Husqvarna CRT81 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Husqvarna CRT81 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
We reserve the right to make changes without prior notice.
Ånderungen ohne vorherige Mitteilung sind vorbehalten.
Nous nous réservons le droit d'apporter des modifications sans avis préalable.
Nos reservamos el derecho a introducir modificaciones sin previo aviso.
Ci riserviamo il diritto di modifiche o cambiamenti senza preavviso.
Wij houden ons het recht voor om veranderingen aan te brengen zonder voorafgaande
mededeling.
1
2
3
4
5
6
7
3
7
14
36
46
58
61
Safety rules. Reglas de seguridad.
Sicherheitsvorschriften. Norme antinfortunistiche.
Règles de sécurité. Veiligheidsregels.
Assembly. Montaje.
Zusammenbau. Montaggio.
Montage. Montering.
Start and operation. Starten en rijden.
Start und betrieb. Aviamento e guida.
Mise en marche et conduite. Arranque y cinducci
ón.
Maintenance. Onderhoud.
Wartung . Manutenzione.
Entretien. Mantenimiento.
Repair and adjustment. Herstellen en afstellen.
Reparatur und einstellung. Riparazioni e messa a punto.
Réparations et réglages. Reparación y ajuste.
Troubleshooting. Búsqueda de averías.
Störungssuche. Ricerca guasti.
Recherche des pannes. Het localiseren van fouten.
Technical data. Technische gegerens.
Techinische daten. Localizaci
ón de averías.
Données techniqes. Espicificaciones tecnicas.
4
1. VEILIGHEIDSREGELS
INSTRUCTIES
Lees aandachtig de instructies. Maak uzelf vertrouwd met het
bedieningspaneel en het juiste gebruik van de installatie.
Laat nooit geen kinderen of mensen die niet vertrouwd zijn met
deze instructies de machine gebruiken. Het is mogelijk dat plaat-
selijke voorschriften de leeftijd van de bestuurder beperken.
Nooit in werking zetten als er mensen, in het bijzonder kin-
deren, of huisdieren dichtbij zijn.
Denk eraan dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongevallen of risico’s waarbij andere mensen of hun
eigendom betrokken zijn.
VOORBEREIDING
Draag altijd stevig schoeisel en een lange broek wanneer u
het toestel in werking zet. Het toestel niet in werking zetten
als u blootsvoets bent of als u open sandalen draagt.
Onderzoek grondig de omgeving waar u het toestel gaat
gebruiken en verwijder alle voorwerpen die de ma chine kan
wegslingeren.
WAARSCHUWING: Benzine is zeer brandbaar:
- bewaar de brandstof in containers die speciaal
ontworpen zijn voor dit doel.
- vul de voorraad brandstof alleen in open lucht bij en rook
niet terwijl u dit doet.
- giet de brandstof in de machine voor u de motor start.
Verwijder nooit de dopsluiting van deben-zinetank of giet
nooit geen ben zine in de ma chine als de motor draait of
als de motor heet is.
- de motor niet starten indien er benzine gemorst is.
Verwijder de machine van de plek waar de benzine
gemorst is en vermijd elke vorm van ontsteking
tot de benzinedampen verdwenen zijn.
- schroef de dopsluiting van de benzinetank en de
container veilig vast.
Vervang alle defecte geluiddempers.
Onderzoek altijd de hulpmiddelen om u ervan te vergewissen
dat ze niet versleten of beschadigd zijn voor u ze gebruikt.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen en bouten in
het toestel om het evenwicht te behouden.
WERKING
De motor niet in werking zetten in een besloten ruimte waar
gevaarlijke koolmonoxide-dampen zich kunnen ophopen.
Wijzig de rugulateurinstellingen van de motor niet of overb-
elast de motor niet.
Alleen in werking zetten gedurende de dag of bij goed kun-
stmatig licht.
Maak zeker dat u een vaste voet hebt op hellingen.
Wandel, loop nooit.
Bij roterende machines met wielen werkt u dwars over de
hellingen, nooit van boven naar beneden.
Wees heel voorzichtig als u van richting verandert op hellingen.
Niet gebruiken op heel steile hellingen.
Wees heel voorzichtig wanneer u de ma chine omdraait of
naar u toe trekt.
De motor niet laten draaien binnenshuis; uitlaatgassen zijn
gevaarlijk.
Start de motor voorzichtig volgens de instructies en met de
voeten op veilige afstand van de hulpmiddelen.
De handen of voeten niet dichtbij of onder de roterende delen
plaatsen.
De machine nooit optillen of dragen terwijl de motor draait.
Stop de motor:
- telkens u zich van de machine verwijdert en voor de
benzinevoorraad bijvult.
Verminder de smoorregeling indien u de motor afzet en draai
de benzinetoevoer dicht indien de motor voorzien is van een
afsluitklep bij het beëindigen van het werk.
ONDERHOUD EN OPBERGING
Zorg ervoor dat alle moeren, bouten en schroeven vastgedraaid
zijn zodat het toestel op een veilige manier kan werken.
Berg het toestel nooit op met benzine in de tank in een
gebouw waar de dampen kunnen worden blootgesteld aan
een open vlam of een vonk.
Laat de motor afkoelen voordat u ze in een gesloten ruimte
opbergt.
Verwijder vegetatief materiaal en overtollig vet van de motor,
geluiddemper, batterijhouder en opbergruimte voor ben zine
om het brandrisico te verminderen.
Vervang versleten of beschadigde onderdelen voor
veiligheid.
Indien de benzinetank moet worden gedraineerd, moet dit
in de open lucht gebeuren.
1. RÈGLES DE SÉCURITÉ
FORMATION
Lisez soigneusement ces instructions. Familiarisez-vous avec
les commandes pour apprendre a utiliser correctement voter
équipement.
N'autorisez jamais que des enfants utilisent votre ma chine.
Ne permettez pas que des adultes l'utilisent s'ils n'ont pas
reçu les instructions nécessaires. Des lois locales peuvent
avoir des re stric tions de l'âge de l'opérateur.
Ne pas utilisez pendant que des personnes, spécialement
des enfants, ou des animaux domestiques soit dans l'aire.
