2
Plaats de transducersteun tegen de behuizing van de
trollingmotor met het smalle uiteinde van de transducer van
de schroef af gericht.
3
Bevestig de slangklem rond de behuizing van de
trollingmotor en zet de slangklem vast.
4
Plaats de transducer zo dat deze parallel naar de bodem is
gericht wanneer de transducer in gebruik is.
5
Bevestig de transducerkabel met de meegeleverde
kabelbinders.
6
Leid de transducerkabel naar de installatielocatie van het
echolood en houd daarbij rekening met de volgende
aandachtspunten.
• De kabel mag niet dicht langs elektrische draden of
andere bronnen van elektrische interferentie worden
geleid.
• De kabel mag niet worden afgekneld wanneer de
trollingmotor in gebruik is of is opgeborgen.
De installatie testen
LET OP
U moet controleren of uw boot lekt voordat u deze gedurende
een langere periode in het water laat.
Omdat er water nodig is voor het geleiden van de
echoloodsignalen, werkt de transducer alleen goed als deze
zich in het water bevindt. Buiten het water kunt u geen diepte- of
afstandsmeting krijgen. Wanneer u uw boot te water laat,
controleert u bij elk van de schroefgaten die onder de waterlijn
zijn gemaakt of er lekkage optreedt.
De installatie van de aan de spiegel gemonteerde
transducer testen
LET OP
Gebruik kleine stappen bij het afstellen van de diepte van de
transducer. Als u de transducer te diep plaatst, kan dit negatieve
gevolgen hebben voor de prestaties van de boot en loopt u het
risico dat de transducer objecten onder water raakt.
Test de installatie van de aan de spiegel gemonteerde
transducer in open water dat vrij is van obstakels. Let goed op
uw omgeving terwijl u de transducer test.
1
Schakel de kaartplotter in terwijl de boot zich in het water
bevindt.
2
Vaar op lage snelheid. Als de kaartplotter correct lijkt te
werken, voert u de snelheid langzaam op terwijl u op de
kaartplotter let.
3
Als het echoloodsignaal plotseling verloren gaat of als de
kwaliteit van het retoursignaal van de bodem ernstig afneemt,
noteert u de snelheid waarbij dit gebeurt.
4
Breng de boot weer op de snelheid waarbij het signaal
verloren ging en maak enkele flauwe bochten in beide
richtingen, terwijl u de kaartplotter in de gaten houdt.
5
Als het signaal tijdens het draaien sterker wordt, laat de
transducer dan een klein stukje zakken zodat deze
1
/
8
inch
(3 mm) verder onder de spiegel van de boot uitsteekt.
6
Herhaal stap 2-4 totdat er geen kwaliteitsverlies meer
optreedt.
7
Als het signaal niet verbetert, verplaatst u de transducer naar
een andere plek op de spiegel en herhaalt u de test.
De transducer schoonmaken
Vuil en aangroei kan zich snel ophopen en de prestaties van uw
toestel verminderen.
1
Verwijder het vuil met een zachte doek en milde reiniger.
2
Gebruik bij hardnekkig vuil een schuursponsje of
plamuurmes om de aangroei te verwijderen.
3
Veeg het toestel vervolgens droog.
Software-update
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het
toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
De nieuwe software op een geheugenkaart laden
U moet de software-update naar een geheugenkaart kopiëren
via een computer met Windows
®
software.
OPMERKING:
U kunt contact opnemen met de klantenservice
van Garmin om een vooraf geladen kaart met software-update
te bestellen als u geen computer met Windows software hebt.
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
2
Ga naar www.garmin.com/support/software/marine.html.
3
Selecteer Downloaden naast de softwarebundel voor uw
toestel.
4
Lees en accepteer de voorwaarden.
5
Selecteer
Downloaden.
6
Selecteer zo nodig Hardlopen.
7
Selecteer zo nodig het station van de geheugenkaart en
selecteer vervolgens Volgende >
Voltooien
.
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden.
1
Schakel de kaartplotter in.
2
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
5
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt
gevraagd.
6
Verwijder de geheugenkaart.
OPMERKING:
Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de software-
update niet voltooid.
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
• Ga naar http://my.garmin.com.
• Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
3