Programma
Temperatuur
(°C)
Belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
zonder “Snel”
Approx. programme duration
(hours : minutes)
%
zonder “Snel” met “Snel”
Gemengde was 40 4.0 48 0.40 1:00 - 55
Katoen 95 7.0 74** 2.20 2:40 -
55Katoen 60 7.0 51 1.19 2:20 1:35
Katoen 40 7.0 71 1.05 2:40 1:15
Syntetisch 60 3.0 50** 1.00 2:05 1:12
35
Syntetisch 40 3.0 44 0.61 1:50 0:57
Fijne was 40 1.5 60 0.60 0:50 -
Fijne was 30 1.5 60 0.40 0:46 -
Wol/Handwas 40 1.0 50 0.60 0:40 -
Jeans 40 4.0 53 0.46 1:30 1:10
Witte was 40 7.0 64 0.65 2:20 -
Lichte kleuren 40 4.0 50 0.45 1:20 -
Donkere kleuren 40 4.0 40 0.53 1:40 1:15
Kort 15´ 30 3.0 20 0.08 0:15 -
AquaEco 40 3.0 19 0.43 1:00 -
Katoen
60°
*
60 7.0 50 0.60 3:50 -
53
Katoen
60°
*
60 3.5 35 0.56 3:10 *** -
Katoen
40°
*
40 3.5 35 0.46 3:10 *** -
De gegevens met betrekking tot het verbruik zijn vastgesteld in genormaliseerde omstandigheden in overeenstemming met IEC/EN 60456. In de thuissituatie kunnen ze
variëren afhankelijk van de individuele watertoevoerdruk en -temperatuur, de belading en het type wasprogramma. De aangegeven verbruiksgegevens zijn gebaseerd op
een inlaatwatertemperatuur van ca. 15 °C via de koude vulklep en de hete vulklep (indien aanwezig). Indien uw wasmachine is uitgerust met een warmwater-inlaatklep, zal
het energieverbruik afnemen als de machine via de klep op de warmwatervoorziening wordt aangesloten; de opwarmtijden worden dan korten, afhankelijk van de
watertemperatuur in het warmwatersysteem. Water- en energieverbruik verwijzen naar de standaardinstelling van de programma’s, aan de temperaturen en lading
aangeduid in de tabel. Als u de instellingen van de functies of wijzigingen aanpast, verandert ook de centrifugeersnelheid en de verbruiksgegevens.
De programmaduur kan afwijken van bovengenoemde waarden, omdat deze afhankelijk is van de werkingscondities op dat tijdstip (zie ook “Problemen oplossen” in
de gebruiksaanwijzing).
Gemiddelde inhoud van de resterende vochtigheid (%). Na de beëindiging van het programma en het centrifugeren bij de hoogste snelheid, in de default programma
instelling.
* Referentieprogramma’s voor het energielabel. Vanwege energiebesparing kan de werkelijke watertemperatuur afwijken van de verklaarde cyclustemperatuur.
** Om de watertemperatuur te verlagen, wordt koud water toegevoegd aan het einde van de hoofdwascyclus voordat het water wordt afgepompt.
*** Automatische aanpassing van de programmaduur na detectie van de hoeveelheid wasgoed.
WASGOED LADEN, DEUR SLUITEN EN PROGRAMMA
SELECTEREN
Laad het wasgoed, sluit de deur en draai de programmakeuze-
knop naar het gewenste programma; het controlelampje “Start/
Pauze” knippert. De op het display aangegeven temperatuur en
centrifugeersnelheid kunnen worden veranderd door op de toets
“Temperatuur” of op de toets “Centrifugeren” te drukken. Indien u
niet gebruik maakt van de “Doseerhulp” , dient u nu wasmiddel toe
te voegen. De wasmachine is ontworpen om energie te besparen;
wanneer u een programma heeft geselecteerd, maar dit niet binnen
een kwartier start, wordt de wasmachine na ongeveer een kwartier
automatisch uitgeschakeld. Schakel de wasmachine opnieuw in door
de programmakeuzeknop naar “O” en vervolgens naar het gewenste
programma terug te draaien.