Attention, l'opérateur ou l'utilisateur est responsable pour
aucun ac ci dents ou autre problèmes occasionnés a autres
personnes ou leurs propriétés.
PRÉPARATION
Pendant la coupe, portez toujours des chaussures solides
et des pantalons. N'utilisez pas l'equiment avec les pieds
nus ou en portant des sandales ouvertes.
Vérifiez toujours à fond la zone de travail et dégagez-la de
tout objets étrangers. Ces objets peuvent être projettes par
la lame et pourraient causer de blessures sévères.
ATTENTION: Le combustible est très inflammable:
- Entreposez le combustible dans des récipient spécial
pour ce but.
- Remplissez pas le réservoir sous abri et ne fumez
pas.
- Ajoutez du combustible avant de démarrer le moteur. Ne pas
enlevez le bouchon du remplissage d'essence et ajoutez le com-
bustible pendant que le moteur soit en marche ou chaud.
- si le combustible est renversé, ne démarrez pas le moteur,
déplacer la machine de la zone pour prevenir une source
d'allumage jusc'a ce que les vapeurs soit dissipés.
- remplace tout tapons du reservoir d'essence et récipient
à fond.
Remplacez silencieux vieux.
Vérifiez, toujours avant de l'opération pour être sur que les
pièces soient par gaspillées ou endommagées.
FONCTIONNEMENT
Ne faites pas marcher le moteur dans un endroit clos où les gaz
dangereux de monoxyde de carbone peuvent s'accumulés.
Ne changez pas les réglages du régulateur du moteur ou
permettez que le moteur marche å survitesses.
Travaillez uniquement avec la lumière de jour ou sous une
bonne lumière artificielle.
Faites attention de votre position sur les pentes .
Marchez, ne courrez pas.
Pour les machines rotativées, travaillez à travers sur les
pentes, jamais de haut en bas.
Faites très attention quand vous changez votre position sur
les pentes.
Ne travaillez pas sur les pentes trop escarpées.
Faites très attention quand vous allez en arrière où quand
vous tirez la machine vers vous.
Ne faites pas marcher le moteur dans un endroit clos. Les
gaz d'échappement sont dangereux.
Faitez marcher le moteur en suivant les instructions et gardez
les pieds bien loin des éléments.
Ne mettez pas les mains ou les pieds près ou sous les par-
ties rotatives.
Ne soulevez pas ou portez pas la machine pendant que le
moteur soit en marche.
Arrêtez le moteur
- quand vous vous éloignez de la machine et avant de
ajoutez du combustible.
Réduisez le papillon des gaz pendant que vous arrêtez le
moteur, si le moteur est fournit d'une soupape avec arrêt
automatique, tournez la soupape du combustible dans la
po si tion de fermée à la fin du travail.
ENTRETIEN ET ENTROSPOSAGE
Vérifiez tous les écrous et les vis pour être sur que l'équipement
soit en bon fonctionnement.
N'entreposez jamais l'équipement, ayant d'essence dans le
réservoir dans l'intérieur d'un endroit clos ou les vapeurs peu-
vent trouver une flamme nue ou une source d'allumage.
Permettez que le moteur se refroidisse avant d'entreposer
l'équipement dans un endroit clos.
Pour réduire l'opportunité d'incendie, gardez le moteur, le
silencieux, le compartiment de la batterie et l'entreposage du
combustible libre d'aucun matériel végétale ou de graisse.
Remplacez les pièces détériorées ou vielles pour être sur
de la sécurité de l'équipement .
Si le réservoir d'essence doit être vidé, ceci doit être fait en
plein airs.
9
1. Encoche du carter de la boîte de vitesses
2. Couvercle du guidon
3. Guidon (position haute)
4. Levier de changement de vitesses
5. Guidon (position basse)
6. Levier de blocage du guidon
Montage du guidon
a. Introduisez un couvercle de guidon (les dents vers
l'extérieu) dans l'encoche du carter de la boîte de vitesses
(fig. 1). Graissez la partie lisse du couvercle du guidon.
Ceci aidera à maintenir le couvercle en place jusqu'à ce
que le guidon soit abaissé à sa position.
b. Saisissez l'ensemble guidon-couvercle. Soulevez la base
du guidon jusqu'à la position haute "up" indiquéé à la
figure 2. Assurez-vous que le couvercle du guidon reste
dans l'encoche du carter de la boîte de vitesses. Veillez
a ne pas tirer ou embrouiller les càbles.
c. Pivotez l'ensemble de la poignée. Introduisez le boulon
arrière d'abord (fig. 3, encart), la tête du boulon à la gauche
de la fraiseuse. Insertez le boulon à pivot antérieur. Abais-
sez l'ensemble guidon-couvercle. Serrez les boulons de
façon à ce que e guidon soit déplacé avec une certaine
résistance.
d. Introduisez le deuxième couvercle de guidon (les dents
vers l'intérieur) dans la fente de la base du guidon (fig.3,
encart).
e. Placez la rondelle sur la partie filetée du levier de blocage
du guidon.
f. Introduisez la levier de blocage du guidon par la base
du guidon et le carter de la boîte de vitesses (fig. 3, en-
cart).
g. L'ensemble guidon-couvercles étant en po si tion basse.
Serrez le levier de blocage du guidon en le tournant dans
le sens des aiguilles d'une montre.
Figure 2
Figure 1
2
Handvat monteren
a. Monteer de eerste hendelvergrendeling (met de tanden
naar buiten wijzend) in de sleuf in de schakelkast (fig. 1).
Breng vet aan op de galdde kant van de hendelvergren-
deling. Dit helpt om de vergrendeling op zijn plaats te
houden tot de hendel in de juiste positie zit.
b. Neem de hendeleenheid, en breng de basis in de "up"-
positie zoals getoond op figuur 2. Zorg ervoor dat de
hendelvergrendeling in de sleuf in de schakelkast blijft
zitten. Zorg ervoor dat u geen kabels uitrekt of kinkt.
c. Draai de hendeleenheid naar beneden. Monteer eerst
de achterste slotschroef (fig. 3 - inzet) met de schroefkop
aan de linkerkant van de cultivator. Monteer de voorste
zwenkbout. Laat de hendeleenheid zakken. Schroef de
schroeven vast zodat de hendel bij het bewegen enige
weerstand biedt.
d. Monteer de tweede hendelvergrendeling (met de tanden
naar binnen wijzend) in de sleuf in de basis van de hendel
(fig. 3 - inzet).
e. Monteer de sluitring op het getapte uiteinde van de hen-
delvergrendeling.
f. Steek de hendelvergrendelingarm door de basis van de
hendel en de schakelkast (fig. 3 - inzet).
g. Zorg ervoor dat de hendeleenheid in de laagste positie
staat en schroef de hendelvergrendelingarm goed vast
door met de klok mee te draaien.
