Indesit LTE 10-3207 Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit LTE 10-3207 Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
37
Gebruiksaanwijzing
Inhoud
Installatie, 38-39
Plaatsing en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Aanwijzingen voor de eerste afwascyclus
Technische gegevens
Ecodesign Regulation
Beschrijving van het apparaat, 40
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Het laden van de rekken, 41
Onderrek
Bestekkorf
Bovenrek
Starten en gebruik, 42-43
Het starten van de afwasautomaat
Het vaatwasmiddel toevoegen
Afwasopties
Programma’s, 44
Programmatabel
Glansmiddel en onthardingszout, 45
Het glansmiddel toevoegen
Het onthardingszout toevoegen
Onderhoud en verzorging, 46
Water en elektrische stroom afsluiten
Reinigen van de afwasautomaat
Vermijden van vervelende luchtjes
Reinigen van de sproeiarmen
Reinigen van het watertoevoerfilter
Reinigen van de filters
Als u langere tijd geen gebruik maakt van de
afwasautomaat
Voorzorgsmaatregelen en advies, 47
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en respect voor het milieu
Storingen en oplossingen, 48
Nederland, 37
NL
LTE 10-3207
AFWASAUTOMAAT
NL
38
Installatie
Bewaar dit boekje zorgvuldig voor eventuele toekomstige
raadpleging. Wanneer u het product weggeeft, verkoopt of
wanneer u verhuist, dient u dit boekje bij het apparaat te bewaren.
Lees de gebruiksaanwijzingen zorgvuldig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik
en veiligheid.
Als u het apparaat verplaatst moet u het verticaal houden;
als dit niet mogelijk is moet u het naar achteren kantelen.
Dit apparaat is ontworpen voor huiselijk gebruik of
gelijksoortige toepassingen, bijvoorbeeld:
- keukenblokken voor personeel in winkels, kantoren en andere
werkomgevingen;
- boerderijen;
- gebruik door klanten in hotels, motels en andersoortige
verblijfsmogelijkheden;
- bed and breakfast.
Plaatsing en waterpas zetten
1. Haal het apparaat uit de verpakking en controleer dat het geen
schade heeft geleden tijdens het transport.
Als het apparaat beschadigd is, moet u het niet aansluiten maar
de dealer inschakelen.
2. De afwasautomaat moet met de zijkant of de achterkant tegen
de aangrenzende kastjes of de wand worden geïnstalleerd. Dit
apparaat kan ook onder het aanrecht worden ingebouwd
* (
zie
Montageblad
).
3. Plaats de afwasautomaat op een rechte en stevige vloer.
Compenseer eventuele onregelmatigheden door de voorste
stelvoetjes los- of vast te draaien, totdat het apparaat horizontaal
staat. Een correcte nivellering geeft stabiliteit en voorkomt trillingen,
geluiden en verplaatsingen.
4. Om de hoogte van het achterste stelvoetje te regelen moet u
draaien aan de zeshoekige rode beslagring aan de onder-/
voorzijde in het midden van de afwasautomaat. Gebruik hiervoor
een zeshoekige sleutel met een opening van 8 mm. Draai rechtsom
om de hoogte te vermeerderen, linksom om de hoogte te
verminderen (zie instructieblad voor de inbouw die bij de
documentatie wordt geleverd).
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Het voor de installatie aanpassen aan het elektrische en
hydraulische systeem mag alleen door erkende technici worden
uitgevoerd.
De afwasautomaat mag niet bovenop de buizen of de
elektrische voedingskabel worden geplaatst.
Het apparaat dient aangesloten te zijn op de waterleiding
met nieuwe buizen.
Gebruik geen oude buizen.
De buizen voor de toevoer en de afvoer van het water, en de
elektrische voedingskabel kunnen voor een optimale installatie
zowel naar rechts als naar links worden gericht .
Aansluiting van de buis voor de watertoevoer
Aansluiting op de koudwaterkraan: schroef de toevoerbuis
op een kraan met schroefdraad van 3/4 gas. Voor u hem
vastschroeft moet u het water laten lopen tot het compleet
helder is. Zo voorkomt u dat eventuele onzuiverheden het
apparaat doen verstoppen.
Aansluiting op de warmwaterkraan: als er een centrale
verwarming is met radiatoren kan de afwasautomaat worden
voorzien met warm water mits dit water niet warmer is dan
60°C.
Schroef de buis aan de kraan zoals beschreven voor de
koudwateraansluiting.
Als de lengte van de toevoerbuis niet toereikend is, dient
u zich te wenden tot een speciaalzaak of tot een erkende
monteur (
zie Service
).
De waterdruk moet zich bevinden tussen de waarden die
staan vermeld in de tabel met Technische gegevens (
zie
hiernaast
).
Zorg ervoor dat de buis niet wordt gebogen of
samengedrukt.
Aansluiting van de waterafvoerslang
steek de slang, zonder deze te buigen, in een afvoerleiding met
een minimumdoorsnede van 4 cm.
De afvoerslang moet zich op een hoogte tussen de 40 en 80 cm
van de vloer of het steunvlak van de vaatwasser (A) bevinden.
Verwijder de plastic dop (B) alvorens de waterafvoerslang aan
de sifon van de gootsteen aan te sluiten.
