Indesit LI8 S2 W Use & Care

Type
Use & Care

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gezondheid & Veiligheid,
Gebruiksaanwijzing en Installatiegids
www.whirlpool.eu/register
2
NEDERLANDS .............................. 3
3
NL
NEDERLANDS
GEZONDHEID & VEILIGHEID, GEBRUIKS-
AANWIJZING EN INSTALLATIEGIDS
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN INDESIT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren
op www.whirlpool.eu/register
Gids voor Gebruik en Verzorging
Index
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN ................................................................ 4
MILIEUTIPS ................................................................................. 7
CONFORMITEITSVERKLARING ................................................................ 8
PRODUCTBESCHRIJVING ..................................................................... 9
APPARAAT ............................................................................................9
BEDIENINGSPANEEL ..................................................................................10
TECHNISCHE GEGEVENS ..............................................................................10
DEUR ................................................................................................11
KOELKAST VERLICHTING .............................................................................11
SCHAPPEN ...........................................................................................11
IJSVRIJ KOELKAST COMPARTIMENT ...................................................................12
HET VRIESVAK ONTDOOIEN ...........................................................................12
ACCESSOIRES ........................................................................................12
GEBRUIK VAN HET APPARAAT ...............................................................13
EERSTE GEBRUIK .....................................................................................13
INSTALLATIE .........................................................................................13
DAGELIJKS GEBRUIK ..................................................................................14
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN ...........................................................15
AANBEVELINGEN WANNEER HET APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT ...................................19
REINIGING EN ONDERHOUD .................................................................20
GIDS VOOR PROBLEEMOPLOSSING EN KLANTENSERVICE. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
FUNCTIONELE GELUIDEN .............................................................................21
HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING ..........................................................22
KLANTENSERVICE ....................................................................................24
Installatiegids .......................................................................................25
4
VEILIGHEIDSAANBEVELINGEN
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
UW VEILIGHEID EN DIE VAN
ANDEREN IS ERG BELANGRIJK.
Deze handleiding en het
apparaat zelf zijn voorzien van
belangrijke veiligheidsinforma-
tie, die te allen tijde gelezen en
opgevolgd moet worden.
Dit is het veiligheidswaarschu-
wingssymbool.
Dit symbool maakt u attent op
mogelijke gevaren die u en
anderen kunnen doden of
verwonden.
Alle veiligheidsberichten volgen
het veiligheidswaarschuwings-
symbool en het woord GE-
VAAR of WAARSCHUWING.
Deze woorden betekenen:
GEVAAR
Geeft een gevaarlijke situatie
aan, die ernstig letsel veroor-
zaakt als deze niet wordt
vermeden.
WAARSCHUWING
Geeft een gevaarlijke situatie
aan, die ernstig letsel zou
kunnen veroorzaken als deze
niet wordt vermeden.
Alle veiligheidsberichten geven
het mogelijke gevaar aan en
geven aan hoe het risico op
letsel, schade en elektrische
schokken voortvloeiend uit het
onjuiste gebruik van het appa-
raat beperkt kan worden.
Houd u strikt aan de volgende
aanwijzingen:
Het niet naleven van deze
instructies kan risico's met zich
meebrengen. De fabrikant kan
niet aansprakelijk worden
gehouden voor enige schade
die kan ontstaan vanwege het
niet in acht nemen van deze
gids. De fabrikant aanvaardt
geen enkele aansprakelijkheid
voor schade aan voorwerpen
of letsel aan personen of
dieren die/dat veroorzaakt is
door het niet in acht nemen
van bovenstaand advies en de
voorzorgsmaatregelen.
Bewaar deze instructies dicht
bij de hand voor toekomstige
raadpleging.
Geen ontplofbare stoen zoals
spuitbussen opslaan en geen
benzine of andere brandbare
materialen gebruiken in of in
de buurt van het apparaat.
Bij het afdanken van het appa-
raat dient u het onbruikbaar te
maken door de stroomkabel af
te snijden en de deuren en
schappen te verwijderen (indien
aanwezig), zodat kinderen niet
in het apparaat kunnen klaute-
ren en vast komen te zitten.
Dit apparaat bevat geen CFK.
Het koelcircuit bevat R600a (HC).
Apparaten met Isobutaan
(R600a): isobutaan is een na-
tuurlijk gas dat geen schadelijke
invloed heeft op het milieu,
maar wel ontvlambaar is. Zorg
er daarom voor dat de koelcir-
cuitleidingen niet beschadigd
raken. Let vooral op beschadig-
de leidingen die tot het leegra-
ken van het koelcircuit leiden.
C-pentaan wordt gebruikt als
blaasmiddel in het isolatieschuim
en is een licht ontvlambaar gas.
Beschadig de koelcircuitleidin-
gen van het apparaat niet.
WAARSCHUWING
Gebruik geen mechanische,
elektrische of chemische midde-
len behalve de middelen aanbe-
volen door de fabrikant om het
ontdooiproces te versnellen.
WAARSCHUWING
Gebruik of plaats geen elektri-
sche apparaten binnenin de
apparaatcompartimenten
indien deze niet het type zijn
dat uitdrukkelijk is goedge-
keurd door de Fabrikant.
WAARSCHUWING
IJsmakers en/of waterdispen-
sers die niet rechtstreeks op
het waterleidingnet zijn aange-
sloten, mogen uitsluitend met
drinkwater worden gevuld.
WAARSCHUWING
Gids voor Gezondheid en Veiligheid
5
NL
Houd de ventilatieopeningen
in de behuizing van het appa-
raat of in de ingebouwde
structuur vrij van obstakels.
WAARSCHUWING
Automatische ijsmakers en/of
waterdispensers moeten
worden aangesloten op een
waterleidingnet dat uitsluitend
drinkwater levert, met een
waterdruk tussen 0,17 en 0,81
MPa (1,7 en 8,1 bar).
