AEG HK856600IB Handleiding

Type
Handleiding
NL Gebruiksaanwijzing
Kookplaat
HK856600IB
INHOUDSOPGAVE
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE.............................................................................................3
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.................................................................................... 4
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT........................................................................... 7
4. DAGELIJKS GEBRUIK..................................................................................................... 9
5. FLEXIBELE INDUCTIEKOOKZONE............................................................................. 12
6. AANWIJZINGEN EN TIPS............................................................................................ 15
7. ONDERHOUD EN REINIGING.................................................................................... 17
8. PROBLEEMOPLOSSING.............................................................................................. 18
9. MONTAGE ....................................................................................................................21
10. TECHNISCHE INFORMATIE......................................................................................23
VOOR PERFECTE RESULTATEN
Bedankt dat u voor dit AEG-product heeft gekozen. Dit apparaat is ontworpen om
vele jaren uitstekend te presteren, met innovatieve technologieën die het leven
gemakkelijker helpen maken met functies die gewone apparaten wellicht niet
hebben. Neem een paar minuten de tijd om het door te lezen zodat u er optimaal
van kunt profiteren.
Ga naar onze website voor:
Advies over gebruik, brochures, het oplossen van problemen en
onderhoudsinformatie:
www.aeg.com
Registreer uw product voor een betere service:
www.registeraeg.com
Koop accessoires, verbruiksartikelen en originele reserveonderdelen voor uw
apparaat:
www.aeg.com/shop
KLANTENSERVICE
Gebruik altijd originele onderdelen.
Als u contact opneemt met de klantenservice zorg dat u de volgende gegevens bij
de hand hebt. Model, productnummer, serienummer.
Deze informatie wordt vermeld op het typeplaatje.
Waarschuwing / Belangrijke veiligheidsinformatie
Algemene informatie en tips
Milieu-informatie
Wijzigingen voorbehouden.
www.aeg.com
2
1. VEILIGHEIDSINFORMATIE
Lees zorgvuldig de meegeleverde instructies voor
installatie en gebruik van het apparaat. De fabrikant is
niet verantwoordelijk voor letsel en schade veroorzaakt
door een foutieve installatie. Bewaar de instructies van
het apparaat voor toekomstig gebruik.
1.1 Veiligheid van kinderen en kwetsbare mensen
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8
jaar en ouder en door mensen met beperkte
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens
of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder
toezicht staan of instructies hebben gekregen over het
veilig gebruiken van het apparaat en indien zij de
eventuele gevaren begrijpen.
Laat kinderen niet met het apparaat spelen.
Houd alle verpakkingsmaterialen uit de buurt van
kinderen.
Houd kinderen en huisdieren uit de buurt van het
apparaat als het in werking is of afkoelt. Het apparaat
is heet.
Als het apparaat is uitgerust met een
kinderbeveiliging, raden wij aan dit te activeren.
Reiniging en onderhoud mag niet worden uitgevoerd
door kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen jonger dan 3 jaar uit de buurt of onder
permanent toezicht.
1.2
Algemene veiligheid
Het apparaat en de toegankelijke onderdelen ervan
worden heet tijdens gebruik. De
verwarmingselementen niet aanraken.
Bedien het apparaat niet met een externe timer of
een apart afstandbedieningssysteem.
Zonder toezicht koken op een kookplaat met vet of
olie kan gevaarlijk zijn en brandgevaar opleveren.
NEDERLANDS
3
Probeer brand nooit met water te blussen, maar
schakel in plaats daarvan het apparaat uit en bedek
de vlam, d.w.z. met een deksel of blusdeken.
Bewaar geen voorwerpen op de kookplaten.
Metalen voorwerpen, zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet op de kookplaat worden
geplaatst, aangezien ze heet kunnen worden.
Gebruik geen stoomreiniger om het apparaat schoon
te maken.
Schakel het kookplaatelement uit na elk gebruik met
de bedieningstoetsen. Vertrouw niet op de
pandetector.
Als de glaskeramische / glazen oppervlakte gebarsten
is, schakel het apparaat dan uit om het risico op
elektrische schokken te voorkomen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet de
fabrikant, een erkende serviceverlener of een
gekwalificeerd persoon deze vervangen teneinde
gevaarlijke situaties te voorkomen.
2. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
2.1 Montage
WAARSCHUWING!
Alleen een erkende
installatietechnicus mag het
apparaat installeren.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen.
Installeer en gebruik geen
beschadigd apparaat.
Volg de installatie-instructies op die
zijn meegeleverd met het apparaat.
Houd de minimumafstand naar
andere apparaten en units in acht.
Wees voorzichtig met het verplaatsen
van het apparaat, het is zwaar. Draag
altijd veiligheidshandschoenen.
Dicht de oppervlakken af met kit om
te voorkomen dat ze gaan opzetten
door vocht.
Bescherm de bodem van het
apparaat tegen stoom en vocht.
Installeer het apparaat niet naast een
deur of onder een raam. Dit voorkomt
dat heet kookgerei van het apparaat
valt als de deur of het raam wordt
geopend.
Als het apparaat geïnstalleerd is
boven lades zorg er dan voor dat de
ruimte tussen de onderkant van het
apparaat en de bovenste lade
voldoende is voor luchtcirculatie.
