Proline TFP234WA Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding
NL
2
Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik
neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het
milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid
werken.
M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:
Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid
Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Praktische informatie
Informatie m.b.t. het milieu
Tips
Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar
elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op
de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve
gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer
details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de
gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of
de winkel waar u het product hebt gekocht.
NL
3
Inhoudsopga
Inhoudsopga
v
v
e
e
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid..............................................................................................................4
Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ..................................................................................4
Veiligheid van kinderen..............................................................................................................4
Vóór het in gebruik nemen.........................................................................................................5
Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan.........................................................................................5
Aanwijzingen voor de gebruiker..................................................................................................................6
Algemene informatie .................................................................................................................6
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen .................................................................6
Bedienen van het apparaat ........................................................................................................7
In gebruik nemen..................................................................................................................7
Temperatuur instellen ............................................................................................................7
Gebruik van de koelruimte......................................................................................................7
Bewaren in de koelruimte.......................................................................................................8
Gebruik van de vriezer ..............................................................................................................8
Invriezen..............................................................................................................................8
Bewaren in de vriesruimte ......................................................................................................8
IJsblokjes maken ..................................................................................................................9
Praktische informatie ................................................................................................................9
Tips........................................................................................................................................9
Energie besparen .................................................................................................................9
Het apparaat en het milieu......................................................................................................9
Onderhoud............................................................................................................................10
Ontdooien..........................................................................................................................10
Reiniging en onderhoud .......................................................................................................12
Als de koelkast niet in gebruik is ............................................................................................12
Problemen oplossen ...............................................................................................................12
Lamp vervangen..................................................................................................................12
Als iets niet werkt....................................................................................................................12
Aanwijzingen voor de installateur.............................................................................................................14
Technische gegevens..............................................................................................................14
Installeren van het apparaat ......................................................................................................14
Vervoer, uitpakken...............................................................................................................14
Reiniging ...........................................................................................................................14
Opstelling ..........................................................................................................................15
Deurdraairichting omzetten ...................................................................................................16
Elektrische aansluiting..........................................................................................................17
NL
4
Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Algemene aanwijzingen m.b.t. de
veiligheid
Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem
door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat.
Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het
huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en
dient volgens de voorschriften te worden gebruikt.
Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het
aansluitsnoer, mogen alleen door ELECTROLUX
SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele
DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt worden.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's
voor de gebruiker leiden!
Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit
het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat
gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken.
Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de
stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact
moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de
huisinstallatie uit.
Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt
of beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
- Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
- Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan
het snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
- Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
- Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door onze service-afdeling of door een
erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan
niet in.
- Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de
binnenverlichting.
Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het
uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje
geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het
apparaat beschadigen.
Veiligheid van kinderen
Houd de verpakking uit de buurt van kinderen.
Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren.
Het apparaat is bedoeld voor gebruik door
volwassenen. Laat kinderen niet met het
apparaat of de bedieningselementen spelen.
Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker
uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo
dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur
eruit. U verhindert daardoor, dat spelende
kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar
of zichzelf in het apparaat opsluiten.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door
kinderen, personen met verminderde
lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke
capaciteiten of een gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de
persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid of tenzij zij van deze persoon
instructies hebben gekregen over het gebruik.
Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de
temperatuurregelaar en de verlichting komen.
Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de
vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen
of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken.
Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet
opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel
mogelijk geconsumeerd worden.
Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de
aanwijzingen van de fabrikant van deze producten
bewaren.
Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v.
elektrische verwarmingstoestellen of chemische
stoffen.
Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen
in aanraking komen.
Geen bussen of flessen met brandbaar gas of
vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar!
Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes
in de diepvriesruimte bewaren.
Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en
schoonmaken - een sticker binnenin het apparaat
herinnert u daaraan. Bij verstopping van het
afvoergootje kan het verzamelde dooiwater storingen
veroorzaken.
NL
5
Vóór het in gebruik nemen
Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat
u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen
(compressor, condensor).
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u
het apparaat gaat verplaatsen.
Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer
staat.
Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn.
Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden.
Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie.
Zie hoofdstuk "Plaatsing".
Als u zich niet aan deze aanwijzingen
houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele schade.
Veiligheidsmaatregelen voor
isobutaan
Waarschuwing
Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan
(R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief
is.
Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het
inbouwmeubel vrij.
Gebruik geen mechanische apparaten of andere
middelen om het ontdooiproces te bespoedigen,
die niet door de fabrikant worden aangeraden.
Beschadig het koelcircuit niet.
Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het
apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden
geadviseerd.
NL
6
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de gebr
oor de gebr
uik
uik
er
er
Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen
A - vriesruimte
B - koelruimte
1. bovenblad
2. ijsblokjesbakje
3. rooster in de vriesruimte
4. verlichting
5. rooster
6. dooiwaterlekbak
7. glasplaat
8. groentela
9. typeplaatje
10. stelvoeten
11. botervakje
12. eierrekje
13. deurvak
14. deurrubber
15. flessenvak
16. condensor
17. dooiwaterafvoergootje
18. afstandshouder
19. condensbakje
20. compressor
Algemene informatie
Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met
één compressor. De vriesruimte bovenin heeft een
eigen deur en is geheel afgesloten van de koelruimte.
Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen,
het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van
levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
Het apparaat is geschikt voor gebruik in een
bepaalde klimaatklasse (bepaalde
omgevingstemperaturen).
De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
NL
7
Bedienen van het apparaat
In gebruik nemen
Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker
in het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan
de rechterkant van de koelruimte vanuit „0” rechtsom
(zie afb.). Op stand „0” is het apparaat buiten werking.
In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t.
de instelling.
Temperatuur instellen
De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur wordt aangehouden en
schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere tijd
uit.
Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar
draait, hoe intensiever er gekoeld wordt.
In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of
kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op „3”
draait. In dit geval wordt de temperatuur in de
koelruimte automatisch +5 °C of kouder. Stand „3” is
geschikt voor normaal gebruik.
De temperatuur in het apparaat is niet alleen
afhankelijk van de instelling van de
temperatuurregelaar, maar ook van de
omgevingstemperatuur, vaak openen van de deur, de
hoeveelheid levensmiddelen enz.
Op stand „6”, de hoogste stand, (bijv. tijdens
een hittegolf) werkt de compressor continu.
Dit heeft geen negatieve invloed op het
functioneren van het apparaat.
Gebruik van de koelruimte
Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het
apparaat nodig. Bedek daarom de roosters niet
geheel met papier, grote schalen enz.