Figuur 1
Figuur 2
1. Schakelkastsleuf
2. Hendelvergrendeling
3. Hendel (hoge positie)
4. Schakelhendel
5. Hendel (lage positie)
6. Hendelvergrendelingarm
3
4
5
6
1
2
10
Figure 3
Figure 4
Encart
1. Barre d'embrayage
2. Pince en épingle à cheveux
3. Assemblage du manche
4. Boulon à tête bombée et collet carré et contre-écrou
5. Boulon de véhiclue et écrou de blocage
6. Base du guidon
7. Fente
8. Carter de la boîte de vitesses
9. Couvercle du guidon
10. Rondelle
11. Levier de blocage du guidon
12. Boulon à pivot
Montage de la barre d'embrayage
a. Insérez l’extrémité de la tige de changement de vitesse
dans le trou de l’indicateur de levier de changement de
vitesse.
b. Insérez le collier en épingle à cheveux à travers le trou
de la tige de changement de vitesse pour la fixer.
Rattacher le câble d'embrayage
Rattachez le câble d'embrayage au support de la barre de
commande comme montré (Fig. 4).
Pression des pneus
Abaissez la pression des pneus à 1.4 bar (les pneus sont
surgonflés pour le transport). Si la pression des pneus n'est
pas la même, la fraiseuse tirera vers un côté ou l'autre.
2
10
9
8
7
6
11
12
5
Figuur 3
Figuur 4
Inzet
1. Schakelstang
2. Splitpen
3. Schakelhendelindicator
4. Hendeleenheid
5. Slotschroef en borgmoer
6. Hendelbasis
7. Sleuf
8. Schakelkast
9. Hendelvergrendeling
10. Sluitring
11. Hendelvergrendeling hefboom
12. Zwenkbout
Schakelstang monteren
a. Steek het einde van de schakelstang in het gat van de
schakelhendelindicator.
b. Steek de haarspeldklem door het gat van de schakelstang
om hem vast te zetten.
Koppelingskabel verbinden
Verbind de koppelingskabel aan de beugel van de bedien-
ingsstang (zie figuur 4).
Bandendruk
Verminder de bandendruk tot 1.4 bar (de banden waren te hard
opgepompt voor het trans port). Alle banden moeen dezelfde
bandendruk hebben, anders dan staat de cul ti va tor scheef.
3
2
1
4
6
13
1. Handle Bar
2. Throttle control
3. Shift lever
4. Drive control bar
5. Tine shield
6. Engine
7. Wheel
8. Model plate
1. Handgriff
2. Gashebel
3. Schalthebel
4. Antriebshebel
5. Zinkenschutz
6. Motor
7. Räder
8. Typenschild
1. Guidon
2. Accélérateur
3. Levier de changement de vitesse
4. Barre de commande
5. Protection des dents
6. Moteur
7. Roue
8. Palque d'identification
1. Hendel
2. Gashendel
3. Schakelhendel
4. Stuurhendel
5. Tandbeschermplaat
6. Motor
7. Wiel
8. Modelplaatje
1. Guía
2. Mando de aceleración
3. Palanca de cambio
4. Barra de control de propulsión
5. Cubierta protectora de dientes
6. Motor
7. Rueda
8. Chapa de modelo
1. Manubrio
2. Comando del gas
3. Leva del cambio
4. Leva de avanzamento
5. Disco salvapiante
6. Motore
7. Route
8. Traghetta di indentificazione
2
1
2
3
5
8
4
6
7
15
3
Figure 6
Figuur 6
1. Niveau d'huile
2. Bouchon de remplissage d'huile
3. Bouchon du réservoir d'essence
1. Oliepeil
2. Olievuldop
3. Dop benzinetank
Figure 5
Figuur 5
2
1
REMARQUE!
Avant de conduire votre fraiseuse pour la première fois, étudiez
le présent chapitre et les "1. Cosignes de sécurité".
Vérifiez le niveau d'huile du moteur
a. Enlevez le bouchon de remplissage d'huile avec la jauge
d'huile (fig. 5).
b. L'huile du moteur doit presque déborder (fig. 5). La ca-
pacité d'huile du moteur est d'environ 0.6 litres.
REMARQUE!
Veillez bien à ne pas laisser entrer de saletés dans le mo-
teur lorsque vous vérifiez ou complétez le niveau d'huile
ou d'essence. Uitlisez une huile pure de grade 30W-30 ou
10W-30 et conservez-la dans des récipients convenables,
propres et fermés. (N'utilisez pas de liquides de démarrage
sous pression qui peuvent endommager l'intérieur du moteur
à cause du manque de lubrification.)
Remplissage du réservoir d'essence
Pour remplir le réservoir d'essence (fig. 6) utilisez de l'essence
neuve, propre et ordinaire sans plomb pour automobiles. La
capacité du réservoir est d'environ 3 litres.
N.B.!
Lees de volgende instructies goed door evenals de "1.
Veiligheidsvoorschriften", voor u de cultivator voor het eerst
gebruikt.
Controleer het motoroliepeil
a. Verwijder de vuldop voor de motorolie (fig. 5)
b. De motorolie moet bijna overlopen (fig. 5). De hoeveelheid
bedraagt ongeveer 0,6 liter.
N.B.!
Wees erg voorzichtig zodat er geen vuil in de motor komt wan-
neer u het oliepeil controleert, of wanneer u olie of brandstof
bijvult. Gebruik zuivere 30 of 10W-30 olie en bewaar hem in
goedgekeurde, schone flessen. (Gebruik geen onder druk
gebrachte startvloeistof, dit kan tot een slechtere smering
leiden waardoor de motor ernstige beschadigingen kan
oplopen.).
