-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) ( ) om naar SEG2-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG3-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
2. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de AAN-status te zetten.
3. Instelling SEG4-, SEG5-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG4-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG5-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
4. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de AAN-status te zetten.
5. Instelling SEG6-, SEG8-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG6-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG8-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
6. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de AAN-status te zetten.
7. Instelling SEG9-, SEG10-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG9-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG10-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
8. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de AAN-status te zetten.
9. Instelling SEG11-, SEG12-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG11-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG12-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
10. Auto-modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Auto-modus op de UIT-status te zetten.
11. Instelling SEG14-, SEG15-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG14-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG15-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG2 SEG3
SEG4
SEG6
SEG9
SEG11
SEG14
SEG5
SEG8
SEG10
SEG12
SEG15
uw airconditioning installeren _20
NEDERLANDS
Optie-instelling Status
12. Cool (koelte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Cool (koelte) modus op de UIT-status te zetten.
13. Instelling SEG16-, SEG17-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG16-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG17-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
14. Dry (droogte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Dry (droogte) modus op de UIT-status te zetten.
15. Instelling SEG18-, SEG20-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG18-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG20-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
16. Fan (ventilator) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Fan (ventilator) modus op de UIT-status te zetten.
17. Instelling SEG21-, SEG22-optie
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG21-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG22-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
18. Heat (warmte) modus instellen
Druk op de knop Mode (modus) om de Heat (warmte) modus op de UIT-status te zetten.
19. Instelling SEG23-, SEG24-modus
Druk op de knop Low Fan (lage ventilator) (
) om naar SEG23-waarde te gaan.
Druk op de knop High Fan (hoge ventilator) (
) om naar SEG24-waarde te gaan.
Elke keer dat u op te knop drukt, zal
in rotatie geselecteerd worden.
SEG16
SEG18
SEG21
SEG23
SEG17
SEG20
SEG22
SEG24
Stap 4. Invoeroptie
Druk op de knop
met de richting van de afstandsbediening om in te stellen.
U moet de optie voor de correcte optie-instelling tweemaal invoeren.
Stap 5. Werking controleren
1. Reset de binnenunit door op de knop RESET van de binnen- of buitenunit te drukken.
2. Haal de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk op de aan-/uitknop.
Stap 3. Controleer de optie die u hebt ingesteld
Druk na het instellen van de optie op de knop
om te controleren of de optiecode die u hebt ingevoerd correct is of niet.
21_ uw airconditioning installeren
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Wijs voor het installeren van de binnenunit een adres toe aan de binnenunit op
basis van het airconditioner systeemplan.
Instellen adres binnenunit (HOOFD/RMC)
Optie Nr. : 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Instellen hoofdadres
100-cijfer van adres
binnenunit
10-cijfer van
binnenunit
Het unitcijfer van
binnenunit
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0A
0
Geen
hoofdadres
0~9 100-cijfer 0~9 100-cijfer 0~9
Een unit
cijfer
1
Instellingsmodus
hoofdadres
Optie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA
-
RMC-adres instellen
-
Groepskanaal (*16) Groepadres
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Geen
RMC-adres
RMC1 0~F RMC2 0~F
1
Instellingsmodus
RMC-adres
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Wijs een adres toe voor de binnenunit met behulp van de draadloze afstandsbediening.
- De oorspronkelijke adresstatus van binnenunit ADRES(HOOFD/RMC) is “0A0000-100000-200000- 300000”.
X Wanneer “A”~”F” wordt ingevoerd voor SEG5~6, zal het HOOFDADRES van de binnenunit niet gewijzigd worden.
X Wanneer u de SEG 3 instelt op 0, dan zal de binnenunit het vorige HOOFDADRES behouden, zelfs wanneer u de optiewaarde
SEG5~6 invoert.
X Wanneer u de SEG 9 instelt op 0, zal de binnenunit het vorige RMC-ADRES behouden, zelfs wanneer u de optiewaarde SEG11~12
invoert.
X U kunt SEG11 en SEG12 niet tegelijkertijd instellen als F-waarde.
LET OP
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
uw airconditioning installeren _22
NEDERLANDS
1.
Controleer of er stroom is.
- Wanneer de binnenunit niet aangesloten is op het stopcontact, moet er een extra
stroomtoevoer voor de binnenunit zijn.
2.
Het paneel (scherm) moet aangesloten zijn op een binnenunit om een optie te
ontvangen.
3.
Stel de installatieoptie in volgens de installatieconditie van een airconditioner.
