5019 401 05486
Voeg wasmiddel toe zoals beschreven op de
voorpagina en in uw gebruiksaanwijzing. Sluit de deur
en draai de
programmaknop
op het gewenste
programma en de gewenste temperatuur. Het
indicatielampje naast de
“Start”
-knop knippert.
Druk de knop(pen) van de gewenste extra functie(s)
in - het betreffende indicatielampje gaat branden.
Als de combinatie van programma en extra functie(s)
niet mogelijk is, gaat het indicatielampje automatisch
uit. Ongeschikte combinaties van extra functies
worden automatisch ongedaan gemaakt.
Knop “Intensief Spoelen”
• Er wordt meer water toegevoegd en er wordt
langer gespoeld.
• Deze extra functie is vooral geschikt in gebieden
met zeer zacht water, voor wasgoed van baby's
en voor personen die allergisch zijn voor
wasmiddelen.
Knop “Centrifugeren”
• Verlaagt de vooraf ingestelde automatische
maximumcentrifugeersnelheid zodat uw
wasgoed wordt beschermd.
VERBRUIKSGEGEVENS
Programma
Temperatuur
(°C)
Belading
(kg)
Water
(l)
Energie
(kWh)
Geschatte programmaduur
(uren : minuten)
Kookwas 95 6,0 59
*
1,90 2:00
Bonte was 60 6,0 49 1,02 2:20
Bonte was 40 5,0 56 0,70 2:00
Synthetisch 60 2,5 50
*
0,80 1:35
Synthetisch 40 2,5 46 0,50 1:20
Fijne was 30 1,5 60 0,50 0:45
Expres 30 3,0 41 0,40 0:30
Wol 40 1,0 60 0,50 0:45
Handwas 40 1,0 45 0,50 0:40
Handwas 30 1,0 45 0,40 0:40
De gegevens met betrekking tot het verbruik zijn vastgesteld in genormaliseerde omstandigheden in overeenstemming met de norm
IEC/EN 60 456. Bij huishoudelijk gebruik kan het verbruik afwijken van de in de tabel vermelde waarden op grond van de waterdruk, de
temperatuur van het toegevoerde water, de belading en het type wasgoed.
*
Om de watertemperatuur te verlagen, wordt koud water toegevoegd aan het einde van de hoofdwascyclus, voordat het water wordt afgepompt.
**
Referentieprogramma voor het energielabel.
WASMIDDEL TOEVOEGEN, DE DEUR
SLUITEN EN HET PROGRAMMA KIEZEN
DE GEWENSTE EXTRA FUNCTIE(S)
KIEZEN
Draai de kraan open en druk op de
“Start”
-knop. Het
indicatielampje naast de
“Start”
-knop gaat branden.
De indicatie voor het programmaverloop toont de
huidige programmafase, en gaat van links naar rechts
langs Wassen, Spoelen en Centrifugeren/Afpompen.
Wanneer een fase van het programma is voltooid,
gaat het bijbehorende indicatielampje uit.
Voor de start en na het einde van een programma
brandt het lampje om aan te geven dat de deur kan
worden geopend. Zolang er een wasprogramma
wordt uitgevoerd, blijft de deur vergrendeld en mag
deze in geen geval met kracht worden geopend.
Raadpleeg het gedeelte “Een lopend programma voor
het einde uitschakelen (resetten)” wanneer de deur
om welke reden dan ook moet worden geopend
terwijl er een programma wordt uitgevoerd.
“Service”
Het indicatielampje “Assistentie” kan gaan branden
door een storing in een elektrisch onderdeel. Raadpleeg
het gedeelte “Het opsporen van storingen” in de
gebruiksaanwijzing; neem contact op met de
Klantenservice als de storing aanhoudt.
“Waterkraan dicht”
Er wordt geen of onvoldoende water toegevoerd.
Draai de kraan open; als het indicatielampje blijft
branden, raadpleeg dan de paragraaf “Het opsporen
van storingen” in de gebruiksaanwijzing.
“Pomp”
Het afvalwater wordt niet afgepompt. Controleer
of de afvoerslang is geknikt. Anders moet het filter
worden schoongemaakt; in het laatste geval, zie de
gebruiksaanwijzing (“Het filter verwijderen”).
• Alle lampjes van de programmafasewijzer zijn
uit en de indicatie “Deur gesloten” brandt.
1. Draai de programmakeuzeknop op “Uit/O”.
2. Draai de kraan dicht.
3. Open de deur en haal het wasgoed uit de machine.
4. Laat de deur op een kier staan, zodat de
trommel kan drogen.
1. Druk op de
“Start”
-knop om het programma
te onderbreken. Het lampje knippert.
2. Selecteer het nieuwe programma (met
temperatuur), extra functies en eventueel een
andere centrifugeersnelheid.
3. Druk nogmaals op de
“Start”
-knop. Het nieuwe
programma wordt hervat vanaf het punt waarop
het vorige programma is afgebroken. Voeg geen
wasmiddel toe voor dit programma.
Met de
“Reset”
-knop wordt een programma voor
het einde afgebroken.
• Houd de
“Reset”
-knop minimaal 3 seconden
ingedrukt. Programmaknop
EEN PROGRAMMA STARTEN
INDICATIELAMPJE “DEUR GESLOTEN”
RODE INDICATIELAMPJES
EINDE PROGRAMMA
EEN PROGRAMMA EN/OF EXTRA
FUNCTIES WIJZIGEN NADAT EEN
PROGRAMMA IS GESTART
EEN LOPEND PROGRAMMA VOOR HET
EINDE UITSCHAKELEN (RESETTEN)