KitchenAid KICO 3T133 PFES Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Gebruiksaanwijzing
3
Installatie ................................................................................................................................................................................................. 4
Productbeschrijving ........................................................................................................................................................................... 5
Eerste gebruik ....................................................................................................................................................................................... 6
Programmatabel .................................................................................................................................................................................. 8
Opties en functies ............................................................................................................................................................................... 9
Rekken vullen .................................................................................................................................................................................... 10
Dagelijks gebruik .............................................................................................................................................................................. 11
Adviezen en tips ............................................................................................................................................................................... 11
Onderhoud en reiniging ................................................................................................................................................................ 12
Probleemoplossing .......................................................................................................................................................................... 13
Klantenservice ................................................................................................................................................................................... 14
4
Installatie
DE WATERTOEVOER AANSLUITEN
Het aansluiten van de watertoevoer voor installatie mag alleen door
een gekwaliceerde technicus worden uitgevoerd.
De watertoevoer- en afvoerslangen kunnen naar rechts of naar links
worden geplaatst, voor een zo goed mogelijke installatie.
Zorg ervoor dat er door de afwasmachine geen knikken in de slangen
komen of dat de slangen geplet worden.
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
Het water laten lopen totdat het volkomen helder is.
De toevoerslang strak aandraaien naar de gewenste positie
en de kraan open draaien.
Als de toevoerslang niet lang genoeg is, neem dan contact op met
een specialistische winkel of een erkende technicus.
De waterdruk moet binnen de waarden vallen die in de tabel
Technische Gegevens staan aangegeven - dan kan de afwasmachine
naar behoren functioneren.
Zorg ervoor dat er geen knik in de slang zit of dat de slang niet
samengedrukt is.
SPECIFICATIES VOOR DE AANSLUITING VAN DE WATERTOEVOERSLANG :
WATERTOEVOER koud of warm (max. 60°C)
WATERINLAAT 3/4”
KRACHT VAN WATERDRUK
0,05 ÷ 1MPa (0,5 ÷ 10 bar)
7,25 – 145 psi
DE WATERAFVOERSLANG AANSLUITEN
Sluit de afvoerslang aan op een aftapleiding met een minimale
diameter van 2 cm A.
De afvoerslangaansluiting dient zich op een hoogte te bevinden
van 40 tot 80 cm ten opzichte van de vloer of het oppervlak waarop
de afwasmachine staat.
Verwijder voordat u de waterafvoerslang aansluit
op de gootsteenafvoer de plastic plug B.
ANTI-OVERSTROMINGBEVEILIGING
Anti-overstromingbeveiliging. Om te zorgen dat overstromingen niet
voorkomen is de afwasmachine:
- voorzien van een speciaal systeem dat de watertoevoer blokkeert bij
defecten of lekken binnen het apparaat.
Een aantal modellen zijn ook uitgerust met het extra
veiligheidssysteem New Aqua Stop, dat anti-overstromingbeveiliging
zelfs garandeert bij een breuk in de toevoerslang.
De watertoevoerslang mag onder geen beding worden
doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
MIN 40 cm
MAX 80 cm
LET OP: Als het apparaat op een bepaald moment moet worden verplaatst, houd het dan rechtop; als dit absoluut noodzakelijk is, kan het op de
rug worden gekanteld.
Voordat u het apparaat gebruikt leest u de Veiligheidsvoorschriften zorgvuldig door.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
WAARSCHUWING: De watertoevoerslang mag onder geen beding
worden doorgesneden, omdat het elektrische delen bevat.
Voordat de stekker in het stopcontact wordt gestoken ervoor zorgen dat:
De aansluiting geaard is en aan de huidige regelgeving voldoet;
Het stopcontact bestand is tegen de maximale belasting
van het apparaat, zoals staat aangegeven op het typeplaatje
aan de binnenkant van de deur (zie PRODUCTBESCHRIJVING).
Het netspanningsvoltage binnen de waarden valt die staan
aangegeven op het typeplaatje aan de binnenkant van de deur.
Het stopcontact compatibel is met de stekker van het apparaat.
Als dit niet het geval is vraag dan een erkende monteur om de stekker
te vervangen (zie CONSUMENTENSERVICE). Gebruik geen verlengkabels
of meervoudige stopcontacten. Zodra het apparaat is geïnstalleerd
moeten de stroomkabel en het stopcontact gemakkelijk toegankelijk zijn.
De kabel moet zonder knikken en niet samengeperst zijn.
Als de stroomkabel beschadigd is deze laten vervangen door
de fabrikant of een erkende technische hulpdienst, om alle mogelijke
gevaren te voorkomen.
Het bedrijf is niet aansprakelijk voor eventuele incidenten, als deze
voorschriften niet worden nageleefd.
PLAATSEN EN WATERPAS ZETTEN
1. Plaats de afwasmachine op een vlakke stevige vloer. Als de vloer
ongelijk is, kunnen de voorste poten van het apparaat worden
afgesteld, totdat het horizontaal staat. Als het apparaat correct
waterpas staat is het stabieler en is er veel minder kans dat het
beweegt of trillingen en lawaai veroorzaakt tijdens de werking.
2. Voordat de afwasmachine in een nis wordt gezet, plakt
u de zelfklevende transparante strip onder de houten plank vast,
om het te beschermen tegen eventuele condensatievorming.
3. Plaats de afwasmachine zodanig dat de zijkanten of achterzijde
tegen de aangrenzende kasten of de muur aankomen. Dit apparaat
kan ook worden ingebouwd onder een enkel aanrechtblad.
4. Voor het afstellen van de hoogte van de achterste voet de rode
zeshoekige bus op het lagere middengedeelte aan de voorkant
van de afwasmachine draaien met een zeshoekig moersleutel
met een opening van 8 mm. De moersleutel naar rechts
draaien om de hoogte te vergroten en naar links om de hoogte
te verkleinen.
AFMETINGEN EN CAPACITEIT:
BREEDTE 598 mm
HOOGTE 820 mm
DIEPTE 555 mm
CAPACITEIT 14 standaard couverts
5
1 2 3
4
5 6 7
8 9 10 11 12 13
1. Bovenste rek
2. Besteklade
3. Opvouwbare kleppen
4. Afsteller hoogte bovenste rek
5. Bovenste sproeierarm
6. Onderste rek
7. Dynamic Clean steunen
8. Onderste sproeierarm
9. Filtersysteem
10. Zoutreservoir
11. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
12. Typeplaatje
13. Bedieningspaneel
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
2. Programmakeuzetoets
3. Controlelampje zout bijvullen
4. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
5. Nummer programma en controlelampje tijd van uitstel
6. Controlelampje tablet (tab)
7. Display
8. Controlelampje Multizone
9. Multizone toets
10. Uitstel toets
11. Boost toets met controlelampje
12. Dynamic Clean toets met controlelampje
13. Start/Pauze-toets met controlelampje/ Tablet (Tab)
Productbeschrijving
0000 000 00000
Service:
1
4
5
6
11
13
7
12
10
8
9
2
3
APPARAAT
BEDIENINGSPANEEL
6
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische
borgelementen uit het bovenste rek.
INSTELLINGEN WATERONTHARDER
Voor aanvang van het eerste wasprogramma de hardheid van het
water uit de waterleiding instellen HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN.
Vul eerst de wateronthardertank met water en voeg vervolgens
ongeveer 1 kg zout toe. Het is een normaal verschijnsel dat er water
uit stroomt.
Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma
zonder lading uit.
Het „Voorspoelen” programma alleen is NIET voldoende.
Achtergebleven zoutoplossing of zoutkorrels kunnen leiden
tot ernstige corrosie waardoor de roestvrijstalen onderdelen
onherstelbaar beschadigd worden.
Er wordt geen enkele garantie verleend in geval van klachten
die hierop betrekking hebben.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT
BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als het zoutreservoir niet gevuld wordt, kunnen de waterverzachter
en het verwarmingselement beschadigd raken als gevolg
van de accumulatie van ketelsteen.
Het gebruik van zout wordt aanbevolen met elk type vaatwasmiddel.
WATERVERZACHTEND SYSTEEM
Waterverzachters reduceren automatisch de waterhardheid
en voorkomen bijgevolg ketelsteenvorming op de verwarmer
en dragen bij tot een eciëntere reiniging.
Dit systeem wordt automatisch met zout geregenereerd, u dient
dus het zoutreservoir te vullen wanneer het leeg is.
De frequentie van de regeneratie hangt af van de instelling van het
waterhardheidniveau - de regeneratie wordt uitgevoerd om de 6 Eco-
cyclussen met het waterhardheidniveau ingesteld op 3.
Het regeneratieproces start tijdens de laatste spoeling en eindigt
tijdens de droogfase, voordat de cyclus beëindigt.
Eén enkele regeneratie verbruikt: ~3,5 liter water;
Doet de cyclus 5 minuten langer duren;
Verbruikt minder dan 0,005 kWh energie.
ZOUT EN GLANSSPOELMIDDEL
Als u een multifunctioneel product gebruikt is het raadzaam
om in ieder geval zout toe te voegen, vooral als het water hard
of zeer hard is (volg de aanwijzingen op de verpakking).
Als u geen zout of glansspoelmiddel toevoegt zullen
de controlelampjes ZOUT BIJVULLEN en GLANSSPOELMIDDEL
BIJVULLEN blijven branden.