- De standaardinstelling van een installatieoptie van een binnenunit is
“020010-100000- 200000-300000”.
- Individuele bediening met een afstandsbediening (SEG20) is de functie die een
binnenunit individueel bedient wanneer er meerdere binnenunits zijn.
Installatieoptie van een binnenunit instellen (geschikt voor de conditie van elke installatielocatie)
Binnenunit
1(L)
F2
F1
2(N)
4.
Stel de optie binnenunit in met behulp van de draadloze afstandsbediening.
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
02 -
Externe
kamertemperatuursensor
/ Minimalisatie van
de ventilatoractiviteit
wanneer de thermostaat
is uitgeschakeld
Centrale bediening
RPM
ventilatorcompensatie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 Afvoerpomp Warm water verwarmer -
EEV-stap wanneer heating
(verwarming) stopt
-
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 Externe bediening
Uitvoer externe bediening /
Externe verwarming Aan- of
Uit-signaal
S-Plasma Ion
(S-plasma-ion)
Buzzer Aantal uren met lter
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie
verwarmingsinstelling
/ Gecondenseerd
water verwijderen in
verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tijdens oil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooiing) modus
Bewegingssensor -
X 1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS MODEL: Afvoerpomp (SEG8) zal ingesteld worden op ‘GEBRUIK + 3 minuten vertraging’ zelfs
wanneer de afvoerpomp ingesteld staat op 0.
X 1-WEGS/2-WEGS/4-WEGS, DUCTMODEL: Aantal uren met filter (SEG18) zal ingesteld worden op ‘1000 uur zelfs als de SEG18
ingesteld staat op behalve voor 2 of 6.
X Wanneer de optie ingesteld wordt op andere waarden dan de hierboven staande SEG-waarden, zal de optie ingesteld worden
op “0”.
X De optie centrale bediening SEG5 staat ingesteld op (gebruiken) dus u hoeft de optie centrale bediening niet extra in te
stellen. Indien de centrale bediening niet is aangesloten, maar geen foutbericht weergeeft, dan moet u de optie centrale
bediening instellen op 9 (niet gebruiken) om de binnenunit uit te sluiten van de centrale bediening.
X De uitvoer van heet water in SEG9 wordt gegenereerd vanaf de hete spoel van het aansluitblok in leidingmodellen.
F4
F3
F1 F2
V2
V1
1(L) 2(N)
2
1
HETE
SPOEL
WISSELSTROOM
BUITENCOMMUNICATIE
Bedrade
afstandsbediening
DC 12V
* De uitvoer van de hete spoelterminal is AC 220 V / 230 V
(Hetzelfde als de invoerstroom van de binnenunit)
COM1 COM2
(+)
L N
(-)
X De externe uitvoer van SEG15 wordt gegenereerd door de MIM-B14-aansluiting. (Raadpleeg de handleiding van MIM-B14.)
Q
Installatie-optie 02-serie
23_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
Optie Nr. : 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS Gebruik van robot schoonmaak
Gebruik van externe kamertemperatuursensor /
Minimalisatie van de ventilatorwerking wanneer
de thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale
bediening
RPM
ventilatorcompensatie
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Gebruik van de externe
kamertemperatuursensor
Minimalisatie van de
ventilatorwerking
wanneer de
thermostaat is
uitgeschakeld
02
0 Niet gebruiken 0 Niet gebruiken Niet gebruiken 0 Niet gebruiken 0
Niet
gebruiken
1 Gebruiken
1 Gebruiken Niet gebruiken
1 Gebruiken
1
RPM-
compensatie
2 Niet gebruiken Gebruiken
(*1)
2
Kit voor hoog
plafond
3 Gebruiken Gebruiken
(*1)
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg PAGINA
Gebruik van
afvoerpomp
Gebruik van warm water verwarmer
EEV-stap wanneer heating
(verwarming) stopt
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Niet
gebruiken
0 Niet gebruiken 0
Standaard
waarde
1 Gebruiken 1 Gebruiken
(*2)
1
geluid
verminderende
instelling
2
Als een een
binnenunit
stopt, zal de
afvoerpomp
3 min.
werken.
