GT8HW-TM transducer
Installatie-instructies
Belangrijke veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Lees de gids Belangrijke veiligheids- en productinformatie in de
verpakking van de kaartplotter of viszoeker voor
waarschuwingen met betrekking tot het product en andere
belangrijke informatie.
U bent verantwoordelijk voor de veilige en voorzichtige besturing
van uw vaartuig. Een echolood is een hulpmiddel dat u meer
informatie geeft over het water onder uw boot. Het ontheft u
echter niet van uw verantwoordelijkheid om het water rond uw
boot in de gaten te houden tijdens het navigeren.
VOORZICHTIG
Het niet in overeenstemming met deze instructies installeren en
onderhouden van dit toestel kan leiden tot schade of letsel.
Draag altijd een veiligheidsbril, oorbeschermers en een
stofmasker tijdens het boren, zagen en schuren.
LET OP
Controleer voordat u gaat boren of zagen wat zich aan de
andere kant van het oppervlak bevindt.
Om de beste prestaties te garanderen en schade aan uw boot te
voorkomen, moet u de Garmin
®
transducer aan de hand van de
volgende instructies installeren.
Lees alle installatie-instructies zorgvuldig door voordat u met de
installatie begint. Neem contact op met Garmin Product Support
als u problemen ondervindt tijdens het installeren.
Benodigd gereedschap
Boormachine en boortjes
Kruiskopschroevendraaier, nr. 2
Afdekband
Watervaste kit
De transducer voorbereiden op langdurige
blootstelling aan water
LET OP
Gebruik geen aceton of producten op acetonbasis op de
transducer. Aceton beschadigt de plastic behuizing van de
transducer.
Wanneer u een transducer op een boot monteert die veel in het
water ligt, moet u een coat aanbrengen op de transducer en
bevestigingsmaterialen met een aangroeiwerende verf op
waterbasis om aangroei te voorkomen.
1
Schuur de transducer en bevestigingsmaterialen licht op met
fijn schuurpapier.
2
Maak de transducer en bevestigingsmaterialen schoon met
isopropylalcohol.
3
Breng een aangroeiwerende verf op waterbasis aan op de
transducer en bevestigingsmaterialen.
Aandachtspunten bij de montage
Voor de beste prestaties met de minste ruis en interferentie
dient u de transducerkabel weg te leiden van startkabels, accu's
en draden in de hut, accu's en draden van de trollingmotor en
hoogspanningsdraden, zoals draden van de radar,
audioversterker en stuurautomaatpomp.
Montage van de transducer
Bevestig de transducer
À
op de steun met de meegeleverde
borgmoer
Á
, rubberen ring
Â
, metalen ring
Ã
en bout
Ä
.
OPMERKING:
De bout moet stevig genoeg vastzitten om de
transducer op zijn plaats te houden als de boot op hoge
snelheid vaart, maar los genoeg om te zorgen dat de
transducer wegdraait als deze een obstakel raakt.
De transducer aan de spiegel van een boot
vastmaken
Aandachtspunten voor de montageplek
De transducer moet zo dicht mogelijk bij het midden van de
boot worden gemonteerd.
Plaats de transducer niet achter planken, stijlen, beslag, de
waterinlaat of uitlaatpoort, of op plaatsen waar luchtbellen of
waterturbulenties ontstaan.
De transducer moet zich in schoon (niet-turbulent) water
bevinden voor optimale prestaties.
De transducer moet niet worden gemonteerd op een plaats
waar deze beschadigd kan raken bij het te water laten of
binnenhalen van de boot.
Op boten met één schroef moet de transducer niet worden
gemonteerd in het pad van de schroef.
De transducer kan cavitatie veroorzaken, wat een negatieve
invloed kan hebben op de prestaties van de boot en de
schroef kan beschadigen.
Op boten met twee schroeven moet de transducer zo
mogelijk worden gemonteerd tussen de beide schroeven.
De transducersteun voor spiegelmontage installeren
LET OP
Als u de beugel met schroeven bevestigt op glasvezel, kunt u
het beste bij het boren met een kleine verzinkboor alleen in de
bovenste gellaag een kleine verdieping aanbrengen. U voorkomt
hiermee dat er scheuren in de gellaag ontstaan als de
schroeven worden aangedraaid.
De kabels naar de transducer mogen niet worden ingekort. Als u
de transducerkabels afsnijdt, vervalt uw garantie.
1
Positioneer de transducersteun
À
zodanig dat het midden
van de onderkant van de transducer zich op één lijn met de
December 2015 Gedrukt in Taiwan 190-01974-75_0A
onderrand van de spiegel bevindt en evenwijdig aan de
waterlijn is.
2
Plaats de transducer parallel aan de waterlijn
Á
en markeer
het midden van de twee buitenste gaten van de
transducersteun.
3
Wikkel een stukje tape rond een boortje van 4 mm (
5
/
32
in.)
op een afstand van 18 mm (
7
/
10
in.) vanaf de punt van het
boortje om te voorkomen dat u de voorboorgaten te diep
maakt.
4
Als u de beugel op glasvezel installeert, bevestigt u een
stukje tape over de locatie van het voorboorgat om te
voorkomen dat scheurtjes in de gellaag ontstaan.
5
Boor met een verzinkboor van 4 mm (
5
/
32
in.) de
voorboorgaten circa 18 mm (
7
/
10
in.) diep op de gemarkeerde
plaatsen.
6
Breng waterdichte kit aan op de meegeleverde schroeven
van 20 mm en bevestig de transducer aan de spiegel.
7
Leid de kabel onder de kabelhaak op de spiegel.
8
Als u de kabel door de spiegel moet leiden, kiest u een
locatie voor het voorboorgat die zich een stuk boven de
waterlijn
Â
bevindt en markeert u deze locatie.
9
Plaats een kabelklem op de transducerkabel
Ã
, op ongeveer
de helft van de afstand tussen de transducer en de
bovenkant van de spiegel of het voorboorgat.
10
Markeer de locatie voor het voorboorgat voor de kabelklem
en boor met behulp van een verzinkboor van 3,2 mm (
1
/
8
in.)
een gat van ongeveer 10 mm (
3
/
8
in.) diep.
11
Breng waterdichte kit aan op de meegeleverde schroef van
12 mm en bevestig de kabelklem aan de spiegel.
12
Als u in stap 8 een voorboorgat hebt gemarkeerd, kiest u de
juiste boor en boort u een gat helemaal door de spiegel heen:
Als u de kabel met 4 pinnen hebt, gebruikt u een boor van
16 mm (
5
/
8
in.).
Als u de kabel met 8 of 12 pinnen hebt, gebruikt u een
boor van 25 mm (1 in.).
13
Leid de transducerkabel naar het echolood:
Als u de kabel door een gat in de spiegel leidt, duwt u de
kabel door het gat dat u in stap 12 hebt geboord en
installeert u de afdichting voor de kabelingang (De
afdekking van de kabelingang installeren, pagina 2).
Als u de kabel niet door een gat in de spiegel aanlegt, leidt
u de kabel omhoog en over de bovenkant van de spiegel
Ä
.
Voorkom dat de kabel dicht langs elektrische draden of
andere bronnen van elektrische interferentie loopt.
De afdekking van de kabelingang installeren
Als u de kabel door de spiegel leidt nadat u de transducer hebt
geïnstalleerd, dient u de afdekking van de kabelingang te
installeren om te voorkomen dat water binnendringt in uw boot.
1
Plaats de afdekking van de kabelingang
À
over het gat en de
kabel, met de opening naar beneden gericht, en markeer de
plaats van de twee boorgaten.
2
Verwijder de afdekking van de kabelingang en boor met een
boortje van 3,2 mm (
1
/
8
inch) de voorboorgaten met een
diepte van circa 10 mm (
3
/
8
inch).
3
Vul het doorvoergat met de waterdichte kit zodat de kabel
volledig is bedekt en er extra kit rond het gat en de kabel
aanwezig is.
4
Plaats de afdekking van de kabelingang over het gat en de
kabel, met de opening naar beneden gericht.
5
Breng waterdichte kit aan op de meegeleverde M4-
schroeven van 12 mm, en bevestig de afdekking van de
kabelingang op de spiegel.
6
Veeg de overtollige waterdichte kit weg.
De transducer aan een trollingmotor
vastmaken
LET OP
Kort de transducerkabel niet in. Als u de transducerkabel inkort,
vervalt uw garantie.
1
Druk de slangklem
À
door de sleuf op de transducersteun
Á
totdat aan beide zijden van de steun een stuk van gelijke
lengte uitsteekt.
2
2
Plaats de transducersteun tegen de behuizing van de
trollingmotor met het smalle uiteinde van de transducer van
de schroef af gericht.
3
Bevestig de slangklem rond de behuizing van de
trollingmotor en zet de slangklem vast.
4
Plaats de transducer zo dat deze parallel naar de bodem is
gericht wanneer de transducer in gebruik is.
5
Bevestig de transducerkabel met de meegeleverde
kabelbinders.
6
Leid de transducerkabel naar de installatielocatie van het
echolood en houd daarbij rekening met de volgende
aandachtspunten.
De kabel mag niet dicht langs elektrische draden of
andere bronnen van elektrische interferentie worden
geleid.
De kabel mag niet worden afgekneld wanneer de
trollingmotor in gebruik is of is opgeborgen.
De installatie testen
LET OP
U moet controleren of uw boot lekt voordat u deze gedurende
een langere periode in het water laat.
Omdat er water nodig is voor het geleiden van de
echoloodsignalen, werkt de transducer alleen goed als deze
zich in het water bevindt. Buiten het water kunt u geen diepte- of
afstandsmeting krijgen. Wanneer u uw boot te water laat,
controleert u bij elk van de schroefgaten die onder de waterlijn
zijn gemaakt of er lekkage optreedt.
De installatie van de aan de spiegel gemonteerde
transducer testen
LET OP
Gebruik kleine stappen bij het afstellen van de diepte van de
transducer. Als u de transducer te diep plaatst, kan dit negatieve
gevolgen hebben voor de prestaties van de boot en loopt u het
risico dat de transducer objecten onder water raakt.
Test de installatie van de aan de spiegel gemonteerde
transducer in open water dat vrij is van obstakels. Let goed op
uw omgeving terwijl u de transducer test.
1
Schakel de kaartplotter in terwijl de boot zich in het water
bevindt.
2
Vaar op lage snelheid. Als de kaartplotter correct lijkt te
werken, voert u de snelheid langzaam op terwijl u op de
kaartplotter let.
3
Als het echoloodsignaal plotseling verloren gaat of als de
kwaliteit van het retoursignaal van de bodem ernstig afneemt,
noteert u de snelheid waarbij dit gebeurt.
4
Breng de boot weer op de snelheid waarbij het signaal
verloren ging en maak enkele flauwe bochten in beide
richtingen, terwijl u de kaartplotter in de gaten houdt.
5
Als het signaal tijdens het draaien sterker wordt, laat de
transducer dan een klein stukje zakken zodat deze
1
/
8
inch
(3 mm) verder onder de spiegel van de boot uitsteekt.
6
Herhaal stap 2-4 totdat er geen kwaliteitsverlies meer
optreedt.
7
Als het signaal niet verbetert, verplaatst u de transducer naar
een andere plek op de spiegel en herhaalt u de test.
De transducer schoonmaken
Vuil en aangroei kan zich snel ophopen en de prestaties van uw
toestel verminderen.
1
Verwijder het vuil met een zachte doek en milde reiniger.
2
Gebruik bij hardnekkig vuil een schuursponsje of
plamuurmes om de aangroei te verwijderen.
3
Veeg het toestel vervolgens droog.
Software-update
Mogelijk moet u de toestelsoftware bijwerken wanneer u het
toestel installeert of een accessoire toevoegt aan het toestel.
De nieuwe software op een geheugenkaart laden
U moet de software-update naar een geheugenkaart kopiëren
via een computer met Windows
®
software.
OPMERKING:
U kunt contact opnemen met de klantenservice
van Garmin om een vooraf geladen kaart met software-update
te bestellen als u geen computer met Windows software hebt.
1
Plaats een geheugenkaart in de kaartsleuf van de computer.
2
Ga naar www.garmin.com/support/software/marine.html.
3
Selecteer Downloaden naast de softwarebundel voor uw
toestel.
4
Lees en accepteer de voorwaarden.
5
Selecteer
Downloaden.
6
Selecteer zo nodig Hardlopen.
7
Selecteer zo nodig het station van de geheugenkaart en
selecteer vervolgens Volgende >
Voltooien
.
De software van het toestel bijwerken
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u beschikken over
een software-update op een geheugenkaart of de nieuwste
software zelf op een geheugenkaart laden.
1
Schakel de kaartplotter in.
2
Nadat het startscherm verschijnt, plaatst u de geheugenkaart
in de kaartsleuf.
OPMERKING: De instructies voor de software-update
verschijnen alleen als het toestel volledig is opgestart voordat
u de kaart plaatst.
3
Volg de instructies op het scherm.
4
Wacht enkele minuten totdat de software-update is voltooid.
5
Laat de geheugenkaart op zijn plaats zitten en start de
kaartplotter handmatig opnieuw op, wanneer daar om wordt
gevraagd.
6
Verwijder de geheugenkaart.
OPMERKING:
Als de geheugenkaart wordt verwijderd
voordat het toestel opnieuw is opgestart, is de software-
update niet voltooid.
Het toestel registreren
Vul de onlineregistratie vandaag nog in zodat wij u beter kunnen
helpen.
Ga naar http://my.garmin.com.
Bewaar uw originele aankoopbewijs of een fotokopie op een
veilige plek.
3
Contact opnemen met
Garmin Product Support
Ga naar www.garmin.com/support voor supportinformatie
voor uw land.
Bel in de VS met 913-397-8200 of 1-800-800-1020.
Bel in het VK met 0808 238 0000.
Bel in Europa met +44 (0) 870 850 1241.
Specificaties
Specificatie Waarde
Zendvermogen 250 W (RMS)
Maximale diepte* 244 m (800 ft.)
Frequenties** Van 145 tot 240 kHz
Bedrijfstemperatuurbereik Van 0° tot 40°C (van 32° tot 158°F)
*Afhankelijk van de omstandigheden op het water.
**Afhankelijk van het kaartplotter- of viszoekermodel.
Garmin
®
en het Garmin logo zijn handelsmerken van Garmin Ltd. of haar
dochtermaatschappijen, geregistreerd in de Verenigde Staten en andere landen. Deze
handelsmerken mogen niet worden gebruikt zonder de uitdrukkelijke toestemming van
Garmin.
© 2015 Garmin Ltd. of haar dochtermaatschappijen www.garmin.com/support
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4