Lekkagebeveiliging
Om lekkages te voorkomen is de afwasautomaat:
- voorzien van een systeem dat de watertoevoer onderbreekt in
geval van storingen of lekkages van binnenuit.
Enkele modellen zijn voorzien van een aanvullend
beveiligingsmechanisme
New Acqua Stop
*, dat de lekkage ook
voorkomt in het geval de toevoerbuis kapotgaat.
BELANGRIJK: GEVAARLIJKE SPANNING!
De toevoerbuis mag in geen geval worden doorgesneden: hij
bevat onderdelen die onder spanning staan.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
39
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt, moet u zich ervan
verzekeren dat:
het stopcontact geaard is en voldoet aan de geldende
normen;
het stopcontact in staat is het maximale vermogen van het
apparaat te dragen. Dit vermogen wordt aangegeven op het
typeplaatje aan de binnenkant van de deur (
zie hoofdstuk
Beschrijving van de afwasautomaat
);
de spanningswaarden zich bevinden tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van
de deur;
de stekker van het apparaat en het stopcontact overeenkomen.
Als dit niet het geval is moet u een bevoegde monteur
inschakelen om de stekker te laten vervangen (
zie Service
);
gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
Wanneer het apparaat is geïnstalleerd, moeten de elektrische
voedingskabel en het stopcontact makkelijk te bereiken zijn.
De kabel mag niet worden gebogen of samengedrukt.
In het geval dat de voedingskabel beschadigd is, dient
deze vervangen te worden door de fabrikant of door uw Installa-
teur, zodat elk risico vermeden wordt. (Zie Service)
De fabrikant kan niet verantwoordelijk worden gesteld als
deze normen niet worden nageleefd.
Technische gegevens
Afmetingen
breedte cm 44,5
hoogte cm 82
diepte cm 57
Capaciteit 10 bordensets
Waterdruk toevoer
0,05 ÷ 1 MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 psi – 145 psi
Netspanning Zie typeplaatje
Totaal
opnemingsvermogen
Zie typeplaatje
Zekering Zie typeplaatje
Deze afwasautomaat voldoet
aan de volgende
EU richtlijnen:
- 2006/95/EC (Laagspanning)
- 2004/108/EC
(Elektromagnetische
Compatibiliteit)
- 2005/32/EC (Comm. Reg.
1275/2008) (Ecodesign)
-97/17/EC (Etikettering)
- 2002/96/EC
Anticondensstrip*
Nadat u de afwasautomaat heeft ingebouwd opent u de deur en
plakt u de doorzichtige plakstrip onder het houten werkvlak,
zodat u het beschermt tegen eventuele condens.
Aanwijzingen voor de eerste
afwascyclus
Nadat het apparaat is geïnstalleerd, onmiddellijk voor de eerste
afwasbeurt, moet u het zoutreservoir volledig met water vullen en
ongeveer 1 kg onthardingszout toevoegen (
zie hoofdstuk
Glansmiddel en onthardingszout
): het is normaal dat er tijdens
deze handeling water overloopt. Selecteer de hardheid van het
water (
zie hoofdstuk Glansmiddel en onthardingszout
).
- Na het vullen van het onthardingszout gaat het controlelampje
ZOUT TOEVOEGEN
* uit.
Als u geen onthardingszout toevoegt kan de waterontharder
en het verwarmingselement worden beschadigd.
ECODESIGN REGULATION
De ECO-wascyclus is het standaardprogramma waarop de gegevens op het energielabel betrekking hebben: deze cyclus is geschikt
voor het reinigen van normaal vuile afwas en is het meest efficiënte programma voor wat betreft energie- en waterverbruik voor dit soort
afwas. Voor een zuiniger verbruik de afwasmachine volgeladen laten draaien.
Verbruik in standby: Verbruik in left-on stand: 3 W – verbruik in off mode: 1,3 W
Tabel met verbruik voor de hoofdcycli
* De gegevens van het programma zijn laboratorium meetwaarden die volgens de Europese vorm EN 50242 verzameld zijn.
** De gegevens zijn verzameld door het uitvoeren van metingen onder gebruiksomstandigheden met een door gebruikers geladen
afwasmachine.
Standaardomstandigheden* Gebruikersomstandigheden**
Energieverbruik
(KWh/cyclus)
Waterverbruik
(l/cyclus)
Duur (min/cyclus) Energieverbruik
(KWh/cyclus)
Waterverbruik
(l/cyclus)
Duur
(min/cyclus)
INTENSIEF
1,25 13 150 1,05 13 140
NORMAAL
1,00 13 115 0,90 13 110
NL
40
Aanzichttekening
Beschrijving van het
apparaat
1. Bovenrek
2. Bovenste sproeiarm
3. Opklaprekjes
4. Regelen hoogte rek
5. Onderrek
6. Onderste sproeiarm
7. Bestekkorf
8. Filter
9. Zoutreservoir
10. Bakjes voor afwasmiddel en
glansmiddelreservoir
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
***
***Alleen op modellen voor volledige inbouw.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
Bedieningspaneel
Toets Halve lading*
Toets Uitgestelde Start*
Toets ON-OFF/Reset
Controlelampje ON-OFF
Controlelampje Toevoegen
Onthardingszout*
Toets Kies Programma
Controlelampje Glansmiddel
Toevoegen*
Toets Multifunctie tabletten*
Controlelampje
Multifunctie tabletten*
Controlelampje
Halve lading Boven*
Controlelampje
Halve lading Onder*
Controlelampjes
Uitgestelde Start *
Led programmanummer
NL
41
Het laden van de rekken
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
** Variabele aantallen en standen.
Inclinatie A Inclinatie B Inclinatie C
Voordat u de vaat inlaadt moet u overtollige etensresten
verwijderen en glazen en bekers legen.