2-
3 Gebruiken
(*2)
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Uitleg PAGINA
Gebruik van externe
bediening
Instellen van de uitvoer van
de externe bediening /Externe
verwarming Aan- of Uit-signaal
S-Plasma Ion (S-plasma-ion) Buzzerbediening Aantal uren met lter
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
Instellen
van de
uitvoer van
de externe
bediening
Aan/uit-
signaal
externe
verwarming
2
0
Niet
gebruiken
0 Thermo aan - 0 Niet gebruiken 0
Gebruiken
buzzer
2 1000 uur
1
On/O
(aan/uit)
bediening
1
Bediening
aan
-
1 Gebruiken 1
Niet gebruiken
buzzer
6 2000 uur2
O (uit)
bediening
2-
Gebruiken
(*3)
3
Scherm On/
O (aan/uit)
bediening
3-
Gebruiken
(*3)
Q
Installatie-optie 02-serie (gedetailleerd)
uw airconditioning installeren _24
NEDERLANDS
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Uitleg PAGINA
Individuele
bediening van een
afstandsbediening
Compensatie verwarmingsinstelling / Gecondenseerd
water verwijderen in verwarmingsmodus
EEV-stap van gestopte
unit tjidensoil return
(olieterugvoer)/defrost
(ontdooien) modus
Bewegingssensor
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details
Compensatie
verwarmingsinstelling
Gecondenseerd
water verwijderen in
verwarmingsmodus
3
0 of 1 kanaal 1
0
Standaard
(*4)
Niet gebruiken
0 Standaardwaarde
0 Niet gebruiken
1 2 °C Niet gebruiken 1
Uitzetten binnen 30 min.
zonder beweging
2 kanaal 2 2 5 °C Niet gebruiken
1
Oil return
(olieterugvoer)
of geluid
verminderende in
defrost (ontdooiing)
modus
2
Binnen 30 min. 60min.
zonder beweging
3 kanaal 3 3
Standaard
(*4)
Gebruiken
(*5)
3
Binnen 30 min. 120min.
zonder beweging
4 kanaal 4
4 2 °C Gebruiken
(*5)
4
Binnen 30 min. 180min.
zonder beweging
5 5 °C Gebruiken
(*5)
5
Uitzetten binnen 30min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
6
Uitzetten binnen 60min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
7
Uitzetten binnen 120min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
8
Uitzetten binnen 180min.
zonder beweging of
*geavanceerde functie
*Geavanceerde functie: Controlling cooling/heatingcurrent or power savingwith motion detect.
(*1)
Minimaliseren van de ventilatoractiviteit wanneer de thermostaat is uitgeschakeld
- De ventilator werkt 20 seconden met een interval van 5 minuten in de verwarmingsmodus.
(*2)
1: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de heetwaterverwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200) op de
buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
(*3)
Wanneer de volgende 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe verwarming, zal het signaal voor het bewaken
van de externe contactregeling niet werken.
2: Ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld,
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe verwarming is ingeschakeld met alleen koeling van de binnenunit
Alleen koeling van de binnenunit: Om deze optie te gebruiken installeert u de modusselectieschakelaar (MCM-C200) op de
buitenunit en regelt u deze als koelingsmodus.
Als de ventilator is uitgeschakeld voor het koelen van alleen de binnenunit door het instellen van de SEG9=3 of SEG15=3, hebt
u een externe sensor of een bedrade afstandsbedieningsensor nodig om de binnentemperatuur exact te detecteren.
(*4)
Standaardwaarde instelling
- 4-wegs cassette, mini 4-wegs cassette: 5 °C
- Andere binnenunits: 2 °C
25_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
(*5)
Deze functie kan worden toegepast op de 4-wegs cassette en op mini 4-wegscassette alleen. Als de airconditioner in
verwarmingsmodus draait meteen na het voltooien van de koelingsmodus, zal het gecondenseerde water in de afvoerbak
verdampen door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit. Aangezien de waterdamp kan condenseren op de
binnenunit en in een leefruimte kan vallen, moet deze functie worden gebruikt om de waterdamp uit de binnenunit af te
voeren door de ventilator (maximaal 20 minuten) te laten werken zelfs wanneer de binnenunit wordt uitgeschakeld nadat de
koelmodus wordt omgezet naar de verwarmingsmodus.
X Installeer de elektronische verwarming niet in het stroomkanaal van de ventilator van de binnenunit.