De onderkant van het apparaat kan
heet worden. Wij raden aan om een
onbrandbaar scheidingspaneel te
plaatsen onder het apparaat om te
voorkomen dat de onderkant kan
worden aangeraakt.
Zorg ervoor dat er een
ventilatieruimte van 2 mm vrij is
tussen het werkblad en de voorkant
van de onderste unit. De garantie
dekt geen schade veroorzaakt door
het gebrek aan een adequate
ventilatieruimte.
www.aeg.com
4
2.2 Aansluiting aan het
elektriciteitsnet
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
Alle elektrische aansluitingen moeten
door een gediplomeerd
elektromonteur worden gemaakt.
Dit apparaat moet worden
aangesloten op een geaard
stopcontact.
Verzeker u ervan dat de stekker uit
het stopcontact is getrokken, voordat
u welke werkzaamheden dan ook
uitvoert.
Controleer of de elektrische
informatie op het typeplaatje
overeenkomt met de
stroomvoorziening. Zo niet, neem dan
contact op met een elektromonteur.
Zorg ervoor dat het apparaat correct
is geïnstalleerd. Losse en onjuiste
stroomkabels of stekkers (indien van
toepassing) kunnen ervoor zorgen dat
de contactklem te heet wordt.
Gebruik de juiste stroomkabel.
Voorkom dat de stroomkabels
verstrikt raken.
Zorg ervoor dat er een
schokbescherming wordt
geïnstalleerd.
Gebruik het klem om spanning op het
snoer te voorkomen.
Zorg ervoor dat de stroomkabel of
stekker (indien van toepassing) het
hete apparaat of heet kookgerei niet
aanraakt als u het apparaat op de
nabijgelegen contactdozen aansluit
Gebruik geen meerwegstekkers en
verlengsnoeren.
Zorg dat u de hoofdstekker (indien
van toepassing) of kabel niet
beschadigt. Neem contact op met de
service-afdeling of een
elektromonteur om een beschadigde
hoofdkabel te vervangen.
De schokbescherming van delen
onder stroom en geïsoleerde delen
moet op zo'n manier worden
bevestigd dat het niet zonder
gereedschap kan worden verplaatst.
Steek de stekker pas in het
stopcontact als de installatie is
voltooid. Zorg ervoor dat het
netsnoer na installatie bereikbaar is.
Sluit de stroomstekker niet aan op
een losse stroomaansluiting.
Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
Gebruik alleen de juiste isolatie-
apparaten: stroomonderbrekers,
zekeringen (schroefzekeringen
moeten uit de houder worden
verwijderd), aardlekschakelaars en
contactgevers.
De elektrische installatie moet een
isolatieapparaat bevatten waardoor
het apparaat volledig van het lichtnet
afgesloten kan worden. Het
isolatieapparaat moet een
contactopening hebben met een
minimale breedte van 3 mm.
2.3 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar op letsel,
brandwonden of elektrische
schokken.
Verwijder voor gebruik (indien van
toepassing) de verpakking, labels en
beschermfolie.
Gebruik dit apparaat in een
huishoudelijke omgeving.
De specificatie van het apparaat mag
niet worden veranderd.
Zorg ervoor dat de
ventilatieopeningen niet geblokkeerd
zijn.
Laat het apparaat tijdens het gebruik
niet onbeheerd achter.
Zet de kookzone op "uit" na elk
gebruik.
Vertrouw niet alleen op de
pandetector.
Leg geen bestek of pannendeksels op
de kookzones. Deze kunnen heet
worden.
Bedien het apparaat niet met natte
handen of als het contact maakt met
water.
Het apparaat mag niet worden
gebruikt als werkblad of aanrecht.
Sluit het apparaat direct af van de
stroomtoevoer als het oppervlak van
het apparaat gebroken is. Dit om
elektrische schokken te voorkomen.
NEDERLANDS
5
Gebruikers met een pacemaker
moeten een afstand van minimaal 30
cm bewaren van de
inductiekookzones als het apparaat in
werking is.
Als u eten in de hete olie doet, kan
het spatten.
WAARSCHUWING!
Risico op brand en explosie
Verhitte vetten en olie kunnen
ontvlambare damp afgeven. Houd
vlammen of verwarmde voorwerpen
uit de buurt van vet en olie als u er
mee kookt.
De dampen die hete olie afgeeft
kunnen spontane ontbranding
veroorzaken.
Gebruikte olie die voedselresten
bevat kan brand veroorzaken bij een
lagere temperatuur dan olie die voor
de eerste keer wordt gebruikt.
Plaats geen ontvlambare producten
of items die vochtig zijn door
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
WAARSCHUWING!
Risico op schade aan het
apparaat.
Zet geen heet kookgerei op het
bedieningspaneel.
Laat kookgerei niet droogkoken.
Laat geen voorwerpen of kookgerei
op het apparaat vallen. Het oppervlak
kan beschadigen.
Activeer de kookzones niet met lege
pannen of zonder pannen erop.
Geen aluminiumfolie op het apparaat
leggen.
Pannen van gietijzer, aluminium of
met beschadigde bodems kunnen
krassen veroorzaken in het glas /
glaskeramiek. Til deze voorwerpen
altijd op als u ze moet verplaatsen op
het kookoppervlak.
Dit apparaat is uitsluitend bestemd
om mee te koken. Het mag niet
worden gebruikt voor andere
doeleinden, zoals het verwarmen van
een kamer.