Het vaatwerk zo in de machine plaatsen dat het stevig op
zijn plaats zit en niet omvalt.
Nadat u alles heeft ingeladen moet u controleren of de
sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
Onderrek
In het onderrek kunt u pannen, deksels, borden, slakommen,
bestek, etc. plaatsen, volgens de
Inlaadvoorbeelden.
Grote deksels en borden kunnen het beste aan de zijkanten van
het rek worden geplaatst. Zorg ervoor dat ze het draaien van de
bovenste sproeiarm niet verhinderen.
Enkele modellen afwasautomaat
beschikken over uitklapbare delen
*.
Deze kunnen in verticale stand worden
gebruikt voor het laden van borden, of
in horizontale stand voor het laden van
pannen en slakommen.
Bestekkorf
De bestekkorf verschilt aan de hand van het model
afwasautomaat.
De bestekkorf moet aan de voorzijde van het onderrek worden
geplaatst. Hij kan worden verschoven tussen de vaste delen of
ook op het bovenrek gezet worden. Deze oplossing is ideaal
voor het wassen van een halve lading (bij modellen die beschikken
over deze optie).
- Hij is voorzien van
beweegbare rekjes waarmee
u het bestek beter kunt
opbergen.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe punten
dienen met de punten naar beneden in de bestekkorf of in
horizontale positie in de opklaprekjes van de het bovenrek
geplaatst te worden.
Inlaadvoorbeelden bestekkorf
Bovenrek
Plaats hier de fijnere en lichtere vaat: glazen, theekopjes, mokken,
bordjes, kleine slabakken, koekenpannen, lage, niet zo vuile
pannen, zoals beschreven in de
Inlaadvoorbeelden
.
Mokken en kopjes, lange en scherpe messen,
opschepbestek: plaats deze op de opklaprekjes
**.
Opklaprekjes met verschillende inclinatiehoeken*
- M.b.v. de verschillende inclinaties van het rekje verkrijgt u meer
ruimte in het bovenrek. U kunt zo beter wijnglazen van
verschillende hoogtes plaatsen en ook de droogprestaties
verbeteren.
- Til het rekje op, schuif het een klein beetje op en plaats het in de
gewenste stand.
Het regelen van de hoogte van het bovenrek
Om de vaat beter te kunnen verdelen, kunt u het bovenrek hoger
of lager zetten.
We raden u aan de hoogte van het bovenrek te regelen
als het REK LEEG IS.
Til of laat het rek nooit aan een enkele kant neer.
Open de grendeltjes van de rails aan de
rechter- en aan de linkerkant en haal het
rek naar buiten; plaats het boven of onder
en schuif het over de rails totdat ook de
voorste wieltjes erin zitten; sluit vervolgens
de grendeltjes (
zie afbeelding
).
Als het rek voorzien is van “Dual Space
*
hendels (
zie afbeelding
) haalt u het
bovenrek naar voren tot aan het einde,
houdt u de hendels aan de zijkant van het
rek vast en verplaatst u het naar boven of
naar onder. Laat het rek langzaam naar
beneden zakken.
Voorbeelden van het inladen van het bovenrek
Voorbeelden van het inladen van het onderrek
Vaat die niet geschikt is voor de afwasautomaat
Houten voorwerpen of met een handvat van hout, hoorn of
met delen die zijn vastgelijmd.
Voorwerpen van aluminium, koper, messing of tin.
Niet hittebestendige plastic voorwerpen.
Antiek of handbeschilderd porselein.
Antiek zilver. Niet antiek zilver kan echter wel met een fijn
programma worden gewassen. Zorg ervoor dat het niet in
contact komt met andere metalen.
We raden u aan vaatwerk te gebruiken dat wel geschikt is
voor de afwasautomaat.
NL
42
Starten en gebruik
Het starten van de afwasautomaat
1. Open de waterkraan.
2. Open de deur en druk op de ON-OFF toets: u hoort een korte
pieptoon. Het controlelampje ON/OFF, het display en het
controlelampje van de opties gaan aan.
3. Doseer het vaatwasmiddel (
zie onder
).
4. Laad de rekken (
zie Het laden van de rekken
).
5. Kies het afwasprogramma naar gelang het soort vaatwerk en
het type vuil (
zie de programmatabel
) door op de toets P te
drukken.
6. Selecteer de wasopties (
zie hiernaast
).
7. Als u de deur sluit start het programma: een lange pieptoon
geeft aan dat het programma is begonnen.
8. Aan het einde zullen twee korte en een lange pieptoon aangeven
dat het programma is beëindigd. Het nummer van het programma
zal op het display gaan knipperen. Open de deur, schakel het
apparaat uit met de ON-OFF toets, doe de waterkraan dicht en
haal de stekker uit het stopcontact.