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE(S) KIEZEN
Als de combinatie van programma en extra functie(s) niet mogelijk is,
gaan de controlelampjes automatisch uit. Ongeschikte combinaties
van extra functies worden automatisch ongedaan gemaakt.
Toets “Kleuren 15°
• Bespaart energie die normaliter voor het verwarmen van het water
zou worden gebruikt, bij een gelijkblijvend goed wasresultaat.
• Ondersteunt het kleurbehoud bij het wassen van gekleurd
wasgoed.
• Aanbevolen voor licht vervuild wasgoed zonder vlekken.
• Gebruik wasmiddel dat geschikt is voor lage wastemperaturen (15
of 20 °C).
• Niet te kiezen voor Katoen 70-95 °C.
Toets “Intensief spoelen”
• Er wordt meer water toegevoegd en er wordt langer gespoeld.
• Deze functie is met name geschikt voor gebieden met zeer zacht
water, voor wasgoed van baby’s en van personen die last hebben
van allergische reacties.
Toets “Snel”
• Hiermee kunt u sneller wassen doordat de programmaduur korter
is.
• Aanbevolen voor slechts licht vervuild wasgoed.
• Niet te kiezen voor Katoen 70-95 °C.
Toets “Voorwas”
• Voegt een voorwascyclus toe aan het geselecteerde
wasprogramma. Verlengt de duur van het programma met
ongeveer een kwartier.
• Aanbevolen voor sterk vervuild wasgoed (bijv. met zand of korrelig
vuil).
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel voor de hoofdwas wanneer u
de functie “Voorwas” heeft geactiveerd.
Toets “Vervuilingsgraad”
• Past de programmaduur aan het vervuilingsniveau van uw wasgoed
aan. Heeft ook een invloed op de aanbevolen hoeveelheid
wasmiddel wanneer u de toets “Doseerhulp” gebruikt.
= licht vervuild - = normaal vervuild - = zwaar vervuild. Niet
alle vervuilingsniveaus kunnen worden gekozen bij elk programma.
Toets “Centrifugeren” (incl. “Spoelstop”)
• Aan ieder programma wordt automatisch een maximale
centrifugeersnelheid toegekend.
• Druk op de toets om een andere centrifugeersnelheid in te stellen.
• Als u centrifugeersnelheid “0” kiest, wordt de laatste
centrifugeercyclus geannuleerd en wordt alleen het water
afgepompt. Er wordt echter wel tussentijds gecentrifugeerd tijdens
het spoelen.
• Als u “Spoelstop” selecteert, blijft het wasgoed in het laatste
spoelwater liggen zonder verder te gaan naar de laatste
centrifugecyclus om kreukvorming en verkleuring te voorkomen.
Om “Spoelstop” in te schakelen drukt u meerdere malen op de
toets “Centrifugeren” tot het symbool “Spoelstop” op het display
gaat branden.
• Het wasprogramma stopt bij “Spoelstop” wanneer het “Spoelstop”
symbool op het display knippert; het “Start/Pauze” controlelampje
knippert eveneens.
de temperatuur, de gekozen functies en de omvang van de waslading.
Om die reden kan de voorspelde hoogte van het stroomverbruik
aangepast worden zodra de wasmachine de waslading detecteert.
EEN PROGRAMMA STARTEN
Draai de kraan open en druk op de toets “Start/Pauze”.
Het controlelampje naast de toets “Start/Pauze” gaat branden.
KINDERSLOT
Door het activeren van het kinderslot voorkomt u dat kinderen een
wascyclus starten of de instellingen van een lopend programma
veranderen. Het kinderslot kan niet in- of uitgeschakeld worden als de
programmakeuzeknop op de “O”-stand staat.
Om het kinderslot in te schakelen:
• Draai de programmakeuzeknop op een programmastand, of laat
een programma zoals gebruikelijk lopen.
