Miller ME225013U de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

S-74S, S-74D
CE
Processen
Beschrijving
MIG/MAG lassen
Lassen met gevulde draad (met
of zonder gasbescherming)
Draadaanvoerkast
OM-1500-10/dut 207 748V
2014−05
HANDLEIDING
www.MillerWelds.com
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u.
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an-
ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat
voor reden dan ook ooit moeten worden gerepa-
reerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud &
Storingen precies nagaan wat het probleem is.
Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepa-
len welk onderdeel u precies nodig hebt om het
probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie
en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke
model bijgesloten.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaal-
de.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak − u werkt er
hard genoeg voor.
Van Miller voor u
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud 3.............................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 4..................................................
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften 5...................................................
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 7...............................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 7............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 8.........................................................
HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE 9.............................................................
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens 9..............................
3-2. Technische gegevens 9.................................................................
3-3. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) 9.................
HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE 10..............................................................
4-1. Keuze van de locatie 10.................................................................
4-2. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermechanisme 11.........................
4-3. Informatie over 14-pin stekker PLG12 12...................................................
4-4. Tabel met draadtype, diameter en draadsnelheid 12..........................................
4-5. Lasdraad installeren en doorvoeren 13.....................................................
4-6. Interne DIP-schakelaars instellen 14.......................................................
4-7. Apparatuur bij instellingen DIP-schakelaar (alleen voor modellen met meters) 15..................
HOOFDSTUK 5 − WERKING 16.................................................................
5-1. Aan/uit schakelaar 16...................................................................
5-2. Jog/Purge (manuele draad-/gasaanvoer) 16.................................................
5-3. Houdcontact 17........................................................................
5-4. Spanningsregeling en digitale meters (alleen voor modellen met meters) 17......................
HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD 18.............................................................
6-1. Routineonderhoud 18...................................................................
6-2. Diagnostiek 19.........................................................................
6-3. Storingen 20...........................................................................
HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA 21.....................................................
HOOFDSTUK 8 − ONDERDELENLIJST 22.......................................................
GARANTIE
OM-1500−10 Pagina 1
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELENLEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
dut_som_2013−09
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver-
meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode-
lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd
aan persoonlijk letsel.
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE-
LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbe-
horende instructies om deze risico’s te vermijden.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge-
bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor-
zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts
een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie
{+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren,
bedienen, onderhouden en repareren.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tij-
dens het gebruik van dit apparaat.
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do-
delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte en de interne circuits van de
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au-
tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva-
ren opleveren.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige om-
geving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar
bestaat dat u kunt vallen
D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con-
structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wis-
selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap-
paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening als die op het apparaat aanwezig is.
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften)
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor-
schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel regel-
matig op beschadigingen of blootliggende bedrading − en vervang
de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is − blootliggende be-
drading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openlig-
gende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
OM-1500−10 Pagina 2
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspan-
ning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING
op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroom-
bronnen.
D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedings-
stekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de
aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel
aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete on-
derdelen beet te pakken en/of draag zware
geïsoleerde lashandschoenen en −kleding om
brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat las-
rook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te
bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de
dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en
deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun-
nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea-
geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende gassen vormen
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften).
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbes-
cherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen
en een pet.
LASSEN kan brand of explosies ver-
oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver-
oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand-
werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim-
tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde zijde
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei-
ligheidsvoorschriften).
D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof,
gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver-
meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbes-
cherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen,
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen
en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan-
wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak-
middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
OM-1500−10 Pagina 3
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen-
de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af-
koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur
.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara-
tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge-
sproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe-
passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge-
bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig-
heidsvoorschriften staat.
1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande-
re accessoires.
D Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat
op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier-
bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC-
kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten of onderdelen aanraakt.
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
OM-1500−10 Pagina 4
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening heeft die hiervoor
speciaal is bedoeld.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming voor ogen en ge-
zicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat.
Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaams-
bescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidin-
gen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke gelden-
de regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor-
zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien-
sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur.
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar-
ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde apparatuur zoals robots.
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die che-
micaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is
dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker
veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5
en volgend.)
Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het
de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwij-
kingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was
na gebruik uw handen.
OM-1500−10 Pagina 5
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1,
is available as a free download from the American Welding Society at
http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents
(phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com).
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Glob-
al Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website:
www.global.ihs.com).
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com-
bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global
Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184,
website: www.global.ihs.com).
National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protec-
tion Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website:
www.nfpa.org and www. sparky.org).
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1,
from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite
103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cga-
net.com).
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060
Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone:
800-463-6727, website: www.csa-international.org).
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec-
tion, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute,
25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, web-
site: www.ansi.org).
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association,
Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org.
OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Indus-
try, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q,
and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Super-
intendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954
(phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices—
phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website:
www.osha.gov).
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The Na-
tional Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600
Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website:
www.cdc.gov/NIOSH).
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetischevelden kunnen interfe-
rentie veroorzaken bij bepaalde medische implantaten zoals
pacemakers. Voor personen die medische implantaten hebben moeten
beschermende maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeper-
king voor passanten of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke
lasser. Beperk bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzon-
derlijke risicobeoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de
volgende procedures naleven om zo blootstelling aan elektro−magneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
plakken of gebruik kabelbescherming.
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla-
smaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
OM-1500-10 Pagina 7
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten.
Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen).
Safe1 2012−05
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle elektrische en elektronische apparatuur die niet langer wordt gebruikt (WEEE). Voer het
af naar een daarvoor inleverstation.
Neem contact op de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Safe37 2012−05
Safe57 2012−05
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode (draad) niet met de blote hand aanraken. Geen natte of
kapotte handschoenen dragen.
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Safe58 2012−06
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Safe5 2012−05
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Safe59 2012−05
Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren.
Safe60 2012−06
Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren.
Safe61 2012−06
Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen.
Safe62 2012−06
Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een
toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken.
Safe63 2012−06
OM-1500-10 Pagina 8
?
Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe64 2012−06
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 2012−05
Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden.
Safe32 2012−05
De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning − houd handen en
metalen objecten uit de buurt ervan.
Safe33 2012−05
Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en
knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de
juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam.
Safe66 2012−06
Begin uw opleiding door de handleiding door te lezen vooraleer het
werk aan de machine aan te vatten of vóór het lassen.
Safe65 2012−06
2-2. Diverse symbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten.
Uitgang
A
Ampère
V
Volt Gelijkstroom (DC)
X
Inschakelduur Draadaanvoer Percent
IP
Beschermings-
graad
Ingang
Draad verplaatsen
naar het werkstuk
toe (zonder boog)
Doorspoelen met
gas
Hz
Hertz
Constante stroom
Automatische
zekering
Constante span-
ning
Set Up
Houdfunctie van
de toortsschake-
laar uit
Houdfunctie van
de toortsschake-
laar aan
I
2
Nominale
lasstroom
Verhogen
I
1
Primaire stroom-
sterkte
Sequence Programma Proces
Draadtype Type gas
Verstelbare induct-
antie
Tijd
Boogregeling Toortsschakelaar Gasvoorstroomtijd Gasnastroomtijd
Enkelfase Driefasen Netaansluiting Gasinvoer
Lees de instructies
U
1
Primaire spanning
U
2
Uitgangsspanning
belast
OM-1500-10 Pagina 9
HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE
3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het
vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van
deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt.
3-2. Technische gegevens
Type ingangs-
vermogen
Type lasstroombron
Snelheidsbereik
draadtoevoer
Bereik draad-
diameter
Nominale las-
stroom
Algehele afmetin-
gen
Gewicht
24 V AC 1-fase
10 Ampères
50/60 Hertz
Constante Voltage (CV) DC
met 14-pinstekker en contac-
torbediening
Standaard: 1,3 tot
19,8 mpm
Optionele hoge
snelheid:
2,3 tot 36,4 mpm
0,6 tot 3,2 mm
Max.
vermogen
draadspoel 457
mm
Maximum
spoelgewicht:
27 kg
100 V, 750 A,
100%
inschakelduur
Lengte: 686 mm
Breedte: 318 mm
Hoogte: 356 mm
20,41 kg
3-3. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU)
A. IP graad
IP graad
IP2X
Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik binnen, en niet voor opslag of gebruik buiten.
B. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV)
! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek
mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen.
Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang
heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die
hiertoe is opgeleid.
Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel
uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de
lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling.
S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter.
S Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden.
ce-emf 1 2010-10
C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Diese Klasse A Ausrüstung ist nicht für die Anwendung in Wohngebieten gedacht, in denen die Stromversorgung
über das öffentliche Niederspannungssystem gewährleistet wird. Aufgrund leitungsgeführter sowie gestrahlter Störgrößen
können möglicherweise Schwierigkeiten bei der Sicherung der elektromagnetischen Verträglichkeit an diesen Orten auftreten.
ce-emc 3 2011−09
OM-1500-10 Pagina 10
HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE
802 806-A
! De draadaanvoerkast niet
plaatsen waar de lasdraad de
cilinder raakt.
! Beweeg het apparaat niet of
gebruik het niet op een
plaats waar het kan omslaan.
1 Draadaanvoerkast
2 Rubberpoten
Kies de gleuf waarbij alle
rubberpoten stevig boven op de
lasstroombron staan.
3 Draadspoel/haspel
4 Gasfles met slang en
gasontspanner (door de klant
geleverd)
. Druk van het beschermgas
moet lager blijven dan 689 kPa
(6,89 Bar).
5 Lasstroombron
6 Rollend Onderstel
1
3
5
4
2
4-1. Keuze van de locatie
. De getoonde draadaanvoerkast geeft slechts een indicatie en is niet representatief voor het werkelijke apparaat.
6
OM-1500-10 Pagina 11
4-2. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermechanisme
2
1 14-pin controlekabel - 3,0 m
2 Beschermgasaansluiting
Sluit de door de klant geleverde
gasslang met rechtsdraaiende
5/8-18 schroefdraad aan.
. Druk van het beschermgas
moet lager blijven dan 689 kPa
(6,89 Bar).
3 Laskabelklem
4 Laskabel
5 Draadaanvoermechanisme
6 Klemschroef voor het
roterende
draadaanvoermechanisme
7 Plaats van gegevenslabel
U draait het draadaanvoer-
mecanisme door de schroef los te
draaien, het mechanisme te
draaien en de schroef weer vast te
draaien.
9/16, 5/8”
Benodigde gereedschappen:
3/16”
5
6
1
7
3
4
802 824-A / 802 825-A / 246 041-A
OM-1500-10 Pagina 12
4-3. Informatie over 14-pin stekker PLG12
AFSTANDS-
BEDIENDE 14
Pin* Pininformatie
AJ
B
K
I
C
L
NH
D
M
G
E
F
A 24 V AC t.o.v. pin G.
B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V AC contactorstuurcircuit volledig en zorgt dat er
uitgangsspanning mogelijk is.
G Gemeenschappelijke voor het 24 V AC circuit.
C +10 V DC ingaand signaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D.
D Gemeenschappelijke van het afstandsbedieningcircuit.
E 0 tot +10 V DC uitvoersignaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D.
H Spanningsterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 10 V boogspanning.
F Stroomterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 100 A lasstroom.
* De overige pinnen worden niet gebruikt.
4-4. Tabel met draadtype, diameter en draadsnelheid
Motortype Draadtype Draaddiameter Draadsnelheid (60974−5)
Standaard Alle 0,6 tot 2 mm 1,4 tot 19,6 mpm
Standaard Alle 2,4 tot 2,8 mm 1,4 tot 17,8 mpm
Standaard Alle 3,2 mm 1,4 tot 7,6 mpm
Optionele hoge
snelheidsmotor
Alle 0,6 tot 2 mm 2,3 tot 36,6 mpm
OM-1500-10 Pagina 13
4
-5. Lasdraad installeren en doorvoeren
Ref. 156 929-A / Ref. 150 922 / Ref. 156 930 / S-0627-A
Benodigde gereedschappen:
. Zorg ervoor dat de uitgangsdraad-
geleiding geschikt is voor de draad-
diameter. Plaats bij het installeren van
de toorts de draadgeleiding (die
uitsteekt uit uitgangsdraadgeleider)
zo dicht mogelijk bij de aandrijfrollen
zonder dat deze worden geraakt.
Installeer de toorts. Leg de toortskabel zo
recht mogelijk. Knip einde van de draad af.
Duw de draad door de invoer naar de
aandrijfrollen; houd de draad vast. Druk op de
Jog-knop om de draad uit de toorts te voeren.
. Bij zachte draad of dunne roestvrij staal-
draad de druk van de achterste aandrij-
frollen instellen op de helft van de druk
van de voorste aandrijfrollen.
. U kunt de druk van de aandrijfrollen
aanpassen door het toortseind ongeveer
51 mm van een niet-geleidende opper-
vlakte te houden en de toortsschakelaar
in te drukken om de draad tegen het
oppervlak te voeren. Aandraaien, zodat
de rollen niet op de draad glijden. Niet te
strak vastdraaien. Indien de draad
volledig klem raakt, moeten de
aandrijfrollen op de draad glijden (zie
aanpassen van de druk, hierboven). Knip
de draad af. Sluit de kap.
NIET-GELEIDEND
OPPERVLAK
NIET-GELEIDEND
OPPERVLAK
Draad glijdt niet
Draad glijdt
Installeer draadspoel. Stel de spanmoer
zodanig in dat de elektrodedraad strak
blijft als de draadaanvoer stopt.
Installeer de draadgeleiders
en de antislijtagegeleider.
Installeer aandrijfrollen.
3/16, 5/64”
15/16, 3/8”
Aanpas-
sen druk
voorste
rollen
Aanpas-
sen druk
achterste
rollen
Aandrijfrollen
Uiteinde van de
draadgeleider
Achterkant van
toorts
Druk-
indicatie
OM-1500-10 Pagina 14
1
P1
Aan = Run−In snelheid is
ongeveer de helft van de in-
gestelde draadsnelheid
4
-6. Interne DIP-schakelaars instellen
Positie-instellingen en resultaten voor DIP-schakelaar S1 op PCI
Aan = Functie Stroom
detectie Uitschakelen.
Gebruik deze instelling bij
lasbronnen die geen
stroom-terugkoppeling via de
14-pin aansluiting leveren.
De Run-in is inactief.
Uit = Stroom moet worden
gedetecteerd uit stroombronnen
die stroom-terugkoppling via de
14-pin aansluiting leveren om van
Run-in naar lasconditie over te
gaan. De Run-in is actief.
Verwijder de beschermkap.
1 DIP-schakelaar S1 op motorkaart PC1
w Instellen van de functie Stroomdetectie
Uitschakelen (S1-1)
De functie Stroomdetectie Uitschakelen wordt
gebruikt om automatische Run-in inactief te
maken wanneer er een lasbron wordt gebruikt
die geen stroom- terugkoppeling via de 14-pin
aansluiting levert.
. Op machine,s die geen stroom/spanning
terugkoppeling bezitten , zijn de pennen F
en H op de 14 polige stekkerverbinding, niet
aangesloten.
Plaats de beschermkap terug als u klaar bent.
. In de illustraties van de DIP-schakelaar S1 worden de bovenste
schuifjes van de schakelaars in wit weergegeven. De bovenstaande
schakelaars staan bijvoorbeeld allemaal in de Off-stand.
. Wanneer de instellingen van de DIP-schakelaars worden gewijzigd,
dient u het apparaat uit te schakelen en vervolgens weer in te scha-
kelen voordat de nieuwe instellingen worden doorgevoerd. De DIP-
schakelaars worden alleen bij het opstarten gelezen.
Benodigde gereedschappen:
1/4”
Deze afbeelding toont de
fabrieksinstelling van S1.
Stroomdetectie uitschakelen
(AAN)
S1-1 en S1-2
S1-1 en S1-2
Uit = Run−In snelheid wordt inge-
steld d.m.v. pot.meter P1 op stuur-
print PC1
S1-1 en S1-2
S1-1 en S1-2
Automatische run−in (AAN)
(Fabrieksstandaard)
Automatische run−in (UIT)
Stroomdetectie uitschakelen
(UIT)
(Fabrieksstandaard)
Ref. 805 426-A
OM-1500-10 Pagina 15
Benodigde gereedschappen:
1/4”
4-7. Apparatuur bij instellingen DIP-schakelaar (alleen voor modellen met meters)
Hoge Snelheidsmotor
Meter/minuut
Standaard Motor
Meter/minuut
Digitale Meterfuncties
12345
12345
Ref. 802 946
Verwijder de beschermkap.
Plaats de beschermkap terug als u klaar bent.
OM-1500-10 Pagina 16
HOOFDSTUK 5 − WERKING
5-1. Aan/uit schakelaar
1 Aan/uit schakelaar
1
802 827-A
5
-2. Jog/Purge (manuele draad-/gasaanvoer)
1
802 828-A
2
1 Jog/Purge-drukknop
2 Draadsnelheidsregeling
3 Aansluiting voor de
toortsschakelaar
Druk op de Jog/Purge-schakelaar om
draad door te voeren zonder de las-
stroom of het gasklepcircuit in te scha-
kelen.
De draad kan ook worden doorge-
voerd met de toortsschakelaar. De
contactor wordt echter 3 seconden
ingeschakeld.
Indien de lasboog niet ontsteekt bin-
nen 3 seconden nadat de toortsscha-
kelaar is ingedrukt, zal het apparaat
maximaal twee minuten draad door-
voeren. Indien de toortsschakelaar
na twee minuten nog steeds is inge-
drukt, wordt het doorvoeren gestopt
om te voorkomen dat de draadrol he-
lemaal wordt afgewikkeld, zoals in
het geval van een beschadigde
toorts.
Terwijl het apparaat draad aan het
doorvoeren is, kan de
doorvoersnelheid aangepast worden
met de draadsnelheidsregeling.
Tijdens het doorvoeren toont het
apparaat de doorvoersnelheid, mits
deze is voorzien van meters.
Door op de Jog/Purge-knop te
drukken kunt u de gasleidingen
purgeren voordat u gaat lassen of het
gasdebiet instellen.
3
OM-1500-10 Pagina 17
5-3. Houdcontact
1 Houdcontact
Met deze functie kan de operator lassen
zonder de toortsschakelaar ingedrukt te
houden.
Om de 4 takt-functie te kunnen gebruiken,
moet de schakelaar in de aan-stand worden
gezet.
De operator moet de schakelaar minimaal
2 seconden en maximaal 6 seconden
ingedrukt houden alvorens deze weer los te
laten. Als de schakelaar wordt losgelaten
kan de operator blijven doorlassen.
Druk nogmaals op de schakelaar om te
stoppen met lassen.
1
802 828-A
5
-4. Spanningsregeling en digitale meters (alleen voor modellen met meters)
3
802 827-A
1
2
1 Voltmeter
De voltmeter toont het werkelijke of
vooraf ingestelde voltage uit de
lasbron via de 14−pin stuurkabel.
2 Draadsnelheidsmeter
De draadsnelheidsmeter is in de
fabriek reeds ingesteld op
inches/minuut. Voor een weergave
in meters/minuut, zie Sectie 4-7.
3 Spanningsregeling
Met deze regeling kan de spanning
van de lasbron worden aangepast.
. U kunt de vooraf ingestelde
voltageweergave op de
draadaanvoerkast aanpassen
zodat deze overeenkomt met
de weergave van uw lasbron
door P2 op de motor-
bedieningskast PC1 aan te
passen. Zie Sectie 6-2 voor de
locatie van P2.
OM-1500-10 Pagina 18
HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD
6-1. Routineonderhoud
! Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint.
3 maanden
Vervang
onleesbare
labels.
Maak de
lasaansluit-
klemmen
schoon en
draai ze aan.
Repareer of
vervang
een kapotte
laskabel.
Controleer de
stuurkabel.
Controleer gasslang
en -aansluitingen.
Controleer de
toortskabel.
Vervang
onderdelen
waar barstjes
of scheurtjes
inzitten.
6 maanden
Blaas de binnenzijde
schoon of gebruik
daarvoor een stof-
zuiger. Reinig hem
maandelijks bij
intensief gebruik.
Of
Reinig de aan-
drijfrollen.
Aantekeningen
OM-1500-10 Pagina 19
6
-2. Diagnostiek
Foutmeldingen
Fouten worden aangegeven door LED3 op
PC1 of op het scherm (op modellen met
meters). Om LED3 te zien, met u het apparaat
uitschakelen, de beschermkap verwijderen
en het apparaat aanzetten. U kunt LED3 het
beste vanaf de linkerzijde van het apparaat
bekijken.
De LED knippert in een cyclus van
2,5 seconden. Het type fout wordt
aangegeven door het aantal keren dat de LED
knippert.
De prioriteit van de foutmelding bepaalt het
aantal keren dat de LED knippert. Hoe vaker
de LED knippert, hoe ernstiger de fout (een
motorfout is de ernstigste fout). Een
ernstigere fout heeft prioriteit over een minder
ernstige fout (bij een motorfout en een
communicatiefout, knippert de LED viermaal
om de motorfout aan te geven).
De communicatiefout treedt op na
2,5 seconden na verlies van de
communicatie tussen de motor en de
meterkaart (indien aanwezig). De gebruiker
mag bij deze fout doorgaan met lassen. De
fout kan worden verholpen door het toestel
af te zetten, minimaal twee seconden te
wachten en daarna het toestel weer aan te
zetten.
De toortsschakelaarfout treedt op als de
gebruiker de schakelaar meer dan twee
minuten vasthoudt zonder een boog te
maken (mits de functie “Stroomdetectie
Uitschakelen” niet is ingeschakeld), en
wanneer de gebruiker de schakelaar
ingedrukt houdt na de gasnastroomfase
tijdens een tijdsgeregelde las. Deze fout
treedt eveneens op wanneer de schakelaar
ingedrukt is op het moment dat de
draadaanvoerkast wordt ingeschakeld.
Laat de toortsschakelaar los.
De tachometerfout treedt 2 seconden na
het wegvallen van tachometerterug-
koppeling op. U kunt gewoon verder gaan
met lassen. De motorsnelheid wordt
gereguleerd aan de hand van het voltage en
de stroom.
De motorfout geeft aan dat de motor te
lang te veel stroom heeft gebruikt. U kunt dit
oplossen door de draadsnelheid te verlagen
of door de belasting van de motor te
verminderen.
1
In de illustratie is voor de duidelijkheid het
frontpaneel verwijderd. Bij normaal gebruik
is het frontpaneel gewoon gemonteerd.
Weergave op meter
(Indien aanwezig)
Gemelde fout
LED3 Cyclus op motor-
bedieningskaart PC1
HELP 1
HELP 2
HELP 3
HELP 4
1 x knipperen
2 x knipperen
3 x knipperen
*4 x knipperen
Communicatiefout
Toortsschakelaarfout
Tachometerfout
Motorfout
*Vanwege het feit dat de indicatie On en de indicatie Off gelijk zijn
in een cyclus van vier knipperindicaties, komt deze over als een
constante knipperindicatie.
1 Beschermkap
2 Motorbedieningskaart PC1
3 LED3
4P2
4
2
3
Ref. 805 084-A / 805 426-A
OM-1500-10 Pagina 20
6-3. Storingen
! Ontkoppel de voeding voordat u met het verhelpen van de storing begint.
Probleem Oplossing
De draad voedt, het beschermgas
stroomt, maar elektrodedraad wordt
niet van stroom voorzien.
Controleer kabelaansluitingen. Controleer kabels op continuïteit en repareer of vervang kabels indien
nodig (zie Sectie 4-2).
De draadaanvoer staat aan, er brandt
geen lichtje, de motor loopt niet, de
gasklep en contractor van de lasbron
trekken niet in.
Controleer en reset circuitbreker bij de lasbron.
Tijden het lassen stopt de voeding via
de elektrodedraad of de voeding
verloopt niet correct.
Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van
het pistool.
Kijk de schakelaar van het pistool na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Stel de naafspanning en de druk van de aandrijfrol opnieuw aan (zie Sectie 4-5).
Kies de aangepaste aandrijfrol (zie 4-5).
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol.
Foute afmeting of versleten draadgeleiders.
Vervang de contacttip of de geleiding. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool.
Verwijder lasspatten of vreemde substantie rondom de opening van het toortseind.
Laat een door de fabriek erkende servicebureau de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken.
Motor loopt langzaam. Controleer op juiste ingangsvoltage.
De draadaanvoerkast staat aan, de
lichtjes branden, maar het apparaat
werkt niet.
Controleer de draden van de toortsschakelaar op continuïteit, en repareer de draden of vervang het
pistool.
OM-1500-10 Pagina 22
HOOFDSTUK 8 − ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
802 943-A
Fig 8-2
21
Fig 8-3
4
1
2
6
14
15
16
17
18
19
20
5
7
8
9
10
11
12
11
10
13
3
9
22
Figuur 8-1. Hoofdassemblage
Geldig vanaf 1 januari 2014
(Installaties waarvan het serienummer begint met “ME” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete
waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepa-
lingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Apple-
ton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties
die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie
geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE
VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EX-
PLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN
GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderde-
len of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fa-
bricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen.
Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte wor-
den gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller in-
structies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop
volgt.
In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode
zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die
hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag
dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of 12
maanden nadat de installatie naar een internationale distributeur
gezonden is.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen
(uitgezonderd de Classic-serie) (geen arbeidsloon)
* Lasaggregaten met verbrandingsmotor
(LET OP: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
* Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders
aangegeven)
* Stroombronnen plasmasnijders
* Procesregelapparatuur
* Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen − alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
* Rookafzuigers − Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
* Automatisch bewegende apparatuur
* CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen
arbeidsloon)
* Externe bewakingsapparatuur en sensoren
* Inbouwopties
(LET OP: Field Options zijn gedekt voor de resterende
garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar
— afhankelijk van welke van de twee het langste
duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
* Rookafzuigers − Filtair 130, MWX- en SWX-serie
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(LET OP: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate
pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken
* Wielonderstellen/trailers
* Puntlasapparatuur
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek
lassen
* Waterkoelingssystemen
* TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers
* Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
* LiveArc- een computer las-help systeem
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken,
magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen
van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen
die niet meer goed werken als gevolg van normale
slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt
bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door an-
deren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderde-
len vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of
verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installa-
ties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben ge-
had, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de
aangegeven toepassingen voor de installatie.
MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN
GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUI-
KERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING
HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASIN-
STALLATIES.
In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie,
zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2)
vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in
bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of
vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4)
krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke
waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het
retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant.
Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met
inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in
Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd
onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen
compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden
toegestaan.
VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN AN-
DERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE
HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CON-
TRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS,
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ON-
RECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GE-
VOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST).
MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP
DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE
UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS,
EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING
M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN
CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE
DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN,
IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE
OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE
OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU
VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE
RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE
GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF
GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrek-
king tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende
schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus
bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn
voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun-
nen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kun-
nen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra
garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin
zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen
zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag wor-
den afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke
rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kun-
nen echter per provincie verschillen.
miller warr_dut 2014−04−14
Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. © 2014 Miller Electric Mfg. Co 2014-01
Miller Electric Mfg. Co.
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
S.v.p. volledig invullen en goed bewaren.
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Technische handboeken (onderhoudsinformatie
en onderdelen)
Stroomkringschema’s
Handboeken over lasprocessen
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Neem contact op met de transportafdeling van uw
distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur
voor hulp bij het indienen en afhandelen van scha-
declaims.
Service
Papieren van de eigenaar
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens verscheping,
Contacteer een verdeler of een service bureau

Documenttranscriptie

OM-1500-10/dut 207 748V 2014−05 Processen MIG/MAG lassen Lassen met gevulde draad (met of zonder gasbescherming) Beschrijving Draadaanvoerkast S-74S, S-74D CE HANDLEIDING www.MillerWelds.com Van Miller voor u Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders dan meteen goed te doen. Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was. Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in 1929 zijn vastgelegd. Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u rekenen op jarenlange betrouwbare service en goed onderhoud. En mocht uw apparatuur om wat voor reden dan ook ooit moeten worden gerepareerd, dan kunt u in het hoofdstuk Onderhoud & Storingen precies nagaan wat het probleem is. Aan de hand van de onderdelenlijst kunt u bepaMiller was de allereerste len welk onderdeel u precies nodig hebt om het fabrikant van lasapparatuur in de VS die het ISO 9001 probleem te verhelpen. Ook vindt u de garantie kwaliteitscertificaat behaal- en de onderhoudsinformatie voor uw specifieke de. model bijgesloten. Miller Electric maakt een complete lijn lasapparaten en aanverwante lasproducten. Wilt u meer informatie over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke productleaflets voor u. Elke krachtbron van Miller gaat vergezeld de meest probleemloze garantie in onze bedrijfstak − u werkt er hard genoeg voor. INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-1. De betekenis van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-2. De risico’s van het booglassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2-2. Diverse symbolen en definities . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-2. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3-3. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-1. Keuze van de locatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-2. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermechanisme . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-3. Informatie over 14-pin stekker PLG12 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-4. Tabel met draadtype, diameter en draadsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-5. Lasdraad installeren en doorvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-6. Interne DIP-schakelaars instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4-7. Apparatuur bij instellingen DIP-schakelaar (alleen voor modellen met meters) . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 5 − WERKING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-1. Aan/uit schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-2. Jog/Purge (manuele draad-/gasaanvoer) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-3. Houdcontact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5-4. Spanningsregeling en digitale meters (alleen voor modellen met meters) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-1. Routineonderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-2. Diagnostiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6-3. Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 7 − ELECTRISCH SCHEMA . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . HOOFDSTUK 8 − ONDERDELENLIJST . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . GARANTIE 1 1 1 3 4 5 5 7 7 8 9 9 9 9 10 10 11 12 12 13 14 15 16 16 16 17 17 18 18 19 20 21 22 HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK dut_som_2013−09 7 Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze op en bewaar ze. 1-1. De betekenis van de symbolen GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst. OPGELET − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan persoonlijk letsel. . Aanduiding voor speciale instructies. Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/ van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDELEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg de symbolen en de bijbehorende instructies om deze risico’s te vermijden. 1-2. De risico’s van het booglassen Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen te voorkomen. De veiligheidsinformatie hieronder is slechts een samenvatting van de veiligheidsvoorschriften in Sectie {+}. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften. D Alleen bevoegde personen moeten dit onderdeel installeren, bedienen, onderhouden en repareren. D Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens het gebruik van dit apparaat. D Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk zijn D Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan fatale schokken en ernstige brandwonden veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het voedingsgedeelte en de interne circuits van de machine staan eveneens onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren opleveren. D D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan D D D D D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming zonder gaten D D D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiematjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met de grond of het werkstuk te voorkomen D D Gebruik geen wissel−(AC) uitgangsspanning in een vochtige omgeving, als u beperkte bewegingsvrijheid hebt of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het lasproces dit vereist. D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de volgende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen constructies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte lichaamshouding bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende D D D D D D D apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wisselstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasapparaat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen! Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de afstandsbediening als die op het apparaat aanwezig is. Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR 1910.147 (zie de Veiligheidsvoorschriften) Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voorschriften. Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos. Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel regelmatig op beschadigingen of blootliggende bedrading − en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is − blootliggende bedrading kan dodelijk zijn. Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen heet metaal en vonken. Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggende bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn. Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt. Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbonden kabels. Draag de kabels niet op uw lichaam. Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel. Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk, de grond of een andere elektrode van een ander apparaat. Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of vervang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het apparaat zoals beschreven staat in de handleiding. Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats. Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed metaal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel. Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enkele lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt gebruikt. Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur gebruikt in vochtige of natte locaties. OM-1500−10 Pagina 1 Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen. D Zet de gelijkstroom-wisselstroomomzetter uit, maak de voedingsstekker los en ontlaad de invoercondensatoren overenkomstig de aanwijzingen in de Sectie Onderhoud, voordat u enig onderdeeel aanraakt. Door HETE ONDERDELEN kunnen brandwonden ontstaan. D Hete onderdelen niet met blote handen aanraken D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan gaat werken. D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en −kleding om brandwonden te voorkomen. ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk zijn. Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw gezondheid. D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in. D Als u binnen last, ventileer de ruimte dan goed en/of zorg dat lasrook en gassen afgezogen worden. De aanbevolen manier om te bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid. D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder uw helm D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen tegen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw anderen om niet in de boog te kijken. D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbescherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen en een pet. LASSEN kan brand of explosies veroorzaken Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen. De rondvliegende vonken, de temperatuur van het werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen. D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende materialen. D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar materiaal kunnen raken. D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet metaal. D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes kunnen vliegen. D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gasmasker. D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, scheidingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegenovergestelde zijde D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen en zorg dat u alles goed begrijpt. D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgeslagen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Veiligheidsvoorschriften). D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn. Zorg voor veilige ademlucht. D Niet lassen op plaatsen waar de omgevingslucht brandbaar stof, gas of vloeistofdampen (bijv. van benzine) kan bevatten. D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irriterende gassen vormen D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien. D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen produceren als ze gelast worden. D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbescherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen, een zwaar overhemd, een broek zonder omslag, hoge schoenen en een pet. De STRALEN UIT DE BOOG kunnen ogen en huid verbranden Boogstralen van het lasproces produceren zichbare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond. D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een lashelm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de Veiligheidsvoorschriften). OM-1500−10 Pagina 2 D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s vermeden kunnen worden D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan de contactbuis als niet gelast wordt. D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of lucifers bij u draagt als u gaat lassen. D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn. D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen zwaardere nemen of deze doorverbinden. D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aanwezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt. D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen en zorg dat u alles goed begrijpt. RONDVLIEGEND METAAL of STOF kan de ogen verwonden. D Door lassen, bikken, het gebruik van draadborstels en slijpen kunnen vonken en rodvliegende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen. D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs onder uw lashelm. GASVORMING kan schadelijk voor de gezondheid of zelfs dodelijk zijn D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u geen gas gebruikt. D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of gebruik goedgekeurde beademingsapparatuur ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde medische apparatuur. D Mensen die een pacemaker of een ander geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten uit de buurt blijven. D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverwarmen. LAWAAI kan het gehoor aantasten GASFLESSEN kunnen exploderen als ze beschadigd worden Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal gesproken een onderdeel uitmaken van het van het lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan. D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen. D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze niet kunnen vallen of omkantelen. D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroomkringen D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles. D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles. D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg zijn. D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed. D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan staan wanneer u het ventiel opent. D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zitten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik. D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een voldoende aantal personen om gasflessen te tillen en verplaatsen D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheidsvoorschriften staat. Lawaai van bepaalde werkzaamheden of apparatuur kan uw gehoor aantasten D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als het geluidsniveau te hoog is 1-3. Aanvullende symbolen voor installatie, bediening en onderhoud BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven of vlakbij ontbrandbare oppervlakken. D Het apparaat niet in de buurt van brandbare stoffen installeren. D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat aan kan. VALLENDE APPARATUUR kan letsel veroorzaken. D D D D D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere accessoires. Gebruik gereedschap met voldoende capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen. Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder het apparaat uitsteken. Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen. Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of apparatuur de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110). TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden tot OVERVERHITTING. D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan de nominale inschakelduur. D Verminder de stroomsterkte of de inschakelduur voordat u opnieuw begint met lassen. D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet. RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. D Draag gezichtsbescherming om de ogen en het gezicht te beschermen. D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hierbij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de buurt houden. STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PCkaarten beschadigen D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u printplaten of onderdelen aanraakt. D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen voor het opslaan, verplaatsen of transporteren van PC-printplaten. OM-1500−10 Pagina 3 BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken. D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aandrijfrollen. LASDRAAD kan letsel veroorzaken D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aanwijzing krijgt om dat te doen. D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, andere mensen of op enig materiaal als de draad wordt ingevoerd. LEES DE INSTRUCTIES. D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en alle waarschuwingslabels, voordat u de machine installeert, gebruikt of er onderhoud aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op. Lees de veiligheidsinformatie aan het begin van de handleiding en in elk hoofdstuk. D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabrikant. D Voer onderhoud en service uit zoals vermeld in de Handleidingen, de industriële normen en de landelijke en ter plekke geldende regelgeving. H.F. STRALING kan storingen veroorzaken ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan letsel veroorzaken. D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te laden of om voertuigen te starten tenzij het een acculaadvoorziening heeft die hiervoor speciaal is bedoeld. BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals ventilatoren. D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen verwijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken. D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding weer aan. RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken. D Draag gezichtsbescherming voor ogen en gezicht te beschermen. D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is van de juiste beschermkast en die op een veilige locatie staat. Draag tijdens het slijpen de nodige gezichts-, hand- en lichaamsbescherming. D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de buurt houden. D D D D D Hoog-frequente straling kan storing veroorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten, computers en communicatie-apparatuur. Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektronische apparatuur deze installatie uitvoeren. De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de installatie Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de apparatuur. Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden. D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht, houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een minimum te beperken. BOOGLASSEN veroorzaken. kan interferentie D Elektromagnetische energie kan interferentie veroorzaken bij gevoelige elektronische apparatuur zoals computers en computergestuurde apparatuur zoals robots. D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagnetisch compatibel is. D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de vloer. D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van gevoelige elektronische apparatuur. D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze handleiding wordt geïnstalleerd en geaard. D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming van het werkterrein. 1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen Las- en snijapparatuur produceert dampen of gassen die chemicaliën bevatten waarvan het de Staat Californië bekend is dat ze geboorteafwijkingen en, in sommige gevallen, kanker veroorzaken. (California Health & Safety Code, sectie 25249.5 en volgend.) OM-1500−10 Pagina 4 Dit product bevat chemicaliën, waaronder lood waarvan het de Staat Californië bekend is dat het kanker, geboorteafwijkingen of andere voortplantingsproblemen veroorzaakt. Was na gebruik uw handen. 1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, ANSI Standard Z49.1, is available as a free download from the American Welding Society at http://www.aws.org or purchased from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Combustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0, from Global Engineering Documents (phone: 1-877-413-5184, website: www.global.ihs.com). National Electrical Code, NFPA Standard 70, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org and www. sparky.org). Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1, from Compressed Gas Association, 14501 George Carter Way, Suite 103, Chantilly, VA 20151 (phone: 703-788-2700, website:www.cganet.com). Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard W117.2, from Canadian Standards Association, Standards Sales, 5060 Spectrum Way, Suite 100, Ontario, Canada L4W 5NS (phone: 800-463-6727, website: www.csa-international.org). Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection, ANSI Standard Z87.1, from American National Standards Institute, 25 West 43rd Street, New York, NY 10036 (phone: 212-642-4900, website: www.ansi.org). Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot Work, NFPA Standard 51B, from National Fire Protection Association, Quincy, MA 02269 (phone: 1-800-344-3555, website: www.nfpa.org. OSHA, Occupational Safety and Health Standards for General Industry, Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910, Subpart Q, and Part 1926, Subpart J, from U.S. Government Printing Office, Superintendent of Documents, P.O. Box 371954, Pittsburgh, PA 15250-7954 (phone: 1-866-512-1800) (there are 10 OSHA Regional Offices— phone for Region 5, Chicago, is 312-353-2220, website: www.osha.gov). Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation, The National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH), 1600 Clifton Rd, Atlanta, GA 30333 (phone: 1-800-232-4636, website: www.cdc.gov/NIOSH). 1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen (en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch veld rondom het lascircuit. Elektromagnetischevelden kunnen interferentie veroorzaken bij bepaalde medische implantaten zoals pacemakers. Voor personen die medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor passanten of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risicobeoordelingen uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende procedures naleven om zo blootstelling aan elektro−magnetischevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken: 1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te plakken of gebruik kabelbescherming. 2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan één kant en weg van de gebruiker. 3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam. 4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de apparatuur in de lasstroomkring. 5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de las. 6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten en er niet op leunen. 7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het draadaanvoersysteem draagt. Over geïmplanteerde medische apparatuur: Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen. OM-1500−10 Pagina 5 HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES 2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities . Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten. Waarschuwing! Pas op! Kans op gevaar (zie de symbolen). Safe1 2012−05 Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing). Hergebruik of recycle elektrische en elektronische apparatuur die niet langer wordt gebruikt (WEEE). Voer het af naar een daarvoor inleverstation. Neem contact op de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie. Safe37 2012−05 Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode (draad) niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte handschoenen dragen. Safe57 2012−05 Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde. Safe58 2012−06 Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken. Safe5 2012−05 Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Safe59 2012−05 Gebruik actieve ventilatie of een afvoersysteem om de dampen van de werkplek af te voeren. Safe60 2012−06 Gebruik een ventilator om de dampen af te voeren. Safe61 2012−06 Houd brandbare stoffen uit de buurt van het laswerk. Niet lassen vlakbij brandbare stoffen. Safe62 2012−06 Lasvonken kunnen brand veroorzaken. Zorg dat er een brandblusapparaat in de buurt is en zorg dat er een toezichthouder is die klaarstaat om dit gebruiken. Safe63 2012−06 OM-1500-10 Pagina 7 Niet op vaten of dichte containers e.d. lassen. ? Safe64 2012−06 Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af. Safe20 2012−05 Aandrijfrollen kunnen de vingers verwonden. Safe32 2012−05 De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning − houd handen en metalen objecten uit de buurt ervan. Safe33 2012−05 Draag een hoofddeksel en een veiligheidsbril. Bescherm uw oren en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een lashelm met de juiste filtersterkte. Draag bescherming voor uw hele lichaam. Safe66 2012−06 Begin uw opleiding door de handleiding door te lezen vooraleer het werk aan de machine aan te vatten of vóór het lassen. Safe65 2012−06 2-2. Diverse symbolen en definities . Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten. Uitgang X I1 A Ampère V Volt Gelijkstroom (DC) IP Hz Beschermingsgraad Inschakelduur Draadaanvoer Percent Ingang Draad verplaatsen naar het werkstuk toe (zonder boog) Doorspoelen met gas Constante stroom Automatische zekering Constante spanning Set Up Houdfunctie van de toortsschakelaar uit Houdfunctie van de toortsschakelaar aan Nominale lasstroom Verhogen Primaire stroomsterkte Sequence Programma Proces Draadtype Type gas Verstelbare inductantie Tijd Boogregeling Toortsschakelaar Gasvoorstroomtijd Gasnastroomtijd Enkelfase Driefasen Netaansluiting Gasinvoer Lees de instructies OM-1500-10 Pagina 8 U1 Primaire spanning I2 U2 Uitgangsspanning belast Hertz HOOFDSTUK 3 − TECHNISCHE 3-1. Locatie van typeplaatje met serienummer en aansluitgegevens Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de voorzijde te vinden. Op het typeplaatje kunt u de elektrische spanning en het vermogen aflezen dat de apparatuur nodig heeft, en welk vermogen het kan leveren. Wij raden aan het serienummer te noteren op de achterzijde van deze handleiding, in het daarvoor bestemde vak, zodat u dit nummer altijd bij de hand hebt als u het in de toekomst nodig hebt. 3-2. Technische gegevens Type ingangsvermogen Type lasstroombron 24 V AC 1-fase 10 Ampères 50/60 Hertz Constante Voltage (CV) DC met 14-pinstekker en contactorbediening Snelheidsbereik draadtoevoer Bereik draaddiameter Nominale lasstroom Algehele afmetingen Gewicht Standaard: 1,3 tot 19,8 mpm 0,6 tot 3,2 mm 100 V, 750 A, 100% inschakelduur Lengte: 686 mm 20,41 kg Breedte: 318 mm Optionele hoge snelheid: 2,3 tot 36,4 mpm Max. vermogen draadspoel 457 mm Hoogte: 356 mm Maximum spoelgewicht: 27 kg 3-3. Belangrijke informatie betreffende CE-producten (voor verkoop binnen de EU) A. IP graad IP graad IP2X Deze apparatuur is ontworpen voor gebruik binnen, en niet voor opslag of gebruik buiten. B. Informatie over Elektromagnetische Velden (EMV) ! Deze apparatuur mag niet worden gebruikt door het algemene publiek aangezien de EMV-grenzen voor het algemene publiek mogelijk kunnen worden overschreden tijdens het lassen. Deze apparatuur is gebouwd conform EN 60974−1 en is louter bedoeld voor beroepsmatig gebruik (waar het algemene publiek geen toegang heeft of waar toegang zodanig is geregeld dat deze gelijk is aan beroepsmatig gebruik) en alleen door een deskundig gebruiker of iemand die hiertoe is opgeleid. Draadaanvoersystemen en aanvullende apparatuur (zoals toortsen, vloeistofkoelsystemen en lasboog− en stabilisatieapparatuur) die onderdeel uitmaken van het lascircuit mogen geen belangrijke bijdrage leveren aan het EMV. Zie de gebruikershandleidingen van alle onderdelen van de lasstroomkring voor meer informatie over EMV-blootstelling. S S De meting van de EMV voor deze apparatuur vond plaats op een afstand van 0,5 meter. Op een afstand van 1 meter waren de waarden van de EMV-blootstelling minder dan 20% van de toegestane waarden. ce-emf 1 2010-10 C. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) ! Diese Klasse A Ausrüstung ist nicht für die Anwendung in Wohngebieten gedacht, in denen die Stromversorgung über das öffentliche Niederspannungssystem gewährleistet wird. Aufgrund leitungsgeführter sowie gestrahlter Störgrößen können möglicherweise Schwierigkeiten bei der Sicherung der elektromagnetischen Verträglichkeit an diesen Orten auftreten. ce-emc 3 2011−09 OM-1500-10 Pagina 9 HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE 4-1. Keuze van de locatie 3 4 ! De draadaanvoerkast niet plaatsen waar de lasdraad de cilinder raakt. ! Beweeg het apparaat niet of gebruik het niet op een plaats waar het kan omslaan. 1 2 Draadaanvoerkast Rubberpoten Kies de gleuf waarbij alle rubberpoten stevig boven op de lasstroombron staan. 1 3 4 5 Draadspoel/haspel Gasfles met slang en gasontspanner (door de klant geleverd) . Druk van het beschermgas moet lager blijven dan 689 kPa (6,89 Bar). 2 5 6 Lasstroombron Rollend Onderstel 6 . De getoonde draadaanvoerkast geeft slechts een indicatie en is niet representatief voor het werkelijke apparaat. 802 806-A OM-1500-10 Pagina 10 4-2. Aansluitingen achterpaneel en kantelbaar draadaanvoermechanisme 1 2 14-pin controlekabel - 3,0 m Beschermgasaansluiting Sluit de door de klant geleverde gasslang met rechtsdraaiende 5/8-18 schroefdraad aan. . Druk van het beschermgas moet lager blijven dan 689 kPa (6,89 Bar). 3 4 5 6 7 7 2 Laskabelklem Laskabel Draadaanvoermechanisme Klemschroef voor het roterende draadaanvoermechanisme Plaats van gegevenslabel U draait het draadaanvoermecanisme door de schroef los te draaien, het mechanisme te draaien en de schroef weer vast te draaien. 1 3 4 5 6 Benodigde gereedschappen: 9/16, 5/8” 3/16” 802 824-A / 802 825-A / 246 041-A OM-1500-10 Pagina 11 4-3. Informatie over 14-pin stekker PLG12 Pin* AFSTANDSBEDIENDE 14 J K I H A 24 V AC t.o.v. pin G. B Het sluiten van het contact naar A maakt het 24 V AC contactorstuurcircuit volledig en zorgt dat er uitgangsspanning mogelijk is. G Gemeenschappelijke voor het 24 V AC circuit. C +10 V DC ingaand signaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D. D Gemeenschappelijke van het afstandsbedieningcircuit. E 0 tot +10 V DC uitvoersignaal van lasbron naar draadtoevoer t.o.v. D. H Spanningsterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 10 V boogspanning. F Stroomterugkoppeling; 0 tot +10 V DC, +1 volt per 100 A lasstroom. A B L C M D E Pininformatie N G F * De overige pinnen worden niet gebruikt. 4-4. Tabel met draadtype, diameter en draadsnelheid Motortype Draadtype Draaddiameter Draadsnelheid (60974−5) Standaard Standaard Alle 0,6 tot 2 mm 1,4 tot 19,6 mpm Alle 2,4 tot 2,8 mm 1,4 tot 17,8 mpm Standaard Alle 3,2 mm 1,4 tot 7,6 mpm Optionele hoge snelheidsmotor Alle 0,6 tot 2 mm 2,3 tot 36,6 mpm OM-1500-10 Pagina 12 4-5. Lasdraad installeren en doorvoeren Installeer de draadgeleiders en de antislijtagegeleider. Installeer draadspoel. Stel de spanmoer zodanig in dat de elektrodedraad strak blijft als de draadaanvoer stopt. Installeer aandrijfrollen. Drukindicatie Aanpassen druk achterste rollen Aanpassen druk voorste rollen Draad glijdt Draad glijdt niet NIET-GELEIDEND OPPERVLAK NIET-GELEIDEND OPPERVLAK Aandrijfrollen Benodigde gereedschappen: 3/16, 5/64” Achterkant van toorts 15/16, 3/8” Uiteinde van de draadgeleider . Zorg ervoor dat de uitgangsdraadgeleiding geschikt is voor de draaddiameter. Plaats bij het installeren van de toorts de draadgeleiding (die uitsteekt uit uitgangsdraadgeleider) zo dicht mogelijk bij de aandrijfrollen zonder dat deze worden geraakt. Installeer de toorts. Leg de toortskabel zo recht mogelijk. Knip einde van de draad af. Duw de draad door de invoer naar de aandrijfrollen; houd de draad vast. Druk op de Jog-knop om de draad uit de toorts te voeren. . Bij zachte draad of dunne roestvrij staal- . U draad de druk van de achterste aandrijfrollen instellen op de helft van de druk van de voorste aandrijfrollen. kunt de druk van de aandrijfrollen aanpassen door het toortseind ongeveer 51 mm van een niet-geleidende oppervlakte te houden en de toortsschakelaar in te drukken om de draad tegen het oppervlak te voeren. Aandraaien, zodat de rollen niet op de draad glijden. Niet te strak vastdraaien. Indien de draad volledig klem raakt, moeten de aandrijfrollen op de draad glijden (zie aanpassen van de druk, hierboven). Knip de draad af. Sluit de kap. Ref. 156 929-A / Ref. 150 922 / Ref. 156 930 / S-0627-A OM-1500-10 Pagina 13 4-6. Interne DIP-schakelaars instellen Verwijder de beschermkap. 1 DIP-schakelaar S1 op motorkaart PC1 w Instellen van de functie Stroomdetectie Uitschakelen (S1-1) De functie Stroomdetectie Uitschakelen wordt gebruikt om automatische Run-in inactief te maken wanneer er een lasbron wordt gebruikt die geen stroom- terugkoppeling via de 14-pin aansluiting levert. . Op machine,s die geen stroom/spanning terugkoppeling bezitten , zijn de pennen F en H op de 14 polige stekkerverbinding, niet aangesloten. Plaats de beschermkap terug als u klaar bent. Deze afbeelding toont de fabrieksinstelling van S1. P1 1 . In de illustraties van de DIP-schakelaar S1 worden de bovenste schuifjes van de schakelaars in wit weergegeven. De bovenstaande schakelaars staan bijvoorbeeld allemaal in de Off-stand. . Wanneer de instellingen van de DIP-schakelaars worden gewijzigd, Benodigde gereedschappen: 1/4” dient u het apparaat uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen voordat de nieuwe instellingen worden doorgevoerd. De DIPschakelaars worden alleen bij het opstarten gelezen. Positie-instellingen en resultaten voor DIP-schakelaar S1 op PCI Automatische run−in (AAN) Automatische run−in (UIT) (Fabrieksstandaard) S1-1 en S1-2 Aan = Run−In snelheid is ongeveer de helft van de ingestelde draadsnelheid Stroomdetectie uitschakelen (AAN) S1-1 en S1-2 S1-1 en S1-2 Uit = Run−In snelheid wordt ingesteld d.m.v. pot.meter P1 op stuurprint PC1 Aan = Functie Stroom detectie Uitschakelen. Gebruik deze instelling bij lasbronnen die geen stroom-terugkoppeling via de 14-pin aansluiting leveren. De Run-in is inactief. Stroomdetectie uitschakelen (UIT) (Fabrieksstandaard) S1-1 en S1-2 Uit = Stroom moet worden gedetecteerd uit stroombronnen die stroom-terugkoppling via de 14-pin aansluiting leveren om van Run-in naar lasconditie over te gaan. De Run-in is actief. Ref. 805 426-A OM-1500-10 Pagina 14 4-7. Apparatuur bij instellingen DIP-schakelaar (alleen voor modellen met meters) Verwijder de beschermkap. Plaats de beschermkap terug als u klaar bent. Digitale Meterfuncties 4 3 2 1 1 2 3 4 5 Hoge Snelheidsmotor Meter/minuut 5 Standaard Motor Meter/minuut Benodigde gereedschappen: 1/4” Ref. 802 946 OM-1500-10 Pagina 15 HOOFDSTUK 5 − WERKING 5-1. Aan/uit schakelaar 1 Aan/uit schakelaar 1 802 827-A 5-2. Jog/Purge (manuele draad-/gasaanvoer) 1 2 3 Jog/Purge-drukknop Draadsnelheidsregeling Aansluiting voor de toortsschakelaar Druk op de Jog/Purge-schakelaar om draad door te voeren zonder de lasstroom of het gasklepcircuit in te schakelen. • De draad kan ook worden doorgevoerd met de toortsschakelaar. De contactor wordt echter 3 seconden ingeschakeld. • Indien de lasboog niet ontsteekt binnen 3 seconden nadat de toortsschakelaar is ingedrukt, zal het apparaat maximaal twee minuten draad doorvoeren. Indien de toortsschakelaar na twee minuten nog steeds is ingedrukt, wordt het doorvoeren gestopt om te voorkomen dat de draadrol helemaal wordt afgewikkeld, zoals in het geval van een beschadigde toorts. 2 3 1 • Terwijl het apparaat draad aan het doorvoeren is, kan de doorvoersnelheid aangepast worden met de draadsnelheidsregeling. Tijdens het doorvoeren toont het apparaat de doorvoersnelheid, mits deze is voorzien van meters. • Door op de Jog/Purge-knop te drukken kunt u de gasleidingen purgeren voordat u gaat lassen of het gasdebiet instellen. 802 828-A OM-1500-10 Pagina 16 5-3. Houdcontact 1 1 Houdcontact Met deze functie kan de operator lassen zonder de toortsschakelaar ingedrukt te houden. 802 828-A • Om de 4 takt-functie te kunnen gebruiken, moet de schakelaar in de aan-stand worden gezet. • De operator moet de schakelaar minimaal 2 seconden en maximaal 6 seconden ingedrukt houden alvorens deze weer los te laten. Als de schakelaar wordt losgelaten kan de operator blijven doorlassen. • Druk nogmaals op de schakelaar om te stoppen met lassen. 5-4. Spanningsregeling en digitale meters (alleen voor modellen met meters) 1 Voltmeter De voltmeter toont het werkelijke of vooraf ingestelde voltage uit de lasbron via de 14−pin stuurkabel. 2 1 2 3 Draadsnelheidsmeter De draadsnelheidsmeter is in de fabriek reeds ingesteld op inches/minuut. Voor een weergave in meters/minuut, zie Sectie 4-7. 3 Spanningsregeling Met deze regeling kan de spanning van de lasbron worden aangepast. .U kunt de vooraf ingestelde voltageweergave op de draadaanvoerkast aanpassen zodat deze overeenkomt met de weergave van uw lasbron door P2 op de motorbedieningskast PC1 aan te passen. Zie Sectie 6-2 voor de locatie van P2. 802 827-A OM-1500-10 Pagina 17 HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD 6-1. Routineonderhoud ! Ontkoppel de voeding voordat u met het onderhoud begint. 3 maanden Maak de lasaansluitklemmen schoon en draai ze aan. Vervang onleesbare labels. Vervang onderdelen waar barstjes of scheurtjes inzitten. Controleer de stuurkabel. Repareer of vervang een kapotte laskabel. Controleer gasslang en -aansluitingen. Controleer de toortskabel. 6 maanden Blaas de binnenzijde schoon of gebruik daarvoor een stofzuiger. Reinig hem maandelijks bij intensief gebruik. Of Aantekeningen OM-1500-10 Pagina 18 Reinig de aandrijfrollen. 6-2. Diagnostiek 1 2 3 4 Beschermkap Motorbedieningskaart PC1 LED3 P2 2 3 1 4 In de illustratie is voor de duidelijkheid het frontpaneel verwijderd. Bij normaal gebruik is het frontpaneel gewoon gemonteerd. LED3 Cyclus op motorbedieningskaart PC1 Gemelde fout HELP 1 1 x knipperen Communicatiefout HELP 2 2 x knipperen Toortsschakelaarfout HELP 3 3 x knipperen Tachometerfout HELP 4 *4 x knipperen Motorfout Weergave op meter (Indien aanwezig) *Vanwege het feit dat de indicatie On en de indicatie Off gelijk zijn in een cyclus van vier knipperindicaties, komt deze over als een constante knipperindicatie. Ref. 805 084-A / 805 426-A • Foutmeldingen Fouten worden aangegeven door LED3 op PC1 of op het scherm (op modellen met meters). Om LED3 te zien, met u het apparaat uitschakelen, de beschermkap verwijderen en het apparaat aanzetten. U kunt LED3 het beste vanaf de linkerzijde van het apparaat bekijken. De LED knippert in een cyclus van 2,5 seconden. Het type fout wordt aangegeven door het aantal keren dat de LED knippert. De prioriteit van de foutmelding bepaalt het aantal keren dat de LED knippert. Hoe vaker de LED knippert, hoe ernstiger de fout (een motorfout is de ernstigste fout). Een ernstigere fout heeft prioriteit over een minder ernstige fout (bij een motorfout en een communicatiefout, knippert de LED viermaal om de motorfout aan te geven). • De communicatiefout treedt op na 2,5 seconden na verlies van de communicatie tussen de motor en de meterkaart (indien aanwezig). De gebruiker mag bij deze fout doorgaan met lassen. De fout kan worden verholpen door het toestel af te zetten, minimaal twee seconden te wachten en daarna het toestel weer aan te zetten. • De toortsschakelaarfout treedt op als de gebruiker de schakelaar meer dan twee minuten vasthoudt zonder een boog te maken (mits de functie “Stroomdetectie Uitschakelen” niet is ingeschakeld), en wanneer de gebruiker de schakelaar ingedrukt houdt na de gasnastroomfase tijdens een tijdsgeregelde las. Deze fout treedt eveneens op wanneer de schakelaar ingedrukt is op het moment dat de draadaanvoerkast wordt ingeschakeld. Laat de toortsschakelaar los. • De tachometerfout treedt 2 seconden na het wegvallen van tachometerterugkoppeling op. U kunt gewoon verder gaan met lassen. De motorsnelheid wordt gereguleerd aan de hand van het voltage en de stroom. • De motorfout geeft aan dat de motor te lang te veel stroom heeft gebruikt. U kunt dit oplossen door de draadsnelheid te verlagen of door de belasting van de motor te verminderen. OM-1500-10 Pagina 19 6-3. Storingen ! Ontkoppel de voeding voordat u met het verhelpen van de storing begint. Probleem Oplossing De draad voedt, het beschermgas stroomt, maar elektrodedraad wordt niet van stroom voorzien. Controleer kabelaansluitingen. Controleer kabels op continuïteit en repareer of vervang kabels indien nodig (zie Sectie 4-2). De draadaanvoer staat aan, er brandt geen lichtje, de motor loopt niet, de gasklep en contractor van de lasbron trekken niet in. Controleer en reset circuitbreker bij de lasbron. Tijden het lassen stopt de voeding via de elektrodedraad of de voeding verloopt niet correct. Kijk de aansluiting van de schakelaar van het pistool na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool. Kijk de schakelaar van het pistool na. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool. Stel de naafspanning en de druk van de aandrijfrol opnieuw aan (zie Sectie 4-5). Kies de aangepaste aandrijfrol (zie 4-5). Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol. Foute afmeting of versleten draadgeleiders. Vervang de contacttip of de geleiding. Zie de Handleiding voor de Eigenaar van het pistool. Verwijder lasspatten of vreemde substantie rondom de opening van het toortseind. Laat een door de fabriek erkende servicebureau de aandrijfmotor en printkaart PC1 nakijken. Motor loopt langzaam. Controleer op juiste ingangsvoltage. De draadaanvoerkast staat aan, de lichtjes branden, maar het apparaat werkt niet. Controleer de draden van de toortsschakelaar op continuïteit, en repareer de draden of vervang het pistool. OM-1500-10 Pagina 20 HOOFDSTUK 8 − ONDERDELENLIJST . De bevestigingsmaterialen zijn algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan. 6 7 5 8 9 10 11 12 11 10 9 14 13 16 17 4 18 15 Fig 8-3 3 2 1 19 20 21 22 Fig 8-2 802 943-A Figuur 8-1. Hoofdassemblage OM-1500-10 Pagina 22 Geldig vanaf 1 januari 2014 (Installaties waarvan het serienummer begint met “ME” of nieuwer) Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties. BEPERKTE GARANTIE − Afhankelijk van de onderstaande bepalingen en voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. Co., Appleton, Wisconsin, zijn erkende verdeler dat nieuwe Miller installaties die verkocht zijn na de geldende datum van deze beperkte garantie geen materiaal- en/of fabricagefouten hebben. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID. Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop volgt. In het geval van een dergelijke storing binnen de garantieperiode zal Miller garantieclaims toestaan op installaties met garantie die hieronder zijn vermeld. Alle garantieperioden gelden vanaf de dag dat de installatie geleverd werd aan de erkende verdeler, of 12 maanden nadat de installatie naar een internationale distributeur gezonden is. 1. 2. 3. 4. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon * Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen 3 jaar — Onderdelen en arbeidsloon * Automatisch verduisterende helmlenzen (uitgezonderd de Classic-serie) (geen arbeidsloon) * Lasaggregaten met verbrandingsmotor (LET OP: Motoren vallen onder een aparte garantie van de motorfabrikant.) * Voedingsbronnen van invertermachines (tenzij anders aangegeven) * Stroombronnen plasmasnijders * Procesregelapparatuur * Semi-automatische en automatische draadaanvoersystemen * Transformator/gelijkrichter stroombronnen 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon * Automatisch verduisterende helmlenzen − alleen Classic-serie (geen arbeidsloon) * Rookafzuigers − Capture 5 Filtair 400 en Industrial Collector-serie 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd * Automatisch bewegende apparatuur * CoolBelt en CoolBand blaasapparaten (geen arbeidsloon) * Externe bewakingsapparatuur en sensoren * Inbouwopties (LET OP: Field Options zijn gedekt voor de resterende garantieperiode van het product waarin ze in geïnstalleerd zijn, of voor een minimum van één jaar — afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.) * RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45) * Rookafzuigers − Filtair 130, MWX- en SWX-serie * HF units * ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon) * Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers (LET OP: Digitale recorders vallen onder aparte garantie van de fabrikant.) * Belastingsbanken * Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen) * PAPR blaasunit (geen arbeidsloon) * Positionerings- en regelapparatuur * Rekken * Wielonderstellen/trailers * Puntlasapparatuur * Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen * Waterkoelingssystemen * * * * TIG toortsen (geen arbeidsloon) Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon) LiveArc- een computer las-help systeem Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor: 1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, magneetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraangedreven producten.) 2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten. 3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor de installatie. MILLER PRODUKTEN ZIJN BEDOELD VOOR VERKOOP EN GEBRUIK DOOR COMMERCIËLE/INDUSTRIËLE GEBRUIKERS EN PERSONEN DIE OPGELEID ZIJN EN ERVARING HEBBEN MET HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASINSTALLATIES. In het geval van een garantieclaim gedekt door deze garantie, zullen de exclusieve Miller-oplossingen zijn: (1) repareren; of (2) vervangen; of, als dit schriftelijk door Miller is toegestaan in bepaalde gevallen, (3) de redelijke kosten van repareren of vervangen bij een goedgekeurd Miller onderhoudsbedrijf; of (4) krediet of betaling van de aankoopprijs (redelijke waardevermindering op basis van het eigenlijke gebruik) bij het retourneren van de goederen op risico en kosten van de klant. Miller’s optie van repareren of vervangen zal f.o.b. zijn (met inbegrip van vervoerskosten tot in de boot), naar de fabriek in Appleton, Wisconsin of f.o.b. naar een door Miller goedgekeurd onderhoudsbedrijf zoals bepaald is door Miller. Daarom zal er geen compensatie of terugbetaling voor transportkosten worden toegestaan. VOOR ZOVER DE WET DIT TOESTAAT, STAAN ER GEEN ANDERE VERHAALSMOGELIJKHEDEN OPEN DAN DEGENE DIE HIER VOORZIEN ZIJN. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER CONTRACTUEEL, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF ANDERSZINS, AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR RECHTSTREEKSE, ONRECHTSTREEKSE, BIJZONDERE, INCIDENTELE, OF GEVOLGSCHADE (HIERIN BEGREPEN GEDERFDE WINST). MILLER VERWERPT EN SLUIT, M.B.T. ALLE GEREEDSCHAP DAT DOOR HAAR GELEVERD WORDT, ELKE UITDRUKKELIJKE GARANTIE DIE HIER NIET VOORZIEN IS, EN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE OF VERKLARING M.B.T. PRESTATIE, EN ELK VERHAAL OP GROND VAN CONTRACTUELE WANPRESTATIE, UIT ONRECHTMATIGE DAAD, OF DAT, WARE DEZE BEPALING NIET OPGENOMEN, IMPLICIET, VAN RECHTSWEGE, NAAR HANDELSGEWOONTE OF NAAR AANLEIDING VAN DE CONCRETE OMSTANDIGHEDEN VAN DE TRANSACTIE ZOU VOORTVLOEIEN UIT GELIJK WELKE ANDERE RECHTSTHEORIE, HIERIN BEGREPEN ELKE GEÏMPLICEERDE GARANTIE M.B.T. VERKOOPBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD GEBRUIK, UIT. Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat verschillen. In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per provincie verschillen. miller warr_dut 2014−04−14 Papieren van de eigenaar S.v.p. volledig invullen en goed bewaren. Naam van het model Aankoopdatum Serie-/typenumber (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.) Leverancier Adres Plaats Staat Postcode Service Contacteer een verdeler of een service bureau Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer Ga naar uw leverancier voor: Toebehoren en elektroden Optionele apparatuur en accessoires Persoonlijke beschermingsmiddelen Service en reparaties Miller Electric Mfg. Co. Vervangende onderdelen Trainingen en opleidingen (scholen, videos, boeken) Technische handboeken (onderhoudsinformatie en onderdelen) Handboeken over lasprocessen Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of beschadiging tijdens verscheping, Neem contact op met de transportafdeling van uw distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims. Vertaling van de originele instructies − UITGEGEVEN IN DE VS. International Headquarters−USA USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended USA & Canada FAX: 920-735-4134 International FAX: 920-735-4125 Voor internationale vestigingen bezoek website: www.MillerWelds.com Stroomkringschema’s Neem contact op met het vervoersbedrijf: An Illinois Tool Works Company 1635 West Spencer Street Appleton, WI 54914 USA © 2014 Miller Electric Mfg. Co 2014-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Miller ME225013U de handleiding

Categorie
Lassysteem
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor