12
VULLEN
1. Haal de waterkoker van de voetstuk.
2. Druk op de dekselvergrendeling om het deksel te openen.
3. Vul de waterkoker met ten minste 2 kopjes water, maar niet boven “max”.
4. Als u de waterkoker te vol doet, kan er kokend water uitspatten.
5. Sluit het deksel en druk het naar beneden om het te vergrendelen.
UW WATERKOKER GEBRUIKEN
1. Plaats de voetstuk op een stabiele, vlakke ondergrond.
2. Steek de stekker van de voetstuk in het stopcontact.
3. Zet de waterkoker op de voetstuk.
4. Zet de schakelaar op I. Het lampje zal oplichten.
5. De waterkoker schakelt uit wanneer het water kookt.
6. Om het apparaat uit te schakelen, zet u de schakelaar op O of haalt u de ketel uit het voetstuk.
ALGEMEEN
• Het is mogelijk dat er condens op de voetstuk van de waterkoker ontstaat. Maakt u zich geen zorgen,
dit wordt veroorzaakt door de stoom die de waterkoker automatisch uitschakelt. De stoom
condenseert en komt vrij via de luchtopeningen onder de waterkoker.
• Het kan zijn dat u op de bodem van de waterkoker enige verkleuring aantreft. Ook hier hoeft u zich
geen zorgen om te maken, dit komt door de verbinding van het verwarmingselement met de
bodem van de waterkoker.
DROOGKOOKBEVEILIGING
• Hierdoor zal het verwarmingselement minder lang meegaan. De droogkookbeveiliging schakelt de
waterkoker uit.
• Hierna haalt u de ketel van zijn voetstuk om de beveiliging opnieuw in te stellen.
• Zet de ketel op het werkoppervlak tot deze is afgekoeld.
ZORG EN ONDERHOUD
1. Haal de stekker van de voetstuk uit het stopcontact en laat de waterkoker afkoelen voordat u hem
reinigt.
2. Neem alle oppervlakken af met een schone vochtige doek.
3. Open het deksel.
4. Grijp de bovenkant van het filter vast, en druk het naar beneden en in de ketel om het vrij te geven.
5. Til of kantel het omhoog uit de ketel.
6. Gebruik een zachte borstel en spoel het filter onder de kraan uit.
7. Plaats de onderkant van de filter in de geleiders aan de onderkant van de schenktuit.
8. Duw de bovenkant van de filter naar de schenktuit om de bovenste randen van de filter in de haken
achter de schenktuit te duwen.
Ontkalk het apparaat regelmatig (tenminste één keer per maand).
Gebruik een geschikte ontkalker. Volg de instructies die bij de ontkalker worden meegeleverd.
Voor geretourneerde producten die onder de garantie vallen en waarbij defecten zijn opgetreden als
gevolg van kalkaanslag, worden reparatiekosten in rekening gebracht.
RECYCLING
W
Om milieu- en gezondheidsproblemen door gevaarlijke stoffen te vermijden, mogen
apparaten en oplaadbare en niet oplaadbare batterijen met een van deze symbolen
niet samen met het huishoudelijk afval worden verwijderd. Breng elektrische en
elektronische producten en, indien van toepassing, oplaadbare en niet-oplaadbare
batterijen, altijd naar een officieel recycling-/inzamelpunt.