2.4 Onderhoud en reiniging
Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
Schakel het apparaat uit en laat het
afkoelen voordat u het schoonmaakt.
Trek voor
onderhoudswerkzaamheden de
stekker uit het stopcontact.
Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen.
Gebruik geen schuurmiddelen,
schuursponsjes, oplosmiddelen of
metalen voorwerpen.
2.5 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of
verstikking.
Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t.
correcte afvalverwerking van het
apparaat.
Haal de stekker uit het stopcontact.
Snij het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
www.aeg.com
6
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
3 2
1
1
1
Inductiekookzone
2
Bedieningspaneel
3
Flexibele inductiekookzone bestaat
uit vier delen
3.2 Indeling Bedieningspaneel
11 10 913
6
751 2 3 4 8
12
Gebruik de tiptoetsen om het apparaat te bedienen. De displays, indicatielampjes en
geluiden tonen welke functies worden gebruikt.
Tip-
toets
-functie Opmerking
1
AAN/UIT De kookplaat in- en uitschakelen.
2
Toetsblokkering / De
kinderbeveiliging
Het bedieningspaneel vergrendelen/
ontgrendelen.
3
ProCook De functie in- en uitschakelen.
4
FlexiBridge Om over te schakelen tussen drie modi van
de functie.
5
- Kookstanddisplay De kookstand weergeven.
6
- Timerindicatie voor de
kookzones
Geeft aan voor welke zone u de tijd instelt.
7
- Timerdisplay Geeft de tijd in minuten weer.
8
STOP+GO De functie in- en uitschakelen.
NEDERLANDS 7
Tip-
toets
-functie Opmerking
9
Powerfunctie De functie in- en uitschakelen.
10
- Bedieningsstrip Het instellen van de kookstand.
11
- Kookzone selecteren:
12
/
- De tijd verlengen of verkorten.
13
- Bedieningsstrip Het instellen van de warmteinstelling voor
de flexibele inductiekookzone.
3.3 Kookstanddisplays
Weergave Omschrijving
De kookzone is uitgeschakeld.
-
De kookzone wordt gebruikt.
STOP+GO -functie is in werking.
Automatisch opwarmen -functie is in werking.
Powerfunctie is in werking.
+ cijfer
Er is een storing.
/ /
OptiHeat Control (3 staps restwarmte-indicatie) : doorgaan met ko-
ken / warmhoudstand / restwarmte.
Toetsblokkering / De kinderbeveiliging functie is in werking.
Het kookgerei is niet geschikt of te klein, of er is geen kookgerei op
de kookzone geplaatst.
Automatisch uitschakelen -functie is in werking.
/ /
ProCook -functie is in werking.
www.aeg.com8
3.4 OptiHeat Control (3 staps
restwarmte-indicatie)
WAARSCHUWING!
/ / Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte. Het
controlelampje geeft het
niveau van de restwarmte
aan.
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte
direct in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 In- en uitschakelen
Raak 1 seconde aan om de kookplaat
in– of uit te schakelen.
4.2 Automatisch uitschakelen
De functie schakelt de kookplaat
automatisch uit als:
alle kookzones zijn uitgeschakeld.
u de kookstand niet instelt nadat u de
kookplaat hebt ingeschakeld.
u iets hebt gemorst of iets langer dan
10 seconden op het
bedieningspaneel hebt gelegd (een
pan, doek, etc.). Er klinkt een
geluidssignaal en de kookplaat wordt
uitgeschakeld. Verwijder het
voorwerp of reinig het
bedieningspaneel.
De kookplaat te heet wordt (b.v. als
een pan droogkookt). De kookzone
moet afgekoeld zijn voordat u de
kookplaat weer kunt gebruiken.
u ongeschikte pannen gebruikt. Het
symbool gaat branden en na 2
minuten schakelt de kookzone
automatisch uit.
u een kookzone niet uitschakelt of de
kookstand verandert. Na enige tijd
gaat
branden en wordt de
kookplaat uitgeschakeld.
De verhouding tussen warmte-
instelling en de tijd waarna de
kookplaat uitschakelt:
Temperatuurinstel-
ling
De kookplaat scha-
kelt uit na
, 1 - 3
6 uur
4 - 7 5 uur
8 - 9 4 uur
10 - 14 1,5 uur
4.3 De kookstand
Voor het instellen of wijzigen van de
kookstand:
Raak de bedieningsstrip aan bij de juiste
kookstand of beweeg uw vinger langs de
bedieningsstrip totdat u de jusite
kookstand heeft bereikt.
4.4 Aanduiding kookzone
min.
max.
De horizontale lijn toont de maximale
maat van het kookgerei. De
NEDERLANDS
9
onderbreking in de horizontale lijn toont
de minimale diameter van de pan.
Zie het hoofdstuk 'Technische
informatie'.
4.5 Automatisch opwarmen
Als u deze functie activeert, kunt u in
minder tijd een benodigde kookstand
verkrijgen. De functie schakelt even de
hoogste kookstand in en verlaagt dan
naar de juiste kookstand.
Om de functie in werking te
stellen moet de kookzone
koud zijn.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan ( gaat aan).
Raak meteen de juiste kookstand aan.
Na 3 seconden gaat
branden.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.6 Powerfunctie
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones.
De functie kan voor een beperkte
tijdsduur voor uitsluitend de
inductiekookzone worden geactiveerd.