9. Wacht enkele minuten voordat u de vaat eruit haalt om te
voorkomen dat u zich verbrandt. Laad de vaat uit, beginnend
met het onderrek.
- Om het energieverbruik te verminderen, wordt
de machine onder bepaalde omstandigheden van
NIET gebruik automatisch uitgezet.
PROGRAMMA’S AUTO*: dit model afwasautomaat beschikt
over een speciale sensor die kan waarnemen hoe vuil de vaat is
en het meest efficiënte en zuinige wasprogramma ervoor kiezen.
De duur van de automatische programma’s hangt als gevolg af
van wat de sensor waarneemt.
Als de vaat niet zo vuil is of reeds is afgespoeld, dient u de
dosis vaatwasmiddel aanzienlijk te beperken.
Het wijzigen van een reeds gestart programma
Als u een verkeerd programma heeft geselecteerd kunt u dit
wijzigen, mits het net gestart is: open de deur en zorg ervoor u
niet te branden met de vrijkomende stoom. Door langere tijd te
drukken op de ON/OFF toets gaat het apparaat uit en hoort u
een lange pieptoon. Doe het apparaat weer aan met de ON/OFF
toets en selecteer het nieuwe programma en de eventuele opties.
Start de afwasautomaat door de deur te sluiten.
Het toevoegen van overige vaat
Zonder de afwasautomaat uit te zetten opent u de deur. Pas op
de vrijkomende hete stoom, en doe de vaat in de afwasautomaat.
Sluit de deur: de wascyclus wordt hervat.
Onvoorziene onderbrekingen
Als tijdens het wassen de deur wordt geopend of er een
stroomonderbreking plaatsvindt, wordt het programma
onderbroken. Het zal worden hervat op het punt waar het werd
onderbroken als de deur weer dichtgaat of wanneer de stroom
terugkeert.
Het vaatwasmiddel toevoegen
Een goed wasresultaat hangt ook af van een correcte
dosering van het vaatwasmiddel. Teveel wasmiddel betekent
niet automatisch een efficiëntere reiniging. Bovendien is dit
niet goed voor het milieu.
Gebruik alleen specifiek vaatwasmiddel.
GEBRUIK NOOIT afwasmiddel voor het met de
hand wassen.
Een overmatig gebruik van afwasmiddel kan
schuimresiduen overlaten aan het einde van de
wascyclus.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij
uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE
TABLETTEN bestaat.
De beste was- en droogprestaties bereikt u met
het gebruik van een vaatwasmiddel in poedervorm,
een vloeibaar glansspoelmiddel en onthardingszout.
bakje A: Vaatwasmiddel hoofdwas
bakje B: Vaatwasmiddel voorwas
1. Open het deksel C door te drukken
op de knop D.
2. Doseer het vaatwasmiddel met
behulp van de
Programmatabel
:
• vaatwasmiddel in poeder: bakjes A
en B.
• tabletten: wanneer het programma 1
tablet vereist doet u hem in het bakje A
en sluit u het deksel. Wanneer het
programma 2 tabletten vereist, doet u de tweede op de bodem
van de afwasautomaat.
3. Verwijder de eventuele wasmiddelresten van de rand van het
bakje en sluit het deksel met een klik.
A
B
D
C
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
43
Multifunctie tabletten
Met deze optie krijgt u de beste was- en droogresultaten.
Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u op de toets
MULTIFUNCTIE TABLETTEN drukken. Het betreffende
controlelampje gaat aan.
Bij de optie “Multifunctie Tabletten”
duurt het programma iets langer.
De optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN blijft ook de
volgende keren aanstaan, als u hem niet uitschakelt.
We raden u aan alleen tabletten te gebruiken bij
uitvoeringen waar de optie MULTIFUNCTIE TABLETTEN
bestaat.
Deze optie wordt afgeraden bij programma’s die niet op
het gebruik van multifunctie tabletten zijn ingesteld (
zie de
tabel van de opties
).
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
Afwasopties
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde pro-
gramma
(zie programmatabel)
zal de betreffende led 3 maal
snel knipperen en hoort u 2 korte pieptonen.
Uitgestelde start
Het is mogelijk het starten van een programma 3, 6 of 9 uur uit te
stellen:
1. Druk op de toets UITGESTELDE START: elke keer dat u op de
toets drukt hoort u een geluidssignaal en zal de gekozen tijd
worden getoond;
2. Selecteer het programma en sluit de deur: na de pieptoon
begint het terugtellen;
3. Als de tijd verstreken is gaat het controlelampje uit en start het
programma.
Om de uitgestelde start te wijzigen en een korter uitstel te
selecteren moet u op de toets UITGESTELDE START drukken.
Om dit te annuleren drukt u enkele keren op de toets totdat het
controlelampje van de uitgestelde start uitgaat.
Het programma wordt gestart op het moment dat de
deur dichtgaat.
Halve lading op het boven- of onderrek
Als u weinig vaat heeft kunt u een halve lading wassen en zo
water, energie en vaatwasmiddel besparen. Selecteer het
programma en druk op de toets HALVE LADING: het driehoekje
met betrekking tot de gekozen lading gaat aan en alleen de vaat
in het boven- of onderrek wordt gewassen.