Luchtstroom
Aanzuigkant Afvoerkant
Elektronische verwarming moet
niet worden geïnstalleerd
Leiding binnenunit
LET OP
Q
Installatie-optie 05-serie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
05
Gebruik van Auto Change
(auto wijzigen) uitsluitend
voor HR in auto-modus
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
heating (verwarmen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
cooling (koelen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor wijzigen
modus Heating
(verwarmen) Cooling
(koelen)
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor wijzigen
modus Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3) Vereiste
tijd voor wijzigen modus
Compensatie-optie voor
lange pijp of hoogteverschil
tussen binnenunits
--
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2- - - -
Bedieningsvariabelen
bij gebruik van heet
water / externe
verwarming
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3-----
uw airconditioning installeren _26
NEDERLANDS
Optie Nr. : 05XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
Gebruik van Auto
Change Over (auto
wijzigen) voor uitsluitend
HR in Auto-modus
(Bij instelling SEG3) Standaard
temperatuur heating
(verwarmen) Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard temperatuur
cooling (koelen)
Compensatie
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor
wijzigen modus
Heating (verwarmen)
Cooling (koelen)
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
05
Volg product
optie
0 0°C 0 0°C 0 1°C
1
Gebruik
Auto Change
Over (auto
wijzigen) voor
uitsluitend HR
1 0,5°C 1 0,5°C 1 1,5°C
2 1°C 2 1°C 2 2°C
3 1,5°C 3 1,5°C 3 2,5°C
4 2°C 4 2°C 4 3°C
5 2,5°C 5 2,5°C 5 3,5°C
6 3°C 6 3°C 6 4°C
7 3,5°C 7 3,5°C 7 4,5°C
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Uitleg
PAGINA
(Bij instelling SEG3)
Standaard voor
wijzigen modus
Cooling (koelen)
Heating(verwarmen)
(Bij instelling SEG3)
Vereiste tijd voor wijzigen
modus
Compensatie-optie voor
lange pijp of hoogte verschil
tussen binnenunits
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0 1°C 0 5 min. 0
Gebruik
standaard-
waarde
1 1,5°C 1 7 min.
1
1) Hoogteverschil
1)
is
meer dan 30 m of
2) Afstand
2)
is langer
dan 110 m
2 2°C 2 9 min.
3 2,5°C 3 11 min.
4 3°C 4 13 min.
2
1) Hoogteverschil
is1) 15~30 m of
2) Afstand2) is
50~110 m
5 3,5°C 5 15 min.
6 4°C 6 20 min.
7 4,5°C 7 30 min.
Q
Installatie-optie 05-serie (gedetailleerd)
27_ uw airconditioning installeren
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
Optie SEG13
SEG14 SEG15
SEG16 SEG17
SEG18
3)
Uitleg
Bedieningsvariabelen bij gebruik van heet water /
externe verwarming
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie
en details
Indicatie
Details
Temp. voor
verwarming
instellen Aan/Uit
Vertragingstijd voor
verwarming Aan
2
0
Op dezelfde tijd als
thermo aan
Geen vertraging
1
Op dezelfde tijd als
thermo aan
10 minuten
2
Op dezelfde tijd als
thermo aan
20 minuten
3 1,5 °C Geen vertraging
4 1,5 °C 10 minuten
5 1,5 °C 20 minuten
6 3,0 °C Geen vertraging
7 3,0 °C 10 minuten
8 3,0 °C 20 minuten
9 4,5 °C Geen vertraging
A 4,5 °C 10 minuten
B 4,5 °C 20 minuten
C 6,0 °C Geen vertraging
D 6,0 °C 10 minuten
E 6,0 °C 20 minuten
1)
Hoogteverschil: Het verschil van hoogte tussen de overeenkomende binnenunit en de binnenunit die op de laagste plaats geïnstalleerd is.
Bijvoorbeeld, Selecteer optie “1” als de binnenunit 40m hoger geïnstalleerd is dan de binnenunit die op de laatste plaats
geïnstalleerd is.
2)
Afstand: Het verschil tussen de pijplengte van de binnenunit die het verst van een binnenunit geïnstalleerd is en de pijplengte van de bijbehorende
unit van een buitenunit. Bijvoorbeeld, selecteer optie “2” wanneer de verste pijplengte 100m is en de bijbehorende binnenunit 40m van
een buitenunit staat. (100 - 40 = 60m)
3)
Bediening verwarming wanneer de installatieoptie van de SEG9 van de 02-serie wordt ingesteld om de
heetwaterverwarming te gebruiken of wanneer de SEG15 is ingesteld om de externe verwarming te gebruiken
bijv. 1) Instellen van de 02-serie SEG9 =”1” / Instellen van de 05-serie SEG18 = “0”: Heetwaterverwarming wordt
op hetzelfde moment ingeschakeld als de verwarmingsthermostaat, en uitgeschakeld wanneer de
verwarmingsthermostaat is uitgeschakeld.
bijv. 2) Instellen van de 02-serie SEG15 =”2” / Instellen van de 05-serie SEG18 = A”:
Kamertemp. ≤ temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt ingeschakeld wanneer de temperatuur 10 minuten wordt gehouden op 4,5°C.
Kamertemp. > temp. instellen + f(verwarmingscompensatietemp.)
- Externe verwarming wordt uitgeschakeld wanneer de temperatuur minuten wordt gehouden op 4,5 °C + 1°C
(1 °C is de hysteresis voor de selectie Aan/Uit.]
uw airconditioning installeren _28
NEDERLANDS
Aanvullende informatie SEG 3, 4, 5, 6, 8, 9
Wanneer de SEG 3 ingesteld staat op “1” en Auto Change Over (auto wijzigen) voor uitsluitend HR-bediening, werkt het als volgt.
De modus Cooling(koelen)/Heating (verwarmen) kan gewijzigd worden wanneer de status Thermo O (thermo uit) gehandhaafd wordt tijdens de
tijd met SEG9.
A : Ingesteld met SEG4(˚C)
B : Ingesteld met SEG5(˚C)
C : Ingesteld met SEG6(˚C)
D : Ingesteld met SEG8(˚C)
Cooling Thermo O
(koelen thermo uit)
Heating Thermo O
(verwarmen thermo uit)
Cooling Thermo On
(koelen thermo aan)
Heating Thermo On
(verwarmen thermo aan)
BC
D
Ts
A
c
a
Temperatuur
d
b
Standaard temp. voor
Heating (verwarmen)
Standaard temp.
voorCooling (koelen)
Standaard temp. voor Heating
(verwarmen) Cooling (koelen)
Standaard
temp.voor
Cooling (koelen)
Heating
(verwarmen)
Temp. instellen
voor auto-modus
29_ uw airconditioning installeren
Een bepaalde optie wijzigen
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die u
wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Scherm
afstandsb-
ediening
Indicatie en
details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0D
Optiemodus
1~6
Tien teken
van SEG
0~9
Eenheidteken
van SEG
0~9
De
gewijzigde
waarde
0~F
U kunt elk teken van de instellingsoptie wijzigen.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Uitleg PAGINA MODUS
De optiemodus die
u wilt wijzigen
De tien tekens van
een optie-SEG die u
wilt wijzigen
De eenheidtekens
van een optie-SEG
die u wilt wijzigen
De gewijzigde
waarde
Indicatie 0 D 2171
t 4UFMCJKIFUXJK[JHFOWBOFFOUFLFOWBOFFOBESFTJOTUFMPQUJFWBOFFOCJOOFOVOJUEF4&(BMTi"wJO
t 4UFMCJKIFUXJK[JHFOWBOFFOUFLFOWBOFFOJOTUBMMBUJFPQUJFWBOFFOCJOOFOVOJUEF4&(BMTiwJO
Bv.) Bij het instellen van de zoemer-bediening’ naar de niet gebruiken status.
Opmerking
Het instellen van een adres voor de binnenunit en installatieoptie(VERVOLG)
uw airconditioning installeren _30
NEDERLANDS
Temperatuurregeling van uitgeblazen lucht instellen
1.
Het gebruik van "Temperatuurregeling van uitgeblazen lucht" of doeltemperatuur van uitgeblazen lucht in koeling/verwarming
kan worden ingesteld met de servicemodus van een bedrade afstandsbediening. (Raadpleeg de handleiding van een bedrade
afstandsbediening.)
2.
Wanneer de temperatuurregeling van uitgeblazen lucht wordt gebruikt, wordt de thermo aan/uit van de binnenunit bepaald
door de ingestelde kamertemperatuur en de kamertemperatuur, en de temperatuur van de uitgeblazen lucht wordt bijgesteld
om te voldoen aan de doeltemperatuur van de uitgeblazen lucht in de sectie thermostaat Aan.
3.
Wanneer de temperatuurregeling van uitgeblazen lucht wordt gebruikt, kan de temperatuur van de uitgeblazen lucht niet altijd
worden aangepast aan de doeltemperatuur door externe omstandigheden of de beschermende controle van de buitenunit.
Temperatuurregeling van uitgeblazen lucht kan ook worden ingesteld met DMS.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

Samsung AM220FNHDEH/EU Handleiding

Type
Handleiding

Andere documenten