Zet geen hete levensmiddelen in de
koelruimte. Laat ze eerst tot
kamertemperatuur afkoelen. Op deze manier
voorkomt u onnodige rijpvorming.
Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar
overnemen. Bewaar levensmiddelen
daarom in gesloten schaaltjes, aluminiumfolie,
vetvrij papier of vershoudfolie. Op deze manier
behouden de levensmiddelen hun vochtigheid en
bijv. groenten drogen niet uit.
Important! Dit apparaat wordt in Frankrijk verkocht.
In overeenstemming met de regelgeving die in dit land
geldig is, moet hij worden geleverd met een speciaal
apparaat (zie afbeelding) dat in het onderste deel van
de koelkast moet worden geplaatst om de koudste
zone daarvan aan te geven.
NL
8
Bewaren in de koelruimte
Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de
afbeelding:
1. boter, kaas
2. eieren
3. tubes, blikjes, zure room, kleine flessen
4. grote flessen, frisdrank
5. fruit, groenten
6. vers vlees, vleeswaren, worst enz.
7. melk, zuivelproducten
8. kant-en-klare producten, gebak, levensmiddelen in
afgedekte schaaltjes, open blikjes enz.
Bewaartijden en temperaturen
De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing
informeren u over bewaartijden.
De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven,
omdat hij afhankelijk is van de versheid en de
behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden
zijn daarom slechts richtlijnen.
Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt
consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan
ontdooien) in de koelkast bewaard worden.
Gebruik van de vriezer
Invriezen
Het invriezen van verse levensmiddelen dient altijd
goed voorbereid te worden.
Zet voordat u gaat invriezen de temperatuurregelaar
op stand „3”. Zet de levensmiddelen direct op de
verdamperplaat. Het invriezen duurt ongeveer 24 uur.
Zet daarna de temperatuurregelaar op de gewenste
stand of laat hem op stand „3” staan, deze stand is
geschikt voor normaal gebruik. Ingevroren producten
kunt u het beste op het draadrooster in de vriesruimte
bewaren.
Open tijdens het invriezen de deur van de
vriesruimte liever niet.
Zet de temperatuurregelaar niet op een hogere
stand (bijv. „6”). De invriestijd zou hierdoor wel
korter worden, maar de temperatuur in de
koelruimte zou constant onder 0 °C komen, waardoor
opgeslagen dranken en levensmiddelen zouden
bevriezen.
Vries nooit grotere hoeveelheden tegelijk in
dan in „Technische gegevens” staat
aangegeven. De levensmiddelen bevriezen
anders niet tot in de kern en kunnen dan na het
ontdooien bijv. smaak en geur verliezen.
NL
9
Maak tijdens het invriezen liever geen ijsblokjes,
dat vermindert de invriescapaciteit.
Bewaren in de vriesruimte
Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het
beste naar het draadrooster in de vriesruimte
verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in de
invriesruimte. Tussentijds invriezen heeft geen
nadelige invloed op reeds ingevroren producten.
Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven
op diepvriesproducten die u koopt.
Bewaartijden voor zelf ingevroren producten vindt u op
de binnenkant van de deur van de vriesruimte. De
symbolen staan voor verschillende levensmiddelen,
de cijfers staan voor de maximale bewaartijd in
maanden.
Diepvriesproducten kunnen alleen veilig
bewaard worden, als ze niet ontdooid zijn
voordat ze in de vriesruimte worden geplaatst. Als de
diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet
opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel mogelijk
geconsumeerd te worden.
Praktische informatie
Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan
uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook
verplaatsen als de deur 90° open staat.
Na openen en sluiten van de deur van de
vriesruimte ontstaat in het apparaat een vacuüm.
Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten
voordat u de deur weer kunt openen.
Stel de vriesruimte zodanig in dat de
binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C wordt.
Bij te hoge temperaturen bederven de
diepvriesproducten.
Controleer elke dag even of het apparaat goed
functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig.
Tips
In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat
zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier
ook informatie m.b.t. het milieu.
Energie besparen
Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een
warmte afgevend apparaat.
Zorg ervoor dat de condensor en de compressor
voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatie-
openingen niet.
Het apparaat en het milieu
Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het
isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag
kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen
met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid
worden. Uit het oogpunt van milieubescherming
moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens
de plaatselijke regelingen op deskundige wijze
verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar
de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor
dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de
warmtewisselaar, niet beschadigd wordt.
De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt
voor recycling.
Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje
of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te
voorkomen.
Open de deur niet onnodig en laat hem niet
langer open staan dan nodig is.
Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten
schaaltje.
Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd
eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u
ze in het apparaat zet.
Houd de condensor schoon.
NL
10
Onderhoud
Ontdooien
Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens
het gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden.
Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect.
Het koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt
en er is meer energie nodig.
Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de
koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets
hoeft te doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig
de werking van de compressor. Het koelen wordt dan
onderbroken, de temperatuur van de verdamperplaat
stijgt boven 0 °C en het ontdooien begint. Als de
verdamperplaat een temperatuur van +3 tot +4 °C
heeft bereikt, start de thermostaat het koelen weer.
Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in
het condensbakje bovenop de compressor en
verdampt door de warmte.
Controleer regelmatig of het
dooiwaterafvoergootje niet verstopt is. Een
sticker in het apparaat herinnert u daaraan. Als
het afvoergootje verstopt is, kan het dooiwater
schade veroorzaken aan de isolatie van het
apparaat.
Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde
krabbertje (zie afb.). Het krabbertje kunt u weer in het
gootje opbergen.
Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier
verpakte levensmiddelen. Het papier komt in
aanraking met de achterzijde van de koelruimte en
vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de
koelruimte haalt, scheurt het papier en dat kan tot
verstopping van het afvoergootje leiden.
Doe dus voorzichtig met in papier verpakte
levensmiddelen.
Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens een
hittegolf, werkt de koelkast soms continu. Er wordt
dan niet automatisch ontdooid.
Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine
restjes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte
achterblijven.
De vriesruimte kan niet automatisch worden ontdooid
omdat de diepvriesproducten geen hogere
temperaturen kunnen verdragen.
De laag ijs kan afgeschraapt en verwijderd worden
met een plastic schraper, mits de laag niet te dik is.
Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof
schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte
ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per
jaar).
NL
11
Neem de levensmiddelen uit het apparaat en wikkel ze
in enkele lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze
op een zo koel mogelijke plaats.
Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren van
vries- en koelruimte open.
