www.sentera.eu
MIW-RTVS8-NL-000 - 11 / 07 / 2022 12 - 13
terug naar de inhoudsopgave
RTVS8 115—230 VAC TRANSFORMATOR
STANDENREGELAAR MET MODBUS RTU
3.2.2 Automatische-aflopende modus. Zie operationeel digram hieronder:
Hoe hoger de invoerwaarde, hoe lager de uitvoer. Zie het operationele
diagram hieronder voor een voorbeeld met stappen van 2 tot 5. Een
voorbeeld van de automatisch-aflopende modus, de configuratie van de
stappendrempel is als volgt: Stap 1—0 %, stap 2—75 %, stap 3—50 %,
stap 4—25 %, stap 5—1 % (kan minimaal 0,1 % zijn) wordt weergegeven
in fig. 5 hieronder. Wanneer de invoerwaarde hoger is dan 1%, schakelt
het apparaat over naar stap 5, boven 25% stap 4, boven 50% stap
3, boven 75% stap 2 tot 100%. Wanneer de invoerwaarde afneemt,
wordt de hysteresis afgetrokken van het drempelniveau en verandert
het apparaat de stap (zie fig. 5).
Fig. 5 Automatische-aflopende modus': Snelheid van hoog naar laag
68 85
110
0
140
170
190
230
17 34 51
Δ
25 50 75 1001
0
Δ
140
170
190
230
Modbus RTU stuursignaal
[%]
Uout (VAC)
Hysteresis
2—10 %
Verklaring van specifieke Modbus registers
Het toestel heeft in de fabriek standaardparameters geschreven in de Modbus-
registers. Het toestel zal functioneren zonder de instellingen te wijzigen. Er zijn
echter enkele speciale registers die u mogelijk moet instellen, afhankelijk van uw
combinatie van producten. Deze zijn weergegeven in tabel 3 hieronder.
Tabel 3 Spanningsstappen
Modbus holdingre-
gisters Omschrijving Waarden Opmerking
11 Besturingsset
Automatische sturing –
haalt waarde uit de sensor.
Handmatige bediening –
haalt waarde uit register 12
0 = Handmatige modus;
1 = Automatisch-oplopende
modus;
2 = Automatisch-aopende modus
Het is alleen mogelijk om de aansturing van het toestel te wijzigen
wanneer het schakelen volgens het huidige stuursigaal is voltooid.
13
Interval voor
het veranderen
van de
uitgangsstap
Tijdvertraging om, in de
automatische modus, de
uitgang te wijzigen
5 s-600 s Als de waarde van de aangesloten sensor te snel verandert, is dit het
register dat de tijd tussen twee opeenvolgende schakelingen regelt.
16 Hysteresis delta
Het verschil tussen
het opwaarts en
het neerwaartse
schakelstappercentage
2—10 %
Deze waarde wordt van de drempel afgetrokken wanneer het toestel
schakelt van hoge naar lage ingangswaarde. Hysteresis is 2 – 10%, wat
betekent dat voor de 20% drempel, de "drempel – hysterese" 18% is
voor een Δ van 2%.
17
Uitgangsstatus:
communicatie
verbroken
Welke uitgang er gekozen
wordt als de Modbus-
communicatie verloren gaat
UI T;
Laatste stap geselecteerd
Ingesteld op 0 = UIT, wanneer er Modbus Timeout is ingesteld, wanneer
er een Modbus Timeou gebeurt - gaat de RTVS8 naar de STOP-modus,
de uitvoer is 0 Als de communicatie met de externe sensor verloren
gaat, gaat het apparaat naar de status 0 = UIT. Beide communicaties
verloren, toestel gaat naar UIT.
Wanneer ingesteld op 1 : Laatste stap geselecteerd bij een Modbus
Timeout. Het toestel blijft werken volgens de sensoringang. Als de
verbinding met de sensor verloren gaat, blijft het toestel werken
volgens de laatst geselecteerde stap. Als beide communicaties verloren
gaan, blijft het apparaat bij de laatste geselecteerde stap.
Als er in de automatische modus, geen communicatie is met de sturing
/ monitoring, blijft het toestel autonoom werken terwijl de sensor is
aangesloten.
18 Registerwaarde
sensoruitgang
Selecteer welke
sensoruitgang wordt
gebruikt als invoer voor het
apparaat
Digitale potentiometer;
Temperatuur:
Relatieve vochtigheid
CO2/CO2eq;
CO/TVOC;
NO2:
Registerwaarde sensoruitgang, denieer welke sensorwaarde
wordt genomen als sturing voor het schakelen van de uitgang. De
beperkingen die van toepassing zijn, gelden alleen voor Sentera
Sensors en SPV. Wanneer de Sentera SPV is aangesloten, wordt deze
waarde automatisch 1 en kan deze niet worden gewijzigd totdat een
andere sensor is aangesloten.
21-25 Invoerwaarde
stap 1—5
Invoerwaarde om
te schakelen naar
uitvoerstappen 1-5
Schakelt over naar stap X bij X %
ingangswaarde en schakelt terug
naar de vorige stap bij X % -
Hysteresis delta (HR16)
Invoerwaarde Stap X - de stappen worden geactiveerd zodra deze
drempels overschreden worden.
Als de registerwaarde 0 is, wordt deze stap overgeslagen, maar wordt
als tussenstap gebruikt om over te schakelen naar een stap hoger/
lager. Het minimale verschil tussen de stappendrempels is 11%, op
die manier wordt overlapping van de omschakeling en de hysterese
vermeden.