Eerste gebruik
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
MHet gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG
op het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
Het is noodzakelijk dat HET ZOUTRESERVOIR NOOIT LEEG IS.
Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de afwasmachine
(zie PRODUCTBESCHRIJVING) en moet worden gevuld wanneer het
controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het bedieningspaneel
brandt.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop
van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul
het zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het
zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg);
het is niet ongebruikelijk dat er een beetje
water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten
weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmiddel
in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan
de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure
helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten om corrosie
te voorkomen.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat
de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke
waterhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale
waterleverancier worden opgevraagd.
De fabriek stelt de defaultwaarde voor de waterhardheid in.
Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
De toets P 5 seconden ingedrukt houden totdat u een piep hoort.
Het apparaat inschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampjevan
het zout knipperen allebei.
De toets P indrukken om het gewenste hardheidsniveau teselecteren
(zie TABEL WATERHARDHEID).
Tabel waterhardheid
Niveau
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
°Clark
Engelse graden
1 Zacht 0 - 6 0 - 10 0 - 7
2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20 8 - 14
3 Gemiddeld 12 - 16 21 - 29 15 - 20
4 Hard 17 - 34 30 - 60 21 - 42
5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90 43 - 62
Het apparaat uitschakelen door op de toets AAN/UIT te drukken.
Instellen is voltooid!
7
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het
glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het
controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display brandt.
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en omhoog
te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110 ml)
insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het
gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt
u de gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
• De afwasmachine inschakelen met de toets AAN/UIT.
Uitschakelen met de toets AAN/UIT.
Driemaal op de toets P drukken - er klinkt een pieptoon.
Inschakelen met de toets AAN/UIT.
Het huidige niveaunummer van de selectie en het controlelampje
van het glansspoelmiddel knipperen.
De toets P indrukken om het niveau van het te leveren
glansspoelmiddel te selecteren.
Uitschakelen met de toets AAN/UIT
Instellen is voltooid!
Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op NUL (ECO) zal geen
glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG
GLANSSPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is.
Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het
model afwasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het model.
Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook voor
uw machine geldt.
Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (1-2).
Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een
hoog getal in (3-4).
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik alleen vaatwasmiddel dat speciaal voor afwasmachines is
bestemd.
GEBRUIK GEEN vloeibaar vaatwasmiddel.
Wanneer er teveel vaatwasmiddel wordt gebruikt kan het resultaat
zijn dat er na het einde van de cyclus schuimresten in de machine
achterblijven.
Het gebruik van vaatwasmiddelen die niet bedoeld zijn voor
vaatwasmachines kan de slechte werking van het apparaat veroorzaken
of het beschadigen.
Voor de beste was- en droogresultaten wordt het gecombineerde
gebruik van vaatwasmiddel, vloeibaar glansspoelmiddel en zout vereist.
Het is raadzaam om vaatwasmiddelen zonder fosfaten of chloor te
gebruiken, aangezien deze producten schadelijk voor het milieu zijn.
Goede wasresultaten zijn ook afhankelijk van de juiste hoeveelheid
vaatwasmiddel. Het overschrijden van de aangegeven hoeveelheid leidt
niet tot een meer eectieve afwas en doet de milieuvervuiling toenemen.
De hoeveelheid kan aan de mate van vuilheid worden aangepast.
Gebruik bij normaal bevuilde stukken ongeveer 35 g (vaatwasmiddel in
poedervorm) of 35 ml (vloeibaar vaatwasmiddel) en een extra theelepel
vaatwasmiddel direct in de kuip. Als er tabletten worden gebruikt is één
tablet voldoende.
Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het in
de afwasmachine wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de
hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden verminderd
(minimaal 25 g/ml) door bijv. poeder/gel in de kuip over te slaan.
Volg voor goede wasresultaten ook de instructies op het wasmiddelpak.
Neem voor verdere vragen contact op met de wasmiddelproducenten.
Gebruik de opening apparaat C om het vaatwasmiddeldoseerbakje
te openen. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje D
invoeren. Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct
in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het
vaatwasmiddel de eerder vermelde
informatie om de juiste hoeveelheid
toe te voegen. In het doseerbakje
D vindt u de aanwijzingen voor het
doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel
van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel
van het vaatwasmiddeldoseerbakje
door het omhoog te trekken tot het
sluitingsmechanisme is vastgezet.
Het vaatwasmiddeldoseerbakje opent automatisch op het juiste moment,
volgens het programma. Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen
is het raadzaam om de toets TABLET te gebruiken, omdat het programma
dan zodanig wordt aangepast dat de beste was- en droogresultaten
worden bereikt.
C
D
A
B
8
Programmatabel
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 60436:2020.
Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig.
*) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
**) Waarden aangegeven voor andere programma’s dan het Eco-programma zijn slechts indicatief. De werkelijke tijd is afhankelijk van vele factoren, zoals
de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid en soort lading, evenwicht van de lad-
ing, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma met max. 20 min. verlengen.
Programma
Drogen fase
Auto Door
Opening
Beschikbare
functies
*)
Duur van
wasprogramma
(h:min)
*)
Waterverbruik
(liter/ cyclus)
Energieverbruik
(kWh/ cyclus)
1. Eco 50°
3:10 9,5 0,85
2. Dynamic Sensor
50-60°
1:25 - 3:00 7,0 - 14,0 0,90 - 1,40
3. Professioneel 65° -
2:27 16,5 1,70
4. Snel wassen
en drogen
50°
1:25 11,5 1,10
5. Glas
45°
2:05 11,5 1,20
6. Fast 30’ 50°
-
-
0:30 9,0 0,50
7. Dynamic
Hygiene
65° -
1:40 10,0 1,30
8. Voorspoelen
- -
-
0:12 4,5 0,01
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
1 ECO
Het Eco-programma is geschikt voor het reinigen van normaal vervuild
vaatwerk, dat voor dit gebruik het meest eciënte programma is wat
betreft de combinatie van energie- en waterverbruik en in overeen-
stemming is met de Europese Ecodesign-wetgeving.
2 DYNAMIC SENSOR
Voor normaal vervuilde vaat met opgedroogde etensresten. Meet
de mate van vervuiling van het serviesgoed af en past het programma
dienovereenkomstig aan. Wanneer de sensor de mate van vervuiling
meet, verschijnt er een animatie in de display en wordt de cyclusduur
aangepast.
3 PROFESSIONEEL
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name ge-
schikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden voor
kwetsbare stukken).
4 SNEL WASSEN EN DROGEN
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus, die een optimale reini-
gende en drogende werking in kortere tijd garandeert.
5 GLAS
Programma voor kwetsbare stukken die gevoeliger zijn voor hoge tem-
peraturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
6 FAST 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor een halve lading licht vervuilde
vaat zonder opgedroogde etensresten. Heeft geen droogfase.
7 DYNAMIC HYGIENE
Normaal of sterk vervuild serviesgoed, met extra antibacteriële afwasfa-
se. Kan gebruikt worden voor het uitvoeren van onderhoud aan de af-
wasmachine.
8 VOORSPOELEN
Gebruikt om servies vochtig te houden dat later gewassen moet wor-
den. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
Opmerkingen:
Gelieve er rekening mee te houden dat de cyclus Fast 30’ bedoeld is voor
licht vervuilde vaat..
BESCHRIJVING PROGRAMMA’S
9
Opties en functies
UITSTEL
De starttijd van het programma kan worden uitgesteld voor
een periode tussen 1 en 12 uur.
1. De UITSTEL-toets indrukken: het overeenkomstige symbool
«h» verschijnt op het display; telkens wanneer u de toets
indrukt zal de tijd (1u, 2u, enz. tot max. 12 u) vanaf het begin
van het geselecteerde wasprogramma worden verhoogd.
2. Kies het wasprogramma, druk op de toets START/PAUZE
en sluit binnen 4 seconden de deur: de timer begint met
aftellen.
3. Wanneer de tijd verstreken is, wordt het controlelampje «h»
uitgeschakeld en begint het wasprogramma.
Druk op de UITSTEL-toets om de uitsteltijd aan te passen
en een kortere periode te selecteren. Om te wissen, druk
de toets herhaaldelijk in totdat het controlelampje «h»
van de gekozen uitstelstart wordt uitgeschakeld.
Wanneer er een wasprogramma is gestart, kan de UITSTEL-
functie niet meer worden ingesteld.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma «halve lading»
worden gebruikt, om water, elektriciteit en vaatwasmiddel
te besparen.
Selecteer het programma en druk daarna
op de MULTIZONE-toets: het symbool van het gekozen
rek verschijnt op het display. Standaard wast het apparaat
vaatwerk in alle rekken.
Druk herhaaldelijk op deze toets om alleen in een bepaald
rek af te wassen:
verschijnt op het display (alleen onderste rek)
verschijnt op het display (alleen bovenste rek)
verschijnt op het display (alleen bestekmandje)
verschijnt op het display (optie is uitgeschakeld en het
apparaat wast het vaatwerk in alle rekken).
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste rek te laden
en de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig
te verlagen. Als het bovenste rek is verwijderd, breng dan
het vaatwasmiddel rechtstreeks in de kuip aan in plaats
van in het vaatwasmiddelreservoir.
BOOST
De Boost-optie verkort de duur van de hoofdcycli met 25%-
67%, maar verzekert een optimaal was- en droogniveau.
Daarvoor is een hoger water- en energieverbruik nodig dan
voor de normale, volledige cyclus.
De optie kan geselecteerd worden voor de programmas: Eco
50°, Dynamic Sensor 50-60°, Glas 45°.
DYNAMIC CLEAN
Dankzij de extra krachtige stralen biedt deze functie een
intensievere en krachtigere afwasprogramma op de betreende
plek in het onderste rek. Deze functie wordt aanbevolen voor
het afwassen van pannen en ovenschalen.
Druk op deze toets om DYNAMIC CLEAN te activeren (het
controlelampje gaat branden).
TABLET (Tab)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma
geoptimaliseerd worden, aan de hand van het afwasmiddel
dat gebruikt wordt.
Druk de toets START/PAUSE gedurende 3 seconden in (het
bijbehorende symbool gaat branden) als u gecombineerde
vaatwasmiddelen in tabletvorm gebruikt (glansspoelmiddel,
zout en wasmiddel in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze
optie worden uitgeschakeld.
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL)gaat de bijbehorende LED
3 keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld.
BEDRIJFSCONTROLELAMPJE
Er wordt LED-licht op de vloer geprojecteerd om aan te geven
dat de afwasmachine in bedrijf is. Er kan een van de volgende
bedrijfsmodussen worden geselecteerd:
a) Uitgeschakelde functie.
b) Wanneer de cyclus begint gaat het licht een paar seconden
aan, blijft tijdens de cyclus uit en knippert op het einde
van de cyclus.
c) Het licht blijft tijdens de cyclus branden en knippert op het
einde van de cyclus (standaard modus).
Als de uitgestelde start was ingesteld gaat het licht voor
de eerste paar seconden aan of voor de gehele duur van het
aftellen, op basis van of de modus b) of c) was ingesteld.
Telkens wanneer de deur wordt geopend gaat het licht uit.
Voor het selecteren van de gewenste modus de machine
inschakelen, de toets P ingedrukt houden totdat een
van de drie letters op het display verschijnt, de toets P
indrukken totdat u de gewenste letter (of modus) bereikt,
de toets P i.
Opmerking: Als Auto Door Opening actief is en de deur
opent, zal de werkingsindicator niet knipperen aan het einde
van de cyclus.
Auto Door Opening
Auto Door Opening is een convectiedroogsysteem dat de deur tijdens/
na de droogfase automatisch opent om elke dag voor buitengewone
droogprestaties te zorgen. De deur gaat open wanneer de temperatuur
veilig is voor uw keukenmeubelen, de deur gaat bijgevolg niet open
wanneer de optie BOOST ingeschakeld is.
Als extra bescherming tegen stoom wordt een speciaal ontworpen
beschermingsfolie geleverd met de vaatwasser. Raadpleeg
de INSTALLATIEGIDS om te zien hoe u de beschermingsfolie aanbrengt.
De Auto Door Opening-functie kan door de gebruiker als volgt worden
uitgeschakeld:
1. Ga naar het software-menu van de afwasmachine door de knop P
ingedrukt te houden (6 sec).
2. U bevindt zich eerst in het lichtregelingsmenu (raadpleeg
de beschrijving van BEDRIJFSCONTROLELAMPJE). Als u niets wilt
wijzigen, houd dan de knop P ingedrukt (tot een van de twee
letters op het display verschijnt).
3. U bent overgeschakeld naar het Auto Door Opening-
bedieningsmenu. U kunt de status van de Auto Door Opening-
functionaliteit wijzigen door op de knop P te drukken:
E – ingeschakeld d – uitgeschakeld
Om de wijziging te bevestigen en het bedieningsmenu te verlaten,
houd de knop P ingedrukt (3 sec).
10
Rekken vullen
Het derde rek werd ontworpen
om het bestek te herbergen.
Rangschik het bestek zoals
op de afbeelding.
Een aparte rangschikking voor het
bestek maakt het oppakken na
de afwas eenvoudiger en verbetert
de was- en droogprestaties.
BESTEKLADE
Laden van kwetsbaar en licht
vaatwerk: glazen, kopjes, schoteltjes,
lage saladekommen.
Het bovenste rek heeft opklapbare
steunen die in een verticale positie
kunnen worden gebruikt bij het
schikken van thee/dessertschoteltjes
of in een lagere positie om kommen
en schalen te laden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand voor
groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om optimaal
gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren
van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onderste
rek zijn geladen te voorkomen. Het bovenste rek
is uitgerust met een hoogteversteller bovenste
rek (zie afbeelding , zonder op de hefbomen
te hoeven drukken, opheen door gewoon
de zijkanten van het rek vast te houden,
zodra het rek stabiel in de bovenste positie
staat. Voor herstellen naar de lagere positie
op de hefbomen A aan de zijkanten van het rek
drukken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet
aan te passen wanneer het is geladen.
NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen
aan de zijkant kunnen worden
opgevouwen of opengevouwen
voor een optimale rangschikking
van het serviesgoed in het rek.
Wijnglazen kunnen veilig
in de opvouwbare kleppen worden
geplaatst door de steel van elk glas
in de overeenkomstige sleuven
in te voeren.
Afhankelijk van het model:
om de kleppen open te vouwen
moet u ze omhoog schuiven
en roteren of ze losmaken van de klemmen en omlaag trekken.
om de kleppen op te vouwen moet u ze roteren en omlaag
schuiven of ze omhoog trekken en aan de klemmen vastmaken.
BOVENSTE REK
Messen en andere
gebruiksvoorwerpen met
scherpe randen moeten worden
geplaatst met de punten naar
beneden gericht.
De geometrie van het rek maakt
het mogelijk om kleine items
als koekopjes in het midden
te plaatsen.
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen
en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om
aanraking met de sproeierarmen te voorkomen.
Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie
kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een
horizontale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
DYNAMIC CLEAN IN ONDERSTE REK
Dynamic Clean maakt gebruik van speciale
waterstralen aan de achterzijde
van de ruimte voor een intensievere
reiniging van zeer vuile items. Het onderste
rek heeft een lege ruimte, een speciale
uittrekbare steun aan de achterzijde van het
rek, die kan worden gebruikt ter ondersteuning van koekenpannen
of braadpannen in verticale positie, zodat ze minder ruimte in beslag
nemen. Activeer DYNAMIC CLEAN op het paneel tijdens het plaatsen
van de pannen / ovenschalen tegenover het Dynamic Clean component.
Dynamic Clean® gebruiken:
1. Pas het Dynamic Clean gebied
(G) aan door de achterste
bordenhouders omlaag te klappen
om potten en pannen te laden.
2. Laad potten, pannen en schalen
verticaal gekanteld in het Dynamic
Clean gebied. Potten en pannen
moeten naar de krachtige
waterstralen toe gekanteld worden.
ONDERSTE REK
11
Dagelijks gebruik
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding
en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Open de deur en druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming
met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling
(zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) door de P-toets in te drukken.
Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het de wascyclus door op de START/Pauze-toets (het
ledlampje brandt) te drukken en de deur binnen 4 seconden te
sluiten. U hoort een enkele piep wanneer het programma start.
Als de deur niet binnen 4 seconden is gesloten, hoort u een geluid
ter waarschuwing. Open in dat geval de deur, druk op de
START/Pauze-toets en sluit de deur weer binnen 4 seconden.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van de wascyclus wordt aangegeven door pieptonen en
door knipperen van het nummer van de wascyclus op het display.
De deur openen en het apparaat uitschakelen door op de toets
AAN/UIT te drukken.
Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt verwi-
jderd - om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen, te
beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inactiv-
iteit automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te
minimaliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als
het voordat het in de afwasmachine wordt geplaatst met water is
afgespoeld kan de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkom-
stig worden verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als u een verkeerd programma heeft gekozen, kunt u het programma
wijzigen mits het net is begonnen: open de deur en houd de
AAN/UIT-toets ingedrukt. De machine wordt uitgeschakeld.
Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het
nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start de was-
cyclus door de START/Pauze-toets in te drukken en de deur te sluiten
binnen 4 seconden.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN
Open de deur (START/Pauze-ledlampje begint te knipperen) zonder
de machine uit te schakelen (pas op voor hete stoom!) en plaats het
serviesgoed in de afwasmachine. Druk op de START/Pauze-toets en
sluit de deur binnen 4 seconden. Het programma gaat verder vanaf
het punt waarop het was onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur geopend wordt tijdens de wascyclus, of als er sprake is
van een stroomonderbreking, stopt het programma. Om de cyclus te
hernemen vanaf het punt waarop het was onderbroken, drukt u op de
START/Pauze-toets-knop en sluit u de deur binnen 4 seconden.
Adviezen en tips
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgo-
ed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevoren onder stro-
mend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet
omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht
en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk
oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen
de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien.
Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand.
Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden gepla-
atst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere waspre-
staties hebben.
Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kun-
nen draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
Houten servies en bestek.
Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek
serviesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge tem-
peraturen.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzi-
gen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kristallen
voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garandeert
dat het veilig is voor de afwasmachine.
Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed.
Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogramma
afgelopen is.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
Wanneer de huishoudelijke vaatwasmachine gebruikt wordt vol-
gens de aanwijzingen van de fabrikant, verbruikt het wassen van
vaatwerk in een vaatwasmachine gewoonlijk MINDER ENERGIE
en water dan met de hand afwassen.