Daarna wordt de inductiekookzone
automatisch teruggeschakeld naar de
hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
Om de functie voor een kookzone te
activeren: raak aan. gaat aan.
Om de functie uit te schakelen: wijzig
de kookstand.
4.7 Timer
Timer met aftelfunctie
U kunt deze functie gebruiken om in te
stellen hoe lang de kookzone moet
werken voor een kooksessie.
Stel eerst de kookzone in en dan de
functie. U kunt de kookstand vóór of na
het instellen van de functie instellen.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak
van de timer aan om de tijd in te stellen
(00 - 99 minuten). Als het lampje van de
kookzone langzaam gaat knipperen,
wordt de tijd afgeteld.
Resterende tijd weergeven:selecteer
de kookzone met . Het indicatielampje
van de kookzone gaat sneller knipperen.
Op het display wordt de resterende tijd
weergegeven.
Om het juiste tijdstip van de dag te
wijzigen:selecteer de kookzone met .
Raak
of aan.
Om de functie uit te schakelen: stel de
kookzone in met
en raak aan. De
resterende tijd telt terug tot 00. Het
indicatielampje van de kookzone gaat
uit. Om de functie uit te schakelen kunt u
ook en tegelijkertijd aanraken.
Als de tijd verstreken is,
klinkt er een geluidssignaal
en knippert 00. De
kookzone wordt
uitgeschakeld.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
CountUp Timer (De timer met
optelfunctie)
Gebruik deze functie om in de gaten te
houden hoe lang de kookzone werkt.
Kookzone instellen:raak meerdere
malen aan tot het lampje van de
gewenste kookzone brandt.
Om de functie in te schakelen: raak
van de timer aan. gaat aan. Als het
lampje van de kookzone langzaam
knippert, wordt de tijd opgeteld. De
display schakelt tussen
en getelde tijd
(minuten).
Om in de gaten te houden hoelang de
kookzone werkt:selecteer de kookzone
met . Het indicatielampje van de
kookzone gaat sneller knipperen. De
www.aeg.com
10
display geeft aan hoe lang de zone
werkt.
Om de functie uit te schakelen:stel de
kookzone in met en raak of
aan. Het indicatielampje van de
kookzone gaat uit.
Kookwekker
U kunt deze functie gebruiken als een
kookwekker terwijl de kookplaat is
ingeschakeld en de kookzones niet
werken (het display van de kookstand
toont
).
Om de functie in te schakelen: Raak
aan. Raak of van de timer aan om
de tijd in te stellen. Als de tijd verstreken
is, klinkt er een geluidssignaal en
knippert 00.
Het geluidssignaal stopzetten: Raak
aan.
De functie heeft geen
invloed op de werking van
de kookzones.
4.8 STOP+GO
Deze functie stelt alle kookzones in voor
de laagste warmhoudstand.
Als de functie loopt, kunt u de warmte-
instelling niet wijzigen.
De functie stopt de timerfunctie niet.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat branden.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
4.9 Toetsblokkering
U kunt het bedieningspaneel
vergrendelen terwijl de kookzones in
werking zijn. Hiermee wordt voorkomen
dat de kookstand per ongeluk wordt
veranderd.
Stel eerst de kookstand in.
Om de functie in te schakelen: raak
aan. gaat gedurende 4 seconden
aan.De timer blijft aan.
Om de functie uit te schakelen: Raak
aan. De vorige kookstand gaat aan.
Als u de kookplaat uitzet,
stopt u deze functie ook.
4.10 De kinderbeveiliging
Deze functie voorkomt dat het
kooktoestel onbedoeld wordt gebruikt.
Om de functie in te schakelen: zet de
kookplaat aan met . Stel geen
kookstand in. Raak
4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met
.
Om de functie uit te schakelen: zet de
kookplaat aan met
. Stel geen
kookstand in. Raak 4 seconden aan.
gaat aan. Zet de kookplaat uit met
.
Het opheffen van de functie voor maar
één kooktijd: zet de kookplaat aan met
. gaat aan. Raak 4 seconden
aan. Stel de kookstand in binnen 10
seconden. U kunt het kooktoestel
bedienen. Als u de kookplaat met
uitzet werkt de functie weer.
4.11 OffSound Control (In- en
uitschakelen van de geluiden)
Schakel de kookplaat uit. Raak 3
seconden aan. Het display gaat aan en
uit. Raak 3 seconden aan. of
gaat branden. Raak aan om één van
het volgende te kiezen:
- de signalen zijn uit
- de signalen zijn aan
Om uw keuze te bevestigen moet u
wachten tot de kookplaat automatisch
uitschakelt.
Als de functie op staat kunt u de
geluiden alleen horen als:
U aanraakt
Kookwekker naar beneden komt
Timer met aftelfunctie naar beneden
komt
NEDERLANDS
11
als u iets op het bedieningspaneel
plaatst.
4.12 Vermogensbeheer-functie
De kookzones zijn gegroepeerd
volgens locatie en aantal fasen van de
kookplaat. Zie afbeelding.
Elke fase heeft een maximale
elektriciteitslading van 3700 W.
De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones aangesloten op
dezelfde fase.
De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones aangesloten op een enkle
fase de 3700 W overschrijdt.
De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones
aangesloten op dezelfde fase.
Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
5. FLEXIBELE INDUCTIEKOOKZONE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
5.1 FlexiBridge-functie
De flexibele inductiekookzone bestaat
uit vier gedeelten. De gedeelten kunnen
worden gecombineerd in twee
kookzones met verschillende maten, of in
één grote kookzone. U kiest de
combinatie van de gedeelten door de
modus te kiezen die aansluit op de
afmeting van het kookgerei dat u wilt
gebruiken. Er bestaan drie modi:
Standaard (automatisch geactiveerd als u
de kookplaat aanzet), Big Bridge (grote
overbrugging) en Max Bridge (maximale
overbrugging).
Gebruik de twee
bedieningsbalken aan de
linkerkant om de warmte-
instelling in te stellen.
Schakelen tussen de modi
Gebruik de tiptoets om tussen de modi
te schakelen: .
Als u tussen de modi
schakelt wordt de warmte-
instelling teruggezet op 0.
Diameter en positie van het kookgerei
Kies de modus die aansluit op de
afmeting en de vorm van het kookgerei.
Het kookgerei moet de geselecteerde
zone zoveel mogelijk bedekken. Plaats
het kookgerei in het midden van de
geselecteerde zone!
Plaats kookgerei met een
bodemdiameter die kleiner is dan 160
mm op het midden van een enkel
gedeelte.
www.aeg.com
12
100-160mm
Plaats het kookgerei met een
bodemdiameter die groter is dan 160
mm in het midden van twee gedeelten.
> 160 mm
5.2 FlexiBridge Standaard
modus
Deze modus wordt geactiveerd als u de
kookplaat aanzet. Het brengt de
gedeelten samen in twee afzonderlijke
kookzones. U kunt de warmte-instelling
voor elke zone afzonderlijk instellen.
Gebruik de twee bedieningsbalken aan
de linkerkant.
Juiste positie voor kookgerei:
Onjuiste positie voor kookgerei:
5.3 FlexiBridge Big Bridge-
modus (grote overbrugging)
Om de modus te activeren, drukt u op
totdat het lampje van de juiste modus
ziet. Deze modus brengt drie achterste
gedeelten samen in één kookzone. Eén
van de voorste gedeelten wordt niet
samengebracht en blijft werken als
afzonderlijke kookzone. U kunt de
warmte-instelling voor elke zone
afzonderlijk instellen. Gebruik de twee
bedieningsbalken aan de linkerkant.
Juiste positie voor kookgerei:
Om deze modus te gebruiken moet u
het kookgerei op de drie
samengebrachte gedeelten plaatsen. Als
u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan
twee gedeelten, geeft het display
NEDERLANDS
13
weer en schakelt de zone na 2 minuten
uit.
Onjuiste positie voor kookgerei:
5.4 FlexiBridge Max Bridge-
modus (maximale
overbrugging)
Om de modus te activeren, drukt u op
totdat het lampje van de juiste modus
ziet. Deze modus brengt alle gedeelten
samen in één kookzone. Gebruik één van
de bedieningsbalken aan de linkerkant
om de warmte-instelling in te stellen.
Juiste positie voor kookgerei:
Om deze modus te gebruiken moet u
het kookgerei op de vier
samengebrachte gedeelten plaatsen. Als
u kookgerei gebruikt dat kleiner is dan
drie gedeelten, geeft het display
weer en schakelt de zone na 2 minuten
uit.
Onjuiste positie voor kookgerei:
5.5 ProCook-functie
Deze functie maakt het u mogelijk de
temperatuur aan te passen door het
kookgerei naar een andere positie op de
inductiekookzone te bewegen.
De functie verdeelt de inductiekookzone
in drie zones met verschillende warmte-
instellingen. De kookplaat neem de
positie van het kookgerei weer en stelt
de warmte overeenkomstig in met de
positie. U kunt het kookgerei in de
voorste, de middelste of de achterste
positie zetten. Als u het kookgerei in de
voorste positie zet, krijgt u de hoogte
warmte-instelling. U kunt de warmte-
instelling verlagen door het kookgerei
naar de middelste of de achterste positie
te bewegen.
Gebruik maar één pan als u
met deze functie werkt.
www.aeg.com14
Algemene informatie:
de minimale bodemdiameter van het
kookgerei moet voor deze functie 160
mm zijn.
Het display van de warmte-instelling
voor de bedieningsstrip linksachter
geeft de positie van het kookgerei op
de inductiekookzone weer. Voor ,
midden
, achter .
Display van de warmte-instelling voor
de bedieningsstrip linksachter geeft
de warme-instelling weer. Gebruik de
bedieningsstrip linksvoor om de
warmte-instelling te wijzigen.
Als u de functie voor het eerst
activeert, krijgt u een warmte-
instelling voor de voorste positie,
voor de middelste positie en
voor de achterste positie.
U kunt de warmte-instelling voor elke
positie afzonderlijk wijzigen. De
kookplaat zal uw warmte-instellingen
onthouden voor de volgende keer dat
u de functie activeert.
De functie inschakelen
Plaats om de functie te activeren het
kookgerei in de juiste positie op de
kookzone. Tik op
. Het lampje boven
het symbool gaat aan. Als u geen
kookgerei op de kookzone plaatst, gaat
aan en na 2 minuten wordt de
flexibele inductiekookzone ingesteld op
.