• Druk gelijktijdig op de 2 toetsen gemarkeerd met het
sleutelsymbool en houd deze enkele seconden lang ingedrukt. Op
het display wordt kort een sleutelsymbool weergegeven om aan te
geven dat het kinderslot is ingeschakeld.
Elke keer als u probeert een programma-instelling te veranderen terwijl
het kinderslot is ingeschakeld, zal het sleutelsymbool even op het
display verschijnen. De programma-instelling kan niet meer veranderd
worden. Het enige wat u kunt doen is de wasmachine uitschakelen
door de programmakeuzeknop op de stand “O” te zetten.
Om het kinderslot uit te schakelen:.
• Druk nogmaals gelijktijdig op de 2 toetsen gemarkeerd met het
sleutelsymbool en houd deze enkele seconden lang ingedrukt.
STORINGSLAMPJES
Raadpleeg bij storingen of onregelmatigheden het hoofdstuk
“Problemen oplossen” in de gebruiksaanwijzing.
“Waterkraan dicht”: geen of onvoldoende watertoevoer.
“Service”: defect of storing van een elektrisch onderdeel.
“Reinig pomp”: het afvalwater wordt niet afgepompt
Centrifugeertoerental op het display knippert: onbalans tijdens
centrifugeren.
EINDE PROGRAMMA
Op het display verschijnt “End” en het controlelampje “Deur open”
gaat branden. Na ongeveer een kwartier wordt de wasmachine volledig
uitgeschakeld om energie te besparen.
1. Draai de programmakeuzeknop op “O”.
2. Draai de kraan dicht.
3. Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
4. Laat de deur op een kier staan, zodat de trommel kan drogen.
CONTROLELAMPJE OVERDOSERING WASMIDDEL
Dit symbool gaat op het eind van het programma branden als u te veel
wasmiddel heeft gebruikt. Gebruik de volgende keer minder
wasmiddel. Als het symbool brandt en “Fod” op het display verschijnt,
werd het wasproces onderbroken door te veel schuim; zie “Problemen
oplossen” in de gebruiksaanwijzing.
1.
EEN PROGRAMMA EN/OF EXTRA FUNCTIES
WIJZIGEN NADAT EEN PROGRAMMA IS GESTART
Druk op de toets “Start/Pauze” om het programma te onderbreken.
Het lampje knippert.
2. Selecteer het nieuwe programma, temperatuur, extra functies en
eventueel een andere centrifugeersnelheid.
3. Druk nogmaals op de toets “Start/Pauze” . Het nieuwe programma
wordt hervat vanaf het punt waarop het vorige programma is
afgebroken. Voeg geen wasmiddel toe voor dit programma.
EEN LOPEND PROGRAMMA VOOR HET EINDE
RESETTEN
Met de toets “Reset/Afpompen” wordt een programma voor het
einde afgebroken.
• Druk op de toets “Reset/Afpompen” en houd deze een paar
seconden ingedrukt tot er een animatie op het display verschijnt.
Het water wordt afgepompt. Het kan een tijdje duren voordat de
deur geopend kan worden
VERBRUIKSGEGEVENS
Stroomverbruik: in uitgeschakelde modus 0,16 W/in ingeschakelde modus 0,16 W.
- Om de “Spoelstop” te beëindigen, drukt u op “Start/Pauze” - het
wasgoed wordt dan met de standaard centrifugeersnelheid
gecentrifugeerd. U kunt ook met de toets “Centrifugeren”
een andere centrifugeersnelheid kiezen voordat u de
centrifugeercyclus met “Start/Pauze” start.
- Om de “Spoelstop” te beëindigen door het water af te pompen
zonder centrifugeren, drukt u op de toets “Centrifugeren” totdat
snelheid “0” op de display verschijnt; vervolgens drukt u op
“Start/Pauze” om met afpompen te beginnen.
- Laat het wasgoed (met name zijde!) in de functie “Spoelstop”
niet te lang in het spoelwater staan.