Om de eciëntie van de vaatwasmachine te maximaliseren wordt
aanbevolen om de wascyclus eerst te starten wanneer de
vaatwasmachine helemaal gevuld is. De huishoudelijke vaatwas-
machine vullen tot de hoeveelheid aangegeven door de fabrikant
draagt bij tot het besparen van energie en water. Informatie over
het correct laden van vaatwerk vindt u in het hoofdstuk DE REKKEN
VULLEN.
Als de machine gedeeltelijk is gevuld, wordt aanbevolen om de
speciaal daarvoor bedoelde wasopties, indien voorzien, te gebruiken
(Halve lading/ Zone Wash/ Multizone) en enkel geselecteerde rekken te
vullen. De vaatwasmachine onjuist of overmatig vullen kan het gebruik
van de hulpbronnen verhogen (zoals water, energie en tijd, en ook het
geluidsniveau) en de reinigings- en droogprestaties verlagen.
Vaatwerk vooraf met de hand spoelen verhoogt het water- en ener-
gieverbruik en wordt niet aanbevolen.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasmachine
moet u ten minste één per maand een programma met hoge temperatuur
laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat
zonder lading draaien.
12
DE AFWASMACHINE SCHOONMAKEN
Alle aanslag op de binnenkant van het apparaat
kunnen worden verwijderd met een doek die is
bevochtigd met water en een beetje azijn.
De externe oppervlakken van de machine en het
bedieningspaneel kunnen met een niet-schurende
doek, bevochtigd met water worden gereinigd.
Gebruik geen oplosmiddelen of schuurmiddelen.
VOORKOMEN VAN ONAANGENAME GEUREN
Houd de deur van het apparaat altijd open, om te voorkomen dat er
vocht wordt gevormd dat niet uit de machine kan.
Reinig de afdichtingen rond de deur en de wasmiddeldoseerbakjes
regelmatig met een vochtige spons. Dit zal voorkomen dat er voedsel in
de afdichtingen blijft zitten, de belangrijkste oorzaak achter het vormen
van onaangename geuren.
DE WATERTOEVOERSLANG CONTROLEREN
Controleer de toevoerslang regelmatig op barsten of scheuren. Als
deze beschadigd is vervangen door een nieuwe slang, te verkrijgen
via onze Consumentenservice of uw gespecialiseerde dealer.
Afhankelijk van het type slang:
Als de toevoerslang een doorzichtige coating heeft, regelmatig
controleren of de kleur plaatselijk wordt geïntensiveerd. Zo ja, is de
slang wellicht lek en moet worden vervangen.
Voor waterstopslangen: controleer het kleine
veiligheidsklepinspectievenster.(zie pijl). Als het rood is werd de
waterstopfunctie in gang gezet en moet de slang door een nieuwe
worden vervangen.
Om deze slang los te schroeven op de ontspanknop drukken, terwijl
de slang wordt losgeschroefd.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn
gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden
uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en
vrij van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt
genomen kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de
afwasmachine beschadigd raken.
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen
en het afvalwater correct weg stroomt.
Het gebruik van vaatwasmachines met verstopte lters of vreemde
voorwerpen in het ltersysteem of de sproeiarmen kan de slechte
werking ervan en bijgevolg lagere prestaties, lawaai of een hoger
verbruik van hulpbronnen veroorzaken.
Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het
afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten
circuleren.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als
het lter is losgeraakt.
LET OP: Koppel het apparaat altijd los tijdens het reinigen en bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Gebruik geen ontvlambare
vloeistoen om de machine schoon te maken.
Controleer tenminste eens per maand of na elke 30 cyclussen het
ltersysteem en reinig het eventueel grondig onder stromend water,
met een niet-metalen borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3).
4. Als u vreemde voorwerpen vindt (gebroken glas, porselein,
beenderen, zaden van vruchten, enz.), verwijdert u ze zorgvuldig.
5. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten.
VERWIJDER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma
(zwart detail) (Afb. 4).
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen
en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de
eciënte werking van de afwasmachine.
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten
op de sproeierarmen vastzitten en
worden de openingen voor het
water sproeien geblokkeerd. Het is
daarom raadzaam dat u de armen
van tijd tot tijd controleert en ze
met een kleine niet-metalen borstel
schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de
bovenste sproeierarm de kunststof
borgring linksom draaien. De
bovenste sproeierarm moet worden
vervangen, zodat de zijde met het
grotere aantal openingen naar
boven is gericht.
De onderste sproeierarm kan
worden verwijderd door het
omhoog te trekken.
21
43
A
C
A
B
Onderhoud en reiniging
13
Probleemoplossing
Als uw vaatwasmachine niet goed werkt, doorloopt u de onderstaande lijst om te controleren u of u het probleem kunt verhelpen. Voor ande-
re fouten of problemen neemt u contact op met de bevoegde Consumentenservice, de contactgegevens ervan vindt u in de garantieboekje.