Reinig de koelruimte zoals beschreven en hoofdstuk
„Reiniging en onderhoud”. Reinig de vriesruimte als
volgt:
Veeg het dooiwater met een zachte doek of spons van
de verdamperplaat weg. Het weggeveegde dooiwater
verzamelt zich onderin het apparaat. In de afbeelding
ziet u, hoe u het water kunt verwijderen.
Trek de kunststof stop uit de dooiwateropening in de
vriesruimte. Zet een hoog genoeg bakje onder het
gootje in de koelruimte, waarin het dooiwater kan
lopen.
Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat
meegeleverd!
Na het ontdooien de binnenzijde van het apparaat
droog wrijven en de kunststof stop weer op z'n plek
zetten.
Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de
levensmiddelen weer in het apparaat.
Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de
hoogste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk
weer de geschikte bewaartemperatuur kan bereiken.
NL
12
Reiniging en onderhoud
Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke
3 tot 4 weken schoon te maken (u kunt het beste
tegelijkertijd de vriesruimte ontdooien).
Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep.
Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde
van het apparaat met handwarm water schoonmaken
en droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon
water. Steek na het reinigen de stekker weer in het
stopcontact.
Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast
en de condensor hebben afgezet, dient u één of twee
maal per jaar te verwijderen. Maak dan ook het
condensbakje bovenop de compressor schoon.
Als de koelkast niet in gebruik is
Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als
volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak de koelkast leeg.
Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor
beschreven.
De deur open laten om geurvorming te voorkomen.
Problemen oplossen
Lamp vervangen
Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt vervangen:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Schroef de afdekking los en trek hem in de richting
van de pijl. Nu kunt u de lamp vervangen. (Type
gloeilamp: Mignon 322, 230 V, 15 W, fitting E 14)
Zet daarna de afdekking weer terug, draai de schroef
vast en steek de stekker in het stopcontact.
Als de lamp defect is, heeft dat geen nadelige invloed
op de werking van de koelruimte.
Als iets niet werkt
Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf
kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t.
het opheffen van zulke kleine storingen.
Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te
horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake
van een storing.
Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het
apparaat met onderbrekingen werkt. Als de
compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat
niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit
het stopcontact trekken, voordat u elektrische
onderdelen aanraakt.
NL
13
Probleem
Het is te warm in de
koelruimte.
Het is te warm in de
vriesruimte.
Er loopt water langs de
achterwand van de
koelruimte.
Er loopt water in de
koelruimte.
Er loopt water op de vloer.
Er zijn te veel rijp en ijs.
De compressor werkt
continu.
Het apparaat werkt
helemaal niet. Het koelt
niet en de
binnenverlichting brandt
niet. Ook de lampjes
branden niet.
Het apparaat maakt veel
geluid.
Mogelijke oorzaak
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of staan
op een verkeerde plek.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is te laag ingesteld.
De deur gaat niet goed dicht of is niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht op
elkaar.
Dat is normaal. Tijdens het automatische
ontdooien smelt het ijs op de achterwand.
De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn.
Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren
zodat er geen water in kan stromen.
Het afvoergootje loopt niet in de condensbak
boven de compressor.
De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld.
De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed
gesloten.
U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen.
U hebt warme levensmiddelen in het apparaat
gezet.
Het apparaat staat op een te warme plek.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering in de huisinstallatie is uitgeschakeld.
De temperatuurregelaar is niet ingesteld.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
(Probeer er een ander apparaat op aan te sluiten.)
Het apparaat staat niet goed.
Oplossing
Op een hogere stand instellen.
De levensmiddelen op de juiste plek zetten.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Op een hogere stand instellen.
Controleren of de deur goed dicht kan en of het
deurrubber onbeschadigd en schoon is.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de
koude lucht goed kan circuleren.
Maak de afvoer schoon.
Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de
achterwand niet direct raken.
Plaats het de afvoergootje in de condensbak.
De levensmiddelen beter inpakken.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of
de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
De temperatuurregelaar op een lagere stand
instellen.
Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of
de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn.
Een paar uur wachten en de temperatuur nog
eens controleren.
Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur
afkoelen.
Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen.
De aansluiting controleren.
Zekering vervangen.
Apparaat in werking stellen volgens de
aanwijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”.
Contact opnemen met een elektro-installateur.
Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier
voeten moeten op de vloer staan).
Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service.
NL
14
Aanwi
Aanwi
jzingen v
jzingen v
oor de ins
oor de ins
t
t
allat
allat
eur
eur
Technische gegevens
Installeren van het apparaat
Modell
bruto-inhoud (l)
nuttige inhoud (l)
breedte (mm)
hoogte (mm)
diepte (mm)
energieverbruik (kWh/24 uur)
(kWh/jaar)
energie-efficiëntieklasse
invriesvermogen (kg/24 h)
max. bewaartijd bij stroomuitval (uur)
neutrale stroomsterkte (A)
gwwicht (kg)
aantal compressoren
TFP 234 WA
vriesruimte: 44
koelruimte: 190
vriesruimte: 44
koelruimte: 186
545
1404
604
0,780
285
A
3
19
0,8
51
1
Vervoer, uitpakken
U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele
verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de
verpakking.
Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 4 uur
ingeschakeld worden.
Pak het apparaat uit en controleer het op
transportschade. Neem in geval van transportschade
contact op met de leverancier en sluit het apparaat
niet aan.
Reiniging
Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het
apparaat vastgezet zijn.
Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm
water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een
zachte doek.
Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog.
NL
15
PR60
A
45°
Opstelling
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een
plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur
overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het
uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De
klimaatklasse vindt u op het typeplaatje.
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 ..,+32 °C
N +16 ..,+32 °C
ST +18 ..,+38 °C
Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de
temperatuur in de koelruimte te hoog worden.
Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de
compressor langer werken, de automatische
ontdooiing werkt niet meer, de temperatuur in de
koelruimte stijgt en er wordt meer energie verbruikt.
Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de
stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De
afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten.
Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen
deze afstandsringen worden verwijderd.
In het onderdelenzakje bevinden zich twee
afstandhouders die in de bovenste hoeken aan
de achterzijde geplaatst dienen te worden. Steek
de afstandhouders in de gaten en let erop dat de
pijl (A) staat zoals in de figuur; draai de
afstandhouders dan 45° pijl staat verticaal)
zodat ze vast komen te zitten in Fig..
Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een
verwarming of fornuis.
Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden,
dan moeten de volgende minimale afstanden worden
aangehouden:
Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de
afstand kleiner is, plaats dan een warmte-
isolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de
twee apparaten.
Naast een olie- of kolenkachel 30 cm.
De koelkast moet geheel tegen de muur staan.
Houd de minimale afstanden aan (zie afb.).
A: opstelling onder een keukenkastje
B: vrije opstelling
NL
16
Deurdraairichting omzetten
Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de
deurdraairichting van rechts naar links omzetten.
Ga als volgt te werk:
Trek de stekker uit het stopcontact.
Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg
ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U
kunt dit het beste met twee personen doen.
Verwijder voorzichtig (bijv. m.b.v. een mes) de
afdekkapjes van de schroeven die het onderste
afdekrooster vasthouden. Dan kan het afdekrooster
worden verwijderd door de plaatschroeven (2
stuks) los te draaien.
Maak het onderste deurscharnier van de koelruimte
los door de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2
stuks) te verwijderen.
Neem de deur van de koelruimte los door hem
voorzichtig naar beneden te trekken.
Maak het dubbele deurscharnier los door de
schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te
verwijderen.
Neem de deur van de vriesruimte los door hem
voorzichtig naar beneden te trekken.
Schroef de stift van het bovenste deurscharnier van
de vriesruimte los en schroef hem dan op de
andere kant.
Verwijder de afdekkapjes van het dubbele
deurscharnier aan de linker kant en plaats ze dan
op de andere kant.
Zet de deur van de vriesruimte op de stift van het
bovenste deurscharnier.
Zet het dubbele deurscharnier aan de linker kant
m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2
stuks). Let erop dat de rand van de deur van de
vriesruimte parallel loopt met de rand van de kast.
Zet de deur van de koelruimte op de stift van het
dubbele deurscharnier.
Zet het onderste deurscharnier aan de linker kant
m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2
stuks). Let erop dat de rand van de deur van de
koelruimte parallel loopt met de rand van de kast.
Trek het gedeelte van het afdekrooster in de
richting van de pijl (1) en plaats het op de andere
kant (2).
Zet het afdekrooster terug en bevestig het met de
plaatschroeven (2 stuks). Bevestig dan de
afdekkapjes weer.
Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en
steek de stekker in het stopcontact.
U kunt ook contact opnemen met ELECTROLUX
SERVICE. Een servicetechnicus kan tegen
betaling het deurscharnier overzetten.
NL
17
Elektrische aansluiting
Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (
~
) 50 Hz.
Het apparaat moet worden aangesloten aan een
volgens de voorschriften geďnstalleerd
stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact
niet aanwezig is, laat het dan door een erkend
installateur in de buurt van de koelkast
aanbrengen.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-
richtlijnen:
73/23/EEG van 19.02.1973 (incl.
wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn
89/336/EEG van 03.05.1989 (incl.
wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn
96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie)
en latere aanvullingen

Documenttranscriptie

NL Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken. M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden: Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat. Praktische informatie Informatie m.b.t. het milieu Tips Tips m.b.t. levensmiddelen en het bewaren daarvan. Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt gekocht. 2 NL Inhoudsopga v e Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid..............................................................................................................4 Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ..................................................................................4 Veiligheid van kinderen..............................................................................................................4 Vóór het in gebruik nemen .........................................................................................................5 Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan.........................................................................................5 Aanwijzingen voor de gebruiker..................................................................................................................6 Algemene informatie .................................................................................................................6 Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen .................................................................6 Bedienen van het apparaat ........................................................................................................7 In gebruik nemen..................................................................................................................7 Temperatuur instellen ............................................................................................................7 Gebruik van de koelruimte......................................................................................................7 Bewaren in de koelruimte.......................................................................................................8 Gebruik van de vriezer ..............................................................................................................8 Invriezen..............................................................................................................................8 Bewaren in de vriesruimte ......................................................................................................8 IJsblokjes maken ..................................................................................................................9 Praktische informatie ................................................................................................................9 Tips........................................................................................................................................9 Energie besparen .................................................................................................................9 Het apparaat en het milieu......................................................................................................9 Onderhoud............................................................................................................................10 Ontdooien..........................................................................................................................10 Reiniging en onderhoud .......................................................................................................12 Als de koelkast niet in gebruik is ............................................................................................12 Problemen oplossen ...............................................................................................................12 Lamp