Brandstoftank vullen
Vul de brandstoftank (fig. 6) met verse, zuivere loodvrije mo-
torbenzine. De hoeveelheid bedraagt ongeveer 3 liter.
3
20
1. Starthendel
2. Chokehendel
3. Bougiedraad en kap
4. Schakelhendel indicator
5. Stuurhendel in "ontkoppelde" positie
6. Stuurhendel in "ingeschakelde" positie
7. Gashendel
8. Handgreep
Figuur 7
3
De motor starten
a. Verbind de bougiekabel en kap (fig. 7).
b. Zet de versnellingshendel in de "N" -positie (neutraal)
(fig. 8).
c. Zet de gashendel (fig. 9) in "FAST" -positie (snel).
d. Zet de chokehendel in "CHOKE" -positie (fig. 7).
e. Grijp de starthendel (fig. 7) met één hand vast en grijp
de stuurhendel met de andere hand. Trek langzaam aan
het touw tot de motor het begin van de compressiecyclus
bereikt (het touw trekt iets harder).
f. Trek met één armbeweging vlug en gelijkmatig aan het
touw. Hou de starthendel goed vast en laat het touw
langzaam terug oprollen. Laat de starthendel niet ter-
ugspringen tegen de starter.
g. Herhaal (e.) en (f.) tot de motor start. Zet de chokehendel
op de motor, tussen "CHOKE" en "RUN" (fig. 7) zodra de
motor start, en zet de hendel daarna in "RUN" -positie
wanneer de motor warmloopt.
h. Zet de gashendel (fig. 9) gegurende een paar minuten
tussen "FAST" (snel) en "STOP" (stop) om op te war-
men.
WAARSCHUWING!
Hou de stuurhendel in de "ontkoppeld" -positie wanneer u
de motor start (fig. 9).
N.B.!
Een nieuwe motor kan 3 tot 5 minuten nodig hebben voor hij
het juiste stationair toerental bereikt.
Tanden starten
a. Zet de gashendel op de gewenste snelheid.
b. De tanden beginnen te bewegen wanneer de stuurhendel
in de "ingeschakelde" -positie staat (fig. 9).
WAARSCHUWING!
Laat altijd de stuuhendel los voor u de schakelhendel in een
andere positie zet.
Figuur 8
Figuur 9
4
8
7
6
5
3
2
1
29
Inzet A
Figuur 11
Inzet B
17
16
Inzet C
10. Transportstellung
11. Flaches Oberflächen-
fräsen
12. Oberflächenfräsen
13. Tieffräsen
14. Tiefes Tieffräsen
15. Höhenverstellstange
16. Entriegelung
17. Verriegelung
1. Äußere Seitenabdeck-
ung
2. Mutter "A"
3. Mutter "B"
4. Antriebshebel
5. Handgriff
6. Gashebel
7. Schalthebelanzeiger
8. Höhenverstellstange
9. Höhenverstellstangen-
stift
Achteruit rijden
a. Laat de stuurhendel los (fig. 10).
b. Zet de gashendel (fig. 10) op "SLOW" (langzaam).
c. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "R"
positie (reverse).
d. Sta nooit direct achter de cultivator.
e. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) om de cul-
tivator in beweging te zetten. De tanden roteren niet.
WAARSCHUWING!
Rij niet achteruit tegen een boom, hek enz.
De motor en de tanden uitschakelen
a. De cultivator en de tanden stoppen wannneer u de stu-
urhendel (fig. 10) loslaat.
b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "N"
positie (neutraal).
c. Zet de gashendel (fig. 10) in de "STOP" positie (stop)
om de motor uit te schakelen.
Bochten nemen
a. Laat de stuurhendel (fig. 10) los.
b. Zet de gasheendel (fig. 10) in de "SLOW" positie (lang-
zaam).
c. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "F"
positie (voorwaarts). De tanden roteren niet.
d. Breng de hendel omhoog om de tanden uit de grond te
halen (fig. 10).
e. Draai de hendel in de tegenovergestelde richting dan die
waarin u wilt draaien, en zorg ervoor dat u handen en
voeten uit de buurt van de tanden houdt.
Laat de hendel weer dalen wanneer u de bocht hebt genomen.
Zet de schakelhendelindicator in de "T" positie (bewerken) en
zet de gashendel op de gewenste snelheid Hou de stuurhendel
tegen de hendel om het bewerken te starten.
Buitenste schermen
De buitenste schermen (fig. 10) hebben vooraan een sleuf
zodat ze omhoog en omlaag kunnen voor respectievelijk diep
en ondiep bewerken, dit om te voorkomen dat de kleine plantjes
bedolven worden onder aarde. Schroef moer "A" en moer "B"
in de sleuf los. Zet het scherm in de gewenste positie (beide
zijden). Schroef de moeren weer vast.
Transport
a. Zet de dieptestaak in de laagste positie en zet de diept-
estaakpen in het hoogste gat.
b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 inzet A) in de "F"
positie (voorwaarts). Voor transport.
c. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) um de cul-
tivator in beweging te brengen. De tanden roteren niet.
d. Zet de gashendel (fig. 10) in de gewenste snelheid.
7
3
Figuur 10
8
9
15
10
11
12
13
14
1
2
6
4
5
3
30
3
Bewerken
a. Ontgrendel de dieptestaakpen (fig. 11 inzet c). Trek de
dieptestaak omhoog voor een hogere bewerkingsdiepte.
Zet de dieptestaakpen in het gat in de dieptestaak om de
positie te vergrendelen (fig. 11 - inzet C).
b. Zet de schakelhendelindicator (fig. 11 - inzet A) in de "T"
positie (bewerken).
c. Hou de stuurhendel tegen de hendel (fig. 10) om te begin-
nen bewerken. De tanden en de wielen draaien niet.
d. Zet de gashendel (fig. 10) op "FAST" (snel) voor diep
bewerken. Zet de gashendel op de gewenste snelheid
om te bewerken.
WAARSCHUWING!
Laat altijd de stuurhendel los voor u de schakelhendel in een
andere positie zet.
