18
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VOOR HET GEREEDSCHAP
1. Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiks-
klaar is, omdat het niet op een stopcontact hoeft
te worden aangesloten.
2. Houd het gereedschap bij de geïsoleerde hand-
grepen vast wanneer u boort op plaatsen waar
het gereedschap met verborgen elektrische
bedrading in aanraking kan komen. Door contact
met een onder spanning staande draad, zullen
ook de niet-geïsoleerde metalen delen van het
gereedschap onder spanning komen te staan en
zal de gebruiker een elektrische schok krijgen.
3. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de
voeten hebt.
4. Controleer of er zich niemand beneden bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gaat gebruiken.
5. Houd het gereedschap stevig vast.
6. Houd uw handen uit de buurt van roterende
onderdelen.
7. Laat het gereedschap niet achter terwijl het nog
in bedrijf is. Bedien het gereedschap alleen wan-
neer u het met de handen vasthoudt.
8. Raak de boor of het werkstuk niet aan onmiddel-
lijk na het gebruik; deze kunnen erg heet zijn en
brandwonden veroorzaken.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
BEDIENINGSVOORSCHRIFTEN
Plaatsen en verwijderen van batterij (Fig. 1)
• Schakel de machine altijd uit voordat een batterij
geplaatst of verwijdert wordt.
• Om het batterijpak te verwijderen, neemt u het uit het
gereedschap terwijl u de knoppen aan beide zijden van
het batterijpak indrukt.
• Om het batterijpak te installeren, past u de tong op het
batterijpak in de groef in de behuizing van het gereed-
schap, en dan schuift u het batterijpak naar binnen.
Schuif het batterijpak zo ver mogelijk erin, totdat het
met een klikgeluid vergrendelt. Indien u dit niet doet,
kan het batterijpak per ongeluk uit het gereedschap
vallen en uzelf of anderen verwonden.
• Als het batterijpak moeilijk in de houder komt, probeer
het dan niet met geweld in te duwen. Indien het batterij-
pak er niet gemakkelijk ingaat, dan houdt u het ver-
keerd om.
Installeren of verwijderen van schroefbit of boor
(Fig. 2 en 3)
Belangrijk:
Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld en
het batterijpak is verwijderd alvorens de boor te installe-
ren of te verwijderen.
Houd de ring vast en draai de bus naar links om de klau-
wen van de boorkop te openen. Steek de boor zo ver
mogelijk in de boorkop. Houd daarna de ring weer stevig
vast en draai de bus naar rechts voor het vastzetten van
de boorkop.
Voor het verwijderen van de boor, de ring vasthouden en
de bus naar links draaien. Bevestig de boor in de boor-
houder wanneer u deze niet gebruikt. In de boorhouder
kunt u boren met een lengte van maximaal 45 mm plaat-
sen.
Werking van de trekkerschakelaar (Fig. 4)
LET OP:
Alvorens het batterijpak in het gereedschap te plaatsen,
moet u altijd controleren of de trekkerschakelaar juist
werkt en bij het loslaten naar de “OFF” positie terugkeert.
Om het gereedschap in te schakelen, drukt u gewoon de
trekkerschakelaar in. Hoe dieper de trekkerschakelaar
wordt ingedrukt, hoe sneller het gereedschap draait. Om
het gereedschap uit te schakelen, de trekkerschakelaar
loslaten.
Werking van de omkeerschakelaar (Fig. 5)
LET OP:
• Controleer altijd de draairichting alvorens het gereed-
schap te gebruiken.
• Verander de stand van de omkeerschakelaar alleen
nadat het gereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Indien u de draairichting verandert terwijl de boor
nog draait, kan het gereedschap beschadigd raken.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerschake-
laar in vanaf zijde A voor rechtse draairichting, of vanaf
zijde B voor linkse draairichting. Wanneer deze schake-
laar in de neutrale stand staat, kan de trekkerschakelaar
niet worden ingedrukt.
Veranderen van het toerental (Fig. 6)
Om het toerental te veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit en dan schuift u de toerentalschakelaar
naar de “II” zijde voor hoog toerental, of naar de “I” zijde
voor laag toerental. Zorg ervoor dat de toerentalschake-
laar in de juiste stand staat alvorens met het werk te
beginnen. Gebruik het toerental dat geschikt is voor uw
werk.
LET OP:
• Schuif de toerentalschakelaar altijd volledig naar de
juiste positie. Als u het gereedschap gebruikt met de
toerentalschakelaar halverwege tussen de “I” en “II”
posities, kan het gereedschap beschadigd raken.
• Verschuif de toerentalschakelaar niet terwijl het
gereedschap draait. Hierdoor kan het gereedschap
beschadigd raken.