De functie uitschakelen
Druk op
om de functie uit te
schakelen of zet de warmte-instelling op
. Het lampje boven het symbool
gaat uit.
6.
AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
6.1 Kookgerei
Bij een inductiekookzone
zorgt een sterk elektro-
magnetisch veld ervoor dat
het kookgerei erg snel heet
wordt.
Gebruik de
inductiekookzones met
geschikt kookgerei.
Materiaal van het kookgerei
correct: gietijzer, staal, geëmailleerd
staal, roestvrij staal, meerlaagse
bodem (aangemerkt als geschikt voor
inductie door de fabrikant).
niet correct: aluminium, koper,
messing, glas, keramiek, porselein.
Het kookgerei is geschikt voor een
inductiekookplaat als:
NEDERLANDS 15
een beetje water op een zone met de
hoogste kookstand binnen korte tijd
wordt verwarmd.
een magneet vast blijft zitten aan de
bodem van het kookgerei.
De afdruk op de flexibele
inductiekookzone kan vies
worden of van kleur
veranderen door schuivende
pannen. U kunt de zone op
de normale manier
schoonmaken.
De bodem van het
kookgerei moet zo dik en
vlak mogelijk zijn.
Afmetingen van de pannen
Inductiekookzones passen zich tot op
zekere hoogte automatisch aan de
grootte van de bodem van de pan aan.
De efficiëntie van de kookzone heeft
betrekking op de diameter van het
kookgerei. Kookgerei met een diameter
die kleiner is dan het minimum, ontvangt
slechts een deel van het vermogen dat
door de kookzone wordt gegenereerd.
Zie het hoofdstuk
'Technische informatie'.
6.2 Lawaai tijdens gebruik
Als u dit hoort:
krakend geluid: de pan is gemaakt
van verschillende materialen
(sandwich-constructie).
fluitend geluid: bij gebruik van de
kookzone met een hoge kookstand
en als de pan is gemaakt van
verschillende materialen (sandwich-
constructie)
Zoemen: als u hoge kookstanden
gebruikt.
Klikken: er treedt elektrische
schakeling op.
Sissen, zoemen: de ventilator werkt.
Deze geluiden zijn normaal en hebben
niets met een defect van de kookplaat
te maken.
6.3 Energie besparen
Doe indien mogelijk altijd een deksel
op de pan.
Zet het kookgerei op de kookzone
voordat u deze inschakelt.
Gebruik de restwarmte om het eten
warm te houden of te smelten.
6.4 Öko Timer (Eco-timer)
Om energie te besparen schakelt het
verwarmingselement van de kookzone
eerder uit dan het signaal van de timer
met aftelfunctie klinkt. Het verschil in
werkingstijd hangt af van het niveau van
de kookstand en de tijd dat u kookt.
6.5 Voorbeelden van
kooktoepassingen
De relatie tussen het stroomverbruik van
de warmte-instelling en de kookzone is
niet lineair. Wanneer u de warmte-
instelling verhoogt, is dit niet
proportioneel met de toename in
stroomverbruik van de kookzone. Het
betekent dat de kookzone met de
medium warmte-instelling minder dan de
helft van het vermogen gebruikt.
De gegevens in de volgende
tabel dienen slechts als
richtlijn.
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
- 1
Bereide gerechten warmhou-
den.
zoals
nodig
Een deksel op het kookgerei
doen.
1 - 3 Hollandaisesaus, smelten: bot-
er, chocolade, gelatine.
5 - 25 Van tijd tot tijd mengen.
www.aeg.com16
Verwarmings-
stand
Gebruik om: Tijd
(min)
Tips
1 - 3 Stollen: luchtige omeletten,
gebakken eieren.
10 - 40 Met deksel bereiden.
3 - 5 Zachtjes aan de kook brengen
van rijst en gerechten op melk-
basis, reeds bereide gerechten
opwarmen.
25 - 50 Voeg minstens tweemaal zo-
veel vloeistof toe als rijst,
melkgerechten tijdens het be-
reiden tussendoor roeren.
5 - 7 Stomen van groenten, vis en
vlees.
20 - 45 Een paar eetlepels vocht toe-
voegen.
7 - 9 Aardappelen stomen. 20 - 60 Gebruik max. ¼ l water voor
750 g aardappelen.
7 - 9 Bereiden van grotere hoeveel-
heden voedsel, stoofschotels
en soepen.
60 - 150 Tot 3 l vloeistof plus ingre-
diënten.
9 - 12 Lichtjes braden: kalfsoester,
cordon bleu van kalfsvlees, ko-
teletten, rissoles, worstjes, lev-
er, roux, eieren, pannenkoek-
en, donuts.
zoals
nodig
Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
12 - 13 Door-en-door gebraden, op-
gebakken aardappelen, lend-
enbiefstukken, steaks.
5 - 15 Halverwege de bereidingstijd
omdraaien.
14 Aan de kook brengen van water, pasta koken, aanbraden van vlees (gou-
lash, stoofvlees), frituren van friet.
Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water. Power-functie is
geactiveerd.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene informatie
Reinig de kookplaat na elk gebruik.
Gebruik altijd pannen met een schone
bodem.
Krassen of donkere vlekken op de
oppervlakte hebben geen invloed op
de werking van de kookplaat.
Gebruik een specifiek
schoonmaakmiddel voor het
oppervlak van de kookplaat.
Gebruik een speciale schraper voor
de glazen plaat.
7.2 De kookplaat
schoonmaken
Verwijder direct: gesmolten plastic,
gesmolten folie en suikerhoudende
gerechten. Anders kan het vuil de
kookplaat beschadigen. Plaats de
speciale schraper schuin op de glazen
plaat en verwijder resten door het
blad over het oppervlak te schuiven.
Verwijder nadat de kookplaat
voldoende is afgekoeld: kalk- en
waterkringen, vetspatten en
metaalachtig glanzende
NEDERLANDS
17
verkleuringen. Reinig de kookplaat
met een vochtige doek en een beetje
afwasmiddel. Droog de kookplaat na
reiniging af met een zachte doek.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Problemen oplossen
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
U kunt de kookplaat niet in-
schakelen of bedienen.
De kookplaat is niet aan-
gesloten op een stopcontact
of is niet goed geïnstalleerd.
Controleer of de kookplaat
goed is aangesloten op het
lichtnet. Raadpleeg het
aansluitdiagram.
De zekering is doorgebrand. Controleer of de zekering de
oorzaak van de storing is. Als
de zekeringen keer op keer
doorslaan, neemt u contact
op met een erkende installa-
teur.
Schakel de kookplaat op-
nieuw in en stel de kook-
stand binnen 10 seconden
in.
U hebt 2 of meer tiptoetsen
tegelijk aangeraakt.
Raak slechts één tiptoets te-
gelijk aan.
STOP+GO -functie is in
werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
Er ligt water of vetspatten
op het bedieningspaneel.
Reinig het bedieningspa-
neel.
Er klinkt een geluidssignaal
en de kookplaat wordt uit-
geschakeld.
Er weerklinkt een geluids-
signaal als de kookplaat
wordt uitgeschakeld.
U hebt een of meer tiptoet-
sen afgedekt.
Verwijder het voorwerp van
de tiptoetsen.
De kookplaat schakelt uit. U hebt iets op de tiptoets
geplaatst.
Verwijder het object van de
tiptoets.
Restwarmte-indicatie gaat
niet branden.
De zone is niet heet, omdat
hij slechts kortstondig is be-
diend.
Als de kookzone lang gen-
oeg in werking is geweest
om heet te zijn, neemt u
contact op met de klanten-
service.
www.aeg.com18
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
Automatisch opwarmen
functie werkt niet.
De zone is heet. Laat de zone voldoende af-
koelen.
De hoogste verwarmings-
stand is ingesteld.
De hoogste kookstand heeft
hetzelfde vermogen als de
functie.
De kookstand schakelt tus-
sen twee kookstanden.
Vermogensbeheer -functie is
in werking.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De tiptoetsen worden warm. Het kookgerei is te groot of
staat te dicht bij het bedie-
ningspaneel.
Plaats groter kookgerei op
de achterste kookzones in-
dien nodig.
Er klinkt geen signaal wan-
neer u de tiptoetsen van het
bedieningspaneel aanraakt.
De signalen zijn uitgescha-
keld.
Schakel de signalen in.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
De flexibele inductiekook-
zone verwarmt de pan niet.
De pan staat op de ver-
keerde plek op de flexibele
inductiekookzone.
Zet de pan op de juiste plek
op de flexibele inductie-
kookzone. De plaats van de
pan is afhankelijk van de
geactiveerde functie of func-
tiemodus.
Zie het hoofdstuk "Flexibele
inductiekookruimte".
De diameter van de bodem
van de pan is niet goed voor
de geactiveerde functie of
functiemodus.
Gebruik alleen pannen met
een diameter die geschikt is
voor de geactiveerde functie
of functiemodus. Gebruik
pannen met een diameter
kleiner dan 160 mm op één
deel van de flexibele induc-
tiekookzone.
Zie het hoofdstuk "Flexibele
inductiekookruimte".
gaat branden.
Automatisch uitschakelen is
in werking.
Schakel de kookplaat uit en
weer in.
gaat branden.
De kinderbeveiliging of de
Toetsblokkering functie
werkt.
Raadpleeg het hoofdstuk
'Dagelijks gebruik'.
gaat branden.
Er staat geen kookgerei op
de zone.
Zet kookgerei op de zone.
Het kookgerei is niet goed. Gebruik het juiste kookgerei.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
NEDERLANDS 19
Probleem Mogelijke oorzaak oplossing
De diameter aan de bodem
van het kookgerei is te klein
voor de zone.
Gebruik kookgerei met de
juiste afmetingen.
Zie het hoofdstuk 'Techni-
sche informatie'.
FlexiBridge-functie is in
werking. Eén of meerdere
delen van de werkende func-
tiemodus wordt niet afge-
dekt door de pan.
Zet de pan op het juiste aan-
tal delen van de werkende
functiemodus of wijzig de
functiemodus.
Zie het hoofdstuk "Flexibele
inductiekookruimte".
ProCook-functie is in werk-
ing. Er worden twee pannen
geplaatst op de flexibele in-
ductiekookzone.
Gebruik slechts één pan.
Zie het hoofdstuk "Flexibele
inductiekookruimte".
en een getal gaat bran-
den.
Er heeft zich een fout in de
kookplaat voorgedaan.
Ontkoppel de kookplaat
enige tijd van de stroomtoe-
voer. Maak de zekering los
in de meterkast van het huis.
Sluit het apparaat opnieuw
aan. Als weer gaat bran-
den, neem dan contact op
met de klantenservice.
gaat branden.
Er is een storing in de kook-
plaat opgetreden, omdat
het kookgerei is droog ge-
kookt Automatisch uitscha-
kelen en de oververhittings-
bescherming van de zones
in werking is getreden.
Schakel de kookplaat uit.
Verwijder het hete kookger-
ei. Schakel na ongeveer 30
seconden de kookzone op-
nieuw in. Als het kookgerei
het probleem was, dan moet
het foutbericht van het dis-
play verdwijnen, maar Rest-
warmte-indicatie kan aan
blijven. Laat het kookgerei
voldoende afkoelen. Con-
troleer of uw kookgerei ge-
schikt is voor de kookplaat.
Zie het hoofdstuk 'Nuttige
aanwijzingen en tips'.
8.2 Als u het probleem niet
kunt oplossen...
Als u het probleem zelf niet kunt
oplossen, neem dan contact op met uw
leverancier of met de klantenservice. Zie
voor deze gegevens het typeplaatje.
Geef ook de driecijferige code voor het
glaskeramiek (bevindt zich op de hoek
van het glazen oppervlak) en de
foutmelding die wordt weergegeven.
Controleer of u de kookplaat op de juiste
manier gebruikt hebt. Bij onjuist gebruik
van het apparaat wordt het bezoek van
de onderhoudstechnicus van de
klantenservice of de vakhandelaar in
rekening gebracht, zelfs tijdens de
garantieperiode. De instructies over het
www.aeg.com20
service center en de garantiebepalingen
vindt u in het garantieboekje.
9. MONTAGE
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
9.1 Voor montage
Voordat u de kookplaat installeert, dient
u de onderstaande informatie van het
typeplaatje te noteren. Het typeplaatje
bevindt zich onderop de kookplaat.
Serienummer ...........................
9.2 Ingebouwde kookplaten
Inbouwkookplaten mogen alleen worden
gebruikt nadat zij ingebouwd zijn in
geschikte inbouwunits of werkbladen die
aan de normen voldoen.
9.3 Aansluitkabel
De kookplaat is voorzien van een
aansluitsnoer.
Vervang de beschadigde
voedingskabel door het volgende
netsnoer (of hoger): H05BB-F Tmax
90°C. Neem contact op met een
klantenservice bij u in de buurt.
9.4 Bevestigen van de
afdichting op het
keukenwerkblad
1. De randen in het keukenwerkblad
reinigen.
2. Snij de meegeleverde afsluitstrip in 4
stukjes. De stukje moeten dezelfde
lengte hebben als de randen.
3. Snij de uiteinden van de strips onder
een hoek van 45°. Ze moeten goed in
de hoeken van het aanrecht passen.
4. Bevestigen van de strips op het
keukenwerkblad. Rek de strippen
niet uit. Plak de uiteinden niet over
elkaar.
Dicht na plaatsing van de kookplaat de
kier tussen het werkblad en het
glaskeramiek met siliconenkit. Zorg
ervoor dat de siliconenkit niet onder het
glaskeramiek komt.
9.5 Montage
min.
50mm
min.
500mm
min.
2mm
NEDERLANDS 21
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min
30 mm
min. 500 mm
< 20 mm
> 20 mm
min. 2 mm
A
B
A
12 mm
28 mm
38 mm
B
57 mm
41 mm
31 mm
min. 500 mm
774
+1
mm
514
+1
mm
490
+1
mm
min. 55mm
750
+1
mm
R10mm
R5mm
12mm
7mm
min.
38 mm
min.
2 mm
min.
12 mm
min.
2 mm
www.aeg.com22
10. TECHNISCHE INFORMATIE
10.1 Typeplaatje
Model HK856600IB PNC 949 595 346 00
Type58 GBD CH AU 220 - 240 V 50 - 60 Hz
Inductie 7.4 kW Vervaardigd in Duitsland
Ser.Nr. ................. 7.4 kW
AEG
10.2 Specificatie kookzones
Kookzone Nominaal
vermogen (max
warmte-instel-
ling) [W]
Powerfunctie
[W]
Powerfunctie
maximale duur
[min]
Diameter van
het kookgerei
[mm]
Middenachter 2300 3200 10 125 - 210
Rechtsvoor 1800 2800 10 145 - 180
Flexibele induc-
tiekookzone
2400 3300 10 minimaal 100
Het vermogen van de kookzones kan
enigszins afwijken van de gegevens in de
tabel. Het verandert met het materiaal
en de afmetingen van het kookgerei.
Gebruik voor optimale kookresultaten
alleen kookgerei met een diameter niet
groter dan vermeld in de tabel.
11. MILIEUBESCHERMING
Recycle de materialen met het symbool
. Gooi de verpakking in een geschikte
verzamelcontainer om het te recyclen.
Help om het milieu en de
volksgezondheid te beschermen en
recycle het afval van elektrische en
elektronische apparaten. Gooi apparaten
gemarkeerd met het symbool niet weg
met het huishoudelijk afval. Breng het
product naar het milieustation bij u in de
buurt of neem contact op met de
gemeente.
*
NEDERLANDS
23
www.aeg.com/shop
867311953-A-352014
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

AEG HK856600IB Handleiding

Type
Handleiding