EINDE CYCLUS INSTELLEN
Met deze functie kunt u de voltooiing van uw programma tot een later
tijdstip uitstellen: druk op de toets om te kiezen na hoeveel uur u het
programma wilt beëindigen. Op deze manier kunt u ervoor kiezen
uw wasgoed op een specifiek tijdstip gereed te hebben en daarmee
bijvoorbeeld van gunstiger energietarieven gedurende de nacht
profiteren. Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u de functie “Einde
cyclus” gebruikt.
• De tijd tot het einde van de cyclus kan worden gekozen in volle
uren (van 1 tot 24 uur). Wanneer u op de toets drukt, wordt de
kortst mogelijke tijd weergegeven; houd de toets ingedrukt om alle
beschikbare tijden te doorlopen. De keuze kan worden verwijderd
door de toets ingedrukt te houden totdat de waarde “0:00”
verschijnt.
• Wanneer u de gewenste tijd tot het einde van de cyclus hebt
gekozen, drukt u op “Start/Pauze” - het aftellen begint dan.
• Tijdens het aftellen kunt u de programma-instelling wijzigen
(opties kiezen of deselecteren, centrifugeersnelheden wijzigen,
enz.). Indien de wijzigingen de programmaduur verlengen zodat
deze de oorspronkelijk ingestelde tijd tot het einde van de cyclus
overschrijdt, start het programma onmiddellijk.
• Soms kan het programma vóór de gekozen tijd tot het einde van de
cyclus voltooid zijn (bijv. voor kleine ladingen). In dit geval draait de
trommel het wasgoed regelmatig rond om het fris te houden totdat
de gekozen tijd tot het einde van de cyclus is verstreken. Tijdens
het ronddraaien toont de display een animatie. De ronddraaifase
kan op elk gewenst moment worden gestopt, door op een toets te
drukken dan wel door de programmakeuzeknop rond te draaien;
de animatie wordt gestopt en de deur wordt na ongeveer 1 minuut
ontgrendeld zoals aangegeven op de display.
AANBEVELING DOSERING WASMIDDEL
Met de toets “Doseerhulp” kunt u uw wasmachine de aanbevolen
hoeveelheid wasmiddel voor uw belading was laten aanduiden,
afhankelijk van het geselecteerde vervuilingsniveau en de grootte van
de lading.
• Zo vermijdt u overdosering, wat u helpt om wasmiddel te besparen
en het milieu en de gevoelige huid te beschermen.
• Voor u deze functie gebruikt, moet u de wasmachine aanpassen
aan de doseerhoeveelheden aanbevolen voor de wasmiddelen
die u gebruikt. Controleer ook dat de hardheid van het water in
uw regio overeenstemt met de waterhardheid “zacht” van uw
wasmachine. Pas dit aan als de waterhardheid niet overeenstemt.
• Selecteer het programma, de functies en het einde van de cyclus
VOOR u de toets “Doseerhulp” gebruikt..
Voor meer details kunt u de aparte gebruiksaanwijzing voor
“Doseerhulp” raadplegen.
CONTROLELAMPJE “DEUR OPEN”
Voor de start en na het einde van een programma brandt het lampje
om aan te geven dat de deur kan worden geopend. Zolang er een
wasprogramma wordt uitgevoerd, blijft de deur vergrendeld en mag
deze in geen geval met kracht worden geopend. Als u een dringende
reden heeft om de deur te openen terwijl er een programma loopt,
raadpleeg dan “Reset een lopend programma voordat het afgelopen
is”.
ECO MONITOR
De “Eco monitor” geeft u een ruwe feedback over het stroomverbruik
van de programma-instelling die u hebt gekozen. Zodra u de
programmakeuzeknop naar een programma draait, is de
“Eco monitor” ingeschakeld. Het controlelampje aan linkerzijde geeft
aan dat de “Eco monitor” actief is. De vier controlelampjes ernaast
geven de hoogte van het verbruik aan: naarmate het voorspelde
stroomverbruik van uw programmainstelling geringer is, gaan er
minder controlelampjes branden. Dit is afhankelijk van het programma,
- de sensortechnologie past trommelbeweging, water, energie en programmaduur aan de omvang van de waslading aan.