vervangen..................................................................................................................12 Als iets niet werkt....................................................................................................................12 Aanwijzingen voor de installateur.............................................................................................................14 Technische gegevens..............................................................................................................14 Installeren van het apparaat ......................................................................................................14 Vervoer, uitpakken...............................................................................................................14 Reiniging ...........................................................................................................................14 Opstelling ..........................................................................................................................15 Deurdraairichting omzetten ...................................................................................................16 Elektrische aansluiting..........................................................................................................17 3 NL Belangrijke aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Algemene aanwijzingen m.b.t. de veiligheid Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed en geef hem door aan een evt. volgende eigenaar van het apparaat. Dit apparaat is alleen bedoeld voor gebruik in het huishouden, voor het bewaren van levensmiddelen en dient volgens de voorschriften te worden gebruikt. Reparaties aan dit apparaat, ook vervangen van het aansluitsnoer, mogen alleen door ELECTROLUX SERVICE uitgevoerd. Daarbij mogen alleen originele DISTRIPARTS-onderdelen gebruikt worden. Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico's voor de gebruiker leiden! Het apparaat is alleen spanningloos als de stekker uit het stopcontact is getrokken. Voordat u het apparaat gaat reinigen, dient u het altijd spanningloos te maken. Trek de stekker nooit aan het snoer, maar aan de stekker zelf uit het stopcontact. Als het stopcontact moeilijk bereikbaar is, schakel dan de zekering in de huisinstallatie uit. Het aansluitsnoer mag niet verlengd worden. Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat. - Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken. Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer. - Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken. - Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken. - Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze service-afdeling of door een erkend installateur. Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in. - Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand. Gebruik het apparaat niet zonder de afdekking van de binnenverlichting. Gebruik bij het schoonmaken, het ontdooien of het uitnemen van diepvriesproducten of het ijsblokjesbakje geen scherpe of puntige voorwerpen. Die kunnen het apparaat beschadigen. 4 Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen bij de temperatuurregelaar en de verlichting komen. Consumptie-ijs en ijsblokjes niet direct uit de vriesruimte in de mond stoppen. IJs kan aan lippen of tong vastvriezen en verwondingen veroorzaken. Eenmaal ontdooide levensmiddelen mogen niet opnieuw ingevroren worden, maar moeten zo snel mogelijk geconsumeerd worden. Kant-en-klare diepvriesproducten volgens de aanwijzingen van de fabrikant van deze producten bewaren. Probeer niet het ontdooiproces te versnellen m.b.v. elektrische verwarmingstoestellen of chemische stoffen. Laat kunststof onderdelen niet met hete voorwerpen in aanraking komen. Geen bussen of flessen met brandbaar gas of vloeistof in het apparaat bewaren. Explosiegevaar! Geen koolzuurhoudende dranken, flessen en blikjes in de diepvriesruimte bewaren. Het dooiwaterafvoergootje regelmatig controleren en schoonmaken - een sticker binnenin het apparaat herinnert u daaraan. Bij verstopping van het afvoergootje kan het verzamelde dooiwater storingen veroorzaken. Veiligheid van kinderen Houd de verpakking uit de buurt van kinderen. Kunststof folie kan verstikkingsgevaar opleveren. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen. Laat kinderen niet met het apparaat of de bedieningselementen spelen. Als u het apparaat afdankt, trek dan de stekker uit het stopcontact, snijd het aansluitsnoer af (zo dicht mogelijk bij het apparaat) en haal de deur eruit. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen een elektrische schok krijgen of elkaar of zichzelf in het apparaat opsluiten. Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen, personen met verminderde lichamelijke, zintuigelijke of geestelijke capaciteiten of een gebrek aan kennis en ervaring, tenzij er toezicht is ingesteld door de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of tenzij zij van deze persoon instructies hebben gekregen over het gebruik. NL Vóór het in gebruik nemen Zet het apparaat tegen de muur om te voorkomen dat u zich verbrandt aan warmte afgevende onderdelen (compressor, condensor). Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat verplaatsen. Let erop dat het apparaat niet op het aansluitsnoer staat. Rond het apparaat moet voldoende luchtcirculatie zijn. Gebrek aan luchtcirculatie kan tot oververhitting leiden. Volg daarom de aanwijzingen m.b.t. de installatie. Zie hoofdstuk "Plaatsing". Veiligheidsmaatregelen voor isobutaan Waarschuwing Het koelmiddel van het apparaat is isobutaan (R 600a) dat in hoge mate brandbaar en explosief is. Houd ventilatie-openingen in het apparaat of in het inbouwmeubel vrij. Gebruik geen mechanische apparaten of andere middelen om het ontdooiproces te bespoedigen, die niet door de fabrikant worden aangeraden. Beschadig het koelcircuit niet. Gebruik geen elektrische apparaten binnenin het apparaat, tenzij ze door de fabrikant worden geadviseerd. Als u zich niet aan deze aanwijzingen houdt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade. 5 NL Aanwi jzingen v oor de gebr uik er Algemene informatie Dit apparaat is een huishoud-koel/vriescombinatie met één compressor. De vriesruimte bovenin heeft een eigen deur en is geheel afgesloten van de koelruimte. Het apparaat is geschikt voor gebruik in een bepaalde klimaatklasse (bepaalde omgevingstemperaturen). Het is geschikt voor het koelen van levensmiddelen, het bewaren van diepvriesproducten, het invriezen van levensmiddelen en het maken van ijsblokjes. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Beschrijving van het apparaat, belangrijkste onderdelen A - vriesruimte B - koelruimte 1. bovenblad 2. ijsblokjesbakje 3. rooster in de vriesruimte 4. verlichting 5. rooster 6. dooiwaterlekbak 7. glasplaat 8. groentela 9. typeplaatje 6 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. stelvoeten botervakje eierrekje deurvak deurrubber flessenvak condensor dooiwaterafvoergootje afstandshouder condensbakje compressor NL Bedienen van het apparaat In gebruik nemen Zet de accessoires in de koelkast en steek de stekker in het stopcontact. Draai de temperatuurregelaar aan de rechterkant van de koelruimte vanuit „0” rechtsom (zie afb.). Op stand „0” is het apparaat buiten werking. In het volgende hoofdstuk vindt u aanwijzingen m.b.t. de instelling. Temperatuur instellen De thermostaat zorgt er automatisch voor dat de ingestelde temperatuur wordt aangehouden en schakelt regelmatig het apparaat kortere of langere tijd uit. Hoe hoger het cijfer waarop u de temperatuurregelaar draait, hoe intensiever er gekoeld wordt. In de vriesruimte wordt een temperatuur van -18 °C of kouder bereikt, als u de temperatuurregelaar op „3” draait. In dit geval wordt de temperatuur in de koelruimte automatisch +5 °C of kouder. Stand „3” is geschikt voor normaal gebruik. De temperatuur in het apparaat is niet alleen afhankelijk van de instelling van de temperatuurregelaar, maar ook van de omgevingstemperatuur, vaak openen van de deur, de hoeveelheid levensmiddelen enz. Op stand „6”, de hoogste stand, (bijv. tijdens een hittegolf) werkt de compressor continu. Dit heeft geen negatieve invloed op het functioneren van het apparaat. Gebruik van de koelruimte Voor optimaal koelen is luchtcirculatie in het apparaat nodig. Bedek daarom de roosters niet geheel met papier, grote schalen enz. Zet geen hete levensmiddelen in de koelruimte. Laat ze eerst tot kamertemperatuur afkoelen. Op deze manier voorkomt u onnodige rijpvorming. Levensmiddelen kunnen geurtjes van elkaar overnemen. Bewaar levensmiddelen daarom in gesloten schaaltjes, aluminiumfolie, vetvrij papier of vershoudfolie. Op deze manier behouden de levensmiddelen hun vochtigheid en bijv. groenten drogen niet uit. Important! Dit apparaat wordt in Frankrijk verkocht. In overeenstemming met de regelgeving die in dit land geldig is, moet hij worden geleverd met een speciaal apparaat (zie afbeelding) dat in het onderste deel van de koelkast moet worden geplaatst om de koudste zone daarvan aan te geven. 7 NL Bewaren in de koelruimte Bewaar de levensmiddelen zoals aangegeven in de afbeelding: 1. boter, kaas 2. eieren 3. tubes, blikjes, zure room, kleine flessen 4. grote flessen, frisdrank 5. fruit, groenten 6. vers vlees, vleeswaren, worst enz. 7. melk, zuivelproducten 8. kant-en-klare producten, gebak, levensmiddelen in afgedekte schaaltjes, open blikjes enz. Bewaartijden en temperaturen De tabellen achterin de gebruiksaanwijzing informeren u over bewaartijden. De bewaartijd kan niet exact worden aangegeven, omdat hij afhankelijk is van de versheid en de behandeling van de levensmiddelen. De bewaartijden zijn daarom slechts richtlijnen. Als u gekochte diepvriesproducten niet direct wilt consumeren, kunnen ze ongeveer 1 dag (tot ze gaan ontdooien) in de koelkast bewaard worden. Gebruik van de vriezer Invriezen Het invriezen van verse levensmiddelen dient altijd goed voorbereid te worden. Zet voordat u gaat invriezen de temperatuurregelaar op stand „3”. Zet de levensmiddelen direct op de verdamperplaat. Het invriezen duurt ongeveer 24 uur. Zet daarna de temperatuurregelaar op de gewenste stand of laat hem op stand „3” staan, deze stand is geschikt voor normaal gebruik. Ingevroren producten kunt u het beste op het draadrooster in de vriesruimte bewaren. Open tijdens het invriezen de deur van de vriesruimte liever niet. Zet de temperatuurregelaar niet op een hogere stand (bijv. „6”). De invriestijd zou hierdoor wel korter worden, maar de temperatuur in de koelruimte zou constant onder 0 °C komen, waardoor opgeslagen dranken en levensmiddelen zouden bevriezen. Vries nooit grotere hoeveelheden tegelijk in dan in „Technische gegevens” staat aangegeven. De levensmiddelen bevriezen anders niet tot in de kern en kunnen dan na het ontdooien bijv. smaak en geur verliezen. 8 NL Maak tijdens het invriezen liever geen ijsblokjes, dat vermindert de invriescapaciteit. Bewaren in de vriesruimte Na het invriezen kunt u de diepvriesproducten het beste naar het draadrooster in de vriesruimte verplaatsen, zodat u weer ruimte hebt in de invriesruimte. Tussentijds invriezen heeft geen nadelige invloed op reeds ingevroren producten. Let goed op de bewaartijd die staat aangegeven op diepvriesproducten die u koopt. Bewaartijden voor zelf ingevroren producten vindt u op de binnenkant van de deur van de vriesruimte. De symbolen staan voor verschillende levensmiddelen, de cijfers staan voor de maximale bewaartijd in maanden. Diepvriesproducten kunnen alleen veilig bewaard worden, als ze niet ontdooid zijn voordat ze in de vriesruimte worden geplaatst. Als de diepvriesproducten al ontdooid zijn, kunt u ze niet opnieuw invriezen, maar dienen ze zo snel mogelijk geconsumeerd te worden. Praktische informatie Dankzij de variabele platen kunt u de koelruimte aan uw eisen aanpassen. U kunt de platen ook verplaatsen als de deur 90° open staat. Na openen en sluiten van de deur van de vriesruimte ontstaat in het apparaat een vacuüm. Na sluiten van de deur duurt het 2-3 minuten voordat u de deur weer kunt openen. Stel de vriesruimte zodanig in dat de binnentemperatuur nooit warmer dan -18 °C wordt. Bij te hoge temperaturen bederven de diepvriesproducten. Controleer elke dag even of het apparaat goed functioneert. Zo constateert u evt. storingen tijdig. Doe levensmiddelen in een afgesloten schaaltje of in vershoudfolie om onnodige rijpvorming te voorkomen. Open de deur niet onnodig en laat hem niet langer open staan dan nodig is. Doe levensmiddelen altijd in een afgesloten schaaltje. Laat warme levensmiddelen en vloeistoffen altijd eerst tot kamertemperatuur afkoelen voordat u ze in het apparaat zet. Houd de condensor schoon. Het apparaat en het milieu Dit apparaat bevat, zowel in het koelcircuit als in het isolatiemateriaal, geen gassen die de ozonlaag kunnen aantasten. Het apparaat mag niet samen met huisvuil of gesloopte apparaten weggegooid worden. Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koel- en vriestoestellen volgens de plaatselijke regelingen op deskundige wijze verwerkt worden. Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden in uw woonplaats. Zorg ervoor dat het koelcircuit, vooral aan de achterkant bij de warmtewisselaar, niet beschadigd wordt. De materialen met het symbool „ ” zijn geschikt voor recycling. Tips In dit hoofdstuk vindt u praktische tips om het apparaat zo energiezuinig mogelijk te gebruiken. U vindt hier ook informatie m.b.t. het milieu. Energie besparen Zet het apparaat liever niet in de zon of naast een warmte afgevend apparaat. Zorg ervoor dat de condensor en de compressor voldoende ventilatie hebben. Bedek de ventilatieopeningen niet. 9 NL Onderhoud Ontdooien Een deel van het vocht uit de koelruimte wordt tijdens het gebruik in de vorm van ijs of rijp afgescheiden. Dikke lagen ijs en rijp hebben een isolerend effect. Het koelvermogen wordt minder, de temperatuur stijgt en er is meer energie nodig. Bij dit type apparaat gebeurt het ontdooien van de koelruimte automatisch, zonder dat u daaraan iets hoeft te doen. De thermostaat onderbreekt regelmatig de werking van de compressor. Het koelen wordt dan onderbroken, de temperatuur van de verdamperplaat stijgt boven 0 °C en het ontdooien begint. Als de verdamperplaat een temperatuur van +3 tot +4 °C heeft bereikt, start de thermostaat het koelen weer. Het dooiwater loopt via het dooiwaterafvoergootje in het condensbakje bovenop de compressor en verdampt door de warmte. Controleer regelmatig of het dooiwaterafvoergootje niet verstopt is. Een sticker in het apparaat herinnert u daaraan. Als het afvoergootje verstopt is, kan het dooiwater schade veroorzaken aan de isolatie van het apparaat. Maak het gootje schoon m.b.v. het meegeleverde krabbertje (zie afb.). Het krabbertje kunt u weer in het gootje opbergen. Meestal raakt het afvoergootje verstopt door in papier verpakte levensmiddelen. Het papier komt in aanraking met de achterzijde van de koelruimte en vriest daaraan vast. Als u de levensmiddelen uit de koelruimte haalt, scheurt het papier en dat kan tot verstopping van het afvoergootje leiden. Doe dus voorzichtig met in papier verpakte levensmiddelen. Als erg veel koelvermogen nodig is, bijv. tijdens een hittegolf, werkt de koelkast soms continu. Er wordt dan niet automatisch ontdooid. Het is niet abnormaal als er na het ontdooien kleine restjes ijs en rijp op de achterkant van de koelruimte achterblijven. De vriesruimte kan niet automatisch worden ontdooid omdat de diepvriesproducten geen hogere temperaturen kunnen verdragen. De laag ijs kan afgeschraapt en verwijderd worden met een plastic schraper, mits de laag niet te dik is. Als de ijslaag zo dik is, dat hij niet met de kunststof schraper verwijderd kan worden, moet de vriesruimte ontdooid worden (in het algemeen 2 tot 3 keer per jaar). 10 NL Neem de levensmiddelen uit het apparaat en wikkel ze in enkele lagen krantenpapier of dekens. Bewaar ze op een zo koel mogelijke plaats. Maak het apparaat spanningloos en laat de deuren van vries- en koelruimte open. Reinig de koelruimte zoals beschreven en hoofdstuk „Reiniging en onderhoud”. Reinig de vriesruimte als volgt: Veeg het dooiwater met een zachte doek of spons van de verdamperplaat weg. Het weggeveegde dooiwater verzamelt zich onderin het apparaat. In de afbeelding ziet u, hoe u het water kunt verwijderen. Trek de kunststof stop uit de dooiwateropening in de vriesruimte. Zet een hoog genoeg bakje onder het gootje in de koelruimte, waarin het dooiwater kan lopen. Het bakje in de afbeelding wordt niet met het apparaat meegeleverd! Na het ontdooien de binnenzijde van het apparaat droog wrijven en de kunststof stop weer op z'n plek zetten. Steek de stekker weer in het stopcontact en leg de levensmiddelen weer in het apparaat. Zet na het ontdooien de temperatuurregelaar op de hoogste stand, zodat het apparaat zo snel mogelijk weer de geschikte bewaartemperatuur kan bereiken. 11 NL Reiniging en onderhoud Wij adviseren u de binnenzijde van de koelruimte elke 3 tot 4 weken schoon te maken (u kunt het beste tegelijkertijd de vriesruimte ontdooien). Gebruik geen reinigingsmiddel of zeep. Trek de stekker uit het stopcontact. De binnenzijde van het apparaat met handwarm water schoonmaken en droog wrijven. Reinig het deurrubber met schoon water. Steek na het reinigen de stekker weer in het stopcontact. Stof en vuil die zich op de achterkant van de koelkast en de condensor hebben afgezet, dient u één of twee maal per jaar te verwijderen. Maak dan ook het condensbakje bovenop de compressor schoon. Als de koelkast niet in gebruik is Als de koelkast langere tijd niet in gebruik is, gaat u als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Maak de koelkast leeg. Ontdooien en schoonmaken zoals hiervoor beschreven. De deur open laten om geurvorming te voorkomen. Problemen oplossen Lamp vervangen Als de lamp kapot is, kunt u hem als volgt vervangen: Trek de stekker uit het stopcontact. Schroef de afdekking los en trek hem in de richting van de pijl. Nu kunt u de lamp vervangen. (Type gloeilamp: Mignon 322, 230 V, 15 W, fitting E 14) Zet daarna de afdekking weer terug, draai de schroef vast en steek de stekker in het stopcontact. Als de lamp defect is, heeft dat geen nadelige invloed op de werking van de koelruimte. Als iets niet werkt Er kan soms een kleine storing optreden, die u zelf kunt verhelpen. In de tabel vindt u informatie m.b.t. het opheffen van zulke kleine storingen. Als het apparaat aanstaat, is er soms wat geluid te horen (compressor, circulatie). Dan is er geen sprake van een storing. Wij willen u er nogmaals op wijzen dat het apparaat met onderbrekingen werkt. Als de compressor stopt, wil dat niet zeggen dat het apparaat niet werkt. Daarom moet u altijd eerst de stekker uit het stopcontact trekken, voordat u elektrische onderdelen aanraakt. 12 NL Probleem Het is te warm in de koelruimte. Mogelijke oorzaak De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. De levensmiddelen zijn niet koud genoeg of staan op een verkeerde plek. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed gesloten. De temperatuurregelaar is te laag ingesteld. De deur gaat niet goed dicht of is niet goed gesloten. U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen. Oplossing Op een hogere stand instellen. De levensmiddelen op de juiste plek zetten. Het apparaat staat op een te warme plek. Probeer de omgevingstemperatuur te verlagen. De stekker zit niet in het stopcontact. De aansluiting controleren. Controleren of de deur goed dicht kan en of het deurrubber onbeschadigd en schoon is. Op een hogere stand instellen. Het is te warm in de Controleren of de deur goed dicht kan en of het vriesruimte. deurrubber onbeschadigd en schoon is. Een paar uur wachten en de temperatuur nog eens controleren. De in te vriezen levensmiddelen staan te dicht op De levensmiddelen zodanig neerzetten dat de koude lucht goed kan circuleren. elkaar. Dat is normaal. Tijdens het automatische Er loopt water langs de ontdooien smelt het ijs op de achterwand. achterwand van de Maak de afvoer schoon. koelruimte. De afvoer van de koelruimte kan verstopt zijn. Er loopt water in de Levensmiddelen kunnen de lekbak blokkeren Zet de levensmiddelen zodanig neer dat ze de achterwand niet direct raken. koelruimte. zodat er geen water in kan stromen. Het afvoergootje loopt niet in de condensbak Plaats het de afvoergootje in de condensbak. Er loopt water op de vloer. boven de compressor. De levensmiddelen beter inpakken. Er zijn te veel rijp en ijs. De levensmiddelen zijn niet goed ingepakt. De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. gesloten. De temperatuurregelaar op een lagere stand De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld. instellen. De temperatuurregelaar op een lagere stand De compressor werkt De temperatuurregelaar is niet goed ingesteld. instellen. continu. De deuren gaan niet goed dicht of zijn niet goed Controleren of de deuren goed dicht kunnen en of de deurrubbers onbeschadigd en schoon zijn. gesloten. Een paar uur wachten en de temperatuur nog U wilt te veel levensmiddelen tegelijk invriezen. eens controleren. U hebt warme levensmiddelen in het apparaat Laat de levensmiddelen tot kamertemperatuur gezet. afkoelen. Het apparaat werkt helemaal niet. Het koelt niet en de binnenverlichting brandt niet. Ook de lampjes branden niet. De zekering in de huisinstallatie is uitgeschakeld. Zekering vervangen. De temperatuurregelaar is niet ingesteld. Apparaat in werking stellen volgens de aanwijzingen in hoofdstuk „In gebruik nemen”. Er staat geen spanning op het stopcontact. (Probeer er een ander apparaat op aan te sluiten.) Contact opnemen met een elektro-installateur. Het apparaat maakt veel geluid. Het apparaat staat niet goed. Controleren of het apparaat stabiel staat (alle vier voeten moeten op de vloer staan). Als u de storing aan de hand van de aanwijzingen niet kunt oplossen, neem dan contact op met Service. 13 NL Aanwi jzingen v oor de ins t allat eur Technische gegevens Modell bruto-inhoud (l) nuttige inhoud (l) breedte (mm) hoogte (mm) diepte (mm) energieverbruik (kWh/24 uur) (kWh/jaar) energie-efficiëntieklasse invriesvermogen (kg/24 h) max. bewaartijd bij stroomuitval (uur) neutrale stroomsterkte (A) gwwicht (kg) aantal compressoren TFP 234 WA vriesruimte: 44 koelruimte: 190 vriesruimte: 44 koelruimte: 186 545 1404 604 0,780 285 A 3 19 0,8 51 1 Installeren van het apparaat Vervoer, uitpakken U kunt het apparaat het beste rechtop in de originele verpakking vervoeren. Zie ook de aanwijzingen op de verpakking. Na elk transport mag het apparaat pas na ca. 4 uur ingeschakeld worden. Pak het apparaat uit en controleer het op transportschade. Neem in geval van transportschade contact op met de leverancier en sluit het apparaat niet aan. Reiniging Verwijder het plakband waarmee de onderdelen in het apparaat vastgezet zijn. Neem de binnenkant van het apparaat met handwarm water en wat mild reinigingsmiddel af. Gebruik een zachte doek. Wrijf daarna de binnenkant van het apparaat droog. 14 NL Opstelling De omgevingstemperatuur heeft invloed op het stroomverbruik. Daarom moet het apparaat op een plaats staan waarvan de omgevingstemperatuur overeenkomt met de klimaatklasse waarvoor het uitgevoerd is, zie onderstaande tabel. De klimaatklasse vindt u op het typeplaatje. Klimaatklasse Omgevingstemperatuur SN +10 ..,+32 °C N +16 ..,+32 °C ST +18 ..,+38 °C Als de omgevingstemperatuur te laag is, kan de temperatuur in de koelruimte te hoog worden. Als de omgevingstemperatuur te hoog is, moet de compressor langer werken, de automatische ontdooiing werkt niet meer, de temperatuur in de koelruimte stijgt en er wordt meer energie verbruikt. Het apparaat moet waterpas staan. Daartoe kunt u de stelvoeten (1) aan de voorzijde verstellen. De afstandsringen (2) zijn onderdeel van de stelvoeten. Als het apparaat waterpas moet worden gezet, kunnen deze afstandsringen worden verwijderd. In het onderdelenzakje bevinden zich twee afstandhouders die in de bovenste hoeken aan de achterzijde geplaatst dienen te worden. Steek de afstandhouders in de gaten en let erop dat de pijl (A) staat zoals in de figuur; draai de afstandhouders dan 45° pijl staat verticaal) zodat ze vast komen te zitten in Fig.. Zet het apparaat niet direct in de zon of dicht bij een verwarming of fornuis. Is opstelling naast een warmtebron niet te vermijden, dan moeten de volgende minimale afstanden worden aangehouden: Naast een gas- of elektrisch fornuis 3 cm. Als de afstand kleiner is, plaats dan een warmteisolerende plaat van 0,5 tot 1 cm dik tussen de twee apparaten. Naast een olie- of kolenkachel 30 cm. De koelkast moet geheel tegen de muur staan. Houd de minimale afstanden aan (zie afb.). A: opstelling onder een keukenkastje B: vrije opstelling A 45° PR60 15 NL Deurdraairichting omzetten Als dat handiger in het gebruik is, kunt u de deurdraairichting van rechts naar links omzetten. Ga als volgt te werk: Trek de stekker uit het stopcontact. Kantel het apparaat voorzichtig achterover en zorg ervoor dat de compressor de vloer niet raakt. U kunt dit het beste met twee personen doen. Verwijder voorzichtig (bijv. m.b.v. een mes) de afdekkapjes van de schroeven die het onderste afdekrooster vasthouden. Dan kan het afdekrooster worden verwijderd door de plaatschroeven (2 stuks) los te draaien. Maak het onderste deurscharnier van de koelruimte los door de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te verwijderen. Neem de deur van de koelruimte los door hem voorzichtig naar beneden te trekken. Maak het dubbele deurscharnier los door de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks) te verwijderen. Neem de deur van de vriesruimte los door hem voorzichtig naar beneden te trekken. Schroef de stift van het bovenste deurscharnier van de vriesruimte los en schroef hem dan op de andere kant. Verwijder de afdekkapjes van het dubbele deurscharnier aan de linker kant en plaats ze dan op de andere kant. Zet de deur van de vriesruimte op de stift van het bovenste deurscharnier. Zet het dubbele deurscharnier aan de linker kant m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let erop dat de rand van de deur van de vriesruimte parallel loopt met de rand van de kast. Zet de deur van de koelruimte op de stift van het dubbele deurscharnier. Zet het onderste deurscharnier aan de linker kant m.b.v. de schroeven (2 stuks) en de vulplaatjes (2 stuks). Let erop dat de rand van de deur van de koelruimte parallel loopt met de rand van de kast. Trek het gedeelte van het afdekrooster in de richting van de pijl (1) en plaats het op de andere kant (2). Zet het afdekrooster terug en bevestig het met de plaatschroeven (2 stuks). Bevestig dan de afdekkapjes weer. Zet het apparaat op z'n plek, zet het waterpas en steek de stekker in het stopcontact. 16 U kunt ook contact opnemen met ELECTROLUX SERVICE. Een servicetechnicus kan tegen betaling het deurscharnier overzetten. NL Elektrische aansluiting Deze koelkast is ontworpen voor 230 V AC (~) 50 Hz. Het apparaat moet worden aangesloten aan een volgens de voorschriften geďnstalleerd stopcontact met randaarde. Als zo'n stopcontact niet aanwezig is, laat het dan door een erkend installateur in de buurt van de koelkast aanbrengen. Dit apparaat voldoet aan de volgende EUrichtlijnen: – 73/23/EEG van 19.02.1973 (incl. wijzigingsrichtlijnen) - laagspanningsrichtlijn – 89/336/EEG van 03.05.1989 (incl. wijzigingsrichtlijnen - EMC-richtlijn – 96/57 EEC - 96/09/03 (richtlijn energie-efficiëntie) en latere aanvullingen 17
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52

Proline TFP234WA Handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
Handleiding