Om voor voldoende ventilatie te
zorgen, dient er aan beide zijkan-
ten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te
worden. De afstand tussen de
achterzijde van het apparaat en
de muur achter het apparaat
dient minimaal 50 mm te bedra-
gen. Bij minder ruimte aan de
achterzijde neemt het energie-
verbruik van het product toe.
BEOOGD GEBRUIK
VAN HET PRODUCT
Dit apparaat is uitsluitend
bedoeld voor huishoudelijk
gebruik. Professioneel gebruik
van het apparaat is verboden.
De fabrikant kan niet aanspra-
kelijk gesteld worden voor
schade die het gevolg is van
oneigenlijk gebruik of een
foute programmering van de
bedieningsknoppen.
Het apparaat mag niet ge-
bruikt worden met een externe
timer of een afzonderlijk af-
standsbedieningssysteem.
Gebruik het apparaat niet
buitenshuis.
Dit apparaat is bedoeld voor
gebruik in huishoudelijke en
gelijkaardige toepassingen zoals:
– personeelskeukens in win-
kels, kantoren en andere werk-
omgevingen;
- cottages en door klanten in
hotels, motels en andere resi-
dentiële omgevingen;
- bed- and breakfast omgevingen;
- catering en soortgelijke
non-retail toepassingen .
De lamp die in het apparaat
wordt gebruikt is speciek
ontworpen voor huishoudap-
paraten en is niet geschikt voor
ruimteverlichting (EC Richtlijn
Nr. 244/2009).
INSTALLATIE
Het apparaat alleen activeren
als de installatie is voltooid.
Installatie en reparaties moe-
ten worden uitgevoerd door
een gespecialiseerd monteur,
volgens de instructies van de
fabrikant en in overeenstem-
ming met de plaatselijke veilig-
heidsvoorschriften. Repareer of
vervang geen enkel onderdeel
van het apparaat, behalve als
dit expliciet aangegeven wordt
in de gebruikershandleiding.
Gebruik beschermende hand-
schoenen voor het uitpakken
en installeren.
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektrici-
teitsnet voordat u installatie-
werkzaamheden uitvoert.
Controleer na het uitpakken
van het apparaat of deze
tijdens het transport geen
beschadigingen heeft opgelo-
pen. Neem in geval van twijfel
contact op met uw leverancier
of het dichtstbijzijnde service-
centrum.
Zorg er tijdens de installatie
voor dat het apparaat het
netsnoer niet beschadigt.
Het apparaat moet gehanteerd
en geïnstalleerd worden door
twee of meer personen.
Controleer bij de installatie van
het apparaat of de vier pootjes
stevig op de vloer rusten, stel
ze naar wens af en controleer
of het apparaat exact horizon-
taal staat en gebruik hiervoor
een waterpas.
Wacht minstens twee uur alvo-
rens het apparaat in te schakelen
om zeker te stellen dat het
koelcircuit volledig eciënt is.
Installeer het product niet in
de buurt van een warmtebron.
ELEKTRISCHE
WAARSCHUWINGEN
Zorg dat de spanning op het
typeplaatje overeenkomt met
de spanning in uw woning.
Het bereik van de stroomtoe-
voer wordt aangegeven op het
typeplaatje.
De aarding van het apparaat is
wettelijk verplicht.
Om ervoor te zorgen dat de
installatie voldoet aan de
geldende veiligheidsvoor-
schriften, is een omnipolaire
schakelaar met een afstand
van minstens 3 mm benodigd.
Een beschadigd netsnoer moet
door een soortgelijk exemplaar
worden vervangen. De stroom-
kabel mag alleen worden vervan-
gen door een gespecialiseerd
technicus, in overeenstemming
met de aanwijzingen van de
fabrikant en in naleving van de
6
geldende veiligheidsnormen.
Neem contact op met een
erkend Servicecentrum.
Als de installatie voltooid is,
mogen de elektrische onder-
delen niet meer toegankelijk
zijn voor de gebruiker. Het
netsnoer van het apparaat
moet lang genoeg zijn om het
apparaat vanuit de inbouwpo-
sitie in het meubel te kunnen
aansluiten op het stopcontact
van de netvoeding. Gebruik
geen verlengkabels.
Trek niet aan het netsnoer.
Gebruik niet meerdere stekke-
radapters indien het apparaat
met een stekker is uitgerust.
Voor apparaten voorzien van
een stekker, als de stekker niet
geschikt voor uw wandcon-
tactdoos is, contact opnemen
met een gekwaliceerde
technicus.
Raak het apparaat niet aan met
vochtige lichaamsdelen en
gebruik het niet op blote voeten.
Gebruik het apparaat niet als
het netsnoer of de stekker
beschadigd is, als het apparaat
niet goed werkt of als het
beschadigd of gevallen is.
Dompel het netsnoer of de
stekker niet onder in water.
Houd het snoer uit de buurt
van hete oppervlakken.
Bij gebruik van een rest-
stroomonderbreker (RCCB,
residual current circuit breaker),
mogen alleen modellen met
de markering
worden
gebruikt.
Het apparaat is bedoeld voor
gebruik op plaatsen waar de
temperatuur binnen het vol-
gende bereik komt, conform
de klimaatklasse op het type-
plaatje.
Mogelijk werkt het apparaat
niet correct indien het lange
tijd op een temperatuur buiten
het aangegeven bereik wordt
gebruikt.
Klimaatklasse Omg. (°C)
SN Van 10 tot 32
N Van 16 tot 32
ST Van 16 tot 38
T Van 16 tot 43
ELEKTRISCHE AANSLUITING,
ALLEEN VOOR GROOT-BRIT-
TANNIË EN IERLAND
Vervangen van de zekering.
Als de elektriciteitskabel van
dit apparaat een stekker met
een zekering van het type BS
1363A 13 ampère heeft, ver-
vang de zekering in dit type
stekker dan door een door de
A.S.T.A. goedgekeurde zeke-
ring voor het stekkertype BS
1362 en ga als volgt te werk:
1. Verwijder het zekeringsdek-
sel (A) en de zekering (B).
2. Breng de vervangende 13A
zekering in het zekeringdeksel
aan.
3. Breng beide aan in de stekker.
Belangrijk:
Na vervanging van een zeke-
ring moet het zekeringdeksel
weer worden teruggeplaatst;
als het zekeringdeksel kwijt-
raakt, mag de stekker pas weer
worden gebruikt nadat het
juiste vervangende deksel is
aangebracht. De juiste vervan-
ging wordt geïdenticeerd
door het gekleurde inzetstuk
of de gekleurde woorden in
reliëf op de onderkant van de
stekker. Vervangende zekering-
deksels zijn verkrijgbaar bij uw
plaatselijke elektriciteitswinkel.
Alleen voor de Republiek
Ierland
De informatie die gegeven is
voor Groot-Brittannië zal vaak
van toepassing zijn, maar er
wordt nog een derde type
stekker en stopcontact ge-
bruikt: met 2 pinnen en zijde-
lingse aarding.
Stopcontact/stekker (geldig
voor beide landen)
Als de bijgeleverde stekker niet
geschikt is voor uw stopcon-
tact, neem dan contact op met
de Klantenservice voor verdere
instructies. Probeer de stekker
niet zelf aan te passen. Deze
procedure moet uitgevoerd
worden door een gekwali-
ceerd technicus, in overeen-
stemming met de instructies
van de fabrikant en de gelden-
de veiligheidsvoorschriften.
CORRECT GEBRUIK
Gebruik het koelkastcomparti-
ment uitsluitend voor het
bewaren van vers voedsel en
het diepvriezercompartiment
uitsluitend voor het bewaren
van bevroren voedsel, het
invriezen van vers voedsel en
het maken van ijsblokjes.
Vermijd het bewaren van
onverpakt voedsel in direct
contact met interne oppervlak-
7
NL
ken van de koelkast- of diep-
vriezercompartimenten.
Apparaten kunnen speciale
compartimenten voor het bewa-
ren van voedsel hebben. Indien
niet anders gespeciceerd in het
betreende productboekje,
kunnen deze compartimenten
verwijderd worden en blijven
daarbij vergelijkbare prestaties
behouden. Slik de (niet-giftige)
vloeistof uit de vrieselementen
niet in (bij enkele modellen).
Eet geen ijsblokjes of waterijsjes
die net uit de vriezer komen,
aangezien deze vriesbrandwon-
den kunnen veroorzaken.
Bij producten ontworpen voor
gebruik met een luchtlter in
een toegankelijke ventilatoraf-
dekking, moet het lter altijd zijn
aangebracht wanneer de koel-
kast in bedrijf is. Bewaar geen
glazen containers met vloeistof-
fen in het diepvriezercomparti-
ment omdat ze kunnen breken.
Blokkeer de ventilator (indien
aanwezig) niet met levensmid-
delen. Nadat de levensmidde-
len in het apparaat zijn ge-
plaatst, dient gecontroleerd te
worden of de deuren van de
vakken goed sluiten, met name
de deur van het vriesvak.
Een beschadigde afdichting
dient zo snel mogelijk vervan-
gen te worden.
VEILIGHEID VAN KINDEREN
Heel jonge (0-3 jaar) en jonge
kinderen (3-8 jaar) dienen op
afstand gehouden te worden,
tenzij ze onder voortdurend
toezicht staan.
Kinderen vanaf 8 jaar en perso-
nen met verminderde fysieke,
sensorische of mentale vermo-
gens of gebrek aan
ervaring en kennis, mogen dit
apparaat gebruiken indien ze
onder toezicht staan of instruc-
ties hebben ontvangen over
het gebruik van het apparaat
en de mogelijke gevaren ervan
begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen.
Reiniging en gebruikersonder-
houd mogen niet door kinde-
ren zonder toezicht worden
uitgevoerd. Houd verpakkings-
materialen (plastic zakken,
polystyreen delen enz.) buiten
het bereik van kinderen.
ONDERHOUD EN REINIGING
Het apparaat moet worden
losgekoppeld van het elektrici-
teitsnet voordat u reinigings-
of onderhoudswerkzaamhe-
den uitvoert.
Gebruik geen stoomreinigers.
MILIEUTIPS
VERWERKING VAN DE
VERPAKKING
De verpakking kan volledig
gerecycled worden, zoals door
het recyclingssymbool wordt
aangegeven:
De diverse onderdelen van de
verpakking mogen daarom
niet bij het gewone huisvuil
worden weggegooid, maar
moeten worden afgevoerd
volgens de plaatselijke
voorschriften.
AFVALVERWERKING VAN
HUISHOUDELIJKE
APPARATEN
Dit product is vervaardigd van
recyclebaar of herbruikbaar
materiaal. Dank het apparaat af
in overeenstemming met
plaatselijke milieuvoorschriften
voor afvalverwerking.
Voor meer informatie over
behandeling, terugwinning en
recycling van dit apparaat kunt u
contact opnemen met uw
plaatselijke instantie, de
vuilnisophaaldienst of de winkel
waar u dit product hebt gekocht.
Dit apparaat is voorzien van het
merkteken volgens de Europese
Richtlijn 2012/19/EU inzake
Afgedankte elektrische en
elektronische apparaten (AEEA).
Door ervoor te zorgen dat dit
product op de juiste manier als
afval wordt verwerkt, helpt u
mogelijke schadelijke gevolgen
voor het milieu en de
volksgezondheid te
voorkomen, die veroorzaakt
zouden kunnen worden door
onjuiste verwerking van dit
product als afval.
Dit symbool op het
product of op de
begeleidende
8
CONFORMITEITSVERKLARING
Dit apparaat werd ontwikkeld
voor het bewaren van voedsel
en werd geproduceerd
conform Richtlijn (EC) nr.
1935/2004.
Dit apparaat is ontwikkeld,
gefabriceerd en op de markt
gebracht in overeenstemming
met:
› veiligheidsobjectieven van de
richtlijn “Laagspanning
2006/95/CE (ter vervanging
van 73/23/CEE en
daaropvolgende wijzigingen);
› de beschermingsvoorwaarden
van RichtlijnEMC” 2004/108/EC.
De elektrische veiligheid van
het apparaat is alleen
gegarandeerd indien het
correct is aangesloten op een
goedgekeurd aardingssysteem.
documentatie geeft aan dat dit
apparaat niet als huishoudelijk
afval behandeld mag worden,
maar dat het ingeleverd moet
worden bij een speciaal
inzamelingscentrum voor de
recycling van elektrische en
elektronische apparatuur.
TIPS VOOR
ENERGIEBESPARING
Installeer het apparaat in een
droge, goed geventileerde
ruimte, ver bij eventuele
warmtebronnen vandaan (bijv.
radiator, fornuis, etc.) en op een
plek die niet aan direct zonlicht
wordt blootgesteld. Gebruik
indien nodig een isolatieplaat.
Volg de installatie-instructies om
voldoende ventilatie te
garanderen. Door onvoldoende
ventilatie aan de achterzijde van
het product neemt het
energieverbruik toe en neemt
de koeleciëntie af.
De binnentemperatuur van het
apparaat kan beïnvloed worden
door de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt
geopend en de plaats van het
apparaat. Bij het instellen van de
temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze
factoren. Beperk het openen van
deuren tot een minimum.
Plaats diepgevroren etenswaar
die u wilt ontdooien in de
koelkast. De lage temperatuur
van de diepgevroren
etenswaar koelt de etenswaar
in de koelkast.
Laat warme gerechten en dranken
eerst afkoelen voordat ze in het
apparaat geplaatst worden.
De positionering van de platen
in de koelkast heeft geen
invloed op het eciënte
energiegebruik. De etenswaar
dient zodanig op de platen
geplaatst te worden om voor
voldoende luchtcirculatie te
zorgen (de verschillende
etenswaar dient elkaar niet te
raken en de afstand tussen de
etenswaar en de achterwand
moet behouden blijven).
U kunt de opslagcapaciteit
voor ingevroren etenswaar
vergroten door opslagmanden
en, indien aanwezig, de Stop
Frost-plaat te verwijderen en
daarbij een vergelijkbaar
energieverbruik behouden.
Producten van een hoge
energieklasse zijn uitgerust
met een
hoogrendementsmotor die
langer blijft werken, maar een
laag energieverbruik hebben.
Maakt u zich dus geen zorgen
als de motor langere tijd blijft
werken.
9
NL
1. Elektronisch bedieningspa-
neel/verlichting
2. Schappen
3. Typeplaatje met handelsnaam
4. Crisper voor groente en fruit
5. Omkeren van de deur
6. Deurvakken
7. Eierhouder
8. Flessenscheider
9. Vakhoogte essen
10. Deurafdichting
Diepvriescompartiment
10. Deurafdichting
11. Laden vriesvak
12. Schappen
13. Onderste lade: koudste zone
ideaal voor het invriezen van
verse levensmiddelen
14. IJsbakje*
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
Gids voor Gebruik en Verzorging
1
2
3
5
10
4
6
9
7
8
14
11
12
13
10
TECHNISCHE
GEGEVENS
AFMETINGEN PRODUCT
Hoogte 1885 mm
Breedte 595 mm
Diepte 655 mm
NETTO VOLUME KOELKAST L 228 L
NETTO VOLUME VRIEZER L 111 L
ONTDOOISYSTEEM
Koelkast Handmatig
Vriesvak Handmatig
RISING TIME H 24 h
VRIESVERMOGEN KG/24H 5,0 Kg/24h
ENERGIEVERBRUIK KWH/24H 0,846 Kwh/24h
GELUIDSEMISSIENIVEAU DBA 38 dba
ENERGIEKLASSE A+
BEDIENINGSPANEEL
A. Lampje
B. Thermostaatknop
C. Instelling van de ther-
mostaat
D. Verlichtingsknop
A
BC
D
11
NL
DEUR
OMKEREN VAN DE DEUR
Opmerking: De richting waarin de deur opengaat,
kan worden veranderd. Indien deze actie wordt uit-
gevoerd door Klantenservice valt dit niet onder de
garantie. Het wordt aanbevolen om de scharnierzij-
de van de deur met twee personen om te keren.
Volg de instructies in de Installatiegids.
Alle schappen, kleppen en schuifmandjes zijn
uitneembaar.
SCHAPPEN
KOELKAST
VERLICHTING
Draai het lampje linksom los, zoals aangege-
ven op de afbeelding, en verwijder het.
Controleer het lampje. Schroef indien no-
dig de kapotte lamp los en vervang ze door
een LED-lamp van hetzelfde type dat alleen
te verkrijgen is bij onze Servicecentra of bij
erkende dealers.
De binnenverlichting van het koelkastcompar-
timent gaat branden wanneer de deur van de
koelkast geopend wordt.
12
ACCESSOIRES
EIERHOUDER FLESSENSCHEIDER IJSBAKJE
Het vriesvak moet een of tweemaal per jaar of als de
ijslaag te dik geworden is (3 mm dik) ontdooid
worden. De vorming van ijs is normaal.
De hoeveelheid en de mate waarin het ijs zich
ophoopt hangt af van de omstandigheden in de
ruimte en hoe vaak de deur geopend wordt.
Om de vriezer te ontdooien, het apparaat
uitschakelen en alle levensmiddelen verwijderen.
Laat de deur van de vriezer open, zodat het ijs kan
smelten.
Voor apparaten zoals afgebeeld
hoeft u alleen de waterafvoer naar
buiten te trekken en er een bak
onder te zetten.
Na aoop van de handeling, de
waterafvoer weer op zijn plaats zetten.
Maak de binnenkant van het vriesvak schoon. Goed
afspoelen en afdrogen.
Schakel het apparaat weer in en leg de
levensmiddelen terug.
HET VRIESVAK
ONTDOOIEN
Het ontdooien van het koelvak vindt volledig
automatisch plaats.
De aanwezigheid van waterdruppels op de
achterwand aan de binnenkant van de koelkast
geeft aan dat de automatische ontdooifase bezig is.
Het dooiwater loopt automatisch weg in een
afvoeropening en vervolgens in een bak, waar het
verdampt.
IJSVRIJ KOELKAST
COMPARTIMENT
13
NL
EERSTE GEBRUIK
INSTALLATIE
GEBRUIK VAN
HET APPARAAT
Nadat de stekker in het stopcontact is gestoken,
begint het apparaat automatisch te werken.
Wacht nadat u het apparaat heeft ingeschakeld,
minstens 4-6 uur voordat u levensmiddelen in het
apparaat legt.
Het apparaat wordt normaal in de fabriek ingesteld
op de aanbevolen medium temperatuur.
Opmerking: De weergegeven temperatuurinstelling
komt overeen met de gemiddelde temperatuur in
de hele koelkast.
Wanneer het apparaat wordt aangesloten op de
netvoeding wordt het display verlicht en worden
alle pictogrammen gedurende circa 1 seconde
weergegeven. De standaardwaarden
(fabriekswaarden) van de instellingen van de
koelkast lichten op.
IN WERKING STELLEN VAN HET APPARAAT
EEN APPARAAT INSTALLEREN
Om voor voldoende ventilatie te zorgen, dient er
aan beide zijkanten en aan de bovenkant van het
apparaat ruimte vrijgelaten te worden.
De afstand tussen de achterzijde van het apparaat
en de muur achter het apparaat dient minimaal 50
mm te bedragen.
Bij minder ruimte aan de achterzijde neemt het
energieverbruik van het product toe.
INSTALLEREN VAN DE AFSTANDSTUKKEN
Monteer de afstandsstukken op de bovenkant van
de condensator die op de achterkant van het
apparaat zit (volgens de tekening).
TEMPERATUURINSTELLING
50mm
50mm
14
DAGELIJKS GEBRUIK
FUNCTIES
Thermostaat op MIN: lage
koelintensiteit
Thermostaat ingesteld op tussen MIN
en MAX: de intensiteit van de koeling
kan aan uw eigen voorkeuren worden
aangepast.
Thermostaat ingesteld op MAX:
maximale koelinstensiteit.
Voor de beste conservering van
levensmiddelen wordt de stand MED
aanbevolen.
Thermostaat ingesteld op : koeling
en verlichting uitgeschakeld.
TEMPERATUURIN
STELLING
DE OPSLAGRUIMTE VAN DE VRIEZER
VERGROTEN
• het verwijderen van de opslagmanden, voor het
opslaan van grote producten.
• de voedselproducten rechtstreeks op de schappen
van de vriezer leggen.
• het verwijderen van extra verwisselbare
accessoires.
• Het luchtuitlaatgebied (aan de achterwand en aan
de onderkant in het product) niet blokkeren met
voedingsmiddelen.
• Alle schappen en schuifmandjes zijn uitneembaar.
• De binnentemperatuur van het apparaat kan
beïnvloed worden door de omgevingstemperatuur,
hoe vaak de deur wordt geopend en de plaats van
het apparaat.
Bij het instellen van de temperatuur moet rekening
gehouden worden met deze factoren.
• Tenzij anders gespeciceerd zijn de accessoires van
het apparaat niet geschikt voor een vaatwasser.
15
NL
KOELVAK
De koelkast is de ideale opslagplek voor kant-en-
klare maaltijden, verse en geconserveerde
voedingswaren, zuivelproducten, groente/fruit en
dranken.
TIPS VOOR OPSLAG VAN LEVENSMIDDELEN
OPSLAAN VAN VERSE ETENSWAAR EN
DRANKEN
Gebruik houders van recyclebaar plastic, metaal,
aluminium en glas, of wikkel de levensmiddelen in
folie.
› Gebruik altijd afsluitbare houders voor vloeistoen
en etenswaar die geuren of smaken kunnen
afgeven of opnemen, of dek de vloeistoen of
etenswaar af.
› Levensmiddelen die een grote hoeveelheid
ethyleengas afgeven en de levensmiddelen die
gevoelig zijn voor dit gas, zoals fruit, groenten en
salade, moeten altijd worden zodanig worden
gescheiden of verpakt dat de houdbaarheid niet
achteruit gaat; bijvoorbeeld geen tomaten samen
met kiwi's of kool bewaren.
› Bewaar verschillende etenswaar niet te dicht bij
elkaar om voor voldoende luchtcirculatie te zorgen.
› Om te voorkomen dat essen omvallen, kunt u
gebruik maken van de essenhouder.
› Indien u een kleine hoeveelheid etenswaar in de
koelkast opslaat, raden wij aan de platen boven de
crisperlade voor groente en fruit te gebruiken,
aangezien dit de koelste plek in het koelvak is.› Let
er op dat de luchtslots niet door het voedsel
worden afgesloten.
DE JUISTE PLEK VOOR VERSE ETENSWAAR EN
DRANKEN
› Op de schappen van de koelkast: kant-en-klare
maaltijden, tropisch fruit, kazen, delicatessen.
› Op de koelste plek (boven de crisperlade voor fruit
en groenten): vlees, vis, vleeswaren, gebak.
› In de crisperlade voor fruit en groenten: fruit, sla,
groente.
› In de deur: boter, jam, sauzen, augurken, blikjes,
essen, drankkartons, eieren.
16
GEMATIGDE ZONE Aanbevolen
voor het bewaren van tropisch
fruit,blikjes, dranken, eieren,
sauzen, augurken, boter, jam.
KOUDE ZONE Aanbevolen voor
het bewaren van kaas, melk,
dagelijks voedsel, delicatessen,
yoghurt.
FRUIT & GROENTELADE
LADE DIEPVRIESGEDEELTE
((MAX KOELZONE) Aanbevolen
voor het invriezen van verse/
gekookte levensmiddelen.
LADEN VRIESVAK
Waarschuwing
De grijsschakering van de
legenda komt niet overeen met
de kleur van de laden
Legenda
17
NL
TIPS VOOR HET INVRIEZEN EN BEWAREN VAN
VERSE LEVENSMIDDELEN
› Wij raden aan om de bevroren levensmiddelen van
een etiket en datum te voorzien. Door een label aan
te brengen, kunt u levensmiddelen makkelijker
herkennen en weet u wanneer deze gebruikt moet
worden voordat de kwaliteit ervan afneemt. Vries
ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
› Voor het invriezen de verse levensmiddelen
wikkelen en luchtdicht verpakken in:
aluminiumfolie, plastic folie, lucht- en waterdichte
plastic zakken, polytheen containers met deksel of
diepvriezercontainers die geschikt zijn voor het
invriezen van verse levensmiddelen.
› Het voedsel moet vers, rijp en van uitstekende
kwaliteit zijn voor het verkrijgen van een hoge
kwaliteit bevroren voedsel.
› Verse groenten en fruit moeten bij voorkeur zo
snel mogelijk worden bevroren, zodra ze zijn
uitgekozen, om de volledige oorspronkelijke
voedingswaarde, consistentie, kleur en smaak te
bewaren. Enkele vleessoorten (vooral wild) moet
worden opgehangen voordat dit wordt ingevroren.
› Warm voedsel altijd laten afkoelen voordat het in
de vriezer wordt geplaatst.
› Volledig of gedeeltelijk ontdooid voedsel meteen
opeten.
Vries ze niet opnieuw in, tenzij het voedsel na het
ontdooien gekookt is. Nadat het gekookt is, mag
het opnieuw worden ingevroren.
› Geen essen met vloeistof invriezen.
› Gebruik de snelkoelfunctie om het koel- of
vriesproces te versnellen (zie Snelle Handleiding).
DIEPGEVROREN ETENSWAAR: WINKELTIPS
Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op
de volgende punten letten:
› Let op dat de verpakking niet beschadigd is
(bevroren voedsel in beschadigde verpakkingen
kan achteruit gaan). Indien de verpakking bol staat
of vochtplekken heeft, werd het mogelijk niet bij
optimale omstandigheden bewaard en het
ontdooien is mogelijk al begonnen.
› Koop tijdens het winkelen bevroren voedsel aan
het einde van uw trip en vervoer het in een
thermisch geïsoleerde koeltas.
› Bij thuiskomst het bevroren voedsel onmiddellijk
in de vriezer leggen.
› Als het voedsel ook maar gedeeltelijk is ontdooid
niet opnieuw invriezen. Binnen 24 uur opeten.
› Temperatuurschommelingen voorkomen of tot
een minimum beperken. De uiterste
houdbaarheidsdatum op de verpakking moet
worden gerespecteerd.
› Altijd kijken naar de opslaginformatie op de
verpakking.
DIEPVRIESCOMPARTIMENT
De vriezer is de ideale opslagplaats voor het opslaan
van ingevroren levensmiddelen, het maken van
ijsblokjes en het invriezen van verse levensmiddelen
in het vriesvak.
De maximale hoeveelheid verse levensmiddelen die
in 24 uur kan worden ingevroren wordt aangegeven
op het typeplaatje (…kg/24h).
Wanneer u een kleine hoeveelheid voedsel heeft
om in de vriezer te bewaren is het aan te bevelen
om het middelste gebied te gebruiken.
18
VLEES
maanden
STOOFVLEES
maanden
FRUIT
maanden
Rundvlees 8 - 12 Vlees, gevogelte 2 - 3 Appels 12
Varkensvlees, kalfsvlees 6 - 9
ZUIVELPRODUCTEN
Abrikozen 8
Lamsvlees 6 - 8 Boter 6 Bramen 8 - 12
Konijnenvlees 4 - 6 Kaas 3 Zwarte/rode bessen 8 - 12
Gehakt/Orgaanvlees 2 - 3 Room 1 - 2 Kersen 10
Worstjes 1 - 2 IJs 2 - 3 Perziken 10
GEVOGELTE
Eieren 8 Peren 8 - 12
Kip 5 - 7
SOEP EN SAUZEN
Pruimen 10
Kalkoen 6 Soep 2 - 3 Frambozen 8 - 12
Eetbare organen
gevogelte
2 - 3 Jus 2 - 3 Aardbeien 10
KREEFTACHTIGEN
Pastei 1 Rabarber 10
Weekdieren, kreeft 1 - 2 Ratatouille 8 Vruchtensap
(sinaasappelsap,
citroensap, grapefruitsap)
4 - 6
Krab, kreeft 1 - 2
GEBAK EN BROOD GROENTE
SCHAALDIEREN
Brood 1 - 2 Asperges 8 - 10
Oesters, zonder schaal 1 - 2 Taart (normaal) 4 Basilicum 6 - 8
VIS
Gateaux (gebak) 2 - 3 Bonen 12
"vette vissoorten"
(zalm, haring, makreel)
2 - 3 Crêpes 1 - 2 Artisjok 8 - 10
"magere vissoorten"
(tong)
3 - 4 Ongebakken gebak 2 - 3 Broccoli 8 - 10
Quiche 1 - 2 Spruiten 8 - 10
Pizza 1 - 2 Bloemkool 8 - 10
Wortelen 10 - 12
Selderij 6 - 8
Paddenstoelen 8
Peterselie 6 - 8
Pepers 10 - 12
Erwten 12
Pronkbonen 12
Spinazie 12
Tomaten 8 - 10
Courgette 8 - 10
BEWAARTIJD VAN BEVROREN
LEVENSMIDDELEN
19
NL
AFWEZIGHEID/VAKANTIE Bij langere afwezigheid wordt aanbevolen
levensmiddelen te consumeren en het apparaat te
ontkoppelen om energie te besparen.
VERHUIZEN
STROOMUITVAL
Als de stroom uitvalt,dient u zich tot het plaatselijke
elektriciteitsbedrijf te wenden om te vragen hoe
lang de stroomuitval zal duren.
Opmerking: Houd er rekening mee dat een vol
vriesvak langer koud blijft dan een halfvol vak.
Als er op de voedingsmiddelen ijskristallen
zichtbaar zijn, kunnen ze zonder enig risico opnieuw
worden ingevroren, ook al zullen de smaak en het
aroma waarschijnlijk anders zijn.
Wanneer de levensmiddelen duidelijk in een slechte
staat verkeren, kunt u deze beter weggooien.
Als de stroomuitval korter dan 24 uur duurt.
Houd de deur van het apparaat gesloten. Op deze
manier blijven de levensmiddelen in de koelkast zo
lang mogelijk koud.
Als de stroomuitval langer dan 24 uur duurt.
Haal alle bevroren levensmiddelen uit het vriesvak
en zet deze in een draagbare vriezer. Als dit type
vriezer niet voorhanden is en als er geen pakken
kunstijs beschikbaar zijn, probeer dan de
levensmiddelen die het snelst bederven te
consumeren.
Maak de ijsbak leeg.
AANBEVELINGEN WANNEER HET
APPARAAT NIET WORDT GEBRUIKT
1. Haal alle uitneembare elementen uit het
apparaat.
4. Sluit de deur en plak deze met plakband dicht
en plak ook de voedingskabel met plakband aan
het apparaat vast.
2. Verpak ze zorgvuldig en zet ze aan elkaar vast
met plakband om te voorkomen dat ze tegen elkaar
klapperen of kwijtraken.
3. Schroef de stelvoetjes zodanig aan dat ze het
steunvlak niet raken.
20
REINIGING EN
ONDERHOUD
› Reinig het apparaat regelmatig met een doek en
een oplossing van lauw water en een neutraal
schoonmaakmiddel, speciaal voor de binnenkant
van koelkasten.
› Reinig regelmatig de buitenkant van het apparaat
en de deurafdichting met een vochtige doek en
droog het met een zachte doek.
› De condensor aan de achterkant van het apparaat
moet regelmatig met behulp van een stofzuiger
worden schoongemaakt.
Belangrijk:
› De toetsen en het display van het
bedieningspaneel mogen niet gereinigd worden
met middelen op basis van alcohol of daarvan
afgeleide stoen; gebruik in plaats daarvan een
droge doek.
› De buizen van het koelsysteem zitten in de buurt
van de ontdooibak en kunnen heet worden. Maak
ze regelmatig schoon met een stofzuiger.
Trek de stekker uit het stopcontact of sluit de
stroomtoevoer af voordat u met reinigings- of
onderhoudswerkzaamheden begint.
Gebruik geen reinigings- of schuurmiddelen. Maak
de onderdelen van de koelkast nooit schoon met
licht ontvlambare vloeistoen.
Gebruik geen stoomreinigers.
De toetsen en het display van het bedieningspaneel
mogen niet gereinigd worden met middelen op
basis van alcohol of daarvan afgeleide stoen;
gebruik in plaats daarvan een droge doek.
Om de constante en correcte afvoer van het
dooiwater te garanderen, regelmatig het
afvoergaatje op de achterwand van het koelvak,
in de buurt van de groente- en fruitlade,
schoonmaken met behulp van het bijgeleverde
gereedschap.
WAARSCHUWING WAARSCHUWING
21
NL
GIDS VOOR PROBLEEMOPLOS-
SING EN KLANTENSERVICE
VOORDAT U DE KLANTENSERVICE BELT... De problemen bij het gebruik worden vaak
veroorzaakt door kleinigheden die u zelf kunt
opsporen en verhelpen, zonder dat hiervoor
gereedschap nodig is.
Geluiden afkomstig van het apparaat zijn normaal,
omdat er een aantal ventilatoren en motoren voor
het regelen van prestaties aanwezig zijn die
automatisch worden in- en uitgeschakeld.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN
KUNNEN WORDEN VERMINDERD DOOR
MIDDEL VAN:
› Optillen van het apparaat en op een egaal
oppervlak installeren.
› Scheiden en vermijden van contact tussen het
apparaat en meubilair.
› Controleren of de interne onderdelen correct zijn
geplaatst.
› Controleren of de essen en houders niet tegen
elkaar komen.
EEN AANTAL FUNCTIONELE GELUIDEN DIE U
ZOU KUNNEN HOREN
Een sisgeluid bij het voor de
eerste keer of na een lange pauze
inschakelen van het apparaat.
Een borrelgeluid wanneer
koelmiddel de leidingen
instroomt.
BRRR geluid van de compressor
die loopt..
FUNCTIONELE GELUIDEN
Een zoemgeluid wanneer de
waterklep of de ventilator begint
te werken.
Een kraakgeluid wanneer de
compressor start.
De KLIK is van de thermostaat die
afstelt hoe vaak de compressor
draait.
22
HANDLEIDING VOOR
PROBLEEMOPLOSSING
Probleem Mogelijke oorzaken Oplossing
HET APPARAAT WERKT NIET Er kan een probleem zijn met
de stroomtoevoer naar het
apparaat zijn.
› Controleer of het netsnoer
met de juiste spanning in een
stopcontact zit.
› Controleer de beveiligingen
en zekeringen van het
elektrische systeem in uw huis
ER ZIT WATER IN DE
ONTDOOIBAK
Dit is normaal bij heet, vochtig
weer. De bak kan zelfs tot
halverwege gevuld raken.
› Zorg ervoor dat het apparaat
op niveau is, zodat het water
niet kan overlopen.
DE RANDEN VAN HET
APPARAAT DIE IN CONTACT
MET DE DEURAFDICHTING
KOMEN ZIJN WARM BIJ
AANRAKING
Dit is geen defect.
Dit is normaal bij een warm
klimaat en als de compressor
in werking is.
HET LAMPJE WERKT NIET Het lampje moet mogelijk
vervangen worden.
Het apparaat kan in Aan/
Stand-by modus staan
› Controleer of de
beveiligingen en zekeringen
van het elektrische systeem in
uw huis goed werken.
› Controleer of het netsnoer
met de juiste spanning in een
stopcontact zit
› Mochten de LED's gebroken
zijn moet de gebruiker de
Servicedienst bellen om ze
voor hetzelfde type om te
wisselen, dat alleen te
verkrijgen is bij onze
Servicecentra of bij erkende
dealers.
DE MOTOR LIJKT TE LANG IN
WERKING TE BLIJVEN
De tijd dat de motor draait
hangt van verschillende
factoren af: het aantal keren
dat de deur wordt geopend,
de hoeveelheid
levensmiddelen die in de
koelkast wordt bewaard, de
kamertemperatuur en de
instelling van de thermostaten.
› Zorg ervoor dat controles van
het apparaat correct zijn
ingesteld.
› Controleer of er is niet een
grote hoeveelheid voedsel aan
het apparaat is toegevoegd.
› Controleer of de deur niet te
vaak geopend is.
› Controleer of de deur goed
gesloten is.
23
NL
DE TEMPERATUUR VAN HET
APPARAAT IS TE HOOG
Er kunnen verschillende
oorzaken (Zie 'Oplossingen')
› Zorg ervoor dat de condensor
(achter het apparaat) vrij is van
stof en pluizen.
› Zorg ervoor dat de deur goed
gesloten is.
› Zorg ervoor dat de
deurafdichtingen goed
vastzitten.
› Op warme dagen of als het in
de kamer warm is draait de
motor natuurlijk langer.
› Als de deur van het apparaat
een tijdje open is geweest of
als er grote hoeveelheden
voedsel zijn opgeslagen zal de
motor langer lopen, om de
binnenkant van het apparaat
af te laten koelen..
DE DEUREN GAAN NIET
GOED OPEN EN DICHT
Er kunnen verschillende
oorzaken (Zie 'Oplossingen')
› Controleer of de
voedselpakketten niet de deur
blokkeren.
› Controleer of de interne
onderdelen of de
automatische ijsmaker niet uit
positie zijn.
› Controleer of de
deurafdichtingen niet vuil of
kleverig zijn.
› Controleer of het apparaat op
niveau is.
24
KLANTENSERVICE
VOORDAT U DE
KLANTENSERVICE BELT
ALS NA HET UITVOEREN VAN DEZE CONTROLES
DE STORING NOG STEEDS AANWEZIG IS,
CONTACT OPNEMEN MET DE DICHTSTBIJZIJNDE
KLANTENSERVICE
1. Controleer of u het probleem zelf kunt
oplossen aan de hand van de punten die
beschreven zijn in “OPSPOREN VAN STORINGEN”.
Bel voor assistentie het nummer dat in het
garantieboekje staat, of volg de instructies op de
website www.whirlpool.eu
Vermeld altijd:
•een korte beschrijving van de storing;
•het type en het exacte model van het apparaat;
• het servicenummer (nummer na het woord Service
op het typeplaatje). Het servicenummer staat ook
in het garantieboekje;
•uw volledige adres;
• uw telefoonnummer.
Wend u tot een erkend Servicecentrum indien
reparatie noodzakelijk is (alleen dan heeft u
zekerheid dat originele vervangingsonderdelen
worden gebruikt en de reparatie correct wordt
uitgevoerd).
2. Het apparaat aan- en uitzetten om te
controleren of het probleem is opgelost
Fabrikant:
Whirlpool Europe S.r.l. - Socio Unico
Viale Guido Borghi 27
21025 Comerio (VA)
Italy
25
NL
SERVICE
7
26
2. 3.
min.
A
4x
B
1x
C
1x
D
1x
1.
50 mm
27
NL
4.
5.
6.
A
28
9.
7.
8.
29
NL
10.
11.
30
12. 13.
14. 15.
A
31
NL
18. 19.
16.
B
B
A
A
17.
Whirlpool® is een geregistreerd handelsmerk van Whirlpool USA
400010809401
n
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

Indesit LI8 S2 W Use & Care

Type
Use & Care
Deze handleiding is ook geschikt voor