Laad de vaat alleen in het boven- of onderrek en doe
slechts de helft van de hoeveelheid wasmiddel in het bakje.
We raden u aan afwasmiddel in poeder te gebruiken.
Deze optie is niet beschikbaar met het programma: Snel.
A B C
Tabel Opties
Uitgestelde
Start
Halve
lading
Multifunctie
tabletten
1. ECO
Ja Ja Ja
2. Auto Normaal
Ja Ja Ja
3. Dagelijkse afwas
Ja Ja Ja
4. Weken
Ja Ja Nee
5. Auto Super Wash
Ja Ja Ja
6. Snel
Ja Nee Ja
7. Kristal
Ja Ja Ja
NL
44
Programma’s
* Het programma Eco volgt de richtlijn EN-50242 en heeft een langere duur dan de rest van de programma’s. Dit programma heeft
echter het laagste energieverbruik en is het minst schadelijk voor het milieu.
Aanwijzing voor de Proeflaboratoria: voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN vergelijkingsproef
kunt u contact opnemen met: [email protected]
Om de dosering van het wasmiddel te vereenvoudigen is het goed te weten dat:
1 eetlepel = 15 gram poeder = 15 ml vloeibaar wasmiddel circa - 1 theelepel = 5 gram poeder = 5 ml vloeibaar wasmiddel circa
Voor de OPTIES dient u de tabel Opties te raadplegen op de pagina Starten en Gebruik.
Het aantal en het soort programma's en opties verschilt aan de hand van het model afwasautomaat.
N.B.:
De beste prestaties van de programma's "Dagelijks en Snel" worden bereikt als u het aantal aangegeven couverts niet overschrijdt.
Vaatwasmiddel
(A) = bakje A
(B) = bakje B
Aanwijzingen voor de
programmakeuze
Programma
Poeder Vloeibaar Tabletten
Program-
ma's met
droog
functie
Opties
Duur van het
programma
(tolerantie
±10%)
Hr. Min.
Ecologisch wasprogramma met
laag energieverbruik, geschikt
voor vaat en pannen.
1. Eco
*
25 g (A)
25 ml (A)
1 (A)
Ja
A–B–C
2:50’
Normaal vuile vaat en pannen.
Standaard programma dagelijks.
2.Auto Normaal
21 g (A)
4 g (B)
21 ml (A)
4 ml (B)
1 (A)
Ja
A–B–C
1:50’
Dagelijks vuil, beperkte
hoeveelheid.
(4 couverts + 1 pan + 1 steelpan).
3. DagelijkseWas
25 g (A)
25 ml (A)
1 (A)
Nee
A–B-C
1:00’
Voorwas in afwachting van de
lading van de volgende maaltijd.
4. Weken
Nee
Nee
Nee
Nee
A–B
0:08’
Zeer vuile vaat en pannen (niet te
gebruiken voor teer vaatwerk).
5. Auto
Super Wash
25 g (A)
25 ml (A)
1 (A)
Ja
A–B–C
2:25’
Zuinige snelle cyclus voor niet zo
vuile vaat, direct na gebruik. (2
borden + 2 glazen + 4 delen
bestek + 1 pan + 1 pannetje)
6. Snel
21 g (A)
21 ml (A)
1 (A)
Nee
A -C
0:25’
Zuinige, snelle cyclus voor teer
vaatwerk dat gevoelig is voor
hoge temperaturen, direct na
gebruik. (wijnglazen bovenrek +
breekbare borden onderrek).
7. Kristal
25 g (A)
25 ml (A)
1 (A)
Ja
A–B–C
1:30’
NL
45
Glansmiddel en
onthardingszout
Gebruik uitsluitend producten die speciaal voor
afwasautomaten zijn bestemd.
Gebruik geen keukenzout of industrieel zout en ook
geen wasmiddelen voor handwas.
Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u een multifunctie product gebruikt is het niet nodig
een glansmiddel toe te voegen. We raden u echter wel aan
onthardingszout toe te voegen als het water hard of zeer
hard is. Volg de aanwijzingen op de verpakking.
Als u geen zout of glansmiddel toevoegt is het
normaal dat de controlelampjes ZOUT
TOEVOEGEN
* en GLANSMIDDEL TOEVOEGEN*
blijven aan staan.
Het glansmiddel toevoegen
Het glansmiddel bevordert het drogen van de vaat door het
water van het oppervlak te laten glijden. Op deze manier
voorkomt u strepen en vlekken.
Het glansmiddelreservoir moet worden gevuld:
• als op het bedieningspaneel het controlelampje
GLANSMIDDEL TOEVOEGEN
* aangaat;
1. Open het reservoir door de dop
(G) tegen de klok in te draaien.
2. Giet het glansmiddel in het
reservoir zonder te morsen. Als u
wel morst, moet u het product
gelijk met een droge doek
verwijderen.
3. Schroef de dop weer op zijn
plaats.
Giet het glansmiddel NOOIT direct in de machine.
Het regelen van de dosis glansmiddel
Als u niet tevreden bent over de droogresultaten, kunt u de
dosis glansmiddel afregelen. U kunt met een schroevendraaier
aan de regelaar (F) draaien en kiezen tussen 6 verschillende
standen (de fabrieksinstelling is op stand 4):
als u op de vaat strepen aantreft moet u een lagere stand
instellen (1-3).
als u waterdruppels of kalkaanslag aantreft moet u een
hogere stand instellen (4-6).