De fabrikant verzekert dat de reserveonderdelen tenminste 10 jaren na de datum van productie van dit apparaat te verkrijgen zullen zijn.
PROBLEMEN
MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
Zoutindicator
brandt
Zoutreservoir is leeg. (Na het bijvullen kan
het controlelampje van het zoutniveau
blijven branden gedurende een aantal
afwascycli).
Vul reservoir bij met zout (voor meer informatie - raadpleeg pagina 6).
Pas de waterhardheid aan - zie tabel, pagina 6.
Glansspoel-
middelindicator
brandt
Glansspoelmiddelreservoir is leeg.
(Na het bijvullen kan het controlelampje
van het glansspoelmiddel blijven branden
gedurende een aantal afwascycli).
Vul reservoir bij met glansspoelmiddel (voor meer informatie - raadpleeg
pagina 7).
De afwasma-
chine start niet
of reageert niet
op opdrachten.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval.
Om veiligheidsredenen wordt de vaatwasmachine niet automatisch opnieuw
gestart wanneer er opnieuw stroom is. Open de deur van de vaatwasmachi-
ne, druk op de START/Pauze-toets en sluit de deur binnen 4 sec.
De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten.
De Auto Door Opening-pin is niet
ingetrokken.
De deur krachtig aanduwen totdat u de „klik” hoort.
De cyclus wordt onderbroken als de deur >
4 seconden wordt geopend.
Druk op START/Pauze en sluit de deur binnen 4 seconden.
Het reageert niet op opdrachten.
Weergave op het display: 9 of 12
en de AAN/UIT-led knippert snel
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer
een minuut weer inschakelen en het programma opnieuw starten. Als het
probleem aanblijft, trekt u de stekker van het apparaat 1 minuut lang uit, breng
dan de stekker terug in.
De afwasmachine
pompt niet af. Weer-
gave op het display:
3 en de AAN/UIT-
-led knippert snel.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang. Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIEGIDS).
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
De afwasmachine
maakt veel lawaai.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik
in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN). Start de actuele wascyclus opnieuw:
schakel de afwasmachine UIT, vervolgens terug in, selecteer een nieuw pro-
gramma, druk op START/Pauze en sluit de deur binnen 4 seconden. Voeg geen
vaatwasmiddel toe.
Het vaatwerk
is niet schoon.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien,
ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim
geproduceerd.
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik
in afwasmachines.
De dop op het glansspoelmiddelcomparti-
ment is niet correct afgesloten.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Het lter is bevuild of verstopt. Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Er is geen zout. Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
De afwasmachine
vult zich niet met
water. Weergave
op het display: H,
6 en de AAN/UIT
-led knippert snel.
Geen water in de watertoevoer of de kraan
is gesloten.
Zorg ervoor dat er water in de watertoevoer komt of dat de kraan loopt.
Er zit een knik in de toevoerslang.
Controleer of er geen knik in de toevoerslang zit (zie INSTALLATIE), de afwa-
smachine herprogrammeren en rebooten.
De zeef in de watertoevoerslang is ver-
stopt; het moet gereinigd worden.
Na het controleren en reinigen, de afwasmachine uitschakelen en inscha-
kelen en een nieuw programma starten.
De vaatwasma-
chine beëindigt
de cyclus voor-
tijdig. Weergave
op het display:
15 en de AAN/
UIT-led knippert
snel.
De afvoerslang bevindt zich te laag of he-
veling in het huishoudelijke afvalwater-
systeem.
Controleer of het uiteinde van de afvoerslang zich op de juiste hoogte be-
vindt (zie INSTALLATIE).Controleer de heveling in het huishoudelijke afvalwa-
tersysteem, installeer zo nodig een luchttoevoerklep.
Lucht in watertoevoer. Controleer de watertoevoer op lekken of andere problemen die lucht inlaten.
14
De gedragslijn, standaarddocumentatie en aanvullende productinformatie kunt u vinden:
Op onze website docs . kitchenaid. eu
Gebruik makend van de QR-code
Anders, contacteer onze Klantenservice (Het telefoonnummer staat in het garantieboekje).
Wanneer u contact neemt met de Klantenservice, gelieve de codes te vermelden die op het
identicatieplaatje van het apparaat staan.
identicatieplaatje van het apparaat staan. De modelinformatie kan gevonden worden aan de hand van de QR-code die op
het energielabel aangegeven is. Het label bevat ook de model-ID die kan worden gebruikt om het portaal van het register te
raadplegen op https://eprel.ec.europa.eu (alleen bij bepaalde modellen).
Klantenservice
IEC 436
:
15
NL
Gedrukt in Italië
04/21
400011544627
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

KitchenAid KICO 3T133 PFES Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding