Garmin dēzl™ 760LMT Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

dēzl
760
Gebruikershandleiding
Juni 2015 Gedrukt in Taiwan 190-01511-35_0B
Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke
toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van
deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar
www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product.
Garmin
®
en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen.
BaseCamp
,
dēzl
, ecoRoute
, HomePort
,
myGarmin
, nüMaps Guarantee
, nüMaps Lifetime
en trafficTrends
zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin.
Het merk en de logo's van Bluetooth
®
zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze naam door Garmin is een licentie verkregen.
microSD
is een handelsmerk van SD-3C. Windows
®
is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Mac
®
is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. TruckDown
®
is het handelsmerk van TruckDown Info International, Inc.
Inhoudsopgave
Aan de slag..................................................................... 1
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding.................................. 1
Mijn Dashboard...........................................................................1
Mijn Dashboard instellen........................................................1
Het toestel registreren............................................................1
De software bijwerken............................................................1
nüMaps Guarantee™.............................................................1
Levenslange abonnementen...................................................... 1
Levenslange kaartupdates activeren..................................... 1
Een vrachtwagen- of camperprofiel invoeren............................. 1
Het toestel uitschakelen..............................................................1
Het toestel resetten................................................................ 2
De slaapstand............................................................................. 2
Slaapstand inschakelen......................................................... 2
Slaapstand uitschakelen........................................................ 2
De helderheid van het scherm aanpassen................................. 2
Het volume regelen.....................................................................2
Over Automatisch volume...........................................................2
Automatisch volume inschakelen...........................................2
Statusbalkpictogrammen............................................................ 2
GPS-signalen ontvangen....................................................... 2
Transportmodi........................................................................ 2
Batterijgegevens.................................................................... 2
De tijd instellen.......................................................................2
Een achteruitrijcamera gebruiken............................................... 2
Een achteruitrijcamera uitschakelen...................................... 3
Werken met de knoppen op het scherm..................................... 3
Werken met het schermtoetsenbord...........................................3
Snelkoppelingen......................................................................... 3
Een snelkoppelingspictogram toevoegen.............................. 3
Een snelkoppeling verwijderen.............................................. 3
Locaties zoeken.............................................................. 3
Locaties...................................................................................... 3
Een locatie zoeken op categorie............................................ 3
Nuttige punten voor vrachtwagens zoeken............................ 3
Nuttige punten van TruckDown voor vrachtwagens
zoeken................................................................................... 3
Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk................... 4
Het zoekgebied wijzigen........................................................ 4
Een gesloten of ontbrekende locatie rapporteren.................. 4
Een nuttig punt beoordelen.................................................... 4
Zoekfuncties............................................................................... 4
Een adres zoeken.................................................................. 4
Een kruispunt zoeken............................................................ 4
Een plaats zoeken................................................................. 4
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten................... 4
Een locatie op de kaart zoeken............................................. 4
Een thuislocatie opslaan............................................................. 5
Naar huis navigeren............................................................... 5
De gegevens van uw thuislocatie bewerken.......................... 5
Zoeken naar recent gevonden bestemmingen........................... 5
De lijst met recent gevonden locaties wissen........................ 5
Parkeerplaats zoeken................................................................. 5
Uw vorige parkeerplaats vinden.............................................5
Een gesimuleerde locatie instellen............................................. 5
Locaties opslaan......................................................................... 5
Een locatie opslaan................................................................5
Uw huidige locatie opslaan.................................................... 5
Een route naar een opgeslagen locatie starten..................... 5
Een opgeslagen locatie bewerken......................................... 5
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen.............. 5
Een opgeslagen locatie delen................................................ 5
Een locatie naar het toestel verzenden................................. 6
Een opgeslagen locatie verwijderen...................................... 6
Navigatie......................................................................... 6
Een route starten........................................................................ 6
De routeberekeningsmethode wijzigen.................................. 6
Meerdere routes vooraf bekijken........................................... 6
Een route naar een opgeslagen locatie starten..................... 6
Uw route op de kaart.................................................................. 6
De navigatiekaart gebruiken.................................................. 6
Een punt aan een route toevoegen....................................... 6
Een omweg maken................................................................ 7
De route stoppen................................................................... 7
Informatie over Afrit met diensten............................................... 7
Afrit met diensten zoeken...................................................... 7
Navigeren naar een afrit........................................................ 7
Punten vermijden op de route.................................................... 7
Aangepast vermijden.................................................................. 7
Een gebied vermijden............................................................ 7
Een weg vermijden................................................................ 7
Een eigen te vermijden punt uitschakelen............................. 7
Te vermijden punten verwijderen........................................... 7
Geavanceerde omwegen inschakelen....................................... 7
Omrijden bij aangegeven gebieden....................................... 7
Offroad navigeren....................................................................... 7
Kaartpagina's.................................................................. 7
De kaart aanpassen....................................................................7
De kaartlagen aanpassen...................................................... 7
Het reislog weergeven........................................................... 7
Het kaartgegevensveld aanpassen....................................... 7
Kaartknoppen aanpassen...................................................... 8
Het kaartdashboard wijzigen..................................................8
Het kaartperspectief wijzigen................................................. 8
Routeactiviteit bekijken............................................................... 8
Een lijst met afslagen weergeven.......................................... 8
Volgende afslag weergeven.................................................. 8
Knooppunten weergeven....................................................... 8
Realtime verkeerswaarschuwingen weergeven.................... 8
Reisinformatie weergeven..................................................... 8
De huidige locatiegegevens weergeven..................................... 8
Nabije services vinden........................................................... 8
Routebeschrijving naar uw huidige locatie............................ 9
Spraakopdrachten.......................................................... 9
De activeerzin instellen............................................................... 9
Spraakopdrachten activeren....................................................... 9
Tips voor spraakopdrachten....................................................... 9
Een route starten met een spraakopdracht................................ 9
Instructies dempen..................................................................... 9
Spraakopdrachten uitschakelen................................................. 9
Handsfree bellen............................................................ 9
Over handsfree bellen................................................................ 9
Draadloze Bluetooth technologie inschakelen....................... 9
Uw telefoon koppelen................................................................. 9
De verbinding met uw telefoon verbreken........................... 10
Tips na het koppelen van de toestellen............................... 10
Telefoneren...............................................................................10
Een nummer kiezen............................................................. 10
Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen................... 10
Een locatie bellen.................................................................10
Een oproep ontvangen............................................................. 10
De oproepinfo gebruiken.......................................................... 10
De gespreksopties gebruiken................................................... 10
Een telefoonnummer thuis opslaan.......................................... 10
Naar huis bellen................................................................... 10
De apps gebruiken....................................................... 10
Help gebruiken..........................................................................10
Help-onderwerpen zoeken................................................... 10
Over Smartphone Link.............................................................. 10
Inhoudsopgave i
Smartphone Link downloaden............................................. 10
Verbinding maken met Smartphone Link............................. 10
Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden...... 11
Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met
Smartphone Link.................................................................. 11
Over Garmin Live Services....................................................... 11
Een abonnement nemen op Garmin Live Services............. 11
ecoRoute.................................................................................. 11
ecoRoute HD-accessoire..................................................... 11
Het voertuigprofiel instellen..................................................11
De brandstofprijs wijzigen.................................................... 11
Het brandstofverbruik kalibreren.......................................... 11
ecoChallenge....................................................................... 11
Het brandstofverbruik weergeven........................................ 12
Afstandsrapporten................................................................12
ecoRoute-informatie resetten...............................................12
myGarmin-berichten weergeven...............................................12
De weersverwachting weergeven............................................. 12
Het weer voor een andere plaats weergeven...................... 12
De weerradar weergeven.....................................................12
Weerwaarschuwingen weergeven....................................... 12
De omstandigheden op de weg controleren........................ 12
Een reis plannen....................................................................... 12
Vertrektijd en verblijfsduur plannen..................................... 12
De transportmodus in een reis wijzigen............................... 12
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis............... 13
Een opgeslagen reis bewerken........................................... 13
Afbeeldingen weergeven.......................................................... 13
Een diavoorstelling weergeven............................................ 13
Foto's verwijderen................................................................ 13
Recente routes en bestemmingen weergeven......................... 13
De wereldklok gebruiken.......................................................... 13
De wereldkaart weergeven.................................................. 13
De calculator gebruiken............................................................ 13
Eenheden omrekenen.............................................................. 13
Wisselkoersen instellen....................................................... 13
De taalgids gebruiken............................................................... 13
De taalgids aanschaffen...................................................... 13
Talen in de taalgids selecteren............................................ 13
Woorden en zinnen vertalen................................................ 13
Een tweetalig woordenboek gebruiken................................ 13
Over verkeersinformatie.............................................. 14
Verkeersinformatie ontvangen.................................................. 14
Verkeersinformatie-ontvanger.................................................. 14
Informatie over het verkeerspictogram................................ 14
De verkeersinformatie-ontvanger plaatsen.......................... 14
Verkeer op uw route................................................................. 14
Verkeer op uw route weergeven.......................................... 14
Handmatig verkeer op uw route vermijden.......................... 14
Een alternatieve route nemen.............................................. 14
Verkeersinformatie op de kaart weergeven......................... 14
Verkeer in uw omgeving........................................................... 14
Vertragingen zoeken............................................................ 14
Een verkeersprobleem op de kaart weergeven................... 15
Verkeersinformatie interpreteren.............................................. 15
Over verkeerscamera's............................................................. 15
Een verkeerscamera opslaan.............................................. 15
Een verkeerscamera weergeven......................................... 15
Verkeersabonnementen........................................................... 15
Abonnement activeren......................................................... 15
Verkeersinformatie uitschakelen...............................................15
Vrachtwagenfuncties................................................... 15
Over het IFTA-log..................................................................... 15
Brandstofgegevens invoeren............................................... 15
Brandstoflogbestanden bewerken....................................... 15
Overzicht van een rechtsgebied weergeven en
exporteren............................................................................ 15
Reisrapporten bewerken en exporteren.............................. 15
Geëxporteerde overzichten van rechtsgebieden en
reisrapporten weergeven..................................................... 16
Diensturen................................................................................ 16
Uw dienststatus vastleggen................................................. 16
Over bestuurders................................................................. 16
Logboeken gebruiken.......................................................... 16
Ladingen toevoegen............................................................ 16
Ritlogs weergeven............................................................... 17
Gegevensbeheer.......................................................... 17
Gegevensbeheer...................................................................... 17
Bestandstypen.......................................................................... 17
Over geheugenkaarten............................................................. 17
Een geheugenkaart installeren............................................ 17
Het toestel aansluiten op uw computer.................................... 17
Gegevens van uw computer overzetten................................... 17
De USB-kabel loskoppelen.................................................. 17
Bestanden verwijderen............................................................. 17
Het toestel aanpassen................................................. 18
Vrachtwagen- of camperprofielen toevoegen........................... 18
Vrachtwagen- of camperprofielen activeren........................ 18
Vrachtwagen- of camperprofielen bewerken....................... 18
Kaart- en voertuiginstellingen................................................... 18
Kaarten inschakelen............................................................ 18
Navigatie-instellingen................................................................18
Routevoorkeuren................................................................. 18
Scherminstellingen................................................................... 18
Bluetooth instellingen............................................................... 19
Bluetooth uitschakelen......................................................... 19
Verkeersinstellingen................................................................. 19
Informatie over verkeersabonnementen.............................. 19
trafficTrends......................................................................... 19
Instellingen voor eenheden en tijd............................................ 19
Taal- en toetsenbordinstellingen.............................................. 19
Toestel- en privacyinstellingen................................................. 19
Gevarenzonealarminstellingen................................................. 19
De instellingen herstellen......................................................... 19
Appendix....................................................................... 19
Waarschuwingspictogrammen..................................................19
Beperkingen......................................................................... 19
Waarschuwingen over de wegomstandigheden.................. 20
Overige waarschuwingen.....................................................20
Voedingskabels........................................................................ 20
Het toestel opladen.............................................................. 20
Onderhoud van uw toestel........................................................ 20
De behuizing schoonmaken................................................ 20
Het aanraakscherm schoonmaken...................................... 20
Diefstalpreventie.................................................................. 20
De levensduur van de batterij verlengen............................. 20
De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen............... 20
Plaatsing op het dashboard...................................................... 20
Het toestel, de houder en de steun verwijderen....................... 21
Het toestel uit de houder nemen.......................................... 21
De houder uit de steun verwijderen..................................... 21
De zuignapsteun van de voorruit halen............................... 21
Extra kaarten kopen..................................................................21
Flitspaalinformatie.....................................................................21
Eigen nuttige punten................................................................. 21
POI Loader-software installeren.......................................... 21
De Help-bestanden van de POI Loader gebruiken.............. 21
Extra's zoeken..................................................................... 21
Accessoires aanschaffen.......................................................... 21
Problemen oplossen.................................................... 21
ii Inhoudsopgave
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten................................. 21
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto........................... 21
De batterijmeter lijkt niet nauwkeurig te zijn............................. 21
Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn
computer................................................................................... 21
Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn
computer................................................................................... 21
Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een
verwisselbaar station of volume op mijn computer................... 21
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel.................... 22
Index.............................................................................. 23
Inhoudsopgave iii
Aan de slag
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke
informatie.
1
Bevestig het toestel (Het toestel aansluiten op
voertuigvoeding,
pagina
1).
2
Registreer het toestel (Het toestel registreren,
pagina
1).
3
Controleer op updates:
Software-updates (De software bijwerken,
pagina
1).
Gratis kaartupdate (Kaarten bijwerken, pagina 1).
Het toestel aansluiten op voertuigvoeding
WAARSCHUWING
Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van
persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van
blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel
buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren.
Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op
te laden.
1
Steek de voertuigvoedingskabel
À
in de USB-poort op de
steun.
2
Druk de steun
Á
op de zuignap
Â
totdat de steun vastklikt.
3
Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel
Ã
naar
achteren, naar de voorruit toe.
4
Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de
achterzijde van het toestel.
5
Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een
klik hoort.
6
Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een
stroomvoorziening in uw auto.
7
Verbind wanneer nodig de externe antenne met de
verkeersinformatie-ontvanger en bevestig deze met de
zuignappen op de voorruit.
Mijn Dashboard
Gebruik Mijn Dashboard voor het registreren van uw toestel, het
controleren op software- en kaartupdates, toegang tot
producthandleidingen en ondersteuning, enzovoort.
Mijn Dashboard instellen
1
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op
het toestel.
2
Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een
beschikbare USB-poort op uw computer.
3
Ga naar
www.garmin.com/dashboard.
4
Volg de instructies op het scherm.
Het toestel registreren
1
Open Mijn Dashboard (
Mijn Dashboard instellen, pagina 1).
2
Klik op
Nu registreren.
3
Volg de instructies op het scherm.
De software bijwerken
1
Open Mijn Dashboard (Mijn Dashboard instellen,
pagina
1).
2
Klik onder Software-updates op Nu bijwerken.
3
Volg de instructies op het scherm.
nüMaps Guarantee
Als u het toestel registreert op http://my.garmin.com binnen 90
dagen nadat u satellieten hebt gezocht terwijl u een rit maakt,
komt uw toestel mogelijk in aanmerking voor één gratis
kaartupdate. Ga naar www.garmin.com/numaps
voor de
voorwaarden.
Kaarten bijwerken
1
Open Mijn Dashboard (Mijn Dashboard instellen, pagina 1).
2
Registreer het toestel (Het toestel registreren, pagina 1).
3
Selecteer een optie:
Klik onder Kaartupdates op Nu bijwerken.
Als er geen gratis kaartupdate meer beschikbaar is, klikt u
op Nu aanschaffen
.
4
Volg de instructies op het scherm.
Levenslange abonnementen
Sommige modellen bevatten levenslange abonnementen voor
bepaalde functies. Ga voor meer informatie naar
www.garmin.com/lmt
.
LT
: Dit model is inclusief een levenslang abonnement op
verkeersinformatie en een verkeersinformatie-ontvanger.
LM
: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime
abonnement. U
krijgt dan elk kwartaal kaartupdates gedurende de nuttige
levensduur van uw toestel. Ga naar www.garmin.com/us
/maps/numaps_lifetime voor de voorwaarden.
LMT
: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime-abonnement,
een levenslang abonnement op verkeersinformatie en een
verkeersinformatie-ontvanger.
Levenslange kaartupdates activeren
1
Ga naar www.garmin.com
/lifetimeupdater.
2
Volg de instructies op het scherm.
OPMERKING:
Als u uw toestel registreert, kunt u e-
mailmeldingen ontvangen wanneer er een kaartupdate
beschikbaar is (
Het toestel registreren,
pagina
1).
Een vrachtwagen- of camperprofiel invoeren
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd
met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties
rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande
waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk
beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd
met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt.
Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de
wegomstandigheden tijdens het rijden.
1
Selecteer Instellingen > Vrachtwagenprofiel.
2
Selecteer Vrachtwagen
of Camper.
3
Selecteer .
4
Volg de instructies op het scherm.
Het toestel uitschakelen
1
Houd de aan-uitknop
À
ingedrukt.
Aan de slag 1
OPMERKING:
Als u de aan-uitknop minder dan vijf
seconden ingedrukt houdt, gaat het toestel over op de
slaapstand (
De slaapstand, pagina 2).
2
Selecteer Uit.
Het toestel resetten
U kunt het toestel opnieuw instellen als het niet meer reageert.
Houd de
aan-uitknop 10 seconden ingedrukt.
De slaapstand
Gebruik de slaapstand om te voorkomen dat de batterij
leegraakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. De slaapstand
verbruikt zeer weinig stroom. Als de batterij is opgeladen,
 kunt u
het toestel weken achtereen in de slaapstand laten staan.
Slaapstand inschakelen
Druk op de
Aan-uitknop.
Slaapstand uitschakelen
Druk wanneer het toestel zich in de slaapstand bevindt op de
aan-uitknop
.
De helderheid van het scherm aanpassen
1
Selecteer Instellingen > Scherm >
Helderheid
.
2
Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen.
Het volume regelen
1
Selecteer Volume
.
2
Selecteer een optie:
Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen.
Selecteer om het geluid te dempen.
Selecteer >
Audiomixer
en gebruik de schuifbalken om
het volume voor navigatiemeldingen, de telefoon en de
media in te stellen.
Over Automatisch volume
Op toestellen met handsfree bellen zorgt Automatisch volume
ervoor dat het volumeniveau van het toestel wordt aangepast
aan het achtergrondgeluid in het voertuig (Handsfree bellen,
pagina 9).
De automatische volumeregeling verlaagt het volume van het
toestel bij weinig achtergrondgeluid en verhoogt het volume
wanneer het achtergrondgeluid toeneemt.
Automatisch volume inschakelen
Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op
basis van achtergrondgeluiden.
Selecteer Volume
>
>
Automatisch volume
.
Statusbalkpictogrammen
De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De
pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de
functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u
selecteren om de instellingen aan te passen en de bijbehorende
informatie weer te geven.
GPS-signaalstatus.
De
Bluetooth
®
status (wordt weergegeven als Bluetooth is
ingeschakeld).
Transportmodusindicator.
Huidige tijd.
Batterijstatus.
GPS-signalen ontvangen
Als u wilt navigeren met het toestel, moet u satellieten zoeken.
op de statusbalk geeft de sterkte van het satellietsignaal
aan (zie Statusbalkpictogrammen, pagina 2). Het zoeken naar
satellieten kan enkele minuten duren.
1
Het toestel inschakelen.
2
Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge
gebouwen en bomen.
3
Houd indien nodig ingedrukt om gedetailleerde gegevens
over de GPS-satellietsignalen weer te geven.
GPS-signaalstatus weergeven
Houd drie seconden ingedrukt.
Transportmodi
Vrachtwagenmodus
Campermodus
Automodus
De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van
de gekozen transportmodus.
Een transportmodus kiezen
Selecteer .
Batterijgegevens
Zodra het toestel op de voeding wordt aangesloten, begint het
opladen.
op de statusbalk geeft de status van de interne batterij aan.
Als u de nauwkeurigheid van de batterijmeter wilt vergroten,
dient u de batterij volledig te ontladen en vervolgens volledig op
te laden. Koppel het toestel pas los wanneer het volledig is
opgeladen.
De tijd instellen
OPMERKING: U kunt
Automatisch selecteren om automatisch
de tijd in te stellen telkens wanneer u het toestel inschakelt.
1
Selecteer .
2
Blader door de cijfers om de tijd in te stellen.
Een achteruitrijcamera gebruiken
WAARSCHUWING
Houd uw ogen op de weg en let op het verkeer als u de
achteruitrijcamera gebruikt. Het gebruik van een
achteruitrijcamera is een aanvullende veiligheidsmaatregel. De
achteruitrijcamera is geen vervanging voor aandachtig rijden.
Houd altijd rekening met onverwacht gevaar.
Als er een achteruitrijcamera op uw voertuig is geïnstalleerd,
kunt u de beelden daarvan op uw toestel weergeven.
1
Sluit de camera zo nodig aan op de video-in aansluiting
À
op
de steun.
2 Aan de slag
2
Selecteer een optie:
Als uw camera is verbonden met uw achteruitrijlichten, zet
u het voertuig in zijn achteruit.
Als uw camera is aangesloten op de accu van het
voertuig, selecteert u op het scherm.
De beelden van de camera verschijnen op het toestelscherm.
Een achteruitrijcamera uitschakelen
Selecteer wanneer de achteruitrijcamera is ingeschakeld.
Werken met de knoppen op het scherm
Selecteer om terug te keren naar het vorige menuscherm.
Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het
hoofdmenu.
Selecteer of voor meer keuzes.
Houd of ingedrukt om sneller te bladeren.
Selecteer om het menu met de opties voor het huidige
scherm weer te geven.
Werken met het schermtoetsenbord
Zie "Taal- en toetsenbordinstellingen" als u de
toetsenbordindeling wilt wijzigen (Taal- en
toetsenbordinstellingen, pagina 19).
Selecteer een teken op het toetsenbord om een letter of een
cijfer in te voeren.
Selecteer een serie letters, bijvoorbeeld "A-I", om een letter
in die serie te selecteren.
Selecteer om een spatie te typen.
Selecteer om een zoekitem te verwijderen.
Selecteer om een teken te wissen.
Selecteer om de taal van het toetsenbord te wijzigen.
Selecteer om speciale tekens zoals leestekens op te
geven.
Selecteer om het gebruik van hoofdletters te wijzigen.
Snelkoppelingen
Een snelkoppelingspictogram toevoegen
U kunt snelkoppelingen toevoegen aan het menu Waarheen?.
Een snelkoppeling kan verwijzen naar een locatie, een categorie
of een zoekfunctie.
Het menu Waarheen? kan 36 snelkoppelingspictogrammen
bevatten.
1
Selecteer Waarheen?
> Voeg kortere manier toe
.
2
Selecteer een item.
Een snelkoppeling verwijderen
1
Selecteer Waarheen? > >
Wis snelkoppeling(en)
.
2
Selecteer de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
3
Selecteer de snelkoppeling opnieuw om te bevestigen.
Locaties zoeken
Het toestel biedt een groot aantal methoden voor het opzoeken
van locaties.
Op categorie (Een locatie zoeken op categorie, pagina 3).
Nabij een andere locatie (Het zoekgebied wijzigen,
pagina 4).
Door de naam te spellen (Een locatie zoeken met behulp van
de zoekbalk, pagina 4).
Op adres (Een adres zoeken, pagina 4).
Met behulp van recent gevonden locaties (Zoeken naar
recent gevonden bestemmingen, pagina 5).
Met behulp van coördinaten (Een locatie zoeken met behulp
van coördinaten,
pagina
4).
Met behulp van de kaart (Een locatie op de kaart zoeken,
pagina 4).
Met behulp van opgeslagen locaties (Een route naar een
opgeslagen locatie starten,
pagina
5).
Locaties
Op de gedetailleerde kaarten op uw toestel staan locaties,
bijvoorbeeld restaurants, hotels en garages. Met behulp van
categorieën kunt u naar bedrijven en attracties in de buurt
zoeken.
Een locatie zoeken op categorie
1
Selecteer Waarheen?
.
2
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën
.
3
Selecteer indien nodig een subcategorie.
4
Selecteer een locatie.
Zoeken binnen een categorie
Nadat u naar een nuttig punt hebt gezocht, wordt in bepaalde
categorieën een snelzoeklijst weergegeven met de laatste drie
bestemmingen die u hebt geselecteerd.
1
Selecteer Waarheen?
.
2
Selecteer een categorie of selecteer Categorieën.
3
Selecteer een categorie.
4
Selecteer indien van toepassing een bestemming in de
snelzoeklijst.
5
Selecteer indien van toepassing de juiste bestemming.
Nuttige punten voor vrachtwagens zoeken
De gedetailleerde kaarten op uw toestel bevatten speciale
nuttige punten voor vrachtwagens, zoals chauffeurscafés,
stopplaatsen en weegstations.
Selecteer Waarheen? >
Vrachtwagen
.
Nuttige punten van TruckDown voor vrachtwagens
zoeken
In de lijst met pechhulpdiensten van TruckDown staan bedrijven
voor de vervoerssector, zoals reparatiediensten en
bandenverkopers.
De lijst van TruckDown is niet in alle gebieden beschikbaar.
De gegevens in de lijst worden regelmatig bijgewerkt.
1
Selecteer Waarheen?
.
Locaties zoeken 3
2
Selecteer
TruckDown.
3
Selecteer een categorie.
4
Selecteer indien nodig een subcategorie.
5
Selecteer een bestemming.
Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk
U kunt de zoekbalk gebruiken om locaties te zoeken door een
categorie, merk, adres of plaatsnaam in te voeren.
1
Selecteer Waarheen?
.
2
Selecteer
Voer zoekopdracht in op de zoekbalk.
3
Voer de zoekterm gedeeltelijk of helemaal in.
Onder de zoekbalk worden zoeksuggesties weergegeven.
4
Selecteer een optie:
Als u een type bedrijf wilt zoeken, voer dan een categorie
in (bijvoorbeeld "bioscoop").
Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voer dan de naam
van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in.
Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voer dan een
straatnaam en een nummer in.
Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voer
dan een straatnaam, het nummer, de plaats en de
provincie in.
Als u een plaats wilt zoeken, voer dan de plaats en de
provincie in.
Als u op coördinaten wilt zoeken, voer dan de breedte- en
lengtecoördinaten in.
5
Selecteer een optie:
Als u een zoeksuggestie wilt gebruiken, dient u deze te
selecteren.
Als u wilt zoeken met de door u ingevoerde tekst,
selecteer dan .
6
Selecteer, indien nodig, een locatie.
Het zoekgebied wijzigen
1
Selecteer in het hoofdmenu Waarheen?.
2
Selecteer Zoeken nabij.
3
Selecteer een optie.
Een gesloten of ontbrekende locatie rapporteren
Wanneer de zoekresultaten zijn verouderd of een onjuiste
locatie bevatten, kunt u de fout aan Garmin
®
doorgeven zodat
deze locatie in het vervolg niet meer wordt gevonden.
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken met behulp van de
zoekbalk,
pagina
4).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer .
4
Selecteer > Wijzig.
5
Selecteer Als gesloten rapporteren
of Als ontbrekend
rapporteren.
De informatie wordt naar Garmin verzonden als u uw toestel met
behulp van uw computer met Mijn Dashboard verbindt (
Mijn
Dashboard instellen, pagina 1).
Een nuttig punt beoordelen
U kunt aan een nuttig punt een sterrenwaardering toekennen.
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie,
pagina 3).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer .
4
Selecteer de sterren om het nuttige punt te beoordelen.
De sterrenbeoordeling wordt bijgewerkt op het toestel.
Zoekfuncties
U kunt naar locaties zoeken met behulp van het
schermtoetsenbord of door het adres of de coördinaten van de
locatie in te voeren.
Een adres zoeken
OPMERKING:
De volgorde van de stappen is mede afhankelijk
van de kaartgegevens die op het toestel zijn geladen.
1
Selecteer Waarheen?
> Adres
.
2
Voer het huisnummer in en selecteer OK
.
3
Voer de straatnaam in en selecteer Volgende
.
4
Selecteer indien nodig Zoeken nabij om de plaats, staat of
provincie te wijzigen.
5
Selecteer indien nodig de plaats, staat of provincie.
6
Selecteer indien nodig het adres.
Een kruispunt zoeken
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën
> Kruispunten
.
2
Selecteer een optie:
Selecteer een staat of provincie.
Selecteer Staat of land en voer een naam in als u een
ander land of andere staat of provincie wilt selecteren.
3
Voer de eerste straatnaam in en selecteer Volgende.
4
Selecteer indien nodig de straat.
5
Voer de tweede straatnaam in en selecteer Volgende.
6
Selecteer indien nodig de straat.
7
Selecteer zo nodig het kruispunt.
Een plaats zoeken
1
Selecteer Waarheen?
> Categorieën > Plaatsen
.
2
Selecteer
Voer zoekopdracht in.
3
Voer de naam van een plaats in en selecteer .
4
Selecteer een plaats.
Een locatie zoeken met behulp van coördinaten
U kunt een locatie zoeken door de lengtegraad en de
breedtegraad in te voeren. Dit kan handig zijn als u geocaches
zoekt.
1
Selecteer Waarheen? >
Categorieën > Coördinaten
.
2
Selecteer > Notatie, kies de gewenste notatie voor de
coördinaten van het type kaart dat u gebruikt en selecteer
Sla op.
3
Selecteer de coördinaat voor de breedtegraad.
4
Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer OK
.
5
Selecteer de coördinaat voor de lengtegraad.
6
Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer OK
.
7
Selecteer
Geef weer op kaart.
Een locatie op de kaart zoeken
Voordat u plaatsen kunt zoeken die zijn opgenomen in de
kaartgegevens, zoals restaurants, ziekenhuizen en tankstations,
moet u de kaartlaag voor plaatsen onderweg inschakelen (zie
De kaartlagen aanpassen, pagina 7).
1
Selecteer Bekijk kaart.
2
Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied
weer te geven.
3
Selecteer wanneer nodig en selecteer een
categoriepictogram om een specifieke categorie plaatsen te
bekijken.
Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de
kaart weergegeven.
4
Selecteer een optie:
Selecteer een locatiemarkering.
4 Locaties zoeken
Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of
adres.
5
Selecteer wanneer nodig een locatiebeschrijving om
aanvullende informatie te bekijken.
Een thuislocatie opslaan
U kunt een thuislocatie instellen voor de locatie waar u het
vaakst naartoe terugkeert.
1
Selecteer Waarheen?
>
>
Thuislocatie instellen
.
2
Selecteer Voer mijn adres in,
Huidige locatie gebruiken of
Recent gevonden.
De locatie wordt opgeslagen als "Thuis" in het menu
Opgeslagen.
Naar huis navigeren
Selecteer Waarheen?
> Naar huis
.
De gegevens van uw thuislocatie bewerken
U kunt het adres en telefoonnummer van een locatie die bij de
zoekresultaten verschijnt, wijzigen.
1
Selecteer Waarheen? >
Opgeslagen > Start
.
2
Selecteer .
3
Selecteer > Wijzig.
4
Voer uw wijzigingen in.
5
Selecteer
OK.
Zoeken naar recent gevonden
bestemmingen
De vijftig laatste gevonden locaties worden op het toestel
opgeslagen.
1
Selecteer Waarheen? >
Recent
.
2
Selecteer een locatie.
De lijst met recent gevonden locaties wissen
Selecteer Waarheen?
> Recent >
> Wis > Ja.
Parkeerplaats zoeken
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën
> Parkeerplaats
.
2
Selecteer een parkeerplaats.
Uw vorige parkeerplaats vinden
Als u het toestel uit de steun verwijdert en het toestel is
ingeschakeld, wordt uw huidige locatie als parkeerplaats
opgeslagen.
Selecteer Apps
> Vorige parkeerplaats
.
Een gesimuleerde locatie instellen
Als u zich binnenshuis bevindt en het toestel ontvangt geen
satellietsignalen, kunt u de GPS gebruiken om een
gesimuleerde locatie in te stellen.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > GPS-simulator.
2
Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu.
3
Tik twee keer op de kaart om een gebied te selecteren.
Het adres van de locatie wordt onder in het scherm
weergegeven.
4
Selecteer de beschrijving voor de locatie.
5
Selecteer Stel locatie in.
Locaties opslaan
Een locatie opslaan
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie,
pagina 3).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer .
4
Selecteer > Sla op.
5
Voer, indien nodig, een naam in en selecteer OK
.
Uw huidige locatie opslaan
1
Selecteer het voertuigpictogram op de kaart.
2
Selecteer Sla op.
3
Voer een naam in en selecteer OK
.
4
Selecteer OK
.
Een route naar een opgeslagen locatie starten
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer indien nodig een categorie of selecteer Alle
opgeslagen plaatsen.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Ga!.
Een opgeslagen locatie bewerken
1
Selecteer Waarheen?
> Opgeslagen
.
2
Selecteer indien nodig een categorie.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer .
5
Selecteer > Wijzig.
6
Selecteer een optie:
Selecteer
Naam.
Selecteer Telefoonnummer.
Selecteer
Categorieën om categorieën aan de
opgeslagen locatie toe te wijzen.
Selecteer
Foto toewijzen om een foto bij de opgeslagen
locatie op te slaan (
Categorieën aan een opgeslagen
locatie toewijzen, pagina 5).
Selecteer
Wijzig kaartsymbool om het symbool te
wijzigen waarmee de opgeslagen locatie op de kaart
wordt gemarkeerd.
7
Bewerk de informatie.
8
Selecteer OK
.
Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen
U kunt uw eigen categorieën toevoegen om uw opgeslagen
locaties te ordenen.
OPMERKING: Categorieën worden in het menu met
opgeslagen locaties weergegeven nadat u meer dan 12 locaties
hebt opgeslagen.
1
Selecteer Waarheen?
> Opgeslagen
.
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer .
4
Selecteer > Wijzig
> Categorieën
.
5
Voer een of meer categorienamen in, van elkaar gescheiden
met een komma.
6
Selecteer indien nodig een voorgestelde categorie.
7
Selecteer
OK.
Een opgeslagen locatie delen
Als u een bedrijfslocatie opslaat die niet voorkomt in de
kaartgegevens kunt u de locatie delen met Garmin
zodat de
locatie in toekomstige kaartupdates kan worden opgenomen en
kan worden gedeeld met andere gebruikers van Garmin.
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer indien nodig een categorie.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer .
5
Selecteer > Plaats delen.
Locaties zoeken 5
Een locatie naar het toestel verzenden
U kunt vanaf diverse onlinebronnen locaties naar uw toestel
verzenden, bijvoorbeeld vanaf http://connect.garmin.com.
1
Sluit uw toestel aan op uw computer (Het toestel aansluiten
op uw computer,
pagina
17).
2
Installeer zo nodig de Garmin Communicator-plugin.
OPMERKING: Ga naar www.garmin.com/communicator
voor
meer informatie.
3
Zoek op uw computer naar een locatie op een ondersteunde
website.
4
Selecteer op deze website Naar GPS verzenden.
OPMERKING:
De tekst van deze koppeling of knop kan per
website verschillen.
5
Volg de instructies op het scherm.
Een opgeslagen locatie verwijderen
OPMERKING:
Verwijderde locaties kunnen niet worden
teruggezet.
1
Selecteer Waarheen? >
Opgeslagen
.
2
Selecteer > Wis opgeslagen plaatsen.
3
Selecteer het vak naast de opgeslagen locaties die u wilt
wissen en selecteer Wis
.
Navigatie
Een route starten
1
Zoek naar een locatie (Locaties, pagina 3).
2
Selecteer een locatie.
3
Selecteer Ga!.
4
Selecteer, indien nodig, een route.
De routeberekeningsmethode wijzigen
De routeberekening is gebaseerd op de snelheidsgegevens van
een weg en de versnellingsgegevens van een voertuig voor een
bepaalde route. De berekenmodus heeft alleen invloed op
autoroutes.
Selecteer Instellingen > Navigatie >
Berekenmodus
.
Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller
worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn.
Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die
korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden
afgelegd.
Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt
te berekenen, zonder rekening te houden met wegen.
Meerdere routes vooraf bekijken
1
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie,
pagina 3).
2
Selecteer een locatie in de zoekresultaten.
3
Selecteer Routes
.
4
Selecteer een route.
5
Selecteer Ga!
.
Een route naar een opgeslagen locatie starten
1
Selecteer Waarheen? > Opgeslagen.
2
Selecteer indien nodig een categorie of selecteer Alle
opgeslagen plaatsen
.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer
Ga!.
Uw route op de kaart
KENNISGEVING
Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie
en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen
van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan
het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes
of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan van
toepassing zijnde verkeersregels en verkeersborden.
De route wordt aangegeven met een paarse lijn. Uw
bestemming wordt aangegeven met een geruite vlag.
Tijdens uw reis leidt het toestel u naar uw bestemming met
gesproken berichten, pijlen op de kaart en instructies boven aan
de kaart. Als u de route verlaat, berekent het toestel de route
opnieuw en krijgt u nieuwe instructies.
Er wordt een pictogram voor de maximumsnelheid weergegeven
als u zich op een snelweg bevindt.
De maximumsnelheid voor vrachtwagens die in de modus
Vrachtwagen wordt weergegeven, is gebaseerd op de
configuratiegegevens van de vrachtwagen en de desbetreffende
wetten in het land of de regio.
Als u in de modus Vrachtwagen of de modus Camper rijdt, kan
er een toon klinken en kan worden weergegeven. Dit
betekent dat de geschiktheid van deze weg voor vrachtwagens
onbekend is. Houd u altijd aan de verkeersborden en -regels.
OPMERKING:
Gegevens over de maximumsnelheid voor
vrachtwagens zijn niet overal beschikbaar.
De navigatiekaart gebruiken
1
Selecteer
Bekijk kaart in het hoofdmenu.
2
Als de zoomregelaars verborgen zijn, selecteert u de kaart
om de zoomregelaars weer te geven.
3
Selecteer de kaart.
4
Selecteer een optie:
Selecteer als uw vrachtwagenwaarschuwingen wilt
weergeven.
Selecteer of als u wilt inzoomen of uitzoomen.
Selecteer als u de kaart wilt draaien.
Selecteer als u wilt schakelen tussen Noord boven en
3D-weergave.
Selecteer als u kaartlagen wilt toevoegen of
verwijderen.
Selecteer als u specifieke categorieën wilt weergeven
wanneer u niet navigeert.
Selecteer als u de kaart opnieuw wilt centreren op uw
huidige locatie.
Selecteer als u snelkoppelingen naar kaart- en
navigatiefuncties wilt weergeven.
Een punt aan een route toevoegen
Voordat u een stopplaats kunt toevoegen, moet u een route
navigeren.
1
Selecteer op de kaart > Waarheen?.
2
Zoek de extra stopplaats.
3
Selecteer de stopplaats in de zoekresultaten.
6 Navigatie
4
Selecteer
Ga!.
5
Selecteer
Voeg toe aan actieve route.
Een omweg maken
Tijdens het volgen van een route kunt u via omwegen obstakels
vermijden, zoals wegwerkzaamheden.
Selecteer > Omrijden tijdens het navigeren.
De route stoppen
Selecteer op de kaart.
Informatie over Afrit met diensten
Terwijl u een route navigeert, kunt u bedrijven en diensten
zoeken bij afritten die u nadert.
Deze diensten zijn per categorie vermeld op tabbladen. Niet alle
categorieën zijn beschikbaar in alle transportmodi.
Benzine
Chauffeurscafés
Restaurant
Logies
Toiletten
Weegstations
Afrit met diensten zoeken
1
Selecteer op de kaart > Afrit met diensten.
2
Gebruik de pijlen om een afrit te selecteren die u nadert.
3
Selecteer een tabblad met een dienstencategorie.
4
Selecteer een nuttig punt.
Navigeren naar een afrit
1
Selecteer op de kaart > Afrit met diensten > .
2
Selecteer Ga!.
Punten vermijden op de route
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden.
2
Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt
tegenkomen en selecteer Sla op.
Aangepast vermijden
Met Aangepast vermijden kunt u bepaalde gebieden en delen
van een route vermijden. U kunt de functie Aangepast vermijden
naar wens in- en uitschakelen.
Een gebied vermijden
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.
2
Selecteer indien nodig Voeg te vermijden toe.
3
Selecteer Voeg te vermijden gebied toe.
4
Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt
vermijden en selecteer Volgende.
5
Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt
vermijden en selecteer Volgende.
Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven
op de kaart.
6
Selecteer OK.
Een weg vermijden
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.
2
Selecteer Voeg te vermijden weg toe.
3
Selecteer het vertrekpunt op een weg die u wilt vermijden en
selecteer Volgende.
4
Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende.
5
Selecteer OK.
Een eigen te vermijden punt uitschakelen
U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder
het te wissen.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden.
2
Selecteer een te vermijden punt.
3
Selecteer > Uitschakelen.
Te vermijden punten verwijderen
1
Selecteer Instellingen >
Navigatie > Aangepast vermijden
.
2
Selecteer een optie:
Selecteer om alle eigen te vermijden punten te
verwijderen.
Als u een eigen te vermijden punt wilt verwijderen,
selecteert u het te vermijden punt en vervolgens > Wis.
Geavanceerde omwegen inschakelen
Selecteer
Instellingen >
Navigatie > Geavanceerde
omwegen
.
Omrijden bij aangegeven gebieden
U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand
op de route of bij bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld
wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen.
1
Selecteer een bestemming en selecteer Ga! (Een locatie
zoeken met behulp van de zoekbalk, pagina 4).
2
Selecteer op de kaart >
Omrijden
.
3
Selecteer Volgende 0,5 km op route, Volgende 2 km op
route, Volgende 5 km op route of
Omweg op weg(en) in
route..
4
Selecteer zo nodig een weg waarvoor u een omweg zoekt.
Offroad navigeren
Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroad-
modus gebruiken.
1
Selecteer Instellingen > Navigatie.
2
Selecteer Berekenmodus
> Offroad > Sla op
.
De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de
locatie.
Kaartpagina's
De kaart aanpassen
De kaartlagen aanpassen
U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt
weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en
wegomstandigheden.
1
Selecteer op de kaart.
2
Selecteer
Kaartlagen.
3
Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven en
selecteer Sla op
.
Het reislog weergeven
Uw toestel houdt een reislog bij; een overzicht van de door u
afgelegde weg.
1
Selecteer Instellingen >
Kaart en voertuig > Kaartlagen
.
2
Schakel het selectievakje Reislog in.
Het kaartgegevensveld aanpassen
1
Selecteer op de kaart het gegevensveld in de
linkerbenedenhoek.
2
Selecteer een type gegevens dat u wilt weergeven.
3
Selecteer
Sla op.
Kaartpagina's 7
Kaartknoppen aanpassen
Er kunnen maximaal twee pictogrammen rechts van de
hoofdkaart worden weergegeven.
1
Selecteer Instellingen >
Kaart en voertuig >
Kaartknoppen
.
2
Selecteer een pictogram en vervolgens OK
.
3
Selecteer .
4
Selecteer een ander pictogram.
Knoppen van de kaart verwijderen
U kunt alle knoppen rechts van de kaart verwijderen.
1
Selecteer Instellingen
> Kaart en voertuig >
Kaartknoppen
.
2
Selecteer een pictogram en vervolgens OK
.
3
Selecteer Sla op.
Het kaartdashboard wijzigen
Het dashboard toont reisinformatie onder aan de kaart. U kunt
verschillende dashboards selecteren om de stijl en de indeling
van de informatie te wijzigen.
1
Selecteer Instellingen >
Kaart en voertuig > Dashboards
.
2
Gebruik de pijlen om een dashboard te selecteren.
3
Selecteer
Sla op.
Het kaartperspectief wijzigen
1
Selecteer Instellingen >
Kaart en voertuig >
Autokaartweergave
.
2
Selecteer een optie:
Selecteer
Koers boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met uw reisrichting bovenaan.
Selecteer
Noord boven om de kaart tweedimensionaal
weer te geven, met het noorden bovenaan.
Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te
geven.
Routeactiviteit bekijken
Een lijst met afslagen weergeven
Als u een route aflegt, kunt u alle afritten voor de volledige route
weergeven, inclusief de afstand tussen de afritten.
1
Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de
bovenkant van de kaart.
2
Selecteer een afslag.
De details van de afslag worden weergegeven. Als er een
afbeelding van de afslag beschikbaar is, wordt deze
weergegeven.
De gehele route op de kaart weergeven
1
Selecteer tijdens het navigeren de navigatiebalk aan de
bovenkant van de kaart.
2
Selecteer > Kaart.
Volgende afslag weergeven
Tijdens het navigeren van een route voor auto's wordt in de
linkerbovenhoek van de kaart een schatting weergegeven van
de afstand tot de volgende afslag, inclusief de
voorsorteermogelijkheid en andere manoeuvre(s).
De schatting bestaat uit de afstand tot de afslag of manoeuvre
en, indien van toepassing, de rijbaan waarin u zich moet
bevinden.
Selecteer
2.2
k
m
op de kaart om de volgende afslag op de kaart
weer te geven.
Geavanceerde rijbaanassistentie
Wanneer u tijdens het navigeren een afslag nadert, wordt een
gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven naast de
kaart. Er verschijnt een magenta lijn op de juiste rijbaan.
Knooppunten weergeven
Tijdens het navigeren van een route kunt u knooppunten op
snelwegen weergeven. Als u een knooppunt op een route
nadert, wordt de afbeelding van het knooppunt kort
weergegeven (indien beschikbaar).
Selecteer
2.2
k
m
op de kaart om het knooppunt weer te geven
(indien beschikbaar).
Realtime verkeerswaarschuwingen weergeven
Tijdens het navigeren van een route kan er een
verkeerswaarschuwing worden weergegeven op de
navigatiebalk.
Selecteer de melding om meer informatie weer te geven.
Reisinformatie weergeven
Op de reisinformatiepagina wordt uw huidige snelheid
weergegeven en wordt nuttige informatie over uw reis gegeven.
OPMERKING:
Als u onderweg regelmatig stopt, schakel het
toestel dan niet uit zodat de verstreken reistijd nauwkeurig kan
worden vastgelegd.
Selecteer
> Reiscomputer op de kaart.
Reisinformatie opnieuw instellen
1
Selecteer > Reiscomputer op de kaart.
2
Selecteer > Reset veld(en).
3
Selecteer een optie:
Selecteer terwijl u niet navigeert Alles selecteren als u
alle gegevensvelden op de eerste pagina, behalve de
snelheidsmeter, opnieuw wilt instellen.
Selecteer Reset reisgegevens als u de informatie op de
tripcomputer opnieuw wilt instellen.
Selecteer Reset maximumsnelheid als u de
maximumsnelheid opnieuw wilt instellen.
Selecteer Reset Trip B als u de kilometerteller opnieuw
wilt instellen.
De huidige locatiegegevens weergeven
U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om informatie over uw
huidige locatie weer te geven. Deze functie komt vooral van pas
als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten.
Selecteer op de kaart
>
Waar ben ik?
.
Nabije services vinden
U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om nabije services,
zoals ziekenhuizen of politiebureaus, te vinden.
1
Selecteer op de kaart >
Waar ben ik?
.
2
Selecteer een categorie.
8 Kaartpagina's
Routebeschrijving naar uw huidige locatie
Als u aan iemand anders uw huidige locatie moet doorgeven,
kan uw toestel u een routebeschrijving geven.
1
Selecteer het voertuig op de kaart.
2
Selecteer > Routebeschrijving naar mij.
Spraakopdrachten
OPMERKING:
Spraakopdracht is niet voor alle talen of regio's
beschikbaar en is wellicht niet beschikbaar op alle modellen.
OPMERKING:
Spraakgestuurde navigatie functioneert mogelijk
niet naar wens in een rumoerige omgeving.
Met de functie Spraakopdracht kunt u het toestel bedienen door
middel van gesproken opdrachten. Het menu Spraakopdracht
biedt gesproken aanwijzingen en een lijst met beschikbare
opdrachten.
De activeerzin instellen
De activeerzin bestaat uit een of meer woorden die u moet
uitspreken om de modus Spraakopdracht te activeren. De
standaardactiveerzin is Spraakopdracht.
TIP: U kunt het per ongeluk activeren van Spraakopdracht
voorkomen door een ongebruikelijke zin als activeerzin te
gebruiken.
1
Selecteer Apps
> Spraakopdracht > Zin aanpassen
.
2
Voer een nieuwe activeerzin in.
De moeilijkheidsgraad van de activeerzin wordt weergegeven
terwijl u de zin inspreekt.
3
Selecteer OK
.
Spraakopdrachten activeren
Spreek de activeerzin uit.
Het menu Spraakopdracht wordt weergegeven.
Tips voor spraakopdrachten
Spreek op normale toon in de richting van het toestel.
Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, zoals stemmen of de
radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te
verbeteren.
Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden
weergegeven.
Reageer indien nodig op de gesproken aanwijzingen van het
toestel.
Maak uw activeerzin langer om de kans dat de
spraakbediening per ongeluk wordt geactiveerd, te
verkleinen.
Luister naar de twee tonen die aangeven dat de modus
Spraakopdracht wordt gestart en gestopt.
Een route starten met een spraakopdracht
U kunt hiervoor de namen van populaire, bekende locaties
uitspreken.
1
Zeg de activeerzin (De activeerzin instellen,
pagina
9).
2
Zeg
Zoek plaats.
3
Wacht op de gesproken melding en zeg de naam van de
locatie.
Er wordt een lijst met locaties weergegeven.
4
Zeg het regelnummer.
5
Zeg
Navigeren.
Instructies dempen
U kunt de gesproken instructies voor spraakopdrachten
uitschakelen zonder het toestel te dempen.
1
Selecteer Apps
> Spraakopdracht >
.
2
Selecteer Dempinstructies
> Ingeschakeld
.
Spraakopdrachten uitschakelen
U kunt spraakopdrachten uitschakelen om te voorkomen dat u
Spraakopdracht per ongeluk activeert wanneer u iets zegt.
1
Selecteer Apps
> Spraakopdracht >
.
2
Selecteer Spraakopdracht
> Uitgeschakeld
.
Handsfree bellen
Over handsfree bellen
Op bepaalde modellen is handsfree bellen beschikbaar. Via
draadloze Bluetooth technologie kunt u het toestel als
handsfree-toestel aansluiten op uw mobiele telefoon. Om vast te
stellen of uw mobiele telefoon met Bluetooth technologie
compatibel is, verwijzen wij u naar www.garmin.com/bluetooth.
Niet iedere telefoon ondersteunt namelijk alle handsfree-
telefoonfuncties van het toestel.
Draadloze Bluetooth technologie inschakelen
1
Selecteer Instellingen > Bluetooth.
2
Selecteer
Bluetooth.
Uw telefoon koppelen
U moet het toestel koppelen met een compatibele mobiele
telefoon voordat u handsfree kunt bellen.
1
Plaats uw telefoon en Bluetooth toestel binnen 10 m (33 ft.)
van elkaar.
2
Schakel op het toestel de draadloze Bluetooth technologie in.
3
Selecteer een optie:
Selecteer Instellingen >
Bluetooth > Voeg telefoon toe
.
Als u al een andere telefoon hebt gekoppeld, selecteert u
Instellingen >
Bluetooth > Telefoon >
.
4
Schakel op de telefoon de draadloze Bluetooth
technologie
in.
Spraakopdrachten 9
5
Selecteer op het toestel
OK.
U ziet een lijst met Bluetooth toestellen in de buurt.
6
Selecteer uw telefoon in de lijst en selecteer vervolgens OK
.
7
Bevestig, indien nodig, op uw telefoon dat het toestel
verbinding mag maken.
8
Voer indien nodig de Bluetooth pincode op uw telefoon in.
De verbinding met uw telefoon verbreken
1
Selecteer Instellingen >
Bluetooth
.
2
Selecteer Telefoon >
Geen > Sla op
.
De verbinding met de telefoon wordt verbroken, maar de
koppeling met het toestel blijft gehandhaafd.
Tips na het koppelen van de toestellen
Nadat de toestellen eenmaal zijn gekoppeld, kunnen ze
automatisch verbinding maken wanneer u ze inschakelt.
Wanneer uw telefoon is verbonden met uw toestel, kunt u
gesproken aanwijzingen ontvangen.
Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een
koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon
waaraan het was gekoppeld.
Mogelijk dient u uw telefoon zodanig in te stellen dat deze
automatisch koppelt met het toestel wanneer het toestel
wordt ingeschakeld.
Telefoneren
Een nummer kiezen
1
Selecteer Telefoon >
Kies
.
2
Voer de waarde in.
3
Selecteer Kies
.
Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen
Het telefoonboek wordt telkens wanneer u de telefoon op het
toestel aansluit naar het toestel overgezet. Het kan enkele
minuten duren voordat het telefoonboek beschikbaar is.
Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet.
1
Selecteer Telefoon
> Telefoonboek
.
2
Selecteer een contactpersoon.
3
Selecteer
Oproep.
Een locatie bellen
1
Selecteer Telefoon >
Bladeren door categorieën
.
2
Selecteer een nuttig punt (Locaties,
pagina
3).
3
Selecteer
Oproep.
Een oproep ontvangen
Selecteer Antwoord of
Negeer als u een oproep ontvangt.
De oproepinfo gebruiken
Uw oproepinfo wordt telkens wanneer u de telefoon op het
toestel aansluit van de telefoon naar het toestel overgezet. Het
kan enkele minuten duren voordat de oproepinfo beschikbaar is.
Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet.
1
Selecteer Telefoon >
Oproepinfo
.
2
Selecteer een categorie.
De lijst met oproepen wordt weergegeven en de meest
recente oproepen staan boven aan de lijst.
3
Selecteer een oproep.
De gespreksopties gebruiken
1
Selecteer op de kaart, terwijl u in een gesprek bent, .
2
Selecteer een optie.
Als u het geluid wilt overzetten naar de telefoon, selecteert
u Handset.
TIP: Gebruik deze functie als u het toestel wilt
uitschakelen terwijl u het telefoongesprek voortzet of als u
behoefte hebt aan privacy.
TIP: U kunt deze functie gebruiken zodat u automatische
systemen kunt gebruiken, zoals voicemail.
Als u de microfoon wilt dempen, selecteert u Dempen.
Als u het gesprek wilt beëindigen, selecteert u Einde
gesprek
.
Een telefoonnummer thuis opslaan
TIP:
Nadat u een telefoonnummer thuis hebt opgeslagen, kunt u
het nummer wijzigen via de optie "Thuis" in uw lijst met
opgeslagen locaties (
Een opgeslagen locatie bewerken,
pagina 5).
Selecteer Telefoon
>
>
Telefoonnummer thuis
instellen
, voer uw telefoonnummer in en selecteer OK
.
Naar huis bellen
U kunt uw telefoonnummer thuis alleen bellen nadat u het
telefoonnummer van uw thuislocatie hebt opgegeven.
Selecteer Opgeslagen
> Start >
>
Oproep
.
De apps gebruiken
Help gebruiken
Selecteer
Apps
> Help
om informatie over het toestel weer
te geven.
Help-onderwerpen zoeken
Selecteer Apps
> Help >
.
Over Smartphone Link
Smartphone Link is een telefoontoepassing waarmee uw toestel
live-gegevens kan downloaden via de dataverbinding van uw
telefoon. Uw toestel brengt gegevens vanaf Smartphone Link
over met behulp van draadloze Bluetooth-technologie.
Door verbinding te maken met Smartphone Link krijgt u toegang
tot Garmin Live Services. Garmin Live Services biedt gratis en
betaalde abonnementen waarmee u live-gegevens op uw
toestel kunt weergeven, zoals verkeersinformatie, weer en
brandstofprijzen.
Opgeslagen locaties en recent gevonden locaties worden met
uw telefoon gesynchroniseerd telkens wanneer uw toestel
verbinding maakt met Smartphone Link.
Smartphone Link downloaden
Smartphone Link ondersteunt telefoons waarop het
besturingssysteem Android
versie 2.1 of later wordt uitgevoerd.
Download Smartphone Link in de app-markt op uw
ondersteunde telefoon. Raadpleeg de handleiding bij uw
telefoon voor informatie over het downloaden en installeren van
toepassingen.
Verbinding maken met Smartphone Link
Voordat u verbinding kunt maken met Smartphone Link, moet u
de toepassing Smartphone Link downloaden en op uw telefoon
installeren.
1
Start Smartphone Link op uw telefoon.
2
Selecteer op uw toestel Instellingen > Bluetooth en schakel
het selectievakje Bluetooth in.
3
Selecteer op uw telefoon Bluetooth-instellingen.
4
Schakel op uw telefoon draadloze Bluetooth technologie in
en scan naar in de buurt aanwezige Bluetooth
toestellen.
10 De apps gebruiken
Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw telefoon voor
meer informatie.
5
Selecteer op uw telefoon uw toestel in de lijst met in de buurt
aanwezige toestellen.
6
Volg de instructies op het scherm van uw telefoon en van uw
toestel om het koppelingsverzoek te bevestigen.
verschijnt op de statusbalk van uw toestel wanneer er
verbinding is met Smartphone Link.
Een locatie van uw telefoon naar uw toestel
verzenden
Smartphone Link is als navigatietoepassing op uw telefoon
geregistreerd.
1
Selecteer op uw telefoon de knop om de navigatie naar een
locatie te starten (zie de handleiding bij uw telefoon voor
meer informatie).
2
Selecteer in het toepassingsmenu Smartphone Link
.
De volgende keer dat u uw toestel met uw telefoon verbindt,
wordt de locatie overgebracht naar de recent gevonden items op
uw toestel.
Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met
Smartphone Link
Wanneer het toestel verbonden is met de telefoon en Garmin
Live Services ontvangt, kunt u handsfree bellen uitschakelen.
1
Selecteer Apps
> Smartphone Link
.
2
Selecteer uw telefoon.
3
Schakel het selectievakje Handsfree bellen uit.
Over Garmin Live Services
OPMERKING:
Smartphone Link ondersteunt telefoons met het
Android-besturingssysteem versie 2.1 of nieuwer.
Voordat u Garmin Live Services kunt gebruiken, moet uw toestel
verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (
Verbinding maken met
Smartphone Link,
pagina
10).
Door verbinding te maken met Smartphone Link krijgt u toegang
tot Garmin Live Services. Garmin Live Services biedt gratis en
betaalde abonnementen waarmee u live-gegevens op uw
toestel kunt weergeven, zoals verkeersinformatie, weer en
brandstofprijzen.
Sommige Garmin Live Services, zoals Weer, zijn als aparte
apps op uw toestel beschikbaar. Andere Garmin Live Services,
zoals Verkeerscamera's, bieden een uitbreiding op bestaande
navigatiefuncties op uw toestel. Bij functies die toegang tot
Garmin Live Services vereisen, wordt het Smartphone Link-
symbool weergegeven en deze functies verschijnen alleen als
het toestel is verbonden met Smartphone Link.
Een abonnement nemen op Garmin Live Services
Voordat u zich kunt abonneren op Garmin Live Services, moet u
de app Smartphone Link op uw telefoon installeren.
1
Start de app Smartphone Link op uw telefoon (Verbinding
maken met Smartphone Link,
pagina
10).
2
Selecteer Garmin Live Services.
Er wordt een lijst met services en abonnementsprijzen
weergegeven.
3
Selecteer een service.
4
Selecteer de prijs.
5
Selecteer
Abonneren.
6
Volg de instructies op het scherm.
ecoRoute
In bepaalde gebieden dient u voordat u ecoRoute
functies kunt
gebruiken, eerst een ontgrendelingscode of een ecoRoute HD-
accessoire aan te schaffen. Ga naar www.garmin.com/ecoroute
voor meer informatie.
Met
ecoRoute kunt u het brandstofverbruik en de
brandstofkosten uitrekenen om een bepaalde bestemming te
bereiken, en beschikt u over hulpmiddelen om het
brandstofverbruik te verlagen.
De gegevens die worden verkregen met ecoRoute zijn alleen
een schatting. De gegevens zijn niet daadwerkelijk afkomstig
van uw voertuig, tenzij u gebruikmaakt van het ecoRoute HD-
accessoire.
Als u nauwkeurigere brandstofrapporten wilt voor een bepaald
voertuig en de rijgewoonten, kalibreert u het brandstofverbruik
(
Het brandstofverbruik kalibreren,
pagina
11).
ecoRoute HD-accessoire
Als het toestel is aangesloten op het ecoRoute HD-accessoire,
kan het realtime voertuiginformatie ontvangen, zoals
foutberichten, het toerental en het accuvoltage. Het toestel
bevat voertuiggegevens die tijdens het berekenen van de
ecoRoute gegevens door het ecoRoute HD-accessoire zijn
gelezen.
Ga naar www.garmin.com/ecoRoute.
Het voertuigprofiel instellen
Wanneer u de ecoRoute functies voor de eerste keer gaat
gebruiken, moet u de voertuiggegevens invoeren.
1
Selecteer Apps
> ecoRoute
.
2
Volg de instructies op het scherm.
De brandstofprijs wijzigen
1
Selecteer Apps
> ecoRoute > Bij de pomp
.
2
Voer de actuele brandstofprijs in en selecteer Volgende.
3
Selecteer
Ja.
Het brandstofverbruik kalibreren
U kunt het brandstofverbruik kalibreren om nauwkeuriger
brandstofrapporten voor uw specifieke voertuig en rijgewoonten
te ontvangen. Kalibreer het brandstofverbruik wanneer u uw
tank hebt gevuld.
1
Selecteer Apps
> ecoRoute > Bij de pomp
.
2
Voer de actuele brandstofprijs in.
3
Voer de hoeveelheid brandstof in die is verbruikt sinds u de
laatste keer de tank helemaal had gevuld.
4
Voer de afstand in die u hebt afgelegd sinds u de tank de
laatste keer helemaal had gevuld.
5
Selecteer Volgende.
Het toestel berekent uw gemiddelde brandstofverbruik.
6
Selecteer Sla op.
ecoChallenge
Met behulp van ecoChallenge kunt u uw rijgedrag beoordelen
en uw brandstofverbruik mogelijk verminderen. Hoe hoger uw
ecoChallenge-scores, hoe meer brandstof u bespaart. Met
ecoChallenge worden gegevens verzameld en wordt een score
berekend als uw voertuig in beweging is en de
verplaatsingsmodus Auto wordt gebruikt.
Uw ecoChallenge-scores bekijken
Selecteer Apps
> ecoRoute > ecoChallenge
.
Over de ecoChallenge-score
De kleur van het blad op het ecoChallenge-pictogram verandert
afhankelijk van uw prestaties.
Totaal
: Geeft het gemiddelde van de snelheids-, acceleratie- en
remscore weer.
Snelheid: Geeft uw score weer voor het rijden met de optimale
snelheid om brandstof te besparen (voor de meeste
voertuigen is dit tussen 70 en 100 km/u).
De apps gebruiken 11
Versnellen
: Geeft het gemiddelde voor rustig en geleidelijk
optrekken weer. U verliest punten wanneer u te snel optrekt.
Remmen: Geeft het gemiddelde voor zacht en geleidelijk
remmen weer. U verliest punten wanneer u te hard remt.
De ecoChallenge-scores resetten
1
Selecteer Apps
> ecoRoute > ecoChallenge
.
2
Selecteer > Reset.
Het brandstofverbruik weergeven
1
Selecteer Apps
> ecoRoute > Brandstofverbruik
.
2
Selecteer een deel van de grafiek om in te zoomen.
Afstandsrapporten
Het afstandsrapport biedt gegevens over de afstand, de tijd, het
gemiddelde brandstofverbruik en de brandstofkosten van de
route naar een bestemming.
Voor elke route die u rijdt, wordt een afstandsrapport gemaakt.
Als u een route beëindigt op uw toestel, wordt een
afstandsrapport gemaakt voor de afstand die u hebt afgelegd.
Een afstandsrapport bekijken
De opgeslagen afstandsrapporten kunt u op het toestel bekijken.
TIP:
U kunt afstandsrapporten bekijken in de map Reports op
het station of volume van uw toestel (
Gegevens van uw
computer overzetten,
pagina
17).
1
Selecteer Apps
> ecoRoute > Afstandsrapport
.
2
Selecteer een rapport.
ecoRoute-informatie resetten
1
Selecteer Apps
> ecoRoute > Voertuigprofiel
.
2
Selecteer > Reset.
myGarmin-berichten weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (
Verbinding maken met
Smartphone Link,
pagina
10). Deze functie is niet in alle regio's
beschikbaar.
U kunt berichten weergeven die afkomstig zijn van myGarmin,
zoals meldingen voor software- en kaartupdates.
1
Selecteer Apps
> myGarmin
.
Als u ongelezen berichten hebt, wordt het aantal ongelezen
berichten op het pictogram myGarmin weergegeven.
2
Selecteer het onderwerp van een bericht.
Het volledige bericht wordt weergegeven.
De weersverwachting weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel
verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (
Verbinding maken met
Smartphone Link, pagina 10). Deze functie is niet in alle regio's
beschikbaar.
1
Selecteer Apps
> Weer
.
2
Selecteer een dag.
De gedetailleerde weersverwachting voor die dag wordt
weergegeven.
Het weer voor een andere plaats weergeven
1
Selecteer Apps
> Weer > Huidige locatie
.
2
Selecteer een optie:
Als u het weer voor een favoriete plaats wilt bekijken,
selecteert u de plaats in de lijst.
Als u een favoriete plaats wilt toevoegen, selecteert u
Voeg plaats toe
en typt u de naam van de plaats.
De weerradar weergeven
De weerradar is een bewegende weergave met kleurcodes van
de huidige weersomstandigheden. Daarnaast wordt er een
weerpictogram op de kaart weergegeven. Aan het
weerpictogram herkent u de weersomstandigheden in de
omgeving, zoals regen, sneeuw en onweersbuien.
1
Selecteer Apps
> Weer
.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Weerradar.
Weerwaarschuwingen weergeven
Terwijl u met het toestel onderweg bent, kunnen er
waarschuwingen over het weer op de kaart worden
weergegeven. U kunt ook een kaart met weerwaarschuwingen
weergeven voor uw huidige locatie of een geselecteerde stad.
1
Selecteer Apps > Weer.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Weerwaarschuwingen.
De omstandigheden op de weg controleren
1
Selecteer Apps
> Weer
.
2
Selecteer indien nodig een plaats.
3
Selecteer > Wegomstandigheden.
Een reis plannen
U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere
bestemmingen te maken en op te slaan.
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer
Nieuwe reis.
3
Selecteer
Selecteer startlocatie.
4
Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie,
pagina 3).
5
Selecteer Selecteer
.
6
Selecteer om locaties toe te voegen.
7
Selecteer Volgende.
8
Voer een naam in en selecteer OK
.
Vertrektijd en verblijfsduur plannen
U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere
bestemmingen te maken en op te slaan.
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer een reis.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Vertrektijd
.
Selecteer Aankomsttijd
.
5
Selecteer een datum en tijd en selecteer Sla op
.
6
Selecteer
Tijdsduur.
7
Selecteer de tijd die u wilt doorbrengen op de locatie en
selecteer
Sla op.
8
Herhaal, indien nodig, de stappen 3–7 voor iedere locatie.
De transportmodus in een reis wijzigen
U kunt de transportmodi wijzigen die worden gebruikt in een
opgeslagen reis.
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer een reis.
3
Selecteer > Transportmodus.
4
Selecteer een transportmodus.
5
Selecteer
Sla op.
12 De apps gebruiken
Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer
Ga!.
4
Selecteer een route, als daarom wordt gevraagd (Uw route
op de kaart, pagina 6).
Een opgeslagen reis bewerken
1
Selecteer Apps
> Reisplanner
.
2
Selecteer een opgeslagen reis.
3
Selecteer .
4
Selecteer een optie:
Selecteer Wijzig naam van reis.
Selecteer Wijzig bestemmingen om locaties toe te
voegen of te verwijderen, of om de volgorde van locaties
te wijzigen.
Selecteer Wis reis.
Selecteer Volgorde optimaliseren
om uw
reisbestemmingen in de meest efficiënte volgorde te
plaatsen.
Afbeeldingen weergeven
U kunt foto's bekijken die u op het toestel of een geheugenkaart
hebt opgeslagen. Zie
Gegevensbeheer,
pagina
17 voor meer
informatie over het laden van foto's op uw toestel.
1
Selecteer Apps
> Fotoalbum
.
2
Gebruik de pijltjes om door de foto's te bladeren.
3
Selecteer een foto.
Een diavoorstelling weergeven
1
Selecteer Apps
> Fotoalbum
.
2
Selecteer .
3
Selecteer het scherm terwijl er een diavoorstelling wordt
weergegeven om de diavoorstelling te stoppen.
Foto's verwijderen
1
Selecteer Apps
> Fotoalbum
.
2
Selecteer een foto.
3
Selecteer > Wis
> Ja
.
Recente routes en bestemmingen weergeven
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor
reisgeschiedenis inschakelen (
trafficTrends, pagina 19).
U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt
op de kaart bekijken.
Selecteer Apps
> Waar ik ben geweest
.
De wereldklok gebruiken
1
Selecteer Apps
> Wereldklok
.
2
Selecteer, indien nodig, een stad, voer de naam in en
selecteer OK
.
De wereldkaart weergeven
Selecteer Apps
> Wereldklok >
.
De nachtelijke uren worden in het schaduwgebied
weergegeven.
De calculator gebruiken
Selecteer
Apps
> Calculator
.
Eenheden omrekenen
1
Selecteer Apps >
Eenheden
.
2
Selecteer zo nodig de knop naast Omrekenen, selecteer een
eenheidcategorie en selecteer Sla op.
3
Selecteer zo nodig een maateenheidknop, selecteer een
eenheid en selecteer Sla op.
4
Selecteer het veld onder de eenheid die u wilt omrekenen.
5
Voer een getal in en selecteer OK
.
Wisselkoersen instellen
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
U kunt de wisselkoers bijwerken voor het omrekenen van
eenheden.
1
Selecteer Apps
> Eenheden
.
2
Selecteer de knop naast Omrekenen.
3
Selecteer
Valuta en vervolgens Sla op.
4
Selecteer zo nodig een valutaknop, selecteer een andere
valuta en selecteer Sla op.
5
Selecteer de knop onder aan het scherm met de
wisselkoersen.
6
Selecteer het vakje naast een valuta.
7
Voer een waarde in en selecteer OK
.
8
Selecteer OK.
De taalgids gebruiken
Gebruik de taalgids om woorden en zinnen op te zoeken en te
vertalen.
Selecteer
Apps
> Taalgids
.
De taalgids aanschaffen
Uw toestel wordt geleverd met een beperkte demonstratieversie
van de taalgids.
Als u de volledige taalgids wilt aanschaffen, ga dan naar
http://www.garmin.com/languageguide.
Talen in de taalgids selecteren
U kunt de talen selecteren waarin u wilt vertalen als u woorden
en zinnen vertaalt.
1
Selecteer Apps
> Taalgids
.
2
Selecteer > Taal.
3
Selecteer Van
, selecteer de taal waaruit u wilt vertalen en
selecteer Sla op.
4
Selecteer Naar
, selecteer de taal waarin u wilt vertalen en
selecteer Sla op.
Woorden en zinnen vertalen
1
Selecteer Apps
> Taalgids
.
2
Selecteer een categorie en een of meer subcategorieën.
3
Selecteer indien nodig, voer een trefwoord in en selecteer
OK
.
4
Selecteer een woord of zin.
5
Selecteer om de vertaling te beluisteren.
Een tweetalig woordenboek gebruiken
1
Selecteer Apps
> Taalgids > Tweetalige woordenboeken
.
2
Selecteer een woordenboek.
3
Selecteer, indien nodig, , voer een woord in en selecteer
OK
.
4
Selecteer een woord.
5
Selecteer om de vertaling te beluisteren.
De apps gebruiken 13
Over verkeersinformatie
KENNISGEVING
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de
verkeersinformatie.
Op sommige plaatsen en in sommige landen is
verkeersinformatie mogelijk niet beschikbaar. Ga voor meer
informatie over verkeersinformatie-ontvangers en
dekkingsgebieden naar www.garmin.com/traffic.
Een verkeersinformatie-ontvanger wordt meegeleverd in
sommige producten, ingebouwd in de voertuigvoedingskabel of
in het toestel, en is een optioneel accessoire voor alle modellen.
Het toestel moet verbonden zijn met de voertuigvoeding om
verkeersinformatie te kunnen ontvangen.
Om verkeersinformatie te ontvangen, dienen de aangesloten
verkeersinformatie-ontvanger en het toestel zich in het
gegevensbereik van een station te bevinden dat
verkeersinformatie uitzendt.
U hoeft het abonnement dat bij uw verkeersinformatie-
ontvanger werd geleverd, niet te activeren.
verandert van kleur om de ernst van verkeerssituaties op
uw route of op de weg waar u reist aan te geven.
Als uw toestel gebruikmaakt van een externe antenne voor
verkeersinformatie, dient u deze externe antenne altijd
aangesloten te laten voor de beste ontvangst.
Verkeersinformatie ontvangen
KENNISGEVING
Door verwarmde (gemetalliseerde) ruiten kunnen de prestaties
van de verkeersinformatie-ontvanger doen afnemen.
Voordat u verkeersinformatie kunt ontvangen, moet u een
compatibele Garmin-verkeersinformatie-ontvanger als
accessoire aanschaffen. Ga naar www.garmin.com voor meer
informatie.
Voordat u verkeersinformatie kunt ontvangen, dienen de
verkeersinformatie-ontvanger en het toestel zich binnen het
bereik van een FM-station te bevinden dat verkeersinformatie
uitzendt.
Wanneer de ontvanger zich binnen een dekkingsgebied voor
verkeersinformatie bevindt, geeft uw toestel verkeersinformatie
weer.
1
Sluit de verkeersinformatie-ontvanger op een externe
voedingsbron aan.
2
Sluit de verkeersinformatie-ontvanger op het toestel aan.
Verkeersinformatie-ontvanger
À
Mini-USB-connector
Á
Externe antenneconnector
Â
Interne antenne
Ã
Voedingslampje
Ä
Voedingsadapter voor de auto
Informatie over het verkeerspictogram
Er verschijnt een verkeerspictogram op de kaart als er
verkeersinformatie wordt ontvangen. Het verkeerspictogram
verandert van kleur om de ernst van de verkeerssituatie aan te
geven.
Geel
: Het verkeer rijdt maar er zijn opstoppingen. Er is sprake
van enige filevorming.
Grijs: Geen verkeersinformatie beschikbaar.
Groen
: Het verkeer stroomt normaal door.
Rood
: Het verkeer staat stil of rijdt zeer langzaam. Er zijn
ernstige opstoppingen.
De verkeersinformatie-ontvanger plaatsen
Plaats de voedingskabel van de verkeersinformatie-ontvanger
zodanig dat de ontvangst van verkeersinformatie optimaal is.
1
Rol de kabel uit.
2
Zorg ervoor dat het midden van de kabel een onbelemmerd
zicht op de lucht heeft, zoals bij het dashboard.
OPMERKING:
Laat de kabel niet rusten op de
kabelconnector die in verbinding staat met de voeding van
het voertuig.
Leg de kabel niet op de vloer of onder andere voorwerpen.
Verkeer op uw route
Tijdens het berekenen van de route wordt het huidige verkeer
onderzocht en wordt de route automatisch aangepast om de
reisduur zo kort mogelijk te maken. Als er een lange file op uw
route is terwijl u aan het navigeren bent, berekent het toestel de
route automatisch opnieuw.
Het verkeerspictogram
verandert van kleur om de ernst van
verkeerssituaties op uw route of op de weg waar u rijdt aan te
geven.
Het kan zijn dat het toestel een druk traject voorstelt als er geen
beter alternatief voorhanden is. De tijd van de vertraging wordt
dan meegenomen bij het berekenen van de geschatte
aankomsttijd.
Verkeer op uw route weergeven
1
Selecteer tijdens het navigeren.
2
Selecteer Verkeer op route.
Er wordt een lijst met verkeerssituaties op uw route
weergegeven, gesorteerd op locatie op uw route.
3
Selecteer een gebeurtenis.
Handmatig verkeer op uw route vermijden
1
Selecteer op de kaart.
2
Selecteer
Verkeer op route.
3
Gebruik zo nodig de pijlen om andere vertragingen op uw
route weer te geven.
4
Selecteer > Vermijd.
Een alternatieve route nemen
1
Selecteer tijdens het navigeren.
2
Selecteer Alternatieve route.
3
Selecteer een route.
Verkeersinformatie op de kaart weergeven
Op de kaart met verkeersinformatie worden met kleurcodes de
verkeersstroom en vertragingen op wegen in de buurt
weergegeven.
1
Selecteer op de kaart.
2
Selecteer
Verkeerssituaties.
Verkeer in uw omgeving
Vertragingen zoeken
1
Selecteer op de kaartpagina.
2
Selecteer Verkeerssituaties > .
3
Selecteer een item in de lijst.
14 Over verkeersinformatie
4
Als er meerdere vertragingen zijn, gebruikt u de pijlen om de
overige vertragingen weer te geven.
Een verkeersprobleem op de kaart weergeven
1
Selecteer op de kaart.
2
Selecteer
Verkeerssituaties.
3
Selecteer een verkeerspictogram.
Verkeersinformatie interpreteren
De legenda voor verkeersinformatie bevat een uitleg van de
pictogrammen en kleuren die worden gebruikt op de
verkeerskaart.
1
Selecteer op de kaart >
Verkeer
.
2
Selecteer
Legenda voor verkeer.
Over verkeerscamera's
Verkeerscamera's geven livebeelden van
verkeersomstandigheden op belangrijke snelwegen en
kruispunten. U kunt camera's opslaan die u regelmatig wilt
raadplegen.
Een verkeerscamera opslaan
Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u een abonnement
nemen op de service photoLive, en uw toestel moet zijn
verbonden met een ondersteunde smartphone waarop
Smartphone Link wordt uitgevoerd (Over Smartphone Link,
pagina 10).
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
1
Selecteer Apps > Mijn Camera's.
2
Selecteer
Tik om toe te voegen.
3
Selecteer een weg.
4
Selecteer een kruispunt.
5
Selecteer
Sla op.
Een verkeerscamera weergeven
Voordat u beelden van een verkeerscamera kunt weergeven,
moet u de desbetreffende camera opslaan (Een
verkeerscamera opslaan,
pagina
15).
1
Selecteer Apps > Mijn Camera's.
2
Selecteer een camera.
Verkeersabonnementen
Abonnement activeren
U hoeft het abonnement dat bij uw FM-verkeersinformatie-
ontvanger werd geleverd, niet te activeren. Het abonnement
wordt automatisch geactiveerd nadat uw toestel satellietsignalen
heeft ontvangen en ook verkeersinformatiesignalen ontvangt
van de provider van de betaalservice.
Een abonnement toevoegen
U kunt abonnementen voor verkeersinformatie in andere regio's
of landen aanschaffen.
1
Selecteer in het hoofdmenu Verkeer.
2
Selecteer Abonnementen
>
.
3
Noteer de toestel-id van de FM-ontvanger voor
verkeersinformatie.
4
Ga naar www.garmin.com/fmtraffic om een abonnement af te
sluiten en een code van 25 tekens op te halen.
De verkeersabonnementcode kan niet opnieuw worden
gebruikt. Elke keer dat u de service wilt verlengen, hebt u
een nieuwe code nodig. Indien u meerdere FM-
verkeersinformatie-ontvangers hebt, hebt u voor elke
ontvanger een nieuwe code nodig.
5
Selecteer
Volgende op uw toestel.
6
Voer de code in.
7
Selecteer
OK.
Verkeersinformatie uitschakelen
1
Selecteer Instellingen > Verkeer.
2
Schakel het selectievakje Verkeer uit.
Het toestel ontvangt geen live-verkeersinformatie meer, maar
zal nog steeds potentiële filegebieden vermijden met behulp van
trafficTrends
, indien ingeschakeld (trafficTrends
, pagina
19).
Vrachtwagenfuncties
Over het IFTA-log
OPMERKING:
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
U kunt gegevens vastleggen die u nodig hebt voor de IFTA-
documentatie (International Fuel Tax Agreement), zoals
informatie over de brandstof die u hebt aangeschaft en het
aantal kilometers dat u hebt afgelegd.
U moet zich in de modus Vrachtwagen bevinden om IFTA-
registratie te kunnen gebruiken (
Een transportmodus kiezen,
pagina 2).
Brandstofgegevens invoeren
1
Selecteer Apps
> IFTA-log > Bij de pomp
.
2
Voer de brandstofprijs per liter in.
3
Selecteer het veld Verbruikte brandstof
.
4
Voer de hoeveelheid brandstof in die u hebt aangeschaft.
5
Selecteer indien nodig een optie:
Als u de hoeveelheid in liters wilt vastleggen, selecteert u
Gallon >
Liter > Sla op
.
Als u de hoeveelheid in gallons wilt vastleggen, selecteert
u Liter
> Gallon > Sla op
.
6
Schakel, indien nodig, het selectievakje Inclusief
belastingen in.
7
Selecteer het tankstation waar u hebt getankt.
Brandstoflogbestanden bewerken
1
Selecteer Apps
> IFTA-log > Brandstoflogbestanden
.
2
Selecteer, indien nodig, een vrachtwagen.
3
Selecteer, indien nodig, een kwartaal.
4
Selecteer een logbestand.
5
Selecteer een optie:
Selecteer een veld als u de gegevens wilt wijzigen.
Selecteer >
Ja
als u het logbestand wilt verwijderen.
Overzicht van een rechtsgebied weergeven en
exporteren
Het overzicht van het rechtsgebied bevat gegevens over ieder
land waarin uw voertuig in een bepaald kwartaal is geweest. Het
overzicht van het rechtsgebied is niet overal beschikbaar.
1
Selecteer Apps
> IFTA-log > Overzicht rechtsgebied
.
2
Selecteer, indien nodig, een vrachtwagen.
3
Selecteer, indien nodig, een kwartaal.
4
Selecteer > Exporteer > OK om een overzicht van een
rechtsgebied te exporteren.
Het overzicht wordt als CSV-bestand geëxporteerd en in de
map
Reports in het toestelgeheugen of op de geheugenkaart
opgeslagen.
Reisrapporten bewerken en exporteren
1
Selecteer vanuit het hoofdmenu Apps
> IFTA-log >
Reisrapporten
.
2
Selecteer, indien nodig, een vrachtwagen.
Vrachtwagenfuncties 15
3
Selecteer, indien nodig, een kwartaal.
4
Selecteer een rapport.
5
Selecteer een optie:
Selecteer >
Wis
en schakel het selectievakje in om een
rapport te verwijderen.
Selecteer >
Combineren
en schakel de selectievakjes
in om rapporten te combineren.
Selecteer >
Exporteer > OK
. Het rapport wordt als
CSV-bestand geëxporteerd en in de map Reports in het
toestelgeheugen of op de geheugenkaart opgeslagen.
Geëxporteerde overzichten van rechtsgebieden en
reisrapporten weergeven
KENNISGEVING
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Verbind het toestel met uw computer.
2
Open het Garmin station of -volume en open de map
Reports
.
3
Open de map
IFTA.
4
Open het CSV-bestand.
Diensturen
KENNISGEVING
Dit toestel is weliswaar geschikt om informatie over diensturen
bij te houden, maar het is GEEN goedgekeurde vervanging voor
een registratie in een logboek, zoals vereist door de Federal
Motor Carrier Safety Administration.
Bestuurders dienen zich te houden aan alle landelijke en
internationale regels voor een diensturenregistratie.
Automatische On- Board -opname -apparaat (AOBRD)
Wanneer het toestel is geïntegreerd met een telematische
datatransponder van een door Garmin geautoriseerde partner
en wordt gebruikt voor de diensturenregistratie van de
bestuurder, kan een transportbedrijf met dit toestel voldoen aan
de AOBRD vereisten.
Garmin verklaart niet dat het gebruik van de oplossing van een
geautoriseerde partner naleving van de specificatie van §395.15
garandeert. Dergelijke garanties kunnen alleen worden gedaan
door de partner, en naleving van §395 blijft altijd de
verantwoordelijkheid van de eindgebruiker, met inbegrip van
naleving van eventuele wijzigingen in dergelijke regelgeving. U
kunt het door een Garmin
AOBRD partner afgegeven certificaat
raadplegen om te controleren of aan de AOBRD vereisten zoals
gedefinieerd in Part §395.15 wordt voldaan.
OPMERKING:
Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
Voordat u de optie Diensturen kunt gebruiken, moet de modus
Vrachtwagen zijn geactiveerd en moet u een bestuurderprofiel
maken (
Bestuurders toevoegen, pagina 16).
U kunt de optie Diensturen gebruiken om het aantal uren vast te
leggen dat u hebt gewerkt. Zo kunt u ervoor zorgen dat u de
veiligheidsrichtlijnen naleeft.
Uw dienststatus vastleggen
1
Selecteer Apps
> Diensturen
.
2
Selecteer een bestuurder.
3
Selecteer Status In/uit dienst.
4
Selecteer een optie:
Selecteer Buiten dienst om de tijd vast te leggen waarop
u niet aan het werk bent.
Selecteer Slaapcabine
om uw rusttijd in de slaapcabine
vast te leggen.
Selecteer
Rijdend om de tijd vast te leggen waarop u als
chauffeur aan het werk bent.
Selecteer In dienst om de tijd vast te leggen waarop u wel
aan het werk bent, maar niet als chauffeur achter het
stuur.
Selecteer
Bijrijder om de tijd te registreren dat een
tweede chauffeur op de bijrijdersplaats aanwezig is, maar
geen dienst heeft.
OPMERKING: Een chauffeur kan de status Bijrijder
hebben gedurende maximaal twee uur direct voor of direct
na acht aaneengesloten uren in de slaapcabine.
5
Selecteer Sla op.
Over bestuurders
Als u binnen een periode van 24 uur voor meerdere vervoerders
werkt, moet u voor iedere vervoerder afzonderlijk de gegevens
vastleggen.
Voor het vastleggen moet u de tijdzone van het vertrekpunt
gebruiken, ook als u tijdens de rit andere tijdzones betreedt.
Bestuurders toevoegen
1
Selecteer Apps
> Diensturen
.
2
Selecteer .
3
Volg de instructies op het scherm.
Bestuurdergegevens beheren
1
Selecteer Apps
> Diensturen
.
2
Selecteer een bestuurder.
3
Selecteer
Bestuurder.
4
Selecteer een optie:
Als u de informatie wilt bewerken, selecteert u een veld.
Als u de bestuurder wilt verwijderen, selecteert u >
Bestuurder verwijderen > Ja.
Logboeken gebruiken
1
Selecteer Apps
> Diensturen
.
2
Selecteer een bestuurder.
3
Selecteer Logbestand weergeven.
4
Selecteer een optie:
Als u een andere datum wilt weergeven, selecteert u de
datum boven aan het scherm.
Als u statusdetails wilt weergeven, selecteert u het veld
naast een statusbalk.
Als u wijzigingen wilt aanbrengen, selecteert u het raster
en vervolgens een veld.
Als u informatie over overtredingen wilt weergeven,
selecteert u .
Ladingen toevoegen
1
Selecteer Apps
> Diensturen
.
2
Selecteer een bestuurder.
3
Selecteer Ladingen beheren > .
4
Voer de referentiegegevens in en selecteer OK
.
TIP: Het referentienummer is het nummer van het
vervoersdocument of de naam van het bedrijf en de groep
die u vervoert.
5
Selecteer, indien nodig, Begindag.
6
Selecteer, indien nodig, Einddag.
7
Selecteer
Sla op.
Ladingen beheren
OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar.
1
Selecteer Apps
> Diensturen
.
2
Selecteer een bestuurder.
16 Vrachtwagenfuncties
3
Selecteer
Ladingen beheren.
4
Selecteer een lading.
5
Selecteer een optie:
Als u de ladingsgegevens wilt bewerken, selecteert u een
veld.
Als u de ladingen wilt verwijderen, selecteert u >
Lading verwijderen > OK.
Ritlogs weergeven
1
Selecteer Apps
> Diensturen
.
2
Selecteer een bestuurder.
3
Selecteer Logbestand exporteren
.
4
Voer, indien nodig, uw trekkernummer, de identificatiecode
van de trekker en het nummer van de trailer in.
5
Selecteer, indien nodig, het logbestand dat u wilt exporteren.
6
Selecteer, indien nodig, de locatie waar u het logbestand
naartoe wilt exporteren.
Het logbestand wordt als CSV-bestand geëxporteerd en in de
map Reports in het toestelgeheugen opgeslagen.
Geëxporteerde ritlogs weergeven
KENNISGEVING
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten
op uw computer,
pagina
17).
2
Selecteer een optie:
Als u de logbestanden wilt weergeven die op het toestel
zijn opgeslagen, opent u het station/volume met de naam
Garmin en opent u de map Reports.
Als u de logbestanden wilt weergeven die op de
geheugenkaart zijn opgeslagen, opent u het station/
volume van de geheugenkaart en vervolgens de map
Garmin
.
3
Open de map HOSExports.
4
Open het CSV-bestand.
Gegevensbeheer
Gegevensbeheer
U kunt bestanden, zoals JPEG-bestanden, op het toestel
opslaan. In de geheugenuitsparing van het toestel kan een extra
geheugenkaart worden geplaatst.
OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows
®
95,
98, ME,
Windows NT
®
, en
Mac
®
OS 10.3 en ouder.
Bestandstypen
Het toestel biedt ondersteuning voor de volgende
bestandstypen.
Kaarten en GPX-waypointbestanden van myGarmin
kaartsoftware, waaronder MapSource
®
,
BaseCamp
en
HomePort
(Eigen nuttige punten,
pagina
21).
GPI-bestanden met eigen nuttige punten van Garmin POI
Loader (POI Loader-software installeren, pagina 21).
Over geheugenkaarten
Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Software met vooraf geladen kaarten van Garmin kunt u ook
aanschaffen op
www.garmin.com/trip_planning. U kunt op de
geheugenkaarten behalve kaarten en kaartgegevens ook
afbeeldingsbestanden, geocaches, routes, waypoints en eigen
nuttige punten opslaan.
Een geheugenkaart installeren
Het toestel biedt ondersteuning voor microSD
en microSDHC-
geheugenkaarten.
1
Plaats een geheugenkaart in de uitsparing op het toestel.
2
Druk op de kaart totdat deze vastklikt.
Het toestel aansluiten op uw computer
U kunt het toestel met de meegeleverde USB-kabel op een
computer aansluiten.
OPMERKING:
De eerste keer dat u uw toestel op uw Windows-
computer aansluit, wordt u gevraagd of u de myGarmin Agent-
software wilt installeren. Ga naar
www.garmin.com/agent voor
meer informatie.
1
Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op
het toestel.
2
Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een USB-
poort op uw computer.
Er verschijnt een afbeelding van uw toestel dat op een
computer is aangesloten op het scherm van het toestel.
Op een
Windows-computer wordt uw toestel in Deze
computer getoond als een draagbaar toestel of als twee
verwisselbare stations: het toestel en de geheugenkaart.
Gegevens van uw computer overzetten
1
Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten
op uw computer,
pagina
17).
Het toestel en de geheugenkaart worden weergegeven als
verwisselbare stations in Deze computer in Windows
en als
geïnstalleerde volumes op Mac-computers.
OPMERKING: Sommige computers met meerdere
netwerkstations kunnen geen stations van uw toestel
weergeven. Zie het Help-bestand van uw besturingssysteem
voor meer informatie over het toewijzen van het station.
2
Open de bestandsbrowser op de computer.
3
Selecteer een bestand.
4
Selecteer Bewerken >
Kopiëren
.
5
Open het station of volume voor Garmin
of de
geheugenkaart.
6
Selecteer Bewerken
> Plakken
.
Het bestand wordt weergegeven in de lijst met bestanden in
het toestelgeheugen of op de geheugenkaart.
De USB-kabel loskoppelen
Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is
aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige
manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als
uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw
Windows
-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te
koppelen.
1
Voer een van onderstaande handelingen uit:
Op
Windows-computers: Selecteer het pictogram
Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en
selecteer uw toestel.
Op
Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de
prullenbak.
2
Koppel de kabel los van uw computer.
Bestanden verwijderen
KENNISGEVING
Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan
niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke
systeembestanden die niet mogen worden verwijderd.
1
Open het Garmin station of volume.
Gegevensbeheer 17
2
Open zo nodig een map of volume.
3
Selecteer een bestand.
4
Druk op het toetsenbord op de toets
Delete.
Het toestel aanpassen
Vrachtwagen- of camperprofielen toevoegen
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat bij alle
routesuggesties met die kenmerken rekening wordt gehouden.
Het is uw verantwoordelijkheid tijdens het rijden rekening te
houden met de hoogte, lengte, het gewicht en andere
belangrijke beperkingen van uw voertuig. Houd u altijd aan de
verkeersborden en houd rekening met de conditie van het
wegdek tijdens het rijden.
1
Selecteer Instellingen > Vrachtwagenprofiel.
2
Selecteer een profieltype:
Selecteer Vrachtwagen
om een vrachtwagenprofiel toe te
voegen.
Selecteer Camper om een camperprofiel toe te voegen.
3
Selecteer .
4
Selecteer zo nodig Eenheden
als u de eenheden wilt
wijzigen.
5
Volg de instructies op het scherm.
Vrachtwagen- of camperprofielen activeren
Voorat u een profiel kunt activeren, moet u het profiel toevoegen
(Vrachtwagen- of camperprofielen toevoegen, pagina 18).
Het toestel berekent routes op basis van de breedte, de lengte,
de hoogte, het gewicht en andere instellingen van het
geactiveerde profiel.
1
Selecteer Instellingen >
Vrachtwagenprofiel
.
2
Selecteer een profieltype:
Selecteer Vrachtwagen
om een vrachtwagenprofiel te
activeren.
Selecteer Camper
om een camperprofiel te activeren.
3
Selecteer het gewenste profiel.
4
Selecteer Selecteer een profiel.
Vrachtwagen- of camperprofielen bewerken
Voordat u een profiel kunt verwijderen, moet u een ander profiel
activeren (Vrachtwagen- of camperprofielen activeren,
pagina 18).
1
Selecteer Instellingen > Vrachtwagenprofiel.
2
Selecteer een profiel en selecteer .
3
Selecteer
Wijzig of Wis.
Kaart- en voertuiginstellingen
Als u de kaart- en voertuiginstellingen wilt wijzigen, selecteert u
vanuit het hoofdmenu
Instellingen > Kaart en voertuig.
Voertuig
: Hiermee kiest u een ander pictogram voor het
aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar
www.garmingarage.com voor meer pictogrammen.
Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de
kaart in.
Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als
er meer details worden weergegeven, wordt de kaart
mogelijk langzamer opnieuw getekend.
Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens
wijzigen.
Kaartknoppen
: Hiermee bepaalt u welke pictogrammen op de
kaart worden weergegeven. Er kunnen maximaal twee
pictogrammen aan de kaart worden toegevoegd.
Kaartlagen
: Hiermee stelt u de gegevens in die op de
kaartpagina worden weergegeven (
De kaartlagen
aanpassen,
pagina
7).
Dashboards
: Hiermee stelt u de indeling in van het
kaartdashboard.
Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten
het toestel gebruikt.
Kaarten inschakelen
U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn
geïnstalleerd.
TIP:
Ga voor het aanschaffen van aanvullende kaartproducten
naar
www.garmin.com/nl/maps
.
1
Selecteer Instellingen >
Kaart en voertuig > Mijn Kaarten
.
2
Selecteer een kaart.
Navigatie-instellingen
Als u de pagina met navigatie-instellingen wilt openen,
selecteert u vanuit het hoofdmenu
Instellingen > Navigatie.
Berekenmodus: Hiermee stelt u uw routevoorkeur in.
Te vermijden
: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op
een route wilt mijden.
Aangepast vermijden
: Hiermee kunt u opgeven welke
specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden.
Geavanceerde omwegen: Hiermee stelt u de lengte van de
omweg in.
Veilige modus: Hiermee schakelt u alle functies van het
navigatiesysteem uit die veel aandacht van de gebruiker
vragen en u tijdens het rijden kunnen afleiden.
GPS Simulator: Hiermee stelt u in dat het toestel geen GPS-
signalen meer ontvangt, waarmee u de batterij spaart.
Routevoorkeuren
Als u de pagina met instellingen voor de berekenmodus wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen >
Navigatie > Berekenmodus.
De routeberekening is gebaseerd op de snelheidsgegevens van
een weg en de versnellingsgegevens van een voertuig voor een
bepaalde route.
Snellere tijd
: Hiermee berekent u routes die sneller worden
afgelegd, maar mogelijk langer zijn.
Kortere afstand: Hiermee berekent u routes die korter zijn,
maar mogelijk langzamer worden afgelegd.
Minder brandstof: Hiermee berekent u routes waarvoor minder
brandstof nodig is dan voor andere routes.
Offroad
: Hiermee berekent u een rechte lijn van uw huidige
locatie naar uw bestemming.
Scherminstellingen
Als u de pagina met scherminstellingen wilt openen, selecteert u
vanuit het hoofdmenu
Instellingen
> Scherm
.
Kleurmodus
: Hiermee past u de helderheid van het scherm
aan. U kunt de levensduur van de batterij verlengen door de
helderheid te verlagen.
Time-out voor scherm
: Hiermee kunt u opgeven hoe lang het
moet duren voordat het toestel in de slaapstand wordt gezet.
Schermafdruk: Hiermee maakt u een opname van het
toestelscherm. Schermafbeeldingen worden op het toestel in
de map Screenshot opgeslagen.
18 Het toestel aanpassen
Bluetooth
instellingen
Als u de
Bluetooth instellingen wilt openen, selecteert u vanuit
het hoofdmenu
Instellingen >
Bluetooth
.
Bluetooth: Hiermee schakelt u draadloze Bluetooth technologie
in.
Voeg telefoon toe: Hiermee kunt u de verbinding tussen het
toestel en draadloze headsets met draadloze Bluetooth
technologie beheren.
Gebruiksvriendelijke naam: Hiermee kunt u een
gebruiksvriendelijke naam invoeren ter identificatie van uw
toestellen met draadloze Bluetooth technologie.
Bluetooth uitschakelen
1
Selecteer Instellingen >
Bluetooth
.
2
Selecteer
Bluetooth.
Verkeersinstellingen
Als u de pagina met verkeersinstellingen wilt openen, selecteert
u vanuit het hoofdmenu
Instellingen > Verkeer.
Verkeer: Schakelt verkeersinformatie in.
Abonnementen: Vermeldt de huidige verkeersabonnementen.
trafficTrends: Zie trafficTrends
, pagina
19.
Informatie over verkeersabonnementen
U kunt extra abonnementen aanschaffen of een abonnement
vernieuwen wanneer het verloopt. Ga naar
http://www.garmin.com
/traffic.
Verkeersabonnementen weergeven
Selecteer Instellingen >
Verkeer > Abonnementen
.
trafficTrends
Als de functie trafficTrends is ingeschakeld, bewaart uw toestel
historische verkeersgegevens en gebruikt het deze gegevens
om efficiëntere routes te berekenen.
Als u met de functie trafficTrends ingeschakeld rijdt, legt uw
toestel verkeersgegevens vast die worden gebruikt om de
historische verkeersinformatie voor trafficTrends te verbeteren.
Deze informatie wordt naar Garmin verzonden als u uw toestel
met behulp van uw computer met myGarmin verbindt.
OPMERKING:
Mogelijk worden er verschillende routes
berekend op basis van verkeerstrends gedurende de dag van
de week of het tijdstip van de dag.
trafficTrends uitschakelen
Als u niet wilt dat uw toestel verkeersinformatie vastlegt of deelt,
schakelt u trafficTrends uit.
Selecteer Instellingen >
Verkeer > trafficTrends
.
Instellingen voor eenheden en tijd
Als u de pagina met instellingen voor eenheden en tijd wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu
Instellingen >
Eenheden en tijd.
Huidige tijd: Hiermee stelt u de tijd van het toestel in.
Tijdweergave
: Hiermee kunt u een 12-uurs, 24-uurs of UTC-
tijdweergave selecteren.
Eenheden
: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in.
Taal- en toetsenbordinstellingen
Als u de pagina met instellingen voor taal en toetsenbord wilt
openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu
Instellingen > Taal
en toetsenbord.
Taal voor spraak
: Hiermee stelt u de taal van de gesproken
aanwijzingen in.
Taal voor tekst: Hiermee wijzigt u de taal voor alle tekst op het
scherm in de geselecteerde taal.
OPMERKING:
Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de
kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of door de
gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd.
Taal voor toetsenbord: Hiermee wijzigt u de taal van het
toetsenbord.
Toetsenbordindeling: Hiermee stelt u de toetsenbordindeling
in.
Toestel- en privacyinstellingen
Als u de pagina met toestelinstellingen wilt openen, selecteert u
vanuit het hoofdmenu
Instellingen >
Toestel
.
Over: Hiermee geeft u het versienummer van de software, het
id-nummer van het toestel en informatie over verschillende
andere softwarefuncties weer.
EULA's: Geeft de licentieovereenkomsten voor eindgebruikers
weer die op uw keuze van toepassing zijn.
OPMERKING: U hebt deze gegevens nodig om de
systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens
aan te schaffen.
Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel informatie
registreren voor de functies Waar ik ben geweest en Reislog.
Wis reisgeschiedenis: Wist uw reisgeschiedenis.
Gevarenzonealarminstellingen
Selecteer
Instellingen >
Gevarenzonealarm
.
Audio: Hiermee kunt u het type alarm instellen dat klinkt
wanneer u een gevarenzone nadert.
Waarschuwingen: Hiermee stelt u het type gevarenzone in
waarvoor een alarm klinkt.
De instellingen herstellen
U kunt een bepaalde categorie met instellingen of alle
instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
1
Selecteer Instellingen
.
2
Selecteer indien nodig een instellingencategorie.
3
Selecteer > Herstel.
Appendix
Waarschuwingspictogrammen
WAARSCHUWING
Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd
met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties
rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande
waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk
beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd
met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt.
Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de
wegomstandigheden tijdens het rijden.
Beperkingen
Hoogte
Gewicht
Asgewicht
Lengte
Breedte
Vrachtwagens niet toegestaan
Geen aanhangers toegestaan
Geen gevaarlijke stoffen toegestaan
Appendix 19
Geen ontvlambare stoffen toegestaan
Geen watervervuilende stoffen toegestaan
Linksaf niet toegestaan
Rechtsaf niet toegestaan
Omkeren niet toegestaan
Waarschuwingen over de wegomstandigheden
Risico van vastlopen
Zijwind
Smalle weg
Scherpe bocht
Steile helling omlaag
Overhangende boom
Overige waarschuwingen
Weegstation
Weg niet gecontroleerd voor vrachtwagens
Voedingskabels
Uw toestel kan op diverse manieren van stroom worden
voorzien.
Voertuigvoedingskabel
USB-kabel
Netadapter (optionele accessoire)
Het toestel opladen
U kunt de batterij in het toestel op een van de volgende
manieren opladen.
Sluit het toestel aan op de voertuigvoedingskabel.
Sluit het toestel met de meegeleverde USB-kabel aan op een
computer.
Sluit het toestel aan op een optionele voedingsadapter, zoals
een netspanningsadapter.
Onderhoud van uw toestel
KENNISGEVING
Laat uw toestel niet vallen.
KENNISGEVING
Bewaar het toestel niet op een plaats waar deze langdurig aan
extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit
onherstelbare schade kan veroorzaken.
KENNISGEVING
Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm
te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken.
De behuizing schoonmaken
KENNISGEVING
Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die
de kunststofonderdelen kunnen beschadigen.
1
Maak de behuizing van het toestel (niet het aanraakscherm)
schoon met een doek die is bevochtigd met een mild
schoonmaakmiddel.
2
Veeg het toestel vervolgens droog.
Het aanraakscherm schoonmaken
1
Gebruik een zachte, schone, pluisvrije doek.
2
Breng zo nodig vloeistof aan op de doek.
U kunt water, isopropylalcohol of brilglasreiniger gebruiken.
3
Veeg het scherm voorzichtig met de doek schoon.
Diefstalpreventie
Om diefstal te voorkomen raden we u aan het toestel en de
bevestiging uit het zicht te verwijderen wanneer u deze niet
gebruikt.
Verwijder de afdruk van de zuignapsteun op de voorruit.
Bewaar het toestel niet in het handschoenenvak.
Registreer uw toestel op http://my.garmin.com.
De levensduur van de batterij verlengen
Stel uw toestel niet bloot aan sterke
temperatuurschommelingen.
Zet het toestel in de slaapmodus (De slaapstand, pagina 2).
Verminder de helderheid van het scherm
(Scherminstellingen, pagina 18).
Laat het toestel niet in direct zonlicht staan.
Verlaag het volume (Het volume regelen,
pagina
2).
Schakel
Bluetooth uit (
Bluetooth uitschakelen,
pagina
19).
Verkort de time-out voor het scherm (Scherminstellingen,
pagina 18).
De zekering in de voertuigvoedingskabel
vervangen
KENNISGEVING
Bij het vervangen van zekeringen moet u ervoor zorgen dat u
geen onderdeeltjes verliest en dat u deze op de juiste plek
terugplaatst. De voertuigvoedingskabel werkt alleen als deze op
juiste wijze is samengesteld.
Als het toestel in het voertuig is aangesloten maar niet kan
worden opgeladen, moet u misschien de zekering aan het
uiteinde van de voertuigadapter vervangen.
1
Schroef de dop
À
los.
TIP:
U dient wellicht een munt te gebruiken om de dop te
verwijderen.
2
Verwijder de dop, het zilverkleurige pinnetje
Á
en de
zekering
Â
.
3
Installeer een snelle zekering van 2 A.
4
Zorg dat het zilverkleurige pinnetje in de dop zit.
5
Schroef de dop vast in de voertuigvoedingskabel
Ã
.
Plaatsing op het dashboard
KENNISGEVING
De permanente plakstrip is zeer moeilijk te verwijderen nadat
deze is geïnstalleerd.
Gebruik de montageschijf om het toestel op het dashboard te
monteren en zo aan de regelgeving in bepaalde landen te
voldoen. Zie www.garmin.com voor meer informatie.
1
Reinig en droog de plaats op het dashboard waar u de schijf
wilt plaatsen.
2
Verwijder de beschermfolie van de plaklaag aan de
achterkant van de schijf.
3
Plaats de schijf op het dashboard.
20 Appendix
4
Verwijder de doorzichtige plastic laag van de bovenkant van
de schijf.
5
Plaats de zuignapsteun op de schijf.
6
Duw de hendel naar beneden (in de richting van de schijf).
Het toestel, de houder en de steun
verwijderen
Het toestel uit de houder nemen
1
Druk op het klepje boven aan de houder.
2
Kantel het toestel naar voren.
De houder uit de steun verwijderen
1
Draai de houder naar rechts of links.
2
Blijf duwen tot de bal in de steun loskomt van de houder.
De zuignapsteun van de voorruit halen
1
Draai de hendel op de zuignapsteun naar u toe.
2
Trek het lipje van de zuignap naar u toe.
Extra kaarten kopen
1
Ga hiervoor naar de productpagina op de website van
Garmin (http://www.garmin.com).
2
Klik op het tabblad Kaarten
.
3
Volg de instructies op het scherm.
Flitspaalinformatie
KENNISGEVING
Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van of
consequenties van het gebruik van een database met eigen
nuttige punten of flitspaalinformatie.
In sommige landen is flitspaalinformatie beschikbaar. Controleer
http://my.garmin.com voor de beschikbaarheid van deze
informatie. In deze landen kunt u een abonnement nemen op
flitspaalinformatie. Het abonnement omvat de locatie van
honderden flitspalen. Het toestel waarschuwt u wanneer u een
flitspaal nadert en kan u waarschuwen wanneer u te hard rijdt.
De gegevens worden ten minste eenmaal per week bijgewerkt,
dus u kunt uw toestel regelmatig bijwerken met de meest
actuele gegevens.
U kunt op elk gewenst moment de gegevens van een nieuwe
regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden. De
gegevens van een regio die u koopt, hebben hun eigen
vervaldatum.
Eigen nuttige punten
Eigen nuttige punten zijn punten die u zelf hebt ingesteld op de
kaart. Dit kunnen waarschuwingen zijn dat u zich dicht bij een
aangewezen punt bevindt of bijvoorbeeld sneller gaat dan een
bepaalde snelheid.
POI Loader-software installeren
U kunt eigen lijsten met nuttige punten maken of op uw
computer downloaden en die op uw toestel installeren met
behulp van de POI Loader-software.
1
Ga naar http://www.garmin.com/extras.
2
Klik op Services > POI Loader.
3
Installeer de POI Loader op uw computer.
De Help-bestanden van de POI Loader gebruiken
Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over de POI
Loader.
Open de POI Loader en klik op Help
.
Extra's zoeken
1
Selecteer Waarheen? > Categorieën > Eigen nuttige
punten.
2
Selecteer een categorie.
Accessoires aanschaffen
Ga naar
http://buy.garmin.com.
Problemen oplossen
De zuignap blijft niet op de voorruit zitten
1
Reinig de zuignap en de voorruit met schoonmaakalcohol.
2
Droog af met een schone, droge doek.
3
Bevestig de zuignap (Het toestel aansluiten op
voertuigvoeding, pagina 1).
Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto
Controleer de zekering in de voertuigvoedingskabel (De
zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen,
pagina
20).
Het voertuig moet zijn ingeschakeld om stroom aan de
stroomvoorziening te kunnen leveren.
Controleer of de binnentemperatuur in het voertuig tussen 0°
en 45°C (tussen 32° en 113°F) ligt.
Controleer of de zekering van de voertuigvoeding niet kapot
is.
De batterijmeter lijkt niet nauwkeurig te zijn
1
Ontlaad het toestel volledig.
2
Laad het toestel volledig op zonder de oplaadcyclus te
onderbreken.
Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar
station op mijn computer
Op de meeste
Windows-computers maakt het toestel verbinding
via het Media Transfer Protocol (MTP). In de MTP-modus wordt
het toestel weergegeven als draagbaar toestel, en niet als een
verwisselbaar station. De MTP-modus wordt ondersteund door
Windows 7, Windows Vista
®
en
Windows XP Service Pack 3 met
Windows Media Player 10.
Het toestel verschijnt niet als draagbaar
toestel op mijn computer
Op
Mac-computers en sommige Windows-computers wordt het
toestel verbonden via de USB-massaopslagmodus. In de USB-
massaopslagmodus wordt het toestel weergegeven als een
verwisselbaar station of volume, en niet als een draagbaar
toestel. Windows versies ouder dan Windows XP Service Pack
3 maken gebruik van de USB-massaopslagmodus.
Het toestel verschijnt niet als een draagbaar
toestel of als een verwisselbaar station of
volume op mijn computer
1
Koppel de USB-kabel los van de computer.
2
Schakel het toestel uit.
3
Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van uw computer
en op het toestel.
TIP:
Uw toestel moet rechtstreeks op een USB-poort van uw
computer worden aangesloten, en niet op een USB-hub.
Het toestel wordt automatisch ingeschakeld en schakelt over
naar de MTP-modus of de USB-massaopslagmodus.
Vervolgens verschijnt er een afbeelding van het toestel dat op
een computer is aangesloten op het scherm van het toestel.
Problemen oplossen 21
Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het
toestel
Selecteer Instellingen
> Bluetooth
.
Het veld
Bluetooth moet zijn ingesteld op Ingeschakeld.
Schakel draadloze Bluetooth technologie op uw telefoon in
en houd uw telefoon op minder dan 10 m (33 ft.) afstand van
het toestel.
Ga naar www.garmin.com/bluetooth voor meer informatie.
22 Problemen oplossen
Index
Symbolen
2D-kaartweergave 
8
3D-kaartweergave 
8
A
aan-uitknop 
1
aanpassen, te vermijden 
7
aanraakscherm schoonmaken 
20
aanwijzingen 
8
abonnementen
Garmin Live Services 
11
nüMaps Lifetime 
1
verkeer
1
accessoires 
21
achteruitrijcamera 
2
, 3
adressen, zoeken 
4
afrit met diensten
7
zoeken 
7
afstandsrapporten 
12
audio, gevarenzones 
19
automatisch volume 
2
inschakelen 
2
B
batterij
maximaliseren 
20
opladen 
2
, 20, 21
problemen 
21
bellen 
10
beoordeling, nuttige punten 
4
beperkingen, voertuig 
1
bestanden
ondersteunde typen 
17
overbrengen 
17
bestemmingen.
Zie
locaties
bestuurders
toevoegen 
16
vrachtwagen 
16
Bluetooth technologie 
9
, 22
inschakelen 
9
uitschakelen 
19
Bluetooth-technologie, instellingen 
19
brandstof, prijzen 
11
brandstofgegevens, inschakelen 
15
brandstoflogbestanden 
15
brandstofprijs, wijzigen 
11
brandstofverbruik. 
11
, 12
Zie ook ecoRoute
brandstofverbruik kalibreren 
11
breedtegraad en lengtegraad 
4
C
calculator 
13
camera's
achteruit
3
achteruitrij 
2
veiligheid 
21
camper, profielen 1, 18
camperprofielen
activeren 
18
toevoegen 
18
computer, aansluiten 
17
, 21
coördinaten 
4
D
dashboardsteun 
20
dempen, audio 
9
diefstal, vermijden 
20
diensturen 
16
bestuurders 
16
ladingen 
16
ritlogs
16
status in/uit dienst
16
E
ecoChallenge 
11
ecoChallenge-score 
11
resetten
12
ecoRoute 
11
, 12
afstandsrapport 
12
afstandsrapporten 
12
brandstofverbruik kalibreren 
11
ecoChallenge-score 
11
, 12
HD-accessoire 
11
voertuigprofiel 11
ecoRoute HD, accessoire 11
eenheden omrekenen 
13
eigen nuttige punten 
21
EULA's
19
exporteren
rechtsgebieden, overzichten 
15
reisrapporten 
15
ritlogs
17
extra's
eigen nuttige punten 
21
flitspaalinformatie 
21
F
flitspaalinformatie, database
21
fotoalbum 
13
foto's verwijderen 
13
fouten in nuttige punten rapporteren 4
G
Garmin Live Services 
11
abonneren 
11
geavanceerde omwegen 
7
geavanceerde rijbaanassistentie 
8
gebruikergegevens 
17
gebruikersgegevens, verwijderen 
17
geheugenkaart 
17
geocaching 
4
gesimuleerde locaties 
5
gevarenzonealarmen, instellingen 
19
GPS
2
H
handsfree bellen 
9
helderheid 
2
help.
10
Zie ook productondersteuning
het toestel schoonmaken 
20
houder, verwijderen 
21
houder verwijderen 
21
huidige locatie 
8
, 9
I
id-nummer 
19
IFTA (International Fuel Tax
Agreement), registreren 15
IFTA-log
brandstofgegevens 
15
geëxporteerde overzichten en rapporten 
16
rechtsgebied, overzicht 
15
reisrapporten 
15
, 16
instellingen 
18
, 19
instellingen herstellen 
19
International Fuel Tax Agreement (IFTA) 
15
K
kaart, gegevensveld 
7
kaarten
6
, 18
bijwerken 
1
bladeren 
4
detailniveau 
18
fouten rapporteren 
4
gegevensopmaak 
8
kopen 
21
levenslang 
1
nüMaps Guarantee 
1
nüMaps Lifetime 
1
routes weergeven 
8
thema
18
verkeerssituaties 
14
kaartperspectief 
8
kaartweergave
2-D
8
3D
8
kabels, voeding 
20
klok 13
Knooppuntbeeld 
8
koppelen 
10
loskoppelen 
10
telefoon 
9
, 22
kruispunten, zoeken
4
L
ladingen 
16
diensturen 
16
toevoegen 
16
levenslange kaartupdates 
1
lijst met afslagen 
8
locaties 
4
, 13
bellen 
10
gesimuleerd 
5
huidige 
5
, 8, 9
opslaan 
5
, 6
recent gevonden 
5
thuis instellen 
5
verzenden naar toestel 
6
zoeken naar 
4
locaties verzenden 
6
locaties zoeken. 
3
Zie ook locaties
adressen 
4
categorieën 
3
coördinaten 
4
kaart gebruiken 
4
kruispunten 
4
steden
4
zoeken op de kaart 
4
logs, rijden 
16
, 17
M
microSD-kaart, installeren 
17
Mijn Dashboard 
1
software bijwerken 
1
myGarmin-berichten 
12
N
naam van reizen wijzigen 
13
naar huis 
5
navigatie 
6
instellingen 
18
offroad
7
routes vooraf bekijken 
6
nüMaps Guarantee 
1
nüMaps Lifetime 
1
nuttige punt
eigen 
21
extra's
21
nuttige punt (POI Loader) 
21
nuttige punt (POI), beoordeling 
4
nuttige punten (POI)
eigen 
21
POI Loader
21
vrachtwagens 
3
O
offroad-navigatie 
7
omrekenen
eenheden 
13
valuta, omrekenen 
13
omwegen 
7
geavanceerd 
7
onderhoud van uw toestel 
20
opgeslagen locaties 
5
, 6, 13
bewerken 
5
categorieën 
5
verwijderen 
6
Opgeslagen locaties 
5
opnieuw instellen
reisgegevens 
8
toestel
2
oproepen 
9
beantwoorden 
10
bellen 
10
contactpersonen 
10
geschiedenis 
10
plaatsen 
10
thuis
10
uitschakelen 
11
Index 23
wisselgesprek 
10
oproepen beantwoorden 
10
opslaan, huidige locatie 
5
overzicht rechtsgebied 
15
P
parkeerplaats 
5
vorige parkeerplaats 
5
pechhulpdiensten 
3
pictogrammen, verkeer
14
POI (nuttig punt). 21 Zie ook nuttig punt (POI)
POI Loader
21
problemen oplossen 
21
, 22
productondersteuning 
10
profielen
camper
18
vrachtauto of camper 
1
, 18
vrachtwagen 
18
R
rapporten
afstand
12
reis
15
recent gevonden locaties 
5
regels, diensturen 16
reisgegevens, opnieuw instellen 
8
reisgeschiedenis 
19
reisinformatie, weergeven 
8
reislog, weergeven 
7
reisplanner 
12
een reis bewerken 
13
ritlogs
16
exporteren 
17
routebeschrijvingen 
8
routes
bekijken 
6
berekenen 
6
opnieuw berekenen 14
starten
5
, 6
stoppen 
7
voorkeuren 
18
weergeven op de kaart 
8
S
satellietsignalen
ontvangen 
2
weergeven 
2
scherm, helderheid 
2
schermafbeeldingen 
18
scherminstellingen 
18
schermknoppen 
3
slaapstand 
2
inschakelen 
2
uitschakelen 
2
Smartphone Link
aansluiten 
10
Garmin Live Services 
10
oproepen uitschakelen 
11
Snel zoeken 
3
snelkoppelingen 
3
toevoegen 
3
verwijderen 
3
software
bijwerken 
1
versie 19
spraakherkenning 
9
spraakopdracht 
9
activeerzin 
9
activeren 
9
navigeren met 
9
tips voor gebruik 
9
status in/uit dienst
16
stopplaatsen, toevoegen
6
stopplaatsen toevoegen 
6
T
taal
spraak
19
toetsenbord 
19
te vermijden
aanpassen 
7
gebied 
7
verwijderen 
7
weg
7
wegkenmerken 
7
te vermijden punt, uitschakelen 
7
telefoon
koppelen 
9
, 22
loskoppelen 
10
telefoon loskoppelen 
10
telefoongesprekken 
9
beantwoorden 
10
bellen 
10
dempen 
10
spraakgestuurd kiezen 
10
wisselgesprek 
10
thuis
bellen 
10
gaan 
5
locatie bewerken 
5
locaties instellen 
5
telefoonnummer 
10
tijdinstellingen 
2
, 19
toestel, registreren 
1
toestel aanpassen 
18
toestel bevestigen
dashboard 
20
uit houder nemen 
21
zuignap 
21
toestel opladen 
2
, 20, 21
toestel registreren 
1
toestel-id 
19
toetsenbord 
3
indeling 
19
taal
19
trafficTrends
19
uitschakelen 
19
transportmodi 
2
auto
2
motorfiets
2
wijzigen 
12
tripcomputer 
8
informatie resetten 
8
U
updates
kaarten
1
software
1
USB, loskoppelen 
17
V
verkeer
14
, 19
abonnement activeren 
15
abonnementen toevoegen 
15
alternatieve route 
14
camera's
15
gegevens 
15
herberekenen van route 
14
levenslange abonnementen 
1
ontvanger 
14
pictogrammen 14
problemen 
14
, 15
routes opnieuw berekenen 
14
trafficTrends
19
uitschakelen 
15
vermijden 
14
waarschuwingen 
8
zoeken naar vertragingen 
14
verkeerscamera's 
15
opslaan 
15
weergeven 
15
verwijderen
alle gebruikersgegevens 
17
reizen 
13
voedingskabels 
20
zekering vervangen 
20
voertuigbeperkingen 
1
voertuigprofiel 
11
voertuigprofielen, vrachtauto of camper 
1
, 18
volgende afslag 
8
volume, aanpassen 
2
vrachtwagen
bestuurders 
16
ladingen 
16
nuttige punten 
3
profielen 
1
, 18
vrachtwagenprofielen
activeren 
18
toevoegen 
18
W
Waar ben ik? 
5
, 8, 9
waarschuwingen
audio 
19
flitspaalinformatie 
19
gevarenzones 
19
verkeer
8
waarschuwingspictogrammen 
19
, 20
weer
12
radar
12
wegomstandigheden 
12
wegomstandigheden, weer
12
Z
zekering, wijzigen 
20
zoekbalk 
4
zoekgebied wijzigen 
4
zuignap 
21
24 Index
www.garmin.com/support
+43 (0) 820 220230 + 32 2 672 52 54
0800 770 4960 1-866-429-9296
+385 1 5508 272
+385 1 5508 271
+420 221 985466
+420 221 985465
+ 45 4810 5050 + 358 9 6937 9758
+ 331 55 69 33 99 + 39 02 36 699699
(+52) 001-855-792-7671 0800 0233937
+47 815 69 555
00800 4412 454
+44 2380 662 915
(+35) 1214 447 460 +386 4 27 92 500
0861 GARMIN (427 646)
+27 (0)11 251 9999
+34 93 275 44 97
+ 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2
0808 238 0000
+44 (0) 870 8501242
+49 (0) 89 858364880
zum Ortstarif - Mobilfunk
kann abweichen
913-397-8200
1-800-800-1020
© 2012 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen

Documenttranscriptie

dēzl™ 760 Gebruikershandleiding Juni 2015 Gedrukt in Taiwan 190-01511-35_0B Alle rechten voorbehouden. Volgens copyrightwetgeving mag deze handleiding niet in zijn geheel of gedeeltelijk worden gekopieerd zonder schriftelijke toestemming van Garmin. Garmin behoudt zich het recht voor om haar producten te wijzigen of verbeteren en om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van deze handleiding zonder de verplichting te dragen personen of organisaties over dergelijke wijzigingen of verbeteringen te informeren. Ga naar www.garmin.com voor de nieuwste updates en aanvullende informatie over het gebruik van dit product. Garmin en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. BaseCamp™, dēzl™, ecoRoute™, HomePort™, myGarmin™, nüMaps Guarantee™, nüMaps Lifetime™ en trafficTrends™ zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen. Deze handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van Garmin. ® Het merk en de logo's van Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc. en voor het gebruik van deze naam door Garmin is een licentie verkregen. microSD™ is een handelsmerk van SD-3C. Windows is een geregistreerd handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. TruckDown is het handelsmerk van TruckDown Info International, Inc. ® ® ® ® Inhoudsopgave Aan de slag..................................................................... 1 Het toestel aansluiten op voertuigvoeding .................................. 1 Mijn Dashboard ........................................................................... 1 Mijn Dashboard instellen ........................................................ 1 Het toestel registreren ............................................................ 1 De software bijwerken ............................................................ 1 nüMaps Guarantee™ ............................................................. 1 Levenslange abonnementen ...................................................... 1 Levenslange kaartupdates activeren ..................................... 1 Een vrachtwagen- of camperprofiel invoeren ............................. 1 Het toestel uitschakelen .............................................................. 1 Het toestel resetten ................................................................ 2 De slaapstand ............................................................................. 2 Slaapstand inschakelen ......................................................... 2 Slaapstand uitschakelen ........................................................ 2 De helderheid van het scherm aanpassen ................................. 2 Het volume regelen ..................................................................... 2 Over Automatisch volume ........................................................... 2 Automatisch volume inschakelen ........................................... 2 Statusbalkpictogrammen ............................................................ 2 GPS-signalen ontvangen ....................................................... 2 Transportmodi ........................................................................ 2 Batterijgegevens .................................................................... 2 De tijd instellen ....................................................................... 2 Een achteruitrijcamera gebruiken ............................................... 2 Een achteruitrijcamera uitschakelen ...................................... 3 Werken met de knoppen op het scherm ..................................... 3 Werken met het schermtoetsenbord ........................................... 3 Snelkoppelingen ......................................................................... 3 Een snelkoppelingspictogram toevoegen .............................. 3 Een snelkoppeling verwijderen .............................................. 3 Locaties zoeken.............................................................. 3 Locaties ...................................................................................... 3 Een locatie zoeken op categorie ............................................ 3 Nuttige punten voor vrachtwagens zoeken ............................ 3 Nuttige punten van TruckDown voor vrachtwagens zoeken ................................................................................... 3 Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk ................... 4 Het zoekgebied wijzigen ........................................................ 4 Een gesloten of ontbrekende locatie rapporteren .................. 4 Een nuttig punt beoordelen .................................................... 4 Zoekfuncties ............................................................................... 4 Een adres zoeken .................................................................. 4 Een kruispunt zoeken ............................................................ 4 Een plaats zoeken ................................................................. 4 Een locatie zoeken met behulp van coördinaten ................... 4 Een locatie op de kaart zoeken ............................................. 4 Een thuislocatie opslaan ............................................................. 5 Naar huis navigeren ............................................................... 5 De gegevens van uw thuislocatie bewerken .......................... 5 Zoeken naar recent gevonden bestemmingen ........................... 5 De lijst met recent gevonden locaties wissen ........................ 5 Parkeerplaats zoeken ................................................................. 5 Uw vorige parkeerplaats vinden ............................................. 5 Een gesimuleerde locatie instellen ............................................. 5 Locaties opslaan ......................................................................... 5 Een locatie opslaan ................................................................ 5 Uw huidige locatie opslaan .................................................... 5 Een route naar een opgeslagen locatie starten ..................... 5 Een opgeslagen locatie bewerken ......................................... 5 Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen .............. 5 Een opgeslagen locatie delen ................................................ 5 Een locatie naar het toestel verzenden ................................. 6 Een opgeslagen locatie verwijderen ...................................... 6 Inhoudsopgave Navigatie......................................................................... 6 Een route starten ........................................................................ 6 De routeberekeningsmethode wijzigen .................................. 6 Meerdere routes vooraf bekijken ........................................... 6 Een route naar een opgeslagen locatie starten ..................... 6 Uw route op de kaart .................................................................. 6 De navigatiekaart gebruiken .................................................. 6 Een punt aan een route toevoegen ....................................... 6 Een omweg maken ................................................................ 7 De route stoppen ................................................................... 7 Informatie over Afrit met diensten ............................................... 7 Afrit met diensten zoeken ...................................................... 7 Navigeren naar een afrit ........................................................ 7 Punten vermijden op de route .................................................... 7 Aangepast vermijden .................................................................. 7 Een gebied vermijden ............................................................ 7 Een weg vermijden ................................................................ 7 Een eigen te vermijden punt uitschakelen ............................. 7 Te vermijden punten verwijderen ........................................... 7 Geavanceerde omwegen inschakelen ....................................... 7 Omrijden bij aangegeven gebieden ....................................... 7 Offroad navigeren ....................................................................... 7 Kaartpagina's.................................................................. 7 De kaart aanpassen .................................................................... 7 De kaartlagen aanpassen ...................................................... 7 Het reislog weergeven ........................................................... 7 Het kaartgegevensveld aanpassen ....................................... 7 Kaartknoppen aanpassen ...................................................... 8 Het kaartdashboard wijzigen .................................................. 8 Het kaartperspectief wijzigen ................................................. 8 Routeactiviteit bekijken ............................................................... 8 Een lijst met afslagen weergeven .......................................... 8 Volgende afslag weergeven .................................................. 8 Knooppunten weergeven ....................................................... 8 Realtime verkeerswaarschuwingen weergeven .................... 8 Reisinformatie weergeven ..................................................... 8 De huidige locatiegegevens weergeven ..................................... 8 Nabije services vinden ........................................................... 8 Routebeschrijving naar uw huidige locatie ............................ 9 Spraakopdrachten.......................................................... 9 De activeerzin instellen ............................................................... 9 Spraakopdrachten activeren ....................................................... 9 Tips voor spraakopdrachten ....................................................... 9 Een route starten met een spraakopdracht ................................ 9 Instructies dempen ..................................................................... 9 Spraakopdrachten uitschakelen ................................................. 9 Handsfree bellen............................................................ 9 Over handsfree bellen ................................................................ 9 Draadloze Bluetooth technologie inschakelen ....................... 9 Uw telefoon koppelen ................................................................. 9 De verbinding met uw telefoon verbreken ........................... 10 Tips na het koppelen van de toestellen ............................... 10 Telefoneren ...............................................................................10 Een nummer kiezen ............................................................. 10 Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen ................... 10 Een locatie bellen ................................................................. 10 Een oproep ontvangen ............................................................. 10 De oproepinfo gebruiken .......................................................... 10 De gespreksopties gebruiken ................................................... 10 Een telefoonnummer thuis opslaan .......................................... 10 Naar huis bellen ................................................................... 10 De apps gebruiken....................................................... 10 Help gebruiken .......................................................................... 10 Help-onderwerpen zoeken ................................................... 10 Over Smartphone Link .............................................................. 10 i Smartphone Link downloaden ............................................. 10 Verbinding maken met Smartphone Link ............................. 10 Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden ...... 11 Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met Smartphone Link .................................................................. 11 Over Garmin Live Services ....................................................... 11 Een abonnement nemen op Garmin Live Services ............. 11 ecoRoute .................................................................................. 11 ecoRoute HD-accessoire ..................................................... 11 Het voertuigprofiel instellen .................................................. 11 De brandstofprijs wijzigen .................................................... 11 Het brandstofverbruik kalibreren .......................................... 11 ecoChallenge ....................................................................... 11 Het brandstofverbruik weergeven ........................................ 12 Afstandsrapporten ................................................................ 12 ecoRoute-informatie resetten ............................................... 12 myGarmin-berichten weergeven ............................................... 12 De weersverwachting weergeven ............................................. 12 Het weer voor een andere plaats weergeven ...................... 12 De weerradar weergeven ..................................................... 12 Weerwaarschuwingen weergeven ....................................... 12 De omstandigheden op de weg controleren ........................ 12 Een reis plannen ....................................................................... 12 Vertrektijd en verblijfsduur plannen ..................................... 12 De transportmodus in een reis wijzigen ............................... 12 Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis ............... 13 Een opgeslagen reis bewerken ........................................... 13 Afbeeldingen weergeven .......................................................... 13 Een diavoorstelling weergeven ............................................ 13 Foto's verwijderen ................................................................ 13 Recente routes en bestemmingen weergeven ......................... 13 De wereldklok gebruiken .......................................................... 13 De wereldkaart weergeven .................................................. 13 De calculator gebruiken ............................................................ 13 Eenheden omrekenen .............................................................. 13 Wisselkoersen instellen ....................................................... 13 De taalgids gebruiken ............................................................... 13 De taalgids aanschaffen ...................................................... 13 Talen in de taalgids selecteren ............................................ 13 Woorden en zinnen vertalen ................................................ 13 Een tweetalig woordenboek gebruiken ................................ 13 Over verkeersinformatie .............................................. 14 Verkeersinformatie ontvangen .................................................. 14 Verkeersinformatie-ontvanger .................................................. 14 Informatie over het verkeerspictogram ................................ 14 De verkeersinformatie-ontvanger plaatsen .......................... 14 Verkeer op uw route ................................................................. 14 Verkeer op uw route weergeven .......................................... 14 Handmatig verkeer op uw route vermijden .......................... 14 Een alternatieve route nemen .............................................. 14 Verkeersinformatie op de kaart weergeven ......................... 14 Verkeer in uw omgeving ........................................................... 14 Vertragingen zoeken ............................................................ 14 Een verkeersprobleem op de kaart weergeven ................... 15 Verkeersinformatie interpreteren .............................................. 15 Over verkeerscamera's ............................................................. 15 Een verkeerscamera opslaan .............................................. 15 Een verkeerscamera weergeven ......................................... 15 Verkeersabonnementen ........................................................... 15 Abonnement activeren ......................................................... 15 Verkeersinformatie uitschakelen ............................................... 15 Vrachtwagenfuncties................................................... 15 Over het IFTA-log ..................................................................... 15 Brandstofgegevens invoeren ............................................... 15 Brandstoflogbestanden bewerken ....................................... 15 ii Overzicht van een rechtsgebied weergeven en exporteren ............................................................................ 15 Reisrapporten bewerken en exporteren .............................. 15 Geëxporteerde overzichten van rechtsgebieden en reisrapporten weergeven ..................................................... 16 Diensturen ................................................................................ 16 Uw dienststatus vastleggen ................................................. 16 Over bestuurders ................................................................. 16 Logboeken gebruiken .......................................................... 16 Ladingen toevoegen ............................................................ 16 Ritlogs weergeven ............................................................... 17 Gegevensbeheer .......................................................... 17 Gegevensbeheer ...................................................................... 17 Bestandstypen .......................................................................... 17 Over geheugenkaarten ............................................................. 17 Een geheugenkaart installeren ............................................ 17 Het toestel aansluiten op uw computer .................................... 17 Gegevens van uw computer overzetten ................................... 17 De USB-kabel loskoppelen .................................................. 17 Bestanden verwijderen ............................................................. 17 Het toestel aanpassen ................................................. 18 Vrachtwagen- of camperprofielen toevoegen ........................... 18 Vrachtwagen- of camperprofielen activeren ........................ 18 Vrachtwagen- of camperprofielen bewerken ....................... 18 Kaart- en voertuiginstellingen ................................................... 18 Kaarten inschakelen ............................................................ 18 Navigatie-instellingen ................................................................ 18 Routevoorkeuren ................................................................. 18 Scherminstellingen ................................................................... 18 Bluetooth instellingen ............................................................... 19 Bluetooth uitschakelen ......................................................... 19 Verkeersinstellingen ................................................................. 19 Informatie over verkeersabonnementen .............................. 19 trafficTrends ......................................................................... 19 Instellingen voor eenheden en tijd ............................................ 19 Taal- en toetsenbordinstellingen .............................................. 19 Toestel- en privacyinstellingen ................................................. 19 Gevarenzonealarminstellingen ................................................. 19 De instellingen herstellen ......................................................... 19 Appendix....................................................................... 19 Waarschuwingspictogrammen .................................................. 19 Beperkingen ......................................................................... 19 Waarschuwingen over de wegomstandigheden .................. 20 Overige waarschuwingen ..................................................... 20 Voedingskabels ........................................................................ 20 Het toestel opladen .............................................................. 20 Onderhoud van uw toestel ........................................................ 20 De behuizing schoonmaken ................................................ 20 Het aanraakscherm schoonmaken ...................................... 20 Diefstalpreventie .................................................................. 20 De levensduur van de batterij verlengen ............................. 20 De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen ............... 20 Plaatsing op het dashboard ...................................................... 20 Het toestel, de houder en de steun verwijderen ....................... 21 Het toestel uit de houder nemen .......................................... 21 De houder uit de steun verwijderen ..................................... 21 De zuignapsteun van de voorruit halen ............................... 21 Extra kaarten kopen .................................................................. 21 Flitspaalinformatie ..................................................................... 21 Eigen nuttige punten ................................................................. 21 POI Loader-software installeren .......................................... 21 De Help-bestanden van de POI Loader gebruiken .............. 21 Extra's zoeken ..................................................................... 21 Accessoires aanschaffen .......................................................... 21 Problemen oplossen.................................................... 21 Inhoudsopgave De zuignap blijft niet op de voorruit zitten ................................. 21 Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto ........................... 21 De batterijmeter lijkt niet nauwkeurig te zijn ............................. 21 Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn computer ................................................................................... 21 Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn computer ................................................................................... 21 Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een verwisselbaar station of volume op mijn computer ................... 21 Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel .................... 22 Index.............................................................................. 23 Inhoudsopgave iii Aan de slag WAARSCHUWING Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de verpakking voor productwaarschuwingen en andere belangrijke informatie. 1 Bevestig het toestel (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding, pagina 1). 2 Registreer het toestel (Het toestel registreren, pagina 1). 3 Controleer op updates: • Software-updates (De software bijwerken, pagina 1). • Gratis kaartupdate (Kaarten bijwerken, pagina 1). Het toestel aansluiten op voertuigvoeding WAARSCHUWING Dit product bevat een lithium-ionbatterij. Ter voorkoming van persoonlijk letsel en schade aan het product als gevolg van blootstelling van de batterij aan extreme hitte dient u het toestel buiten het bereik van direct zonlicht te bewaren. Voordat u uw toestel op batterijen gaat gebruiken, dient u het op te laden. 1 Steek de voertuigvoedingskabel À in de USB-poort op de steun. 2 Druk de steun Á op de zuignap  totdat de steun vastklikt. 3 Druk de zuignap tegen de voorruit en duw de hendel à naar achteren, naar de voorruit toe. 4 Duw het lipje boven op de steun in de gleuf aan de achterzijde van het toestel. De software bijwerken 1 Open Mijn Dashboard (Mijn Dashboard instellen, pagina 1). 2 Klik onder Software-updates op Nu bijwerken. 3 Volg de instructies op het scherm. nüMaps Guarantee™ Als u het toestel registreert op http://my.garmin.com binnen 90 dagen nadat u satellieten hebt gezocht terwijl u een rit maakt, komt uw toestel mogelijk in aanmerking voor één gratis kaartupdate. Ga naar www.garmin.com/numaps voor de voorwaarden. Kaarten bijwerken 1 Open Mijn Dashboard (Mijn Dashboard instellen, pagina 1). 2 Registreer het toestel (Het toestel registreren, pagina 1). 3 Selecteer een optie: • Klik onder Kaartupdates op Nu bijwerken. • Als er geen gratis kaartupdate meer beschikbaar is, klikt u op Nu aanschaffen. 4 Volg de instructies op het scherm. Levenslange abonnementen Sommige modellen bevatten levenslange abonnementen voor bepaalde functies. Ga voor meer informatie naar www.garmin.com/lmt. LT: Dit model is inclusief een levenslang abonnement op verkeersinformatie en een verkeersinformatie-ontvanger. LM: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime™ abonnement. U krijgt dan elk kwartaal kaartupdates gedurende de nuttige levensduur van uw toestel. Ga naar www.garmin.com/us /maps/numaps_lifetime voor de voorwaarden. LMT: Dit model is inclusief een nüMaps Lifetime-abonnement, een levenslang abonnement op verkeersinformatie en een verkeersinformatie-ontvanger. Levenslange kaartupdates activeren 1 Ga naar www.garmin.com/lifetimeupdater. 2 Volg de instructies op het scherm. OPMERKING: Als u uw toestel registreert, kunt u emailmeldingen ontvangen wanneer er een kaartupdate beschikbaar is (Het toestel registreren, pagina 1). 5 Druk de onderkant van de steun in het toestel totdat u een klik hoort. 6 Sluit het andere uiteinde van de voedingskabel aan op een stroomvoorziening in uw auto. 7 Verbind wanneer nodig de externe antenne met de verkeersinformatie-ontvanger en bevestig deze met de zuignappen op de voorruit. Mijn Dashboard Gebruik Mijn Dashboard voor het registreren van uw toestel, het controleren op software- en kaartupdates, toegang tot producthandleidingen en ondersteuning, enzovoort. Mijn Dashboard instellen 1 Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op het toestel. 2 Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een beschikbare USB-poort op uw computer. 3 Ga naar www.garmin.com/dashboard. 4 Volg de instructies op het scherm. Een vrachtwagen- of camperprofiel invoeren WAARSCHUWING Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de wegomstandigheden tijdens het rijden. 1 2 3 4 Selecteer Instellingen > Vrachtwagenprofiel. Selecteer Vrachtwagen of Camper. Selecteer . Volg de instructies op het scherm. Het toestel uitschakelen 1 Houd de aan-uitknop À ingedrukt. Het toestel registreren 1 Open Mijn Dashboard (Mijn Dashboard instellen, pagina 1). 2 Klik op Nu registreren. 3 Volg de instructies op het scherm. Aan de slag 1 Statusbalkpictogrammen De statusbalk bevindt zich boven aan het hoofdmenu. De pictogrammen op de statusbalk bevatten informatie over de functies van het toestel. Sommige pictogrammen kunt u selecteren om de instellingen aan te passen en de bijbehorende informatie weer te geven. GPS-signaalstatus. De Bluetooth status (wordt weergegeven als Bluetooth is ingeschakeld). ® Transportmodusindicator. Huidige tijd. Batterijstatus. OPMERKING: Als u de aan-uitknop minder dan vijf seconden ingedrukt houdt, gaat het toestel over op de slaapstand (De slaapstand, pagina 2). 2 Selecteer Uit. Het toestel resetten U kunt het toestel opnieuw instellen als het niet meer reageert. Houd de aan-uitknop 10 seconden ingedrukt. De slaapstand Gebruik de slaapstand om te voorkomen dat de batterij leegraakt terwijl het toestel niet wordt gebruikt. De slaapstand verbruikt zeer weinig stroom. Als de batterij is opgeladen, kunt u het toestel weken achtereen in de slaapstand laten staan. GPS-signalen ontvangen Als u wilt navigeren met het toestel, moet u satellieten zoeken. op de statusbalk geeft de sterkte van het satellietsignaal aan (zie Statusbalkpictogrammen, pagina 2). Het zoeken naar satellieten kan enkele minuten duren. 1 Het toestel inschakelen. 2 Ga naar buiten, naar een open gebied, uit de buurt van hoge gebouwen en bomen. Houd indien nodig ingedrukt om gedetailleerde gegevens 3 over de GPS-satellietsignalen weer te geven. GPS-signaalstatus weergeven Houd drie seconden ingedrukt. Transportmodi Vrachtwagenmodus Slaapstand inschakelen Druk op de Aan-uitknop. Campermodus Slaapstand uitschakelen Druk wanneer het toestel zich in de slaapstand bevindt op de aan-uitknop. De helderheid van het scherm aanpassen 1 Selecteer Instellingen > Scherm > Helderheid. 2 Gebruik de schuifbalk om de helderheid aan te passen. Het volume regelen 1 Selecteer Volume. 2 Selecteer een optie: • Gebruik de schuifbalk om het volume aan te passen. • Selecteer om het geluid te dempen. • Selecteer > Audiomixer en gebruik de schuifbalken om het volume voor navigatiemeldingen, de telefoon en de media in te stellen. Over Automatisch volume Op toestellen met handsfree bellen zorgt Automatisch volume ervoor dat het volumeniveau van het toestel wordt aangepast aan het achtergrondgeluid in het voertuig (Handsfree bellen, pagina 9). De automatische volumeregeling verlaagt het volume van het toestel bij weinig achtergrondgeluid en verhoogt het volume wanneer het achtergrondgeluid toeneemt. Automatisch volume inschakelen Uw toestel kan het volume automatisch verlagen of verhogen op basis van achtergrondgeluiden. Selecteer Volume > > Automatisch volume. 2 Automodus De berekening van de route en de navigatie is afhankelijk van de gekozen transportmodus. Een transportmodus kiezen Selecteer . Batterijgegevens Zodra het toestel op de voeding wordt aangesloten, begint het opladen. op de statusbalk geeft de status van de interne batterij aan. Als u de nauwkeurigheid van de batterijmeter wilt vergroten, dient u de batterij volledig te ontladen en vervolgens volledig op te laden. Koppel het toestel pas los wanneer het volledig is opgeladen. De tijd instellen OPMERKING: U kunt Automatisch selecteren om automatisch de tijd in te stellen telkens wanneer u het toestel inschakelt. . 1 Selecteer 2 Blader door de cijfers om de tijd in te stellen. Een achteruitrijcamera gebruiken WAARSCHUWING Houd uw ogen op de weg en let op het verkeer als u de achteruitrijcamera gebruikt. Het gebruik van een achteruitrijcamera is een aanvullende veiligheidsmaatregel. De achteruitrijcamera is geen vervanging voor aandachtig rijden. Houd altijd rekening met onverwacht gevaar. Als er een achteruitrijcamera op uw voertuig is geïnstalleerd, kunt u de beelden daarvan op uw toestel weergeven. 1 Sluit de camera zo nodig aan op de video-in aansluiting À op de steun. Aan de slag Locaties zoeken 2 Selecteer een optie: • Als uw camera is verbonden met uw achteruitrijlichten, zet u het voertuig in zijn achteruit. • Als uw camera is aangesloten op de accu van het voertuig, selecteert u op het scherm. De beelden van de camera verschijnen op het toestelscherm. Een achteruitrijcamera uitschakelen Selecteer wanneer de achteruitrijcamera is ingeschakeld. Werken met de knoppen op het scherm • Selecteer om terug te keren naar het vorige menuscherm. • Houd ingedrukt om snel terug te gaan naar het hoofdmenu. • Selecteer of voor meer keuzes. • Houd of ingedrukt om sneller te bladeren. • Selecteer om het menu met de opties voor het huidige scherm weer te geven. Werken met het schermtoetsenbord Zie "Taal- en toetsenbordinstellingen" als u de toetsenbordindeling wilt wijzigen (Taal- en toetsenbordinstellingen, pagina 19). • Selecteer een teken op het toetsenbord om een letter of een cijfer in te voeren. • Selecteer een serie letters, bijvoorbeeld "A-I", om een letter in die serie te selecteren. • Selecteer om een spatie te typen. • Selecteer om een zoekitem te verwijderen. • Selecteer om een teken te wissen. • Selecteer om de taal van het toetsenbord te wijzigen. • Selecteer om speciale tekens zoals leestekens op te geven. • Selecteer om het gebruik van hoofdletters te wijzigen. Snelkoppelingen Een snelkoppelingspictogram toevoegen U kunt snelkoppelingen toevoegen aan het menu Waarheen?. Een snelkoppeling kan verwijzen naar een locatie, een categorie of een zoekfunctie. Het menu Waarheen? kan 36 snelkoppelingspictogrammen bevatten. 1 Selecteer Waarheen? > Voeg kortere manier toe. 2 Selecteer een item. Een snelkoppeling verwijderen 1 Selecteer Waarheen? > > Wis snelkoppeling(en). 2 Selecteer de snelkoppeling die u wilt verwijderen. 3 Selecteer de snelkoppeling opnieuw om te bevestigen. Locaties zoeken Het toestel biedt een groot aantal methoden voor het opzoeken van locaties. • Op categorie (Een locatie zoeken op categorie, pagina 3). • Nabij een andere locatie (Het zoekgebied wijzigen, pagina 4). • Door de naam te spellen (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk, pagina 4). • Op adres (Een adres zoeken, pagina 4). • Met behulp van recent gevonden locaties (Zoeken naar recent gevonden bestemmingen, pagina 5). • Met behulp van coördinaten (Een locatie zoeken met behulp van coördinaten, pagina 4). • Met behulp van de kaart (Een locatie op de kaart zoeken, pagina 4). • Met behulp van opgeslagen locaties (Een route naar een opgeslagen locatie starten, pagina 5). Locaties Op de gedetailleerde kaarten op uw toestel staan locaties, bijvoorbeeld restaurants, hotels en garages. Met behulp van categorieën kunt u naar bedrijven en attracties in de buurt zoeken. Een locatie zoeken op categorie 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer een categorie of selecteer Categorieën. 3 Selecteer indien nodig een subcategorie. 4 Selecteer een locatie. Zoeken binnen een categorie Nadat u naar een nuttig punt hebt gezocht, wordt in bepaalde categorieën een snelzoeklijst weergegeven met de laatste drie bestemmingen die u hebt geselecteerd. 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer een categorie of selecteer Categorieën. 3 Selecteer een categorie. 4 Selecteer indien van toepassing een bestemming in de snelzoeklijst. 5 Selecteer indien van toepassing de juiste bestemming. Nuttige punten voor vrachtwagens zoeken De gedetailleerde kaarten op uw toestel bevatten speciale nuttige punten voor vrachtwagens, zoals chauffeurscafés, stopplaatsen en weegstations. Selecteer Waarheen? > Vrachtwagen. Nuttige punten van TruckDown voor vrachtwagens zoeken In de lijst met pechhulpdiensten van TruckDown staan bedrijven voor de vervoerssector, zoals reparatiediensten en bandenverkopers. De lijst van TruckDown is niet in alle gebieden beschikbaar. De gegevens in de lijst worden regelmatig bijgewerkt. 1 Selecteer Waarheen?. 3 2 3 4 5 Selecteer TruckDown. Selecteer een categorie. Selecteer indien nodig een subcategorie. Selecteer een bestemming. Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk U kunt de zoekbalk gebruiken om locaties te zoeken door een categorie, merk, adres of plaatsnaam in te voeren. 1 Selecteer Waarheen?. 2 Selecteer Voer zoekopdracht in op de zoekbalk. 3 Voer de zoekterm gedeeltelijk of helemaal in. Onder de zoekbalk worden zoeksuggesties weergegeven. 4 Selecteer een optie: • Als u een type bedrijf wilt zoeken, voer dan een categorie in (bijvoorbeeld "bioscoop"). • Als u een specifiek bedrijf wilt zoeken, voer dan de naam van het bedrijf gedeeltelijk of helemaal in. • Als u een adres bij u in de buurt wilt zoeken, voer dan een straatnaam en een nummer in. • Als u een adres in een andere plaats wilt zoeken, voer dan een straatnaam, het nummer, de plaats en de provincie in. • Als u een plaats wilt zoeken, voer dan de plaats en de provincie in. • Als u op coördinaten wilt zoeken, voer dan de breedte- en lengtecoördinaten in. 5 Selecteer een optie: • Als u een zoeksuggestie wilt gebruiken, dient u deze te selecteren. • Als u wilt zoeken met de door u ingevoerde tekst, selecteer dan . 6 Selecteer, indien nodig, een locatie. Het zoekgebied wijzigen 1 Selecteer in het hoofdmenu Waarheen?. 2 Selecteer Zoeken nabij. 3 Selecteer een optie. Een gesloten of ontbrekende locatie rapporteren Wanneer de zoekresultaten zijn verouderd of een onjuiste locatie bevatten, kunt u de fout aan Garmin doorgeven zodat deze locatie in het vervolg niet meer wordt gevonden. 1 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk, pagina 4). 2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten. 3 Selecteer . 4 Selecteer > Wijzig. 5 Selecteer Als gesloten rapporteren of Als ontbrekend rapporteren. De informatie wordt naar Garmin verzonden als u uw toestel met behulp van uw computer met Mijn Dashboard verbindt (Mijn Dashboard instellen, pagina 1). ® Een nuttig punt beoordelen U kunt aan een nuttig punt een sterrenwaardering toekennen. 1 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie, pagina 3). 2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten. 3 Selecteer . 4 Selecteer de sterren om het nuttige punt te beoordelen. De sterrenbeoordeling wordt bijgewerkt op het toestel. 4 Zoekfuncties U kunt naar locaties zoeken met behulp van het schermtoetsenbord of door het adres of de coördinaten van de locatie in te voeren. Een adres zoeken OPMERKING: De volgorde van de stappen is mede afhankelijk van de kaartgegevens die op het toestel zijn geladen. 1 Selecteer Waarheen? > Adres. 2 Voer het huisnummer in en selecteer OK. 3 Voer de straatnaam in en selecteer Volgende. 4 Selecteer indien nodig Zoeken nabij om de plaats, staat of provincie te wijzigen. 5 Selecteer indien nodig de plaats, staat of provincie. 6 Selecteer indien nodig het adres. Een kruispunt zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Kruispunten. 2 Selecteer een optie: 3 4 5 6 7 • Selecteer een staat of provincie. • Selecteer Staat of land en voer een naam in als u een ander land of andere staat of provincie wilt selecteren. Voer de eerste straatnaam in en selecteer Volgende. Selecteer indien nodig de straat. Voer de tweede straatnaam in en selecteer Volgende. Selecteer indien nodig de straat. Selecteer zo nodig het kruispunt. Een plaats zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Plaatsen. 2 Selecteer Voer zoekopdracht in. 3 Voer de naam van een plaats in en selecteer . 4 Selecteer een plaats. Een locatie zoeken met behulp van coördinaten U kunt een locatie zoeken door de lengtegraad en de breedtegraad in te voeren. Dit kan handig zijn als u geocaches zoekt. 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Coördinaten. 2 Selecteer > Notatie, kies de gewenste notatie voor de coördinaten van het type kaart dat u gebruikt en selecteer Sla op. 3 Selecteer de coördinaat voor de breedtegraad. 4 Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer OK. 5 Selecteer de coördinaat voor de lengtegraad. 6 Voer de nieuwe coördinaat in en selecteer OK. 7 Selecteer Geef weer op kaart. Een locatie op de kaart zoeken Voordat u plaatsen kunt zoeken die zijn opgenomen in de kaartgegevens, zoals restaurants, ziekenhuizen en tankstations, moet u de kaartlaag voor plaatsen onderweg inschakelen (zie De kaartlagen aanpassen, pagina 7). 1 Selecteer Bekijk kaart. 2 Versleep de kaart en zoom in om het te doorzoeken gebied weer te geven. 3 Selecteer wanneer nodig en selecteer een categoriepictogram om een specifieke categorie plaatsen te bekijken. Locatiemarkeringen ( of een blauwe stip) worden op de kaart weergegeven. 4 Selecteer een optie: • Selecteer een locatiemarkering. Locaties zoeken • Selecteer een punt, bijvoorbeeld een straat, kruispunt of adres. 5 Selecteer wanneer nodig een locatiebeschrijving om aanvullende informatie te bekijken. Een thuislocatie opslaan U kunt een thuislocatie instellen voor de locatie waar u het vaakst naartoe terugkeert. 1 Selecteer Waarheen? > > Thuislocatie instellen. 2 Selecteer Voer mijn adres in, Huidige locatie gebruiken of Recent gevonden. De locatie wordt opgeslagen als "Thuis" in het menu Opgeslagen. Naar huis navigeren Selecteer Waarheen? > Naar huis. De gegevens van uw thuislocatie bewerken U kunt het adres en telefoonnummer van een locatie die bij de zoekresultaten verschijnt, wijzigen. 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen > Start. 2 Selecteer . 3 Selecteer > Wijzig. 4 Voer uw wijzigingen in. 5 Selecteer OK. Zoeken naar recent gevonden bestemmingen De vijftig laatste gevonden locaties worden op het toestel opgeslagen. 1 Selecteer Waarheen? > Recent. 2 Selecteer een locatie. De lijst met recent gevonden locaties wissen Selecteer Waarheen? > Recent > > Wis > Ja. Parkeerplaats zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Parkeerplaats. 2 Selecteer een parkeerplaats. Uw vorige parkeerplaats vinden Als u het toestel uit de steun verwijdert en het toestel is ingeschakeld, wordt uw huidige locatie als parkeerplaats opgeslagen. Selecteer Apps > Vorige parkeerplaats. Een gesimuleerde locatie instellen Als u zich binnenshuis bevindt en het toestel ontvangt geen satellietsignalen, kunt u de GPS gebruiken om een gesimuleerde locatie in te stellen. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > GPS-simulator. 2 Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu. 3 Tik twee keer op de kaart om een gebied te selecteren. Het adres van de locatie wordt onder in het scherm weergegeven. 4 Selecteer de beschrijving voor de locatie. 5 Selecteer Stel locatie in. Locaties opslaan Een locatie opslaan 1 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie, pagina 3). 2 Selecteer een locatie in de zoekresultaten. Locaties zoeken 3 Selecteer . 4 Selecteer > Sla op. 5 Voer, indien nodig, een naam in en selecteer OK. Uw huidige locatie opslaan 1 Selecteer het voertuigpictogram op de kaart. 2 Selecteer Sla op. 3 Voer een naam in en selecteer OK. 4 Selecteer OK. Een route naar een opgeslagen locatie starten 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer indien nodig een categorie of selecteer Alle opgeslagen plaatsen. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer Ga!. Een opgeslagen locatie bewerken 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer indien nodig een categorie. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer . 5 Selecteer > Wijzig. 6 Selecteer een optie: • Selecteer Naam. • Selecteer Telefoonnummer. • Selecteer Categorieën om categorieën aan de opgeslagen locatie toe te wijzen. • Selecteer Foto toewijzen om een foto bij de opgeslagen locatie op te slaan (Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen, pagina 5). • Selecteer Wijzig kaartsymbool om het symbool te wijzigen waarmee de opgeslagen locatie op de kaart wordt gemarkeerd. 7 Bewerk de informatie. 8 Selecteer OK. Categorieën aan een opgeslagen locatie toewijzen U kunt uw eigen categorieën toevoegen om uw opgeslagen locaties te ordenen. OPMERKING: Categorieën worden in het menu met opgeslagen locaties weergegeven nadat u meer dan 12 locaties hebt opgeslagen. 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer een locatie. 3 Selecteer . 4 Selecteer > Wijzig > Categorieën. 5 Voer een of meer categorienamen in, van elkaar gescheiden met een komma. 6 Selecteer indien nodig een voorgestelde categorie. 7 Selecteer OK. Een opgeslagen locatie delen Als u een bedrijfslocatie opslaat die niet voorkomt in de kaartgegevens kunt u de locatie delen met Garmin zodat de locatie in toekomstige kaartupdates kan worden opgenomen en kan worden gedeeld met andere gebruikers van Garmin. 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer indien nodig een categorie. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer . 5 Selecteer > Plaats delen. 5 Een locatie naar het toestel verzenden U kunt vanaf diverse onlinebronnen locaties naar uw toestel verzenden, bijvoorbeeld vanaf http://connect.garmin.com. 1 Sluit uw toestel aan op uw computer (Het toestel aansluiten op uw computer, pagina 17). Installeer zo nodig de Garmin Communicator-plugin. 2 OPMERKING: Ga naar www.garmin.com/communicator voor meer informatie. 3 Zoek op uw computer naar een locatie op een ondersteunde website. 4 Selecteer op deze website Naar GPS verzenden. OPMERKING: De tekst van deze koppeling of knop kan per website verschillen. 5 Volg de instructies op het scherm. Een opgeslagen locatie verwijderen OPMERKING: Verwijderde locaties kunnen niet worden teruggezet. 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer > Wis opgeslagen plaatsen. 3 Selecteer het vak naast de opgeslagen locaties die u wilt wissen en selecteer Wis. Navigatie Een route starten 1 2 3 4 Uw route op de kaart KENNISGEVING Het pictogram met de snelheidslimiet dient alleen ter informatie en u bent te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het opvolgen van aangegeven snelheidsbeperkingen en veilige deelname aan het verkeer. Garmin is niet verantwoordelijk voor verkeersboetes of waarschuwingen die u ontvangt als u zich niet houdt aan van toepassing zijnde verkeersregels en verkeersborden. De route wordt aangegeven met een paarse lijn. Uw bestemming wordt aangegeven met een geruite vlag. Tijdens uw reis leidt het toestel u naar uw bestemming met gesproken berichten, pijlen op de kaart en instructies boven aan de kaart. Als u de route verlaat, berekent het toestel de route opnieuw en krijgt u nieuwe instructies. Er wordt een pictogram voor de maximumsnelheid weergegeven als u zich op een snelweg bevindt. De maximumsnelheid voor vrachtwagens die in de modus Vrachtwagen wordt weergegeven, is gebaseerd op de configuratiegegevens van de vrachtwagen en de desbetreffende wetten in het land of de regio. Als u in de modus Vrachtwagen of de modus Camper rijdt, kan er een toon klinken en kan worden weergegeven. Dit betekent dat de geschiktheid van deze weg voor vrachtwagens onbekend is. Houd u altijd aan de verkeersborden en -regels. OPMERKING: Gegevens over de maximumsnelheid voor vrachtwagens zijn niet overal beschikbaar. Zoek naar een locatie (Locaties, pagina 3). Selecteer een locatie. Selecteer Ga!. Selecteer, indien nodig, een route. De routeberekeningsmethode wijzigen De routeberekening is gebaseerd op de snelheidsgegevens van een weg en de versnellingsgegevens van een voertuig voor een bepaalde route. De berekenmodus heeft alleen invloed op autoroutes. Selecteer Instellingen > Navigatie > Berekenmodus. • Selecteer Snellere tijd om routes te berekenen die sneller worden afgelegd maar mogelijk langer in afstand zijn. • Selecteer Kortere afstand om routes te berekenen die korter in afstand zijn maar mogelijk langzamer worden afgelegd. • Selecteer Offroad om routes van beginpunt naar eindpunt te berekenen, zonder rekening te houden met wegen. Meerdere routes vooraf bekijken 1 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie, 2 3 4 5 pagina 3). Selecteer een locatie in de zoekresultaten. Selecteer Routes. Selecteer een route. Selecteer Ga!. Een route naar een opgeslagen locatie starten 1 Selecteer Waarheen? > Opgeslagen. 2 Selecteer indien nodig een categorie of selecteer Alle opgeslagen plaatsen. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer Ga!. 6 De navigatiekaart gebruiken 1 Selecteer Bekijk kaart in het hoofdmenu. 2 Als de zoomregelaars verborgen zijn, selecteert u de kaart om de zoomregelaars weer te geven. 3 Selecteer de kaart. 4 Selecteer een optie: • Selecteer als uw vrachtwagenwaarschuwingen wilt weergeven. • Selecteer of als u wilt inzoomen of uitzoomen. • Selecteer als u de kaart wilt draaien. • Selecteer als u wilt schakelen tussen Noord boven en 3D-weergave. • Selecteer als u kaartlagen wilt toevoegen of verwijderen. • Selecteer als u specifieke categorieën wilt weergeven wanneer u niet navigeert. • Selecteer als u de kaart opnieuw wilt centreren op uw huidige locatie. • Selecteer als u snelkoppelingen naar kaart- en navigatiefuncties wilt weergeven. Een punt aan een route toevoegen Voordat u een stopplaats kunt toevoegen, moet u een route navigeren. 1 Selecteer op de kaart > Waarheen?. 2 Zoek de extra stopplaats. 3 Selecteer de stopplaats in de zoekresultaten. Navigatie 4 Selecteer Ga!. 5 Selecteer Voeg toe aan actieve route. Een eigen te vermijden punt uitschakelen Een omweg maken Tijdens het volgen van een route kunt u via omwegen obstakels vermijden, zoals wegwerkzaamheden. Selecteer > Omrijden tijdens het navigeren. Te vermijden punten verwijderen 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. 2 Selecteer een optie: De route stoppen Selecteer U kunt een zelf ingesteld te vermijden punt uitschakelen zonder het te wissen. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. 2 Selecteer een te vermijden punt. 3 Selecteer > Uitschakelen. op de kaart. Informatie over Afrit met diensten Terwijl u een route navigeert, kunt u bedrijven en diensten zoeken bij afritten die u nadert. Deze diensten zijn per categorie vermeld op tabbladen. Niet alle categorieën zijn beschikbaar in alle transportmodi. Benzine • Selecteer om alle eigen te vermijden punten te verwijderen. • Als u een eigen te vermijden punt wilt verwijderen, selecteert u het te vermijden punt en vervolgens > Wis. Geavanceerde omwegen inschakelen Selecteer Instellingen > Navigatie > Geavanceerde omwegen. Chauffeurscafés Restaurant Omrijden bij aangegeven gebieden Logies U kunt aangeven dat u wilt omrijden over de opgegeven afstand op de route of bij bepaalde wegen. Zo vermijdt u bijvoorbeeld wegwerkzaamheden, afgesloten wegen of slechte wegen. 1 Selecteer een bestemming en selecteer Ga! (Een locatie zoeken met behulp van de zoekbalk, pagina 4). 2 Selecteer op de kaart > Omrijden. 3 Selecteer Volgende 0,5 km op route, Volgende 2 km op route, Volgende 5 km op route of Omweg op weg(en) in route.. 4 Selecteer zo nodig een weg waarvoor u een omweg zoekt. Toiletten Weegstations Afrit met diensten zoeken 1 Selecteer op de kaart > Afrit met diensten. 2 Gebruik de pijlen om een afrit te selecteren die u nadert. 3 Selecteer een tabblad met een dienstencategorie. 4 Selecteer een nuttig punt. Navigeren naar een afrit 1 Selecteer op de kaart > Afrit met diensten > 2 Selecteer Ga!. Offroad navigeren . Punten vermijden op de route 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Te vermijden. 2 Selecteer de wegonderdelen die u niet op uw routes wilt Als u niet de normale wegen wilt gebruiken, kunt u de Offroadmodus gebruiken. 1 Selecteer Instellingen > Navigatie. 2 Selecteer Berekenmodus > Offroad > Sla op. De volgende route wordt berekend als een rechte lijn naar de locatie. tegenkomen en selecteer Sla op. Aangepast vermijden Kaartpagina's Met Aangepast vermijden kunt u bepaalde gebieden en delen van een route vermijden. U kunt de functie Aangepast vermijden naar wens in- en uitschakelen. De kaart aanpassen Een gebied vermijden 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. 2 Selecteer indien nodig Voeg te vermijden toe. 3 Selecteer Voeg te vermijden gebied toe. 4 Selecteer de linkerbovenhoek van het gebied dat u wilt U kunt aanpassen welke informatie op de kaart wordt weergegeven, zoals pictogrammen voor nuttige punten en wegomstandigheden. 1 Selecteer op de kaart. 2 Selecteer Kaartlagen. 3 Selecteer welke lagen u op de kaart wilt weergeven en selecteer Sla op. vermijden en selecteer Volgende. 5 Selecteer de rechterbenedenhoek van het gebied dat u wilt vermijden en selecteer Volgende. Het geselecteerde gebied wordt met arcering weergegeven op de kaart. 6 Selecteer OK. Een weg vermijden 1 Selecteer Instellingen > Navigatie > Aangepast vermijden. 2 Selecteer Voeg te vermijden weg toe. 3 Selecteer het vertrekpunt op een weg die u wilt vermijden en selecteer Volgende. 4 Selecteer het eindpunt op de weg en selecteer Volgende. 5 Selecteer OK. Kaartpagina's De kaartlagen aanpassen Het reislog weergeven Uw toestel houdt een reislog bij; een overzicht van de door u afgelegde weg. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartlagen. 2 Schakel het selectievakje Reislog in. Het kaartgegevensveld aanpassen 1 Selecteer op de kaart het gegevensveld in de linkerbenedenhoek. 2 Selecteer een type gegevens dat u wilt weergeven. 3 Selecteer Sla op. 7 Kaartknoppen aanpassen Er kunnen maximaal twee pictogrammen rechts van de hoofdkaart worden weergegeven. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartknoppen. 2 Selecteer een pictogram en vervolgens OK. 3 Selecteer . 4 Selecteer een ander pictogram. Knoppen van de kaart verwijderen U kunt alle knoppen rechts van de kaart verwijderen. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Kaartknoppen. 2 Selecteer een pictogram en vervolgens OK. 3 Selecteer Sla op. Het kaartdashboard wijzigen Het dashboard toont reisinformatie onder aan de kaart. U kunt verschillende dashboards selecteren om de stijl en de indeling van de informatie te wijzigen. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Dashboards. 2 Gebruik de pijlen om een dashboard te selecteren. 3 Selecteer Sla op. Het kaartperspectief wijzigen 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Autokaartweergave. 2 Selecteer een optie: • Selecteer Koers boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met uw reisrichting bovenaan. • Selecteer Noord boven om de kaart tweedimensionaal weer te geven, met het noorden bovenaan. • Selecteer 3D om de kaart driedimensionaal weer te geven. De schatting bestaat uit de afstand tot de afslag of manoeuvre en, indien van toepassing, de rijbaan waarin u zich moet bevinden. Selecteer op de kaart om de volgende afslag op de kaart weer te geven. 2.2 k m Geavanceerde rijbaanassistentie Wanneer u tijdens het navigeren een afslag nadert, wordt een gedetailleerde simulatie van de weg weergegeven naast de kaart. Er verschijnt een magenta lijn op de juiste rijbaan. Knooppunten weergeven Tijdens het navigeren van een route kunt u knooppunten op snelwegen weergeven. Als u een knooppunt op een route nadert, wordt de afbeelding van het knooppunt kort weergegeven (indien beschikbaar). Selecteer op de kaart om het knooppunt weer te geven (indien beschikbaar). 2.2 k m Realtime verkeerswaarschuwingen weergeven Tijdens het navigeren van een route kan er een verkeerswaarschuwing worden weergegeven op de navigatiebalk. Selecteer de melding om meer informatie weer te geven. Reisinformatie weergeven Op de reisinformatiepagina wordt uw huidige snelheid weergegeven en wordt nuttige informatie over uw reis gegeven. OPMERKING: Als u onderweg regelmatig stopt, schakel het toestel dan niet uit zodat de verstreken reistijd nauwkeurig kan worden vastgelegd. > Reiscomputer op de kaart. Selecteer Routeactiviteit bekijken Een lijst met afslagen weergeven Als u een route aflegt, kunt u alle afritten voor de volledige route weergeven, inclusief de afstand tussen de afritten. 1 Selecteer tijdens het navigeren de tekstbalk aan de bovenkant van de kaart. 2 Selecteer een afslag. De details van de afslag worden weergegeven. Als er een afbeelding van de afslag beschikbaar is, wordt deze weergegeven. De gehele route op de kaart weergeven 1 Selecteer tijdens het navigeren de navigatiebalk aan de bovenkant van de kaart. 2 Selecteer > Kaart. Volgende afslag weergeven Tijdens het navigeren van een route voor auto's wordt in de linkerbovenhoek van de kaart een schatting weergegeven van de afstand tot de volgende afslag, inclusief de voorsorteermogelijkheid en andere manoeuvre(s). 8 Reisinformatie opnieuw instellen 1 Selecteer > Reiscomputer op de kaart. 2 Selecteer > Reset veld(en). 3 Selecteer een optie: • Selecteer terwijl u niet navigeert Alles selecteren als u alle gegevensvelden op de eerste pagina, behalve de snelheidsmeter, opnieuw wilt instellen. • Selecteer Reset reisgegevens als u de informatie op de tripcomputer opnieuw wilt instellen. • Selecteer Reset maximumsnelheid als u de maximumsnelheid opnieuw wilt instellen. • Selecteer Reset Trip B als u de kilometerteller opnieuw wilt instellen. De huidige locatiegegevens weergeven U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om informatie over uw huidige locatie weer te geven. Deze functie komt vooral van pas als u uw locatie moet doorgeven aan hulpdiensten. > Waar ben ik?. Selecteer op de kaart Nabije services vinden U kunt de pagina Waar ben ik? gebruiken om nabije services, zoals ziekenhuizen of politiebureaus, te vinden. 1 Selecteer op de kaart > Waar ben ik?. 2 Selecteer een categorie. Kaartpagina's Routebeschrijving naar uw huidige locatie Als u aan iemand anders uw huidige locatie moet doorgeven, kan uw toestel u een routebeschrijving geven. 1 Selecteer het voertuig op de kaart. 2 Selecteer > Routebeschrijving naar mij. 3 Wacht op de gesproken melding en zeg de naam van de locatie. Er wordt een lijst met locaties weergegeven. Spraakopdrachten OPMERKING: Spraakopdracht is niet voor alle talen of regio's beschikbaar en is wellicht niet beschikbaar op alle modellen. OPMERKING: Spraakgestuurde navigatie functioneert mogelijk niet naar wens in een rumoerige omgeving. Met de functie Spraakopdracht kunt u het toestel bedienen door middel van gesproken opdrachten. Het menu Spraakopdracht biedt gesproken aanwijzingen en een lijst met beschikbare opdrachten. 4 Zeg het regelnummer. De activeerzin instellen De activeerzin bestaat uit een of meer woorden die u moet uitspreken om de modus Spraakopdracht te activeren. De standaardactiveerzin is Spraakopdracht. TIP: U kunt het per ongeluk activeren van Spraakopdracht voorkomen door een ongebruikelijke zin als activeerzin te gebruiken. 1 Selecteer Apps > Spraakopdracht > Zin aanpassen. 2 Voer een nieuwe activeerzin in. De moeilijkheidsgraad van de activeerzin wordt weergegeven terwijl u de zin inspreekt. 3 Selecteer OK. U kunt de gesproken instructies voor spraakopdrachten uitschakelen zonder het toestel te dempen. 1 Selecteer Apps > Spraakopdracht > . 2 Selecteer Dempinstructies > Ingeschakeld. Spraakopdrachten activeren Spraakopdrachten uitschakelen Spreek de activeerzin uit. Het menu Spraakopdracht wordt weergegeven. Tips voor spraakopdrachten • Spreek op normale toon in de richting van het toestel. • Zorg voor weinig achtergrondgeluiden, zoals stemmen of de radio, om de nauwkeurigheid van de stemherkenning te verbeteren. • Spreek de opdrachten uit zoals deze op het scherm worden weergegeven. • Reageer indien nodig op de gesproken aanwijzingen van het toestel. • Maak uw activeerzin langer om de kans dat de spraakbediening per ongeluk wordt geactiveerd, te verkleinen. • Luister naar de twee tonen die aangeven dat de modus Spraakopdracht wordt gestart en gestopt. Een route starten met een spraakopdracht U kunt hiervoor de namen van populaire, bekende locaties uitspreken. 1 Zeg de activeerzin (De activeerzin instellen, pagina 9). 2 Zeg Zoek plaats. Spraakopdrachten 5 Zeg Navigeren. Instructies dempen U kunt spraakopdrachten uitschakelen om te voorkomen dat u Spraakopdracht per ongeluk activeert wanneer u iets zegt. 1 Selecteer Apps > Spraakopdracht > . 2 Selecteer Spraakopdracht > Uitgeschakeld. Handsfree bellen Over handsfree bellen Op bepaalde modellen is handsfree bellen beschikbaar. Via draadloze Bluetooth technologie kunt u het toestel als handsfree-toestel aansluiten op uw mobiele telefoon. Om vast te stellen of uw mobiele telefoon met Bluetooth technologie compatibel is, verwijzen wij u naar www.garmin.com/bluetooth. Niet iedere telefoon ondersteunt namelijk alle handsfreetelefoonfuncties van het toestel. Draadloze Bluetooth technologie inschakelen 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer Bluetooth. Uw telefoon koppelen U moet het toestel koppelen met een compatibele mobiele telefoon voordat u handsfree kunt bellen. 1 Plaats uw telefoon en Bluetooth toestel binnen 10 m (33 ft.) van elkaar. 2 Schakel op het toestel de draadloze Bluetooth technologie in. 3 Selecteer een optie: • Selecteer Instellingen > Bluetooth > Voeg telefoon toe. • Als u al een andere telefoon hebt gekoppeld, selecteert u Instellingen > Bluetooth > Telefoon > . 4 Schakel op de telefoon de draadloze Bluetooth technologie in. 9 5 Selecteer op het toestel OK. U ziet een lijst met Bluetooth toestellen in de buurt. Selecteer uw telefoon in de lijst en selecteer vervolgens OK. 6 7 Bevestig, indien nodig, op uw telefoon dat het toestel verbinding mag maken. 8 Voer indien nodig de Bluetooth pincode op uw telefoon in. De verbinding met uw telefoon verbreken 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer Telefoon > Geen > Sla op. De verbinding met de telefoon wordt verbroken, maar de koppeling met het toestel blijft gehandhaafd. Tips na het koppelen van de toestellen • Nadat de toestellen eenmaal zijn gekoppeld, kunnen ze automatisch verbinding maken wanneer u ze inschakelt. • Wanneer uw telefoon is verbonden met uw toestel, kunt u gesproken aanwijzingen ontvangen. • Wanneer u het toestel inschakelt, probeert het toestel een koppeling tot stand te brengen met de laatste telefoon waaraan het was gekoppeld. • Mogelijk dient u uw telefoon zodanig in te stellen dat deze automatisch koppelt met het toestel wanneer het toestel wordt ingeschakeld. Naar huis bellen U kunt uw telefoonnummer thuis alleen bellen nadat u het telefoonnummer van uw thuislocatie hebt opgegeven. Selecteer Opgeslagen > Start > > Oproep. Help gebruiken Een nummer kiezen 1 Selecteer Telefoon > Kies. 2 Voer de waarde in. 3 Selecteer Kies. Selecteer Apps > Help om informatie over het toestel weer te geven. Help-onderwerpen zoeken Selecteer Apps > Help > Een contactpersoon in uw telefoonboek bellen Het telefoonboek wordt telkens wanneer u de telefoon op het toestel aansluit naar het toestel overgezet. Het kan enkele minuten duren voordat het telefoonboek beschikbaar is. Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet. 1 Selecteer Telefoon > Telefoonboek. 2 Selecteer een contactpersoon. 3 Selecteer Oproep. Een locatie bellen 1 Selecteer Telefoon > Bladeren door categorieën. 2 Selecteer een nuttig punt (Locaties, pagina 3). 3 Selecteer Oproep. Een oproep ontvangen Selecteer Antwoord of Negeer als u een oproep ontvangt. De oproepinfo gebruiken Uw oproepinfo wordt telkens wanneer u de telefoon op het toestel aansluit van de telefoon naar het toestel overgezet. Het kan enkele minuten duren voordat de oproepinfo beschikbaar is. Sommige telefoons ondersteunen deze functie niet. 1 Selecteer Telefoon > Oproepinfo. 2 Selecteer een categorie. De lijst met oproepen wordt weergegeven en de meest recente oproepen staan boven aan de lijst. 3 Selecteer een oproep. De gespreksopties gebruiken 10 Een telefoonnummer thuis opslaan TIP: Nadat u een telefoonnummer thuis hebt opgeslagen, kunt u het nummer wijzigen via de optie "Thuis" in uw lijst met opgeslagen locaties (Een opgeslagen locatie bewerken, pagina 5). Selecteer Telefoon > > Telefoonnummer thuis instellen, voer uw telefoonnummer in en selecteer OK. De apps gebruiken Telefoneren 1 Selecteer op de kaart, terwijl u in een gesprek bent, 2 Selecteer een optie. • Als u het geluid wilt overzetten naar de telefoon, selecteert u Handset. TIP: Gebruik deze functie als u het toestel wilt uitschakelen terwijl u het telefoongesprek voortzet of als u behoefte hebt aan privacy. TIP: U kunt deze functie gebruiken zodat u automatische systemen kunt gebruiken, zoals voicemail. • Als u de microfoon wilt dempen, selecteert u Dempen. • Als u het gesprek wilt beëindigen, selecteert u Einde gesprek. . . Over Smartphone Link Smartphone Link is een telefoontoepassing waarmee uw toestel live-gegevens kan downloaden via de dataverbinding van uw telefoon. Uw toestel brengt gegevens vanaf Smartphone Link over met behulp van draadloze Bluetooth-technologie. Door verbinding te maken met Smartphone Link krijgt u toegang tot Garmin Live Services. Garmin Live Services biedt gratis en betaalde abonnementen waarmee u live-gegevens op uw toestel kunt weergeven, zoals verkeersinformatie, weer en brandstofprijzen. Opgeslagen locaties en recent gevonden locaties worden met uw telefoon gesynchroniseerd telkens wanneer uw toestel verbinding maakt met Smartphone Link. Smartphone Link downloaden Smartphone Link ondersteunt telefoons waarop het besturingssysteem Android™ versie 2.1 of later wordt uitgevoerd. Download Smartphone Link in de app-markt op uw ondersteunde telefoon. Raadpleeg de handleiding bij uw telefoon voor informatie over het downloaden en installeren van toepassingen. Verbinding maken met Smartphone Link Voordat u verbinding kunt maken met Smartphone Link, moet u de toepassing Smartphone Link downloaden en op uw telefoon installeren. 1 Start Smartphone Link op uw telefoon. 2 Selecteer op uw toestel Instellingen > Bluetooth en schakel het selectievakje Bluetooth in. 3 Selecteer op uw telefoon Bluetooth-instellingen. 4 Schakel op uw telefoon draadloze Bluetooth technologie in en scan naar in de buurt aanwezige Bluetooth toestellen. De apps gebruiken Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw telefoon voor meer informatie. 5 Selecteer op uw telefoon uw toestel in de lijst met in de buurt aanwezige toestellen. Volg de instructies op het scherm van uw telefoon en van uw 6 toestel om het koppelingsverzoek te bevestigen. verschijnt op de statusbalk van uw toestel wanneer er verbinding is met Smartphone Link. Een locatie van uw telefoon naar uw toestel verzenden Smartphone Link is als navigatietoepassing op uw telefoon geregistreerd. 1 Selecteer op uw telefoon de knop om de navigatie naar een locatie te starten (zie de handleiding bij uw telefoon voor meer informatie). 2 Selecteer in het toepassingsmenu Smartphone Link. De volgende keer dat u uw toestel met uw telefoon verbindt, wordt de locatie overgebracht naar de recent gevonden items op uw toestel. Oproepen uitschakelen terwijl u verbonden bent met Smartphone Link Wanneer het toestel verbonden is met de telefoon en Garmin Live Services ontvangt, kunt u handsfree bellen uitschakelen. 1 Selecteer Apps > Smartphone Link. 2 Selecteer uw telefoon. 3 Schakel het selectievakje Handsfree bellen uit. Over Garmin Live Services accessoire aan te schaffen. Ga naar www.garmin.com/ecoroute voor meer informatie. Met ecoRoute kunt u het brandstofverbruik en de brandstofkosten uitrekenen om een bepaalde bestemming te bereiken, en beschikt u over hulpmiddelen om het brandstofverbruik te verlagen. De gegevens die worden verkregen met ecoRoute zijn alleen een schatting. De gegevens zijn niet daadwerkelijk afkomstig van uw voertuig, tenzij u gebruikmaakt van het ecoRoute HDaccessoire. Als u nauwkeurigere brandstofrapporten wilt voor een bepaald voertuig en de rijgewoonten, kalibreert u het brandstofverbruik (Het brandstofverbruik kalibreren, pagina 11). ecoRoute HD-accessoire Als het toestel is aangesloten op het ecoRoute HD-accessoire, kan het realtime voertuiginformatie ontvangen, zoals foutberichten, het toerental en het accuvoltage. Het toestel bevat voertuiggegevens die tijdens het berekenen van de ecoRoute gegevens door het ecoRoute HD-accessoire zijn gelezen. Ga naar www.garmin.com/ecoRoute. Het voertuigprofiel instellen Wanneer u de ecoRoute functies voor de eerste keer gaat gebruiken, moet u de voertuiggegevens invoeren. 1 Selecteer Apps > ecoRoute. 2 Volg de instructies op het scherm. De brandstofprijs wijzigen 1 Selecteer Apps > ecoRoute > Bij de pomp. 2 Voer de actuele brandstofprijs in en selecteer Volgende. 3 Selecteer Ja. OPMERKING: Smartphone Link ondersteunt telefoons met het Android-besturingssysteem versie 2.1 of nieuwer. Voordat u Garmin Live Services kunt gebruiken, moet uw toestel verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link, pagina 10). Door verbinding te maken met Smartphone Link krijgt u toegang tot Garmin Live Services. Garmin Live Services biedt gratis en betaalde abonnementen waarmee u live-gegevens op uw toestel kunt weergeven, zoals verkeersinformatie, weer en brandstofprijzen. Sommige Garmin Live Services, zoals Weer, zijn als aparte apps op uw toestel beschikbaar. Andere Garmin Live Services, zoals Verkeerscamera's, bieden een uitbreiding op bestaande navigatiefuncties op uw toestel. Bij functies die toegang tot Garmin Live Services vereisen, wordt het Smartphone Linksymbool weergegeven en deze functies verschijnen alleen als het toestel is verbonden met Smartphone Link. U kunt het brandstofverbruik kalibreren om nauwkeuriger brandstofrapporten voor uw specifieke voertuig en rijgewoonten te ontvangen. Kalibreer het brandstofverbruik wanneer u uw tank hebt gevuld. 1 Selecteer Apps > ecoRoute > Bij de pomp. 2 Voer de actuele brandstofprijs in. 3 Voer de hoeveelheid brandstof in die is verbruikt sinds u de laatste keer de tank helemaal had gevuld. 4 Voer de afstand in die u hebt afgelegd sinds u de tank de laatste keer helemaal had gevuld. 5 Selecteer Volgende. Het toestel berekent uw gemiddelde brandstofverbruik. 6 Selecteer Sla op. Een abonnement nemen op Garmin Live Services ecoChallenge Voordat u zich kunt abonneren op Garmin Live Services, moet u de app Smartphone Link op uw telefoon installeren. 1 Start de app Smartphone Link op uw telefoon (Verbinding maken met Smartphone Link, pagina 10). 2 Selecteer Garmin Live Services. Er wordt een lijst met services en abonnementsprijzen weergegeven. 3 Selecteer een service. 4 Selecteer de prijs. 5 Selecteer Abonneren. 6 Volg de instructies op het scherm. ecoRoute In bepaalde gebieden dient u voordat u ecoRoute™ functies kunt gebruiken, eerst een ontgrendelingscode of een ecoRoute HDDe apps gebruiken Het brandstofverbruik kalibreren Met behulp van ecoChallenge kunt u uw rijgedrag beoordelen en uw brandstofverbruik mogelijk verminderen. Hoe hoger uw ecoChallenge-scores, hoe meer brandstof u bespaart. Met ecoChallenge worden gegevens verzameld en wordt een score berekend als uw voertuig in beweging is en de verplaatsingsmodus Auto wordt gebruikt. Uw ecoChallenge-scores bekijken Selecteer Apps > ecoRoute > ecoChallenge. Over de ecoChallenge-score De kleur van het blad op het ecoChallenge-pictogram verandert afhankelijk van uw prestaties. Totaal: Geeft het gemiddelde van de snelheids-, acceleratie- en remscore weer. Snelheid: Geeft uw score weer voor het rijden met de optimale snelheid om brandstof te besparen (voor de meeste voertuigen is dit tussen 70 en 100 km/u). 11 Versnellen: Geeft het gemiddelde voor rustig en geleidelijk optrekken weer. U verliest punten wanneer u te snel optrekt. Remmen: Geeft het gemiddelde voor zacht en geleidelijk remmen weer. U verliest punten wanneer u te hard remt. De ecoChallenge-scores resetten 1 Selecteer Apps > ecoRoute > ecoChallenge. 2 Selecteer > Reset. Het brandstofverbruik weergeven 1 Selecteer Apps > ecoRoute > Brandstofverbruik. 2 Selecteer een deel van de grafiek om in te zoomen. Afstandsrapporten Het afstandsrapport biedt gegevens over de afstand, de tijd, het gemiddelde brandstofverbruik en de brandstofkosten van de route naar een bestemming. Voor elke route die u rijdt, wordt een afstandsrapport gemaakt. Als u een route beëindigt op uw toestel, wordt een afstandsrapport gemaakt voor de afstand die u hebt afgelegd. Een afstandsrapport bekijken De opgeslagen afstandsrapporten kunt u op het toestel bekijken. TIP: U kunt afstandsrapporten bekijken in de map Reports op het station of volume van uw toestel (Gegevens van uw computer overzetten, pagina 17). 1 Selecteer Apps > ecoRoute > Afstandsrapport. 2 Selecteer een rapport. ecoRoute-informatie resetten 1 Selecteer Apps > ecoRoute > Voertuigprofiel. 2 Selecteer > Reset. myGarmin-berichten weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link, pagina 10). Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. U kunt berichten weergeven die afkomstig zijn van myGarmin, zoals meldingen voor software- en kaartupdates. 1 Selecteer Apps > myGarmin. Als u ongelezen berichten hebt, wordt het aantal ongelezen berichten op het pictogram myGarmin weergegeven. 2 Selecteer het onderwerp van een bericht. Het volledige bericht wordt weergegeven. De weersverwachting weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet uw toestel verbonden zijn met een ondersteunde telefoon waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Verbinding maken met Smartphone Link, pagina 10). Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer een dag. De gedetailleerde weersverwachting voor die dag wordt weergegeven. Het weer voor een andere plaats weergeven 1 Selecteer Apps > Weer > Huidige locatie. 2 Selecteer een optie: • Als u het weer voor een favoriete plaats wilt bekijken, selecteert u de plaats in de lijst. • Als u een favoriete plaats wilt toevoegen, selecteert u Voeg plaats toe en typt u de naam van de plaats. 12 De weerradar weergeven De weerradar is een bewegende weergave met kleurcodes van de huidige weersomstandigheden. Daarnaast wordt er een weerpictogram op de kaart weergegeven. Aan het weerpictogram herkent u de weersomstandigheden in de omgeving, zoals regen, sneeuw en onweersbuien. 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer indien nodig een plaats. 3 Selecteer > Weerradar. Weerwaarschuwingen weergeven Terwijl u met het toestel onderweg bent, kunnen er waarschuwingen over het weer op de kaart worden weergegeven. U kunt ook een kaart met weerwaarschuwingen weergeven voor uw huidige locatie of een geselecteerde stad. 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer indien nodig een plaats. 3 Selecteer > Weerwaarschuwingen. De omstandigheden op de weg controleren 1 Selecteer Apps > Weer. 2 Selecteer indien nodig een plaats. 3 Selecteer > Wegomstandigheden. Een reis plannen U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere bestemmingen te maken en op te slaan. 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer Nieuwe reis. 3 Selecteer Selecteer startlocatie. 4 Zoek naar een locatie (Een locatie zoeken op categorie, pagina 3). 5 Selecteer Selecteer. 6 Selecteer om locaties toe te voegen. 7 Selecteer Volgende. 8 Voer een naam in en selecteer OK. Vertrektijd en verblijfsduur plannen U kunt de Reisplanner gebruiken om een reis met meerdere bestemmingen te maken en op te slaan. 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een reis. 3 Selecteer een locatie. 4 Selecteer een optie: • Selecteer Vertrektijd. • Selecteer Aankomsttijd. 5 Selecteer een datum en tijd en selecteer Sla op. 6 Selecteer Tijdsduur. 7 Selecteer de tijd die u wilt doorbrengen op de locatie en selecteer Sla op. 8 Herhaal, indien nodig, de stappen 3–7 voor iedere locatie. De transportmodus in een reis wijzigen U kunt de transportmodi wijzigen die worden gebruikt in een opgeslagen reis. 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een reis. 3 Selecteer > Transportmodus. 4 Selecteer een transportmodus. 5 Selecteer Sla op. De apps gebruiken Navigeren aan de hand van een opgeslagen reis 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis. 3 Selecteer Ga!. 4 Selecteer een route, als daarom wordt gevraagd (Uw route op de kaart, pagina 6). Een opgeslagen reis bewerken 1 Selecteer Apps > Reisplanner. 2 Selecteer een opgeslagen reis. 3 Selecteer . 4 Selecteer een optie: • Selecteer Wijzig naam van reis. • Selecteer Wijzig bestemmingen om locaties toe te voegen of te verwijderen, of om de volgorde van locaties te wijzigen. • Selecteer Wis reis. • Selecteer Volgorde optimaliseren om uw reisbestemmingen in de meest efficiënte volgorde te plaatsen. Afbeeldingen weergeven U kunt foto's bekijken die u op het toestel of een geheugenkaart hebt opgeslagen. Zie Gegevensbeheer, pagina 17 voor meer informatie over het laden van foto's op uw toestel. 1 Selecteer Apps > Fotoalbum. 2 Gebruik de pijltjes om door de foto's te bladeren. 3 Selecteer een foto. Een diavoorstelling weergeven 1 Selecteer Apps > Fotoalbum. 2 Selecteer . 3 Selecteer het scherm terwijl er een diavoorstelling wordt weergegeven om de diavoorstelling te stoppen. Foto's verwijderen 1 Selecteer Apps > Fotoalbum. 2 Selecteer een foto. 3 Selecteer > Wis > Ja. Recente routes en bestemmingen weergeven Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u de functie voor reisgeschiedenis inschakelen (trafficTrends, pagina 19). U kunt uw voorgaande routes en plaatsen waar u bent gestopt op de kaart bekijken. Selecteer Apps > Waar ik ben geweest. De wereldklok gebruiken 1 Selecteer Apps > Wereldklok. 2 Selecteer, indien nodig, een stad, voer de naam in en selecteer OK. De wereldkaart weergeven Selecteer Apps > Wereldklok > . De nachtelijke uren worden in het schaduwgebied weergegeven. De calculator gebruiken Selecteer Apps > Calculator. 2 Selecteer zo nodig de knop naast Omrekenen, selecteer een eenheidcategorie en selecteer Sla op. 3 Selecteer zo nodig een maateenheidknop, selecteer een eenheid en selecteer Sla op. Selecteer het veld onder de eenheid die u wilt omrekenen. 4 5 Voer een getal in en selecteer OK. Wisselkoersen instellen Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. U kunt de wisselkoers bijwerken voor het omrekenen van eenheden. 1 Selecteer Apps > Eenheden. 2 Selecteer de knop naast Omrekenen. 3 Selecteer Valuta en vervolgens Sla op. 4 Selecteer zo nodig een valutaknop, selecteer een andere valuta en selecteer Sla op. Selecteer de knop onder aan het scherm met de 5 wisselkoersen. 6 Selecteer het vakje naast een valuta. 7 Voer een waarde in en selecteer OK. 8 Selecteer OK. De taalgids gebruiken Gebruik de taalgids om woorden en zinnen op te zoeken en te vertalen. Selecteer Apps > Taalgids. De taalgids aanschaffen Uw toestel wordt geleverd met een beperkte demonstratieversie van de taalgids. Als u de volledige taalgids wilt aanschaffen, ga dan naar http://www.garmin.com/languageguide. Talen in de taalgids selecteren U kunt de talen selecteren waarin u wilt vertalen als u woorden en zinnen vertaalt. 1 Selecteer Apps > Taalgids. 2 Selecteer > Taal. 3 Selecteer Van, selecteer de taal waaruit u wilt vertalen en selecteer Sla op. 4 Selecteer Naar, selecteer de taal waarin u wilt vertalen en selecteer Sla op. Woorden en zinnen vertalen 1 Selecteer Apps > Taalgids. 2 Selecteer een categorie en een of meer subcategorieën. 3 Selecteer indien nodig, voer een trefwoord in en selecteer OK. 4 Selecteer een woord of zin. om de vertaling te beluisteren. 5 Selecteer Een tweetalig woordenboek gebruiken 1 Selecteer Apps > Taalgids > Tweetalige woordenboeken. 2 Selecteer een woordenboek. 3 Selecteer, indien nodig, , voer een woord in en selecteer OK. 4 Selecteer een woord. 5 Selecteer om de vertaling te beluisteren. Eenheden omrekenen 1 Selecteer Apps > Eenheden. De apps gebruiken 13 Over verkeersinformatie KENNISGEVING Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de verkeersinformatie. Op sommige plaatsen en in sommige landen is verkeersinformatie mogelijk niet beschikbaar. Ga voor meer informatie over verkeersinformatie-ontvangers en dekkingsgebieden naar www.garmin.com/traffic. Een verkeersinformatie-ontvanger wordt meegeleverd in sommige producten, ingebouwd in de voertuigvoedingskabel of in het toestel, en is een optioneel accessoire voor alle modellen. • Het toestel moet verbonden zijn met de voertuigvoeding om verkeersinformatie te kunnen ontvangen. • Om verkeersinformatie te ontvangen, dienen de aangesloten verkeersinformatie-ontvanger en het toestel zich in het gegevensbereik van een station te bevinden dat verkeersinformatie uitzendt. • U hoeft het abonnement dat bij uw verkeersinformatieontvanger werd geleverd, niet te activeren. • verandert van kleur om de ernst van verkeerssituaties op uw route of op de weg waar u reist aan te geven. • Als uw toestel gebruikmaakt van een externe antenne voor verkeersinformatie, dient u deze externe antenne altijd aangesloten te laten voor de beste ontvangst. Verkeersinformatie ontvangen KENNISGEVING Door verwarmde (gemetalliseerde) ruiten kunnen de prestaties van de verkeersinformatie-ontvanger doen afnemen. Voordat u verkeersinformatie kunt ontvangen, moet u een compatibele Garmin-verkeersinformatie-ontvanger als accessoire aanschaffen. Ga naar www.garmin.com voor meer informatie. Voordat u verkeersinformatie kunt ontvangen, dienen de verkeersinformatie-ontvanger en het toestel zich binnen het bereik van een FM-station te bevinden dat verkeersinformatie uitzendt. Wanneer de ontvanger zich binnen een dekkingsgebied voor verkeersinformatie bevindt, geeft uw toestel verkeersinformatie weer. 1 Sluit de verkeersinformatie-ontvanger op een externe voedingsbron aan. 2 Sluit de verkeersinformatie-ontvanger op het toestel aan. Verkeersinformatie-ontvanger Geel: Het verkeer rijdt maar er zijn opstoppingen. Er is sprake van enige filevorming. Grijs: Geen verkeersinformatie beschikbaar. Groen: Het verkeer stroomt normaal door. Rood: Het verkeer staat stil of rijdt zeer langzaam. Er zijn ernstige opstoppingen. De verkeersinformatie-ontvanger plaatsen Plaats de voedingskabel van de verkeersinformatie-ontvanger zodanig dat de ontvangst van verkeersinformatie optimaal is. 1 Rol de kabel uit. 2 Zorg ervoor dat het midden van de kabel een onbelemmerd zicht op de lucht heeft, zoals bij het dashboard. OPMERKING: Laat de kabel niet rusten op de kabelconnector die in verbinding staat met de voeding van het voertuig. Leg de kabel niet op de vloer of onder andere voorwerpen. Verkeer op uw route Tijdens het berekenen van de route wordt het huidige verkeer onderzocht en wordt de route automatisch aangepast om de reisduur zo kort mogelijk te maken. Als er een lange file op uw route is terwijl u aan het navigeren bent, berekent het toestel de route automatisch opnieuw. verandert van kleur om de ernst van Het verkeerspictogram verkeerssituaties op uw route of op de weg waar u rijdt aan te geven. Het kan zijn dat het toestel een druk traject voorstelt als er geen beter alternatief voorhanden is. De tijd van de vertraging wordt dan meegenomen bij het berekenen van de geschatte aankomsttijd. Verkeer op uw route weergeven tijdens het navigeren. 1 Selecteer 2 Selecteer Verkeer op route. Er wordt een lijst met verkeerssituaties op uw route weergegeven, gesorteerd op locatie op uw route. 3 Selecteer een gebeurtenis. Handmatig verkeer op uw route vermijden op de kaart. 1 Selecteer 2 Selecteer Verkeer op route. 3 Gebruik zo nodig de pijlen om andere vertragingen op uw route weer te geven. > Vermijd. 4 Selecteer Een alternatieve route nemen tijdens het navigeren. 1 Selecteer 2 Selecteer Alternatieve route. 3 Selecteer een route. Verkeersinformatie op de kaart weergeven À Á Â Ã Ä Mini-USB-connector Externe antenneconnector Interne antenne Voedingslampje Voedingsadapter voor de auto Informatie over het verkeerspictogram Er verschijnt een verkeerspictogram op de kaart als er verkeersinformatie wordt ontvangen. Het verkeerspictogram verandert van kleur om de ernst van de verkeerssituatie aan te geven. 14 Op de kaart met verkeersinformatie worden met kleurcodes de verkeersstroom en vertragingen op wegen in de buurt weergegeven. op de kaart. 1 Selecteer 2 Selecteer Verkeerssituaties. Verkeer in uw omgeving Vertragingen zoeken op de kaartpagina. 1 Selecteer Selecteer Verkeerssituaties > . 2 3 Selecteer een item in de lijst. Over verkeersinformatie 4 Als er meerdere vertragingen zijn, gebruikt u de pijlen om de overige vertragingen weer te geven. Een verkeersprobleem op de kaart weergeven op de kaart. 1 Selecteer 2 Selecteer Verkeerssituaties. 3 Selecteer een verkeerspictogram. Verkeersinformatie interpreteren De legenda voor verkeersinformatie bevat een uitleg van de pictogrammen en kleuren die worden gebruikt op de verkeerskaart. 1 Selecteer op de kaart > Verkeer. 2 Selecteer Legenda voor verkeer. Over verkeerscamera's Verkeerscamera's geven livebeelden van verkeersomstandigheden op belangrijke snelwegen en kruispunten. U kunt camera's opslaan die u regelmatig wilt raadplegen. Een verkeerscamera opslaan Voordat u deze functie kunt gebruiken, moet u een abonnement nemen op de service photoLive, en uw toestel moet zijn verbonden met een ondersteunde smartphone waarop Smartphone Link wordt uitgevoerd (Over Smartphone Link, pagina 10). Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. 1 Selecteer Apps > Mijn Camera's. 2 Selecteer Tik om toe te voegen. 3 Selecteer een weg. 4 Selecteer een kruispunt. 5 Selecteer Sla op. Een verkeerscamera weergeven Voordat u beelden van een verkeerscamera kunt weergeven, moet u de desbetreffende camera opslaan (Een verkeerscamera opslaan, pagina 15). 1 Selecteer Apps > Mijn Camera's. 2 Selecteer een camera. Verkeersabonnementen Abonnement activeren U hoeft het abonnement dat bij uw FM-verkeersinformatieontvanger werd geleverd, niet te activeren. Het abonnement wordt automatisch geactiveerd nadat uw toestel satellietsignalen heeft ontvangen en ook verkeersinformatiesignalen ontvangt van de provider van de betaalservice. Een abonnement toevoegen U kunt abonnementen voor verkeersinformatie in andere regio's of landen aanschaffen. 1 Selecteer in het hoofdmenu Verkeer. 2 Selecteer Abonnementen > . 3 Noteer de toestel-id van de FM-ontvanger voor verkeersinformatie. 4 Ga naar www.garmin.com/fmtraffic om een abonnement af te sluiten en een code van 25 tekens op te halen. De verkeersabonnementcode kan niet opnieuw worden gebruikt. Elke keer dat u de service wilt verlengen, hebt u een nieuwe code nodig. Indien u meerdere FMverkeersinformatie-ontvangers hebt, hebt u voor elke ontvanger een nieuwe code nodig. 5 Selecteer Volgende op uw toestel. 6 Voer de code in. Vrachtwagenfuncties 7 Selecteer OK. Verkeersinformatie uitschakelen 1 Selecteer Instellingen > Verkeer. 2 Schakel het selectievakje Verkeer uit. Het toestel ontvangt geen live-verkeersinformatie meer, maar zal nog steeds potentiële filegebieden vermijden met behulp van trafficTrends™, indien ingeschakeld (trafficTrends, pagina 19). Vrachtwagenfuncties Over het IFTA-log OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. U kunt gegevens vastleggen die u nodig hebt voor de IFTAdocumentatie (International Fuel Tax Agreement), zoals informatie over de brandstof die u hebt aangeschaft en het aantal kilometers dat u hebt afgelegd. U moet zich in de modus Vrachtwagen bevinden om IFTAregistratie te kunnen gebruiken (Een transportmodus kiezen, pagina 2). Brandstofgegevens invoeren 1 Selecteer Apps > IFTA-log > Bij de pomp. 2 Voer de brandstofprijs per liter in. 3 Selecteer het veld Verbruikte brandstof. 4 Voer de hoeveelheid brandstof in die u hebt aangeschaft. 5 Selecteer indien nodig een optie: • Als u de hoeveelheid in liters wilt vastleggen, selecteert u Gallon > Liter > Sla op. • Als u de hoeveelheid in gallons wilt vastleggen, selecteert u Liter > Gallon > Sla op. 6 Schakel, indien nodig, het selectievakje Inclusief belastingen in. 7 Selecteer het tankstation waar u hebt getankt. Brandstoflogbestanden bewerken 1 Selecteer Apps > IFTA-log > Brandstoflogbestanden. 2 Selecteer, indien nodig, een vrachtwagen. 3 Selecteer, indien nodig, een kwartaal. 4 Selecteer een logbestand. 5 Selecteer een optie: • Selecteer een veld als u de gegevens wilt wijzigen. • Selecteer > Ja als u het logbestand wilt verwijderen. Overzicht van een rechtsgebied weergeven en exporteren Het overzicht van het rechtsgebied bevat gegevens over ieder land waarin uw voertuig in een bepaald kwartaal is geweest. Het overzicht van het rechtsgebied is niet overal beschikbaar. 1 Selecteer Apps > IFTA-log > Overzicht rechtsgebied. 2 Selecteer, indien nodig, een vrachtwagen. 3 Selecteer, indien nodig, een kwartaal. 4 Selecteer > Exporteer > OK om een overzicht van een rechtsgebied te exporteren. Het overzicht wordt als CSV-bestand geëxporteerd en in de map Reports in het toestelgeheugen of op de geheugenkaart opgeslagen. Reisrapporten bewerken en exporteren 1 Selecteer vanuit het hoofdmenu Apps > IFTA-log > Reisrapporten. 2 Selecteer, indien nodig, een vrachtwagen. 15 3 Selecteer, indien nodig, een kwartaal. 4 Selecteer een rapport. 5 Selecteer een optie: • Selecteer > Wis en schakel het selectievakje in om een rapport te verwijderen. • Selecteer > Combineren en schakel de selectievakjes in om rapporten te combineren. • Selecteer > Exporteer > OK. Het rapport wordt als CSV-bestand geëxporteerd en in de map Reports in het toestelgeheugen of op de geheugenkaart opgeslagen. Geëxporteerde overzichten van rechtsgebieden en reisrapporten weergeven KENNISGEVING Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke systeembestanden die niet mogen worden verwijderd. 1 Verbind het toestel met uw computer. 2 Open het Garmin station of -volume en open de map Reports. 3 Open de map IFTA. 4 Open het CSV-bestand. Diensturen KENNISGEVING Dit toestel is weliswaar geschikt om informatie over diensturen bij te houden, maar het is GEEN goedgekeurde vervanging voor een registratie in een logboek, zoals vereist door de Federal Motor Carrier Safety Administration. Bestuurders dienen zich te houden aan alle landelijke en internationale regels voor een diensturenregistratie. Automatische On- Board -opname -apparaat (AOBRD) Wanneer het toestel is geïntegreerd met een telematische datatransponder van een door Garmin geautoriseerde partner en wordt gebruikt voor de diensturenregistratie van de bestuurder, kan een transportbedrijf met dit toestel voldoen aan de AOBRD vereisten. Garmin verklaart niet dat het gebruik van de oplossing van een geautoriseerde partner naleving van de specificatie van §395.15 garandeert. Dergelijke garanties kunnen alleen worden gedaan door de partner, en naleving van §395 blijft altijd de verantwoordelijkheid van de eindgebruiker, met inbegrip van naleving van eventuele wijzigingen in dergelijke regelgeving. U kunt het door een Garmin AOBRD partner afgegeven certificaat raadplegen om te controleren of aan de AOBRD vereisten zoals gedefinieerd in Part §395.15 wordt voldaan. OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. Voordat u de optie Diensturen kunt gebruiken, moet de modus Vrachtwagen zijn geactiveerd en moet u een bestuurderprofiel maken (Bestuurders toevoegen, pagina 16). U kunt de optie Diensturen gebruiken om het aantal uren vast te leggen dat u hebt gewerkt. Zo kunt u ervoor zorgen dat u de veiligheidsrichtlijnen naleeft. Uw dienststatus vastleggen 1 Selecteer Apps > Diensturen. 2 Selecteer een bestuurder. 3 Selecteer Status In/uit dienst. 4 Selecteer een optie: • Selecteer Buiten dienst om de tijd vast te leggen waarop u niet aan het werk bent. • Selecteer Slaapcabine om uw rusttijd in de slaapcabine vast te leggen. 16 • Selecteer Rijdend om de tijd vast te leggen waarop u als chauffeur aan het werk bent. • Selecteer In dienst om de tijd vast te leggen waarop u wel aan het werk bent, maar niet als chauffeur achter het stuur. • Selecteer Bijrijder om de tijd te registreren dat een tweede chauffeur op de bijrijdersplaats aanwezig is, maar geen dienst heeft. OPMERKING: Een chauffeur kan de status Bijrijder hebben gedurende maximaal twee uur direct voor of direct na acht aaneengesloten uren in de slaapcabine. Selecteer Sla op. 5 Over bestuurders Als u binnen een periode van 24 uur voor meerdere vervoerders werkt, moet u voor iedere vervoerder afzonderlijk de gegevens vastleggen. Voor het vastleggen moet u de tijdzone van het vertrekpunt gebruiken, ook als u tijdens de rit andere tijdzones betreedt. Bestuurders toevoegen 1 Selecteer Apps > Diensturen. 2 Selecteer . 3 Volg de instructies op het scherm. Bestuurdergegevens beheren Selecteer Apps > Diensturen. Selecteer een bestuurder. Selecteer Bestuurder. Selecteer een optie: • Als u de informatie wilt bewerken, selecteert u een veld. • Als u de bestuurder wilt verwijderen, selecteert u > Bestuurder verwijderen > Ja. 1 2 3 4 Logboeken gebruiken 1 Selecteer Apps > Diensturen. 2 Selecteer een bestuurder. 3 Selecteer Logbestand weergeven. 4 Selecteer een optie: • Als u een andere datum wilt weergeven, selecteert u de datum boven aan het scherm. • Als u statusdetails wilt weergeven, selecteert u het veld naast een statusbalk. • Als u wijzigingen wilt aanbrengen, selecteert u het raster en vervolgens een veld. • Als u informatie over overtredingen wilt weergeven, selecteert u . Ladingen toevoegen 1 Selecteer Apps > Diensturen. 2 Selecteer een bestuurder. 3 Selecteer Ladingen beheren > . 4 Voer de referentiegegevens in en selecteer OK. TIP: Het referentienummer is het nummer van het vervoersdocument of de naam van het bedrijf en de groep die u vervoert. 5 Selecteer, indien nodig, Begindag. 6 Selecteer, indien nodig, Einddag. 7 Selecteer Sla op. Ladingen beheren OPMERKING: Deze functie is niet in alle regio's beschikbaar. 1 Selecteer Apps > Diensturen. 2 Selecteer een bestuurder. Vrachtwagenfuncties 3 Selecteer Ladingen beheren. 4 Selecteer een lading. 5 Selecteer een optie: Een geheugenkaart installeren • Als u de ladingsgegevens wilt bewerken, selecteert u een veld. • Als u de ladingen wilt verwijderen, selecteert u > Lading verwijderen > OK. Ritlogs weergeven 1 Selecteer Apps > Diensturen. 2 Selecteer een bestuurder. 3 Selecteer Logbestand exporteren. 4 Voer, indien nodig, uw trekkernummer, de identificatiecode van de trekker en het nummer van de trailer in. 5 Selecteer, indien nodig, het logbestand dat u wilt exporteren. 6 Selecteer, indien nodig, de locatie waar u het logbestand naartoe wilt exporteren. Het logbestand wordt als CSV-bestand geëxporteerd en in de map Reports in het toestelgeheugen opgeslagen. Geëxporteerde ritlogs weergeven KENNISGEVING Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke systeembestanden die niet mogen worden verwijderd. Het toestel biedt ondersteuning voor microSD™ en microSDHCgeheugenkaarten. 1 Plaats een geheugenkaart in de uitsparing op het toestel. 2 Druk op de kaart totdat deze vastklikt. Het toestel aansluiten op uw computer U kunt het toestel met de meegeleverde USB-kabel op een computer aansluiten. OPMERKING: De eerste keer dat u uw toestel op uw Windowscomputer aansluit, wordt u gevraagd of u de myGarmin Agentsoftware wilt installeren. Ga naar www.garmin.com/agent voor meer informatie. 1 Steek het smalle uiteinde van de USB-kabel in de poort op het toestel. 2 Steek het bredere uiteinde van de USB-kabel in een USBpoort op uw computer. Er verschijnt een afbeelding van uw toestel dat op een computer is aangesloten op het scherm van het toestel. Op een Windows-computer wordt uw toestel in Deze computer getoond als een draagbaar toestel of als twee verwisselbare stations: het toestel en de geheugenkaart. Gegevens van uw computer overzetten 1 Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten 1 Verbind het toestel met uw computer (Het toestel aansluiten op uw computer, pagina 17). 2 Selecteer een optie: • Als u de logbestanden wilt weergeven die op het toestel zijn opgeslagen, opent u het station/volume met de naam Garmin en opent u de map Reports. • Als u de logbestanden wilt weergeven die op de geheugenkaart zijn opgeslagen, opent u het station/ volume van de geheugenkaart en vervolgens de map Garmin. 3 Open de map HOSExports. 4 Open het CSV-bestand. 6 Gegevensbeheer Gegevensbeheer U kunt bestanden, zoals JPEG-bestanden, op het toestel opslaan. In de geheugenuitsparing van het toestel kan een extra geheugenkaart worden geplaatst. OPMERKING: Het toestel is niet compatibel met Windows 95, 98, ME, Windows NT , en Mac OS 10.3 en ouder. ® ® ® Bestandstypen Het toestel biedt ondersteuning voor de volgende bestandstypen. • Kaarten en GPX-waypointbestanden van myGarmin™ kaartsoftware, waaronder MapSource , BaseCamp™ en HomePort™ (Eigen nuttige punten, pagina 21). • GPI-bestanden met eigen nuttige punten van Garmin POI Loader (POI Loader-software installeren, pagina 21). ® Over geheugenkaarten Geheugenkaarten zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels. Software met vooraf geladen kaarten van Garmin kunt u ook aanschaffen op www.garmin.com/trip_planning. U kunt op de geheugenkaarten behalve kaarten en kaartgegevens ook afbeeldingsbestanden, geocaches, routes, waypoints en eigen nuttige punten opslaan. Gegevensbeheer 2 3 4 5 op uw computer, pagina 17). Het toestel en de geheugenkaart worden weergegeven als verwisselbare stations in Deze computer in Windows en als geïnstalleerde volumes op Mac-computers. OPMERKING: Sommige computers met meerdere netwerkstations kunnen geen stations van uw toestel weergeven. Zie het Help-bestand van uw besturingssysteem voor meer informatie over het toewijzen van het station. Open de bestandsbrowser op de computer. Selecteer een bestand. Selecteer Bewerken > Kopiëren. Open het station of volume voor Garmin of de geheugenkaart. Selecteer Bewerken > Plakken. Het bestand wordt weergegeven in de lijst met bestanden in het toestelgeheugen of op de geheugenkaart. De USB-kabel loskoppelen Als uw toestel als een verwisselbaar station of volume is aangesloten op uw computer, dient u het toestel op een veilige manier los te koppelen om gegevensverlies te voorkomen. Als uw toestel als een draagbaar toestel is aangesloten op uw Windows-computer, hoeft u het niet op een veilige manier los te koppelen. 1 Voer een van onderstaande handelingen uit: • Op Windows-computers: Selecteer het pictogram Hardware veilig verwijderen in het systeemvak en selecteer uw toestel. • Op Mac-computers: Sleep het volumepictogram naar de prullenbak. 2 Koppel de kabel los van uw computer. Bestanden verwijderen KENNISGEVING Als u niet weet waar een bestand voor dient, verwijder het dan niet. Het geheugen van het toestel bevat belangrijke systeembestanden die niet mogen worden verwijderd. 1 Open het Garmin station of volume. 17 2 Open zo nodig een map of volume. 3 Selecteer een bestand. 4 Druk op het toetsenbord op de toets Delete. Het toestel aanpassen Vrachtwagen- of camperprofielen toevoegen WAARSCHUWING Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat bij alle routesuggesties met die kenmerken rekening wordt gehouden. Het is uw verantwoordelijkheid tijdens het rijden rekening te houden met de hoogte, lengte, het gewicht en andere belangrijke beperkingen van uw voertuig. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de conditie van het wegdek tijdens het rijden. 1 Selecteer Instellingen > Vrachtwagenprofiel. 2 Selecteer een profieltype: • Selecteer Vrachtwagen om een vrachtwagenprofiel toe te voegen. • Selecteer Camper om een camperprofiel toe te voegen. 3 Selecteer . 4 Selecteer zo nodig Eenheden als u de eenheden wilt wijzigen. 5 Volg de instructies op het scherm. Vrachtwagen- of camperprofielen activeren Voorat u een profiel kunt activeren, moet u het profiel toevoegen (Vrachtwagen- of camperprofielen toevoegen, pagina 18). Het toestel berekent routes op basis van de breedte, de lengte, de hoogte, het gewicht en andere instellingen van het geactiveerde profiel. 1 Selecteer Instellingen > Vrachtwagenprofiel. 2 Selecteer een profieltype: • Selecteer Vrachtwagen om een vrachtwagenprofiel te activeren. • Selecteer Camper om een camperprofiel te activeren. 3 Selecteer het gewenste profiel. 4 Selecteer Selecteer een profiel. Vrachtwagen- of camperprofielen bewerken Voordat u een profiel kunt verwijderen, moet u een ander profiel activeren (Vrachtwagen- of camperprofielen activeren, pagina 18). 1 Selecteer Instellingen > Vrachtwagenprofiel. 2 Selecteer een profiel en selecteer . 3 Selecteer Wijzig of Wis. Kaart- en voertuiginstellingen Als u de kaart- en voertuiginstellingen wilt wijzigen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Kaart en voertuig. Voertuig: Hiermee kiest u een ander pictogram voor het aangeven van uw positie op de kaart. Ga naar www.garmingarage.com voor meer pictogrammen. Autokaartweergave: Hiermee stelt u het perspectief van de kaart in. Kaartdetail: Hiermee stelt u het detailniveau van de kaart in. Als er meer details worden weergegeven, wordt de kaart mogelijk langzamer opnieuw getekend. Kaartthema: Hiermee kunt u de kleuren van de kaartgegevens wijzigen. 18 Kaartknoppen: Hiermee bepaalt u welke pictogrammen op de kaart worden weergegeven. Er kunnen maximaal twee pictogrammen aan de kaart worden toegevoegd. Kaartlagen: Hiermee stelt u de gegevens in die op de kaartpagina worden weergegeven (De kaartlagen aanpassen, pagina 7). Dashboards: Hiermee stelt u de indeling in van het kaartdashboard. Mijn Kaarten: Hiermee stelt u in welke geïnstalleerde kaarten het toestel gebruikt. Kaarten inschakelen U kunt kaartproducten inschakelen die op het toestel zijn geïnstalleerd. TIP: Ga voor het aanschaffen van aanvullende kaartproducten naar www.garmin.com/nl/maps. 1 Selecteer Instellingen > Kaart en voertuig > Mijn Kaarten. 2 Selecteer een kaart. Navigatie-instellingen Als u de pagina met navigatie-instellingen wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Navigatie. Berekenmodus: Hiermee stelt u uw routevoorkeur in. Te vermijden: Hiermee stelt u in welke wegonderdelen u op een route wilt mijden. Aangepast vermijden: Hiermee kunt u opgeven welke specifieke wegen en gebieden u wilt vermijden. Geavanceerde omwegen: Hiermee stelt u de lengte van de omweg in. Veilige modus: Hiermee schakelt u alle functies van het navigatiesysteem uit die veel aandacht van de gebruiker vragen en u tijdens het rijden kunnen afleiden. GPS Simulator: Hiermee stelt u in dat het toestel geen GPSsignalen meer ontvangt, waarmee u de batterij spaart. Routevoorkeuren Als u de pagina met instellingen voor de berekenmodus wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Navigatie > Berekenmodus. De routeberekening is gebaseerd op de snelheidsgegevens van een weg en de versnellingsgegevens van een voertuig voor een bepaalde route. Snellere tijd: Hiermee berekent u routes die sneller worden afgelegd, maar mogelijk langer zijn. Kortere afstand: Hiermee berekent u routes die korter zijn, maar mogelijk langzamer worden afgelegd. Minder brandstof: Hiermee berekent u routes waarvoor minder brandstof nodig is dan voor andere routes. Offroad: Hiermee berekent u een rechte lijn van uw huidige locatie naar uw bestemming. Scherminstellingen Als u de pagina met scherminstellingen wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Scherm. Kleurmodus: Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. U kunt de levensduur van de batterij verlengen door de helderheid te verlagen. Time-out voor scherm: Hiermee kunt u opgeven hoe lang het moet duren voordat het toestel in de slaapstand wordt gezet. Schermafdruk: Hiermee maakt u een opname van het toestelscherm. Schermafbeeldingen worden op het toestel in de map Screenshot opgeslagen. Het toestel aanpassen Bluetooth instellingen Als u de Bluetooth instellingen wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Bluetooth. Bluetooth: Hiermee schakelt u draadloze Bluetooth technologie in. Voeg telefoon toe: Hiermee kunt u de verbinding tussen het toestel en draadloze headsets met draadloze Bluetooth technologie beheren. Gebruiksvriendelijke naam: Hiermee kunt u een gebruiksvriendelijke naam invoeren ter identificatie van uw toestellen met draadloze Bluetooth technologie. OPMERKING: Als u de teksttaal wijzigt, blijft de taal van de kaartgegevens, zoals straatnamen en plaatsen, of door de gebruiker ingevoerde gegevens, ongewijzigd. Taal voor toetsenbord: Hiermee wijzigt u de taal van het toetsenbord. Toetsenbordindeling: Hiermee stelt u de toetsenbordindeling in. Toestel- en privacyinstellingen Als u de pagina met verkeersinstellingen wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Verkeer. Verkeer: Schakelt verkeersinformatie in. Abonnementen: Vermeldt de huidige verkeersabonnementen. trafficTrends: Zie trafficTrends, pagina 19. Als u de pagina met toestelinstellingen wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Toestel. Over: Hiermee geeft u het versienummer van de software, het id-nummer van het toestel en informatie over verschillende andere softwarefuncties weer. EULA's: Geeft de licentieovereenkomsten voor eindgebruikers weer die op uw keuze van toepassing zijn. OPMERKING: U hebt deze gegevens nodig om de systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens aan te schaffen. Reisgeschiedenis: Hiermee kan het toestel informatie registreren voor de functies Waar ik ben geweest en Reislog. Wis reisgeschiedenis: Wist uw reisgeschiedenis. Informatie over verkeersabonnementen Gevarenzonealarminstellingen Bluetooth uitschakelen 1 Selecteer Instellingen > Bluetooth. 2 Selecteer Bluetooth. Verkeersinstellingen U kunt extra abonnementen aanschaffen of een abonnement vernieuwen wanneer het verloopt. Ga naar http://www.garmin.com/traffic. Verkeersabonnementen weergeven Selecteer Instellingen > Verkeer > Abonnementen. trafficTrends Als de functie trafficTrends is ingeschakeld, bewaart uw toestel historische verkeersgegevens en gebruikt het deze gegevens om efficiëntere routes te berekenen. Als u met de functie trafficTrends ingeschakeld rijdt, legt uw toestel verkeersgegevens vast die worden gebruikt om de historische verkeersinformatie voor trafficTrends te verbeteren. Deze informatie wordt naar Garmin verzonden als u uw toestel met behulp van uw computer met myGarmin verbindt. OPMERKING: Mogelijk worden er verschillende routes berekend op basis van verkeerstrends gedurende de dag van de week of het tijdstip van de dag. trafficTrends uitschakelen Als u niet wilt dat uw toestel verkeersinformatie vastlegt of deelt, schakelt u trafficTrends uit. Selecteer Instellingen > Verkeer > trafficTrends. Instellingen voor eenheden en tijd Als u de pagina met instellingen voor eenheden en tijd wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Eenheden en tijd. Huidige tijd: Hiermee stelt u de tijd van het toestel in. Tijdweergave: Hiermee kunt u een 12-uurs, 24-uurs of UTCtijdweergave selecteren. Eenheden: Hiermee stelt u de eenheid voor afstanden in. Taal- en toetsenbordinstellingen Als u de pagina met instellingen voor taal en toetsenbord wilt openen, selecteert u vanuit het hoofdmenu Instellingen > Taal en toetsenbord. Taal voor spraak: Hiermee stelt u de taal van de gesproken aanwijzingen in. Taal voor tekst: Hiermee wijzigt u de taal voor alle tekst op het scherm in de geselecteerde taal. Appendix Selecteer Instellingen > Gevarenzonealarm. Audio: Hiermee kunt u het type alarm instellen dat klinkt wanneer u een gevarenzone nadert. Waarschuwingen: Hiermee stelt u het type gevarenzone in waarvoor een alarm klinkt. De instellingen herstellen U kunt een bepaalde categorie met instellingen of alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen. 1 Selecteer Instellingen. 2 Selecteer indien nodig een instellingencategorie. 3 Selecteer > Herstel. Appendix Waarschuwingspictogrammen WAARSCHUWING Het opgeven van uw voertuigprofiel is geen garantie dat altijd met alle kenmerken van uw voertuig bij routesuggesties rekening wordt gehouden of dat u in alle gevallen bovenstaande waarschuwingspictogrammen krijgt te zien. Er zijn mogelijk beperkingen in de kaartgegevens waardoor uw toestel niet altijd met deze beperkingen of wegomstandigheden rekening houdt. Houd u altijd aan de verkeersborden en houd rekening met de wegomstandigheden tijdens het rijden. Beperkingen Hoogte Gewicht Asgewicht Lengte Breedte Vrachtwagens niet toegestaan Geen aanhangers toegestaan Geen gevaarlijke stoffen toegestaan 19 Geen ontvlambare stoffen toegestaan 2 Breng zo nodig vloeistof aan op de doek. Geen watervervuilende stoffen toegestaan U kunt water, isopropylalcohol of brilglasreiniger gebruiken. Veeg het scherm voorzichtig met de doek schoon. 3 Linksaf niet toegestaan Rechtsaf niet toegestaan Omkeren niet toegestaan Waarschuwingen over de wegomstandigheden Risico van vastlopen Zijwind Smalle weg Scherpe bocht Steile helling omlaag Overhangende boom Overige waarschuwingen Weegstation Weg niet gecontroleerd voor vrachtwagens Voedingskabels Uw toestel kan op diverse manieren van stroom worden voorzien. • Voertuigvoedingskabel • USB-kabel • Netadapter (optionele accessoire) Het toestel opladen U kunt de batterij in het toestel op een van de volgende manieren opladen. • Sluit het toestel aan op de voertuigvoedingskabel. • Sluit het toestel met de meegeleverde USB-kabel aan op een computer. • Sluit het toestel aan op een optionele voedingsadapter, zoals een netspanningsadapter. Diefstalpreventie • Om diefstal te voorkomen raden we u aan het toestel en de bevestiging uit het zicht te verwijderen wanneer u deze niet gebruikt. • Verwijder de afdruk van de zuignapsteun op de voorruit. • Bewaar het toestel niet in het handschoenenvak. • Registreer uw toestel op http://my.garmin.com. De levensduur van de batterij verlengen • Stel uw toestel niet bloot aan sterke temperatuurschommelingen. • Zet het toestel in de slaapmodus (De slaapstand, pagina 2). • Verminder de helderheid van het scherm (Scherminstellingen, pagina 18). • Laat het toestel niet in direct zonlicht staan. • Verlaag het volume (Het volume regelen, pagina 2). • Schakel Bluetooth uit (Bluetooth uitschakelen, pagina 19). • Verkort de time-out voor het scherm (Scherminstellingen, pagina 18). De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen KENNISGEVING Bij het vervangen van zekeringen moet u ervoor zorgen dat u geen onderdeeltjes verliest en dat u deze op de juiste plek terugplaatst. De voertuigvoedingskabel werkt alleen als deze op juiste wijze is samengesteld. Als het toestel in het voertuig is aangesloten maar niet kan worden opgeladen, moet u misschien de zekering aan het uiteinde van de voertuigadapter vervangen. 1 Schroef de dop À los. Onderhoud van uw toestel KENNISGEVING Laat uw toestel niet vallen. KENNISGEVING Bewaar het toestel niet op een plaats waar deze langdurig aan extreme temperaturen kan worden blootgesteld omdat dit onherstelbare schade kan veroorzaken. KENNISGEVING Gebruik nooit een hard of scherp object om het aanraakscherm te bedienen omdat het scherm daardoor beschadigd kan raken. De behuizing schoonmaken KENNISGEVING Vermijd chemische schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen die de kunststofonderdelen kunnen beschadigen. 1 Maak de behuizing van het toestel (niet het aanraakscherm) schoon met een doek die is bevochtigd met een mild schoonmaakmiddel. 2 Veeg het toestel vervolgens droog. Het aanraakscherm schoonmaken 1 Gebruik een zachte, schone, pluisvrije doek. 20 2 3 4 5 TIP: U dient wellicht een munt te gebruiken om de dop te verwijderen. Verwijder de dop, het zilverkleurige pinnetje Á en de zekering Â. Installeer een snelle zekering van 2 A. Zorg dat het zilverkleurige pinnetje in de dop zit. Schroef de dop vast in de voertuigvoedingskabel Ã. Plaatsing op het dashboard KENNISGEVING De permanente plakstrip is zeer moeilijk te verwijderen nadat deze is geïnstalleerd. Gebruik de montageschijf om het toestel op het dashboard te monteren en zo aan de regelgeving in bepaalde landen te voldoen. Zie www.garmin.com voor meer informatie. 1 Reinig en droog de plaats op het dashboard waar u de schijf wilt plaatsen. Verwijder de beschermfolie van de plaklaag aan de 2 achterkant van de schijf. 3 Plaats de schijf op het dashboard. Appendix 4 Verwijder de doorzichtige plastic laag van de bovenkant van de schijf. 5 Plaats de zuignapsteun op de schijf. 6 Duw de hendel naar beneden (in de richting van de schijf). Het toestel, de houder en de steun verwijderen Het toestel uit de houder nemen 1 Druk op het klepje boven aan de houder. 2 Kantel het toestel naar voren. De houder uit de steun verwijderen 1 Draai de houder naar rechts of links. 2 Blijf duwen tot de bal in de steun loskomt van de houder. De zuignapsteun van de voorruit halen 1 Draai de hendel op de zuignapsteun naar u toe. 2 Trek het lipje van de zuignap naar u toe. Extra kaarten kopen 1 Ga hiervoor naar de productpagina op de website van Garmin (http://www.garmin.com). 2 Klik op het tabblad Kaarten. 3 Volg de instructies op het scherm. Flitspaalinformatie KENNISGEVING Garmin is niet verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van of consequenties van het gebruik van een database met eigen nuttige punten of flitspaalinformatie. In sommige landen is flitspaalinformatie beschikbaar. Controleer http://my.garmin.com voor de beschikbaarheid van deze informatie. In deze landen kunt u een abonnement nemen op flitspaalinformatie. Het abonnement omvat de locatie van honderden flitspalen. Het toestel waarschuwt u wanneer u een flitspaal nadert en kan u waarschuwen wanneer u te hard rijdt. De gegevens worden ten minste eenmaal per week bijgewerkt, dus u kunt uw toestel regelmatig bijwerken met de meest actuele gegevens. U kunt op elk gewenst moment de gegevens van een nieuwe regio aanschaffen of een bestaand abonnement uitbreiden. De gegevens van een regio die u koopt, hebben hun eigen vervaldatum. Eigen nuttige punten Eigen nuttige punten zijn punten die u zelf hebt ingesteld op de kaart. Dit kunnen waarschuwingen zijn dat u zich dicht bij een aangewezen punt bevindt of bijvoorbeeld sneller gaat dan een bepaalde snelheid. POI Loader-software installeren U kunt eigen lijsten met nuttige punten maken of op uw computer downloaden en die op uw toestel installeren met behulp van de POI Loader-software. 1 Ga naar http://www.garmin.com/extras. 2 Klik op Services > POI Loader. 3 Installeer de POI Loader op uw computer. De Help-bestanden van de POI Loader gebruiken Raadpleeg het Help-bestand voor meer informatie over de POI Loader. Open de POI Loader en klik op Help. Problemen oplossen Extra's zoeken 1 Selecteer Waarheen? > Categorieën > Eigen nuttige punten. 2 Selecteer een categorie. Accessoires aanschaffen Ga naar http://buy.garmin.com. Problemen oplossen De zuignap blijft niet op de voorruit zitten 1 Reinig de zuignap en de voorruit met schoonmaakalcohol. 2 Droog af met een schone, droge doek. 3 Bevestig de zuignap (Het toestel aansluiten op voertuigvoeding, pagina 1). Het toestel wordt niet opgeladen in mijn auto • Controleer de zekering in de voertuigvoedingskabel (De zekering in de voertuigvoedingskabel vervangen, pagina 20). • Het voertuig moet zijn ingeschakeld om stroom aan de stroomvoorziening te kunnen leveren. • Controleer of de binnentemperatuur in het voertuig tussen 0° en 45°C (tussen 32° en 113°F) ligt. • Controleer of de zekering van de voertuigvoeding niet kapot is. De batterijmeter lijkt niet nauwkeurig te zijn 1 Ontlaad het toestel volledig. 2 Laad het toestel volledig op zonder de oplaadcyclus te onderbreken. Het toestel verschijnt niet als verwisselbaar station op mijn computer Op de meeste Windows-computers maakt het toestel verbinding via het Media Transfer Protocol (MTP). In de MTP-modus wordt het toestel weergegeven als draagbaar toestel, en niet als een verwisselbaar station. De MTP-modus wordt ondersteund door Windows 7, Windows Vista en Windows XP Service Pack 3 met Windows Media Player 10. ® Het toestel verschijnt niet als draagbaar toestel op mijn computer Op Mac-computers en sommige Windows-computers wordt het toestel verbonden via de USB-massaopslagmodus. In de USBmassaopslagmodus wordt het toestel weergegeven als een verwisselbaar station of volume, en niet als een draagbaar toestel. Windows versies ouder dan Windows XP Service Pack 3 maken gebruik van de USB-massaopslagmodus. Het toestel verschijnt niet als een draagbaar toestel of als een verwisselbaar station of volume op mijn computer 1 Koppel de USB-kabel los van de computer. 2 Schakel het toestel uit. 3 Sluit de USB-kabel aan op een USB-poort van uw computer en op het toestel. TIP: Uw toestel moet rechtstreeks op een USB-poort van uw computer worden aangesloten, en niet op een USB-hub. Het toestel wordt automatisch ingeschakeld en schakelt over naar de MTP-modus of de USB-massaopslagmodus. Vervolgens verschijnt er een afbeelding van het toestel dat op een computer is aangesloten op het scherm van het toestel. 21 Ik kan mijn telefoon niet koppelen met het toestel • Selecteer Instellingen > Bluetooth. Het veld Bluetooth moet zijn ingesteld op Ingeschakeld. • Schakel draadloze Bluetooth technologie op uw telefoon in en houd uw telefoon op minder dan 10 m (33 ft.) afstand van het toestel. • Ga naar www.garmin.com/bluetooth voor meer informatie. 22 Problemen oplossen Index Symbolen 2D-kaartweergave 8 3D-kaartweergave 8 A aan-uitknop 1 aanpassen, te vermijden 7 aanraakscherm schoonmaken 20 aanwijzingen 8 abonnementen Garmin Live Services 11 nüMaps Lifetime 1 verkeer 1 accessoires 21 achteruitrijcamera 2, 3 adressen, zoeken 4 afrit met diensten 7 zoeken 7 afstandsrapporten 12 audio, gevarenzones 19 automatisch volume 2 inschakelen 2 B batterij maximaliseren 20 opladen 2, 20, 21 problemen 21 bellen 10 beoordeling, nuttige punten 4 beperkingen, voertuig 1 bestanden ondersteunde typen 17 overbrengen 17 bestemmingen. Zie locaties bestuurders toevoegen 16 vrachtwagen 16 Bluetooth technologie 9, 22 inschakelen 9 uitschakelen 19 Bluetooth-technologie, instellingen 19 brandstof, prijzen 11 brandstofgegevens, inschakelen 15 brandstoflogbestanden 15 brandstofprijs, wijzigen 11 brandstofverbruik. 11, 12 Zie ook ecoRoute brandstofverbruik kalibreren 11 breedtegraad en lengtegraad 4 C calculator 13 camera's achteruit 3 achteruitrij 2 veiligheid 21 camper, profielen 1, 18 camperprofielen activeren 18 toevoegen 18 computer, aansluiten 17, 21 coördinaten 4 D dashboardsteun 20 dempen, audio 9 diefstal, vermijden 20 diensturen 16 bestuurders 16 ladingen 16 ritlogs 16 status in/uit dienst 16 E ecoChallenge 11 ecoChallenge-score 11 resetten 12 Index ecoRoute 11, 12 afstandsrapport 12 afstandsrapporten 12 brandstofverbruik kalibreren 11 ecoChallenge-score 11, 12 HD-accessoire 11 voertuigprofiel 11 ecoRoute HD, accessoire 11 eenheden omrekenen 13 eigen nuttige punten 21 EULA's 19 exporteren rechtsgebieden, overzichten 15 reisrapporten 15 ritlogs 17 extra's eigen nuttige punten 21 flitspaalinformatie 21 F flitspaalinformatie, database 21 fotoalbum 13 foto's verwijderen 13 fouten in nuttige punten rapporteren 4 G Garmin Live Services 11 abonneren 11 geavanceerde omwegen 7 geavanceerde rijbaanassistentie 8 gebruikergegevens 17 gebruikersgegevens, verwijderen 17 geheugenkaart 17 geocaching 4 gesimuleerde locaties 5 gevarenzonealarmen, instellingen 19 GPS 2 Knooppuntbeeld 8 koppelen 10 loskoppelen 10 telefoon 9, 22 kruispunten, zoeken 4 L ladingen 16 diensturen 16 toevoegen 16 levenslange kaartupdates 1 lijst met afslagen 8 locaties 4, 13 bellen 10 gesimuleerd 5 huidige 5, 8, 9 opslaan 5, 6 recent gevonden 5 thuis instellen 5 verzenden naar toestel 6 zoeken naar 4 locaties verzenden 6 locaties zoeken. 3 Zie ook locaties adressen 4 categorieën 3 coördinaten 4 kaart gebruiken 4 kruispunten 4 steden 4 zoeken op de kaart 4 logs, rijden 16, 17 M microSD-kaart, installeren 17 Mijn Dashboard 1 software bijwerken 1 myGarmin-berichten 12 H N handsfree bellen 9 helderheid 2 help. 10 Zie ook productondersteuning het toestel schoonmaken 20 houder, verwijderen 21 houder verwijderen 21 huidige locatie 8, 9 naam van reizen wijzigen 13 naar huis 5 navigatie 6 instellingen 18 offroad 7 routes vooraf bekijken 6 nüMaps Guarantee 1 nüMaps Lifetime 1 nuttige punt eigen 21 extra's 21 nuttige punt (POI Loader) 21 nuttige punt (POI), beoordeling 4 nuttige punten (POI) eigen 21 POI Loader 21 vrachtwagens 3 I id-nummer 19 IFTA (International Fuel Tax Agreement), registreren 15 IFTA-log brandstofgegevens 15 geëxporteerde overzichten en rapporten 16 rechtsgebied, overzicht 15 reisrapporten 15, 16 instellingen 18, 19 instellingen herstellen 19 International Fuel Tax Agreement (IFTA) 15 K kaart, gegevensveld 7 kaarten 6, 18 bijwerken 1 bladeren 4 detailniveau 18 fouten rapporteren 4 gegevensopmaak 8 kopen 21 levenslang 1 nüMaps Guarantee 1 nüMaps Lifetime 1 routes weergeven 8 thema 18 verkeerssituaties 14 kaartperspectief 8 kaartweergave 2-D 8 3D 8 kabels, voeding 20 klok 13 O offroad-navigatie 7 omrekenen eenheden 13 valuta, omrekenen 13 omwegen 7 geavanceerd 7 onderhoud van uw toestel 20 opgeslagen locaties 5, 6, 13 bewerken 5 categorieën 5 verwijderen 6 Opgeslagen locaties 5 opnieuw instellen reisgegevens 8 toestel 2 oproepen 9 beantwoorden 10 bellen 10 contactpersonen 10 geschiedenis 10 plaatsen 10 thuis 10 uitschakelen 11 23 wisselgesprek 10 oproepen beantwoorden 10 opslaan, huidige locatie 5 overzicht rechtsgebied 15 rapporten afstand 12 reis 15 recent gevonden locaties 5 regels, diensturen 16 reisgegevens, opnieuw instellen 8 reisgeschiedenis 19 reisinformatie, weergeven 8 reislog, weergeven 7 reisplanner 12 een reis bewerken 13 ritlogs 16 exporteren 17 routebeschrijvingen 8 routes bekijken 6 berekenen 6 opnieuw berekenen 14 starten 5, 6 stoppen 7 voorkeuren 18 weergeven op de kaart 8 gebied 7 verwijderen 7 weg 7 wegkenmerken 7 te vermijden punt, uitschakelen 7 telefoon koppelen 9, 22 loskoppelen 10 telefoon loskoppelen 10 telefoongesprekken 9 beantwoorden 10 bellen 10 dempen 10 spraakgestuurd kiezen 10 wisselgesprek 10 thuis bellen 10 gaan 5 locatie bewerken 5 locaties instellen 5 telefoonnummer 10 tijdinstellingen 2, 19 toestel, registreren 1 toestel aanpassen 18 toestel bevestigen dashboard 20 uit houder nemen 21 zuignap 21 toestel opladen 2, 20, 21 toestel registreren 1 toestel-id 19 toetsenbord 3 indeling 19 taal 19 trafficTrends 19 uitschakelen 19 transportmodi 2 auto 2 motorfiets 2 wijzigen 12 tripcomputer 8 informatie resetten 8 S U P parkeerplaats 5 vorige parkeerplaats 5 pechhulpdiensten 3 pictogrammen, verkeer 14 POI (nuttig punt). 21 Zie ook nuttig punt (POI) POI Loader 21 problemen oplossen 21, 22 productondersteuning 10 profielen camper 18 vrachtauto of camper 1, 18 vrachtwagen 18 R satellietsignalen ontvangen 2 weergeven 2 scherm, helderheid 2 schermafbeeldingen 18 scherminstellingen 18 schermknoppen 3 slaapstand 2 inschakelen 2 uitschakelen 2 Smartphone Link aansluiten 10 Garmin Live Services 10 oproepen uitschakelen 11 Snel zoeken 3 snelkoppelingen 3 toevoegen 3 verwijderen 3 software bijwerken 1 versie 19 spraakherkenning 9 spraakopdracht 9 activeerzin 9 activeren 9 navigeren met 9 tips voor gebruik 9 status in/uit dienst 16 stopplaatsen, toevoegen 6 stopplaatsen toevoegen 6 T taal spraak 19 toetsenbord 19 te vermijden aanpassen 7 24 vrachtwagen bestuurders 16 ladingen 16 nuttige punten 3 profielen 1, 18 vrachtwagenprofielen activeren 18 toevoegen 18 W Waar ben ik? 5, 8, 9 waarschuwingen audio 19 flitspaalinformatie 19 gevarenzones 19 verkeer 8 waarschuwingspictogrammen 19, 20 weer 12 radar 12 wegomstandigheden 12 wegomstandigheden, weer 12 Z zekering, wijzigen 20 zoekbalk 4 zoekgebied wijzigen 4 zuignap 21 updates kaarten 1 software 1 USB, loskoppelen 17 V verkeer 14, 19 abonnement activeren 15 abonnementen toevoegen 15 alternatieve route 14 camera's 15 gegevens 15 herberekenen van route 14 levenslange abonnementen 1 ontvanger 14 pictogrammen 14 problemen 14, 15 routes opnieuw berekenen 14 trafficTrends 19 uitschakelen 15 vermijden 14 waarschuwingen 8 zoeken naar vertragingen 14 verkeerscamera's 15 opslaan 15 weergeven 15 verwijderen alle gebruikersgegevens 17 reizen 13 voedingskabels 20 zekering vervangen 20 voertuigbeperkingen 1 voertuigprofiel 11 voertuigprofielen, vrachtauto of camper 1, 18 volgende afslag 8 volume, aanpassen 2 Index www.garmin.com/support +43 (0) 820 220230 + 32 2 672 52 54 0800 770 4960 1-866-429-9296 +385 1 5508 272 +385 1 5508 271 +420 221 985466 +420 221 985465 + 45 4810 5050 + 358 9 6937 9758 + 331 55 69 33 99 + 39 02 36 699699 (+52) 001-855-792-7671 0800 0233937 +47 815 69 555 00800 4412 454 +44 2380 662 915 (+35) 1214 447 460 +386 4 27 92 500 0861 GARMIN (427 646) +27 (0)11 251 9999 +34 93 275 44 97 + 46 7744 52020 +886 2 2642-9199 ext 2 0808 238 0000 +44 (0) 870 8501242 +49 (0) 89 858364880 zum Ortstarif - Mobilfunk kann abweichen 913-397-8200 1-800-800-1020 © 2012 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Garmin dēzl™ 760LMT Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

Andere documenten