Instellen hardheid van het water
Elke afwasautomaat is voorzien van een waterontharder die, met
behulp van speciaal onthardingszout, kalkvrij water levert voor
het wassen van de vaat.
In deze afwasautomaat kan de waterontharder aan de hand van
de waterhardheid worden geregeld voor het beperken van de
vervuiling en het optimaliseren van de wasprestaties. Dit gegeven
kunt u bij uw plaatselijk waterbedrijf opvragen.
- Open de deur en schakel het apparaat in door op de ON/OFF
toets te drukken.
- Druk ongeveer 5 seconden op de P toets. U hoort twee korte
pieptonen. Op het display knippert langzaam het nummer van de
ingestelde hardheid (de ontharder staat standaard op stand n.3).
- Druk net zolang op de P toets tot u de gewenste hardheid bereikt
(1-2-3-4-5
*
Zie tabel Hardheid van het water
).
- Om de functie te verlaten, enkele seconden wachten, op een
andere toets van de opties
* drukken of de afwasmachine
uitschakelen met de ON/OFF toets.
Als u multifunctie tabletten gebruikt moet u toch het
zoutreservoir vullen.
(°dH = waterhardheid in Duitse graden - °fH = waterhardheid in
Franse graden - mmol/l = millimol/liter)
Het onthardingszout toevoegen
Om goede wasresultaten te bereiken moet u altijd controleren
of het zoutreservoir voldoende gevuld is. Het zout verwijdert
het kalk uit het water en zorgt ervoor dat er geen kalkaanslag
op de vaat achterblijft.
Het zoutreservoir bevindt zich aan de onderzijde van de
afwasautomaat (
zie Beschrijving
) en moet worden gevuld:
als de groene drijver
* niet zichtbaar is wanneer u de dop
van het zoutreservoir bekijkt;
• als op het bedieningspaneel het controlelampje ZOUT
TOEVOEGEN
* aangaat;
1. Haal het onderrek naar voren en draai de
dop van het zoutreservoir tegen de klok in.
2. Alleen voor de eerste afwasbeurt: vul het
reservoir tot aan de rand met water.
3. Plaats de trechter* op de opening (
zie
afbeelding
) en vul het reservoir tot aan de rand met zout (ongeveer
1 kg); het is normaal dat er wat water overloopt.
4. Verwijder de trechter*, reinig de eventuele zoutresten op de
opening. Spoel de dop onder het water af voor u hem weer
terugschroeft door hem ondersteboven onder de waterstraal te
plaatsen en het water uit de 4 gleuven aan de onderzijde van de
dop te laten stromen. (Dop onthardingszout met groene drijver
*)
We raden u aan bovenstaande handeling elke keer uit te
voeren als u onthardingszout bijvult.
Schroef de dop weer op zijn plaats, zodat tijdens het wassen
geen wasmiddel in het reservoir kan komen (de waterontharder
zou onherstelbaar kunnen worden beschadigd).
Wanneer u onthardingszout toevoegt moet u direct daarna
een wascyclus starten zodat de overgelopen zoutoplossing
direct wordt verwijderd.
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
G
F
Tabel Waterhardheid
Gemiddelde duur
**
zoutreservoir
niveau
°dH
°fH
mmol/l
maanden
1 0 - 6 0 - 10 0 - 1
7 maanden
2 6 - 11 11 - 20 1,1 - 2
5 maanden
3 12 - 17 21 - 30 2,1 - 3
3 maanden
4 17 - 34 31 - 60 3,1 - 6
2 maanden
5
*
34 - 50
61 - 90
6,1 - 9
2/3 weken
Van 0°f tot 10°f raden wij u aan geen onthardingszout te
gebruiken.
*
als u 5 instelt kan de duur iets langer zijn.
**
met 1 cyclus per dag
NL
46
Onderhoud en
verzorging
Water en elektrische stroom afsluiten
Sluit na elke afwasbeurt de waterkraan af om lekkage te
voorkomen.
Haal de stekker uit het stopcontact tijdens reiniging en
onderhoud.
Reinigen van de afwasautomaat
De buitenkant en het bedieningspaneel kunnen worden
gereinigd met een natte, niet schurende doek. Gebruik
geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
De vlekken aan de binnenkant van de afwasautomaat
kunnen worden verwijderd met een natte doek en wat
azijn.
Vermijden van vervelende luchtjes
Laat de deur altijd op een kier om het ophopen van
vocht te voorkomen.
Reinig geregeld de afdichtingen rondom de deur en
de wasmiddelbakjes met een vochtige spons. Zo
vermijdt u het ophopen van etensresten die de
hoofdoorzaak zijn van vervelende luchtjes.
Reinigen van de sproeiarmen
Het kan gebeuren dat er etensresten aan de sproeiarmen
blijven kleven en de gaatjes waar water uit komt verstoppen:
u doet er goed aan ze regelmatig te controleren en te
reinigen met een niet-metalen borsteltje.
De twee sproeiarmen kunnen beide uit elkaar worden
gehaald.
Om de bovenste sproeiarm uit
elkaar te halen dient u de plastic
dop linksom los te schroeven.De
bovenste sproeiarm moet
worden gemonteerd met de
gaten naar boven gericht.
De onderste sproeiarm kan worden
verwijderd door hem naar boven te
trekken.
Reinigen van het watertoevoerfilter*
Als de waterleiding nieuw is of lange tijd niet gebruikt, laat
dan voordat u de aansluiting tot stand brengt het water
lopen totdat het helder is en vrij van vuildeeltjes. Als u dit
niet doet loopt u het risico dat het punt waar het water
binnenkomt verstopt raakt en uw afwasautomaat
beschadigt.
Reinig geregeld het watertoevoerfilter bij de kraan.
- Doe de waterkraan dicht.
- Schroef het uiteinde van de watertoevoerbuis los,
verwijder het filter en reinig het voorzichtig onder stromend
water.
- Doe het filter op zijn plaats en schroef de buis vast.
Reinigen van de filters
De filtergroep wordt gevormd door drie filters die
etensresten uit het waswater verwijderen en zorgen dat
het weer schoon in het watercircuit terechtkomt: voor een
optimaal resultaat moeten de filters regelmatig worden
schoongemaakt.
Reinig de filters regelmatig.
De afwasautomaat mag niet zonder filters of met een
los filter worden gebruikt.
Na het reinigen van de filters dient u de filtergroep weer op
zijn plaats te zetten. Dit is fundamenteel voor een goede
werking van de afwasautomaat.
Als u langere tijd geen gebruik maakt van
de afwasautomaat
Schakel de stroom uit en sluit de waterkraan af.
Laat de deur op een kier staan.
• Laat als u terugkeert de afwasautomaat een keer leeg
draaien.
• Controleer na enkele wasbeurten de filtergroep. Reinig
hem indien noodzakelijk grondig onder stromend water
met behulp van een niet-metalen borsteltje. Volg
onderstaande aanwijzingen:
1.1.
1.1.
1. draai het cilindrische filter C linksom en trek hem naar
buiten (afb. 1).
2.2.
2.2.
2.Verwijder het glasfilter B door een lichte druk uit te
oefenen op de lipjes aan de zijkant (Afb. 2);
3.3.
3.3.
3.Haal het roestvrijstalen bordfilter A van zijn plek (afb. 3).
4
..
..
. Controleer het afvoerputje en verwijder eventuele
etensresten.
VERWIJDER NOOIT VERWIJDER NOOIT
VERWIJDER NOOIT VERWIJDER NOOIT
VERWIJDER NOOIT de bescherming van
de waspomp (zwart element) (
afb. 4
).
* Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
2
C
B
4
3
A
1
C
NL
47
Voorzorgsmaatregelen en
advies
Het apparaat is ontworpen en gebouwd
overeenkomstig de internationale veiligheidsnormen. Deze
aanwijzingen zijn geschreven om veiligheidsredenen en
moeten zorgvuldig worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
Deze afwasmachine mag niet gebruikt worden door
personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke,
zintuiglijke of mentale capaciteiten, of gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan van of
instructies met betrekking tot het gebruik ontvangen door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Volwassenen dienen toezicht te houden om te
voorkomen dat kinderen met het apparaat spelen.
Dit apparaat is ontwikkeld voor niet-professioneel
gebruik binnenshuis.
Dit apparaat moet worden gebruikt voor het wassen van
huishoudelijke vaat en alleen door volwassenen
volgens de aanwijzingen die terug zijn te vinden in dit
boekje.
De afwasautomaat mag niet buitenshuis worden
geïnstalleerd, ook niet in overdekte toestand. Het is zeer
gevaarlijk hem bloot te stellen aan regen en onweer.
Raak de afwasautomaat niet blootsvoets aan.
Haal de stekker niet uit het stopcontact door eraan te
trekken, maar door hem beet te pakken.
Voordat u de afwasautomaat reinigt of onderhoud
uitvoert moet u de waterkraan afsluiten en de stekker uit
het stopcontact halen.
In het geval van een storing mag u in geen enkel geval
aan de interne mechanismen sleutelen om een
reparatie trachten uit te voeren.
Raak nooit de weerstand aan.
Leun of zit nooit op de open deur: het apparaat zou om
kunnen vallen.
De deur dient niet in openstaande stand gelaten te
worden omdat men erover zou kunnen struikelen.
Houd was- en glansmiddelen buiten het bereik van
kinderen.
Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor
kinderen.
Afvalverwijdering
Verwijdering van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de locale normen, zodat het verpakkingsmateriaal kan
worden hergebruikt.
De Europese richtlijn 2002/96/EG betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(AEEA), voorziet dat elektrische apparaten niet met het
gewone huisvuil mogen worden meegegeven.
Afgedankte apparaten moeten gescheiden worden
ingezameld om het recyclen en herwinnen van de
gebruikte materialen te optimaliseren en potentiële
schade voor de gezondheid en het milieu te voorkomen.
Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op
alle producten om de consument eraan te herinneren
dit product gescheiden in te zamelen.
Voor meer informatie betreffende het verwijderen van
elektronische apparatuur kan de consument zich
wenden tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkoper.
