14
invloed staat van drugs, alcohol of medicij-
nen. Een moment van onoplettendheid bij het
gebruik van het gereedschap kan tot ernstige
verwondingen leiden.
b) Draag persoonlijke beschermende uitrus-
ting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen
van persoonlijke beschermende uitrusting
zoals een stofmasker, slipvaste werkschoe-
nen, een veiligheidshelm of gehoorbescher-
ming, afhankelijk van de aard en het gebruik
van het elektrische gereedschap, vermindert
het risico van verwondingen.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Con-
troleer dat de schakelaar in de stand “UIT”
staat voordat u de stekker in het stopcontact
steekt. Wanneer u bij het dragen van het ge-
reedschap uw vinger aan de schakelaar hebt
of wanneer u het gereedschap ingeschakeld
op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot
ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroef-
sleutels voordat u het gereedschap inscha-
kelt. Een instelgereedschap of sleutel in een
draaiend deel van het gereedschap kan tot
verwondingen leiden.
e) Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat u stevig
staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor
kunt u het gereedschap in onverwachte situa-
ties beter onder controle houden.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde
kleding of sieraden. Houd u haren en kleding
uit de buurt van bewegende delen. Losse
kleding, sieraden of lange haren kunnen wor-
den gegrepen door bewegende delen.
g) Wanneer stofafzuigings- of stofopvangvoor-
zieningen kunnen worden gemonteerd, dient
u zich ervan te verzekeren dat deze zijn
aangesloten en juist worden gebruikt. Het
gebruik van deze voorzieningen beperkt het
gevaar door stof.
h) Zorg ervoor dat u zich als gevolg van het
veelvuldige gebruik van machines niet laat
leiden door gewoontevorming en de essen-
tiële veiligheidsprincipes van de machine
veronachtzaamt. Een onvoorzichtige hande-
ling kan binnen een fractie van een seconde
ernstig letsel tot gevolg hebben.
4 GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ELEKTRI
SCHE GEREEDSCHAPPEN
a) Overbelast het gereedschap niet. Gebruik
voor uw werkzaamheden het daarvoor be-
stemde elektrische gereedschap. Met het
passende elektrische gereedschap werkt u
beter en veiliger binnen het aangegeven ca-
paciteitsbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waar-
van de schakelaar defect is. Elektrisch ge-
reedschap dat niet meer kan worden in- of
uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden
gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
het gereedschap instelt, toebehoren wisselt
of het gereedschap weglegt. Deze voorzorgs-
maatregel voorkomt onbedoeld starten van
het gereedschap.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereed-
schappen buiten bereik van kinderen. Laat het
gereedschap niet gebruiken door personen
die er niet mee vertrouwd zijn en deze aan-
wijzingen niet hebben gelezen. Elektrische
gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze
door onervaren personen worden gebruikt.
e) Verzorg het gereedschap zorgvuldig. Con-
troleer of bewegende delen van het gereed-
schap correct functioneren en niet vast-
klemmen en of onderdelen zodanig gebro-
ken of beschadigd zijn dat de werking van
het gereedschap nadelig wordt beïnvloed.
Laat beschadigde delen repareren voordat
u het gereedschap gebruikt. Veel ongevallen
hebben hun oorzaak in slecht onderhouden
elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen
scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden
snijdende inzetgereedschappen met scherpe
snijkanten klemmen minder snel vast en zijn
gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrische gereedschappen, toebe-
horen, inzetgereedschappen en dergelijke
volgens deze aanwijzingen en zoals voor dit
speciale gereedschapstype voorgeschreven.
Let daarbij op de arbeidsomstandigheden
en de uit te voeren werkzaamheden. Het ge-
bruik van elektrische gereedschappen voor
andere dan de voorziene toepassingen kan tot
gevaarlijke situaties leiden.
h) Zorg ervoor dat de handgrepen droog, schoon
en vrij van olie en vet zijn. Zijn de handgre-
pen glad, dan is het niet mogelijk het elektro-
gereedschap in onverwachte situaties veilig
te bedienen en onder controle te houden.
5 GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN ACCUGE
REEDSCHAPPEN
a) Laad accu’s alleen op in oplaadapparaten die
door de fabrikant worden geadviseerd. Voor
een oplaadapparaat dat voor een bepaald type
accu geschikt is, bestaat brandgevaar wanneer
het met andere accu’s wordt gebruikt.