Bewerkingstips
Bewerken is graven in de aarde, ze omwoelen en fijnhakken
voor men plant. Losse, nietcompacte aarde bevordert de
wortelgroei. De beste diepte is 10-15 cm.
De conditie van de aarde is een belangrijke factor. De tanden
kunnen niet zo makkelijk in een droge, harde grond dringen,
wat tot kaatsen en moelijk besturen van uw cul ti va tor kan
leiden. Harde grond moet eerst bevochtigd worden voor
men hem kan bewerken. Anderzijds vormt doornatte grond
"balletjes" en kluiten, en moet men wachten tot de grond iets
minder nat is voor men hem bewerkt.
Laat ongeveer 20 cm onbewerkte grond tussen de eerste en
de tweede strook Daarna bewerkt u het stuk tussen de eerste
en de tweede strook (fig. 12).
Leun niet op de hendel. Hierdoor is er minder druk op de
wielen en bijgevolg minder trekkracht. Om door een moeilijk
stuk harde grond of gras te raken, moet u bovenwaartse druk
op de hendel uitoefenen of de diep-testaak verlagen.
Figuur 12
Bewerken
321
5
4
67
35
Cultivating
Cultivating is destroying the weeds between rows to prevent
them from robbing nourishment and moisture from the plants.
Best digging depth is 1" to 3". Lower outer side shields to
protect small plants from being buried.
Cultivate up and down the rows at a speed which will alow
tines to uproot weeds and leave the ground in rough con di tion,
promoting no ruther growth of weeds and grass (fig. 13).
Unkrautbekämpfung
Bei der Unkrautbekämpfung wird das Unkraut zwischen den
Pflanzenreihen entfernt, um zu verhindern, daß den Pflanzen
die Nahrung und Feuchtigkeit weggenommen wird. Der Boden
wird am besten in einer Bodentiefe von 3-8 cm bearbeitet.
Die äußberen Seitenverkleidungen sind deshalb zu senken,
um zu verhindern, daß junge Pflanzen vom Erdboden be-
graben werden.
Die Pfalnzenreihen sind in beiden Richtungen mit einer
angemessenen Geschwindigkeit zu bearbeiten, so daß die
Zinken das Unkraut entwurzeln können und den Erdboden in
einen Zustand hinterlassen, der das Wachsen von Unkraut
und Gras erschwert. (Abb. 13).
Cultivateur
Le travail en cultivateur consiste à détruire les mauvaises
herbes entre les rangs pour les empêcher de priver les plantes
d'éléments de nutrition et d'humidité. La meilleure profondeur
pour le travail en cultivateur est de 3 à 8 cm. Les protections
latérales empêchent les petites plants d'être enterrées.
Pour l'opération en cultivateur, suivez les rangs à une vitesse
qui permet auz dents de déraciner les mauvaises herbes et
laisse le sol remué, dans un état qui ne favorise pas la pousse
des mauvaises herbes (fig. 13).
Wieden
Wieden is het vernietigen van het onkruid tussen de rijen
zodat het geen voeding en vocht opneemt dat voor de planten
bestemd is. De beste graafdiepte is 3-8 cm. Verlaag de
buitenste zijschermen om te voorkomen dat kleine planten
bedolven worden door aarde.
Ga de rijen af aan een snelheid die de tanden de kans geven
het onkruid met de wortel eruit te trekken en de aarde in
een conditie achterlaten die het groeien van gras en onkruid
bemoeilijkt (fig. 13).
Desbroce
El desbroce es la destrucción de hierbas entre las filas para
que no roben nutrición y humedad a las plantas. La mejor
profundidad para cavar es de 3 a 8 cm. Baje las cubiertas
de protección laterales externas para no enterrar las plantas
pequeñas.
Desbroce a lo largo de las filas a una velocidad que permita
a los dientes arrancar las hierbas y dejar el terreno basto,
para impedir el crecimiento de las hierbas (fig. 13).
Sarchiatura
Scopo della sarchiatura è l'eliminazione di piante infestanti
per imperdire che assorbano nutrimento e umidità destinati
alle coltivazioni. La majlior profondità di lavorazione è 3-8
cm. Abbassare i dischi salvapianta per proteggere le nuove
pianticelle.
Operare su e giù lungo i solchi ad una velocità che consenta
alle lame di eliminare le erbe infestanti e di lasciare il terreno
ben mosso, impedendo la crescita e lo sviluppo di erba e
nuove infestanti (fig. 13).
Figure 13
Figura 13
Abb. 13
Cultivating Wieden
Undrautbekämpfung Sarchiatura
Travail en cultivateur Desbroce
3
36
4. Maintenance 4. Wartung
4. Entretien 4. Onderhound
4. Manutenzione 4. Mantenimiento
WAARSCHUWING!
Schakel altijd eerst de bougieleiding uit voor u onderhoud
uitvoert (behalve carburator afstellen). Dit om te voorkomen
dat de motor per ongeluk start.
Onderhoud van de motor
Zie handleiding.
Transmissie
Smeer de smeerfitting van de tandwielkast aan de rechterkant
eens per seizoen met 1 ons wiellagervet.
Lak
Zorg ervoor dat er geen benzine, olie enz. Op de lak en de
wielen komt. Bescherm gelakte delen met autowas.
ADVERTENCIA!
Desconectar el cable y la cubierta de la bujia antes de realizar
cualquir operación de mantenimiento (excepto el ajuste del
carburador) para imperdir el arranque ac ci den tal del motor.
Mantenimiento del motor
Vea manual.
Transmisión
Una vez por temporada, lubrique el ajuste de lubricante del
lado derecho del la caja de velocidades con 1 onza de grasa
para soporte de rueda.
Acabado
Mantenga la superficie de la cultivadora y las ruedas libres
de gasolina, aceite, etc. Proteja las superficies pintadas con
cera para automóviles.
PERICOLO!
Prima di effettuare qualsiasi intervento togliere il cappellotto
dalla candela (escluso gli interventi sul carburatore) per evitare
messe in moto accidentali.
Manutenzione del motre
Vedere Manuale di istruzioni.
Trasmissione
Una volta per stagione, lubrificare il raccordo per lubrifica-
zione sul lato destro della scatola ingranaggi con 1 oncia di
lubrificante per cuscinetti di ruote.
Carrozzeria
Tenere la carrozzeria e le ruote del motocoltivatore libere da
carburante, olio ecc. Proteggere le parti verniciate con cera
da automobili.
WARNING!
Disconnect spark plug wire and cover before performing any
maintenance (except carburetor adjustment) to prevent ac-
ci den tal starting of engine.
Engine maitenance
See Manual.
Transmission
Once a season, lubricate the right hand gear case grease
fitting with 1 oz. of wheel bearing grease.
Finish
Keep tiller finish and wheels free of gasoline, oil, etc. Protect
painted surfaces with automotive type wax.
WARNUNG!
Vor jeder Wartungsarbeit (ausgenommen Vergaserein-stel-
lung) sind Zündkerzenkabel und Kerzenstecker zu entfernen,
um ein plötzliches Starten des Motors zu vermeiden.
Wartung des Motors
Siehe Handbuch.
Kraftübertragung
Vor Saisonbeginn den Schmiernippel des Getriebekastens
auf der rechten Seite mit 30 ml Radlagerfett schmieren.
Finish
Lack und Räder der Bodenfräse von Benzin und Öl sau-
berhalten. Lackierte Oberflächen mit Kraftwagenwachs
schützen.
ATTENTION!
Débranchez le câble de la bougie et son couvercle avant
d'effectuer toute opération d'entretien (à l'exception de la
mise au point du carburateur) pour prévenir tout démarrage
accidentel du moteur.
Entretien du moteur
Voir le manuel.
Transmissoin
Une fois par saison, lubrifiez le raccord de graisse du côté
droit de la boîte de vitesse avec 1 once de graisse de palier
de roue.
Surfaces lisses
Enlevez les taches d'essence ou d'huile des surfaces polies
et des roues de la fraiseuse. Protégez les surfaces lisses
avec une cire pour automobiles.
38
4
1. Bouchon de vidange d'huile
2. Bouchon de remplissage d'hile
3. Jauge d'huile
1. Olie-aftappug
2. Olie-vuldop
3. Oliepeil
Figure 14
Figuur 14
Rangement
Rangez votre fraiseuse au sec. Pour éviter les dépôts de
gomme dans le circuit d'essence il faut le vidanger si la ma-
chine ne doit pas être utilisée pendant 30 jours ou plus.
a. Videz le réservoir d'essence, faites marcher le moteur
jusqu'à ce que l'essence du carburateur soit consom-
mée.
b. Pendant que le moteur est encore chaud, videz l'huile du
moteur. Remplissiz-le avec de l'huile neuve (fig. 14).
c. Retirez la bougie, versez environ 1.5 cl d'huile propre dans
le cylindre. Tirez doucement la poignée du démarreur
plusieurs fois pour répartir l'huile. Replacez la bougie.
d. Nettoyez toute la fraiseuse, en particulier les ailettes du
cylindre, le carter du ventilateur et le filtre à air. Serrez
tous les boulons et écrous.
Une essence stockée pendant plusieurs mois perd de sa
volatilité (sa capacité à se consumer efficacement); c'est
pourquoi il faut toujours utiliser l'essence de la saison.
ATTENTION!
N'entreposez pas l'essence, ne la répandez pas, ne l'utilisez
pas à prosimité d'une flamme ou de fours, de fourneaux ou de
chauffe-eau qui utilisent une flamme témoin, ou de dispositifs
qui produisent des étincelles.
Opslaan
Zorg ervoor dat uw cultivator in een droge ruimte staat. Om
harsvorming inhet brandstofsysteem te voorkomen, moet
het afgetapt worden als u de machine een maand of langer
ongebruikt laat.
a. Tap de brandstoftank af. Laat de motor draaien tot alle
benzine in de carburator opgebruikt is.
b. Tap de olie uit de motor wanneer de motor nog warm is.
Vul met verse olie (fig. 14).
c. Verwijder de bougie, en giet 14 ml zuivere motorolie in de
cilinder. Trek een paar keer voorzichtig aan de starthendel
om de olie te verdelen. Monteer de bougie.
d. Maak de hele cultivator schoon, vooral de koelribben, het
ventilatorhuis en het luchtscherm Draai alle bouten en
moeren vast.
Benzine die een langere tijd vewaard wordt, verliest zijn
vluchtigheid (de eigenschap om doelmatig te verbranden).
Gebruik daarom altijd alle benzine op het eind van het sei-
zoen.
WAARSCHUWING!
Bewaar, mors of gebruik geen benzine in de buurt van een
vlam, of open haard, of geiser e.d.
3
2
1
43
4
Figuur 15
Smeerschema
Olie de draaipunten
1. Wielen
2. Steun spanrol
3. Gashendel
Controleer het motoroliepeil
Ververs de motorolie
Olie de draaipunten
Vonkdover knaldemper
Controleer het luchtscherm
Luchtfilter
Reinig de koelribben van de moror
Vervand de bougies
Onderhoudsschema
Nade eerst Telkens voor Om de 5 uur Om de 25 uur Om de 50 uur
2 uur gebruik
1
2
3
49
FIGUUR 16
FIGUUR 17
Positie hendel
Maak de hendelvergrendelingarm los (fig. 16). De hendel kan
in verschillende posities tussen "hoge" en "lage" gezet worden
(fig. 16). Vergrendel de hendelvergrendelingarm.
N.B.!
Zet de hendel in een positie die aangepast is aan u en aan de
bewerkingsomstandigheden. De hoogte verandert wanneer
de machine in de grond graaft.
WAARSCHUWING!
Schakel de motor af en verwijder de bougiekabel en het
deksel van de bougie (fig. 7) voor u de tanden met de hand
schoonmaakt. Wees voorzichtig: de tanden zijn scherp.
BELANGRIJK!
Zet blokken onder de transmissie zodat de cultivator niet
kantelt.
Afstellen hoofdaandrijfriem
De riem heeft de juiste spanning als de trekveer ongeveer
1,5 cm uitgerekt is als de stuurhendel ingekoppeld is (fig. 9).
Deze spanning kan als volgt afjesteld worden:
a. Maak de kabelklemschroef los die de stuurhendelkabel
op zijn plaats houdt (fig. 17).
b. Schuif de kabel naar voren om de spanning te verminderen
en naar achteren om de spanning te verhogen, doe dit
tot de trekveer ongeveer 1,5 cm uitgerfekt is.
c. Vergrendel de kabelklemschroef.
2
1
3
4
5
10
11
9
8
7
6
1. Hendel ("lage" positie)
2. Hendel ("hoge" positie)
3. Hendelvergrendeling
4. Riemgeleider "B"
5. Riemgeleider "A"
6. Motorriemschijf
7. Riemschijf spanrol
8. Trekveer
9. Riemschijf transmissie
10. Stuurhendel kabel
11. Kabelklemschroef
5
55
1. Riembeveiliging
2. Schroef
3. Zeshoekige moer
4. Splitpen en opsluitstift
5. Zeshoekige moer (achter de band gemotnteerd)
6. Nieuwe tand
7. Versleten tand
8. Scherpe snede
9. Splitpen
10. Opsluitstift
FIGUUR 18
FIGUUR 19
67
FIGUUR 20
Vervangen ahoofdaandrijfriem
a. Verwijder de splitpen en de opsluitstift (fig. 18) van de link-
erwielnaaf. Trek het wiel ongeveer 4 cm naar buiten.
b. Verwijder de riembeveiliging door twee (2) Schroef, één
(1) zeshoekige moer en drie (3) sluitringen te domonteren
zodat de riembeveiliging recht naar buiten kan glijden,
van de motor weg (fig. 18).
c. Maak de riemgeleiders "A" en "B" (fig. 17)
d. Verwijder de uode riem door hem or vanaf de riemschijf
uit te trekken (fig. 17).
e. Let een nieuwe riem in de groef van de riemschijf (grote
riemschijf) en in de groef van de motorriemschijf (fig.
17). De riem noet in de positie van de riemen in de
riemgeleidrs.
f. Schroef riemgeleiders "A" en "B" (fig. 17)
Tand vervangen
Als de tand versleten is moet uw cultivator harder werken en
graaft hij niet zo diep. Bovendien kunnen versleten tanden
hiet goed hakken en het organisch materiaal niet goed ver-
snipperen, en het niet diep genoeg begraven. Een tand die
zo versleten is (fig. 19) moet vervangen worden.
Om er zeker van te zijn dat uw machine steeds perfect werkt
moet u regelmatig controleren of de tanden scherp zijn, of
ze niet teveel versleten zijn en of ze niet verbogen zijn. Dit
geldt vooral de tanden die het dichtst bij de transmissie zitten
(fig. 20). Als de afstand tussen de tanden meer dan 9 cm
bedraagt, moeten ze vervangen worden of rechtgetrokken
worden:
Nieuwe tanden moeten gemonteerd worden zoals getoond
wordt in figuur 21. Geslepen tanden roteren achterwaarts,
van boven naar beneden (fig. 21).
BELANGRIJK!
Kom nooit aan de motortoerentalregelaar. Hij is af fabriek
geregeld voor het juiste toerental van de motor.
FIGUUR 21
In tegengestelde
richting draaiende
tand
Tine
Tine
3-1/2"
max.
8
9
10
1
3
2
4
5
5
59
Ne veut pas démarrer ou est difficile à démarrer
Pas d'essence dans le réservoir
Remplissez le réservoir d'essence
L'accélérateur n'est pas dans la bonne position
Placez l'accélérateur en position rapide "FAST"
Le starter du moteur n'est pas utilisé correctement,
le moteur est noyé
Placez le starter à la position de marche "RUN" ou placez
l'accélérateur en position rapide "FAST" et tirez le démar-
reur plusieurs fois pour éliminer le gaz.
Réservoir d'essence obstrué
Démontez-le et nettoyez-le
Filtre à air sale
Enlevez-le et nettoyez-le ou remplacez-le
La bougie est encrassée ou la distance est incor-
recte
Nettoyez, réglez la distance ou remplacez
Câble mal serré
Verifiez le câble et la bougie
II y a de l'eau dans l'essence ou l'essence est trop
vieille
Vidangez le réservoir d'essence et le carburateur, utilisez
de l'essence neuve et remplacez la bougie
Le carburateur est mal réglé
Faites les réglages nécessaires
Le moteur a des ratés ou manque de puissance
Le moteur est surchargé
Réglez le réglage en hauteur et les roues pour fraiser
moins profond
Réservoir d'essence obstrué
Démontez-le et nettoyez-le
Purificateur d'air partiellement obstrué
Enlevez-le et nettoyez-le ou remplacez-le
Le carburateur est mal réglé
Faites les réglages nécessaires
Filtre à air sale
Nettoyez le filtre à air
Bougie encrassée, distance incorrecte ou de type
impropre
Remplacez la bougie et réglez la distance
Compression défectueuse
Faites une révision compléte du moteur
Huile dans l'essence
Videz l'essence et remplissez le réservoir et le
carburateur.
Le moteur chauffe
Filtre à air sale
Nettoyez le filtre à air
Le niveau d'huile est bas ou l'huile est sale
Remplissez ou changez l'huile
Le moteur est sale
Nettoyez les ailettes du cylindre, le filtre à air, et la zone
du pot d'échappement.
Le pot d'échappement est partiellement obstrué
Démontez et nettoyez le pot d'échappement
Le carburateur est mal réglé
Faites les réglages nécessaires
La terre s'agglutine sur les dents
Le sol est trop humide
Attendez des conditions de sol plus favorables
START NIET OF START MOEILIJK
Geen benzine in de brandstoftank
Vul de tank met benzine
Gashendel niet goed afgesteld
Zet de gashendel in de "FAST" -positie (snel)
Slecht choken, motor verzopen
Zet de gashendel in de "RUN" - positie of zet de gashendel
in de "FAST" - positie (snel) en treck een paar keer aan
de starter om de gassen te verwijderen.
Verstopte brandstoftank
Demonteer en reinig
Luchtfilter vuil
Demonteer en reinig of vervang
Vuile bougie of verkeerde afstand
Reinig, regel de afstand of vervang
Slecht contact
Controleer de kabels en bougie
Water in de benzine of oude benzine
Tap de brandstoftank en de carburator af, vul met verse
benzine en vervang de bougie
Carburator slecht afgesteld
Stel af
De motor hapert of heeft te weinig vermogen
De motor is overbelast
Stel de dieptestaak en de wielen in voor minder diep
graven
Verstopte benzine tank
Demonteer en reinig
Luchtfilter gedeeltelijk verstopt
Demonteer en reinig of vervang
Carburator slecht afgesteld
Stel af
Vuil luchtscherm
Reinig het luchtscherm
Bougie vuil, verkeerde afstand of verkeerd type
Vervang de bougie en regel de afstand
Slechte compressie
Grote revisie van de motor
Olie in de benzine
Tap de brandstoftank en de carburator af en vul
opnieuw
Motor oververhit
Luchtscherm vuil
Reinig het luchtscherm
Oliepeil te laag of olie vuil
Vul olie bij of ververs de olie
Motor vuil
Reinig de koelribben, het luchtscherm en de knaldem-
per
Knaldemper gedeeltelijk verstopt
Demonteer en reinig
Carburator slecht afgesteld
Stel af
De aarde vormt balletjes of kluiten
De aarde is te nat
Wacht tot ze droger is
6. Recherche des pannes 6. Schema voor het zoeken van fouten
61
DONNÉES TECHNIQES
Type: CRT81
Motoculteur
Propulsion: Par friction des couteaux dans la terre.
Embrayage et débrayage sur le manche-
ron 1 vitesse bers l'avant
Poids: 75 kg
Roues de transport:
(Roues d'appul) Diaméter 40 cm. Montées devant la régu-
lateru de profondeur.
Largeur de travail: Max. 53 cm.
Profondeur de travail: 18 cm maximum, profondeur mesurée dan
le sol labouré.
Couteaux: 4 couteaux, diamétre de 35 cm.
Vitesse de rotation: 299 r.p.m.
Mancheron: Réglable
Moteur: 4 temps, 1cylindre: 6/8 KW/HP, @ 3200
t/mn.
Niveau de la
pulssance du bruit: 100 dB(A)
Niveau sonore á
hauteur d'oreille de
l'utillsateur: 89 dB(A)
Vibration: 2.5 M/S
2
Fabricant: HOP
Orangeburg USA
Examen du bruit avec raccord au DIN EN ISO 3744/95-11 sur
terrain à 85% de vitesse max. du moteur avec l'opérateur en
place.
TECHNISCHE GEGERENS
Type: CRT81
Grondfreesmachine met
motoraandrijving.
Voortbeweging: De voortbeweging vindt plaats door de
frictie van de rotorbladen t.o.v. de grond.
Aan- en uitschakeling op de duqboom, 1
snelheid vooruilt. Dedemansgreep
Gewicht: 75 kg
Transportwiel
(Steunwiel): Diameter 40 cm. Geplaatst voor de
dieptregelaar.
Werkbreedte: Max. 53 cm
Werkdiepte: Max. 18 cm, gemeten vanaf grondniveau.
Rotorbladen: 4 St. Diameter 35 cm.
Toerental
rotorbladen: 299 toeren/minuut.
Duwboom: Instelbaar.
Motor: 4-takt, 1 cylinder, 6/8 KW bij 3200 toeren/
minuut.
Geluidssterk
teniveau: 100 dB(A)
Geluidssterkte bij
oor van gebruiker: 89 dB(A)
Vibratie: 2.5 M/S
2
Producent: HOP
Orangeburg USA
Ruistest in overeenkomst met DIN EN ISO 3744/95-11 op harde
grond aan 85% van de maximum snelheid van de motor met
bestuurder ter plaatse.
TECHNICAL DATA
Type: CRT81
Rear-mount ed Cultivator
Rear drive: Drag action (friction) of the rotor blades in
the soil. Clutch con trols on the han dle bar.
Single for ward speed. Automatic safety
cutout (dead man's con trol).
Weight: 75 kg
Transport wheels:
(sup port ing wheels) Di am e ter 40 cm (16") Mounted in the front
of arrester bar.
Working width: Max. 53 cm
Working depth: Max. 18 cm, measured in cul ti vat ed soil.
Rotors: 4 Blades, diameter 35 cm.
Rotor Speed: 299 r.p.m.
Handlebar: Adjustable
Engine: 4 stroke, single cylinder, 6/8 KW/HP, @
3200 r.p.m.
Sound power level: 100 dB(A)
Noise level at
op er a tor's ear: 89 dB(A)
Vibration: 2.5 M/S
2
Manufacturer: HOP
Orangeburg USA
Noise test according to DIN EN ISO 3744 / 95-11 on hard ground
at 85% of maximum engine speed with operator in place
TECHINISCHE DATEN
Typ: CRT81
Motorbetriebene Ackerfräse
Antrieb: Erfotgt duch Erdwiderstand der arbeitenden
messer. Ein- und Ausschalten am Steuer-
hand- griff. Vorwärtsgang Sicherheitsvor-
richtung (Totpunktgriff).
Gewicht: 75 kg
Transport (und Stütz)
Räder: Durchmesser 40 cm. Sind vor der Tiefenein-
stellung angebracht.
Arbeitsbreite: Max. 53 cm
Arbeitstiefe: 18 cm, in aufgehacktem Erdreich gemes-
sen.
Messerkreuze: 4 Stück. Durchmesser 35 cm.
Umdrehungszahl der
Messer: 299 Umdrehungen/min.
Steuerhandgriff: Regulierbar.
Motor: Viertakter mit 1 Zylinder. Leistung, 6/8 KW/HP,
bei 3200 Umdrehungen/min.
Geluidssterk-Teniveau: 100 dB(A)
Geräuschpegel am
Ohr der Bedienungs
person: 89 dB(A)
Lärmpegel: 2.5 M/S
2
Produzent: HOP
Orangeburg USA
Lärmpegel-Prüfung in Übereinstimmung mit DIN EN ISO 3744/95-
11 auf hartem Boden bei 85% der maximalen Motordrehzahl und
anwesender Bedienungsperson.
1/64