Energiebesparing en respect voor het milieu
Water en energie besparen
Start de afwasautomaat alleen als hij volgeladen is. Als
u moet wachten totdat de afwasautomaat compleet
gevuld is, kunt u vervelende luchtjes vermijden door het
programma Weken te gebruiken (
zie Programma’s
).
Selecteer een programma wat geschikt is voor het type
vaat en het soort vuil door de
Programmatabel
te
raadplegen:
- voor een gemiddeld vuile vaat gebruikt u het
programma Eco, dat een laag energie- en waterverbruik
garandeert.
- als u een kleine vaat heeft activeert u de optie Halve
lading
* (
zie Starten en gebruik
).
Als u elektriciteitsbedrijf op bepaalde tijden of dagen
goedkopere tarieven heeft, dient u de afwasautomaat te
gebruiken op deze tijden. De optie Uitgestelde start*
(
zie Starten en gebruik
) kan u erbij helpen het wassen
op deze wijze te organiseren.
Afwasmiddelen zonder fosfaten, zonder chloor en met
enzymen.
We raden u sterk aan afwasmiddelen zonder fosfaten of
chloor te gebruiken omdat deze geschikter zijn voor het
behoud van het milieu.
Enzymen zorgen voor een effectieve werking op
temperaturen van ongeveer 50°C. Daarom kunt u met
vaatwasmiddelen met enzymen op lage temperaturen
resultaten bereiken die u anders pas op 65°C zou hebben.
Doseer het afwasmiddel goed op basis van de
aanwijzingen van de fabrikant, van de waterhardheid,
de hoeveelheid vuil en de hoeveelheid vaat, om zo
verspillingen te voorkomen. Ook al zijn ze biologisch
afbreekbaar, afwasmiddelen bevatten elementen die het
evenwicht van de natuur verstoren.
*Alleen aanwezig op bepaalde modellen.
NL
48
Storingen en
oplossingen
Als er storingen zijn in de werking van het apparaat dient u eerst de volgende punten na te gaan voor u
zich tot de Servicedienst wendt.
Storingen: Mogelijke oorzaken / Oplossing:
De vaatwasser start niet of voert
geen ingestelde programma’s uit
Zet de machine uit met de ON/OFF knop. Zet haar na ongeveer een minuut
weer aan en stel het programma opnieuw in.
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
De deur van de vaatwasser is niet goed gesloten.
De deur sluit niet Het slot is opengesprongen; duw krachtig tegen de deur tot u de klik hoort.
De vaatwasser pompt het water
niet af.
Het programma is nog niet afgelopen.
De waterafvoerslang zit bekneld (zie Installatie).
De afvoer van de wasbak is verstopt.
Het filter is verstopt met etensresten.
De vaatwasser maakt lawaai. De vaat stoot tegen elkaar of tegen de sproeiarmen.
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet geschikt voor
de vaatwasser. (zie Starten en gebruik).
Er blijven kalkafzettingen of witte
aanslag achter op de vaat.
Er zit niet genoeg onthardingszout in het reservoir of de afstelling ervan is niet
geschikt voor de waterhardheid (zie Glansmiddel en zout).
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend.
Er blijven strepen of blauwe
kringen achter op de vaat.
De dosering van het glansmiddel is te hoog.
De vaat is niet droog genoeg. Er is een programma zonder droogcyclus geselecteerd.
Het glansmiddel is op of de dosering is ontoereikend (zie Glansmiddel en zout).
De regeling van het glansmiddel is niet correct.
Het vaatwerk is van plastic of voorzien van een antiaanbaklaag.
De vaat is niet schoon. De rekken zijn te vol geladen (zie Het laden van de rekken).
De vaat is niet goed verdeeld.
De sproeiarmen kunnen niet vrijuit draaien.
Het wasprogramma is niet krachtig genoeg (zie Programma’s).
Overtollig schuim: het wasmiddel is niet goed gedoseerd of is niet geschikt voor
de vaatwasser. (zie Starten en gebruik).
De dop van het glansmiddelreservoir is niet goed gesloten.
Het filter is vuil of verstopt (zie Onderhoud en verzorging).
Er is niet genoeg onthardingszout (zie Glansmiddel en zout).
De vaatwasser vult zich niet met
water – Alarm kraan dicht.
(u hoort enkele korte pieptonen)
(het lampje ON/OFF knippert en op
het display verschijnt het getal 6).
Er zit geen water in de waterleiding.
De watertoevoerslang zit gebogen (zie Installatie).
Open de kraan en de machine start na enkele minuten vanzelf.
Het apparaat is geblokkeerd omdat u niet heeft ingegrepen na de pieptonen.
Zet de machine uit met de ON/OFF knop, open de kraan en zet de machine na
20 seconden met dezelfde knop opnieuw aan. Herprogrammeer de machine en
start haar opnieuw.
Alarm watertoevoerslang/
Watertoevoerfilter verstopt.
(het lampje ON/OFF knippert en op
het display verschijnt het getal 7)
Zet de machine uit met de ON/OFF knop. Draai de waterkraan dicht om
overstromingen te voorkomen en haal de stekker uit het stopcontact.
Controleer of het watertoevoerfilter verstopt zit met vuil. (zie hoofdstuk
"Onderhoud en verzorging")
/